Tekst jaarrede voorzitter Huub Wieleman, ALV NBA, 23 juni 2014, Bussum Dames en heren, beste collega’s, Zijn wij in staat om onze kinderen een goede toekomst te bieden? Die vraag drong zich recent aan mij op, na afloop van een diploma-uitreiking. Bij de NBA organiseren we die maandelijks. Twintig tot dertig nieuwe beroepsgenoten die hun diploma komen ophalen. Hun beste pak aan. Ouders en geliefden mogen mee. Iedereen trots als een pauw. Ik doe dat graag, dat uitreiken van diploma’s. Maar ik houd de nieuwe collega’s ook voor dat ze beginnen in een beroep dat stevig onder vuur ligt. Dan laat ik altijd een slide met actuele krantenkoppen zien. Geen gezellig plaatje, dat mag duidelijk zijn. Vorige maand sprak één van de ouders me na afloop aan. Ze keek bezorgd. ‘Meneer Wieleman’, vroeg ze, ‘krijgt mijn kind een goed beroep?’ Ik stelde haar gerust en zei, in volle overtuiging, dat accountant een prachtig beroep is. Maar haar vraag bleef toch bij mij hangen. En daarom, collega’s, vraag ik jullie: zijn wij in staat om jonge accountants een goede toekomst te bieden? Zijn wij een voorbeeld voor die nieuwe generatie accountants? Wie mij kent weet dat ik een optimistisch mens ben. Ik wil zeker niet zwaarmoedig zijn. Maar we halen de voortdurend de media. De Telegraaf sla je niet onbevangen meer open. Internetrubriek Follow the Money is vlijmscherp. We voelen gêne bij De Wereld Draait Door. Het lijkt inmiddels continu Bijltjesdag voor de accountant. Ons beroep schudt op zijn grondvesten. Het is te makkelijk om de media de schuld te geven. Te makkelijk om te wijzen naar dat ene kantoor. Om te wijzen naar die paar grote spelers. ‘Zij hebben het fout gedaan, wij niet’. Dat is niet terecht. Hoge bomen vangen veel wind, maar ook elders gaan zaken niet goed. De jongste ronde toetsingen van onze eigen Raad voor Toezicht bewijst opnieuw dat het probleem ook bij kleinere kantoren speelt. Als bijna de helft een onvoldoende krijgt, is er iets mis. We kunnen niet meer spreken van incidenten. De weeffouten die in onze beroepsuitoefening zijn geslopen, moeten er uit. Er worden veel suggesties gedaan op dit moment. Ook strengere regelgeving wordt genoemd als oplossing. Maar de afgelopen jaren hebben we al veel nieuwe regels ingevoerd. We zullen er eerst maar eens naar moeten handelen. Van regels naar gedrag, daar gaat het om. Afgelopen december hebben we de VGBA vastgesteld, onze nieuwe gedragscode. Ik noemde het bij die gelegenheid ‘onze grondwet’. Ik heb die code even apart in een klein boekje laten bundelen: dit is eigenlijk genoeg, als het om regels gaat. Als we ons werkelijk gedragen zoals in deze vijf principes staat, zijn er geen incidenten meer. Draag dit boekje op uw hart, stop het in uw binnenzak of in uw tas. Leef er naar, houd u aan onze grondwet. Collega’s, ik besef tegelijk dat alleen die grondwet op dit moment niet genoeg is. De politiek heeft ons vier maanden gegeven om zelf met een oplossing te komen. Een oplossing die ons beroep toekomstbestendig moet maken. Die tegemoet komt aan de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer. De politiek kijkt in het najaar naar de implementatie van Barnier in Nederland en naar de Wta. We onderhouden nauw contact met het ministerie van Financiën. We zijn alert op nieuwe discussies, bijvoorbeeld over de grenzen voor verplichte of vrijwillige controles. Zeker is dat er in september een voorstel moet liggen van onszelf, dat tegemoet komt aan de eisen van de politiek ten aanzien van kwaliteit en onafhankelijkheid. De motie Nijboer vraagt naar onze eigen voorstellen op het gebied van de governance, de aansturing en het verdienmodel. En dat is wat we gaan doen. Ik ben enthousiast over de mogelijkheden die deze oproep van de Kamer ons biedt. Het geeft ons de mogelijkheid om de vernieuwing van onze sector te versnellen. Ik heb vertrouwen in de bereidheid en het vermogen van de kantoren om het initiatief te nemen in de vernieuwing. En het Ministerie en de toezichthouder hebben oprechte interesse in onze initiatieven. 1 Op 28 mei hebben we, tijdens een bijeenkomst met beroepsgenoten, stevig gesproken over de toekomst. We hebben elkaar de waarheid gezegd. Terecht is er gesteld dat we in breed verband moeten werken aan een oplossing. De kritiek op ons beroep raakt ons immers allemaal. Waar staan we in de uitvoering? De besturen van de kantoren en de beroepsorganisatie hebben een werkgroep ingericht, met daarin vooral jonge beroepsgenoten. Die werkgroep komt wekelijks bij elkaar. Er zit een externe adviseur bij; die let op de relatie met het maatschappelijk verkeer. De NBA zit aan tafel in de persoon van Berry Wammes. De werkgroep maakt in de komende weken een intensieve rondgang langs alle relevante stakeholders: leden, toezichthouders, opdrachtgevers, maatschappelijke organisaties, politici. We organiseren een reeks van debatten, met leden en opinieleiders, om zoveel mogelijk input te krijgen. Dat doen we online, via een digitaal debat, maar ook op de ouderwetse manier, met opinieleiders in De Balie. Open communicatie staat voorop. En vanmorgen hebben we tijdens de themabijeenkomst ook over de toekomst gesproken. Allemaal bouwstenen voor de werkgroep, die ondertussen hard werkt aan concrete voorstellen. Die voorstellen worden daarna voorgelegd aan een stuurgroep, waarin bestuurders van grote en kleine kantoren vertegenwoordigd zijn. Ook de onafhankelijke denkers uit ons beroep zitten daar aan tafel, naast onafhankelijke derden. Ik ben als voorzitter van de NBA de voorzitter van de Stuurgroep, want wij worden als sector aangesproken. De Stuurgroep zal ook haar eigen maatschappelijke klankbord organiseren. Wat er uit gaat komen, dat weet ik niet. Daarvoor is het nog te vroeg. Maar we hebben afgesproken dat er geen heilige huisjes zijn. Wel zie ik soms nog krampachtige reacties op alle kritiek. Begrijpelijk wellicht, maar we moeten openstaan voor vernieuwing. Stevige stappen durven zetten. We komen er niet met het plakken van pleistertjes. Wel met een zichzelf vernieuwend beroep, dat toekomstbestendig is. Collega’s, ik besef dat dit allemaal toch weer ernstig klinkt. Maar er is ook genoeg positiefs te melden. Ik haal er drie zaken uit. Als eerste het onderwijs. We hebben het afgelopen jaar een contourennota uitgebracht, om de opleiding tot accountant toekomstbestendig te maken. Die contourennota hebben we ter consultatie aan u voorgelegd. Daar is veel reactie op gekomen. Dat toont uw betrokkenheid en geeft draagvlak voor onze plannen. Anne-Marike van Arkel heeft nagenoeg alle onderwijsinstellingen bezocht. De afdronk van al die reacties was vooral positief en toont uw eensgezindheid. Met alle commentaren zijn we aan de slag gegaan. Waar nodig zijn details verder uitgewerkt, bijvoorbeeld waar precies grenzen moeten worden getrokken. Zeer binnenkort stellen we de contourennota vast. Daarbij wordt een nieuw beroepsprofiel uitgewerkt, als basis voor opleidingsprofielen en nieuwe eindtermen. Die nieuwe eindtermen worden naar verwachting vanaf september 2015 ingevoerd. Dat betekent een belangrijke stap voor vernieuwing vanaf de basis. Als tweede noem ik hier de initiatieven voor onze mkb-praktijk. Bijvoorbeeld rondom de samenstelverklaring. Een product dat meerwaarde heeft voor de accountant in het mkb. We willen die verklaring nog meer waarde geven. Dus is er gekeken naar de reikwijdte, naar de tekst, naar de relatie met belastingaangiftes en meer. We noemen dat: maatwerk in assurance. Ook hierover bent u geconsulteerd en dat was reden om meer tijd te vragen voor dit project. Op momenten die er toe doen kunt u reageren op zaken waar wij mee bezig zijn. Uw mening telt. Om een weerwoord te bieden op alle kritische geluiden zijn we gestart met een heldenprogramma. Dirk ter Harmsel schreef er deze maand al iets over in ons maandblad Accountant. Er zijn duizenden hard werkende accountants, die elke dag hun vak deskundig en integer invulling geven. Daar lees je nooit over. Daarom werken we aan een serie artikelen over accountants die verschil maken in de praktijk. Uw suggesties daarvoor zijn welkom bij de redactie. Onze reputatie behoeft positieve energie. Ten slotte noem ik hier de kennistoets, die onderdeel is van ons kwaliteitsprogramma. Die is verplicht voor alle controlerend accountants. Wie van u heeft die kennistoets al gedaan? 2 Ik heb hem kort geleden zelf gedaan. Hij kostte me ongeveer drie uur. Ik kan u geruststellen, uw voorzitter is geslaagd. Maar het was goed om te doen, om mezelf scherp te houden en de eigen vakkennis tegen het licht te houden. U kunt die toets gewoon achter uw bureau doen en u mag uw HRA-bundel erbij houden. Die staat tegenwoordig ook op de iPad, dat scheelt een dikke tas. Maak die toets, want kwaliteit is wat ons moet onderscheiden. Beste collega’s, ik rond af. Ik heb veel gezegd over de kritiek op ons beroep en de cruciale fase waarin we momenteel zitten. We voeren daarover onderling graag de discussie. Dat blijkt elke dag op ons platform, Accountant.nl. Ik ben daar blij mee. Discussie is goed. Ook binnen ons bestuur voeren wij intensieve discussies. Maar we zoeken daarbij naar oplossingen en sluiten vervolgens de rijen. Wij zijn samen de NBA. We hebben in Nederland één beroepsorganisatie waarin alle accountants zijn verenigd. Dat is uniek in Europa. Laten wij binnen de NBA een volwassen dialoog aangaan; met de samenleving en met onze opdrachtgevers. Maar vervolgens moeten we aan de samenleving laten zien dat we als beroepsgenoten gezamenlijk met duidelijke en gedragen oplossingen kunnen komen. Dat mag van ons verwacht worden. Wat willen wij de volgende generatie accountants meegeven? Dat is helder: we willen de nieuwe generatie een goede toekomst bieden. Ons Tweede Kamer project Toekomst Accountantsberoep daagt ons uit om ons beroep opnieuw uit te vinden en te ontwerpen. Daar zijn we nu druk mee bezig. Ik nodig u allen uit om bij te dragen aan het ontwerp. Zo bouwen we de accountancy van de toekomst: krachtig en betrokken bij de samenleving! Ik wens u een goede ledenvergadering toe. Dank u wel. 3
© Copyright 2024 ExpyDoc