21 juni 2014 , pag. 20 400 DAGEN VOOR 400 VRAGEN De RUG viert dit jaar haar vierde eeuwfeest. Voor het project 400 dagen voor 400 vragen verzamelt de universiteit vragen. De slotvraag is van Niek Panman uit Haren. Onbewust lekker Mannus van der Laan Vraag: Is het mogelijk dat demente mensen vergeten wat ze niet lekker vinden qua eten? Of staat de smaak (het wel of niet lekker vinden van iets) compleet los van het vergeten van dingen? Dus als ze bijvoorbeeld vroeger niet hielden van witlof, is het dan mogelijk dat ze dit vergeten zijn, en het dus gewoon eten. Of is het mogelijk dat men het ineens lekker vindt? Paul Luiten, hoogleraar moleculaire neurobiologie en biologische psychiatrie: ,,Bij het antwoord op deze vraag praten we over Alzheimer, veruit de belangrijkste oorzaak van dementie. Veel onderzoek laat zien dat smaak en reuk sterk achteruit gaan bij Alzheimer. Smaak en reuk worden vaak samen gemeten, omdat smaak niet zonder reuk kan (probeer maar iets te proeven met je neus dicht). Wat is de oorzaak van verlies van smaak en reuk bij Alzheimer? In de eerste plaats werken de zintuigen in de neus en op de tong slechter, maar minstens zo belangrijk is dat de hersengebieden die ons de smaak- en reukervaring geven in toenemende mate afsterven. Het gevolg is dus dat de patiënt niet alleen meer slecht kan proeven en ruiken, maar ook dat hij herinneringen aan smaak en reuk verliest (bijvoorbeeld van witlof). Het gevolg is ook dat de Alzheimerpatiënt weinig nieuwe smaak- en reukervaringen zal hebben, het zegt hem allemaal weinig meer. Het trieste is dat de meeste Alzheimerpatiënten steeds onverschilliger worden voor prikkels uit de buitenwereld en meer en meer in zichzelf gekeerd raken.’’ Monicque Lorist, hoogleraar psychologie en promovenda Heleen Hoogeveen: ,,Van jongs af aan leren we proefondervindelijk wat we lekker vinden en wat niet. Over het algemeen hebben we een aangeboren voorkeur voor zoet en zout eten, en vinden we bitter en zuur eten minder lekker. Maar het kan zijn dat een vervelende ervaring (bijvoorbeeld als we misselijk worden na het eten van een zoet gebakje) ertoe leidt dat de voorkeur voor bepaald eten minder sterk wordt of zelfs verdwijnt. Aan de andere kant kan het zo zijn dat door een prettige ervaring tijdens het eten of drinken van bepaalde producten die je minder lekker vindt, je dit eten toch lekker gaat vinden. Naarmate we ouder worden weten we door deze ervaringen steeds beter wat we lekker en minder lekker vinden. Al onze ervaringen met eten worden in ons geheugen opgeslagen. Meestal is dat een onbewust proces. ¬ Al onze ervaringen met eten worden in ons geheugen opgeslagen. Het is dan ook niet helemaal juist om te zeggen dat we ‘weten’ wat we lekker en minder lekker vinden, omdat dit oordeel vaak intuïtief is. De herinnering van een voedselproduct en hoe lekker je dat vond, wordt vaak al automatisch opgeroepen zonder dat je het eten daadwerkelijk hebt geproefd. Zo zal een felrode aardbei de herinnering van een (vaak) lekkere zoete smaak oproepen en zal men op een feestje eerder een voorkeur voor kaasstengels hebben dan tijdens het ontbijt, waar een boterham met kaas meer op zijn plaats is. Op deze manier is de herinnering, die wordt opgeroepen door het zien van eten of de sociale context, een belangrijke onbewuste voorspeller van wat je wel en niet zult eten. De vraag of mensen met dementie ‘vergeten’ wat ze niet lekker vinden, is lastig te beantwoorden, omdat er weinig onderzoek is gedaan naar de psy- chologie van eten en de rol van het geheugen hierbij. Ook wordt afhankelijk van het type en de ernst van de dementie, het geheugen op een andere manier aangetast en zijn er grote verschillen tussen mensen die aan dementie lijden. Wat we wel kunnen zeggen, is dat we weten dat bij mensen met dementie over het algemeen eerst een achteruitgang in het geheugen voor feitelijke kennis optreedt (zoals het onthouden van namen en wanneer je jarig bent), terwijl ons impliciete geheugen, waarin informatie is opgeslagen waarvan we ons niet bewust zijn (bijvoorbeeld over hoe je handelingen moet uitvoeren zoals lezen en fietsen), pas in een latere fase wordt aangetast. Deze laatste herinneringen hebben invloed op ons gedrag zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Zo kunnen ouderen in vergelijking met jongeren minder goed beschrijven wat ze hebben gegeten en hoe lekker ze het eten vonden, maar zullen ze onbewust wel voedselkeuzes maken op basis van eten dat ze eerder lekker vonden. Daarom verwachten we dat bij mensen met dementie voedselvoorkeur niet zal veranderen, want welk eten ze wel en niet lekker vinden zit in dat deel van ons geheugen dat onbewust ons gedrag beïnvloedt en over het algemeen pas in een later stadium van dementie achteruit zal gaan.’’ ¬ Niek Panman Reactie Niek Panman: ,,Ik had wel de verwachting dat het vergeten van dingen die normaal zo vanzelfsprekend lijken, mogelijk zou zijn. Het is interessant om te horen dat de hoogleraren denken dat bij mensen met dementie de voedselvoorkeur niet zal veranderen, ondanks de achteruitgang van smaak en reuk. Dat had ik niet verwacht. Verder is het bijzonder dat zoveel verschillende processen invloed hebben op het onthouden van de smaak en dat deze pas onder druk komen in een heel laat stadium van Alzheimer.’’ ‘We hebben een aangeboren voorkeur voor zoet en zout eten’
© Copyright 2024 ExpyDoc