Uit de doofpot - Free Musketeers

Uit de doofpot
Eerste druk, 2014
© 2014 Maria Versteege
Coverillustratie en foto: Jan Jippe van Herrikhuijzen (www.janjippe.nl)
Correctors: Liesbeth en Jan Severins
isbn:
nur:
9789048433865
402
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer
www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en
onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan.
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen
het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige
digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming,
organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet
strikt privé van aard is.
De inhoud van dit boek kan autobiografische elementen bevatten en weerspiegelt
de persoonlijke beleving van de feiten, de gebeurtenissen en verwachtingen van
de auteur. De uitgever aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor schade
wegens onjuistheid of onvolledigheid van de gestelde feiten, de gebeurtenissen,
verwachtingen, beweringen en meningen.
Uit de
doofpot
Maria Versteege
Inhoudsopgave
Vrije vogel
9
Zondagskind10
Kindertijd13
Decembermaand16
Kalverliefde20
Mij zie je niet
22
Zwarte bladzijde
25
Verliefd29
Verjaardagskring31
Verloofd33
Getrouwd36
Weer aan het werk 39
Lekker gek, lekker dwars
44
O wee, o wee
47
Zo ga je niet met ons kind om
50
Pleegkind55
Het rode pakje
58
De autocoureur
61
Het gaat wel weer over
66
Een traan en een lach
70
Flink zijn is de boodschap
74
Padam padam
79
Mijn broer
83
Eindelijk lucht
86
Werken aan mezelf
93
Dag mam
99
Open kaart 101
Lief en leed
104
Mijn vader 109
Ik zwijg niet meer
114
Gabriella’s song
116
Symbolen van liefde
118
Nawoord123
Padam padam
pratipadam arhati iti pratipadikam
Stap, stap,
iedere stap heeft in zich wat nodig is
voor de volgende stap
Vrije vogel
Ineens weet ik het, ik ben een mol. Lekker diep onder de grond in een
donker hoekje, ver weg van alles en iedereen. Ik kan dan simpelweg mijn
eigen gangetje gaan. Niemand die mij ziet. Gewoon verstoppertje spelen
dus. Wel werp ik heel soms een hoopje aarde op, maar dat wordt nauwelijks opgemerkt. Tot het moment aanbreekt dat ik ontdek dat ik lang genoeg een mol geweest ben. Vanaf nu wil ik graag mijn holletje uit komen
en genieten van de dingen die ik allemaal in de buitenwereld beleven
kan. Ik wil niet langer een mol zijn, maar een vogel. Een vogel die kan
vliegen en overal naar toe kan gaan, maar wel ergens diep verstopt z’n
nest heeft waarin hij zonodig kan schuilen. Want wat is er mooier dan
vrij te zijn en lekker in de wijde wereld je vleugels uit te kunnen slaan?
Ik weet natuurlijk dat het voor een vogel gevaarlijk kan zijn als er een
kat in de buurt is, maar ach, als je goed oplet valt het allemaal wel mee.
In de winter is het lastig om aan eten te komen, maar als ik er een beetje
moeite voor doe lukt dat best wel. Tegenwoordig lijkt het wel of steeds
meer tuinen vol hangen met lekkere hapjes. In de zomer staat er meestal
een bakje water voor mij klaar, waarvan ik kan drinken en waarin ik
kan badderen. Het voorjaar is voor mij als vogel helemaal leuk. Dan heb
ik het gewoon druk met takjes verzamelen en het bouwen van mijn nest.
Ook komen mijn vrienden en vriendinnen allemaal weer terug. Na een
lange vogelvlucht weten ze mij altijd opnieuw te vinden en met elkaar
zingen we ons mooiste lied.
9
Zondagskind
De kerkklokken luiden, de lucht is stralend blauw en voorzichtig komen de eerste zonnestralen tevoorschijn. Het is zondagmorgen elf uur
en mijn vader zit in de Muiderkerk in Amsterdam Oost. Hij wordt
uit de kerk gehaald om als de wiedeweerga naar huis te komen. Het
uur is aangebroken voor de geboorte van zijn kind. Het is 22 juli 1951
en, hoera, het is een meisje en de derde dochter in dit gezin. Ze zijn er
heel blij mee en ik word vernoemd naar mijn moeder.
Mijn vader is van huis uit gereformeerd en na hun trouwen is mijn
moeder ook gereformeerd geworden. Dat zijn ze samen overeengekomen en dat is wel zo makkelijk voor de opvoeding van de kinderen.
Eén geloof en één kerk. Daar mijn moeder van huis uit Nederlandshervormd is, zijn haar ouders het met deze beslissing niet eens en jaren
later nemen zij wraak. Vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog
geeft mijn oma mijn vader onder valse getuigenis aan bij de politie,
daar ze ‘nog een appeltje te schillen’ had met mijn vader. Later zal
blijken dat er meer aan de hand was.
Ik word gedoopt en krijg een christelijke opvoeding. Dat betekent
voor mij iedere zondagmorgen naar de kerk en voor het eten bidden
en na het eten danken. Ook wordt er na het eten een stukje uit de
Bijbel voorgelezen. Ik luister altijd zeer aandachtig, want ik vind al
die verhalen heel mooi. Vooral het verhaal van De verloren zoon en
Het dochtertje van Jaïrus vind ik prachtig. Op zondag mogen wij niets
kopen, we laten andere mensen dan niet voor ons werken, maar als
het heel erg warm is kopen we wel eens een ijsje. Dat dan weer wel.
Meestal zijn we thuis op zondag en zijn mijn opa en oma bij ons op
visite. De zondag is echt een rustdag waar we als gezin de hele dag bij
elkaar zijn. Vaak doen we spelletjes, zoals mens-erger-je-niet of kwartetten. In de Bijbel staat: ‘Zes dagen zult gij arbeiden en de zevende
dag is de Dag des Heren’. Daarom bereidt mijn moeder op zaterdag
10
al zoveel mogelijk het eten voor. Ze maakt altijd groentesoep en schilt
de aardappelen alvast. De groente wordt gesneden en gewassen, het
vlees wordt gebraden en ze kookt pudding. Vaak is dat een grote pudding in een vissenvorm, maar soms maakt ze ook allemaal kleine puddinkjes. Dat vind ik nog het leukst, want zo heeft iedereen zijn eigen
toetje. Als extraatje gaat er rode aardbeiensaus van Tova overheen. Wat
mijn moeder ook heel lekker kan maken is ‘kugel met peren’. Dat is
een Joods recept met peren, rozijnen en meel, het gaat in de juspan
en staat een paar uur op een oliestelletje lekker te pruttelen. Het ruikt
en smaakt heerlijk.
Wij zijn een traditioneel gezin, dat betekent dat de man de kostwinner is en de vrouw thuis blijft om voor het huishouden en de kinderen
te zorgen. Mijn moeder heeft er meer dan een dagtaak aan. Altijd is ze
aan het werk, vaak ook ’s avonds nog. Iedere week worden de meubels
in de was gezet, matten geklopt, koper gepoetst en natuurlijk twee
keer per jaar de grote schoonmaak, in het voorjaar en in het najaar.
Zelfs het plafond wordt afgesopt. Echt het hele huis staat dan op zijn
kop.
Mijn vader werkt als vertegenwoordiger bij Electro Zuur- en Waterstoffabriek (later aga gas) op de Distelweg in Amsterdam Noord. De
kinderen van de werknemers mogen een week in de zomervakantie
naar Texel. Ik mag ook mee. Mijn vader brengt me met de auto naar
zijn werk en vanaf het bedrijf gaan we met z’n allen in een bus op
reis. Ik vind dat heel spannend en ook wel een beetje eng met al die
vreemde kinderen en volwassenen. Ik ken echt helemaal niemand. De
overtocht met de boot vind ik geweldig. Wat ruikt de zee lekker en
wat gaan de golven tekeer. Als we in De Koog zijn aangekomen zie
ik een groot huis met een recreatiezaal, keuken, wasruimtes en veel
slaapzalen. De jongens en de meisjes worden gescheiden van elkaar
en de kinderen worden ingedeeld naar leeftijd en krijgen iemand toegewezen die deze week de leiding heeft. Ze doen er alles aan om het
ons naar de zin te maken. We doen overdag allemaal leuke spelletjes
en gaan elke dag naar het strand. Het enige wat ik echt verschrikkelijk
vind, is dat ik schapenmelk moet drinken. Ik kan dat niet door mijn
keel krijgen, zo vies vind ik het.
11
In deze vakantieweek ben ik jarig en ik zit me suf te prakkiseren hoe
ik kan uitdelen, want dat hoort tenslotte op een verjaardag. Iedere
dag krijgen we snoep uitgedeeld van de leiding en ik houd steeds wat
snoepjes apart, want ik heb een plannetje bedacht om op deze manier
toch op mijn verjaardag te kunnen uitdelen. Gewoon elke dag snoep
sparen. Op de ochtend van mijn verjaardag moet ik na het ontbijt op
een stoel gaan staan en krijg ik een ontbijtkoek om mijn bovenarm
gebonden. De hele zaal met kinderen zingt Lang zal ze leven. Daarna
loop ik glunderend met mijn zak zelfgespaarde snoep door de zaal om
uit te delen. Wie niet sterk is moet slim zijn. Wel vind ik het jammer
dat ik nu niet thuis ben. Want als er bij ons thuis iemand jarig is staan
we op volgorde van leeftijd met onze handen op de rug met een cadeautje voor de jarige job. Echt feest dus. Ook mogen we kiezen wat
we willen eten. Ik kies altijd bloemkool met gekookte aardappelen en
saucijsjes en als toetje chocoladepudding met slagroom. Dit is echt
mijn lievelingseten.
12