Speech Wethouder Andreé van Es op 31 januari 2014

Concept-speech wethouder Van Es (31 jan 2014)
Dames en heren,
Hartelijk welkom, in het bijzonder onze gasten uit Suriname, mevrouw
Bernadette Emanuels-Braaf en mijnheer James Ramlal.
Twee “oudgedienden”, pioniers moet ik zeggen, die aan de basis van de 10
jarige samenwerking van Herstelling, de gemeente Amsterdam en de
Surinaamse stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling (SAO) gestaan
hebben.
Ik vind het een eer om het fotoboekje over die geslaagde samenwerking als
eerste in ontvangst te mogen nemen. Als bestuurder van deze stad,
verantwoordelijk voor Werk, Inkomen en Participatie, Burgerschap en
Diversiteit ( een hele mond vol) en.. als gewoon Amsterdams burger.
We kunnen trots zijn op een dergelijke manier van samenwerken, over de
grenzen heen.
De formule werken en leren op gebouwd cultureel erfgoed is een succesvolle
gebleken. Hier in Amsterdam en in Suriname.
Iemand zei eens tegen me: Paramaribo is ietsjes mooier geworden dankzij het
samenwerkingsproject. Daarbij had hij het over:
 De historische binnenplaats van fort Zeelandia die opgeknapt is,
 Het Nola Hatterman Instituut dat van de grond af gerestaureerd is,
 het plein voor de Petrus en Paulus kathedraal door leerlingen van de SAO
prachtig bestraat ( een gedenksteen herinnert aan dat werk en aan
Amsterdam)
 het openluchtmuseum Nieuw Amsterdam floreert en
 het kleuterschooltje Elisabeth1, het oudste schooltje in Paramaribo,
dat prachtig onder handen genomen is.
Er zullen beslist nog meer voorbeelden te noemen zijn. U kent het vele werk dat
verzet is ontwijfeld beter dan ik.
Als ik zeg dat Paramaribo iets mooier is geworden, moet ik tegelijkertijd denken
aan de UNESCO en het dreigement Paramaribo de status van werelderfgoed te
ontnemen. Renovatie en behoud zijn twee kanten van dezelfde medaille die wel
eens met elkaar overhoop liggen. Bij ons, en elders.
1
Het tastbare van de succesvolle samenwerking zijn ongetwijfeld de
gerenoveerde historische gebouwen en pleinen. Iedereen kan die zien, iedereen
kan ervan genieten. Maar hier in Amsterdam ,en ook in Suriname neem ik aan,
leven we niet bij steen alleen. Stenen zijn belangrijk, maar niet zaligmakend.
(Ik bedenk het niet zelf, ik haal het uit jullie verslagen).
Het ultieme doel van jullie samenwerking was leerlingen van de SAO een
betere startpositie te geven: op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
Zoals werkmeester Henk van Bastelaar (80 jaar) bij de oplevering van de
gerenoveerde binnenplaats van fort Zeelandia - volgens mijn zegslieden - tegen
zijn pupillen zei: “een goede vakman kan overal zijn brood verdienen. Is niet
veroordeeld tot klusjes aan de onderkant van de arbeidsmarkt, tot zijn hele leven
hosselen. Jongens grijp de kansen die jullie geboden worden met beide handen
aan”.
Uit gesprekken en verslagen heb ik een beeld van het project gekregen dat er
ongeveer zo uitziet:
10-jaar geleden was de SAO een onderwijsinstelling die aan de pereferie van het
landschap opereerde, weinig bekendheid genoot in Suriname, en voorzover
bekend, met een zeker dedain bekeken werd. Het was immers een
onderwijsinstelling voor drop-outs, voor “loosers” , voor jongeren die om een
veelheid van redenen uit het reguliere onderwijs gevallen waren.
Problemen op school, in de thuissituatie en prive-besognes.
We kennen de doelgroep, we kennen hun problematiek maar al te goed.
De SAO bood die jongeren een laatste kans en ook daar ging het regelmatig mis.
Het contact tussen de SAO, Herstelling en de gemeente, en de daaop volgende
samenwerking, heeft de SAO op de kaart gezet. De instelling is krachtiger
geworden, heeft een goed imago opgebouwd en voorziet in maatschappelijke
behoeftes.
Ik denk hier bijvoorbeeld aan een nieuwe opleiding tot stratenmaker. Voordien
was er geen enkele opleiding tot stratenmaker.
Ik denk aan een nieuwe schildersopleiding, aan een upgrading van de afdeling
metaal.
In het interview, dat u kunt lezen in het fotoboek, staat een uitspraak van het
hoofd van de afdeling metaal: onze lasafdeling is een van de beste van het
Carbische gebied. Ik kan dat van hieruit uiteraard moeilijk beoordelen, maar het
gevoel van trots dat eruit klinkt, spreekt me aan.
2
Succes kent vele vaders en moeders. In jullie geval helemaal terecht. U bent hier
met velen en iedereen heeft op zijn of haar manier een steentje bijgedragen.
Het boek laat al jullie inspanningen zien. In woord en beeld. Er wordt weleens
gedacht: ach die ambtenaren reizen maar naar de zon en naar het zwembad en
wij achterblijvers maar buffelen.
Niets is minder waar. Het project heeft veel inspanning gekost en het fotoboek
laat dat nadrukkelijk zien.
Ik hecht nog om andere redden waarde aan het uitgeven van het boek.
Het gevaar is altijd aanwezig, dat het vele werk en het werk van velen verwaait
als rook in de wind.
Alleen de direct betrokkenen hebben er nog kennis van, en u weet, het geheugen
is niet altijd betrouwbaar. Zeker met het klimmen van de jaren.
Het boek is een mooie herinnering voor jullie, die aan het project meegewerkt
hebben, en is praktisch, om buitenstaanders te laten zien dat samenwerking, ook
over de grenzen, zijn vruchten kan afwerpen. Als het geloof en de wil aanwezig
zijn.
Als wethouder verantwoordelijk voor burgerschap en diversiteit spreekt jullie
werk mij aan. Amsterdam is een melting pot. In onze stad leven bijna 200
nationaliteiten samen. Ze leven samen, wat nog iets anders is dan samenleven.
In een brief naar de Amsterdamse gemeenteraad heb ik me de vraag gesteld:
hoe kunnen vrije en gelijke burgers die van inzicht verschillen over godsdienst,
filosofische en levensbeschouwlijke zaken vreedzaam met elkaar samenleven.
Dat kan niet zonder, wat de Amerikanen noemen: civility. Ik heb dat vertaald
met hoffelijkheid. Veel meer dan een kwestie van rechten en plichten alleen.
Het samenwerkingsproject waar we vanmiddag voor bijeen zijn, is voor mij een
bewijs temeer dat hoffelijkheid werkt. Met respect voor elkaars meningen,
belangen en culturele verschillen is in gezamenlijkheid iets moois tot stand
gebracht. Een brede coalitie van gemeentelijke diensten, stichtingen en het
bedrijfsleven – allen hier aanwezig - heeft samengewerkt met Surinaamse
partners om kansarme Surinaamse jongeren betere kansen te geven.
Krabben aan Beton! De voorkant van het boek spreekt me aan. U weet, ik heb
wat met het koningshuis. Het is een mooi beeld en een mooi plaatje.
Over borstelen gesproken: zo wat al mijn collega’s bestuurders hebben jullie
weten in te zetten voor jullie project. Een ontbreekt helaas.
Het standbeeld van Wilhelmina wordt stevig, en naar ik aanneem, ook
deskundig onder handen genomen. Een kleuterklas onder begeleiding van de
beide juffen kijkt vol bewondering toe. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
3
Het is van belang dat jongeren bekend raken met het verleden, met de mooie en
de minder mooie kanten.
In dat kader vind ik het zogeheten Beeldenproject interessant. Het geschenk van
de SAO bij haar dertig jarige bestaan aan de bevolking van Paramaribo, heb ik
me laten vertellen.
Mevrouw Emanuals is de initiatiefneemster geweest .
In het Beeldenproject werd een link gelegd tussen heden en verleden.
Leerlingen van de SAO maakten onder begeleiding bekende standbeelden waaronder dat van Pengel - schoon. Daarna werden de beelden geadopteerd door
een lagere school. Die leerlingen zorgden voor het verdere onderhoud. In het
boek staan een paar mooie foto’s. Een mooi initiatief.
Krabben aan Beton vond ik een intrigrerende titel. Ik heb een vluchtige blik
kunnen werpen op de bijdrage in het boek van de heren Van der Lugt en
Lutteken, waarin zij uitleggen waarom voor de titel Krabben aan Beton gekozen
is.
Ik kan me daar het nodige bij voorstellen. 10-jaar intensief samenwerken is een
lange tijd. Menig huwelijk is voordien al gesneuveld. De praktijk is weerbarstig,
de materie moeilijk. En de tijden van Julius Ceasar ( ik kwam, ik zag, ik
overwon) bestaan niet meer.
Een samenwerking van 10 jaar met zoveel verschillende partijen, instanties en
mensen is geen kleinigheid. Dat vereist de nodige stuurmanskunst,
psychologisch inzicht en gevoel voor timing. Kennelijk zijn die ingredienten in
het project voldoende aanwezig geweest.
En naar mijn oordeel heeft het aan een ander essentieel ingredient ook niet
ontbroken. Doorzettingsvermogen!
Uiteindelijk gaat het er toch om, dat je je met hart en ziel inzet voor iets waar je
in gelooft.
En dat bewijs heb ik hier in mijn handen. Het herdenkingsboek. Ik dank u.
4