Trainingsblok 1: Dribbelen en Drijven Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 1 Warming-up: Overloopspel De spelers met bal proberen de overkant te bereiken. In de breedte = 1 doelpunt In de lengte = 2 doelpunten Is de speler de bal kwijt (of wordt hij getikt), dan wordt hij verdediger (jager) en is hij zijn doelpunten kwijt Opmerkingen: “Kijk goed waar de verdedigers staan.” “Speel de bal niet te ver vooruit”. Kern A : Vakkendribbel Iedereen dribbelt met de bal in de centrale ruimte. Allerlei spelvormen gedurende bijv. 1 minuut: a. Door zoveel mogelijk vierkanten dribbelen. b. Idem, maar nu staat er een verdediger in elk vierkant, die de spelers uit zijn vak probeert te houden. c. Idem, maar met een of meer tikkers in de centrale ruimte. Men is vrij als men in een van de vierkanten staat. Men kan alleen scoren door van vak naar vak te dribbelen. Kern B: 2 : 2/3 : 3 op 2 velden Partijspel: 4:4 Lijnvoetbal: scoren door over de achterlijn te dribbelen Wisselen van tegenstanders – Toernooivorm Opmerkingen: “Probeer snel een doelpunt te maken als je de bal hebt” “ Pak de bal weer af als je hem kwijt bent” “Houd de bal goed bij je wanneer je een tegenstander tegenkomt” Partij 4 tegen 4 met 4 doeltjes Scoren d.m.v. pass = 1 punt Scoren d.m.v. dribbel = 2 punten 1 Thema: Dribbelen/Drijven Warming-up: Dribbel-koning Kern A: Verkeerslicht Kern B: Blind-voetbal Partijspel: 4:4 E-pupillen - Training: 2 iedereen heeft een bal en dribbelt in een afgebakende ruimte - men mag elkaars bal uit het vak schieten - Wie blijft er het langst over (is dribbelkoning)? - Wie wordt het minst vaak afgeschoten? - Grootte van het vak: 20 m x 15 meter Reactiespelvormen met bal - iedere speler heeft een bal en ze staan op de zijlijn opgesteld - De coach staat ± 25 meter voor de lijn met de rug naar de spelers toe (vak: 30 x 40 meter) - De spelers beginnen te dribbelen en plotseling draait de trainer zich om en zegt rood, oranje of groen. De spelers moeten dan stoppen (rood), langzaam door dribbelen (oranje) of dribbelen (groen) - Als een speler een fout maakt dan moet hij terug - Welke speler haalt de overkant zonder brokken? - Iedere speler heeft een bal en men is gebogen over de bal op de grond met de ogen dicht - Op teken van de trainer moet men dan zo snel mogelijk scoren. Pas als de trainer “Ja” zegt mag men de ogen openen en moet men reageren. - Bijvoorbeeld dribbelend de hand van de trainer aantikken of - Scoren in het doeltje die de trainer aanwijst etc…. Scoren op 4 doeltjes 2 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 3 Warming-up: Oversteekspel • • • • • • Twee vaste verdedigers Aan iedere kant staan 3-5 spelers (elk een bal) Men moet dribbelen naar de overkant zonder getikt te worden Een min. werken: welke speler heeft het vaakst de overkant gehaald zonder getikt te worden? Opdrachtvorm: links/rechts Grootte vak: 30 x 25 meter Kern A: Puntendribbel • • • • • • Kern B: Nummerspel • De spelers worden genummerd van 1 t/m …… De trainer roept een nummer; deze speler dribbelt zo snel mogelijk om een van de pilonnen De andere spelers volgen deze speler Speler die het laatst terugkomt in het vak heeft strafpunt Variaties: 2 nummers noemen (spelers kunnen kiezen of..) Snel van richting veranderen door de bal te kappen • • Men kan in een van de twee doeltjes scoren = 1 punt Scoren door middel van een dribbel = 2 punten • • • • • Partij: Dribbelen van pilon naar pilon zonder afgetikt te worden (of zonder dat de bal afgepakt of weggeschopt wordt) Lange zijde = 2 punten, korte zijde = 1 punt Diagonaal = 3 punten Twee verdedigers; 1 minuut arbeid. Wie heeft de meeste punten Iedere speler moet zelf initiatief nemen Men moet in een rechte lijn dribbelen van pilon naar pilon Komt er een tikker aan, dan moet men versnellen/afkappen en weer teruggaan naar de pilon waar men vandaan komt. 4 : 4 met 4 doeltjes 3 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 4 Warming-up: Ratten en Raven • • • • Kern A: Twee groepen staan met een bal aan de voet tegenover elkaar (één groep raven) Op teken moet de ene groep achter de andere groep aanjagen. Moeten bijv. de ratten achter de raven aan, dan moeten de raven proberen de bal over de lijn te dribbelen en dan is men veilig. Men kan uit verschillende uitgangssituaties starten: staand, gehurkt, zittend etc… Batman • • • • • Iedere speler heeft een bal en men dribbelt van vak tot vak zonder getikt te worden Korte zijde = 1 punt lange zijde = 2 punten Batman probeert zoveel mogelijk spelers te tikken Eventueel 2 batmans Spelduur: 1 minuut Eventueel diagonaal oversteken = 3 punten Kern B: Naar een andere ruimte dribbelen • • • • • • Partij: Elke speler een bal Twee teams onderscheiden zich door overgooiers Op teken moet iedereen op tempo dribbelen/drijven naar het andere vak Wedstrijdvorm: welk team is er als eerste? Idem, maar nu staan beide teams in een eigen vak en moet men tegen de stroom in naar het andere vak. Diverse varianten mogelijk 4: 4/5 : 5 lijnvoetbal • • Scoren door middel van een dribbel over de achterlijn Eventueel daarna laten scoren op kleine doeltje = extra punt 4 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 5 Warming-up: Rambo • • • • • Iedereen heeft een bal en dribbelt in een afgebakende ruimte Een man zonder bal (Rambo) moet trachten al de ballen uit het vak te schieten. Wedstrijdvorm: hoeveel binnen 1 minuut etc… Diverse varianten mogelijk Grootte vak: 20 x 15 meter Kern A: Spelvormen dribbelen • • • • • Twee ploegen van 4-5 spelers staan opgesteld achter hun eigen achterlijn. Op teken moet men de bal naar de overkant dribbelen. Welk team is als eerste binnen? Idem, maar nu moet men de bal afkappen en weer terugdribbelen naar de eigen achterlijn Als team moet men een bepaald parcours afleggen. Welk team is het snelst? (slalom tussen pilonnen) Elk team heeft één tikker. Diverse varianten. Kern B: Dribbelspel • • • • • • Drie ploegen van 3 spelers met 3 doeltjes Iedere speler heeft een bal, behalve de 3 spelers van een ploeg, die ieder in een doeltje staan. Iedere speler probeert te scoren d.m.v. een dribbel door de doeltjes heen. Welke speler/ploeg heeft de meeste punten? Wisselen van taak Deze vorm kan ook gedaan worden met meerdere doeltjes of zonder verdedigers. Partijspel: 4 : 4 op 2 doeltjes 5 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 6 Warming-up: Naar een vak dribbelen • • • • • • Iedere speler heeft een bal Men dribbelt in een afgebakende ruimte Op teken van de trainer moet men zo snel mogelijk naar hoek 1, 2, 3 of 4 dribbelen Wedstrijdvorm Diverse varianten aanbieden Grootte vak: 30 m x 25 m Kern A: Duel 1 : 1 • • Duel 1 : 1 na een paar minuten wisselen Scoren door over de achterlijn te dribbelen Opmerkingen: “Speel de bal niet te ver voor je” “Bescherm de bal goed” “Probeer je tegenstander snel te passeren” Kern B: Lijnvoetbal 2 : 2 • • Tweetal akn scoren door de bal over de lijn van de tegenstander te dribbelen. Toernooivorm: 3 rondes van 3 minuten Opmerkingen: “Probeer het samen te doen” “Maak snel een doelpunt als je de bal veroverd hebt.” Partij: Lijnvoetbal 4 : 4 • men kan scoren door over de achterlijn te dribbelen • hierna heeft men nog de mogelijkheid om het kleine doeltje te scoren = extra punt! • Denk aan het coachen! 6 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 7 1) Warming-up: Cirkelspel met doel * Om de cirkel lopen de aanvallers tegen een gelijk aantal verdedigers * Elke aanvaller heeft een bal en een vaste tegenstander * In de cirkel staat een doel; de cirkel is verboden gebiede * Aanvallers dribbelen en schieten de bal in het doel * De verdedigers pakken de bal af en schieten deze buiten het vierkant * Variaties: - verdediger wordt aanvaller als hij de bal afpakt - geen vaste tegenstander = verdediger Kern A: Dribbel-spelvormen A * De spelers staan in 2 groepen opgesteld; aan de ene zijde spelers met de bal en aan de andere zijde, spelers zonder bal * Op teken proberen de spelers met bal naar de overzijde te dribbelen. Spelers zondr bal proberen dit te voorkomen door de bal af te pakken. * Hoeveel spelers bereiken de overkant? (= 1 punt) * Variatie: dribbelen over lijn A - B * Na elke beurt wisselen van functie. B Kern B: Dribbel-spelvormen * Idem als Kern A, maar nu met een doel waarin gescoord kan worden * Pakt de verdediger de bal af, dan mag hij in het andere doel scoren Partij 4 tegen 4 met diverse doeltjes * Scoren dmv een dribbel door een doeltje 7 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 8 1) Warming-up: Vakdribbelen * Elke speler heeft een bal en men dribbelt in een afgebakende ruimte * Op teken moet men zo snel mogelijk naar een vak dribbelen, afhankelijk van wat de trainer roept * Wedstrijdvorm: wie is er het eerst - wie het laatst? * Variaties: roept de trainer bijv. 2 - 4, dan moet men eerst naar vak 2 dribbelen en vervolgens naar vak 4 Kern A: Dribbelspel * Op teken zo snel mogelijk een vrije pilon zien te bereiken; per pilon maximaal 1 speler! * Spelers dribbelen vrij rond * Probeer zo weinig mogelijk naar de bal te kijken * Aantal pilonnen verminderen; wie geen pilon? * Variatie: eerst om een pilon buiten het vak dribbelen * Wedstrijdvorm: wie het eerst - wie het laatst? Kern B: Duel 1 : 1 * vaste 2-tallen met elk een doeltje * scoren door de bal door het doeltje te dribbelen; men mag beide kanten van het doel gebruiken * bij balverlies wisselen van functie * na verloop van tijd wisselen van tegenstander * wie behaalt de meeste punten: dribbelkoning? Partij 4 tegen 4 op 2 grote doelen * Elke goal, die gescoord wordt na een 1 : 1 actie telt dubbel! * Met of zonder keepers 8 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 9 1.Oefenvorm: Dribbelen door doeltjes van pilonnen Organisatie - We maken van pilonnen maken we in een afgebakende ruimte doeltjes van ongeveer 2 meter breed - De spelers dribbelen door de ruimte. Welke speler kan binnen 1 minuut door zoveel mogelijk doeltjes heen dribbelen/ - Voor 8 spelers ongeveer 20 bij 20 meter - Voor het markeren van het grote veld is het verstandig om andere pilonnen te gebruiken dan voor de doeltjes. 2. 1 tegen 1 dribbelspel Organisatie - 1 tegen 1 lijndribbel spel - Na een minuut zet de trainer stop - De winnaars gaan de ene kant op, de verliezers de andere kant - De winnaar op het winnaarsveld blijft staan en de verliezer van het verliezersveld ook - Bij gelijkspel een winnaar aanwijzen Coaching - Alleen een dribbel telt, dus niet over de lijn schieten 3. Lijndribbelspel 2 tegen 2 Organisatie - 2 tegen 2 lijndribbel spel - Regelmatig tegen een andere tegenstander laten spelen - Kan ook als conditionele vorm gebruikt worden Coaching - Versnellen na de actie - Gebruik 1-2 combianties - Achter medespeler langs overlappen - Verdedigers moeten de tegenstander richting de zijlijn dwingen - De verdedigers schuin achter elkaar staan om elkaar te helpen als het nodig is 4. Lijnvoetbal 4 tegen 4 Organisatie - Er wordt 4 tegen 4 gespeeld - Er kan gescoord worden door de bal over de lijn van de tegenstander te dribbelen en de voet op de bal te zetten - Dit spel bevat veel 1 tegen 1 en 2 tegen 1 situaties, waardoor zij moeten passen en dribbelen tegelijk - De spelers leren niet alleen de techniek, maar zij leren het ook toepassen op het juiste moment 9 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen 1) Stedenspel * We gaan op reis naar de volgende stad. In de volgende stad wachten we tot iedereen is gearriveerd. Daarna naar volgende stad. * Tijdens dribbel roept trainer: "brood vergeten, snel terug naar eigen stad en brood ophalen!" (kappen en draaien) * Zelfde alleen komen we een stoplicht tegen (bal stilleggen) Op signaal (het is groen) we verder dribbelen. * Zelfde alleen komen we een rotonde tegen (rondje draaien met de bal aan de voet (links/rechtsom) * Weerstand: twee teams gaan in tegenovergestelde richting * Wedstrijd: welk team maakt de snelste ronde? Training: 10 Rotonde Stoplicht 2. Speler 1 geeft een pass naar speler 2, die neemt de bal aan, draait door en speelt speler 3 aan tussen de pionnen door en loopt zelf om de pion heen en speler 3 kaats hem breed, waarna speler 2 de bal afwerkt. Speler 3 gaat de bal halen en dribbelt door het straatje terug en sluit weer bij de wachters aan. 3. Cowboys en Indianen De cowboys moeten proberen naar de overkant te dribbelen zonder dat de indianen hun bal wegschieten. De indianen liggen in een hinderlaag aan beide kanten van de weg. Zij mogen de weg niet op, maar kunnen wel met hun pijlen (ballen) schieten op de cowboys. Wanneer de bal van een van de cowboys wordt geraakt, wordt deze cowboy een indiaan en gaat aan de zijkant ook schieten op de cowboys. Wie is de laatst overgebleven cowboy? Alle cowboys gaan tegelijkertijd naar de overkant….. 4. Partij 3 tegen 3 op 2 doelen Organisatie - Er wordt 3 tegen 3 gespeeld met twee keepers - Het speelveld is klein - Spelers moeten snel omschakelen Coaching - Door de ruimte en de aantallen wordt even niet omschakelen meteen afgeschaft - Vrijlopen als jouw partij de bal heeft - Man oppakken als de tegenstander de bal heeft 10 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 11 1.Oefenvorm: Verlies je hoedje niet Er wordt een estafette gespeeld tussen 4 teams van 3/4 spelers. De bedoeling is dat de spelers zo snel mogelijk de bal naar de overkant drijven, om de pion heen gaan en weer terug drijven. Aangekomen bij de rij stoppen ze en gaat speler 2 het parcours volgen etc… Ondertussen heeft de balbezitter een hoedje op zijn hoofd. Valt deze eraf, dan moet de speler terug naar de beginpion en opnieuw starten Nivo 1: speler mag hoedje vasthouden met 1 hand Nivo 2: speler mag hoedje niet vast houden Nivo 3: speler moet de bal op de terugweg vanaf het midden terug passen 2. Dribbelen en Afwerken Spelers kappen de bal af als bij een pion komen. Daarna afwerken op een klein doeltje. Bal pakken, en slalommen door de pionnen aan de zijkant Als een speler bij de 3e pion is, start de volgende. Bij de oefeningen met afkappen kun je ook eventueel sleepbewegingen, onderkant voet terug halen, buitenkant andere voet meenemen. 3. 1 tegen 1 wegdraaien in wedstyrijdvorm * Twee teams van 4 a 5 spelers * Twee grote doelen met keepers * Een speler staat zonder bal halverwege het veld * De rest van de spelers staat met de ba naast het doel van hun eigen keeper * Beide teams spelen tegelikertijd hun medespeler aan, die draait kort weg en probeert zo snel mogelijk te scoren in het doel van de tegenpartij. Wie scoort het eerst? Coaching: * Kort wegdraaien * Eerste aanname * Versnelling * Afronden 4. Toernooi 2/3 tegen 2/3 Een fanatiek partijspel van 2 tegen 2 of 3 tegen 3 Elke partij duurt 5 minuten waarna de ploegen doorschuiven naar links. (zie pijltjes) Het rode team blijft steeds staan! Toernooivorm! 11 Thema: Dribbelen/Drijven E-pupillen Training: 12 1. Op bezoek bij Manchester United Welkom in het stadion van Mancester United. De Reds houden een talentendag voor de talenten uit Nederland! De spelers moeten reageren op de 'bevelen'van de trainer. Elke speler heeft 10 punten, wanneer je de verkeerde actie uitvoert gaat er 1 punt af. Degene die het laatst reageert idem. De bevelen: Noord: De spelers dribbelen z.s.m. naar de North Stand Zuid: De spelers dribbelen z.s.m. naar de South Stand The Boss: De spelers staan rechtop en salueren naar de trainer Blessure: De spelers gaan op de grond liggen, pakken 1 been vast en maken zoveel mogelijk geluiden Duiken: De spelers laten zich vallen met de buik op de grond en laten hun voorhoofd op de bal rusten 2. Afpakkertje met overzicht Speler die het eerste 3 ballen heeft is winnaar. 7 ballen in het midden van het vierkant. Bal mag gepakt worden vanaf het midden en daarna vanaf elkaars pilon. Dus snelheid en overzicht is hierbij belangrijk. 3. Dribbelen en afpakken 1 verdediger in middenvak probeert de bal ter veroveren en in goal aan de zijknat te schieten. Aanvallers proberen de overkant te halen. Indien bal is afgepakt probeert de aanvaller de doelpoging te verhinderen. Aanvaller wordt daarna medeverdediger. Dit gaat door totdat er nog maar een aanvaller over is. 4. Pilonnenspel 4 tegen 4 De spelers mogen elkaar vrij aanspelen in hun eigen gebied. De tegenstander mag in het middenvak de bal proberen af te pakken, maar mag niet in het gebied van de tegenstander komen. Er kan gescoord worden door met de bal vanuit het eigen gebied of middengebied een pion om te schieten. Wanneer een pion is omgeschoten mag deze weer worden opgezet. 12
© Copyright 2024 ExpyDoc