Gemeente en accountant stemmen controle op elkaar af

Gemeente en accountant stemmen
controle op elkaar af
25 februari 2015
Gezamenlijk ledenbericht Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA ) en
VNG
De externe accountant zal meestal bij zijn of haar controle van de gemeentelijke jaarrekening
gebruik maken van controles die al door medewerkers van de gemeente zijn uitgevoerd. Het gaat
hierbij bijvoorbeeld om gemeentelijke interne beheersingsmaatregelen en eventueel gemeentelijke
auditwerkzaamheden. De voorwaarden voor de accountant om te kunnen steunen op de door de
gemeente uitgevoerde auditwerkzaamheden staan in de wet- en regelgeving voor
accountantscontrole in de zogenoemde Standaard 610 ‘Gebruikmaken van de werkzaamheden van
interne auditors’. In december 2013 is een nieuwe aangescherpte versie van de Standaard 610
vastgesteld, geldend voor controles vanaf boekjaar 2014.
Wanneer gemeenten niet voldoen aan de voorwaarden van Standaard 610 kunnen zij de interne
audit versterken zodat voldaan wordt aan de nieuwe voorwaarden. Accountants kunnen dan
efficiënter gebruik maken van deze al verrichte gemeentelijke auditwerkzaamheden. Indien niet aan
de nieuwe voorwaarden wordt voldaan, dan zal de accountant meer werkzaamheden moeten
verrichten dan voorheen. Het contract of de opdrachtbrief bepaalt wie deze meerkosten betaalt.
Indien hierin is opgenomen dat deze meerkosten ten gevolge van verandering van regelgeving voor
rekening van de gemeente komen is het aan de gemeente om ze te betalen. Indien dit niet expliciet
in het contract of de opdrachtbrief is opgenomen is de VNG van mening dat deze kosten dan voor
rekening van de accountant zijn. De NBA meent dat over deze kosten dan nadere afspraken
gemaakt moeten worden tussen gemeente en accountant.
Aangepaste controlestandaard
De aangepaste Standaard 610 komt voort uit aangescherpte internationale regelgeving. Deze dient
door de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) te worden nageleefd. De minister
van Financiën heeft de door de NBA aangepaste (‘vertaalde’) Standaard 610 goedgekeurd en
gepubliceerd in de Staatcourant (mei 2014). Deze -en andere- “Nadere voorschriften controle- en
1
overige standaarden” (NV COS) vormen het wettelijk kader voor de accountantscontrole. De
basisgedachte is dat de externe accountant eindverantwoordelijk is voor het oordeel dat hij of zij
geeft bij de jaarrekening. De accountant kan en mag gebruik (blijven) maken van eerder verrichte
interne controles bij de gemeente indien deze voldoen aan de aangescherpte voorwaarden met
betrekking tot objectiviteit, deskundigheid en kwaliteit.
Vroegtijdig afstemmen verwachtingen
Van belang is dat accountant en gemeente tijdig met elkaar in gesprek zijn over de kwaliteit van de
audit. De mate waarin de gemeentelijke controleactiviteiten c.q. de medewerker (per te controleren
post/proces) aantoonbaar ‘scoort’ op de voorwaarden objectiviteit, deskundigheid en kwaliteit
bepaalt de mate waarin de accountant er gebruik van kan maken. Is dit van voldoende niveau, dan
verandert er niets. Is het niet voldoende, dan staat de gemeente voor de keus om de kwaliteit van
de eigen auditfunctie te verhogen, slim een aantal zaken in te richten of om extra werkzaamheden
aan de accountant te laten. Van belang is om dit van te voren gezamenlijk af te stemmen. Aangezien
deze nieuwe regelgeving zowel bij accountants als bij gemeenten tot de nodige vragen leidt, zullen
de VNG en NBA daartoe gezamenlijk een brochure opstellen met een uitwerking van de
voorwaarden en praktijkvoorbeelden voor zowel de accountant, als gemeenten, met specifieke
aandacht voor minder grote gemeenten.
2