Download File

Chemisch rekenen
Scheikunde
Een wijnsoort bevat 12 volumeprocent ethanol. De dichtheid van ethanol is 0,80 g
cm-3. Een wijnglas bevat 155 mL wijn.
1. Bereken hoeveel gram ethanol deze hoeveelheid wijn bevat.
Kees maakt een cocktail van 100 mL wijn en een zekere hoeveelheid port met 22
volumeprocenten ethanol. De cocktail bevat, na het mengen van de wijn en de port,
20 mL ethanol.
2. Bereken hoeveel mL port Kees in de cocktail heeft gedaan.
Lood(IV)chloride (PbCl4) is een gele vaste stof. Het kan worden gemaakt door
chloorgas te leiden over sterk verhit loodpoeder.
3. Geef van deze reactie de vergelijking.
4. Bereken hoeveel gram chloorgas nodig is om met een overmaat lood 10,0 gram
lood(IV)chloride te maken.
Zink kan worden bereid door zinkoxide te laten reageren met koolstof. Hierbij
ontstaat bovendien koolstofdioxide.
5. Geef de vergelijking van de reactie die bij deze omzetting plaatsvindt.
6. Bereken hoeveel gram koolstof nodig is om 100 gram zinkoxide om te zetten.
7. Bereken hoeveel gram zink hieruit maximaal wordt gevormd.
10,8 gram aluminium reageert met 3,2 gram zuurstof. Er ontstaat aluminiumoxide.
8. Geef de reactievergelijking.
9. Bereken hoeveel gram aluminiumoxide kan ontstaan.
MAS 2010
2
Om de personen in een auto bij een botsing te beschermen is de ‘airbag’
(luchtkussen) ontwikkeld. De vaste stof natriumazide, NaN3, ontleedt dan in natrium
en stikstof. In een standaard airbag is 60 gram natriumazide verwerkt.
10. Geef de vergelijking van de genoemde reactie.
Brandweerlieden zijn beducht voor de vaste stof natrium, die na de werking van een
airbag aanwezig is.
11. Waarom zijn brandweerlieden daar zo bang voor?
Om het gevaar van de vaste stof uit te schakelen voegt men aan de inhoud van de
airbag ook een beetje ijzer(III)oxide toe. Het natrium reageert, wanneer de airbag
wordt opgeblazen, met het ijzer(III)oxide waarbij ijzer en natriumoxide ontstaan.
12. Geef de vergelijking van deze reactie.
13. Bereken hoeveel gram ijzer(III)oxide minstens in een airbag aanwezig moet zijn
om de vorming van natrium te voorkomen.
Waterstofsulfide is een schadelijk gas. De MAC-waarde van dit gas bedraagt 15
mg/m3.
14. Wat verstaan we onder de MAC-waarde van een stof?
15. Hoeveel mol waterstofsulfide mag er maximaal aanwezig zijn in een keuken van
6,00m*4,00m*3,00m?
MAS 2010
3
155
12 
1. 100
18,6 mL alcohol = 18,6 cm3 alcohol. 18,6 x 0,80 = 15 g alcohol
2. 100 mL wijn bevat 12 mL alcohol dus 8 mL komt van de port. De port is 22 vol%
alcohol.
8 mL alc
x mL port
22 mL alc
100 mL port
x
8  100
 36 mL port
22
3. Pb (s) + 2 Cl2 (g)  PbCl4 (s)
4. 10 g molaire massa PbCl4 is 349,0 g.mol-1.
10
 0,029 mol PbCl4. De
349
molverhouding Cl2 : PbCl4 = 2 : 1 Er is dus 2 x 0,029 mol Cl2 nodig, dat is 0,057
mol Cl2. De molmassa van Cl2 = 70,90 g.mol-1 Dus er is 0,057 x 70.90 = 4,1 g Cl2
nodig
5. 2 ZnO (s) + C (s)  2 Zn (s) + CO2 (g)
6. 1,23 mol ZnO en dus 0,614 mol C nodig en dat is 7,38 g C
7. 1,23 mol Zn x 65,39 = 80,4 g Zn.
8. 4 Al (s) +3 O2 (g)  2 Al2O3 (s)
9. 0,400 mol Al en 0,100 mol O2. Zuurstof is in ondermaat. Als alle zuurstof is
gereageerd zal 0,100/3 x 2 = 0,0667 mol Al2O3 ontstaan. Dat is 6,80 g.
10. 2 NaN3 (s)  2 Na (g) + 3 N2 (g)
11. reageert heftig met water (een veel voorkomend blusmiddel) en kan brand
veroorzaken wanneer het vochtig wordt.
12. 6 Na (s) + Fe2O3 (s)  2 Fe (s) + 3 Na2O (s)
13. 60 g NaN3 = 0,923 mol NaN3 er ontstaat dus ook 0,923 mol Na want de
molverhouding is 1 : 1. (2:2) Voor iedere 6 mol Na is 1 mol Fe2O3 nodig dus voor
0,923 mol Na is 0,923/6 = 0,154 mol Fe2O3 nodig dit weegt 0,154 x 159,7 = 24,6g
14. Maximaal aanvaarde concentratie van een stof waarin iemand gedurende lange
tijd mag verblijven.
15. volume 6*4*3 = 72 m3 15 mg/m3 * 72 m3 = 1080 mg H2S = 1,08g H2S.
1,08 g/34,08g/mol = 0,032 mol H2S
MAS 2010
4