Speech Rinda den Besten, ALV, donderdag 5 juni 2014 - PO-raad

Speech Rinda den Besten, ALV, donderdag 5 juni 2014
Welkom op de algemene ledenvergadering van de PO-Raad. Vandaag praten we weer met elkaar
over recente ontwikkelingen in het primair onderwijs en over de stand van zaken van onze
vereniging. Vanmiddag en morgen hoop ik jullie ook te zien op ons congres ‘Bevlogen Besturen – Om
de leerling’. Tijdens het congres zijn we minder bezig met de waan van de dag, maar laten we ons
informeren en vooral inspireren.
Inleiding
Ik ben nu 14 maanden voorzitter van de vereniging PO-Raad, ruim een jaar. En ik heb in dit jaar veel
gezien van het primair onderwijs. Ik ben op veel plaatsen geweest, heb veel kopjes koffie gedronken
We hebben al mijn werkbezoeken in kaart gebracht en u ziet dat ik al op veel plaatsen ben geweest.
Gemiddeld meer dan twee per week.
Ik ben bij grote schoolbesturen geweest, maar ook bij eenpitters. In de randstad en in
krimpgebieden. Op vernieuwende scholen, maar ook bij traditionele. Op reguliere basisscholen, op
scholen voor speciaal basisonderwijs en op scholen voor speciaal onderwijs.
Ik noem graag een paar voorbeelden van wat ik het afgelopen jaar ben tegengekomen. Ik besef dat ik
daarmee andere scholen en schoolbesturen te kort doe, want elk werkbezoek levert mij nieuwe
inzichten en nieuwe kennis op over onze sector en ik kom altijd enthousiast en geïnspireerd terug.
Maar toch een paar voorbeelden:
Ik was vorig jaar oktober op De Blinker in Geleen, een school voor speciaal basisonderwijs Hun
uitgangspunt is: ‘Iedereen blinkt ergens in uit’. Ze werken vanuit de sterke punten van de leerlingen
en ik zag wat dat deed met het zelfvertrouwen van deze leerlingen. Door middel van de
Talentenschool leren ze kinderen, maar ook hun ouders, dat ze hoge verwachtingen mogen hebben
en benutten ze elk talent. Ik was zeer onder de indruk van wat ze daar allemaal voor elkaar kregen.
Ook was ik in Ochten, bij de Sebaschool, Rehobothschool en Detmarschool; drie scholen, sinds 2012
samen in één prachtig nieuw gebouw. Zij zijn hun tijd echt vooruit. Zij geven al jaren Passend
onderwijs zoals het naar mijn idee bedoeld is. Basisonderwijs, speciale basisonderwijs en cluster 4onderwijs onder één dak met een Centrum voor Jeugd en Gezin. De kinderen van de verschillende
scholen hebben tegelijkertijd pauze, ze lopen door elkaar heen en spelen met elkaar. Ze leren van
elkaar. Ze leren met elkaar om te gaan en op elkaar te passen. De leraren maken gebruik van elkaars
expertise en elke leerling krijgt een passend onderwijsaanbod.
Ik ben ook op veel scholen geweest waar ze gebruik maken van vernieuwende concepten. Ik was
bijvoorbeeld op de Kees Boekeschool in Bilthoven, de Ontdekkingsreis in Driebergen, Digitalis in
Almere om te kijken naar hun onderwijsconcepten en bij INOS in Breda waar men met alle Bredase
schoolbesturen het aandurft om de huisvesting volledig te doordecentraliseren. .
1
Elk van deze scholen maakt weer gebruik van andere inzichten, kennis en/of onderzoek om de
talenten van leerlingen te ontwikkelen en optimale randvoorwaarden te creëren. Het is mooi om te
zien welke resultaten ze daar mee behalen, maar ik vind het vooral ook mooi om te zien hoe divers
het primair onderwijs is, hoeveel ruimte individuele besturen kunnen pakken om hun onderwijs zo in
te richten als zij zelf willen en dat ouders in ons land echt iets te kiezen hebben voor hun kinderen.
De bezoeken zijn voor mij een belangrijke inspiratiebron. Daarnaast geven ze mij veel input voor de
standpunten en speerpunten van de PO-Raad. Ik ga het komende jaar dan ook door met deze
bezoeken. Als u nog ‘blinde vlekken’ ziet op de kaart of ‘blinde vlekken’ vermoedt in mijn kennis van
de sector, dan kom ik langs!.
Vandaag en morgen
Jullie praktijkverhalen heb ik het afgelopen jaar dankbaar gebruikt, in overleg met politici, in de
media, overal. Mede daardoor hebben we veel gedaan en veel bereikt met en voor de sector. Onze
beleidsagenda vormt daarbij een uitgangspunt. Deze agenda die we in november op de ALV hebben
besproken, geeft richting aan ons werk. We werken daar met 4 thema’s: verbinding, innovatie en ICT,
kennis en onderzoek en bestuur als motor. Ik loop even bij elk thema langs de meest actuele
ontwikkelingen.
1. Verbinding
Bij Passend onderwijs staan de specifieke behoeften van de leerling centraal. De afgelopen jaren
hebben jullie hard gewerkt aan de bestuurlijke haken en ogen van de invoering. Toch zien we dat
ouders en leraren zich nog onvoldoende geïnformeerd voelen. Dat is begrijpelijk, maar
desalniettemin wel een kwetsbaar punt. Hoe weet een leraar of zij of hij voldoende is voorbereid op
leerlingen die mogelijk in de toekomst in de klas komen?
En hoe weten ouders of ze voldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden voor hun kind? Laten
we gewoon per 1 augustus beginnen. Dan wordt het concreet. De politiek en de media zullen er
zeker bovenop springen, maar wij zullen geen paniekvoetbal gaan spelen. We gaan dan de slag
maken van de hokjes met de indicaties naar een passend aanbod op maat van de leerling. Vanuit de
PO-Raad zullen we dat proces zo goed mogelijk ondersteunen, en dat blijven we de komende jaren
ook doen, maar het goed samenwerken in de praktijk, in uw regio is daarbij essentieel.
Verbindingen maken rondom leerlingen gebeurt al volop, bijvoorbeeld op de vele integraal
kindcentra. Tot onze frustratie is de wet- en regelgeving nog helemaal niet ingericht op deze vorm
van samenwerking, maar in de prakrijk zien we goede voorbeelden. Schoolbesturen die hun nek
uitsteken en zelf mogelijkheden creëren, wat vaak niet zonder risico is. De PO-Raad blijft die
voorbeelden verspreiden, ondersteunen en blijft lobbyen voor verdere ontschotting.
2. Innovatie en ICT
Onze wereld verandert en vraagt nieuwe vaardigheden, maar biedt ook nieuwe mogelijkheden, denk
aan ICT, IPC, 21st century skills en ga zo maar door. Op veel scholen wordt al gebruikt gemaakt van
2
deze mogelijkheden. Maar scholen lopen daarbij ook tegen beperkingen aan. Veel scholen hebben
nog geen geschikte infrastructuur, het aanbod van lesmateriaal is nog beperkt en de deskundigheid
van het team is nog niet op orde.
Dit is wat mij betreft bij uitstek een onderwerp waar we elkaar nodig hebben om tot vernieuwing te
komen. Hier moeten we onze positie als sector sterk neerzetten ten opzichte van educatieve
uitgeverijen, softwareleveranciers, leerlingadministratiesystemen, kabelaars, enzovoort. Daarom
vragen wij u straks om ons mandaat te verlenen om hier de regie te nemen ten opzichte van al die
aanbieders. Op die noemer nemen we deel aan het Doorbraakproject, samen met de VO-raad, het
ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Onderwijs.
Daarnaast willen we massa maken aan de vraagkant. Samen nadenken hoe ICT kan worden ingebed
in het educatieve beleid van een school. Het gaat altijd in de eerste plaats om de onderwijsvisie van
de school – maar vervolgens willen wij de schoolbesturen bijstaan bij langer termijn implementatieen investeringsplannen. Er komt heel veel kijken bij structurele investeringen in digitale leermiddelen
en bij een zorgvuldige invoering van digitaal leermateriaal in de klas. Ook dat kan alleen maar in
gezamenlijkheid: de besturen moeten planmatig faciliteren, de schoolteams maken hun keuzes voor
het onderwijskundig proces en voor de professionalisering van de leraren die noodzakelijk is.
3. Kennis en onderzoek
Scholen en lerarenopleidingen werken steeds meer samen. Lerarenopleidingen maken gebruik van
de kennis uit de praktijk en scholen maken gebruik van de kennis van de opleiding. Inmiddels zijn er
1000 scholen die meedoen aan een van de projecten opleiden in de school.
Volgende week starten wij samen de VO-raad het nieuwe Steunpunt Opleidingsscholen. Het doel van
dit steunpunt is om kennis en ervaringen te delen, maar ook om te kijken of we deze initiatieven
kunnen bundelen. Zodat we scherp krijgen welke vraag wij als sector willen formuleren aan de
pabo’s. Wij vinden dat de pabo’s hun opleidingen beter kunnen afstemmen op de ontwikkelingen in
de scholen. Wat we aan u vragen, is om opleiden in de school niet alleen aan uw scholen over te
laten, maar ook te zien als een belangrijk HR-onderwerp. Via u komen de ervaringen dan ook weer bij
ons.
Wij vinden het belangrijk om daarbij ook nadrukkelijk de link te leggen naar wetenschap en
onderzoek. Als scholen onderwijs willen geven op basis van ‘wat werkt’, dan moeten
onderzoeksresultaten beter hun weg vinden naar de scholen, maar dan moeten omgekeerd de
scholen ook hun onderzoeksvragen kwijt kunnen bij de onderzoekers. De PO-Raad speelt een rol in
het doorsluizen van de onderzoeksvragen naar het NRO (Nationaal regieorgaan
Onderwijsonderzoek).
We verkennen ook samen met de VSNU de mogelijkheid om een universitaire lerarenopleiding voor
het basisonderwijs in te richten. Dan krijgen we én meer academici in de scholen, én de
wetenschappers zitten dichterbij ons veld. Win win.
3
4. Bestuur als motor
Het afgelopen jaar zijn we gestart met Vensters po (website www.scholenopdekaart.nl). Het
zichtbaar maken van de resultaten van scholen is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de
sector. Vensters is van onszelf: samen met een groep bestuurders zijn de indicatoren ontwikkeld.
Vensters is politiek ook erg belangrijk: als we van de politiek meer ruimte willen krijgen, is
transparantie noodzakelijk. We hebben het immers over gemeenschapsgeld. En het gaat om
kinderen, wij laten zien hoe we hun basisopleiding vormgeven, hoe we daarin verschillen van andere
scholen, waar we trots op zijn. Daarop kunnen we ons beroepen, als we ruimte en vertrouwen
vragen aan de politiek. Be good and show it!
Vorig jaar hebben jullie op de ALV het project Vensters omarmd. Veel scholen zijn direct gestart met
het invullen van hun gegevens. Vorige maand is de hoeveelheid informatie per school verder
uitgebreid, ook met een managementvenster, zodat scholen de informatie nog beter kunnen
gebruiken enerzijds om zich te verantwoorden naar ouders en naar de politiek. Anderzijds kunnen
scholen en schoolbesturen de informatie gebruiken als managementinformatie, als benchmark. En
het doet mij deugd dat onze sector professioneel omgaat met deze website. Met de komst van het
ManagementVenster kunt u Scholenopdekaart ook voor de interne sturing van de scholen gebruiken.
Daarmee krijgt het project Vensters ook voor u en voor uw scholen meer betekenis. Ik hoop echt dat
u allen er actief mee aan de slag gaat.
Een paar woorden over onze ‘Vereniging’
Met deze vier thema’s uit de Beleidsagenda blijven we de komende vier jaar aan de slag, samen met
jullie.
We zullen ook elk jaar laten zien hoe ver we zijn gevorderd, ook wij willen verantwoording afleggen
en resultaten laten zien. Essentieel bij alle werkzaamheden van de PO-Raad is de betrokkenheid van
jullie, de leden. De Eerste Kamer sprak bijvoorbeeld deze week over de Wet werk en zekerheid. Wij
hadden daar al uitgebreid tegen gelobbyd, maar kregen slechts ten dele de handen op elkaar voor
onze bezwaren. Toen we jullie vroegen om brieven naar minister Asscher te sturen, en jullie dat in
grote getalen deden (waarvoor dank!) kwam er een kanteling. De stem uit het veld heeft voor politici
zoveel waarde, Dat kunnen Simone en ik nooit alleen. Gisteren hebben alle Eerste Kamerfracties
aandacht gevraagd voor de gevolgen van deze wet voor het Primair Onderwijs. De Minister heeft nog
niet bewogen, maar heeft wel toegezegd met ons samen de knelpunten te willen gaan oplossen. Dat
is winst! Het is een cliché, maar samen staan we echt sterker.
Ik ben trots op dit soort acties. En ik vind dat wij trots mogen zijn op alles wat we de afgelopen jaren
samen hebben gerealiseerd. Vaak vind ik dat we daar veel te bescheiden over zijn, maar die
bescheidenheid siert ons ook wel.
We laten vooral de resultaten voor zichzelf spreken en we laten zien dat we hard werken aan het
belang van de leerlingen. Daarbij zie ik ook dat we als vereniging nog beter onze krachten hebben
gebundeld. We zijn het afgelopen jaar weer verder gegroeid. Door inspirerende vergaderingen met
het algemeen bestuur krijgen we meer rechtstreekse input van leden. Ik heb natuurlijk de oude
4
opzet van de vereniging niet meegemaakt, maar de huidige structuur van onze vereniging, onze
governance, werkt erg goed. Dat is niet alleen maar mijn mening, dat kregen we ook via onze 360
graden feedback-ronde terug van jullie.
Een vereniging zijn, betekent ook dat je samen de lusten en de lasten deelt.
Voor de vele actieve leden binnen de PO-Raad is dat waarschijnlijk vanzelfsprekend. Maar een groot
deel van de PO-Raad-leden opereert wat meer op de achtergrondWe hebben hen minder in beeld en
weten niet altijd wat zij van bepaalde vraagstukken vinden. Dat vind ik jammer, want ik vind het
belangrijk om alle argumenten te kennen en om te horen waar zaken niet goed genoeg gaan.
Dat maakt onze positie alleen maar sterker. Ik wil daarom kijken hoe we die betrokkenheid, het
verenigingsgevoel, meer vorm kunnen geven. We gaan al veel het land in, regionale netwerken,
regionale informatiebijeenkomsten, Eenpittersnetwerken, etc.. En ik zie regelmatig in vergaderingen
dat leden elkaar aanspreken op onze onderlinge betrokkenheid: ‘De PO-Raad, dat zijn wij samen, je
kunt niet wegblijven, je moet meedoen’. Dat maakt een vereniging krachtiger. Ik hoor graag wat wij
als bureau zouden kunnen doen; Moeten we vaker ‘s avonds bijeenkomsten plannen of op zaterdag?
Moeten we meer gaan doen met LinkedIn-discussies, Skype-vergaderingen? Wat zou helpen? Vertel
het ons!
Voordat we naar de ALV-agenda gaan, wil ik nog even vooruitkijken. Op korte termijn staan er al
grote beslissingen op de rol.
In navolging van het Nationaal Onderwijsakkoord dat we vorig jaar hebben gesloten, spreken we nu
met het ministerie over een bestuursakkoord voor het primair onderwijs. In dat akkoord krijgen we
extra geld, maar daar worden ook prestaties voor gevraagd.
Wij maken alleen afspraken over prestaties die we reëel vinden en waarvan we vanuit onze
inhoudelijke netwerken weten dat er draagvlak voor is, maar uiteindelijk moeten jullie het gaan
waarmaken. Jullie en alle andere mensen in onze sector.
Tijdens deze ALV komen we terug op de stand van zaken van het bestuursakkoord en de afspraken
die we daarin willen maken. Ook zullen we jullie informeren over de stand van zaken rondom de caoonderhandelingen.
We spreken in het akkoord ook over goed bestuur en het verder doorvoeren van de collegiale
visitaties. Kunnen we een volgende stap maken? Kunnen we het visitatiestelsel dat de afgelopen drie
jaar is ontwikkeld, doorontwikkelen naar een minder vrijblijvend systeem? Veel leden vragen
daarom. Een systeem waarbij jullie elkaar kunnen aanspreken. En hoe maken we die afspraken met
die pak’m beet 700 leden die hier niet zijn?
De doorontwikkeling van het visitatiestelsel sluit aan bij de kwaliteitsaanpak voor onze sector. In dat
kader hebben we in november advies gekregen van Pauline Meurs en haar commissie over de
professionalisering van schoolbesturen. We hebben het afgelopen halfjaar met veel leden gesproken
over dit advies en we zien dat deze professionaliseringsaanpak veel draagvlak heeft.
5
Na de zomer gaan we daarom van start met het project ‘Q voor besturen’ om de kwaliteit van de
schoolbesturen verder te versterken. We willen daarbij onder andere gaan werken met lerende
netwerken. Dat zijn netwerken die gericht zijn op het cyclisch en duurzaam verbeteren van de
onderwijskwaliteit. Ik nodig u graag uit om deel te nemen aan deze netwerken. U mag uzelf, uw
organisatie en uw leerlingen deze mogelijkheid eigenlijk niet onthouden.
Zo werken we systematisch aan verdere verbeteringen binnen het primair onderwijs. Toch ben ik er
van overtuigd dat er op de langere termijn meer nodig is. Op stelselniveau zijn grote veranderingen
nodig. Het systeem van onderwijshuisvesting en financiering voldoen niet meer aan de eisen van
deze tijd. De financiering is volledig gebaseerd op groei en biedt geen goede oplossingen voor het
dalend aantal leerlingen in onze sector. De relatie met gemeenten, zorg en welzijn zijn drastisch
veranderd. Dat vraagt om ingrijpende aanpassingen van het stelsel.
Ik verwijs daarbij graag naar het Schevenings Beraad van 1994. Na 4 jaar onderhandelen maakten
bestuurders uit onderwijs, landelijke en lokale overheden afspraken waarmee ze het onderwijs echt
verder hebben gebracht. Ik heb veel bewondering voor de lef die zij hebben getoond, maar er is nu
een volgende stap nodig. Dus grijp ik elke gelegenheid aan om een pleidooi te houden voor een
nieuw Schevenings Beraad – al of niet in Scheveningen. We moeten daar een aantal heilige huisjes
omgooien. En dat is niet eenvoudig.
We hebben een stelsel nodig waarin de ontwikkeling van kinderen centraal staat. Nu is het stelsel
gebaseerd op instituties en institutionele belangen. Ik ben er van overtuigd dat het doorbreken
daarvan de enige mogelijkheid is voor de toekomst, maar ik weet ook dat we daar stapje voor stapje
naar toe moeten. Ik ben voorlopig nog niet weg en ik zet hier graag, namens jullie, mijn tanden in.
Tot slot,
Het onderwijs staat niet stil. We kunnen nauwelijks achterover leunen. Dat geldt voor de PO-Raad,
maar zeker ook voor u. Het belang is veel te groot: de toekomst van de leerlingen. We kunnen echt
trots zijn op wat we allemaal al hebben bereikt, maar er is nog zoveel te bereiken. En ik weet ook
zeker dat we dat kunnen als we dat samen aanpakken.
Je hoort wel eens mensen zeggen dat het onderwijs vroeger beter was. Als ik naar het primair
onderwijs kijk, weet ik zeker dat dat niet waar is. Het onderwijs is tegenwoordig veel beter en zal
morgen nog beter zijn. Die uitdaging ga ik graag met u aan.
Dank u wel.
6