DIRECTIE ZUIDERZEEWERKEN Afdeling Planstudie. Memo: ZZ

DIRECTIE ZUIDERZEEWERKEN
Afdeling Planstudie.
\
Memo: ZZ-AP- -74:00.05.
Memorandum: berekening waterstanden bij Hoorn.
De waterstanden bij ~oornworden beinvloed door op- of afwaaiingen
,
op het ~arke'rmeer.Uitgangspunt voor de-berekeningen van waterstanden
zijn de combinaties van meerpeilen en windsnelheden, zoals deze zijn
aangegeven in de Nota B 73-24 "Veiligheidtegen overstromen van gebieden rond het IJsselmeer en de Randmeren". Daarin zijn onderscheiden
de gevallen M en W; geval M met een hoog meerpeil en een'matige wind-
..
snelheid en geval W met een hoge windsnelheid en een matig hoog meer-
.:2%
'
peil. Vanwege de . veel lagere windsnelheden 'en het slechts weinig afwijkend peil irergkleken met het geval W, is geval M op het Markermeer
buiten beschouwing gelaten. Op het Markermeer is dus alleen Fjeval W
van toepassing. Van belang is daarnaast de heersende windrichting.
Windsnelheden uit zuidelijke resp. zuid-oostelijke richting geven de
*.
grootste peilverhogingen bij Hoorn.
Per windrichting wordt de opwaaiing berekend, voor de overschrijdingsfrequenties 1/10, 1/100 en 1/1000 jaar.
,
,
Meerpeil P in m t.0.v. N.A.P.
Windricffting
en windsnelheid W in m/s.
Gyerschrijdingsfrequentie
per jaar .
zuid
,
P
w
+
0,20
23
1/100
+ 0,20
+ 0,30
27
-' 0,10
17
-
23
'
1/10
zuidoost
.
1/10
1/1000
-
Geval W
,
l/l00
1/1000
0,lO
N.A.P.
31
27
De bij bovenstaande combinaties van meerpeil.en windsnelheid behorende
opwaaiingen zijn berekend met:
-6 1
z = 0,36.10
2
,
.d w
..
waarin :
z = opwaaiing in m
1 = lengte waarover de opwaaiing is berekend (m)
- -:, = gemiddelde waterdiepte per vak (m)
$-
.
. . .
.
7064
.
.
= windsnelheid (m/s)
-2\
. I
Uit het zwaartepunt v
erstand gelijk is aan het
meerpeil) wordt het meer in de windrichting ingedeeld in vakken met
een zelfde waterdiepte. Voor ieder vak wordt de bovenstaande formule
toegepast.
..
3
,
Volgens de berekening is de opwaaiing uit zuidelijke richting maatgevend.
Resultaat:
.
- Overschrijdingsfrequentie 10-1
-
.
,
I .
per jaar, waterstand N . A . P .
+0,80 m.
Overschrijdingsfrequentie 10 per jaar, waterstand N . A . P .
+1,00 m.
-2
-3
Overschrijdingsfrequentie 10 per jaar, waterstand N . A . P .
+1,30 m.
De opwaaiingsformule is opgesteld onder meer op grond van mekingen op
het IJsselmeer.
Daarbij is een aantal schematisaties toegepast, zoals de aanname'dat
windsnelheid en -richting constant zijn. De werkelijke situatie is
dynamisch en kan &us van de berekeningssituatie afwijken. Hoewel
zoveel mogelijk hiermee rekening is gehouden kan directie Zuiderzeewerken geen verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen v,an het niet
met elkaar overeenstemmen van berekeningen en werkelijkheid.
Lelystad, 2 april 1979.
Ing. B. Balgobind.
.