1 juli 2014 Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1. Introductie Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: de verklaring) geeft op hoofdlijnen het beleggingsbeleid van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting (SNPS) weer. Dit beleid wordt door het Bestuur van SNPS vastgesteld. SNPS stelt de verklaring op verzoek beschikbaar aan alle aanspraak- en pensioengerechtigden. Ook is de verklaring terug te vinden op de internetsite van SNPS: www.snps.nl. Deze verklaring is door het Bestuur vastgesteld op 13 mei 2013 en wordt om de drie jaren en voorts onverwijld na iedere belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid herzien. Na een korte profielschets van SNPS, wordt beschreven op welke wijze het beleggingsbeleid wordt vastgesteld en hoe door het Bestuur verantwoording wordt afgelegd over het beleid en de uitvoering daarvan. Vervolgens wordt het beleggingsbeleid besproken. Tot slot wordt ingegaan op de uitvoering van het beleggingsbeleid. 2. Profiel van SNPS 2.1 Organisatie SNPS is een ondernemingspensioenfonds van de Shell Groep in Nederland en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregelingen, zoals die door de tot SNPS toegetreden groepsmaatschappijen voor de toegelaten categorieën werknemers zijn getroffen. SNPS is een aparte rechtspersoon (stichting) en staat daarmee juridisch los van de Shell Groep. 2.2 Geen nevenactiviteiten SNPS beperkt zijn activiteiten tot het uitvoeren van pensioenregelingen en het verrichten van werkzaamheden die daar rechtstreeks verband mee houden. SNPS oefent geen nevenactiviteiten uit zoals bedoeld in artikel 116 Pensioenwet. 2.3 De pensioenregeling De pensioenregeling die door SNPS wordt uitgevoerd is een reguliere beschikbare premieregeling (zuivere premieovereenkomst). De pensioenovereenkomst bepaalt dat een netto beschikbare premie beschikbaar wordt gesteld en individueel voor rekening en risico van de (gewezen) deelnemer wordt belegd. De pensioenregeling van SNPS is van kracht per 1 juli 2013 en is vastgelegd in Reglement I. Dit reglement is gewijzigd per 1 januari 2014. 3. Beleggingsbeleid 3.1 Beleggingsdoelstelling De doelstelling van het beleggingsbeleid is om zo goed mogelijke beleggingsresultaten van de individuele deelnemer – gegeven zijn verplichtingenstructuur (‘replacement ratio’) en risicobereidheid (binnen de door het Bestuur vastgestelde grenzen) - na te streven. Dit wordt door middel van een ALM-studie getoetst. Deze ALM-studie wordt minimaal één maal per drie jaar uitgevoerd. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 1 van 8 3.2 Investment Beliefs SNPS heeft de volgende investment beliefs: • Een prudent beleggingsbeleid gericht op een optimaal beleggingsresultaat gegeven de risicovoorkeuren van de individuele deelnemers. Het is belangrijk dat, wanneer een deelnemer zelf geen beleggingskeuze maakt, er zodanig wordt belegd dat de kans op een goed pensioen zo hoog mogelijk is. De beleggingen moeten deelnemers in staat stellen om een goed pensioen aan te kunnen kopen. Dit betekent in de praktijk dat afbouw binnen de Life cycle profielen zal plaatsvinden naar beleggingen die het rente- en inflatierisico ten opzichte van de aan te kopen annuïteit, die op pensioendatum aangekocht dient te worden, verminderen. De deelnemer heeft zelf de keuze om op pensioendatum een nominale of reële annuïteit aan te kopen. • Keuzevrijheid en overzichtelijkheid moeten in balans zijn. Wanneer een deelnemer zich niet comfortabel voelt bij het door het pensioenfonds gekozen risiconiveau van de beleggingsmix van een Life cycle profiel, moet de deelnemer de mogelijkheid hebben om meer of minder risico te nemen. Wanneer deelnemers te veel keuze hebben, is het aannemelijk dat zij teveel tijd besteden aan minder belangrijke beslissingen. Daarom zal de mate van keuzevrijheid gebalanceerd moeten worden met heldere onderscheidende beleggingsopties. Ook zullen limieten en/of voorwaarden moeten worden gesteld die voorkomen dat deelnemers te risicovol of te risicomijdend beleggen zodat de kans wordt verkleind dat de deelnemer uiteindelijk een te laag pensioen heeft. • Goede communicatie en educatie zijn noodzakelijk. Omdat deelnemers het volledige beleggingsrisico lopen moeten deelnemers de vrijheid hebben om hun beleggingen binnen de geboden keuzemogelijkheden naar eigen wens vorm te geven. Het pensioenfonds heeft de zorgplicht de deelnemers te wijzen op de risico’s. Deelnemers moeten in staat zijn gefundeerde beslissingen te nemen. Daarom is goede educatie en communicatie belangrijk. • Diversificatie loont. Een optimaal risico/rendementsprofiel wordt behaald door beleggingen te diversificieren over meerdere beleggingscategorieën. Op voorhand worden geen beleggingscategorieën uitgesloten. In de afweging van de mate van diversificatie wordt rekening gehouden met randvoorwaarden zoals de liquiditeitseisen van de deelnemers en de jaarlijkse vermogensbeheerkosten. . Kosten hebben een sterke invloed op pensioeninkoop. Kosten zorgen er ieder jaar voor dat kapitaal weglekt. Dit gaat ten koste van de te verwachten pensioeninkoop. Daarom is het belangrijk dat extra kosten alleen gemaakt worden als ze bijdragen aan een beter risico/rendementsprofiel. Het pensioenfonds geeft er daarom de voorkeur aan om de Life cycle portefeuilles waar opportuun in te vullen met passief beheerde beleggingsinstellingen. Actief beheer kan op de lange termijn waarde toevoegen, maar brengt ook extra kosten en potentieel extra risico met zich mee. • Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 2 van 8 • Benchmarking is essentieel voor controle. Het pensioenfonds blijft eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het uitbestede beleggingsbeleid. Het pensioenfonds heeft vanuit de zorgplicht ook de verantwoordelijkheid om aan de deelnemers te communiceren welk risico er gelopen wordt en welk rendement dit heeft opgeleverd. Om te communiceren over risico’s en rendement is het van belang dat de partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van het beleggingsbeleid objectief beoordeeld kunnen worden. Dit kan onder andere bereikt worden door het afspreken van heldere benchmarks en periodieke reviews. Tenminste eenmaal in de drie jaar, als eerste processtap in een ALM-studie, zullen de investment beliefs opnieuw worden beoordeeld en eventueel aangepast. SNPS heeft deze Investment Beliefs gepubiceerd op de website (www.snps.nl). 3.3 Uitbesteding beleggingsadministratie en het vermogensbeheer SNPS heeft de beleggingsadministratie en het vermogensbeheer uitbesteed aan respectievelijk Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. en Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. 3.4 Beleggingsrisico en -rendement SNPS onderkent dat de beleggingen voor rekening en risico van de individuele deelnemer zijn. SNPS houdt hiermee rekening bij het bepalen van de beleggingsmogelijkheden die een individuele deelnemer heeft, bij het uitbesteden van de beleggingsadministratie en het vermogensbeheer, alsmede bij de selectie en monitoring van de beleggingsinstellingen waarin een deelnemer uiteindelijk belegt. 3.5 Strategische asset allocatie: de Life cycle profielen en Life cycle portefeuilles SNPS kent drie Life cycle profielen, waaronder Life cycle Neutraal, Life cycle Defensief en Life cycle Offensief. Als een deelnemer geen beleggingskeuzes heeft gemaakt, worden de netto beschikbare premies belegd conform het life cycle profiel Neutraal. Maandelijks kan de deelnemer opnieuw een keuze maken tussen de drie Life cycle profielen. Hiertoe dient de deenemer met behulp van een vragenlijst zijn risicoprofiel te bepalen. SNPS informeert de deelnemer over het bij het ingevulde risicoprofiel behorende Life cycle profiel. De deelnemer beslist vervolgens zelf of wordt belegd in het bij het ingevulde risicoprofiel behorende Life cycle profiel of dat wordt belegd in één van de andere door SNPS vastgestelde Life cycle pofielen. Aan de Life cycle profielen liggen de volgende principes ten grondslag: • ‘Whole of life’ • uiteindelijk telt inkomen voor later en niet slechts vermogensopbouw • Beperking van het risico • deelnemers moeten worden beschermd tegen het verlies van significante bedragen relatief kort voor pensioendatum • Een adequate ‘pensioenambitie’ • deelnemers moeten naar verwachting een adequaat en als zodanig houdbaar pensioeninkomen kunnen verwerven • Hoe langer de horizon, des te groter het risicoabsorptievermogen kan zijn • houd hiermee rekening bij de inrichting van de beleggingsmogelijkheden Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 3 van 8 • Over tijd kan het profiel van individuele deelnemers wijzigen • Diversificatie loont • Fees zijn zekere kosten en gaan ten koste van het rendement • Er bestaat niet zoiets als een ‘free lunch’ • rendement en risico gaan hand in hand; beleggen brengt risico’s met zich mee Daarnaast zijn er bepaalde aannames voor de Life cycle profielen gemaakt. Deze houden onder meer in dat risicoafbouw beter in meer kleine stapjes kan worden gedaan dan in slechts een paar relatief grote stappen (beperken van het timing risico) en indeling van de Life cycle profielen in drie (‘administratieve’) portefeuilles 1, 2 en 3. Life cycle portefeuilles 1 en 2 geven voorrang aan bescherming van het opgebouwde pensioenbeleggingskapitaal en beperking van het renterisico met het oog op de aankoop van een annuïteit, terwijl Life cycle portefeuille 3 rendement op langere termijn nastreeft. Er wordt meer gealloceerd aan de Life cycle portefeuilles 1 en 2 naarmate een deelnemer ouder wordt. Schematisch ziet de beleggingsstructuur er als volgt uit: Het Bestuur van SNPS stelt het strategisch beleggingsbeleid vast (de samenstelling - de ‘wegingen’) van de Life cycle profielen en daarmee de verdeling over de administratieve Life cycle portefeuilles en over de verschillende asset categorieën (de onderliggende beleggingsinstellingen waarin daadwerkelijk wordt belegd). De selectie van deze onderliggende beleggingsinstellingen is uitbesteed aan Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. De uiteindelijke selectie van een onderliggende beleggingsinstelling is onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door SNPS. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 4 van 8 In onderstaande tabel zijn de (wegingen van de) administratieve Life cycle portefeuilles opgenomen. Neutraal Leeftijd A. Totaal van Life cycle portefeuille 1 en 2 B. Life cycle portefeuille 3 Totaal Defensief Offensief 25 50 65-67 25 50 65-67 25 50 65-67 30% 70% 100% 30% 70% 100% 85% 15% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 85% 15% 100% 15% 85% 100% 15% 85% 100% 70% 30% 100% 60% 30% 10% 100% 11 60% 30% 10% 100% 11 85% 10% 5% 100% 11 60% 30% 10% 100% 11 60% 30% 10% 100% 11 85% 10% 5% 100% 11 60% 30% 10% 100% 11 60% 30% 10% 100% 11 85% 10% 5% 100% 11 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 40% 20% 15% 15% 5% 5% 100% 50% 25% 25% 100% 50% 25% 25% 100% 100% 0% 0% 100% 50% 25% 25% 100% 50% 25% 25% 100% 100% 0% 0% 100% 50% 25% 25% 100% 50% 25% 25% 100% 100% 0% 0% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% 50% 50% 100% A. Totaal van Life cycle portefeuille 1 en 2 A1. Staatsobligaties en Staatsobligaties - Lange Duratie A2. Niet-Staatsobligaties en Staatsobligaties niet-euro A3. Indexleningen Totaal Vaste duratie doelstelling B. Life cycle portefeuille 3 B1. Aandelen Wereld B2. Aandelen Opkomende Markten B3.High yield B4. Obligaties Opkomende Markten - HC B5. Grondstofffen B6. Indirect Vastgoed Totaal A2. Niet-Staatsobligaties en Staatsobligaties niet-euro Niet-Staatsobligaties euro Niet-Staatsobligaties niet-euro Staatsobligaties niet-euro Totaal B1. Aandelen Wereld Aandelen Wereld Aandelen Wereld – Low volatility Totaal Vanaf de 50-jarige leeftijd wordt veelal op jaarbasis lineair van het doelgewicht op leeftijd 50 naar het doelgewicht op leeftijd 65 gegroeid. SNPS beoordeelt periodiek de samenstelling van de Life cycle profielen en Life cycle portefeuilles (doelwegingen en de verscheidene asset categorieën die worden gebruikt), en kan deze van tijd tot tijd aanpassen. Deelnemers zullen daarover dan worden geïnformeerd. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 5 van 8 3.6 Age styling Als een deelnemer heeft gekozen om te beleggen volgens Life cycle Defensief of Life cycle Offensief, biedt SNPS aanvullend nog de mogelijkheid tot age styling. Age styling houdt in dat binnen door het Bestuur te bepalen grenzen (i) een deelnemer die belegt volgens Life cycle Defensief zich maximaal 10 jaar ‘ouder mag maken’ (en daarmee defensiever belegt) en (ii) een deelnemer die belegt volgens Life cycle Offensief zich maximaal 10 jaar ‘jonger mag maken’ (en daarmee offensiever belegt). In praktijk betekent dit dat een deelnemer in de Life cycle Defensief vanaf leeftijd 41, en een deelnemer in de Life cycle Offensief vanaf leeftijd 51 gebruik kan maken van de optie age styling. 3.7 Rebalancing Per kwartaal vindt rebalancing van de Life cycle profielen plaats; de verhouding tussen de Life cycle portefeuilles wordt dan zonodig (weer) naar de doelwegingen aangepast. De in de tabel in paragraaf 3.5 opgenomen wegingen van de Life cycle portefeuilles zijn doelwegingen. Als gevolg van (bijvoorbeeld) marktontwikkelingen kunnen de actuele wegingen (gaan) afwijken van de doelwegingen. Bij afwijkingen buiten een bepaalde bandbreedte zullen de Life cycle portefeuilles worden teruggebracht naar binnen de bandbreedte. Er wordt gestreefd naar een rentegevoeligheid (duratie) van de Life cycle portefeuilles 2 en 3 van 11. Door ontwikkelingen op de financiële markten kan de actuele duratie (gaan) afwijken van de streefduratie. Bij afwijkingen buiten een bepaalde bandbreedte zal de duratie worden teruggebracht naar binnen de bandbreedte. 3.8 Verantwoord beleggen Op SNPS is specifieke wet- en regelgeving omtrent het beleggen in clustermunitie en landmijnen van toepassing. SNPS is geen directe aandeelhouder in beursgenoteerde ondernemingen maar belegt in aandelen via participaties in beleggingsfondsen van externe vermogensbeheerders. De aandelen waarin door deze beleggingsfondsen wordt belegd zijn juridisch geen eigendom van het pensioenfonds, waardoor het formeel geen stemrecht kan uitoefenen. Wel bespreekt het Bestuur periodiek met Syntrus Achmea het door de externe vermogensbeheerders uitgevoerde beleid ten aanzien van verantwoord beleggen: op welke wijze wordt rekening gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. Op grond van artikel 135 lid 4 PW vermeldt SNPS in zijn jaarverslag op welke wijze in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten, sociale verhoudingen en de mate waarin het pensioenfonds investeert in Nederland. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 6 van 8 3.9 Selectie(criteria) beleggingsinstellingen SNPS heeft de selectie van beleggingsinstellingen waarin de deelnemers uiteindelijk beleggen (indirect via drie ‘administratieve’ Life cycle portefeuilles) uitbesteed aan Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. Onderdeel van deze uitbesteding is dat er een aantal selectiecriteria is afgesproken. Daarnaast is de uiteindelijke selectie van een beleggingsinstelling onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door SNPS. Vanuit kostenoptiek is ervoor gekozen om (zoveel mogelijk) institutionele beleggingsinstellingen te gebruiken. Dit betekent echter wel dat er niet (altijd) sprake zal zijn van dagelijkse verhandelbaarheid. De beleggingen van deelnemers kunnen dan ook gedurende een bepaalde periode niet (volledig) in lijn zijn met de door hen gemaakte keuze voor een bepaald Life cycle profiel. De kostenbesparing van institutioneel beleggen wordt (in vergelijking met retail fondsen/share classes die dagelijks verhandelbaar zijn) geacht hier ruimschoots tegenop te wegen. 3.10 Prudent person en zorgplicht SNPS draagt ervoor zorg dat de beleggingen voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet, in het bijzonder aan de prudent person regel en (nu de pensioenregeling deelnemers de mogelijkheid biedt om af te wijken van Life cycle Neutraal ) aan de eisen van zorgplicht. 3.11 Investeringen in de Shell Groep In de onderliggende beleggingsinstellingen kunnen er posities zijn in effecten Royal Dutch Shell plc. SNPS is niet in staat om het beleggingsbeleid van de beleggingsinstellingen waarin wordt belegd op dit punt te beïnvloeden. Beleggingen door SNPS in effecten Royal Dutch Shell zijn wettelijk begrensd tot maximaal 10% van de totale portefeuille. 3.12 Gebruik van derivaten Er wordt door SNPS geen gebruik gemaakt van derivaten, zoals bijvoorbeeld voor afdekking van valutarisico’s. In de onderliggende beleggingsinstellingen kunnen wel derivaten worden gebruikt. 3.13 Bewaarneming van effecten en securities lending SNPS heeft een onafhankelijk bewaarinstelling (‘custodian’) benoemd en ziet er tevens op toe dat de beleggingen in de onderliggende beleggingsinstellingen ‘bankruptcy remote’ worden bewaard. Securities lending kan onderdeel uitmaken van het beleggingsbeleid van de onderliggende beleggingsinstellingen. 3.14 Waarderingsgrondslag De beleggingen in de onderliggende beleggingsinstellingen worden (zoveel mogelijk) op actuele waarde gewaardeerd. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 7 van 8 4. (Potentiële) risico’s Risico’s zijn inherent aan pensioenbeleggen. De waarde van de onderliggende beleggingsinstellingen zullen fluctueren, bijvoorbeeld als gevolg van ontwikkelingen op de (financiële) markten. De kans bestaat dat er - op pensioendatum - een annuïteit moet worden ingekocht op een relatief ongunstig moment, bijvoorbeeld omdat de waarde van het saldo op de pensioenbeleggingsrekening is afgenomen door marktontwikkelingen of omdat de inkoop van een annuïteit duurder is dan verwacht op grond van de stand van de rente. Daarnaast kan de waarde van het saldo op de pensioenbeleggingsrekening worden aangetast door inflatie. Ook bestaat het risico dat de waarde van het saldo op de pensioenbeleggingsrekening niet volledig kan worden gerealiseerd omdat de liquiditeit van een deel van de betreffende beleggingen in de onderliggende beleggingsinstellingen (al dan niet tijdelijk) is ‘opgedroogd’. SNPS heeft getracht deze en andere risico’s te mitigeren. 5. Fees en (andere) kosten Het rendement van de onderliggende beleggingsinstellingen wordt beïnvloed door de kosten die door de betreffende vermogensbeheerders aan deze beleggingsinstellingen worden onttrokken. Het gros van deze kosten komt tot uitdrukking in de maatstaf ‘Total Expense Ratio’ die in het jaarverslag van de onderliggende beleggingsinstelling wordt gerapporteerd. Een andere maatstaf hiervoor kan zijn ‘Total Cost of Ownership’. Het betreft altijd een ‘look back’ en kan afwijken van de actuele kosten in het lopende jaar. Eventuele aan- en verkoopkosten worden verdisconteerd in de waarde van de beleggingen. 6. Maximale pensioenen De opbouw van het pensioenbeleggingssaldo is fiscaal begrensd. Op een aantal momenten toetst het Pensioenfonds of het ouderdoms- en partnerpensioen dat uit het pensioenbeleggingssaldo kan worden aangekocht binnen de fiscale grenzen blijven. Als uit de fiscale toetsing blijkt dat het saldo fiscaal bovenmatig is, zal het deel van het pensioenbeleggingssaldo dat deze overschrijding veroorzaakt onherroepelijk vervallen aan SNPS. Shell Nederland Pensioenfonds Stichting Pagina 8 van 8
© Copyright 2024 ExpyDoc