Havo 5 Hoofdstuk 10 Hulpbladen 10.2 Eenparige cirkelbeweging Opgave 12 b De middelpuntzoekende kracht bereken je met de formule voor de middelpuntzoekende kracht. De snelheid bereken je met de formule voor de baansnelheid. De omlooptijd bereken je met het aantal omwentelingen per minuut. De straal bereken je met de diameter van de trommel en de plaats van het zwaartepunt ten opzichte van de wand. c Toon aan dat de straal 18,5 cm is. Gebruik de formule voor de middelpuntzoekende kracht en vul voor v de formule voor de baansnelheid in. © ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 3 Havo 5 Hoofdstuk 10 Hulpbladen 10.3 Gravitatiekracht Opgave 15 a De verhouding van de gravitatiekrachten bereken je met de gravitatiewet. Deel de formule van de gravitatiekracht op de satelliet met de grootste straal door de formule van de gravitatiekracht op de satelliet met de kleinste straal. Vul de grootste straal 4r in. b De formule voor de baansnelheid leid je af met de formule voor de middelpuntzoekende kracht en de formule voor de gravitatiekracht: Fmpz = Fg. c De verhouding van de baansnelheden bereken je met de formule voor de baansnelheid gegeven in vraag b. Vul de grootste straal weer 4r in. d De verhouding van de omlooptijden bereken je met de formule voor de baansnelheid waarin de oplooptijd voorkomt Opgave 16 a De formule voor de baansnelheid leid je af met de formule voor de middelpuntzoekende kracht en de formule voor de gravitatiekracht: Fmpz = Fg. Het begin van het antwoord is hetzelfde als bij vraag 15b. c Met de wet van Kepler bereken je de straal. De hoogte bereken je met de berekende straal en de straal van de aarde. © ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 3 Havo 5 Hoofdstuk 10 Hulpbladen 10.5 Afsluiting Opgave 23 m V b Voor de dichtheid geldt: c De dichtheid van de planeet is gelijk aan de dichtheid van de aarde. Dan is de massa van de planeet, uitgedrukt in de massa van de aarde, gelijk aan het volume van de planeet uitgedrukt in het volume van de aarde. Bereken het volume van de planeet met behulp van de straal van de planeet zoals gegeven in tabel 10.1 van het basisboek. Een jaar op de planeet is de tijdsduur van een omloop om de ster. Dat is dus de tijd tussen twee transits. In figuur 10.38 zie je de tijden van zes transits maar die behoren bij vijf omlopen. De diameter van de ster volgt uit de baansnelheid waarmee de planeet langs de ster beweegt en de tijd voor het passeren van de ster. De tijd voor het passeren van de ster is de tijd waarbij de lichtsterkte kleiner is dan 100%. e © ThiemeMeulenhoff bv Pagina 3 van 3
© Copyright 2024 ExpyDoc