onderwijsgids 2014 - 2015 Bartiméus Onderwijs verzorgt onderwijs en ambulante onderwijskundige begeleiding voor slechtziende, blinde en meervoudig (visueel) beperkte leerlingen. De mission statement van Bartiméus Onderwijs is: “Laat zien wat jij kan!” Welkom in de Bartiméus onderwijsgids voor het schooljaar 2014-2015. Hierin vindt u alle actuele informatie over ons onderwijs en onze ambulante onderwijskundige begeleiding. Voor het tweede jaar in digitale vorm uitgereikt – natuurlijk kunt u ook altijd een papieren versie opvragen bij onze secretariaten. Het vakantierooster en de schooltijden voor het schooljaar 2014-2015 krijgt u als ouder via school ook op papier uitgereikt. Dit document en alle informatie uit de schoolgids is ook digitaal te raadplegen op onze website: www. bartimeusonderwijs.nl Wij houden u langs deze weg ook graag op de hoogte van de ontwikkelingen in ons onderwijs en de ambulante onderwijskundige begeleiding. In de tekst van de locaties kunt u lezen wat er bereikt is in 2013 en waaraan in 2014 gewerkt wordt. Zo werkten wij afgelopen schooljaar voor het eerst met het Ontwikkelingsperspectief (OPP) voor elke leerling van onze scholen in het kader van opbrengstgericht werken. Uit het ZEK – ons jaarlijkse tevredenheidsonderzoek – blijkt dat de veruit de meeste ouders tevreden tot zeer tevreden zijn over het OPP en het OPP-gesprek. Wij zijn hier erg blij mee, omdat wij constructief communiceren met ouders hoog in het vaandel hebben staan. Ook melden we u graag dat de Onderwijsinspectie, na kwaliteitsonderzoeken in 2013 en 2014, alle onderwijslocaties weer het basisarrangement binnen het Toezichtkader heeft toegekend. De twee centrale ontwikkelingsthema’s blijven het opbrengstgericht werken en het handelingsgericht werken, op basis van ons Schoolplan 2011-2015. Wij krijgen het komend schooljaar ook te maken met nieuwe wet- en regelgeving. De wetgeving Passend Onderwijs wordt per 1 augustus 2014 een feit. Voor de ambulante onderwijskundige begeleiding betekent dat proactief omgaan met de veranderingen die de komst van de regionale samenwerkingsverbanden primair en voorgezet onderwijs met zich meebrengt. Daarnaast ligt er een wetsvoorstel over sociale veiligheid bij de Tweede Kamer dat de afgelopen tijd al regelmatig in het nieuws kwam. Komend schooljaar houden wij daarom ons anti-pestbeleid tegen het licht en buigen wij ons over de implicaties van deze wet, die waarschijnlijk 1 augustus 2015 van kracht wordt. Wij hebben de prachtig nieuwe schoolgebouwen in Doorn en Zeist nu een schooljaar in gebruik. Er wordt nog gewerkt aan de verdere inrichting van het schoolplein in Doorn en de schooltuin in Zeist. Leerlingen kunnen dan ook buiten nog meer uitgedaagd worden in hun ontwikkeling en al handelend ontdekken. Wij blijven u uitnodigen om met ons mee te denken over hoe het nog beter kan binnen ons onderwijs en onze begeleiding. Uw ideeën en vragen hierover zijn altijd welkom. Ook via het ZEK - ons tevredenheidsonderzoek voor de scholen in het najaar - kunt u uw mening met ons delen. Wij vinden partnerschap tussen ouders en school belangrijk en zullen dit ook komend schooljaar bestendigen en waar nodig verder ontwikkelen. Samen met u zetten wij ons in om het maximale in de ontwikkeling van uw dochter of zoon te realiseren, onder het motto ‘Laat zien wat jij kan!’ Drs J. H. Berghuis, algemeen directeur Bartiméus Onderwijs Voorwoord 3 Inhoudsopgave Algemene informatie 5 De ambulante onderwijskundige begeleiding (AOB) 16 Het speciaal onderwijs in Zeist (so) 19 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 29 Het speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs in Doorn: de Bosschool 47 Het speciaal onderwijs (so) in Lochem 55 Resultaten van onderwijs en begeleiding in het schooljaar 2012 - 2013 61 Namen en adressen 65 De index achterin de onderwijsgids is komen te vervallen in verband met de overgang van een papieren naar een digitale schoolgids. Mist u de index? Laat het ons even weten. 4 Inhoudsopgave Algemene informatie Bartiméus Stichting Bartiméus Sonneheerdt is specialist in leven met een visuele beperking op het gebied van wonen, leren, werken en dagelijks leven. Bartiméus Onderwijs is een onderdeel van deze stichting. De Raad van Bestuur vormt het bevoegd gezag van Bartiméus Onderwijs (zie ook ‘Namen en adressen’ achterin deze gids). Bartiméus werkt vanuit een christelijke mensvisie en staat open voor alle cliënten ongeacht hun levensbeschouwing. Wij geven ruimte en waar nodig steun om die levensbeschouwing te praktiseren. Bij toelating tot het onderwijs gaan wij ervan uit, dat u de grondslag van Bartiméus respecteert. Wanneer leven, leren, werken met een visuele beperking tot vragen leidt, is Bartiméus beschikbaar voor een persoonlijk en professioneel antwoord. En als dat nodig is zijn wij grensverleggend in het zoeken naar antwoorden op vragen van cliënten. Zo heeft Bartiméus haar opdracht geformuleerd. Onderwijs en hulpverlening, advies en informatie op maat is het uitgangspunt. Tot de taken behoren ook wetenschappelijk onderzoek, deskundigheidsbevordering en verdere ontwikkeling van hulpverlening en onderwijs. De taken van Bartiméus Onderwijs Het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking zijn geregeld in de Wet op de Expertisecentra. Als expertisecentrum heeft Bartiméus Onderwijs drie hoofdtaken, namelijk het bieden van: 1.Speciaal of voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen van 4 tot 20 jaar met een (meervoudige) visuele beperking; dit onderwijs sluit zoveel mogelijk aan bij het regulier basis- en voortgezet onderwijs. 2.Ambulante onderwijskundige begeleiding van de leerling met een visuele (meervoudige) beperking en ondersteuning van de school waarop deze leerling is toegelaten. 3.Onderwijsondersteunende activiteiten. Denkt u daarbij aan het volgende: • oogheelkundig, didactisch en psychologisch onderzoek • advisering van de ouders • het maken van ontwikkelingsperspectieven • het vastleggen van wederzijdse verplichtingen in begeleidingscontracten • het opzetten en verzorgen van cursussen • onderzoek en ontwikkeling • training op het gebied van oriëntatie en mobiliteit • advisering over en demonstratie van geavanceerde apparatuur Over al deze activiteiten informeren wij u in deze gids. Visie en opdracht Bartiméus Onderwijs laat zich bij het uitvoeren van haar taken leiden door een christelijke levensvisie. In ons onderwijs wordt uitdrukkelijk aandacht gegeven aan levensbeschouwing, zingeving en ethiek. Vanzelfsprekend past daarbij ook respect voor andere culturen, geloofsrichtingen of geloofsopvattingen. Wij voeren in de eerste plaats onze taken uit vanuit respect voor het unieke van ieder kind of iedere jongere met een visuele beperking. Wij streven ernaar onderwijs en begeleiding in overleg met u als ouders af te stemmen op de mogelijkheden en onderwijs- of ondersteuningsbehoeften van de leerling. Binnen het kader van de doelen die we voor ons onderwijs en begeleiding nastreven, realiseren wij een aanbod op maat dat zich kenmerkt door kwaliteit en deskundigheid. Algemene informatie 5 Als basis voor de ontwikkeling van uw zoon of dochter bieden wij veiligheid, structuur en uitdaging binnen een goed pedagogisch klimaat. Wij willen dat uw zoon of dochter zich door ons onderwijs en onze begeleiding zo volledig mogelijk ontplooit en een zo zelfstandig en gelijkwaardig mogelijke plaats in de samenleving kan gaan innemen. Schoolplan en jaarplan Scholen in Nederland stellen elke vier jaar een Schoolplan op, waarin de ambities voor de langere termijn geformuleerd worden. Op dit moment zijn we bijna aan het eind van de schoolplanperiode, die loopt van 2011 tot en met augustus 2015. Vanuit de ontwikkellijnen uit het Schoolplan formuleren we jaarplannen; voor heel Bartiméus Onderwijs en voor de locaties. Deze jaarplannen stellen wij op in samenwerking met de andere sectoren van Bartiméus. De ontwikkellijnen van het Schoolplan 2011-2015 zijn: 1. De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal (Handelingsgericht Werken) 2. De leerkracht doet ertoe en heeft een ondersteuningsbehoefte (Handelingsgericht werken) 3. Opbrengstgericht werken – dit zijn onze opbrengsten en zo halen we eruit wat erin zit 4. Versterking door verbreding (o.a. invoering Passend Onderwijs) 5. Bartiméus Onderwijs is een expertiseorganisatie 6. Professionele cultuur: evenwicht tussen passie en professionaliteit 7. Partnerschap en inspraak We merken in de praktijk van onderwijsontwikkeling dat hoofdlijn 2 en 6 steeds meer samengevoegd worden tot één lijn. Het volledige schoolplan en het jaarplan kunt u opvragen bij de secretariaten van de onderwijslocaties en de AOB. Die vindt u elders in deze gids. Hieronder vindt u een terugblik op 2013 en een overzicht van 2014 vanuit de uitgezette ontwikkellijnen. Verderop in deze gids vindt u ook voor elke locatie een terugblik en een vooruitblik. Terugblik op 2013 In 2013 is de Kwaliteitswet (v)so aangenomen en is een volgende stap gezet in de realisatie van Passend Onderwijs en de wettelijke grondslag daarvoor. Ook het Toezichtkader so en vso van de Onderwijsinspectie legt, geheel in lijn met de maatschappelijke tendens, steeds meer de focus op het afleggen van verantwoording over investeringen en opbrengsten. De contouren van Passend Onderwijs begonnen zich steeds duidelijker af te tekenen. Meer dan ooit is het nodig om de toegevoegde waarde van cluster 1, van Bartiméus Onderwijs helder voor het voetlicht te brengen. Niet alleen de ontwikkeling en het behoud van de specifieke kennis en expertise van Bartiméus Onderwijs, maar ook de profilering daarvan in een veranderende context vraagt onze aandacht. Deze focus sluit aan bij de ontwikkeling van Bartiméus als expertiseorganisatie. Bartiméus Onderwijs ging in 2013 verder met de sectorbrede implementatie van Handelingsgericht werken (HGW) en opbrengstgericht werken (OGW), twee grote thema’s binnen schoolontwikkeling in heel het onderwijs. De locaties hebben, binnen bepaalde kaders, de ruimte om hun eigen keuzes te maken. In 2013 is het Ontwikkelingsperspectief (OPP) ingevoerd. Het is een sturingsinstrument voor het plannen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen. De leerkracht wordt ondersteund door een zorgstructuur (op instellingsniveau), die handelingsgericht is vormgegeven en vastgelegd. De invoering van het OGW is tevens een ontwikkelingsproces waarin standaarden voor cluster 1 ontstaan (koppeling van leerroutes aan cluster 1 leerlijnen). In dit kader wordt de PDCA-cyclus, het OGW en het HGW doelgericht ingezet om de opbrengsten van ons onderwijs te analyseren en te beoordelen: voor individuele leerlingen, maar ook op groeps- en schoolniveau. In 2013 werd er verder geïnvesteerd in een systematische realisatie van de kwaliteitscyclus. Op onderwijslocatieniveau gaat de Commissie voor Leerlingenzorg (CvL) verder met de analyse en 6 Algemene informatie beoordeling van de onderwijsopbrengsten op individueel, groeps- en schoolniveau, gerelateerd aan de clusterstandaarden. De rol van de CvL zal zich op dit vlak verder door ontwikkelen. De afstemming tussen de Commissie van Onderzoek (CvO) en de CvL zal in 2014 expliciet gemaakt worden. De Onderwijsinspectie heeft, na een kwaliteitsonderzoek in 2013, de so-locaties Zeist en Lochem weer het basisarrangement binnen het Toezichtkader toegekend. Ook de so-locatie in Doorn kreeg een themabezoek van de Onderwijsinspectie in 2013. Voorjaar 2014 bezocht de Onderwijsinspectie ook het vso, wat eveneens een basisarrangement opleverde. Ook in 2013 is er een ZEK (ZelfEvaluatieKader (v)so) afgenomen, een instrument voor zelfevaluatie en tevredenheidsonderzoek op onze onderwijslocaties. Eenenveertig procent van alle ouders/verzorgers van de leerlingen in Doorn, Lochem en Zeist heeft de vragenlijst ingevuld. Dat is vergelijkbaar met de jaren daarvoor. Ouders/verzorgers konden dit jaar hun mening geven over de inrichting van de school, de lestijden, het lesgeven en het OPP. Ook hun tevredenheid over de onderwijsresultaten werd gemeten. Alle ouders samen beoordeelden de standaarden met gemiddeld een 3,4 op een vierpuntsschaal – een resultaat dat overeenkomt met het rapportcijfer 8,5. De bovenbouwleerlingen van onze so-locaties en de vso-leerlingen konden dit jaar hun mening geven over de jaarlijks terugkerende standaarden. Leerlingen beoordeelden de standaarden met gemiddeld een 3 – een resultaat dat overeenkomt met het rapportcijfer 7,5. Ze zijn over het algemeen genomen tevreden over de bevraagde standaarden. De resultaten van ouders en leerlingen zijn per locatie naast elkaar gelegd. De analyse hiervan leverde een voorstel van mogelijke ontwikkelpunten op. De locatieleider en het team bepaalden op grond hiervan de verbeteragenda voor 2014, die een plek kreeg binnen het locatiejaarplan. Ouders en leerlingen zijn over de resultaten en de verbeterpunten geïnformeerd. Veel van de hierboven genoemde beleidsontwikkelingen betreffen complexe processen die meerjarig onze aandacht vragen. Bartiméus Onderwijs ontwikkelt zich zo langs doorgaande lijnen met een zekere mate van stabiliteit. In het nieuwe regeerakkoord komen voor het onderwijs geen integrale bezuinigingen naar voren. Overzicht 2014 De twee grote onderwijsinhoudelijke speerpunten betreffen de verdere implementatie van handelingsgericht werken (HGW) en opbrengstgericht werken (OGW). De focus zal hierbij liggen op de gevolgen daarvan voor contacten met leerlingen en ouders, de leerlingenzorg, handelingsplanning en het bepalen en waarderen van de resultaten die we bereiken. Wat HGW betreft komen we tot het borgen van de in de afgelopen jaren gedane investeringen in constructieve communicatie met ouders, met name op borging van de leerkrachtvaardigheden uit de training constructieve communicatie. Alle locaties kiezen een eigen manier waarop ze dit gaan borgen. Het communicatief competent zijn van al onze medewerkers is van groot belang voor het realiseren van goed onderwijs. Goed onderwijs dat hoge, realistische verwachtingen over ontwikkeling van leerlingen werkelijk laat worden. Hiervoor is nauwe afstemming en wisselwerking met thuis onmisbaar, binnen heldere beleidskaders met blijvende aandacht voor maatwerk. Ook ouders geven met regelmaat aan dat ze hier met ons vorm aan willen geven. De AOB gaat zich verder profileren binnen de verdere uitrol van Passend Onderwijs. De werkprocessen van het speciaal en regulier onderwijsveld veranderen sterk, met de herinrichting Algemene informatie 7 van de samenwerkingsverbanden en de landelijke uitrol van cluster 1 en 2. Bartiméus Onderwijs moet haar positie met het nodige ondernemerschap neerzetten. De AOB van Bartiméus zal herkenbaar moeten blijven door alle veranderingen heen en haar toegevoegde waarde onderstrepen. In 2013 heeft een herijking plaatsgevonden van ons onderwijs- en ons begeleidingsconcept. Alle onderwijslocaties en de AOB zullen, vanuit de opgebouwde specialistische expertise, in 2014 de invulling van de bouwstenen van het onderwijsconcept ter hand nemen. In het schooljaar 2013-2014 zijn de drie nieuwe onderwijslocaties ingericht en in gebruik genomen. In 2014 zal de focus liggen op het optimaal gebruik van de mogelijkheden van de gebouwen. Toelating tot het onderwijs en de ambulante onderwijskundige begeleiding De toelating tot ons speciaal onderwijs en de ambulante onderwijskundige begeleiding is wettelijk geregeld en is in handen van de Commissie van Onderzoek. Kinderen met een visuele beperking die hen belemmert in het onderwijsleerproces, komen in aanmerking voor onderwijs of begeleiding door Bartiméus Onderwijs. De Commissie van Onderzoek houdt zich aan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie, die aangeven wanneer een kind blind of slechtziend is. Meer informatie over de toelating en de toelatingscriteria vindt u hier: http://www.bartimeusonderwijs.nl/documenten/AOB/brochure_cluster_i_passendonderwijs.pdf Een maatschappelijk werker, die deel uitmaakt van de Commissie van Onderzoek, heeft bij aanmelding eerst een gesprek met u als ouders. Daarna wordt u met uw kind uitgenodigd voor een aantal onderzoeken, zoals een oogheelkundig onderzoek, een algemeen medisch onderzoek, een psychologisch onderzoek en/of een observatie in de school. De Commissie van Onderzoek bespreekt de onderzoeksresultaten, bepaalt of er een indicatie is voor onderwijs of begeleiding en formuleert een advies. Zij doet dit in samenwerking met de sectoren Wonen en Dienstverlening van Bartiméus. Het voordeel van die samenwerking is, dat onderwijs, wonen en dienstverlening goed op elkaar worden afgestemd. Bij het formuleren van een advies gaan wij zoveel mogelijk uit van de gedachte: gewoon onderwijs waar dat kan, speciaal waar het nodig is. 75% van de leerlingen volgt onderwijs dicht bij huis met ambulante onderwijskundige begeleiding. Wij bespreken het advies met u en bekijken de mogelijkheden. U, als ouder, neemt de uiteindelijke beslissing. Soms blijkt gaande weg dat wij als Bartiméus Onderwijs toch niet de goede plek zijn om aan de hulpvraag van uw kind tegemoet te komen. In dat geval gaan wij met u in overleg, of u met ons, om samen naar de juiste plaats te zoeken. Oogheelkunde Bartiméus beschikt over een eigen afdeling Oogheelkunde. Bij aanmelding wordt uw kind door de oogarts van Bartiméus onderzocht. Wanneer er vraag is vanuit school, thuis of ten behoeve van een herindicatie kan er opnieuw een onderzoek plaatsvinden. Ouders of begeleiders van AOBleerlingen kunnen ook een onderzoek aanvragen. De afdeling Oogheelkunde geeft geen therapie en behandelt geen oogaandoeningen. Dat is de taak van een oogarts die verbonden is aan een ziekenhuis. Arts Een algemeen medisch onderzoek is een onderdeel van de toelatingsonderzoeken. Bartiméus heeft artsen in dienst die consulent artsen kunnen zijn voor Bartiméus Onderwijs. Dit onderzoek wordt gedaan in de vorm van een vragenlijst die u bij aanmelding toegestuurd krijgt. Op grond van de ontvangen gegevens wordt beoordeeld of er medische gezien aandachtspunten zijn bij plaatsing van uw kind op een van de scholen. Eventuele veranderingen in de gezondheidstoestand van uw kind kunt u het beste tijdig doorgeven aan de leerkracht of aan de 8 Algemene informatie locatieleider van de school van uw kind. Wij wijzen u hier op de mogelijkheid om de AVG arts van Bartiméus te consulteren via een verwijzing door uw huisarts. GGD-arts Net als in het regulier onderwijs worden ook onze leerlingen gezien door de jeugdarts van de GGD. Het is de taak van de GGD-arts om zich op de hoogte te stellen van de gezondheid van schoolgaande kinderen. De GGD verzorgt de oproep voor het onderzoek dat op school plaats vindt en stuurt de uitnodiging naar uw huisadres. Het is de bedoeling dat u zelf meegaat en bij het onderzoek aanwezig bent. Zonder uw aanwezigheid of toestemming vindt het onderzoek niet plaats. Therapieën Voor leerlingen bestaat de mogelijkheid om onder schooltijd logopedie, fysiotherapie en ergotherapie te krijgen op indicatie van uw huisarts. De logopedist doet bij elke nieuwe leerling een onderzoek naar stoornissen op het gebied van taal, spraak, stem en gehoor. Als vast onderdeel van dit onderzoek maken wij een audiogram, omdat het belang van goed horen juist voor een kind met beperkte visuele mogelijkheden heel groot is. Als het nodig is, volgt een behandeling of verwijzing. Natuurlijk gebeurt zoiets altijd in overleg met u. Medicijnen en medische handelingen Wanneer uw kind medicijnen gebruikt of medische zorg nodig heeft onder schooltijd, willen we daar ook op school zorgvuldig mee omgaan. Op school zijn medische protocollen in gebruik om daar met u goede afspraken over te maken. Informatie hierover kunt u vragen bij de leerkracht of de locatieleider. Bescherming van de persoonsgegevens Voor het onderwijs belangrijke informatie over de leerlingen ligt opgeslagen in dossiers. Daarin staan onder andere onderzoeksgegevens van oogartsen, consulent artsen en pedagogen, ontwikkelingsperspectieven en onderwijsprofielen, stageverslagen, voortgangsgegevens en rapporten. Wij beschouwen het als onze plicht om, binnen de kaders van het Privacyreglement, zorgvuldig met deze gegevens om te gaan. Alle dossiers bevinden zich op het secretariaat in kasten die buiten schooltijden zijn afgesloten. De directeur, locatieleiders en pedagogen, ambulant begeleiders en leerkrachten van uw kind mogen de dossiers raadplegen. Kopieën mogen niet worden gemaakt. Informatie uit dossiers mag alleen aan externe personen worden verstrekt na schriftelijke toestemming van ouders en/of leerlingen. Stagiairs hebben zonder toestemming van de locatieleider geen toegang tot de opgeslagen gegevens. Als ouders en verzorgers hebt u het recht om het dossier van uw kind in te zien. Als u dat wilt, kunt u een afspraak maken met de locatieleider van de school. Foto’s en video’s van de leerlingen Bij Bartiméus Onderwijs maken wij vaak foto’s en filmopnames voor allerlei doeleinden zoals cursussen, de website, de onderwijsgids, de nieuwsbrief of de schoolkrant. Tot nu toe vroegen wij altijd voor elke publicatie de toestemming van de ouders. Het gebruik van dit soort materiaal is echter zo toegenomen, dat het ondoenlijk is geworden dit op deze manier te blijven doen. Daarom vragen wij al bij toelating tot ons onderwijs of de ambulante begeleiding of u toestemming geeft om eventueel van uw kind gemaakt foto- en videomateriaal te gebruiken. Natuurlijk kunt u weigeren. Ook kunt u een eens gegeven toestemming altijd herroepen. Schoolverzuim Zoals u ongetwijfeld al weet, is uw kind verplicht de lessen bij te wonen. Zijn er andere redenen dan ziekte om niet op school aanwezig te zijn, dan moet u daarvoor schriftelijk toestemming vragen aan de locatieleider. Wij willen hier met nadruk vermelden dat wij buiten de vastgestelde vakanties om geen vrij mogen geven voor extra vakantiedagen! Algemene informatie 9 Wat het schoolverzuim betreft, moeten wij ons houden aan de Leerplichtwet. Dat betekent dat wij ongeoorloofd schoolverzuim moeten doorgeven aan de leerplichtambtenaar van uw gemeente. Schorsing en verwijdering Wanneer er sprake is van ernstig ongewenst gedrag, waarbij letsel (psychisch of lichamelijk) aan anderen is toegebracht, kan een leerling van school worden gestuurd. Meestal betreft dit een tijdelijke schorsing van ten hoogste één week, maar het kan ook leiden tot een verwijdering van de school. Het besluit tot schorsing wordt genomen door de algemeen directeur, die hiervoor gemandateerd is door de voorzitter van de Raad van Bestuur (het bevoegd gezag). De school brengt de ouders dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, de leerling schriftelijk op de hoogte van de schorsing. In de brief staat waarom de leerling is geschorst en voor hoe lang. De betrokken ouders/verzorgers worden door de locatieleider uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te wor¬den verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. Ouders/verzorgers dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, de leerling kunnen bezwaar maken tegen de schorsing bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. De volledige procedure voor schorsing en verwijdering vindt u op onze website. Deze is ook op te vragen bij het secretariaat. Kinderbijslag en andere financiële regelingen Voordat uw kind 18 jaar is, kunt u onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op kinderbijslag. Deze kan eventueel aangevuld worden vanuit de TOG-regeling (= tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen). De Sociale Verzekeringsbank (SVB) in uw eigen regio kan u informatie verschaffen over de kinderbijslag. Voor informatie over de TOG-regeling kunt u alleen terecht bij de SVB in Roermond (tel. 0475-368040) en/of via de site van de SVB, www.svb.nl vervolgens doorlinken naar TOG. Een jongere met een (visuele) beperking van 18 jaar of ouder kan in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering. Is de jongere nog schoolgaand en volgt hij of zij onderwijs aan de Bartiméus Onderwijs Instelling, dan is het mogelijk bij DUO de basistoelage Tegemoetkoming scholieren 18+ aan te vragen. Hierbij moet duidelijk worden aangegeven dat het gaat om een vso-opleiding. Ook de richting dient vermeld te worden, bijv. vso-zml, vso-P, vso-T. Je kunt Wajong pas vanaf je 18e verjaardag Wajong krijgen. Heeft de jongere voor zijn of haar 17e verjaardag een ziekte of handicap? En weet je nu al dat je vanaf je 18e verjaardag Wajong nodig hebt? Dan kun je de aanvraag ongeveer 6 maanden vóór de 18e verjaardag indienen bij het UWV. Voor de basistoelage Tegemoetkoming scholieren 18+ geldt dat deze uiterlijk vóór het einde van het schooljaar (31 juli) ingediend dient te zijn. Deze regelingen kunt u beide naast elkaar aanvragen. Meer informatie en brochures vindt u op www.uwv.nl of www.rijksoverheid.nl . Ouderbijdrage De ouderbijdrage is vastgesteld op € 25,-. Deze vrijwillige bijdrage is bestemd voor financiering van kosten voor aanvullende onderwijsactiviteiten. De geleding ouders van de medezeggenschapsraad geeft haar goedkeuring aan de besteding van de ouderbijdrage. U ontvangt aan het begin van het schooljaar een brief over dit onderwerp. Daarbij is ook een acceptgiro gevoegd, waarmee u de bijdrage kunt overmaken. Sponsoring Bartiméus Onderwijs wordt niet door het bedrijfsleven gesponsord. De Vereniging Bartiméus 10 Algemene informatie financiert tijdelijke projecten, waarmee wij de kwaliteit van het onderwijs nog verder kunnen verhogen. Daarnaast ondersteunen enkele stichtingen onze activiteiten. Klachtenregeling Bartiméus hecht aan een prettige sfeer en veilig schoolklimaat. Maar hoe goed iedereen ook zijn best doet, er kan altijd wel iets gebeuren wat u minder prettig vindt of waarover u meer wilt weten. Neemt u in zo’n geval snel contact op met de leerkracht/mentor of locatieleider van uw kind. Openheid werkt verhelderend. Klachten kunnen gaan over gedrag, beslissingen of nalatigheid van de leiding en het personeel van Bartiméus Onderwijs. U kunt denken aan klachten over de begeleiding of beoordeling van leerlingen, het toepassen van straf, discriminatie, seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Bij alledaagse problemen is de groepsleerkracht de eerste aanspreekbare en verantwoordelijke. In de meeste gevallen kunt u samen met de leerkracht tot een oplossing komen. Het spreekt voor zich, dat u ook altijd contact kunt opnemen met de locatieleider of de directie om over het probleem te praten. Op elke locatie is ten minste één contactpersoon aangesteld, aan wie u kunt vragen hoe te handelen in het geval van een klacht. De contactpersonen staan achter in de gids vermeld. De contactpersoon brengt u indien gewenst in contact met een vertrouwenspersoon, die u verder begeleidt bij het indienen van een klacht. Als u dat wilt, kunt u ook rechtstreeks met de vertrouwenspersoon contact opnemen. Alle sectoren van Bartiméus hebben een gezamenlijke klachtenregeling en klachtencommissie. De klachtencommissie vormt zich een beeld van de klacht door toepassing van hoor- en wederhoor. Daarna rapporteert de commissie haar bevindingen aan de directie en het bevoegd gezag. Dit laatste neemt op basis van het advies van de commissie een besluit om herhaling te voorkomen. De commissie bestaat uit tien personen. Het postadres van de commissie vindt u achter in deze gids, evenals dat van de vertrouwenspersoon de heer Baakman. Wilt u graag de namen van de klachtencommissie ontvangen, dan kunt u de volledige lijst opvragen bij de commissie. Met klachten wordt vertrouwelijk omgegaan. Wel wordt de secretaris van de klachtencommissie van Bartiméus op de hoogte gesteld van de klachten die in de verschillende sectoren van Bartiméus binnenkomen. Bartiméus Onderwijs is ook aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. Hier kunt u ook zelf rechtstreeks een klacht indienen. Ook het adres van de landelijke klachtencommissie vindt u achter in de gids. De tekst van de klachtenregeling kunt u opvragen bij de hoofdvestiging in Zeist. Wij willen u ook attent maken op de mogelijkheid om bij seksuele intimidatie en geweld een melding te maken bij een vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Melden van (bijna-)incidenten Het registreren en melden van incidenten en bijna-incidenten geeft ons als onderwijs belangrijke informatie die kan bijdragen aan kwaliteitsverbetering en het voorkomen van ongevallen. Wij hebben dit in het onderwijs geregeld onder de naam MIBO (Meldingen Incidenten Bartiméus Onderwijs). De regeling is bedoeld voor medewerkers, leerlingen en bezoekers van de gebouwen van Bartiméus Onderwijs. Zij dienen fouten, ongevallen of bijna-ongevallen en risicovolle situaties te melden door gebruik te maken van een speciaal formulier. Na melding worden maatregelen genomen om de gebeurtenis voortaan te voorkomen. (Taxi)vervoer U bent als ouders zelf verantwoordelijk voor het vervoer van uw zoon of dochter van huis naar school en terug. Wij raden u aan taxivervoer op tijd te regelen. In het algemeen is het zo, dat in principe elk kind dat toegelaten is bij Bartiméus Onderwijs, in aanmerking komt voor taxivervoer. Algemene informatie 11 De Commissie van Onderzoek van Bartiméus Onderwijs geeft op verzoek van de gemeente een advies over de noodzaak van aangepast vervoer. Voor informatie over vergoedingen van het taxivervoer kunt u contact opnemen met de maatschappelijk werkende van Bartiméus of met het gemeentehuis in uw eigen woonplaats. Voor ondersteuning van de aanvraag door de Commissie van Onderzoek kunt u zich wenden tot de directeur van Bartiméus Onderwijs. In geval van ziekte of wijzigingen in vervoerstijden is het noodzakelijk, dat u zelf het taxibedrijf op de hoogte brengt. Wij sturen het vakantierooster aan de gemeente en/of het taxibedrijf toe. Medewerkers van school zorgen ervoor, dat uw kind veilig de route van en naar de taxistandplaats kan overbruggen. Persoonsgebonden budget (PGB) Het persoonsgebonden budget wordt steeds vaker ingezet om binnen het onderwijs de zorg te kunnen realiseren. Door het inzetten van een PGB kan uw kind ook in aanmerking komen voor extra zorg of ondersteunende begeleiding uit AWBZ-gelden. U kunt hiervoor contact opnemen met de locatieleider van school. U kunt met uw vragen ook bij de maatschappelijk werkende van Bartiméus terecht. Medezeggenschapsraad Zoals bedrijven in Nederland een ondernemingsraad (OR) hebben, zo kennen scholen een medezeggenschapsraad (MR). Een OR van een bedrijf regelt de verhouding tussen de werkgever en de werknemer. In het onderwijs hebben wij nog te maken met een derde groep: de ouders en leerlingen. Juist om hen te laten delen in medezeggenschap is een geheel eigen aanpak nodig. Daarom bepaalt de Wet op de Medezeggenschap voor Scholen (WMS), dat er in de MR evenveel ouders als personeelsleden zitten. Als missie ziet de MR dat ze staat voor belangenbehartiging van leerlingen, ouders en personeel en voor kwaliteitsbewaking en verbetering van het onderwijs d.m.v. een open en gelijkwaardig overleg. Dit wil de MR bereiken door te werken volgens een werkplan, waarbij hij bij de relevante onderwerpen bijtijds en volledig ingeschakeld wordt door het bevoegd gezag. De MR van Bartiméus Onderwijs bestaat uit zes leden (drie ouders en drie personeelsleden). Bovendien werkt de MR van Bartiméus Onderwijs met een of meer ondersteunende leden. Deze leden hebben geen wettelijke positie binnen de raad en geen stemrecht; wel wonen zij de vergaderingen bij en adviseren en ondersteunen de raad. De MR vergadert in de regel tien avonden per jaar, waarbij vijf maal per jaar de directie van de school aanwezig is. Ouders en personeelsleden die belangstelling hebben (ondersteunend) lid te worden, kunnen contact opnemen met een van de leden van de MR. Namen en adressen vindt u achter in deze gids. De MR is bevoegd alle aangelegenheden die de school betreffen, te bespreken. De raad is bevoegd aan het bestuur van Bartiméus voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Op deze voorstellen en standpunten van de MR moet het bevoegd gezag met argumenten reageren. Schoolbesturen mogen en moeten van de overheid tegenwoordig steeds meer zelf beslissingen nemen. Zij krijgen bijvoorbeeld meer ruimte om eigen personeelsbeleid te voeren. Elk belangrijk besluit dat het bestuur wil nemen, moet worden voorgelegd aan de MR. De medezeggenschapsraad praat over deze voorgenomen besluiten en heeft hierbij twee soorten rechten: adviesrecht en instemmingsrecht. Deze rechten zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsreglement. Zonder instemming van de MR kan het bestuur geen definitieve besluiten nemen. Bij een negatief advies zal in de regel verder onderhandeld worden met het bestuur. Bij conflicten kan een geschillencommissie ingeschakeld worden. Tevens kan de MR ongevraagd advies geven aan het bestuur. 12 Algemene informatie Eén keer per jaar brengt de MR schriftelijk verslag uit van alles wat gedaan is. Dit verslag wordt opgenomen in het jaarverslag van Bartiméus. De raad kan eventueel ook tussentijds zijn achterban informeren en raadplegen. Zo blijven alle leerlingen, ouders en personeelsleden op de hoogte van de zaken die binnen Bartiméus Onderwijs spelen. Cursussen De Bartiméus Academie biedt jaarlijks een ruim en gevarieerd cursusaanbod. Dit wordt ontwikkeld door de verschillende onderdelen binnen de organisatie. Er worden informatiedagen, ouderdagen, contactdagen, themadagen, sport- en speldagen, weekends voor jongeren en studiedagen georganiseerd. Bartiméus Onderwijs verzorgt cursussen voor leerkrachten en andere professionals op scholen, die een visueel beperkte leerling in de groep hebben en levert tevens een bijdrage aan cursussen voor leerlingen in alle vormen van onderwijs en hun ouders. Deze cursussen zijn een onderdeel van de begeleidingsactiviteiten van de AOB’ers en hebben als doel: het oefenen van specifieke vaardigheden, het zich bewust worden van specifieke kennis en het onderling uitwisselen van ervaringen. De cursussen/trainingen worden tot 1 januari 2015 door de AWBZ gefinancierd. Vanaf 1 januari 2015 zullen deze door de zorgverzekeraar gefinancierd worden. De trainingen en cursussen moeten in het zorgplan van de cliënt (leerling) opgenomen zijn. De cursussen kunnen plaatsvinden in Zeist, Lochem of Deventer. Informatie over de cursusprogramma’s kunt u vinden op de website van Bartiméus: www.bartimeus.nl/cursussen . Uw ambulante begeleider en/of AOB’er kan u verder informeren over het cursusaanbod. Innovatie en ontwikkeling Veranderende wensen en behoeften van onze leerlingen en hun ouders, nieuwe technologieën, nieuwe onderwijsmethoden, nieuwe kwaliteitseisen van de overheid, de wens om onze expertise vast te leggen en te borgen: dit en meer vraagt om voortdurende ontwikkeling en vernieuwing. Wij besteden daar veel aandacht aan binnen ons Schoolplan en de daarvan afgeleide jaarplannen. Daarnaast zijn er ook nog vernieuwende projecten die bijvoorbeeld door de Vereniging Bartiméus Sonneheerdt of het Ministerie van Onderwijs worden gefinancierd. Medewerkers kunnen geheel of gedeeltelijk voor een bepaalde tijd worden vrijgesteld van hun normale werkzaamheden om aan een project te werken. Projecten kunnen tot doel hebben nieuwe werkwijzen of producten te ontwikkelen en in te voeren, die de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs vergroten. Of om te bekijken hoe nieuwe technologieën en hulpmiddelen kunnen worden ingezet. Ook zijn er projecten die tot doel hebben kennis en ervaring vast te leggen. Voorbeelden van projecten worden hieronder in de tekst over ICT genoemd. ICT (informatie- en communicatietechnologie) In het onderwijs op Bartiméus wordt veel gebruik gemaakt van ICT. Leerlingen leren over ICT om met een computer en bijkomende hulpmiddelen om te kunnen gaan. Ook leren zij door middel van ICT, dat wil zeggen dat veel lesmateriaal op het netwerk van de school staat om te gebruiken bij een veelheid aan vakken en onderwerpen. Het doel is om desktop-, laptop-, tablet computers, smartphones en de computerhulpmiddelen te leren gebruik voor het leren nu, het leren in het vervolg onderwijs en ook in werk- en privé situatie. Hoe wordt dit ingezet bij Bartiméus? In de klaslokalen staan desktop computers voor de slechtziende leerlingen. Zij hebben de beschikking over een groot beeldscherm en software voor vergroting en spraak. De leerlingen Algemene informatie 13 die met braille werken gebruiken een laptop met brailleleesregel en spraak. Zij nemen de laptop mee naar de klaslokalen waarin zij les hebben. Door middel van een draadloos netwerk kunnen zij op alle plekken in de school werken met de lesboeken en andere faciliteiten die zich op het netwerk van de school bevinden. Opdrachten die de leerlingen maken kunnen via e-mail naar de docent worden gestuurd. Er is ook een draadloos netwerk beschikbaar voor zelf meegebrachte apparatuur van de leerlingen en medewerkers. Zo kunnen ook de tablet computers en smartphones door een ieder worden ingezet. Initiatieven en projecten Bartiméus Onderwijs is graag innovatief en altijd op zoek naar mogelijkheden voor de leerlingen. Interessante producten die vanuit Bartiméus onderwijs mede ontwikkeld zijn, zijn: • De Braillestudio (www.eduvip.nl/braillestudio) De BrailleStudio is een educatief computerprogramma voor het leren van braille. • De VIPagenda (www.eduvip.nl/vipagenda) De VIPAgenda is een toegankelijke agenda app voor de iPhone. • MoLLVIS (www.eduvip.nl/mollvis) MoLLVIS is een Europees project voor de ontwikkeling van een taalcursus Duits, te gebruiken op mobiele apparaten door visueel beperkte studenten. Links Behalve op het netwerk van Bartiméus is ook veel informatie over het (ICT)onderwijs aan visueel beperkten te vinden op www.eduvip.nl Deze website is voor leerlingen, leerkrachten en ouders en zowel voor het speciaal onderwijs als het regulier onderwijs. Bij de informatie over de verschillende locaties van Bartiméus Onderwijs leest u meer over de inzet va ICT. Kennisbeleid In de afgelopen jaren is Bartiméus uitgegroeid tot een expertiseorganisatie. Een organisatie die bekend staat als een specialistisch centrum, een expertisecentrum, voor de visuele beperking en die hoge kwaliteit levert omdat wij bestaande en nieuwe kennis centraal stellen. Om dit te bereiken is geïnvesteerd in het toerusten van medewerkers zodat zij in staat zijn hun werk goed en efficiënt uit te voeren. Hiervoor wordt onder andere passende scholing geboden en wordt kennisuitwisseling met collega’s gestimuleerd. Binnen de Bartiméus Academie wordt nieuwe scholing ontwikkeld, bijvoorbeeld op het gebied van autisme, hechting en cerebrale visusstoornissen. Daarnaast is er sprake van structurele interne kennisontwikkeling ten behoeve van het onderwijs, dienstverlening en wonen. Hierbij spelen de kennisgroepen een belangrijke rol. Dit zijn selectieve groepen medewerkers die werkzaam zijn met kennis op een specifiek gebied, bijvoorbeeld oriëntatie & mobiliteit, blinde kinderen, seksualiteit, visuele beperking en autisme. Zij komen structureel bij elkaar en zorgen ervoor dat kennis Bartiméus-breed ontwikkeld, vastgelegd en toegepast kan worden. Een kennisgroep heeft primair als taak kennis te verspreiden, door te ontwikkeling en het ontwikkelen van methodieken. Binnen Bartiméus Onderwijs richten we ons momenteel op de implementatie van kennisproducten ten aanzien van visus, gedrag, ICT en voorbereiding op de arbeidsmarkt. Zo wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan de inzet van de door de kennisgroep Autisme ontwikkelde producten: 1. De Com-voor, een diagnostisch instrument om niveau van communicatie vast te stellen bij leerlingen. Gebruik door logopedisten. 2. Methodiek spelontwikkeling, gericht op jonge kinderen (laag spelontwikkelingsniveau) om spel te stimuleren en bevorderen. 3. Psycho-educatie om medewerkers te laten nadenken en reflecteren op hun eigen handelen. 4. Door het ontbreken van de juiste diagnose wordt niet de optimale begeleidingsmethode toegepast. Er is een visie en (diagnostische) werkwijze ontwikkeld in de vorm van een protocol voor diagnostiek voor cliënten met VIB en ASS op alle niveaus. 14 Algemene informatie Een ander voorbeeld betreft implementatie van kennis over de wijze waarop de I-pad ingezet kan worden in de begeleiding van slechtziende kinderen of in het onderwijs aan leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd van 0 tot en met 6 jaar. Vanuit het expertisecentrum CVI is ten slotte een interne cursus ontwikkeld voor professionals die werken met kinderen met CVI. Aan de hand van casuïstiek wordt diagnostiek besproken en welke aanpassingen wenselijk zijn. Ook willen we Bartiméus naar buiten toe profileren als expertiseorganisatie. Hierbij richten we ons op het onderbouwen van werkwijzen. Er vindt in samenwerking met universiteiten wetenschappelijk onderzoek plaats, bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van de fijne motoriek van slechtziende kinderen en de invloed op het leren schrijven, maar ook naar crowding wat bij kinderen met een cerebrale visusstoornis vaak voorkomt. Ook eerdere projecten hebben een vervolg gekregen, zodat mensen blijvend kunnen ervaren hoe het is om niets te kunnen zien tijdens een ‘diner in het donker’ of in de ‘donkere belevingsruimte’. Om het kennisbeleid te helpen vormgeven zijn de kenniscoördinatoren een vast onderdeel van de organisatie geworden. Ze zijn verantwoordelijk voor het stimuleren van medewerkers en managers, faciliteren en adviseren bij het delen en inzetten van kennis. Opbrengstgericht werken Bij opbrengstgericht werken gaat het over het systematisch evalueren van de leerlingprestaties, het onderwijsproces, en de effecten van de leerlingenzorg, met als doel het verbeteren van de prestaties van al onze leerlingen. Zoals de Onderwijsinspectie het definieert: ’’opbrengstgericht werken is het systematisch, doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties’’. En dan gaat het niet alleen over prestaties voor de cognitieve vakken, zoals taal of wiskunde, maar ook over de vorderingen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling of de zelfredzaamheid. De maatschappij vraagt van ons dat we meer opbrengstgericht gaan werken. Dat we systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van onze leerlingen. Dat we kunnen bewijzen dat we uit de leerlingen halen wat erin in. Het onderwijs in cluster 1(de instellingen voor onderwijs en begeleiding aan leerlingen met een visuele beperking) is een van de duurste onderwijsvormen van Nederland. Het percentage van oud-leerlingen die een baan/arbeid naar vermogen bemachtigen en houden, is laag. De lat moet omhoog. Als cluster 1 willen we hoge, realistische doelen stellen voor al onze leerlingen en al onze scholen. We willen niet volgen maar uitdagen. We willen meer doelgericht en planmatig handelen op basis van analyse van data over leerlingprestaties. We zetten in op leerkrachtvaardigheden en opbrengstgericht leiderschap. We willen de kwaliteit van onze toegevoegde waarde systematisch evalueren – op leerling-, groeps-, locatie-, instellings- en clusterniveau. Enerzijds kiezen we voor opbrengstgericht werken vanuit de maatschappelijke opdracht om transparant te zijn over onze opbrengsten. We willen laten zien dat we uit de leerlingen halen wat er in zit. We kiezen niet voor opbrengstgericht werken omdat we het nu zo verkeerd doen. We slagen er alleen tot op heden onvoldoende in om aan te tonen dat we het optimale rendement behalen bij onze leerlingen. Opbrengstgericht werken levert ons nieuwe gereedschappen om onze toegevoegde waarde in kaart te brengen, te analyseren en op grond daarvan te sturen op kwaliteit. We zullen hiertoe standaarden bepalen als een lat waarlangs we onze opbrengsten kunnen leggen: wanneer zijn we tevreden met de behaalde resultaten? De insteek is anderzijds dat opbrengstgericht werken onze leerlingen wat op gaat leveren. De leerlingen moeten er beter van worden. Ze worden beter voorbereid op de maatschappij door het bereiken van meer of hogere doelen. We zullen de kosten en de baten van meer opbrengstgericht werken de komende jaren regelmatig evalueren en keuzes maken op grond van de uitkomsten van die evaluatie. Hierover zullen we ons verantwoorden op basis van het principe: past toe of leg uit. Algemene informatie 15 De ambulante onderwijskundige begeleiding (AOB) Het geven van onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking vraagt een specifieke benadering en begeleiding van de leerling. Bartiméus Onderwijs biedt ambulante begeleiding aan leerlingen met een visuele beperking die regulier (basis- , voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs) of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoeken. Studenten van het HBO en universiteit kunnen begeleid worden op de ondersteuningsvraag van de student. Leerlingen van Bartiméus Onderwijs, die naar het regulier onderwijs of naar een andere vorm van (voortgezet) speciaal onderwijs gaan, kunnen gebruik van de AOB. Bartiméus Onderwijs biedt ambulante onderwijskundige begeleiding vanuit Zeist, Lochem en Zwolle. Door te werken vanuit een van deze standplaatsen zijn AOB’ers (ambulant onderwijskundige begeleiders) goed op de hoogte van het onderwijsaanbod en de vormen van samenwerking in de regio. Het doel van ambulante onderwijskundige begeleiding De ambulante onderwijskundige begeleiding stelt zich ten doel dat leerlingen een schoolloopbaan kunnen volgen in het regulier en speciaal onderwijs, die zij ook zouden volgen als zij geen visuele beperking zouden hebben. De begeleiding richt zich op de ondersteuningsbehoefte en de leerbelemmeringen die gerelateerd zijn aan de visuele beperking van de leerlingen. Werkwijze Afhankelijk van het type school, de aard van de visuele beperking, de mogelijkheden van uw kind én van de school waar uw kind onderwijs volgt, bezoekt de ambulant onderwijskundig begeleider de school een aantal keren per jaar. Binnen de AOB gaan wij uit van de onderwijsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht van de school en de ouders. 16 De ambulante onderwijskundige begeleiding (AOB) Bereikbaarheid De AOB’er bezoekt de leerlingen op de scholen, maar is ook tussentijds telefonisch en via e-mail bereikbaar. De contactgegevens ontvangt u tijdens de kennismaking met de AOB’er. Leerlingenzorg Tenminste eenmaal per jaar worden alle leerlingen die ambulante onderwijskundige begeleiding ontvangen besproken. Aan deze leerlingbespreking nemen de orthopedagoog/gz psycholoog, de orthoptist, de locatieleider en de ambulant begeleider deel. In deze bespreking wordt de continuïteit van het begeleidingsproces besproken. Begeleidingsplannen Voor elke AOB-leerling wordt een begeleidingsplan geschreven door de AOB’er. De inhoud van dit plan komt door inventarisatie van de onderwijsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht en de ouders tot stand. In het plan wordt rekening gehouden met de visuele beperking van de leerling en de consequenties hiervan voor zijn/haar dagelijks leven op school. Het begeleidingsplan wordt in conceptvorm opgestuurd/overhandigd aan leerling, ouders en leerkracht/mentor. Daarna volgt er een gezamenlijke bespreking, waarin wordt vastgesteld op welke wijze de begeleiding inhoud zal krijgen. Dit begeleidingsplan komt, ondertekend door alle partijen, in het dossier van Bartiméus onderwijs en de map van de leerling. Voorzieningen In bepaalde situaties is het wenselijk dat er voorzieningen voor de leerling worden aangevraagd om het onderwijs beter te kunnen volgen. Dit kan bijvoorbeeld om een tafel- en/of een computeraanpassing gaan. De AOB’er zal dan in overleg met de leerling en/of ouders een aanvraagformulier invullen en dit vervolgens sturen naar de desbetreffende medewerkers van Bartiméus Dienstverlening voor een eventueel aanvullend onderzoek. De AOB’er zal na dit onderzoek in overleg met de ouders/leerling de UWV-aanvraag regelen. Informatiemap en eduVIP In de Informatiemap vindt de leerkracht informatie over de inhoud en werkwijze van de ambulante onderwijskundige begeleiding en over de consequenties van de visuele beperking voor het onderwijs aan de desbetreffende leerling. Tijdens de begeleidingsgesprekken noteert de leerkracht/mentor/intern begeleider de aantekeningen in de map. In samenwerking met de andere onderwijsinstelling voor visueel beperkte leerlingen is er een website ontwikkeld: www.eduvip.nl Op deze website is veel informatie te vinden over het onderwijs aan en de begeleiding van visueel beperkte leerlingen en studenten. Leraren in het regulier en speciaal onderwijs kunnen op eduVIP heel gericht informatie over hun vakgebied halen en aangepast of alternatief lesmateriaal vinden. Ook wordt u verwezen naar ons cursusaanbod van de Bartiméus Academie. Financiering Het speciaal onderwijs was tot 1 augustus 2014 verdeeld in vier clusters. Leerlingen met een visuele beperking behoren tot cluster 1. Dit cluster kent geen leerling-gebonden financiering. Bij het verlenen van ambulante onderwijskundige begeleiding komt het reguliere basis- en voortgezet onderwijs in aanmerking voor aanvullende bekostiging. Dit betekent voor de school – naast de ambulante onderwijskundige begeleiding – per leerling een ondersteuningsbudget. De school ontvangt vanuit Bartiméus een contract waarin het ondersteuningsbudget is vastgesteld voor een schooljaar. Meer informatie hierover vindt u op www.eduvip.nl In het middelbaar beroepsonderwijs bieden wij ambulante onderwijskundige begeleiding. Het ondersteuningsbudget voor deze leerlingen stelt het MBO vanuit hun middelen zelf vast. De ambulante onderwijskundige begeleiding (AOB) 17 Verbeterresultaten en ontwikkeling In 2013 hebben we de volgende resultaten voor de AOB bereikt: • Afstemming met Bartiméus onderwijs, het REA college Bartiméus, de arbeidsmatige en niet–arbeidsmatige dagbesteding om de mogelijkheden te onderzoeken voor werk voor onze leerlingen. • Alle samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs zijn geïformeerd over ‘Cluster 1 in Passend Onderwijs’. Medewerkers zijn voorbereid op de ontwikkelingen van Passend Onderwijs d.m.v. scholing. Voor 2014 hebben wij de volgende beleidsvoornemens: • We ontwikkelen visie en beleid met betrekking tot de leerlingen in groep 1 en 2. • Opbrengstgericht werken wordt een hanteerbaar begrip in de AOB. • De mogelijkheden naar arbeidstoeleiding worden verkend in samenwerking met REA college en Bartiméus Ermelo • De AOB’ers kennen de wetsveranderingen omtrent ‘Passend onderwijs’ en zijn op de hoogte van de arrangementen en de ondersteuningsbudgetten. 18 De ambulante onderwijskundige begeleiding (AOB) Het speciaal onderwijs in Zeist (so) Algemene informatie Het onderwijs op de locatie voor so (speciaal onderwijs) in Zeist is gericht op groep 1 tot en met groep 8 van de basisschool. Ook voor onze leerlingen gelden de door de overheid vastgestelde kerndoelen, met daarbij de aangepaste leerlijnen voor cluster 1, leerlingen met een visuele beperking. De inhoud van het onderwijs is in grote lijnen vergelijkbaar met die van de reguliere basisschool: de vakken die leerlingen daar krijgen, staan ook bij ons op het rooster. Organisatorisch gezien hebben wij één so, met twee verschillende leerroutes. Eén voor leerlingen met een uitstroomperspectief van VMBO/HAVO (leerlingen die zich ontwikkelen vergelijkbaar met de leerlingen op de reguliere basisschool) en één voor leerlingen met een uitstroomperspectief Praktijkonderwijs (de moeilijk lerende leerlingen). Er wordt rekening gehouden met de bevorderende en belemmerende factoren van elke leerling. Daarom kennen wij een gedifferentieerd onderwijsaanbod, dat aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wat vinden wij belangrijk in het onderwijs Op onze school realiseren we kleine groepen (+ 8 tot12 leerlingen per groep) met blinde en slechtziende leerlingen. Vanzelfsprekend houden wij er rekening mee dat de onderwijsbehoeften voor blinde en slechtziende leerlingen verschillend kunnen zijn. Behalve een leerkracht is er in een aantal groepen ook een klassenassistent aanwezig om leerlingen te begeleiden met extra zorg. Naast de cognitieve vakken, waarbij we opbrengst gericht werken, is er veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, zowel in de dagelijkse omgang als ook in speciale lessen van het PAD leerplan (Programma Alternatieve Denkstrategieën of Proberen Anders te Denken). Leerlingen leren in dit programma om te gaan met hun emoties en de invloed daarvan op de ander. Ook het Het speciaal onderwijs in Zeist (so) 19 vak dramatische vorming, gegeven door een vakdocent, levert daaraan een belangrijke bijdrage. Er zijn vakdocenten voor dramatische vorming, muziek, bewegingsonderwijs en oriëntatie & mobiliteit. Vanuit de bouwstenen van ons onderwijsconcept: “Wij vergroten je wereld” en “Wij maken informatie toegankelijk” is wereldverkennend onderwijs een belangrijk onderdeel in ons onderwijsaanbod. In het nieuwe wereldverkenningslokaal verzamelen we voorwerpen en objecten die leerlingen van dichtbij kunnen zien of voelen. Zo brengen we de wereld naar de leerlingen of door het werken met projecten en het doen van excursies gaan we met de leerlingen de wereld in. Ook door Kunst- en cultuureducatie vergroten wij op een creatieve- en inspirerende manier de wereld voor onze leerlingen. Het so in Zeist kent de volgende groepen: • Kleuterobservatiegroep • De speelleergroep • Speciaal onderwijs aan leerlingen met een uitstroomperspectief VMBO/HAVO, onderverdeeld in onder- midden- en bovenbouw (de zogeheten T(heorie)-groepen • Speciaal onderwijs aan leerlingen met een uitstroomperspectief Praktijkonderwijs, onderverdeeld in onder- midden- en bovenbouw (de zogeheten P(raktijk)-groepen) 1. Kleuterobservatiegroep In de kleuterobservatiegroep in Zeist plaatsen wij leerlingen die om verschillende redenen niet kunnen profiteren van het regulier onderwijs of van wie nog niet zeker is op welk niveau zij gaan functioneren. In een veilige overzichtelijke omgeving ontvangen zij onderwijs dat in principe overeenkomt met het regulier onderwijs. Wij besteden niet alleen veel aandacht aan de leervoorwaarden, maar ook aan de manier waarop de leerlingen op elkaar reageren en met elkaar omgaan. Ook is het onderwijs er sterk op gericht de tastzin bij de blinde leerlingen te stimuleren. Deze leerlingen hebben immers een verfijnde tast nodig om het brailleschrift te leren. Wij stimuleren slechtziende leerlingen in het waarnemen van details. Voor hen is het van groot belang bij het lezen kleine verschillen visueel te kunnen onderscheiden. Tijdens de periode dat de leerling in deze groep onderwijs volgt, wordt het steeds duidelijker welke vorm van onderwijs het beste aansluit na de kleuterperiode. Zo stromen er leerlingen door naar de Speelleergroep of naar de twee leerroutes binnen het so van Bartiméus Onderwijs. Heeft een leerling meer baat bij onderwijs op ZML (zeer moeilijk lerend) niveau, dan verwijzen wij door naar de Bosschool in Doorn. Het is ook mogelijk dat een leerling naar de reguliere basisschool of een andere vorm van speciaal onderwijs gaat. Ons advies volgt pas nadat de orthopedagoog een psychologisch onderzoek heeft verricht en de leerkracht het ‘OntwikkelingsVolgModel voor Jonge Kinderen’ heeft ingevuld. Wanneer er nog onzekerheid bestaat over de mogelijkheden van de leerling, adviseren wij een verlengd observatiejaar in de Speelleergroep. 2. De Speelleergroep In deze groep komen kleuters die nog niet voldoen aan de leervoorwaarden voor het onderwijs in groep 3 en er zitten leerlingen in waarvan duidelijk moet worden of zij gebaat zijn bij onderwijs op moeilijk- of zeer moeilijk lerend niveau. Vanuit deze groep stromen de leerlingen door naar de leerroute P binnen onze school of naar de Bosschool in Doorn. 3. Speciaal onderwijs aan leerlingen met een uitstroomperspectief VMBO/HAVO Het onderwijs omvat groep 3 tot en met groep 8 van de basisschool. De inhoud van het onderwijs is in grote lijnen vergelijkbaar met die van de reguliere basisschool: de vakken die leerlingen daar krijgen, staan ook hier op het rooster. Ook voor onze leerlingen gelden de door de overheid 20 Het speciaal onderwijs in Zeist (so) vastgestelde kerndoelen. Niet voor alle leerlingen is het mogelijk de kerndoelen aan het eind van groep 8 te halen. Wij proberen wel met elke leerling zover mogelijk te komen. Het gaat erom dat de leerling voldoende basis heeft om na groep 8 aansluiting te vinden bij een vorm van voortgezet onderwijs, die voor die leerling het meest geschikt is. Om daar goed inzicht in te krijgen laten wij de leerlingen de Cito-eindtoets voor groep 8 maken. Naast de cognitieve vakken is er bijzondere aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en de taakgerichtheid/werkhouding van de leerlingen welke we volgen aan de hand van het OntwikkelingsVolgModel. 4. Speciaal onderwijs aan leerlingen met een uitstroomperspectief Praktijkonderwijs In deze leerroute komen leerlingen vanuit de kleuterobservatiegroep of vanuit andere vormen van onderwijs, die meer baat hebben bij onderwijs dat in kleine en praktische stappen wordt aangeboden, de moeilijk lerende leerlingen. Ook in deze groep werken we toe naar de kerndoelen van het basisonderwijs en staan dezelfde vakken op het rooster. De eisen die gesteld worden om de kerndoelen te behalen zijn in deze vorm van onderwijs aangepast en lager gesteld. Om inzicht te krijgen in welke vorm van voortgezet onderwijs het beste past bij de moeilijk lerende leerling wordt de Niveautoets gemaakt aan het einde van de bovenbouw. Moeilijk lerende leerlingen stromen vaak door naar het Praktijkonderwijs. Ook in deze vorm van onderwijs is er bijzondere aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en de taakgerichtheid/werkhouding van de leerlingen. Toelating nieuwe leerlingen Voor nieuwe leerlingen die aangemeld worden, kennen wij twee momenten van toelating n.l. na de zomervakantie en in januari, na de kerstvakantie. Commissie van Leerlingenzorg (CvL) De taak van de Commissie van Leerlingenzorg is het bewaken van de leerlingenzorg en het geven van advies omtrent het Ontwikkelingsperspectief en de uitstroombestemming. De CvL is verantwoordelijk voor: • De planning en uitvoering van het OPP (Ontwikkelingsperspectief) • De resultaten en analyses van de toetsgegevens • De zorg rond leerlingen met extra onderwijsbehoeftes • De uitstroom naar het vervolgonderwijs of naar een andere vorm van onderwijs • Plaatsing in een andere groep De CvL bestaat uit de locatieleider (voorzitter), de orthopedagoog en de intern begeleider. Ontwikkelingsperspectief (OPP) en groepsplannen Voor iedere leerling is er aan het begin van het schooljaar een Ontwikkelingsperspectief (OPP) en staan de doelen van de leerstof beschreven in groepsplannen. In het OPP staat een inschatting van de capaciteiten van leerlingen beschreven, met daarbij belemmerende en bevorderende factoren. Op grond hiervan stellen we een verwachte uitstroombestemming voor het voortgezet (speciaal) onderwijs vast. Tevens worden de onderwijsbehoeften beschreven, wij vinden hierbij de mening van ouders van groot belang. Ouders worden aan het begin van ieder schooljaar uitgenodigd om de OPP-bespreking bij te wonen. Tijdens de OPP-bespreking is de intern begeleider en de leerkracht aanwezig. Indien nodig zal ook de orthopedagoog aansluiten. De groepsplannen met doelen en aanpak van de leerstof zijn ingedeeld in onderwijsarrangementen. Leerlingen worden ingedeeld in het: • Basisarrangement: als zij voldoen aan het niveau van de leerstof die bij de didactische leeftijd past. Het speciaal onderwijs in Zeist (so) 21 • Intensief arrangement: als zij extra moeten oefenen om op het basisniveau te komen. • Verdiept arrangement: als zij boven het basisniveau uit komen en extra verdiepingsstof krijgen. Extra ondersteuning kan worden geboden in de vorm van logopedie, ergotherapie en fysiotherapie. Op de ouderavonden in januari en juni wordt het OPP met de ouders geëvalueerd. Leerlingvolgsysteem Wij volgen de vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet aan de hand van het OntwikkelingsVolgModel voor leerlingen tot 7 jaar en vanaf groep 3 aan de hand van de toetsen van het Cito leerling- en onderwijsvolgsysteem. Daarmee worden de vorderingen op het gebied van technisch- en begrijpend lezen, spelling en rekenen gevolgd. De leerkracht bespreekt de vorderingen van uw kind regelmatig met de intern begeleider. Het kan nodig zijn het leerprogramma tussentijds bij te stellen. Naast de cognitieve ontwikkeling volgen we van groep 1 tot en met groep 8 de sociaal-emotionele ontwikkeling en de taak-werkhouding aan de hand van het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM). Bijzondere vakken Wij besteden bijzondere aandacht aan: Visuele vorming en training Op grond van het oogheelkundig onderzoek worden aandachtspunten opgesteld voor het onderwijs. Het is belangrijk dat slechtziende leerlingen hun visuele mogelijkheden optimaal gebruiken. Zo bekijken wij of het nodig is uw kind een speciale kijktraining aan te bieden. Door zo’n training oefent uw kind zo goed mogelijk gebruik te maken van wat het nog kan zien. Ook kan het zijn dat het kind specifieke hulpmiddelen nodig heeft zoals extra taakverlichting, een leesloep of een televisieloep. 22 Het speciaal onderwijs in Zeist (so) Loeptraining De slechtziende kleuters die nieuw bij ons op school komen, krijgen de Loeptraining. Gedurende een periode van 6 weken leren zij een handloep te hanteren, worden zij gestimuleerd in het waarnemen van details, leren zij gericht te kijken a.d.h.v een kijkstrategie en wordt de fijne motoriek verbeterd. Tactiele waarneming Wij stimuleren blinde leerlingen om hun tast goed te gebruiken als voorbereiding op het leren van braille. Daarnaast is de ontwikkeling van de fijne motoriek erg belangrijk, zodat de leerlingen vaardig worden in het leren typen op de braillemachine. Door het aanleren van een goede taststrategie bevorderen wij het vlot leren lezen van braille. Project Verken je wereld De komende twee jaar worden plaatjes en foto’s omgezet in voelbare tekeningen zodat de braille leerlingen ook zelf een plaatje over een onderwerp kunnen “bekijken”. Computervaardigheid De informatie- en communicatietechnologie spelen een grote rol op steeds jongere leeftijd. Computers hebben onze leerlingen heel wat te bieden. Daarom beginnen wij in het so in groep 5 met toetsenbordvaardigheid en werken wij toe naar een diploma “toetsenbordvaardigheid”. Bewegingsonderwijs Omdat de gevolgen van de visuele beperking zich in sterke mate doen gelden in het bewegingsonderwijs, wordt aan dit vak bijzondere aandacht besteed. Oriëntatie, mobiliteit en verkeersonderwijs Voor blinde en slechtziende leerlingen is het van groot belang, dat zij zich leren oriënteren en veilig bewegen in de ruimte, maar ook op straat en in het verkeer. Daarom oefenen in alle groepen de leerlingen zoveel mogelijk met verkeerssituaties in de praktijk, bezoeken we de Verkeerstuin en is dit vak een blijvend onderdeel van het lesrooster. Oudercontacten Wij benadrukken dat wij het contact met thuis heel belangrijk vinden. Vooral ook omdat de leerlingen in de meeste gevallen niet dicht bij de school wonen en het daarom niet zo gemakkelijk is elkaar te spreken. Heeft u vragen of opmerkingen, neem dan telefonisch contact met ons op of stuurt u een e-mail naar de klassenleerkracht. Deze is voor u de eerste aanspreekpersoon. Daarnaast kennen wij in ieder geval de volgende manieren om contact te onderhouden: Bespreking van het Ontwikkelingsperspectief (OPP) Ouders worden aan het begin van ieder nieuw schooljaar uitgenodigd voor deze bespreking. Tussendoor en aan het eind van het schooljaar wordt het OPP geëvalueerd. Contactschriftje, Schriftje.nl of e-mail Voor de jonge leerlingen die onvoldoende in staat zijn om te vertellen wat er thuis of op school gebeurt, onderhouden wij het contact door middel van een contactschriftje of via de computer met Schriftje.nl. Op deze manier blijven thuis en school toch bij elkaar betrokken. Vanaf de middenbouw verloopt dit contact via de e-mail. Ouderbezoeken Bezoeken aan ouders thuis worden 1x per bouw afgelegd. De leerkracht maakt hiervoor een afspraak. Het speciaal onderwijs in Zeist (so) 23 Ouderavond Jaarlijks worden er ouderavonden georganiseerd. Aan het begin van het schooljaar staat een thema centraal. De ouderavonden in januari en juni staan in het teken van de evaluatie van het OPP. Ouderochtend Er wordt 1x in de twee jaar een ouderochtend georganiseerd. Ouders kunnen een indruk krijgen van het onderwijs in de groep en het functioneren van hun kind temidden van de andere leerlingen. Broertjes en zusjesdag Om het jaar organiseren we een dag voor de broertjes en zusjes van onze leerlingen. Zo maken zij kennis met ons onderwijs en kunnen zij zich een beeld vormen van de klas en de school van hun visueel beperkte broertje of zusje. Nieuwsbrief Vijf maal per jaar, voor iedere vakantie gaat er een nieuwsbrief mee naar huis. Hierin vindt u informatie over het reilen en zeilen op school en houden we u op de hoogte van onderwijsinhoudelijke zaken. Website Op onze website www.bartimeusonderwijs.nl vindt u de nieuwsbrieven, schoolkranten, nieuws over projecten etc. Een bezoekje waard om op de hoogte te blijven van het onderwijs en de activiteiten van onze eigen locatie en dat van de andere locaties van Bartiméus Onderwijs. Verlof aanvragen: Voor verlofaanvraag kunt u gebruik maken van de website: www.bartimeusonderwijs.nl/so_zeist Nu kunnen er zich zaken voordoen die geen uitstel dulden. Hier wordt dan echt gedacht aan calamiteiten in weekeinde en of vakantieperiode. Het calamiteitennummer van Bartiméus is 0343-526911. U komt dan bij de centrale in Doorn. De receptie Doorn neemt dan contact op met dienstdoend leidinggevende, zodat u indien noodzakelijk teruggebeld kan worden. Klassenouders Iedere klas heeft een klassenouder. Deze ouder onderhoudt de contacten met de andere ouders van de klas en heet nieuwe ouders welkom. In overleg met de locatieleider wordt bekeken wanneer er hulp nodig is op school. De klassenouders zorgen dat er ouders beschikbaar zijn. De klassenouders organiseren ook koffieochtenden met als doel kennismaken, ervaringen delen en thema’s bespreken waar behoefte aan is, zoals bijvoorbeeld vrije tijdsbesteding. Rapporten De leerlingen van het so krijgen in januari en juni een schoolrapport mee. Dit rapport is geschreven voor de leerlingen. Op de ouderavond wordt de (tussentijdse) evaluatie van de doelen van het groepsplan besproken. Tijdens deze oudergesprekken van 20 minuten krijgt u de gelegenheid om met de leerkracht te praten over de vorderingen van uw kind. Ziekmeldingen Als uw kind door ziekte niet naar school kan gaan, bent u verplicht dat bij de leerkracht of secretaresse van de school te melden voordat de school begint. De school en de leerkracht weten dan wat er aan de hand is. 24 Het speciaal onderwijs in Zeist (so) Schooltasinformatie Aan het begin van het schooljaar krijgt uw kind het formulier “schooltasinformatie” mee voor in de schooltas. Op dit formulier staan belangrijke gegevens van de leerling, zoals adres, telefoon ouders en taxibedrijf. Mocht een taxi te laat komen dan kan de taxiwacht contact opnemen met het taxibedrijf en de ouders. Ook staan er medische bijzonderheden op die belangrijk zijn om te weten voor de chauffeur. Wilt u er op toezien dat uw kind altijd deze informatie in de tas heeft. Tussendoortjes en traktaties Wij willen u er nadrukkelijk op wijzen uw kind gezond eten en drinken mee te geven. Dit geldt ook voor de traktaties. Er zijn ook heerlijke gezonde traktaties te verzinnen. Zie ook ideeën en suggesties op internet! De leerlingen kunnen op school melk of karnemelk krijgen. Als u hiervan voor uw kind gebruik wilt maken, geef dit dan door aan de klassenleerkracht. Woensdag en vrijdag zijn op school fruitdagen. Alle leerlingen nemen die dag fruit mee als tussendoortje. Lunchpauze De leerlingen blijven tussen de middag op school eten. Wilt u uw kind daarvoor een lunchpakketje en eventueel drinken meegeven? Gymkleding Voor de lessen bewegingsonderwijs heeft uw kind een korte broek, een shirt en stevige gymschoenen met witte zolen nodig. Deze kleding draagt uw kind elke gymles. Als het weer het toelaat, vindt het bewegingsonderwijs vaak buiten plaats. Een pet met klep is dan aan te bevelen in verband met het licht. Leerlingen met een gevoelige huid raden wij aan buiten een shirt met lange mouwen te dragen. Voor leerlingen die nog geen veters kunnen strikken, zijn gymschoenen met klittenband of elastiek handig. Wij raden u aan de gymkleding in een goed herkenbare en van naam voorziene gymtas op te bergen. Deze tas kan op school blijven. Wij gaan er wel van uit dat de gymkleding regelmatig wordt gewassen. Om te voorkomen dat uw kind zijn spullen kwijtraakt, is het handig als u de sportkleding van een merkje voorziet. Schoolzwemmen De leerlingen van de Speelleergroep/ onderbouw die nog niet in het bezit zijn van hun A-diploma zwemmen één keer in de week in het zwembad Laco te Bunnik o.l.v. vakleerkracht Renske Musch. Voor het zwemmen zijn nodig zwemkleding, een badhanddoek en een zwemtas. Voor sommige leerlingen zal het doel zijn het behalen van het A diploma. Voor andere leerlingen passen we de doelen aan omdat de technische eisen die het behalen van het A-diploma aan de zwemmer stelt, niet haalbaar zijn. Bij alle leerlingen geldt dat het zeer wenselijk is dat er thuis aandacht besteed wordt aan het watervrij worden, het liefst op zwemles. Leerlingen die niet zindelijk zijn, kunnen om hygiënische redenen niet deelnemen aan het schoolzwemmen. Zindelijkheid We verzoeken de ouders van de kleuters die niet zindelijk zijn, thuis aan zindelijkheidstraining te doen. Op school kost het verschonen erg veel tijd en dit gaat helaas ten koste van het onderwijs. Schoolkamp en schoolreis De bovenbouwleerlingen gaan om het jaar op kamp. Het kamp duurt twee dagen en één nacht of 3 dagen en 2 nachten. Aan het kamp geven wij een invulling die afhankelijk is van leeftijd en ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Om deze kampen te kunnen bekostigen, vragen wij van de ouders een bijdrage van + € 50,- per nacht. De hoogte van het bedrag kan variëren, afhankelijk van de inhoud van de activiteiten. Het speciaal onderwijs in Zeist (so) 25 Ook voor de schoolreisjes zal een bijdrage gevraagd worden. Ook hier is de hoogte afhankelijk van bestemming en activiteiten. Verbeterresultaten en schoolontwikkeling In 2013 hebben we de volgende resultaten voor so Zeist bereikt: • De onderwijsbehoeften van de leerling werden in het Ontwikkelingsperspectief (OPP) beschreven. De leerkracht past zijn/haar handelen hierop aan. • Voor spelling werden de onderwijsarrangementen geschreven. Leerlingen werden in het juiste arrangement geplaatst met als doel de kwaliteit van het spellen te verhogen. Positieve resultaten waren te zien in de uitslag van de Cito toetsen. • Het team is geschoold in het “Het lezen van gedrag” en stemmen hun (ortho) pedagogisch handelen hierop af. • Het team is geïnformeerd over het beleid geformuleerd door de Kennisgroep seksualiteit. Er wordt bekeken hoe vorm te geven aan seksualiteit binnen ons onderwijsaanbod. • Inrichting nieuwe school: de nieuwe school is in september 2013 in gebruik genomen. De school is aangepast aan de eisen die het onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking stelt. Bij de inrichting van de nieuwe school en de lokalen is rekening gehouden met de visuele beperking (met name de leerlingen met CVI en autisme). • Implementatie herijkt onderwijsconcept: De bouwsteen van het onderwijsconcept “Wij kennen en activeren de leerlingen en brengen ze tot leren naar vermogen” wordt toegepast in het verwezenlijken van de doelen in de groepsplannen lezen en spelling. Voor 2014 hebben we de volgende beleidsvoornemens: • Opbrengstgericht werken: Na iedere toetsperiode volgt een opbrengstgericht groeps- en schoolgesprek. Hoe zijn de scores per groep, hoe scoren we als school t.o.v. het landelijke gemiddelde en hoe kunnen we onze opbrengsten verhogen? • Naast de groepsplannen voor lezen en spelling wordt gewerkt met een groepsplan voor rekenen. • Leerkrachten maken een weekplanning op basis van de groepsplannen en als leidraad om de einddoelen te behalen. • Vanuit het onderwijsconcept: “Wij kennen en activeren de leerlingen en brengen ze tot leren naar vermogen” werken de leerlingen in de middenbouw met een takenblad per dag en de leerlingen in de bovenbouw met een takenblad per week. • Vanuit het onderwijsconcept: “Wij maken informatie toegankelijk” werken we aan de implementatie van tactiele tekeningen voor brailleleerlingen door het project Verken je wereld. • Seksualiteit in ons onderwijsaanbod: Jaarlijks zullen we als school mee doen met de landelijke “Week van de lentekriebels”. Op de eerste ouderavond in het nieuwe schooljaar 2014-2015 worden ouders geïnformeerd over Seksualiteit en de visuele beperking. • Er wordt een werkwijzer voor leerlingen met autisme geïmplementeerd in de kleuterobservatiegroep. Leerkrachten houden rekening met de specifieke onderwijsbehoeften van deze doelgroep. • In dezelfde groep is de loeptraning geïntroduceerd om de kijkstrategie, het kritisch waarnemen en de fijne motoriek te trainen bij kleuters. 26 Het speciaal onderwijs in Zeist (so) Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) Introductie Op het vso wordt onderwijs gegeven aan jongeren met een visuele beperking van 12 tot 20 jaar, die normaal of moeilijk leren: jongeren met eigen capaciteiten, eigen problematiek en daardoor met speciale onderwijs- en begeleidingsbehoeften. Het onderwijs is erop gericht dat de jongeren kennis en vaardigheden verwerven die van belang zijn in het vervolgonderwijs, op de arbeidsmarkt, bij de arbeidsmatige dagbesteding en in de samenleving. Met als doel om later zo zelfstandig mogelijk in de samenleving te kunnen leven en werken. We realiseren ons onderwijs vanuit de gedachte: ‘Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’ – we staan voor gevarieerd, gedifferentieerd en uitdagend onderwijs dat aansluit bij de individuele mogelijkheden, belevingswereld, talenten en de interesses van de leerling. Als het leren met een visuele beperking tot vragen leidt, proberen wij, in samenspraak met leerling en ouders, een persoonlijk en professioneel antwoord te vinden. De uitgangspunten en inhoud van het regulier onderwijs zijn medebepalend voor het onderwijs bij ons op school. Vanuit de missie ‘Laat zien wat jij kan!’ worden jongeren uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen en zich zodanig te ontwikkelen dat zij met vertrouwen de volwassenheid tegemoet treden. De school ondersteunt leerlingen hierbij en reikt hun mogelijkheden aan om: • een diploma of certificaten te behalen; • een passende werkplek te vinden; • praktische, sociale en cognitieve vaardigheden te ontwikkelen; • een realistisch zelfbeeld en reëel toekomstperspectief te ontwikkelen; • geloof en plezier in eigen kunnen te ontwikkelen (zich competent voelen); • te laten zien wat zij kunnen en uitdagingen te willen aangaan; • zelfbewustzijn te ontwikkelen opdat anderen hun kwaliteiten waarderen; Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 27 • zelf verantwoordelijkheid te dragen; • eigen zelfstandigheid te vergroten; • keuzes te maken en te leren problemen op te lossen; • samen te werken en te leren met anderen. Het vso wil een school zijn, waarin elke leerling wordt gekend. Het vso biedt maatwerk binnen de reguliere kaders en wet- en regelgeving. Het onderwijsprogramma sluit nauw aan op de kerndoelen en exameneisen die gelden voor het regulier voortgezet onderwijs. Het onderwijs is gedifferentieerd en sluit aan bij de individuele mogelijkheden, belevingswereld en interesses van de leerlingen. Het klimaat op school is uitdagend én veilig. Er is sprake van een gezonde leeromgeving, waarin gebruik wordt gemaakt van moderne, zo nodig aangepaste hulpmiddelen. De school wil leerlingen ruimte, veiligheid en uitdaging geven binnen een heldere structuur: er zijn duidelijke schoolregels opgesteld. Het voortgezet speciaal onderwijs heeft de volgende kenmerken: • De leerling staat centraal en wordt uitgedaagd • Er wordt rekening gehouden met de visuele beperking/mogelijkheden van de leerling, o.a. door gebruik van aangepast lesmateriaal en gebruik van hulpmiddelen • Werken met en op de computer en aandacht voor het digitale leren • Inhoud, kerndoelen, eindtermen en exameneisen van het onderwijs sluiten zoveel mogelijk aan bij het regulier voortgezet onderwijs. Wet kwaliteit vso Per 1 augustus 2013 wordt de “Wet kwaliteit (v)so” van kracht. Deze wet heeft als doel het vergroten van de kansen van leerlingen op maatschappelijke participatie door: • Leerlingen zodanig op te leiden dat zij een succesvolle overstap kunnen maken naar regulier vervolgonderwijs, of; • Leerlingen succesvol toe te leiden naar de arbeidsmarkt, of; • Leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op vormen van dagbesteding. Uitstroomprofielen Om de kansen van leerlingen op maatschappelijke participatie te vergroten, worden alle vsoleerlingen geplaatst in één van de volgende uitstroomprofielen: • het uitstroomprofiel vervolgonderwijs; • het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel; • het uitstroomprofiel dagbesteding. Op grond van het ontwikkelingsperspectief en in overleg met ouders en leerling beslist het bevoegd gezag over de toelating tot een uitstroomprofiel. Voor alle uitstroomprofielen worden kerndoelen en doelen op het terrein van sociale competenties, persoonlijkheidsvorming, voorbereiding op de maatschappij en algemeen vormende doelen opgesteld, waar nodig aangepast aan de beperking van de leerling. Leerlingen met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs volgen het reguliere vo-programma, met de kerndoelen onderbouw vo en de exameneisen vo. Voor het uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht komen nieuwe kerndoelen gebaseerd op de systematiek eindtermen/kwalificatiedossier van het mbo. Het volgen van stages is een verplicht onderdeel. Voor de profielen vervolgonderwijs en arbeidsmarktgericht gelden de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Voor het uitstroomprofiel dagbesteding worden kerndoelen voor algemeen vormende vakken en transitiegerichte doelen geformuleerd. 28 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) Onderwijsaanbod uitstroomprofiel vervolgonderwijs Het vso biedt de leerling in dit profiel onderwijs in de vo-schoolsoorten: • Vmbo • Havo Onderwijsaanbod arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel Het onderwijs binnen dit profiel bereidt leerlingen voor op functies binnen de arbeidsmarkt op een niveau dat ligt onder het assistentenopleiding. Naast de kerndoelen krijgen de volgende aspecten aandacht: • Algemeen maatschappelijke voorbereiding en persoonlijke vorming, • Leergebieden; Nederlandse taal en communicatie, Engelse taal, rekenen en wiskunde, mens en natuur en techniek, mens en maatschappij, culturele oriëntatie en creatieve expressie, bewegen en sport. • Voorbereiding op arbeid: oriëntatie op werkvelden en beroepen, ontwikkelen van loopbaanvaardigheden, ontwikkelen van arbeidsmarktvaardigheden, ontwikkelen van beroepsvaardigheden. Leerlingen van 18 jaar en ouder die het onderwijs in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel verlaten ontvangen een getuigschrift. Onderwijsaanbod uitstroomprofiel dagbesteding Het onderwijs in dit profiel bereidt leerlingen voor op het zo zelfstandig mogelijk functioneren in een vorm van dagbesteding. Bij het vaststellen van de kerndoelen krijgen de volgende aspecten aandacht: • Algemeen maatschappelijke voorbereiding en persoonlijke vorming, • Leergebieden; Nederlandse taal en communicatie, rekenen en wiskunde, mens en natuur en techniek, mens en maatschappij, culturele oriëntatie en creatieve expressie, bewegen en sport. • Voorbereiding op dagbesteding: oriëntatie op werkvelden en beroepen, ontwikkelen van loopbaanvaardigheden, ontwikkelen van arbeidsmarktvaardigheden, ontwikkelen van beroepsvaardigheden. Leerlingen van 16 jaar en ouder die het onderwijs in het profiel dagbesteding verlaten ontvangen een getuigschrift. Overgangsdocument Alle leerlingen die een getuigschrift hebben ontvangen krijgen ook een overgangsdocument om de leerlingen een extra steun in de rug te geven bij hun vervolgstap naar dagbesteding, arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. Nazorg Het vso adviseert in voorkomende gevallen tot twee jaar nadat de leerling het vso verlaten heeft, de leerling, de werkgever of vervolgonderwijs op diens verzoek over het aansluitend vervolgonderwijs, het uitoefenen van een functie op de arbeidsmarkt en het functioneren in een vorm van dagbesteding. De uitstroomprofielen van het vso worden uitgewerkt in 3 leerroutes: • vervolgonderwijs vso T Vmbo basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en theoretische leerweg (bbl, kbl, tl) en Havo • arbeidsmarktgericht vso P Praktijkonderwijs en vmbo bbl • dagbesteding vso P Praktijkonderwijs Afhankelijk van niveau (cognitief en praktisch), motivatie en onderwijsbehoeften van de leerling wordt, in samenspraak met leerling en ouders, de leerling in een uitstroomprofiel geplaatst, met de daaraan gekoppelde leerroute. Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 29 Leerlingen in de verschillende uitstroomprofielen “vervolgonderwijs, arbeidsmarktgericht en dagbesteding”, stromen in vanuit het speciaal (basis- of voorgezet)onderwijs of uit het reguliere basis- of voortgezet onderwijs. De verschillen tussen de leerlingen kunnen groot zijn. Leerlingen, geplaatst in het uitstroomprofiel vervolgonderwijs en arbeidsmarktgericht, hebben gemeen dat ze, cognitief gezien, in staat worden geacht een vorm van examen te doen en een diploma (vmbo of havo) of certificaten te behalen of mogelijk IVIO-examen te doen in één of meerdere vakken. Zij zijn echter vanwege specifieke beperkingen of stoornissen op ondersteuning aangewezen. In het vso wordt deze ondersteuning geïntegreerd in het onderwijsprogramma. De onderwijsbehoeften zullen per leerling en per leeractiviteit kunnen verschillen en vragen dus om maatwerk. Referentieniveaus Taal In 2010 is wettelijk vastgelegd dat de taalvaardigheid van leerlingen in basis-, voortgezet en beroepsonderwijs moet worden verbeterd. Vier niveaus van taalvaardigheid, beginnend bij eind groep 8 van de basisschool, beschrijven wat leerlingen in verschillende onderwijsvormen moeten beheersen. Deze niveaus heten referentieniveaus en zijn gekoppeld aan de verschillende onderwijsvormen. Onderwijsvorm Referentieniveau taal Basisonderwijs 1F en 1S Speciaal basisonderwijs 1F en 1S Praktijkonderwijs 1F vmbo, MBO-2, MBO-3 2F Havo, MBO-4 3F VWO 4F Het F niveau geeft een minimumniveau aan dat alle leerlingen dienen te bereiken. Het S niveau geeft een streef niveau aan voor leerlingen die meer aan kunnen. Taalbeleidsplan Binnen Bartiméus Onderwijs zien wij het belang van het vergroten van de taalvaardigheid van leerlingen. Taal is een instrument dat leerlingen in bijna alle dagelijkse situaties nodig hebben. Ook de invoering van de slaag-/zakregeling voor de HAVO (niet lager dan een 5 voor Nederlands) zorgt ervoor dat leerlingen op een hoger taalniveau moeten presteren. De directie en de vakgroep Nederlands zetten zich sinds de wettelijke invoering van de referentieniveaus in om het taalbeleidsplan aan te passen en te vernieuwen. Met dit taalbeleidsplan geven wij richting aan ons taalonderwijs en beschrijven wij hoe wij de referentieniveaus de komende jaren gaan inzetten als hulpmiddel om het taalniveau van de leerlingen te verhogen Deze ambitie zal uiteindelijk zichtbaar worden in het lesprogramma. De taaldocent streeft ernaar een goed beeld te krijgen van het niveau van de leerling. De inspanning van de leerling wordt weergegeven in gemeten resultaten. Wij werken volgens de cyclus van opbrengstgericht werken, die de komende jaren speerpunt is binnen ons onderwijs. Voor verdere informatie en doelen per domein zie www.taalenrekenen.nl . Referentieniveaus rekenen De referentieniveaus rekenen beschrijven welke basiskennis en -vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor rekenen. Er zijn vier fundamentele niveaus en vier streefniveaus (1F t/m 4F en 1S t/m 4S) voor primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo. Tussen de vier niveaus is sprake van overgangen of drempels. Dit zijn de overstappen die leerlingen maken binnen het onderwijssysteem. 30 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) De fundamentele niveaus richten zich op basale kennis en inzichten en zijn gericht op een meer toepassingsgerichte benadering van rekenen. De toewijzing van de referentieniveaus rekenen aan de onderwijssectoren is als volgt: 1F en 1S: primair en speciaal onderwijs 2F: vmbo, mbo 1, 2, 3. 3F: havo, vwo, mbo 4. Bij rekenen gaat het om vier domeinen of hoofdonderwerpen: • getallen, • verhoudingen, • Meten en meetkunde en • verbanden. Voor onze school betekent de invoering van de referentieniveaus rekenen dat elke klas één uur in de week een les ‘Algemene Rekenvaardigheden’ op het lesrooster heeft. De leerlijn rekenen kan niet in het vak wiskunde opgenomen worden. Er zijn leerlingen in vmbo en havo die niet het vak wiskunde in hun sector of profiel hebben en toch het examen rekenen moeten afleggen. Bovendien valt de stof van het vak wiskunde niet samen met de stof van het vak rekenen. Tenslotte is het zo dat er een aparte rekentoets wordt ingevoerd, maar geen aparte taaltoets. De rekentoets Het Cito maakt, toetst (digitaal) en analyseert de resultaten. De CvE bepaalt een normering. Op basis van deze normering krijgen scholen inzicht in het door de leerling behaalde niveau. Leerlingen die in 2013-2014 of in 2014-2015 hun opleiding afronden, kunnen niet zakken vanwege een laag cijfer voor de rekentoets. Wel moeten zij een rekentoets afleggen en komt het cijfer voor de rekentoets op de cijferlijst bij het diploma, zodat het vervolgonderwijs weet waar een leerling staat en waardoor de leerling wordt gestimuleerd om goed te presteren. Voor verdere informatie en doelen per domein zie www.taalenrekenen.nl . Betrokkenheid van leerlingen en ouders Mentoraat Een belangrijk onderdeel van het schoolbeleid is het mentoraat. Elke leerling krijgt een mentor toegewezen die een speciale rol in de leerlingondersteuning vervult. Elke klas heeft een of twee mentoren die zowel voor de leerling als de ouders gedurende de gehele schoolloopbaan in het vso als centraal aanspreekpunt fungeren. Mentoren schrijven in samenwerking met de orthopedagoog en zorgcoördinator het Ontwikkelingsperspectief (OPP). Met ingang van schooljaar 2013-2014 wordt voor het eerst met het OPP gewerkt. Dit document bevat in elk geval de te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. Hierin worden onder meer de belemmerende en beschermende factoren vermeld die van invloed op het onderwijsproces kunnen zijn. Mentoren en leerkrachten maken samen met leerlingen, hun ouders, interne- en externe begeleiders het onderwijs passend, dat wil zeggen: aansluitend bij de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. Ouders kunnen op elk gewenst moment contact opnemen als zij vragen hebben over het onderwijs of de ontwikkeling van hun kind. Contact met thuis vinden wij belangrijk. Ook voor de leerling is de mentor het eerste aanspreekpunt als zich problemen of vragen voordoen. Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 31 Jaarlijks bespreken de leerling, de ouders en de mentor/leerkracht het OPP. In deze bespreking wordt het OPP geëvalueerd en worden de onderwijsbehoeften van de leerling besproken. Er wordt gekeken naar het visueel functioneren, schoolvorderingen en leerresultaten, de sociaal-emotionele ontwikkeling en naar andere facetten die van belang zijn voor een goede persoonlijkheidsontwikkeling. Met deze gegevens brengen wij samen met de leerling en de ouders in kaart welke doelstellingen voor de individuele leerling haalbaar zijn, wat de leerling zelf kan doen en op welke wijze de school de leerling hierin actief kan ondersteunen. Ook wordt jaarlijks in dit gesprek het trajectschema besproken: hoe ziet de verwachte uitstroombestemming van de leerling eruit en in welk jaar wordt verwacht dat de leerling uit zal stromen? De leerling wordt actief betrokken in het OPP-gesprek. Minstens één keer per jaar, in november, wordt een ouderavond in combinatie met 15- minuten gesprekken georganiseerd. Hier vindt een tussenevaluatie van het OPP plaats. Ontwikkelingsperspectief (OPP) op het vso Binnen zes weken nadat uw kind op onze locatie is geplaatst nodigt de mentor u als ouders uit om het ontwikkelingsperspectief te bespreken samen met uw zoon/dochter. Wij geven als school aan welke ontwikkelingsmogelijkheden we zien en welke doelen haalbaar zijn in het komende schooljaar en op langere termijn. Op basis van de actuele gegevens geven we een verwacht uitstroomniveau aan. Het ontwikkelingsperspectief geeft handvatten zodat de docent het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van uw kind. Elk jaar wordt het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd en stellen we waar nodig bij, in overleg met u en uw zoon of dochter. We gaan ervan uit dat we, als ouders, docent en leerling ondersteund door professionals, samen betrokken zijn bij het onderwijsleerproces: Leerlingenzorg De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen, ouders/verzorgers en leraren. De zorgcoördinator coördineert de leerlingenzorg. Zij is het eerste aanspreekpunt voor de leraren wanneer er sprake is van zorg rondom de ontwikkeling van de leerling. Zij informeert en stemt af met de locatieleider en orthopedagoog rondom de zorg aan de leerling in de CvB (Commissie van Begeleiding). De zorgcoördinator verzamelt, legt vast, loopt afspraken na en organiseert zo nodig overleg met betrokkenen. De zorgcoördinator koppelt terug naar de mentor. De orthopedagoog is betrokken bij specifieke situaties en aanspreekpunt voor externe contacten. De Commissie van Begeleiding bestaat uit de locatieleider, de orthopedagogen en de zorgcoördinator. Op afroep kunnen andere functionarissen uitgenodigd worden. De CvB komt iedere drie weken bij elkaar en heeft een signaleringsfunctie. De CvB is een afstemmingsoverleg t.a.v. de leerlingenzorg met als doel het volgen van de ontwikkeling van zorgleerlingen en de planning van de zorg aan de leerlingen binnen het onderwijs. De CvB brengt voor iedere leerling advies uit omtrent het OPP, het bevoegd gezag stelt het OPP vast. Zorgroute De ‘zorgroute’ op het vso ziet er als volgt uit: • Bij de intake verzamelen we als betrokkenen relevante gegevens en benoemen we de onderwijsbehoeften. Dit wordt samengevat in het OPP. • Tijdens de leerlingbespreking/rapportvergaderingen brengt de mentor de leerling in en kijken we als team hoe het leerproces en de sociaal-emotionele ontwikkeling verloopt . Er wordt besproken of we adequaat inspelen op de onderwijsbehoeften uit het OPP en of aanpassing gewenst is. 32 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) • De zorgcoördinator brengt deze informatie in tijdens de bespreking van de Commissie van Begeleiding (CvB). Er worden adviezen geformuleerd, die later met de leerling en ouders besproken worden. Tijdens dit gesprek kunnen door de mentor/zorg-coördinator de volgende verwijzingen voorgesteld worden: - Verwijzing naar orthopedagoog/gz psycholoog voor psychologisch onderzoek, begeleidende gesprekken of doorverwijzing - Verwijzing naar de logopedist voor onderzoek, behandeling - Verwijzing naar de remedial teacher voor didactisch onderzoek en remediërende hulp. De zorgcoördinator coördineert de gang van zaken en de mentor is de eerste aanspreekpersoon voor ouders en de leerling. Remedial Teaching Remedial Teaching (RT) wil zeggen dat er hulp wordt verleend aan leerlingen die (pedagogisch/ didactische) hulp nodig hebben. Dit zijn vaak kinderen die door een bepaalde leer- en of gedragsprobleem/stoornis op een lager dan gemiddeld niveau functioneren maar er kan ook RT gegeven worden aan leerlingen die hoger dan het gemiddelde presteren, ook zij kunnen de extra aandacht en zorg gebruiken. De meest bekende leerstoornis is dyslexie. De hulp houdt in dat de leerling die aangemeld wordt voor RT bij de remedial teacher (RT-er) onderzocht wordt door middel van een intakegesprek, toetsen (dictee), testen en/of observaties. De RT-er probeert een beeld te krijgen van de leerling, ook door informatie van de leerkracht en de orthopedagoog. Wanneer dit duidelijk is (diagnose) wordt er een handelingsplan opgesteld. In een handelingsplan staat onder andere welke doelen bereikt moeten worden. De behandeling die nu volgt heet remedial teaching. Het is hulp die volledig is toegespitst op het probleem van de leerling, het is maatwerk. Het handelingsplan wordt opgesteld voor een bepaalde periode. Meestal wordt gedurende zes weken tot drie maanden één of meerdere keren per week remedial teaching gegeven op school of in de eigen praktijk. De bedoeling is dat de leerling na deze periode (of eventueel na een verlenging) weer met de eigen groep mee kan doen. De laatste jaren wordt remedial teaching binnen Bartiméus onderwijs vaak aangeboden in spellingsklasjes. Voor het oefenen worden bestaande methodes gebruikt en materialen van sites zoals www.cambiumned.nl . Begeleiding van leerlingen met een visuele beperking en autisme. Sinds enkele jaren besteden we bij de begeleiding van leerlingen op het vso expliciet aandacht aan leerlingen met een visuele beperking en autisme. 10 tot 15 procent van onze leerlingen heeft naast de visuele beperking te maken met een autisme spectrum diagnose (ASS). Daardoor is er grote behoefte aan een eenduidige aanpak die met beide beperkingen rekening houdt. Binnen ons onderwijs willen we dit graag zo optimaal mogelijk realiseren. Op onze locatie werken we met de “WerkWijzer” speciaal ontwikkeld voor leerlingen met deze dubbele beperking. De “WerkWijzer” bestaat uit een theoretisch deel en een praktisch deel waarin handvaten staan voor ouders, docenten en begeleiders. Deze adviezen hebben betrekking op het ondersteunen van de communicatie en het structureren van tijd, ruimte, en activiteiten. Regelmatig bieden we interne scholingscursussen aan voor docenten en beleggen we thema-middagen om onze kennis te optimaliseren en ervaringen uit te wisselen. Ook tijdens de ontmoetingen met ouders en leerling (ouderavonden, OPP- besprekingen en mentorgesprekken) is er ruimschoots gelegenheid om ervaringen te delen en waar nodig specifieke plannen op en/of bij te stellen. Zie voor meer informatie: www.bartimeus.nl/publicaties_shop_product/17888 . Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 33 Afgelopen schooljaar zijn we gestart met de cursus psycho-educatie. Tijdens deze training willen we onze leerlingen op een stimulerende manier meer zelfinzicht/kennis bijbrengen met betrekking tot bovengenoemde problematiek. Het gaat dan over “Wie ben ik” en waar liggen mijn beperkingen, maar vooral ook mijn mogelijkheden! Deze training wordt vanaf nu jaarlijks gegeven aan een groepje van zes tot acht leerlingen met een visuele beperking en een ASS-diagnose. Algemene informatie vso Lokalen Het aantal leerlingen per klas is wisselend, gemiddeld zeven tot acht leerlingen per klas. De praktijk- en theorielessen worden gegeven in vaklokalen. Leerlingen in de leerroute praktijkonderwijs volgen onderwijs in een vast lokaal voor de theorielessen van een vaste leerkracht . Voor de praktijklessen gaan ze naar de praktijklokalen en hebben dan les van verschillende vakleerkrachten. Leerlingen in de leerroute vmbo en havo wisselen elk lesuur van lokaal en leerkracht. Rooster Het eerste lesuur van elke schooldag duurt 60 minuten, de overige lesuren 45 minuten. Alle klassen hebben 32 lesuren per week. In de bovenbouw zijn zelfstudiemomenten ingeroosterd. Bij lesuitval, bijv. door ziekte van de leerkracht, wordt zoveel mogelijk gezorgd voor vervanging. Mocht dit niet lukken dan zijn opdrachten beschikbaar waar leerlingen zelfstandig mee aan de slag kunnen. Leerlingen mogen, buiten de grote pauze om, niet het schoolterrein verlaten. Vieringen Voor alle vso-leerlingen organiseren wij een aantal gezamenlijke activiteiten, zoals kerst- en paasviering, start en afsluiting van het schooljaar, werk- en projectweken. 34 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) Rapporten Driemaal per schooljaar krijgen de leerlingen in het vmbo en de havo een schoolrapport. De leerlingen van het Praktijkonderwijs krijgen tweemaal per schooljaar een rapport. Als u naar aanleiding van het rapport een gesprek wilt hebben met de mentor of met een (vak)leerkracht, kunt u contact opnemen met de mentor. Deze zorgt ervoor dat er een afspraak wordt gemaakt. Lunchpauze Leerlingen van het vso lunchen tussen de middag op school in de leerlingenkantine. Ze moeten zelf brood en drinken meenemen van thuis of de groep. Boeken, schriften, schooltas en gymkleding In het vso verstrekt Bartiméus Onderwijs zelf de werk- en tekstboeken. Omdat deze duur zijn, moeten de boeken worden gekaft en in een stevige tas meegenomen worden. Die tas schaft de leerling zelf aan. Voor een slechtziende leerling komen daar nog een schoolagenda, een grote multomap of schriften en een etui met schrijfgerei bij. Omdat er steeds meer gewerkt wordt op de computer, moeten de leerlingen zelf voor een USB-stick en een oor- of hoofdtelefoon zorgen. Andere zaken, zoals een rekenmachine en tekendoos, hoeven pas na overleg met de betrokken leerkracht te worden aangeschaft. Als een leerling boeken of andere schooleigendommen beschadigt of kwijtraakt, vraagt de school de leerling een vergoeding te betalen. Voor de lessen bewegingsonderwijs hebben de leerlingen gymkleding en gymschoenen nodig. Als het weer het toelaat, vindt het bewegingsonderwijs vaak buiten plaats. Een pet met klep, eventueel zonnebril, aangepaste kleding en schoenen zijn dan nodig. Kluisjes De leerlingen van het vso huren op school een kluisje om hun persoonlijke spullen in op te bergen (boeken, lunch, telefoon enz.). Ze krijgen een sleutel, waarvoor € 7,50 borg wordt betaald. Computergebruik (ict) Leerlingen van het vso kunnen voor hun schoolwerk een computervoorziening ter beschikking krijgen. De school beschikt over een eigen (draadloos) netwerk en veel lesmateriaal wordt digitaal beschikbaar gesteld. Iedere leerling krijgt een eigen (e-mail)account. Leerlingen kunnen gebruik maken van een desktopcomputer of laptop met een goed beeldscherm afgestemd op onze doelgroep. De op braille aangewezen leerlingen hebben de beschikking over een laptop met brailleleesregel, mits aan voorwaarden als braillevaardigheid en tempo wordt voldaan. De software die leerlingen door hun visuele beperking nodig hebben om hun computer optimaal te gebruiken, wordt door Bartiméus Onderwijs geïnstalleerd. Hetzelfde geldt voor alle andere software die nodig is voor het volgen van het onderwijs. Voor het gebruik van computer en internet zijn duidelijke regels gesteld, waarvan wij alle leerlingen op de hoogte brengen. Bij uitzondering is het mogelijk dat leerlingen hun eigen laptop op school gebruiken. Het gebruik van eigen apparatuur is voor eigen risico. Leerlingen kunnen dan gebruik maken van het gasten WiFi netwerk. Bij diefstal cq. vernieling is Bartiméus Onderwijs niet aansprakelijk. Iedere leerling zorg zelf voor een eigen usb-stick (met standaard capaciteit). De leerlingen die gebruikmaken van spraakondersteuning zorgen zelf voor een oor- of hoofdtelefoon meenemen of kunnen deze huren; ze betalen dan een borg van € 7,50. Werkweken Als school vinden wij het belangrijk samen met de leerlingen op werkweek te gaan. Ieder jaar wordt er een werkweek georganiseerd: het ene jaar een survival werkweek voor de onderbouw, het andere jaar een winterwerkweek voor de bovenbouw. Jaarlijks wordt bekeken of er een stedentrip naar het buitenland georganiseerd kan worden. Tijdens de werkweek wordt een beroep gedaan op andere vaardigheden dan in het Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 35 normale lesprogramma, zoals grenzen verleggen, samen verantwoordelijkheid dragen, doorzettingsvermogen, je verstaanbaar maken in het buitenland, kennis maken met een andere cultuur, eten en gewoontes. De ervaring heeft geleerd dat deze werkweken een grote meerwaarde hebben voor de ontwikkeling van de leerlingen. De werkweken maken een vast onderdeel uit van het gehele onderwijsproces. Om deze werkweken te kunnen bekostigen vragen wij een bijdrage van de ouders. De kosten voor een werkweek in het binnenland bedragen ongeveer € 125,- en voor een werkweek in het buitenland tussen € 150,- en € 350,-, afhankelijk van de duur en de soort werkweek. Inspiratiedagen Voor de leerlingen vanaf het tweede leerjaar ligt er een aanbod om mee te doen met de Inspiratiedagen. Deze zullen, vanuit de protestants-christelijke identiteit van Bartiméus Onderwijs, vormgegeven worden door een verblijf in een klooster. Er worden eenvoudige workshops/ vieringen en ontspanningsmomenten verzorgd vanuit een levensbeschouwelijk kader. De bijdrage van ouders aan dit driedaags all-in verblijf is voorlopig vastgesteld op €€50,-. Kunst en Cultuur Educatie “Kunsteducatie wil ruimte scheppen voor creativiteit, intuïtie en onbevangenheid en verbeeldingskracht ontwikkelen” Op school is een aanbod van Kunst en Cultuur Educatie (KCE). De disciplines - drama, muziek, dans, literatuur, beeldende vorming, audiovisuele vorming en cultureel erfgoed - komen op verschillende manieren en momenten aan bod. De bovenbouwleerlingen van het vso hebben in het voor- en najaar een CKV dag. Het accent ligt op het bezoeken van kunstenaars, kunstwerken, ateliers en/of musea en workshops. Ieder schooljaar zijn er gezamenlijke dagen Kunst en Cultuur voor het so en het vso. Deze vinden plaats in- en rond de school. Daarbij zijn kunstenaars betrokken en wordt er ook veel gedaan door de leerkrachten zelf. Tijdens deze dagen vervallen de gewone lessen en alle workshops en activiteiten zijn rond een bepaald Kunst thema vormgegeven. Naast workshops en activiteiten wordt er toegewerkt naar een presentatie aan het einde van de week. Al met al een bruisend gebeuren binnen de school met voorstellingen, presentaties optredens en tentoonstellingen. Deze KCE-dagen bieden ruimschoots de gelegenheid om de kerndoelen voor Culturele oriëntatie en creatieve expressie tot hun recht te laten komen. Om deze KCE-dagen te kunnen bekostigen worden o.a. gelden uit de (vrijwillige) ouderbijdrage gebruikt. Het onderdeel KCE is opgenomen in het lesprogramma van het vso. Wekelijks wordt een blok (1,5 uur) KCE aangeboden aan de bovenbouw en aan de onderbouw. De groepering is leerroute doorbrekend. De blokken KCE worden modulair gegeven. De workshops bestrijken het leergebied van de kunstdisciplines. Voorbeelden van workshops zijn: drama, gedichten, creatief schrijven, stop motion, fotografie, film zonder beeld, artware, schilderen, stemexpressie ritme en zang, sloophout. Waar het ingepast kan worden in het lesprogramma maken we gebruik van voorstellingen/exposities/cultureel erfgoed vanuit de regio. Leerkrachten krijgen de mogelijkheid zich te scholen, zodat het ingepast kan worden bij het aanbod voor de leerlingen. 36 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) Oriëntatie en Mobiliteit Op het so leren de leerlingen bij Oriëntatie & Mobiliteit (O&M) zich zelfstandig te redden in het centrum van Zeist. Leerlingen die in het vso op school komen krijgen O&M- les om zich ook die vaardigheden eigen te maken. Wanneer zij die vaardigheden voldoende hebben ontwikkeld om zelfstandig (het dorp) het centrum van Zeist in te gaan, berichten wij de ouders daarover, omdat minderjarige leerlingen pas na schriftelijke toestemming van de ouders het schoolterrein mogen verlaten. Leerlingen in de brugklas mogen het schoolterrein niet verlaten. Zelfstandig leren reizen is een essentieel onderdeel van de lessen O&M in het VSO. Alle leerlingen zijn later aangewezen op het OV wanneer zij stage gaan lopen of een vervolgstudie gaan volgen. In de onderbouw gaan de leerlingen per klas of individueel dit oefenen. Om dit mogelijk te maken dienen alle vso leerlingen een OV-Begeleiderskaart aan te vragen bij de NS. Met een dergelijke kaart mag de leerling een gratis begeleider meenemen op zijn reis met bus en trein. Voor excursies wordt ook gebruik gemaakt van deze begeleiderskaart. Deze kaart kan ook gebruikt worden vanuit de thuissituatie. De voorwaarden voor het gebruik van de begeleiderskaart zijn: De leerling en begeleider moeten allebei minstens 12 jaar oud zijn. De hele reis wordt gezamenlijk gemaakt. De leerling reist zelf met een geldig vervoerbewijs, want de OV-Begeleiderskaart geldt als vervoerbewijs voor de begeleider. Een aanvraagformulier voor de OV-Begeleiderskaart kunt u telefonisch aanvragen via 0900-1462 (€ 0,10 p.m.) aan. Vanaf het derde leerjaar dient de leerling een eigen OV-chipkaart te hebben. Dat kan een anonieme zijn maar ook de speciale OV-chipkaart voor mensen met een visuele beperking. Meer informatie hierover kunt u inwinnen bij de O&M-instructeurs op school, de mobiliteitsbegeleiders van Dienstverlening, de NS en/of Viziris. Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs 1. vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) Het vmbo leidt leerlingen op voor een diploma en /of certificaten wat toegang geeft tot het mbo (middelbaar beroepsonderwijs). Onderbouw De leerling volgt drie brugklasjaren waarin verschillende theoretische en praktische vakken worden aangeboden. Vergeleken met het reguliere vmbo wordt in de onderbouw naast de verschillende cognitieve vakken ook veel aandacht besteed aan het praktisch bezig zijn in de praktische vakken. Denk bijvoorbeeld aan vakken als verzorging, bewegingsonderwijs, algemene en tuintechniek en beeldende vorming. Tijdens de projectweek wordt vakoverstijgend gewerkt, waarbij alle leerkrachten ingezet worden. Daarnaast besteden wij natuurlijk veel aandacht aan activiteiten en lessen die de gevolgen van een visuele beperking kunnen compenseren, zoals oriëntatie & mobiliteit, brailleonderwijs en ict. Leerlingen met een visuele beperking hebben meer tijd nodig. Het tempo van lezen en schrijven is vaak lager, het opdoen en verwerken van kennis kost soms meer moeite, het leren en eigen maken van praktische vaardigheden kosten meer tijd. Daarom hebben de leerlingen een extra jaar in de onderbouw om hen meer ervaring te laten opdoen en om de gevolgen van de visuele beperking zoveel mogelijk te leren compenseren. In het eerste leerjaar wordt een aantal toetsen afgenomen om eventuele leerproblemen vroegtijdig te signaleren. Aan het eind van de onderbouw krijgen de leerlingen een advies en bespreken we hoe het verdere verloop van hun onderwijstraject eruit zal gaan zien. Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 37 Afhankelijk van het leerniveau, leergedrag, leerresultaten werkt de leerling op BBL of TL niveau. Op het rapport wordt naast het cijfer vermeld op welk niveau de leerling werkt, hoe de werkhouding en het inzicht is. Het hanteert een overgangsregeling. Bovenbouw; sector en leerweg Na de onderbouw kunnen de leerlingen kiezen uit twee sectoren: Zorg & welzijn of Economie. Binnen deze sectoren bieden wij de leerwegen aan zoals die ook in het regulier vmbo worden aangeboden: theoretische leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg en basisberoepsgerichte leerweg. Afhankelijk van het niveau van de leerling wordt hij/zij toegelaten tot een leerweg. Vakkenpakket en lesprogramma in de bovenbouw van alle leerwegen worden vrijwel geheel bepaald door de exameneisen. Daarnaast volgen de leerlingen een onderwijsprogramma dat door de school is samengesteld met bewegingsonderwijs, kunst en cultuur educatie en de projectweek (CKV). Ze lopen ook stage. 2: havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) De havo in Zeist bestaat uit vijf of zes jaar: drie jaar onderbouw en twee of drie jaar bovenbouw (tweede fase) en leidt leerlingen op voor een diploma dat toegang geeft tot het mbo (middelbaar beroepsonderwijs), het hbo (hoger beroepsonderwijs) of het vwo. Leerlingen die het advies havo gekregen hebben, gebaseerd op de cito-uitslag of vergelijkbare toetsen en leerlingvolgsysteem gegevens, worden toegelaten tot de havo-leerroute. De leerlingen krijgen op havo niveau les en werken uit vmbo/havo/vwo-methodes. In het havoonderwijs wordt een groter beroep gedaan op zelfstandig leren en werken. Het tempo van leren en verwerken ligt hoger. Het havo-onderwijs sluit wat lesprogramma, vakken en gebruikte methodes betreft zoveel mogelijk aan bij het regulier havo-onderwijs. Onderbouw De leerlingen volgen in de onderbouw theoretische vakken en een aantal praktische vakken. Aan het eind van de onderbouw moet de leerling voldoen aan de kerndoelen van de onderbouw havo. Deze zijn gelijk aan die van het regulier onderwijs. Aan het eind van de onderbouw (in havo 3) kiest de leerling één van de profielen ‘Economie & Maatschappij’ of ‘Cultuur & Maatschappij’. Voor leerlingen die voorkeur hebben voor een ander profiel, wordt bekeken of het organisatorisch en didactisch mogelijk is dat te realiseren. Voor welk profiel de leerling kiest, is niet alleen afhankelijk van zijn interesse, mogelijkheden, toekomstwensen, maar ook van zijn visuele beperking: kan ik de vakken van dit profiel met mijn beperking goed volgen? Vernieuwde tweede fase havo Het vakkenpakket en lesprogramma in de bovenbouw worden vrijwel geheel bepaald door de exameneisen die vanaf 1 augustus 2007 worden gesteld in de Vernieuwde Tweede Fase. Daarnaast volgen de leerlingen een onderwijsprogramma dat door de school is samengesteld: bewegingsonderwijs, kunst en cultuur educatie, projectweken (ckv) en lopen stage (gelijk met de vmbo-TL leerlingen). De leerlingen werken in de tweede fase nog meer zelfstandig en kunnen in mindere mate een beroep doen op de leraar. De tweede fase wordt afgesloten met het staatsexamen. Examen vmbo of havo of IVIO. Het vso-T biedt verschillende mogelijkheden om een officieel erkend diploma te halen. Dit kan zijn een volledig diploma of certificaten in één of meerdere vakken. Als eerste kunnen leerlingen een vmbo-TL of havo-diploma halen. Leerlingen die de theoretische leerweg van het vmbo of de havo volgen, sluiten dit af met een staatsexamen, dat bestaat uit een centraal schriftelijk eindexamen en een commissie- (mondeling) examen. Voor de andere leerwegen van het vmbo hebben wij een samenwerkingsverband met een reguliere 38 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) school voor voortgezet onderwijs. Wij maken, in samenwerking met deze school, zelf het PTA (Programma voor Toetsing en Afsluiting). De BBL leerlingen worden als extraneï ingeschreven bij de reguliere VO-school en doen mee aan het landelijke digitale beeldscherm-examen. Onze vmbo, en havo-diploma’s zijn gelijkwaardig aan die van het regulier onderwijs en bieden toegang tot het mbo en hbo. Stages In het voorlaatste examenjaar lopen vmbo- en havo-leerlingen een snuffelstage van twee weken in een regulier bedrijf in Zeist en omstreken. Doel van deze stage is dat leerlingen zich oriënteren op werkvelden/beroepen en ondersteund worden bij de keuze van een vervolgopleiding. Leerlingen doen tijdens de stage ervaring op over basisvaardigheden horende bij werk/arbeid en nemen deel aan werkzaamheden in het werkveld/beroep. De stage worden vanuit school intensief voorbereid en begeleid tijdens het stage lesuur. De leerlingen wisselen hun stage-ervaringen uit met elkaar en met de begeleiders op de stageplek en op school. In de stage ligt de nadruk op vaardigheden zoals communiceren, sociale omgang, mobiliteit, zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De leerlingen worden gestimuleerd om, met hulp van de stagebegeleider, zélf een stageplaats te zoeken. Tijdens de stage voert de leerling allerlei opdrachten uit, die hij verwerkt in een stageverslag. Na afloop van de stage vindt een uitgebreide evaluatie plaats en beoordeelt de stagebegeleider het stageproces, de voorbereiding, de uitvoering en het verslag. Aan het eind van het schooljaar verzorgt iedere leerling die stage heeft gelopen een presentatie van zijn stage. De stage-ervaringen worden gebruikt bij de loopbaanoriëntatielessen en zijn een verplicht onderdeel van het mondelinge examen aan het einde van het vmbo en de havo. De leerlingen, in de basisberoepsgerichte leerweg, volgen het volgende stagetraject: • In het derde leerjaar (BBL3): een dagdeel per week een beroepsoriënterende interne stage op school of op een locatie van Bartiméus. • In het vierde leerjaar (BBL4): een praktijkgerichte stage van een dagdeel per week gedurende een periode van 16 tot 20 weken, op een locatie / werkplek van Bartiméus of in een regulier bedrijf. De presentatie van de stage door de BBL 4 leerling is een PTA cijfer voor het beroepsgerichte vak. Topklas Het is mogelijk om na het vso in Zeist nog een jaar de “topklas” op locatie Ermelo of Utrecht te volgen. In dit traject wordt per deelnemer gekeken waar de specifieke behoefte ligt. Er wordt een traject samengesteld uit de volgende componenten: • Talentenexpeditie: welke mogelijkheden, interesses, arbeidsmarktperspectief heeft de leerling. Deze ervaring doet hij op via bedrijfsoriëntatie, testen, opleidingen bekijken. • Basisvaardigheden: gekeken wordt o.a. naar computergebruik, taal, rekenen, communicatieve vaardigheden, studievaardigheden. • Training: omgaan met de beperking, het sterker maken van de leerling, Empowerment. • Start beroepsopleiding: Als er een juiste keuze is gemaakt, de basisvaardigheden zijn op peil, dan kan gestart worden met een opleiding die voorbereid op het gekozen beroep. De resultaten worden weergegeven in het Persoonlijk Opleidings- en OntwikkelingsPlan (POOP). De uitstroom vanuit de Topklas kan zijn een reguliere opleiding aan een ROC of het vervolg van de opleiding bij het REA College Bartiméus. Ook uitstroom naar arbeid is mogelijk en dan kan ondersteuning naar werk geboden worden. Het REA College Bartiméus organiseert op aanvraag individuele voorlichting en rondleiding in Ermelo of Utrecht. Je kunt hiervoor contact opnemen met: Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 39 Ermelo: Marcel de Schipper T 0341 - 498 593 E [email protected] Utrecht: Elja Reijntjes T 0341 - 498 500 E [email protected] Zij zijn uiteraard ook bereikbaar voor nadere informatie en/of vragen. Voor meer informatie kunt u terecht op www.reacollegenederland.nl . Uitstroomprofiel Arbeid en Uitstroomprofiel Dagbesteding Leerlingen met uitstroomprofiel arbeid of dagbesteding volgen praktijkonderwijs. Van deze leerlingen wordt ingeschat of zij toeleidbaar zullen zijn naar arbeid (loonvormende arbeid, sociale werkvoorziening) of naar (arbeidsmatige) dagbesteding. Zij zullen niet in staat zijn een volledig BBLdiploma te behalen. Voor een aantal leerlingen zal het mogelijk zijn IVIO-examen in één of meerdere vakken en op verschillende niveaus te doen. Leerlingen met deze uitstroomprofielen ontvangen een vso-getuigschrift met een overgangsdocument, waaruit onder meer de ondersteuningsbehoefte blijkt voor arbeidsmarkt/dagbesteding. Tot twee jaar na het verlaten van de school biedt de school een zekere nazorg in de vorm van advies aan de ex-leerling of zijn ouders. Het praktijkonderwijs is gericht op werken, wonen en vrijetijdsbesteding. De school benadrukt de mogelijkheden en sterke kanten van de leerling en streeft ernaar dat leerlingen vooral succeservaringen opdoen. Dat wil niet zeggen dat er geen eisen aan de leerling worden gesteld. Onze school ziet het als haar taak de lat voor de leerling zo hoog mogelijk te leggen: laat zien wat jij kan! Het praktijkonderwijs van Bartiméus Onderwijs sluit zoveel mogelijk aan bij de praktijk en de ontwikkelingen in het regulier praktijkonderwijs. Ten gevolge van de visuele beperking zijn de uitstroommogelijkheden van onze leerlingen echter aanmerkelijk beperkter dan van leerlingen van het regulier praktijkonderwijs. In het praktijkonderwijs geven wij onderwijs op maat, gebaseerd op een heldere inschatting van competenties van de leerling door middel van toetsen en testen, observaties, rapportages en gesprekken met ouders en leerling. Het praktijkonderwijs van Bartiméus heeft de volgende kenmerken: • wordt gegeven in leerjaren, vergelijkbaar met het regulier praktijkonderwijs. • houdt rekening met de individuele verschillen tussen leerlingen. • sluit aan bij de mogelijkheden (competenties) van de individuele leerling. • is betekenisvol en sluit aan bij de leef- en belevingswereld van de leerling. • leerlingen leren door doen en herhaling. • in leerling-activiteiten vertaald ‘leren door doen’. De leerling leert vooral in praktische situaties en met behulp van theorie, die gericht is op de toepassing in de alledaagse werkelijkheid en de belevingswereld van de leerling. Het is gericht op het ontwikkelen van leerstrategieën en biedt duidelijke structuren. De werkmethode ‘denken, doen, terugkijken’ wordt consequent toegepast. En daarnaast heeft het een heeft een sociaal karakter: leren samenwerken, leren elkaar te accepteren en te waarderen. Leerlingen worden erop voorbereid als mondige burger in de samenleving te kunnen functioneren. Sleutelwoorden hierbij zijn: integratie, zelfredzaamheid, zelf keuzes leren maken en verantwoordelijkheid leren nemen voor de eigen ontwikkeling. Onderwijsprogramma In leerjaar 1 en 2 staat een aangepaste vorm van de onderbouw centraal, aangepast aan de visuele beperking én aangepast aan de leermogelijkheden van de individuele leerling. Met name in de eerste twee leerjaren ligt nog een sterk accent op Nederlandse taal en wiskunde/ 40 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) rekenen. Daarnaast is er veel aandacht voor de oriëntatie op mens, samenleving en natuur. Vaardigheden worden geleerd en geoefend in vakken als: SOVA (sociale vaardigheden), CUMA (cultuur en maatschappij), seksuele vorming, natuur en gezondheid, informatica, algemene techniek, tuintechniek, basisvaardigheden, verzorging, bewegingsonderwijs en kunst en cultuur educatie. Vanaf de P1 maken de leerlingen kennis met praktijkgerichte opdrachten, wasronde, vaatmachine uitruimen, oud papier ophalen. Vanaf leerjaar 3 blijft algemene vorming belangrijk, maar vindt door onderwerpkeuze en werkvormen een verschuiving plaats naar kennis en vaardigheden die de leerling nodig heeft in de arbeidsvoorbereiding, arbeidstoeleiding, stages en later in zijn volwassen leven. In de laatste leerjaren wordt gewerkt met een weekplanning. De leerlingen werken zelfstandig aan een weektaak. Deze wordt eenmaal per week individueel doorgesproken met de mentor. Arbeidsvoorbereiding en arbeidstoeleiding Vanaf leerjaar 3 komt het accent steeds meer op arbeid te liggen. Voorbereiden op werk speelt een grotere rol naarmate de leerling dichter bij het schoolverlaten komt. In leerjaar 3 wordt gestart met een dag kantinecatering. In leerjaar 4 komt er een dagdeel arbeidsvoorbereiding bij. Met arbeidsvoorbereiding kan de leerling kennismaken met wat ‘werken’ inhoudt en wat er van hem verwacht wordt. Het programma kan zich richten op o.a. kantinecatering, dienstverlening, tuin, boekbinden of kantoorpraktijk of het atelier. Elke periode arbeidsvoorbereiding wordt met en door de leerling geëvalueerd. De leerlingen ontwikkelen competenties door het uitvoeren van taken, klussen en praktijkopdrachten die herkenbaar en levensecht zijn om zich voor te bereiden op de externe stage met als uiteindelijk doel: het vinden van een werkplek waar de leerling zich het beste thuis voelt gezien zijn wensen, voorkeur en mogelijkheden. De leerling krijgt zo zicht op zijn toekomstperspectief t.a.v. arbeidsmogelijkheden, competenties, vaardigheden en interesses. De kantinecatering is één van de onderdelen van de arbeidsvoorbereiding. Kantinecatering wordt één keer per week verzorgd door leerlingen in de P3 en P4. Er worden broodjes en/of soep gemaakt, die aan leerlingen en medewerkers worden verkocht. Van de inkomsten worden de inkopen gedaan voor de week erop. Door praktijk worden de leerlingen voorbereid op later, na school. Voorbereiden op werk, arbeidsmatige dagbesteding, speelt een grotere rol naarmate de leerling dichter bij het schoolverlaten komt. Een enkele leerling leert verder op een ROC. Vrijwel alle leerlingen gaan na het vso-praktijkonderwijs aan het werk. Stages In de bovenbouw van het Praktijkonderwijs zijn stages de spil van het onderwijs. Stages spelen een belangrijke rol in de arbeidsvoorbereiding. Afhankelijk van de wensen, mogelijkheden en verwachtingen van de leerling, kunnen leerlingen vanaf het 5e leerjaar (snuffel) stages lopen. Zij beginnen met hele dag per week stage. Dit kan zich in het volgende jaar uitbreiden tot twee dagen per week. De stages hebben aanvankelijk een oriënterend karakter. Na een periode van oriëntatie in verschillende werksituaties, richten de stages zich steeds meer op de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Via de stages groeit de leerling uiteindelijk toe naar een arbeidsplaats, op de arbeidsmarkt of arbeidsmatige dagbesteding. De ervaring leert dat er een kloof gaapt tussen de wensen en verwachtingen van de leerlingen en de mogelijkheden in de maatschappij. Mede door de visuele beperking blijkt het voor leerlingen lastig te zijn om goed zicht te hebben op de eisen die worden gesteld aan werken in het algemeen en/of het uitoefenen van bepaalde functies in het bijzonder. Leerlingen hebben soms geen idee welke vaardigheden en opleidingseisen nodig zijn voor bepaalde werkzaamheden en overschatten daardoor soms hun eigen niveau en mogelijkheden. De stage is voor de meeste leerlingen de eerste Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 41 keer dat zij zich buiten de school in een vreemde omgeving moeten gaan bewijzen. Zij worden geconfronteerd met zichzelf, hun mogelijkheden en vooral ook hun beperkingen. Veel leerlingen in het praktijkonderwijs voelen zich met name in sociale situaties vaak onhandig en incompetent. Ook ontbreekt het hun vaak aan een reëel zelfbeeld. Deze onderwijsbelemmeringen worden vaak versterkt door de visuele beperking. Ontwikkelen van sociale vaardigheden is dan ook een leerproces. Door speciaal voor het praktijkonderwijs ontwikkelde methodes en eigen lesmateriaal bieden wij de leerling de mogelijkheid zich vaardigheden eigen te maken die nodig zijn voor wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Via de stage groeit de leerling uiteindelijk toe naar een functionele en definitieve arbeidsplaats. De stages vinden plaats binnen de werkplaatsen van Bartiméus of een dagactiviteitencentrum, sociale werkvoorzieningen of in het reguliere bedrijfsleven. Het IVIO De roep om het behalen van diploma’s wordt de laatste jaren steeds sterker. Voor leerlingen in het praktijkonderwijs bestaat er echter geen landelijk erkend diploma. Het IVIO (Instituut Voor Individuele Ontwikkeling) speelt hierop in door leerlingen die zich willen kwalificeren, in de verschillende vakken examens te organiseren. Een kwalificatie behalen betekent dat je aangetoond hebt over specifieke kennis te beschikken die toelating tot een mogelijke vervolgopleiding mogelijk maakt. Het praktijkonderwijs van Bartiméus biedt leerlingen, die daarvoor in aanmerking komen de mogelijkheid om in het laatste schooljaar op hun eigen niveau examens af te leggen in de vakken Nederlands, rekenen/wiskunde en/of Engels. Het IVIOExamenbureau werkt met de Kwalificatiestructuur Educatie (KSE) en de Kwalificatiestructuur Beroepsonderwijs (KSB). Deze zijn onderdeel van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB 1996) en sluit aan bij de indeling in opleidingsniveaus die voor heel Europa geldt. KSE 1 Nederlands -/1F/A1 KSE 1 Rekenen/wiskunde -/1F KSE 1 Engels A1 Red-zaamheid KSE 2 Nederlands 1F/2F/A2 KSE 2 Rekenen/wiskunde 1F/2F KSE 2 Engels A1 KSE 3 Nederlands KSE 3 Rekenen/wiskunde KSE 3 Engels 42 2F/B1 2F A2 Competenties op dit niveau hebben betrekking op verschillende elementaire vaardigheden voor algemeen maatschappelijk functioneren. Ze zijn vooral zinvol voor mensen die weinig profijt hebben gehad van jeugdonderwijs of bij wie de elementaire vaardigheden zijn weggezakt. Competenties op dit niveau stellen Drempel-niveau iemand in staat de assistent-opleiding in het secundair beroepsonderwijs (KSB 1), functietrainingen van een laag niveau op de werkplek en daarmee vergelijkbare leertrajecten van organisaties voor arbeidsvoorziening te volgen. Bass-niveau KSE 3 is min of meer vergelijkbaar met de basisvorming in het VMBO. Beheersing op KSE 3 biedt toegang tot basisberoepsopleidingen (KSB 2) BOL en BBL in het secundair beroepsonderwijs. Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) Voor uitgebreide informatie verwijzen we u naar: www.ivio-examenbureau.nl . Sociale competentie in het Praktijkonderwijs. “Het praktijkonderwijs richt zich op de toekomst van de leerling, waarbij deze een zo zelfstandig mogelijke plek in de maatschappij moet zien te vinden,op het gebied van wonen, werken en recreëren. Om werk te vinden en te behouden, om jezelf in de maatschappij te kunnen redden is sociale competentie belangrijk”. Sociale competentie is een groot woord. We zien het als het vermogen om op een adequate manier sociaal en emotioneel te functioneren. Adequaat wil zeggen dat er een evenwicht is tussen het tegemoet komen aan de eigen belangen en die van een ander. Wat als evenwichtig wordt gezien en dus adequaat is, wordt bepaald door de normen en de waarden die daarvoor in de samenleving gelden. De beoordeling van het functioneren van een persoon als adequaat en sociaal competent hangt af van de leeftijd en de ontwikkelingsfase waarin die persoon zich bevindt. Sociale competentie is dus een veelomvattend begrip. Voor leerlingen in het Praktijkonderwijs is het nodig om de enorme begrippen te vertalen naar het dagelijks leven. Lessen zijn “bouwstenen”. Methodes voor Sociale competentie leveren richtlijnen en materiaal aan waarmee de leerkracht kan werken aan het vergroten van de sociale competentie, haalbaar en toepasbaar in de organisatie van het onderwijs. Deze competenties komen tot uitdrukking in: 1. communicatieve vaardigheden 2. het vermogen tot samenwerken 3. invoelend vermogen hebben 4. beschikken over zelfvertrouwen 5. initiatief kunnen nemen 6. probleemoplossend vermogen 7. het dragen van verantwoordelijkheid. Wonen Ook wonen vormt een belangrijk aandachtspunt. Wij spreken uitgebreid met de leerling over de mogelijkheden van zelfstandig wonen of een vorm van begeleid wonen. De uitstroommogelijkheden zijn voor onze leerlingen, met name door de invloed van de visuele problemen, beperkter dan die van leerlingen in het regulier praktijkonderwijs. Het onderwijs in de hogere leerjaren zal dan ook zo goed mogelijk een balans proberen te vinden tussen verwachtingen en mogelijkheden van de leerling en de maatschappelijke werkelijkheid. Uitstroom In de arbeidstoeleiding is het moeilijk een goede afstemming te realiseren tussen de verwachtingen en mogelijkheden van de leerling en de eisen die werkgevers stellen. Wij streven er naar het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op zowel de mogelijkheden van de leerling als op de maatschappelijke werkelijkheid. Het onderwijs en de begeleiding zijn erop gericht voor elke leerling de beste plek te vinden. Bij het afsluiten van de schoolperiode krijgen de leerlingen een persoonlijke portfolio mee. Hierin zitten bewijzen van deelname, mogelijk behaalde certificaten, het schooldiploma en evaluaties van de gelopen stages. Inhoud van verschillende vakken op het vso Uitdagende en toegankelijke Wiskunde bij het vso Wat heb je nou aan wiskunde? Dat is een vraag die vroeg of laat door bijna elke leerling wordt Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 43 gesteld. Wiskunde helpt je o.a. om logisch te leren denken. Met logica kun je bijvoorbeeld raadsels oplossen. Lukt het je om het volgende raadsel op te lossen? Raadsel: Een eierboer gaat met een klein mandje eieren naar de markt. De eerste klant vraagt “boer mag ik de helft van al uw eieren plus een half ei?” Dan komt er een tweede klant en deze vraagt gek genoeg hetzelfde “boer mag ik van u de helft van uw eieren plus een half ei?” Gekker moet het niet worden er komt een derde klant en deze vraagt weer hetzelfde. Na deze derde en laatste klant heeft de boer al zijn eieren verkocht en hij heeft geen enkel ei kapot hoeven te slaan. Ra, ra, hoe kan dat en met hoeveel eieren ging de boer naar de markt? Misschien vind je bovenstaand raadsel makkelijk en wil je wat meer uitdaging. Google dan eens naar het “Einsteinraadsel”. Waarschijnlijk heb je hier wat meer tijd en logisch inzicht bij nodig om het raadsel op te lossen. Nu is wiskunde niet alleen bedacht om raadsels op te lossen. Wiskunde speelt een belangrijke rol in het dagelijkse leven en bij veel andere vakken. Ook voor onze leerlingen is wiskunde dus zeker een belangrijk vak. Wiskunde is wel een visueel ingesteld vak, denk aan grafieken, cirkeldiagrammen, meetkundige figuren etc. Bij het vso wordt dan ook veel aandacht besteed om de lesstof toegankelijk en inzichtelijk te maken voor onze leerlingen. Naast de “gewone lesstof” uit de schoolboeken wordt er ook op andere manieren gewerkt om de leerlingen wiskundig inzicht te laten krijgen. Voorbeelden hiervan zijn o.a.: Bouwen met magneetstaven en bollen, werken met Excelbladen en wiskunde applets op de computer, DVD’s met wiskundige onderwerpen, meetkundige figuren uitzetten op rasterborden etc. Verder kan er gespeeld worden met denkspellen als dammen, schaken en Othello. De aanpassingen voor onze braille leerlingen zijn o.a: voelbare tekeningbanden (grafieken en figuren), digitaal lesmateriaal, ruimtelijke modellen, braille hoekmeter, voelbare meetlatten, geprogrammeerde Excelbladen i.p.v. de grafische rekenmachine etc.. De aanpassingen voor onze slechtziende leerlingen zij o.a: A3 boeken (vergroting van gewone lesboeken), gescande lesboeken om mee op de computer te kunnen werken, een digitaal schoolbord gekoppeld aan de PC’s van de leerlingen etc. Met deze aanpassingen zijn onze leerlingen prima in staat om de lesstof door te nemen en uiteindelijk het examen te doen. Tuintechniek en biologie Tuintechniek ligt in het verlengde van het vak biologie. Waar bij biologie de nadruk ligt op de theorie komt bij tuintechniek de praktijk naar boven. Bij tuintechniek worden alle zintuigen uitgedaagd tot activiteit. Uit de praktijk blijkt dat het tuinieren andere aspecten van het mens-zijn stimuleert: het verhoogt de creativiteit en het gevoel van eigenwaarde van de deelnemers. Ook bevordert het de sociale interacties en het contact met en de herkenning van ‘aardse elementen’. In de tuin moet je je bewegen en oriënteren. Werken in de tuin stimuleert! Het vak Verzorging Op het VSO wordt het vak Verzorging gegeven in praktijkblokuren. Binnen het vak Verzorging worden veel lesuren besteed in de schoolkeuken. Het doel van dit vak is zelfredzaamheid op het gebied van koken (kleine gerechtjes); kennis verkrijgen over de schijf van vijf, gezond eten en drinken, jezelf goed verzorgen, hygiëne bij het bereiden van gerechten, kennis over eetwaren en vooral het plezier in het maken en proeven van gerechtjes. De lessen hebben een vaste structuur. Aan het eind van iedere les worden beoordeeld: je manier van werken (werkhouding, hygiëne en 44 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) werkvolgorde) en het resultaat van je gemaakte gerecht. Je leert als leerling zelfstandig te werken in de keuken. Dit draagt bij aan goed voor jezelf zorgen, wat je je hele leven nodig zult hebben. Dus een heel belangrijk en leuk vak! Artware webwinkel (in ontwikkeling!) Tijdens de lessen arbeidsvoorbereiding, Kunst Cultuur Educatie (KCE), Basisvaardigheden, textiele vaardigheden en techniek worden door leerlingen van onder anderen, gerecycled materiaal, producten gemaakt. Deze producten proberen wij te verkopen op studiedagen, ouderavonden, open avond, kerstviering e.d. Ook worden deze producten aangeboden als relatiegeschenken. Er kunnen ook opdrachten komen vanuit Bartiméus. Bijvoorbeeld kerstkaarten of andere, op maat gemaakte, geschenken. De verkoop van deze artikelen zijn wij aan het uitbreiden d.m.v. een webwinkel. Dit jaar hebben we een project aangevraagd om de webwinkel eindelijk vorm te kunnen geven en daar zijn wij nu hard mee bezig! Via deze weg willen we onze leerlingen meer op de kaart zetten, krijgen de producten meer bekendheid en worden de leerlingen betrokken bij de verkoop van de artikelen die zij gemaakt hebben. Het onderhouden van de website en het maken van de producten wordt een onderdeel van de lessen. Zo zijn de leerlingen van het begin tot eind betrokken bij de productielijn (van het maken tot het verkopen van producten). Basisvaardigheden Bij Basisvaardigheden wordt er aandacht besteed aan de basisstappen van bepaalde fijne motorische handelingen die vaak bij handvaardigheid nodig zijn maar ook in het dagelijks leven goed van pas komen. Het verhoogt het zelfstandig handelen van de leerling. Hij ervaart aan den lijve dat hij veel meer zelf kan dan zijn omgeving en hijzelf denkt. Leerlingen die deze lessen nodig hebben krijgen in groepjes van twee á drie leerlingen, gedurende het hele jaar basisvaardigheden. Gedurende dit proces wordt samen met de leerling bekeken welke basisvaardigheid nog extra oefening behoeft. Als het instapniveau duidelijk is wordt er samen met de leerling bekeken welke basisvaardigheid geoefend gaat worden. Ook kunnen de leerlingen zelf nog iets aandragen waar ze graag mee willen oefenen of nog willen leren. De vaardigheden die o.a. aan bod komen zijn: • Knippen • Strikken • Vlechten • Knopen • Met naald en draad werken • Vouwen van brieven, insteken van enveloppen ect. Verbeterresultaten en schoolontwikkeling In schooljaar 2013-2014 hebben we de volgende resultaten voor vso Zeist bereikt: • De inspectie van onderwijs heeft het vso weer voor 4 jaar het basisarrangement toegekend. • Voor iedere leerling van het vso is een OPP, ontwikkelingsprofiel plan, beschreven, besproken met leerling en ouder(s) en geëvalueerd. • In het vso wordt gewerkt met de 3 uitstroomprofielen: vervolgonderwijs, arbeid en arbeidsmatige dagbesteding. • de Commissie van Leerlingenzorg functioneert • De kaders van hoe de zorgstructuur van het vso er uit ziet zijn beschreven. • Referentieniveaus taal en rekenen worden ingevoerd op het vso. 8 leerlingen hebben meegedaan aan de rekentoets. • Het taalbeleidsplan is geschreven. Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) 45 • In samenwerking met vso collega’s van Visio is een start gemaakt met opbrengstgericht werken. Hiervoor is/wordt een nulmeting voor de vakken Nederlands en Engels gedaan bij vso leerlingen. • Voor elke klas en elk vak is een vakleerplan beschreven, waarin de onderwijsbehoeften van de klas/groep zijn beschreven. • Er zijn verschillende stage-trajecten uitgezet in het vso, passend bij de leerling. • De SEOL, leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling, is geïmplementeerd en wordt door leerling, mentor en ouders ingevuld en kan ter sprake komen tijdens het OPP gesprek. • Door het project “topklas arbeid” is er een intensievere samenwerking ontstaan tussen school, vso Zeist en vso Bosschool, en dagbesteding. In schooljaar 2014-2015 hebben we de volgende beleidsvoornemens: • Borging van de kwaliteit van het onderwijsleerproces tav het didactisch en pedagogisch handelen in een kwaliteitshandboek. • Analyseren en evalueren van de ontwikkelingsperspectieven en leeropbrengsten van de vso leerlingen op leerling-, groeps- en schoolniveau. • Zodra het cito-voas leerlingvolgsysteem aangepast is en gebruikt kan worden door onze doelgroep worden clusterstandaarden en schoolstandaarden gesteld voor de kernvakken: Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde. • Tevens kunnen dan opbrengsten voor de kernvakken gemeten, geanalyseerd en vergeleken worden. Dit kan op school- en clusterniveau. • Onderbouwing van de onderwijstijd. • De leerlijn burgerschap is beschreven voor het vso. • In het schooljaar 2013-2014 wordt de SEOL (leerlingvolgsysteem voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling Leefstijl) ingevuld door leerkrachten, leerlingen en ouders. • Het vso-team komt meerdere malen per schooljaar bijeen voor intervisie. • Aan de leerlingenzorgstructuur vso wordt verder invulling gegeven, met name aan de HGWwielen en leerlingbesprekingen. • Handelingsgericht Werken (HGW) in het Voortgezet Onderwijs wordt nader uitgewerkt in het vso • Het taalbeleidsplan wordt geïmplementeerd • Implementatie leerlingenzorg vso; handelingskalender, OPP cyclus leerlingbespreking. De leerlingen zorg is beschreven met procedures en formats. • Transitie document vso naar arbeid, dagbesteding is ontwikkeld • Social media protocol is vastgesteld en er is gekozen voor een anti-pestmethode • Een aantal leerkrachten wordt geschoold in” empowerende bejegening” • Onderzocht wordt of er mogelijkheden ontwikkeld kunnen worden voor leerlingen die op grote reisafstand van de school wonen. • Op 10 november wordt een clusterbrede studiedag georganiseerd met Opbrengst Gericht Werken als thema. 46 Het voortgezet speciaal onderwijs in Zeist (vso) De Bosschool in Doorn Speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen met een meervoudige visuele beperking De Bosschool biedt onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking, die zeer moeilijk leren. Leerlingen vanaf 4 jaar kunnen instromen en tot hun twintigste jaar op de Bosschool blijven. Ze doorlopen dan het so en het vso van de school. Onze school is onderdeel van een verbrede school, waarin de Bosschool, Dagbesteding, een Therapeutisch peutergroep en een kinderdagverblijf samen een plaats hebben. Dit biedt mogelijkheden tot samenwerking en uitwisseling van kennis. Veel van onze leerlingen hebben, naast een visuele beperking en leerproblemen, ook motorische of andere beperkingen. De combinatie van deze verschillende beperkingen vraagt om een individueel programma. Een kenmerk van ons onderwijs is dat de leerstof in kleine, gestructureerde stapjes wordt aangeboden. Een kind dat zeer moeilijk leert, heeft problemen met het zich eigen maken van de leerstof en met het leren in en van sociale situaties. Daarom bieden wij in ons onderwijs veel begeleiding. We streven er naar om in elke klas te werken met een leerkracht en een klassenassistent. Op de Bosschool werken we vanuit onze pijlers uit het onderwijsconcept: • Wij kennen en activeren de leerlingen en brengen ze tot leren naar vermogen. • Wij creëren een balans tussen uitdaging en veiligheid. • Wij maken informatie toegankelijk. • Wij vergroten je wereld. • Wij ondersteunen de leerling bij het ontwikkelen van een reëel zelfbeeld. Wij verduidelijken de situaties voor onze leerlingen en ondersteunen hen daarin. Bij dit alles De Bosschool in Doorn 47 streven wij naar een zo zelfstandig mogelijke deelname van de leerlingen aan de sociale omgeving. Extra aandacht besteden wij aan het bevorderen van de zelfredzaamheid, oriëntatie en mobiliteit, sociale vaardigheden, communicatie en wereldoriëntatie. In de klas wordt vaak gewerkt met thema’s die vanuit meerdere vakgebieden kunnen worden behandeld. Naast klassikale reken- en taalactiviteiten werken wij op het gebied van taal en rekenen zo veel mogelijk individueel met de leerlingen. Een deel van de leerlingen leert lezen, schrijven of typen, rekenen, klokkijken, omgaan met geld en picto-lezen. De ICT ondersteund ons hierbij, zo maken we veelvuldig gebruik van computers en Ipads. Hiervoor worden ook apps en programma’s ontwikkeld gericht op visueel meervoudig beperkte leerlingen. De vakken muziek en drama stimuleren de leerlingen tot expressie en bevorderen de sociaal emotionele ontwikkeling. Jaarlijks hebben wij een project waar de hele school aan deelneemt. Uitstroom Op het vso van de Bosschool bieden we het uitstroomprofiel Dagbesteding aan. Onze leerlingen stromen uit naar dagbesteding en arbeidsmatige dagbesteding. Dit kan zowel binnen als buiten Bartiméus. Als leerlingen voor 1 oktober twintig jaar worden, verlaten zij in de zomer voorafgaand aan hun verjaardag de school. Valt hun twintigste verjaardag na 1 oktober dan mogen de leerlingen het lopende schooljaar afmaken. Let op: Sommige gemeentes vergoeden echter alleen de vervoerskosten naar school voor leerlingen die jonger zijn dan twintig jaar. Soms verlaten leerlingen voor hun twintigste verjaardag de Bosschool. Dat kan het geval zijn als er geen nieuwe onderwijsdoelen gesteld kunnen worden of wanneer wij geen goed antwoord meer kunnen geven op de hulpvraag. Wij verwijzen de leerlingen dan naar een andere vorm van onderwijs of naar een dagactiviteitencentrum. Perspectieven of leerroutes De school is ingedeeld in twee onderwijskundige afdelingen. Elke afdeling heeft haar eigen accenten. We onderscheiden een afdeling speciaal onderwijs (so) en een afdeling voortgezet speciaal onderwijs (vso) en daarbinnen meer ontwikkelingsgerichte en meer belevingsgerichte klassen. Binnen de afdeling so onderscheiden we: • de aanvangsgroep en de onderbouw: leerlingen van ongeveer 4 tot 9 jaar • de bovenbouw: leerlingen van ongeveer 9 tot 13 jaar, leerlijnen waar mogelijk gericht op de uitbouw van (schoolse) vaardigheden. Op de vso-afdeling kennen we een onderbouw en een bovenbouw: leerlingen van ongeveer 13-20 jaar, leerlijnen gericht op samenleven, wonen, werken en vrije tijd. We werken in het vso een gedeelte van de schoolweek klassendoorbrekend. Hierin komen naast specifieke vakken ook zaken als arbeidsvoorbereiding en werkhouding aan de orde. Bijvoorbeeld in de catering is er aandacht voor hygiënisch werken, taakgericht zijn en klantvriendelijk zijn. Voor de verschillende stromen in de school stellen we leerroutes samen vanuit de leerlijnen voor meervoudig visueel gehandicapte leerlingen (VGMG). Deze leerlijnen zijn mede door onze school ontwikkeld. Leerlingvolgsysteem Om de ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, vullen wij elk jaar het leerlingvolgsysteem in. Wij werken met het OntwikkelingsVolgModel (OVM) van het Seminarium voor Orthopedagogiek. Hiermee brengen wij het ontwikkelingsniveau per gebied in kaart. 48 De Bosschool in Doorn Ontwikkelingsperspectief en Individueel handelingsplan We werken met een Ontwikkelingsperspectief (OPP), wat per augustus 2013 landelijk is ingevoerd voor leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De inspectie vraagt ons te verhelderen wat de leerroute van een leerling is en in een vroeg stadium van de schoolloopbaan een inschatting te maken van het uitstroomniveau. Het OPP is het verplichte document wat met ouders besproken wordt. In het OPP beschrijven wij, naast de herkenbare onderdelen uit het IHP (medisch, visus, begeleidingswijze in onderwijsbehoeften en trajectschema), een korte samenvatting van onderzoeksgegevens uit het dossier en onze observatiegegevens vanuit ons leerlingvolgsysteem: het OntwikkelingsVolg Model (OVM). Hierdoor geven wij een beter beeld van het niveau van de leerlingen en de leerroute die we willen volgen. Als Bosschool blijven we voorlopig ook nog een IHP schrijven, omdat we denken dat hierin belangrijke informatie staat over de gestelde doelen en de voortgang van de leerlingen. Centraal in het onderwijs staat de onderwijsbehoefte van de leerling. Vanuit deze onderwijsbehoefte stellen wij een Individueel Handelingsplan (IHP) samen voor uw kind. Dit is als het ware een contract tussen ouders en school over hoe wij het onderwijs aan uw kind vormgeven. Bij het opstellen van de doelen maken wij gebruik van de gegevens uit het Ontwikkelings Volg Model (OVM) en de leerlijnen Visueel Gehandicapten Meervoudig Gehandicapten (VGMG). Door op deze manier doelen te stellen proberen we beter aan te sluiten bij het daadwerkelijke ontwikkelingsniveau van de leerling. Wij nodigen ouders uit voor een tussen evaluatiegesprek voor de voorjaarsvakantie en een eindevaluatiegesprek voor de zomervakantie. In deze gesprekken bespreken wij de ontwikkeling van uw kind en overleggen we met elkaar of de gestelde doelen van het IHP zijn behaald. Ook krijgt u voor de zomervakantie van ons het concept-IHP met daarin de doelen voor het komende schooljaar. U wordt dan uitgenodigd voor een bespreking van het OPP en conceptIHP meteen na de zomervakantie. Wij willen dan met u in gesprek gaan over de gestelde doelen, uw inbreng en onze inbreng op elkaar afstemmen en komen tot een definitief Individueel Handelingsplan. Bij de bespreking is in ieder geval de leerkracht aanwezig. Mogelijk zijn er ook meer betrokkenen bij, zoals de intern begeleider, de orthopedagoog, de stagecoördinator, groepsleiding of bijvoorbeeld een maatschappelijk werker van Bartiméus Dienstverlening. Na deze bespreking stellen wij het OPP en het Individuele Handelingsplan vast en wordt u gevraagd deze documenten te ondertekenen. Is uw kind nieuw bij ons op school, dan starten wij met een periode van observatie. Na één maand stelt de leerkracht, in overleg met de ouders, het OPP en het Individueel Handelingsplan op. Bij het schrijven van de Individuele Handelingsplannen wordt de leerkracht ondersteund door de intern begeleider, die ook regelmatig de klassen bezoekt. Wanneer er mogelijkheden zijn de (rest)visus of tast de leerling beter in te zetten, nemen wij daarvoor specifieke doelen op in het Individueel Handelingsplan. De mobiliteitsinstructeurs onderzoeken de mogelijkheden van de leerlingen op het gebied van oriëntatie en mobiliteit. Wanneer een leerling eraan toe is nieuwe vaardigheden op dit gebied te leren, krijgt hij individuele instructie. Op het moment dat de leerling voldoende vaardigheden heeft om al het geleerde thuis toe te passen, schakelt de mobiliteitsinstructeur de ontwikkelingsbegeleider of de mobiliteitsinstructeur van de woongroep in. Naast oriëntatie en mobiliteit kunnen externe leerlingen - op indicatie - ook logopedie, fysiotherapie of ergotherapie krijgen. In specifieke situaties krijgt een beperkt aantal leerlingen individueel bewegingsonderwijs of muziek. De Bosschool in Doorn 49 School Video Interactie Begeleiding, systeembegeleiding en coaching De orthopedagoog en de intern begeleider maken video-opnames in de diverse groepen. Deze beelden stellen de leerkracht en de begeleider in staat de onderwijsleersituatie te bekijken en waar nodig te verbeteren. Wij noemen deze werkwijze School Video Interactie Begeleiding. Deze opnames worden niet openbaar gemaakt. Wanneer deze opnames belangrijke informatie geven over uw kind, stellen wij u hiervan op de hoogte. In sommige klassen maken we gebruik van systeembegeleiding. Centraal hierin staat het kijken naar kleine veranderingen en het nog beter lezen van leerling gedrag. Ook maken we gebruik van coaching door de intern begeleider. Samenstelling van de klassen Aan het eind van elk schooljaar worden de klassen opnieuw samengesteld voor het volgende cursusjaar. In de groepen zitten blinde en slechtziende leerlingen bijeen. Bij de klassenindeling speelt het niveau van functioneren en het juiste pedagogische klimaat voor de leerlingen een belangrijke rol. Omdat wij altijd uitgaan van wat het beste aansluit bij de mogelijkheden van de leerlingen, kunnen de leeftijden in een klas uiteenlopen. Het is wel ons streven zoveel mogelijk leeftijdgenoten bij elkaar te plaatsen. In principe proberen wij de klassen samen te stellen binnen een leerroute so onderbouw, so bovenbouw of het vso. Een aantal weken voor het einde van het schooljaar informeren wij u schriftelijk over de nieuwe klassenindeling. Toekomstmogelijkheden De meeste leerlingen die onze school verlaten gaan naar (arbeidsmatige) dagbesteding. Het grootste aantal vindt een werkplek op een van de arbeidsvoorzieningen van Bartiméus. De arbeidsafdelingen liggen verspreid in de regio. Bartiméus heeft in Langbroek een boerderij. In de gemeenten Doorn en Driebergen zijn een afdeling dienstverlening, een autowasserij, een afdeling houtbewerken, een atelier, een fietsenwerkplaats, een kaarsenmakerij, een industrieafdeling, een houtkloverij, een bakkerij en een papierschepperij. Ook zijn er leerlingen die na de schoolperiode in de eigen woonomgeving een (arbeidsmatige) dagbestedingsplaats vinden. De leerlingen gaan tijdens hun laatste schooljaar een dag in de week stage lopen op een mogelijk toekomstige werkplek. Een stage in de eigen woonomgeving is ook mogelijk. In een en voorkomend geval komt een leerling in aanmerking voor een sociale werkvoorziening. Er is een stagecoördinator om de leerlingen tijdens hun stageperiode te begeleiden en hen voor te bereiden op de toekomst. Samen met ouders en eventueel de maatschappelijk werker wordt er gezocht naar een passende werkomgeving. De maatschappelijk werker kan u begeleiden bij het aanvragen van indicaties of een uitkering. Ter voorbereiding op de externe stages buiten de school zijn er binnen het vso taken en interne stages gecreëerd. Oudercontacten Een goed overleg met de ouders is van groot belang om het onderwijs vorm te geven. Wij organiseren elk schooljaar meerdere activiteiten om het contact tussen ouders en school te bevorderen. Verder zijn er de bespreking van het OPP en het Individuele handelingsplan, de tussenevaluatie en de eindevaluatie. Voor deze besprekingen krijgt u een uitnodiging en we hechten veel waarde aan uw aanwezigheid en inbreng. Ouderavond Aan het begin van het schooljaar is er een ouderavond, waar het programma van de klas besproken wordt. U krijgt ook algemene informatie over ontwikkelingen op school of over een specifiek onderwerp. 50 De Bosschool in Doorn Bijwonen van de kerstviering en afsluiting van het schooljaar Het is traditie op de Bosschool dat ouders worden uitgenodigd om de kerstviering bij te wonen. Ook stellen wij het op prijs als u de afsluiting van het schooljaar bijwoont. Bezoekdag Op de eerste vrijdagmiddag van het schooljaar bent u vanaf 14.30 uur welkom in de klas van uw kind. U kunt jaarlijks met de leerkracht van uw kind een afspraak maken om een dag(deel) in de klas te kijken. Op zo’n bezoekdag beleeft u het hele programma mee en bent u in de gelegenheid met de leerkracht of klassenassistente van gedachten te wisselen. Het is de bedoeling dat u zelf een afspraak maakt met de leerkracht. Ook is het mogelijk dat een broer of zus eens een dagdeel de lessen bijwoont om te ervaren hoe het is om leerling op de Bosschool te zijn. Huisbezoek In de leeftijdsgroep tot en met 13 jaar komen de leerkracht en klassenassistent eenmaal per twee jaar op huisbezoek. Vanaf het 14e jaar maken wij alleen bij nieuw aangemelde leerlingen een afspraak voor een eenmalig huisbezoek. Digitaal communicatie schriftje Als een leerling onvoldoende in staat is te vertellen wat er thuis of op school is gebeurd, onderhouden wij contact via het digitaal communicatie schriftje. Nieuwsbrief en website In de nieuwsbrief kunt u het laatste nieuws en belangrijke, leuke en nuttige zaken lezen. Aan het begin van iedere maand verschijnt er een nieuw exemplaar. De nieuwsbrief en andere informatie kunt u ook vinden op onze website: www.bartimeusonderwijs.nl Telefonisch contact Telefonisch overleg met de leiding van de school is altijd mogelijk. Telefoneren met de leerkrachten gedurende schooltijden is niet gewenst Indien u iets door wilt geven aan een leerkracht, kan dit het beste geregeld worden via het secretariaat. Het secretariaat is dagelijks bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Op woensdag is dit tot 13.30 uur. De secretariaatsmedewerksters nemen een boodschap graag aan en zullen ervoor zorgen dat de leerkracht op de hoogte wordt gebracht. Zij kunnen ook de leerkracht vragen u op een later tijdstip terug te bellen. Ouderparticipatie / Ouderraad In het algemene deel van deze gids wordt u geïnformeerd over de medezeggenschapsraad. Daarnaast beschikt de Bosschool over een ouderraad. Deze raad heeft een signalerende en adviserende functie over schoolse activiteiten van de Bosschool in de breedste zin van het woord. Daarnaast coördineert de ouderraad de ouderparticipatie. De ouderraad wordt geïnformeerd over inhoudelijke ontwikkelingen en praktische schoolzaken. De ouderraad bestaat uit drie ouders en heeft één keer per zes weken regulier overleg met de locatieleider van de Bosschool. De ouderraad wil zoveel mogelijk ouders betrekken bij de school. Dit gebeurt door ouders bij schoolactiviteiten in te zetten. Bijvoorbeeld ten behoeve van ondersteuning van projecten, excursies en de uitvoering van verschillende werkzaamheden. Ook organiseert de ouderraad één ouderavond per jaar rond een thema, waarbij alle ouders en verzorgers worden uitgenodigd om met elkaar van gedachten te wisselen. Voor vragen kunt u contact opnemen met een van de leden van de ouderraad. Hun namen en mailadres vindt u achter in de gids. Zo nodig kan de school u bij het leggen van het contact behulpzaam zijn. De Bosschool in Doorn 51 Ziekmeldingen Als uw kind ziek is of om welke reden dan ook later of niet naar school kan komen, kunt u dit ’s morgens tussen 8.00 uur en 8.45 uur doorgeven aan het secretariaat van de school. Zij zorgen er dan voor dat de klas op de hoogte wordt gebracht. Ziekte Voor het geval dat uw kind op school ziek wordt, is het belangrijk dat wij weten waar wij u overdag kunnen bereiken. Wij kunnen dan met u regelen of en wanneer uw kind wordt opgehaald. Buitengewoon verlof Verzoeken om extra verlof moeten altijd schriftelijk ingediend worden. Bij het beoordelen van de aanvraag is de directie gehouden te handelen naar de richtlijnen van de Leerplichtwet. Een leerling mag alleen verzuimen na toestemming van de directie. Lunchpauzes De leerlingen die niet op het terrein van Bartiméus Doorn wonen, eten tussen de middag met een van de leerkrachten of klassenassistentes. Daarnaast zijn er op de Bosschool medewerkers begeleiding tussen de middag in dienst, die in sommige klassen ondersteuning geven tijdens de maaltijden en samen met een aantal leerkrachten toezicht houden bij het buitenspelen. Wij bewaken hierdoor dat er ruimte is voor elke leerling om op eigen wijze de pauze door te brengen. Het is de bedoeling dat u uw kind een lunchpakket meegeeft. Voor drinken wordt gezorgd: melk of karnemelk of, als het om oudere leerlingen gaat, koffie of thee. Er is gelegenheid om fruit of een koekje te eten. Bij slecht weer blijven de leerlingen tijdens de pauze in het schoolgebouw. Gymkleding Het is de gewoonte dat de leerlingen bij de lessen bewegingsonderwijs sportkleding (gymshirt, gymbroek, gymschoenen met klittenband of instappers) dragen. Als leerlingen zelf veters kunnen strikken, dan mogen veterschoenen ook. Leerlingen voor wie omkleden een te grote belasting vormt, hoeven alleen een gymshirt te dragen. Leerlingen met aangepaste schoenen of leerlingen die in een rolstoel zitten hoeven geen gymschoenen te dragen. U kunt bij de vakleerkracht terecht als u vragen heeft. We gaan er van uit dat de gymkleding regelmatig thuis gewassen wordt. Schoolzwemmen Schoolzwemmen wordt gegeven in het zwembad van Bartiméus en in het zwembad Woestduin in Doorn. De klassen die naar het zwembad in Doorn gaan, krijgen zwemles van de vakleerkracht bewegingsonderwijs. Vso-leerlingen krijgen alleen zwemles als de verwachting is, dat zij in staat zullen zijn een zwemdiploma te behalen. Andere voorwaarden zijn dat zij watervrij zijn en er geen sprake is van incontinentie. Net als bij het bewegingsonderwijs gelden per klas aparte afspraken over handdoekgebruik (van thuis of school) en het wassen van de zwemkleding. De leerkracht kan u vertellen welke afspraken er binnen de klas van uw kind van toepassing zijn. Schoolkampen Wij streven ernaar de klassen eenmaal per twee jaar op kamp te laten gaan. Dit is mede afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen, de leeftijd en de mogelijkheid van huur van een passende locatie. Om deze werkweken te bekostigen vragen wij van de ouders voor een midweek een bijdrage van € 95,-. Als het gaat om bijzondere kampen als een wintersportkamp of een buitenlandse reis, kunnen de kosten hoger zijn. 52 De Bosschool in Doorn Specifieke begeleidingsmogelijkheden Voor alle externe leerlingen is ondersteuning in de thuissituatie mogelijk vanuit de afdeling Dienstverlening van Bartiméus. Een ontwikkelingsbegeleider kan adviezen geven op het gebied van zelfredzaamheid, spel, computeraanpassingen, oriëntatie en mobiliteit. Maar ook een maatschappelijk werker kan u ondersteunen bij het regelen van financiën, aanvragen van indicaties, taxivervoer, computeraanpassingen, logeermogelijkheden, vakantiekampen, woensdagmiddagactiviteiten of het nadenken over toekomst en schoolverlating. U kunt deze vragen ook stellen tijdens de IHP-besprekingen. Medisch onderzoek en gezondheidszorg Tandarts Leerlingen kunnen voor tandheelkundige zorg terecht bij Bartiméus. De tandarts heeft ervaring met meervoudig beperkte kinderen. Bij schoolplaatsing wordt expliciet gevraagd aan de ouders of zij voor hun kind van deze mogelijkheid gebruik willen maken. Natuurlijk kan men zich ook op een later tijdstip hiervoor aanmelden. Hiertoe kunt u contact opnemen met de Medische Dienst (0343-526 515). Voor afspraken over het bezoeken van de tandarts geldt: • ouders zijn verantwoordelijk voor de begeleiding bij controles en behandelingen; het klassenpersoneel kan hiervoor niet worden ingeschakeld • de tandarts informeert de ouders over uitnodigingen voor controles en behandelingen en zorgt ervoor dat de school op de hoogte is van de planning van het tandartsbezoek Oogarts, (GGD-)artsen en therapieën Voor deze onderwerpen verwijzen wij naar het hoofdstuk algemene informatie vooraan in deze onderwijsgids. Schoenmaker De schoenmaker komt één keer per maand op afspraak op school. U kunt een consult aanvragen via de schoolfysiotherapeut. U hebt hiervoor een verwijsbrief van de revalidatiearts nodig. De fysiotherapeut is bij de passing aanwezig voor advies. Verbeterresultaten en schoolontwikkeling In 2013 hebben we de volgende resultaten voor de Bosschool bereikt: • De onderwijsbehoeften van de leerling zijn beschreven in het OPP. De intern begeleider heeft feedback gegeven op de beschreven onderwijsbehoeften door leerkracht. • In de Bosschool geven wij concreet invulling aan: ‘Wij kennen en activeren de leerlingen en brengen ze tot leren naar vermogen.’ Dit doen we door in de leerlingzorgmiddagen zorgvuldig te kijken naar wat leerlingen nodig hebben en hoe we ze dit kunnen bieden. Daarnaast zorgen we in multidisciplinaire bijeenkomsten voor een schoolbrede afstemming in de benaderingswijze voor zorgleerlingen. • Alle leerkrachten hebben de training ‘constructief communiceren’ gevolgd. We hebben de keuze gemaakt om collegiale consultatie in te zetten om de borging en bestendiging te bewerkstelligen. • Het startgesprek met ouders van nieuwe leerlingen, waarin partnerschap geëxpliciteerd wordt, is structureel ingevoerd. • We voeren het exitgesprek met ouders van schoolverlaters structureel in, waar mogelijk verbeterpunten uit voort komen. • Bij de inrichting van nieuwe school en klaslokalen is door de leerkrachten rekening gehouden met de visuele beperking (met name voor leerlingen met CVI / met autisme). We blijven zorgdragen voor een stimulerende leeromgeving. De Bosschool in Doorn 53 In 2014 hebben we de volgende beleidsvoornemens: • We stemmen de wederzijdse wensen en verwachtingen af met de therapeutische peutergroep (0 – 4 jaar) met als doel een doorgaande lijn te realiseren. • We stellen een duidelijke grens tussen ZMLK en MLK • Professionalisering op omgaan met moeilijk leesbaar gedrag. • We geven de ontwikkelingsniveaus van onze leerlingen weer op clusterniveau en op schoolniveau. Zo komen we tot een ‘clusterfoto’ en een ‘schoolfoto’ van de ontwikkelingsniveaus van onze leerlingen per vakgebied. Samen met de andere MB* scholen hebben we een voorlopige clusterstandaard. • We zorgen dat we leerlingen met een hoog MB niveau een passend lesaanbod bieden. 54 De Bosschool in Doorn Bartiméus speciaal onderwijs in Lochem De so-onderwijslocatie in Lochem bevindt zich op de begane grond van een multifunctioneel gebouw. In het souterrain en op de eerste etage zijn de voorschoolse en buitenschoolse opvang van de gemeente Lochem en op de tweede etage het bovenschoolmanagement van het primair openbaar onderwijs van de gemeente Lochem gehuisvest. In de vormgeving van het gebouw is zoveel mogelijk rekening gehouden met de visuele beperking van de leerlingen. De school biedt een optimaal toegankelijke, veilige en uitdagende leeromgeving aan de leerlingen. Een duidelijke structuur en vormgeving helpen bij de oriëntatie in het gebouw. De school is op een natuurlijke wijze geschikt gemaakt door het accentueren en het toepassen van informatiebronnen als textuur, geluid en kleurcontrasten en is rolstoeltoegankelijk. Ook de sanitaire unit en de keuken zijn hierop ingericht. De school heeft zes klaslokalen met elk een gescheiden ruimte, waarin de leerkracht met een leerling zich kunnen terugtrekken voor individuele instructie. Van de zes lokalen wordt één lokaal gebruikt door de collega’s van Bartiméus Dienstverlening Deventer. Tevens beschikken we over een multifunctionele ruimte voor bewegingsonderwijs voor de kleutergroep en onderbouw die ook gebruikt kan worden voor fysiotherapie, muziek, drama, het houden van ouderavonden en als ontmoetingsruimte. Uiteraard treft u in het geheel verschillende kantoorruimtes aan, die ingezet kunnen worden voor de Ambulante Onderwijskundige Begeleiding, logopedie, onderzoek enz. Speel-doe-ontdektuin De schoolspeeltuin, die aan de zuid-west kant van de school ligt is een voor de leerling uitdagende en veilige plaats om te spelen. Deze multifunctionele tuin is verdeeld in verschillende zones die elk uitnodigen tot spelen en ontdekken. In de tuin treffen we o.a. het mollenbos, dit Bartimeus speciaal onderwijs in Lochem 55 is een voor de leerlingen verrukkelijk klim- en klautertoestel, de zintuigentuin voor muziek; het doolhof, het verkeerscircuit, de schommel, de zandbak en een rustplek met picknicktafel aan. Naast de school is een openbare speeltuin ontwikkeld. Deze speeltuin is toegankelijk voor zowel de voorschoolse- en buitenschoolse opvang, als voor de leerlingen van Bartiméus Onderwijs en voor de kinderen uit de omgeving. Commissie van Leerlingenzorg (CvL) De CvL is een afstemmingsoverleg ten aanzien van de leerlingenzorg met als doel het volgen van de ontwikkeling van zorgleerlingen, de planning van het onderwijs en de ondersteuning op individueel niveau, groepsniveau en schoolniveau. De CvL bespreekt: • De planning en uitvoering van de ontwikkelingsperspectieven • De zorgleerlingen • De resultaten en analyses van de schoolresultaten • De uitstroom naar vervolgonderwijs of andere vorm van onderwijs • Plaatsing in een volgende groep De CvL bestaat uit de locatieleider, de orthopedagoog en de intern begeleider. Op afroep kunnen andere functionarissen uitgenodigd worden. De CvL komt zes keer per keer per jaar bij elkaar. Leerlingvolgsysteem - Cito We maken op school gebruik van de toetsen behorende bij het Cito leerling- en onderwijsvolgsysteem. Een samenhangend geheel van methode onafhankelijke toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spellen en rekenen/wiskunde. Ook de Eindtoets Basisonderwijs en de niveautoets behoren tot dit systeem. Aan de hand van deze toetsen kunnen we de vorderingen van individuele leerlingen, groepen leerlingen en het onderwijs op eigen school volgen. De Cito toetsen zijn landelijk genormeerd. Onze school neemt de toetsen af in de maanden januari/februari en mei/juni, vlak voor het uitkomen van het rapport. Gegevens worden per leerling vastgelegd en bewaard in het dossier van betreffende leerling. Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) In onze school maken we gebruik van het OntwikkelingsVolgModel (OVM) van Dick Memelink. Het OVM is een verfijnd observatiesysteem waarin allerlei aspecten van de kinderlijke ontwikkeling in de vorm van ontwikkelingslijnen zijn uitgewerkt. De ontwikkelingslijnen zijn uitgesplitst in een aantal ontwikkelingsfasen die nauwgezet omschreven zijn. Hiermee wordt het adequaat registreren van het ontwikkelingsverloop mogelijk gemaakt. Bij elke ontwikkelingslijn worden passende observatiepunten aangegeven, zodat persoonlijke verbijzonderingen van het kind met betrekking tot zijn gedrag en handelen kunnen worden vastgelegd. Op deze wijze komt de unieke ontwikkeling van elk kind tot uiting. In het OVM komen alle ontwikkelingsgebieden aan bod: persoonlijkheidsontwikkeling, sociaalemotionele ontwikkeling, speel-en werkgedrag, (senso)motoriek, zintuiglijke ontwikkeling, taal, wereldverkenning, geletterdheid (lezen, schrijven, spellen) en gecijferdheid (rekenen/wiskunde). De leerkrachten vullen het OVM digitaal in tijdens de eerste toets- en observatieperiode in oktober/ november en tijdens de tweede toets- en observatieperiode in april. Per schooljaar werken alle leerkrachten met dezelfde kleur. Zo is in een oogopslag zichtbaar welke ontwikkeling het kind dat betreffende schooljaar heeft doorgemaakt. De intern begeleider ondersteunt en bewaakt het proces. Ouderbetrokkenheid en oudercontact Leerling, ouders en leerkracht zijn samen op weg in ons onderwijs. Door middel van onze contacten en gesprekken met ouders willen we het “samen op weg zijn” accentueren. Samen 56 Bartimeus speciaal onderwijs in Lochem bezig zijn met en werken aan de ontwikkeling van uw kind en onze leerling. Alleen als we dat echt samen doen kunnen we eruit halen wat erin zit – dat is ons gezamenlijke doel. Uw ervaring als ouder delen met de leerkracht is van belang voor de juiste methodiek in de school. We spreken verwachtingen over en weer uit. Zo kunnen we steeds meer op elkaar afgestemd raken en het optimale laten zien wat we met elkaar kunnen bereiken. Het gaat om het geluk van uw kind, in welbevinden en in ontwikkeling. Op de juiste afstemming van interactie tussen ouders en school is uw kind, onze leerling zelf het antwoord – die doet er zijn of haar voordeel mee. Om dit alles te kunnen realiseren is persoonlijke contact tussen leerkracht en ouders en het onderhouden van een goede en open relatie van fundamenteel belang. We proberen dit te realiseren door o.a. ons startgesprek, de gesprekken m.b.t ontwikkelingsperspectief, de interactieve ouderavonden en het eindgesprek. U bent welkom op onze school. Leerkrachten zijn op verschillende manieren laagdrempelig bereikbaar. Daarnaast waarderen we uw belangstelling en betrokkenheid bij feesten, projecten en andere activiteiten. In de activiteitenkalender en de nieuwsbrief ontvangt u hierover tijdig de juiste informatie. Ook hechten we veel waarde aan uw bijdrage aan allerlei praktische, ondersteunende activiteiten. Van belang is ook het actief meedenken over de inhoud van ons onderwijs bij o.a. een ouderavond of een viering. Zo geven we samen, als school en ouders, inhoud aan onze missie: “laat zien wat je kan, want je doet er toe.” Oudercontacten Contact met thuis vinden wij belangrijk voor de goede ontwikkeling en afstemming. Vooral ook omdat de leerlingen in de meeste gevallen niet dicht bij de school wonen en het daarom niet zo makkelijk is elkaar te spreken. Heeft u vragen of opmerkingen, dan kunt u ons mailen of bellen. De klassenleerkracht van uw kind is daarbij voor u de eerste aanspreekpersoon. Wanneer u naar het secretariaat van de school belt en zegt dat u de leerkracht wil spreken, zorgen wij ervoor dat u teruggebeld wordt. Daarnaast kennen wij in ieder geval de volgende contactmomenten: Bespreking van het Ontwikkelingsperspectief (OPP) Ouders worden tweemaal per jaar uitgenodigd voor het OPP -esprek. Er zijn twee OPPgesprekken op jaarbasis. Er vindt evaluatie plaats op de ouderavond in januari/ februari en een eindevaluatie in juni. Tijdens het eindevaluatiegesprek wordt het nieuwe OPP voor het komende cursusjaar besproken. Ouders ontvangen het concept OPP een week voor het gesprek. De wet verplicht ons dit in een kort tijdsbestek aan het begin van het schooljaar te realiseren. Er zijn twee evaluatiemomenten voor het OPP: één in januari/februari en één in juni. Deze gesprekken duren 30 minuten. Contactschriftje Voor de jonge leerlingen die onvoldoende in staat zijn om te vertellen wat er thuis of op school gebeurt, onderhouden wij het contact door middel van een contactschriftje of e-mailcontact. Op deze manier blijven thuis en school toch bij elkaar betrokken. Ouderbezoeken Bezoeken aan ouders thuis worden regelmatig afgelegd. De leerkracht maakt hiervoor een afspraak. Omdat leerlingen soms meer dan één jaar bij dezelfde leerkracht kunnen zitten wordt één bezoek per bouw gebracht. Ouderavond Jaarlijks worden er twee ouderavonden georganiseerd. Eén ouderavond vindt plaats kort Bartimeus speciaal onderwijs in Lochem 57 nadat het schooljaar is begonnen, de andere ouderavond vindt plaats in het voorjaar. Via de jaarkalender die aan het begin van het schooljaar wordt uitgedeeld ontvangt u de genoemde data. Vanzelfsprekend krijgt u een uitnodiging om hierbij aanwezig te zijn. Oudermorgens U krijgt de gelegenheid in overleg met de leerkracht een gedeelte van een morgen in de klas te zijn. Zo kunt u onze werkwijze zien, maar in het bijzonder ook uw kind te midden van de andere leerlingen. Van so Lochem naar vervolgonderwijs De intentie van ons onderwijs is dat de leerlingen zorg op maat wordt aangeboden. Dat wil zeggen wij proberen ons onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Elk jaar vindt er een aantal evaluatiegesprekken plaats met de ouders van onze leerlingen waarin de voortgang van het onderwijsproces wordt besproken. Tijdens deze gesprekken, mede ook naar aanleiding van de toetsgegevens kan het zijn dat het aangeboden programma moet worden bijgesteld van een basisaanbod naar een intensief aanbod van een bepaalde leerstof. Het kan echter ook zijn dat de ontwikkeling van de leerling zo goed verloopt dat er gedacht wordt aan terugplaatsing in het regulier onderwijs met ambulant onderwijskundige begeleiding. Er worden dan voorbereidingen getroffen om dit te realiseren. Op deze wijze verlenen we zorg op maat. Als een leerling in de bovenbouw zit wordt er met de leerling en de ouders nagedacht welke school van vervolgopleiding het meest aansluit bij de leerling. Samen wordt de ondersteuningsvraag in kaart gebracht. Het kan zijn dat de school om de hoek de meest geëigende plek zal zijn of juist de school aan de andere kant van de stad, omdat deze past bij o.a. uw identiteit of de zorgstructuur beantwoordt aan uw vraagstelling. Het kan zich ook voordoen dat een leerling het meest gebaat is bij een school voor leerlingen die toegerust is voor leerlingen met een visuele beperking. In ons geval is dit dan de Bartimeus Onderwijs Instelling in Zeist. Dit betekent dan wel met de taxi van de woonplaats naar Zeist. Voor een aantal leerlingen bestaat de mogelijkheid gebruik te maken van de woonvoorzieningen in Zeist. Er is echter wel een indicatie voor wonen nodig. Deze indicatie moet aan bepaalde criteria voldoen. Overige algemene informatie Rapport De leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport mee. Dit rapport is geschreven voor de leerlingen. Een vervolg van de rapporten zijn de evaluatieavonden van het OPP. We kijken dan met elkaar terug naar de afgelopen periode en ook vooruit naar de komende periode. Voor een OPP bespreking wordt 30 minuten gereserveerd. Bereikbaarheid en spoed 0573-289020 is het telefoonnummer wat u regelmatig gebruikt als u een van de collega’s wilt spreken. Dit nummer is van ’s morgens tot aan het eind van de middag het nummer waarop u ons kunt bereiken. Dit lukt dan ook meestal. Het kan zijn dat u soms wat langer moet wachten. Dit heeft met de doorschakeling van de telefoon te maken, omdat niet de hele dag de administratie bemenst wordt. U wordt doorgeschakeld naar de keuken of een andere ruimte. Voor verlofaanvraag kunt u gebruik maken van de website: www.bartimeusonderwijs.nl/so_lochem Nu kunnen er zich zaken voordoen die geen uitstel dulden. Hier wordt dan echt gedacht aan 58 Bartimeus speciaal onderwijs in Lochem calamiteiten in weekeinde en of vakantieperiode. Het calamiteitennummer van Bartiméus is 0343-526911. U komt dan bij de centrale in Doorn. De receptie Doorn neemt dan contact op met dienstdoend leidinggevende, zodat u indien noodzakelijk teruggebeld kan worden. Ziekmelding Als uw kind door ziekte niet naar school kan gaan, bent u verplicht dit bij de leerkracht of secretaresse te melden voordat de school begint. Het is niet zo dat de taxichauffeur dit meldt. Klassenverdeling Op dit moment zijn de leerlingen verdeeld over vier groepen: een kleuterobservatiegroep, een onderbouw- , een midden- en een bovenbouwgroep. Bewegingsonderwijs Voor het bewegingsonderwijs maken de leerlingen van de kleuterobservatiegroep en onderbouw gebruik van het speellokaal, de overige groepen gaan voor het bewegingsonderwijs naar een gymzaal van de gemeente. De lessen bewegingsonderwijs worden een keer per week door de eigen leerkracht en een keer per week door een vakleerkracht bewegingsonderwijs gegeven. . Wij vinden het prettig als de kinderen beschikken over een gemakkelijk zittende korte broek, t-shirt en gymschoenen met witte zolen. De gymspullen graag in een tas die voorzien is van de naam van de leerling. De tas kan op school blijven. Voor de vakanties en uiteraard tussentijds kan de tas mee naar huis, zodat de gymkleding gewassen kan worden. Lunch Tijdens de lunch blijven de leerlingen in hun eigen klas en eten onder leiding van de tussen de middag medewerkers of leerkracht het meegebrachte lunchpakket. Voor het drinken van melk tijdens de lunchpauze wordt gezorgd. Heeft de leerling duidelijk een andere voorkeur dan moet dit van thuis worden meegebracht. Wij willen u er op wijzen uw kind gezond eten en drinken mee te geven. Dit geldt uiteraard ook voor de tussendoortjes bij de pauzes. Na de lunchpauze gaan de kinderen nog even buitenspelen. Traktaties Feesten moeten gevierd worden. En bij vieren hoort trakteren. Tijdens een verjaardag bestaat er volop de gelegenheid te trakteren. De kinderen trakteren de klasgenootjes en gaan vervolgens naar de andere klassen om daar gefeliciteerd te worden. Wij vinden trakteren leuk, maar het is niet de bedoeling dat kinderen een heel assortiment aan versnaperingen meenemen. Ondersteunende diensten Nieuwe leerlingen die de school in Lochem bezoeken, worden allen gescreend door de logopediste. Om de screening te laten plaatsvinden heeft de logopediste een verwijzing nodig van uw huisarts. Blijkt logopedie noodzakelijk, dan verzorgt de logopediste van de groepspraktijk in Lochem deze op onze onderwijslocatie. U kunt contact opnemen met de logopediste via: [email protected] Ook fysiotherapie kan onder schooltijd op onze school worden aangeboden. Ook dit vindt plaats na overleg met ouders. De fysiotherapie wordt uitgevoerd door een fysiotherapeut van de groepspraktijk uit Lochem. U kunt contact opnemen met de logopediste via: [email protected] Elk jaar gaan de leerlingen voor een oogheelkundig onderzoek naar de afdeling Oogheelkunde Bartiméus in Deventer. Ouders ontvangen rechtstreeks een uitnodiging, zodat zij zelf bij het onderzoek aanwezig kunnen zijn. Bartimeus speciaal onderwijs in Lochem 59 Onze leerlingen kunnen regelmatig gezien worden door de jeugdarts van de GGD Deventer. Elk jaar wordt een gedeelte van de kinderen van de kleuterobservatiegroep en de bovenbouw uitgenodigd. Dit komt overeen met de kinderen vanuit het regulier onderwijs van groep 2 en groep 7. Deze onderzoeken vinden plaats in onze school. De GGD verzorgt de oproep voor het onderzoek, die naar het huisadres verzonden wordt. Elke week is een docent oriëntatie & mobiliteit vanuit Bartiméus Dienstverlening Deventer aanwezig. In nauwe samenwerking met de klassenleerkracht wordt het programma afgestemd. De lessenserie die op school wordt aangeboden kan een vervolg hebben in de thuissituatie. Samen met Zeist De school in Lochem werkt nauw samen met de onderwijshoofdlocatie in Zeist. Er vindt regelmatig uitwisseling plaats met betrekking tot deskundigheidsbevordering. Wij organiseren jaarlijks gemeenschappelijke studie- en cursusdagen. Nieuwsbrief Ieder jaar brengen wij minimaal vijf nieuwsbrieven uit. In deze Nieuwsbrief vindt uitwisseling plaats over actuele zaken en wordt een bijdrage geleverd vanuit elke klas. U ontvangt de nieuwsbrief via de mail. Mochten er actuele zaken zijn die niet kunnen wachten dan wordt u tussentijds geïnformeerd. Verbeterresultaten en schoolontwikkeling In 2013 hebben we de volgende resultaten voor so Lochem bereikt:: • Opbrengstgericht werken: Er is een methode voor het rekenonderwijs gekozen. Deze wordt gefaseerd ingevoerd. De leerlijn, inclusief referentieniveaus wordt beschreven. • Ontwikkelingsperspectief (OPP): Voor alle leerlingen wordt een OPP geschreven met daarin individuele onderwijsdoelen indien van toepassing. • Cito – LOVS: de intern begeleider maakt trendanalyses uit het Cito LOVS, die besproken worden in de groepsbespreking. De CvL trekt conclusies uit de analyses van Cito, OVM en evaluatie OPP’s en bepaalt en stuurt op acties voor de komende periode. • Seksualiteit: per locatie is een aandachtsfunctionaris seksualiteit aangesteld. Op de studiedag in september 2013 wordt het team geïnformeerd over het beleid. Tijdens de week van de lentekriebels in maart wordt specifiek in alle groepen aandacht geschonken aan seksualiteit. Tijdens de ouderavond in april 2014 zijn ouders geïnformeerd over de seksuele ontwikkeling. In 2014 hebben we de volgende beleidsvoornemens: • Vormgeven en implementeren van methode oriëntatie & mobiliteit • Methodiek en werkwijze ICT implementeren • Een keuze maken voor een methode voor het godsdienstonderwijs • De rekenmethode “Alles telt” wordt ingevoerd, • Het herijkt onderwijs- en begeleidingsconcept van Bartiméus kent vijf aandachtsgebieden. Voor 2014 willen we in onze lessen specifiek aandacht schenken aan: - We vergroten je wereld - Wij ondersteunen de leerling bij het ontwikkelen van een reëel zelfbeeld. • Een ontwikkelpunt vanuit de ZEK 2013 (zelfevaluatie- en tevredenheidsonderzoek): - Voor de leerlingen van de bovenbouw: onderzoeken naar meedenken en meedoen vorm te geven op school. - Voor de collega’s: het onderdeel burgerschap nog meer vorm en inhoud geven. 60 Bartimeus speciaal onderwijs in Lochem Resultaten van onderwijs en begeleiding in het schooljaar 2012 – 2013 Het zou te veel pagina’s vragen om alles te beschrijven wat onze onderwijsinstelling in de afgelopen tijd met de leerlingen heeft bereikt. Bovendien is het in het speciaal onderwijs niet altijd gemakkelijk precies aan te geven wat de resultaten zijn, zeker als het om doelen gaat die te maken hebben met de persoonlijkheidsontwikkeling van de leerling. Daarom hebben wij ervoor gekozen alleen de resultaten van de leerlingen aan het eind van het so en het vso te benoemen. In deze gids gaat het om de resultaten aan het eind van het schooljaar 2012 - 2013. Bosschool Doorn Einduitstroom Bosschool so: 2 leerlingen gingen naar de belevingsgerichte onderwijsstroom van ons vso. 8 leerlingen gingen naar de ontwikkelings-/belevingsgerichte onderwijsstroom van ons vso. Einduitstroom Bosschool vso: 7 leerlingen verlieten de Bosschool. 1 leerling ging naar het Bartiméus Opdrachten Bureau en 1 leerling naar de werkplaats Boschwijk in Doorn, beiden maken gebruik van arbeidsmatige dagbesteding. 1 leerling ging naar dagbesteding binnen Bartiméus, 1 naar dagbesteding ‘de Ontmoeting’ in Veenendaal, 1 naar dagbesteding ‘Scorlewald’ in Schoorl en 1 naar dagbesteding ‘de Zuidwester’ in Leiden. Tussentijdse uitstroom Bosschool vso: 1 leerling ging naar de Emiliusschool in Son i.v.m. verhuizing. Het so kende geen tussentijdse uitstroom. Resultaten 2012 – 2013 61 Speciaal Onderwijs Lochem De school in Lochem telde twee schoolverlaters. Een leerling is naar het vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (met LWOO waar nodig) gegaan op het Veluws College Cortenbosch in Apeldoorn gegaan en de andere leerling naar het praktijkonderwijs van SG Reggesteyn te Rijssen. Speciaal Onderwijs Zeist De meeste van onze leerlingen uit de bovenbouw stromen door naar ons vso in Zeist. Er zijn ook leerlingen die naar het regulier voortgezet onderwijs gaan. Ons streven is dat 50% van onze leerlingen uitstroomt naar het vmbo kb/bb (kader- en/of basisberoepsgerichte Leerweg). Uit onderzoek is gebleken dat van alle so-scholen in Cluster 1 de meeste leerlingen uitstromen in dit type onderwijs. In schooljaar 2012-2013 waren we op de goede weg richting de 50%: Tabel: einduitstroom so Zeist schooljaar 2012-2013 uitstroombestemming Aantal leerlingen % leerlingen vmbo BB/KB (vso Zeist)444,5 Praktijkonderwijs (vso Zeist)444,5 vso zml (Bosschool Doorn) 1 11,0 totaal9100 Voortgezet Speciaal Onderwijs Zeist Einduitstroom vso Zeist: In juli 2013 hebben in totaal 11 leerlingen deelgenomen aan het staatsexamen. Drie leerlingen hebben een aantal BBL certificaten behaald in verschillende vakken; Nederlands, Engels, wiskunde, biologie, geschiedenis. Als gevolg van hun ernstige visuele beperking was het voor hen niet mogelijk het beroepsgerichte programma Zorg en Welzijn te volgen. Twee leerlingen zijn doorgestroomd naar de topklas, deze leerlingen bleven ingeschreven op het vso maar volgden de topklas in Utrecht of Ermelo. De andere leerling heeft nog een jaar praktijkonderwijs gevolgd met een extra stage traject. Hij heeft aan het eind van schooljaar 2013-2014 een baan gevonden in de historische moestuin bij Bartiméus in Doorn. Eén leerling heeft 1 TL certificaat Nederlands behaald in 2013 en zal in 2015 nog drie certificaten mogelijk behalen. Zes leerlingen hebben deelgenomen aan het volledige vmbo examen TL. Hiervan had één leerling een herexamen, wat ze behaald heeft in het derde tijdvak, één leerling is gezakt en doet het hele jaar over. Van de geslaagde kandidaten zijn twee leerlingen naar een ROC gegaan en 2 leerlingen naar de topklas. Eén van de geslaagde leerlingen heeft een succesvolle schoolperiode achter de rug, begonnen op de ZML-afdeling, via het so, een BBL-diploma behaald en vervolgens met succes het vmbo TL diploma en uitgestroomd naar het ROC in de economische richting. Eén leerling die het vmbo TL diploma in 4 jaar heeft behaald is doorgestroomd naar de Havo, regulier vo. 62 Resultaten 2012 – 2013 Twee leerlingen hebben hun havo diploma behaald, één leerling via de route, vmbo BBL, vmbo TL en vervolgens havo. De andere leerling heeft in 5 jaar zijn havo diploma behaald en is inmiddels prof wielrenner en hoopt een plaats te krijgen in de para-olympische ploeg. Twee leerlingen zijn na 1 jaar praktijkonderwijs doorgestroomd naar de brugklas van het vmbo. Halverwege het schooljaar heeft 1 leerling de overstap van brugklas vmbo naar de havo 1 klas gemaakt, dit was toch niet de juiste leeromgeving voor hem en hij is aan het eind van het schooljaar weer ingestroomd in het vmbo. Halverwege jaar zijn er leerlingen vanuit het regulier onderwijs ingestroomd, 1 leerling in de derde brugklas, 1 leerling in de havo 1 brugklas en aan het eind van dit schooljaar nog een leerling in de havo 2. Eén leerling is terug gestroomd naar het regulier vo. Vanuit het praktijkonderwijs is 1 leerling naar het reguliere praktijkonderwijs gegaan. Eén leerling is uitgestroomd naar dagbesteding. Eén leerling is overleden. Vier leerlingen hebben de topklas gevolgd, 2 leerlingen stromen door naar het REA-college, één leerling stroomt door naar het ROC en 1 leerling volgt een thuisstudie. Vanuit het regulier onderwijs is 1 leerling ingestroomd in het vierde leerjaar van het praktijkonderwijs. Doorstroom vso eind schooljaar 2012 – 2013 Onderbouw vmbo BBL / TL; (B1, B2, B3) 8 ll. B1 8 ll. naar B2 8 ll. B2 8 ll. naar B3 7 ll. B3 1 ll. naar vmbo KB regulier vo 1 ll. naar vmbo BB bovenbouw 5 ll. naar vmbo TL bovenbouw Havo / TL onderbouw (T/H1, H2, H3) 7 ll. TL1/H1 5 ll. naar H2 en 2 ll. naar vmbo B2 3 ll. H2 3 ll. naar H3 3 ll. H3 2 ll. naar H4 1 ll. naar vmbo 3 Bovenbouw vmbo (BBL 4, T4) 2 ll. vmbo BBL 4 2 ll. certificaten BBL, doorstroom naar topklas vso 7 ll. vmbo TL 4 1 ll. gezakt, doet het schooljaar over 1 ll. naar vmbo TL3 voor 3 vakken, heeft 1 certificaat TL behaald examen TL, doorstroom naar topklas vso 1 ll. naar havo 4 regulier vo 2 ll. naar ROC Bovenbouw havo (H5) 2 ll. havo 5 1 ll. doorstroom naar HBO 1 ll. doorstroom naar REA-college Resultaten 2012 – 2013 63 Praktijkonderwijs; P1, P2, P3, P4, P5, P5+ 7 ll. vso P1 5 ll. naar vso P2 1 ll. naar vso P3 1 ll. naar regulier Praktijkonderwijs 3 ll. P2 3 ll. naar P3 6 ll. P3 6 ll. naar P4 8 ll. P4 8 ll. naar P5 5 ll. P5 3 ll. naar P5+ 1 ll. is uitgestroomd naar arbeidsmatige dagbesteding op een zorgboerderij 1 ll. overleden 1 ll. P5+ 1 ll. doorstroom naar topklas vso 4 ll. topklas vso 2 ll. uitgestroomd naar het REA-college 1 ll. uitgestroomd naar ROC, niveau 4 1 ll. uitgestroomd naar thuisstudie Aan het eind van het schooljaar 2012–2013 zijn er geen leerlingen, met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs of arbeid die zonder een diploma, certificaat of IVIO-examen het vso hebben verlaten of doorgestroomd zijn naar de topklas. Eén leerling met uitstroomprofiel dagbesteding is uitgestroomd naar de arbeidsmatige dagbesteding op een zorgboerderij. De 4 leerlingen uit de topklas hebben in het jaar voor de topklas hun vmbo diploma behaald: één leerling een BBL diploma en drie leerlingen een TL diploma. Ambulante Onderwijskundige Begeleiding Tabel: Leerlingen met Ambulante onderwijskundige begeleiding op 1 oktober 2013 AantalOnderwijssector 866 leerlingen 338 leerlingen 310 leerlingen 130 leerlingen 66 studenten 22 studenten 8 leerlingen 31 AOB-leerlingen 64 AOB totaal Basisschool Speciaal en voortgezet speciaal onderwijs Voorgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs Van onderwijslocaties van Bartiméus stapten over naar de AOB Eindexamen vo of MBO/HBO/WO waarvan 25 diploma behaald Resultaten 2012 – 2013 Namen en adressen Bartiméus Onderwijs www.bartimeus.nl Hoofdvestiging Van Renesselaan 30A, 3703 AJ Zeist tel. 030 - 69 82 216 / fax 030 - 69 82 388 Ambulante Onderwijskundige Begeleiding • Locatie Zeist Van Renesselaan 30A, 3703 AJ ZEIST tel. 030 - 69 82 219 / fax 030 - 69 82 388 • Locatie Zwolle Dokter Hengeveldweg 2, 8025 AK Zwolle tel. 038 – 45 60 715 • Locatie Lochem Graanweg 1B, 7242 AT LOCHEM tel. 0573 - 289 020 / 021 Onderwijs • Locatie Zeist Van Renesselaan 30A, 3703 AJ ZEIST locatie speciaal onderwijs tel. 030 - 69 82 216 locatie voortgezet speciaal onderwijs tel. 030 - 69 82 216 / fax 030 - 69 82 347 • Locatie Doorn Oude Arnhemsebovenweg 3, 3941 XM DOORN locatie zeer moeilijk lerenden, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (de Bosschool) tel. 0343 - 52 65 76 • Locatie Lochem Graanweg 1B, 7242 AT LOCHEM locatie speciaal onderwijs tel. 0573 – 289 020 / 021 Cursussen Van Renesselaan 30A, 3703 AJ ZEIST tel. 030 - 69 82 268 Bevoegd gezag Voorzitter Raad van Bestuur Mevrouw drs. J.E.A.M. Nooren, tel. 0343 – 526501 Namen en adressen 65 Directie Algemeen directeur De heer drs. J.H. Berghuis tel. 030 - 69 82 217 Locatieleiders Speciaal onderwijs (so) in Zeist Conny Grotendorst (interim) tel. 030 – 6982261 Voortgezet speciaal onderwijs (vso) in Zeist Jantine Gelink tel. 030 – 6982233 Speciaal onderwijs in Doorn, De Bosschool Dick Linde tel. 0343 – 526575 Speciaal onderwijs in Lochem, Ambulante Onderwijskundige Begeleiding - Oost Roel van Schaik tel. 0573 – 289 020 Ambulante Onderwijskundige Begeleiding – Midden/West Ria Fokke, tel. 030 - 6982287 Medezeggenschapsraad Personeel: De heer M. Russchen (Mike), secretaris [email protected] Mevr. M. Meijman (Margo) [email protected] Mevr. T. van Loo (Tineke) [email protected] Ouders: Mevr. A. Jacobs (Anja), voorzitter [email protected] De heer H. Hutten (Harold) [email protected] vacature Landelijke klachtencommissie Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Tel: 070 - 3861697 66 Namen en adressen Fax: 070 - 3020836 [email protected] Het secretariaat van de klachtencommissie is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9. 30 tot 15.00 uur. Klachtenfunctionaris Bartiméus Mevrouw E.M. van Logchem Postbus 87, 3940 AB Doorn Tel: 0343-526769 Vertrouwenspersoon Bartiméus De heer B.H. Baakman tel: 030 – 698 2303 [email protected] Contactpersonen Bartiméus Onderwijs AOB : mevrouw A. Verbaan so : mevrouw M. Meijman vso : de heer J. Welling Bosschool : mevrouw D. Bovo-Boer Vertrouwensinspecteur 0900 111 3 111 (tijdens kantooruren) Inspectie van het Onderwijs Inspectiekantoor Utrecht (hoofdkantoor) Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS Utrecht Tel: (088) 6696060 / Fax: (088) 669 60 50 E-mail: [email protected] Internet: www.onderwijsinspectie.nl Bartiméus Infolijn 0900 - 77 888 99 (lokaal tarief) Belangrijke websites www.bartimeus.nl (informatie over Bartiméus) www.bartimeusonderwijs.nl www.eduvip.nl (informatie over onderwijs aan en de begeleiding van visueel beperkte leerlingen) www.fnb.nl en www.anderslezen.nl (lectuur en informatie voor mensen met een leeshandicap) Vindt ons ook op: Facebook: facebook.com/bartimeus Twitter: @bartimeusnieuws Namen en adressen 67 68
© Copyright 2024 ExpyDoc