Schoolgids 2014 2015 Spoordonkseweg 1 5688 KB Oirschot Tel.: 0499-550355 www.bsdelinde.nl Schoolgids 2014 2015 1 Een woord vooraf Beste ouders, Het doet ons veel plezier de schoolgids 20142015 van Basisschool De Linde te kunnen aanbieden. Deze schoolgids is een onderdeel van de communicatie met u. Communicatie is de basis van een goede samenwerking. Wij hopen dat u snel vertrouwd raakt met de school van uw kind, want de school van uw kind is ook uw school. De schoolgids is bedoeld voor de ouders/verzorgers van kinderen die op onze school zitten. En voor ouders/verzorgers om te komen tot een juiste schoolkeuze van hun kind. In deze gids willen we een beeld schetsen van basisschool De Linde. We willen u een indruk geven wat voor school De Linde is, wat wij de kinderen kunnen bieden, onze uitgangspunten en onze werkwijzen. Daarnaast vindt u allerlei praktische informatie die voor u als ouder van belang is. Naast deze gids ontvangt u als ouder ook de schoolkalender waarin alle activiteiten beschreven staan. Op onze website vindt u de meeste actuele activiteiten. Tussentijds kunnen er immers wel eens zaken wijzigen. We willen u dan ook vragen om de website goed in de gaten te houden. Daarnaast ontvangt u eens in de twee weken “het Lindeblaadje”, de nieuwsbrief van onze school. Wij willen u veel plezier toewensen met het lezen van onze schoolgids. Tot slot wens ik u en uw kind(eren) een heel fijn schooljaar toe! Namens het team, Linda Simons, directeur Uitnodiging om te reageren: Als u tijdens of na het lezen van deze schoolgids vragen, opmerkingen of suggesties heeft, nodigen wij u van harte uit om daarover met ons te praten. Wij stellen het op prijs uw reactie te vernemen. School en ouders zorgen immers samen voor de ontwikkeling van de kinderen. De School Naam, adres, telefoon, e-mail, website Naam: De Linde Adres: Spoordonkseweg1 5688 KB Oirschot Telefoon: 0499-550355 E-mail: [email protected] Website: www.skobos.nl/delinde Richting en bestuur De Linde is een R.K. basisschool. De Linde is een van de vijf basisscholen in de gemeente Oirschot, die onder het bestuur vallen van Stichting Katholiek Onderwijs de Beerzen Oirschot en Spoordonk (SKOBOS). Directeur Linda Simons – Elesen T: 06 – 51372934 E-mail: [email protected] Schoolgrootte De school telt bij aanvang van het schooljaar 2013-2014 ongeveer 334 kinderen. Dit aantal groeit dit schooljaar tot ongeveer 359 kinderen. 2 3 Inhoudsopgave Een woord vooraf De School Inhoudsopgave 1 2 3 1. 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 Waarom kiest u voor De Linde? Uitgangspunten van onze school Schoolconcept Leerinhouden Werkvormen Onderwijsstijl Groeperingsvormen Middelen Levensbeschouwelijke identiteit Kwaliteitszorg Plannen voor het schooljaar 2013-2014 Nieuwe methodes Meerbegaafdheid Dyslexieprotocol 1/8 Zorgstructuur en groepsplannen Onderwijskundig rapport Schoolzelfevaluatie Toelating, aanmelding en plaatsing van leerlingen 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 2. 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09 2.10 2.11 2.12 Wat leert uw kind op onze school? Activiteiten in groep 1 en 2 Basisvaardigheden in groep 3 Basisvaardigheden in groep 4 t/m 8 Sociaal emotionele ontwikkeling Levensbeschouwelijk onderwijs Burgerschapsvorming Expressieactiviteiten Cultuureducatie Bewegingsonderwijs Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Huiswerk Bijzondere activiteiten voor kinderen 11 11 12 13 14 16 16 17 17 17 17 18 18 3. 3.01 3.02 3.03 3.04 Hoe volgen wij de ontwikkeling van uw kind? Het planmatig volgen van de kinderen Resultaten van ons onderwijs Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Waar gingen onze kinderen na groep 8 naartoe? 19 19 21 21 21 4. 4.01 4.02 4.03 4.04 4.05 4.06 4.09 4.10 Wat als uw kind extra aandacht nodig heeft? Werken met groepsplannen Het overdragen van leerlingen met speciale zorg Doubleren Speciale zorg voor meerbegaafde kinderen Speciale zorg voor kinderen met leesproblemen en dyslexie Onderwijs aan zieke kinderen Verwijzing naar speciaal onderwijs Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en centrum voor jeugd en gezin 23 24 25 25 25 26 26 27 27 5. 5. 5.01 5.02 5.03 5.04 5.05 5.06 5.07 5.08 Het Team Wie dragen zorg voor uw kind? De samenstelling van ons team De groepsindeling School- en groepsgrootte Vervanging van leerkrachten Begeleiding en inzet van stagiaires Raad van Toezicht Directie Contact 28 30 30 31 31 31 31 31 32 32 6. 6.01 6.02 6.03 6.04 6.05 6.06 6.07 6.08 6.09 6.10 6.11 6.12 6.13 Hoe verloopt de samenwerking tussen ouders en school? Ouderbetrokkenheid Informatievoorziening aan ouders Informatievoorziening aan gescheiden ouders De Medezeggenschapsraad De Ouderraad Klassenouders Verkeersbrigadiers en verkeersveiligheid Ouderbijdrage Protocol buitenschoolse activiteiten Collectieve ongevallenverzekering Vergoedingen van schade Klachtenregeling Wet bescherming persoonsgegevens 32 32 32 33 34 34 34 34 35 35 35 36 36 36 4 5 7. 7.01 7.02 7.03 Hoe regelen wij de jeugdgezondheidszorg? Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle kinderen Ziekmeldingen Protocol hoofdluis 37 37 37 37 8. 8.01 8.02 8.03 8.04 Wat zijn de schooltijden, schoolvakanties en leerplichtregels? Schooltijden Gymrooster Vakanties en vrije dagen De Leerplichtwet in het kort Vier- en vijfjarigen Buitengewoon verlof (art. 11 E en 11 G) Extra vakantieverlof (11 F) Spijbelen Afwezigheid vanwege medische of andere indicaties Toezicht en sancties Schorsen van leerlingen (art. 11 B) Verwijderen van leerlingen (art. 11 C) 38 38 39 39 39 39 39 40 40 40 40 40 40 9. 9.01 9.02 Welke voorzieningen hebben we op onze school? Wat heeft ons schoolgebouw te bieden? Documentatiecentrum Bibliotheek Speellokaal kleuters Gymzaal Aula met podium Buitenschoolse opvang 41 41 41 41 41 41 41 41 10. 10.01 10.02 10.03 10.04 10.05 10.06 10.07 10.08 10.09 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 Wat we u verder nog willen vertellen Zindelijkheid Binnenbrengen van kleuters Kledingvoorschriften Tussendoortjes (in de pauze) Gezonde broodtrommel Verjaardagen, trakteren en uitnodigingen Mobieltjes Jeugdbladen Gymkleding Stabilo Pen Gevonden voorwerpen Fietsen op school Nablijven Schoolplein 41 41 41 41 42 42 42 42 42 42 43 43 43 43 43 6 7 1. Waarom kiest u voor De Linde? 1.01 Uitgangspunten van onze school Op onze school verwerft ieder kind via zijn eigen leeren ontwikkelingsproces, die kennis en vaardigheden, die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit kan alleen plaatsvinden in een veilige leeromgeving, waar een kind zich geborgen en gerespecteerd voelt. Ieder kind is uniek en verdient het om díe aandacht en zorg te krijgen, die voor zijn ontwikkeling nodig is. Wij willen een kindvriendelijke school zijn, waarbij aandacht is voor het cognitieve en sociaal-emotionele aspect van het kind. Daarbij zijn zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag belangrijk. Elk kind is anders, gedraagt zich anders, reageert anders en leert anders. Dit geldt ook voor leerkrachten en voor ouders. Ieder mens is nu eenmaal uniek. Het onderwijs is er op gericht om alle leerlingen een positief zelfbeeld te laten krijgen, zelfstandig en mondig te maken en te leren respect op te brengen voor andere mensen en andere opvattingen. Tolerantie, acceptatie en samenwerking zijn dan ook belangrijke uitgangspunten. Op die manier ontstaat een optimale omgeving, waarin kinderen de kans krijgen zich te ontwikkelen tot evenwichtige persoonlijkheden. Zowel leerkrachten als ouders spelen hierbij een belangrijke rol. Adaptief onderwijs is erop gericht dat de leerkracht de onderwijsleersituatie zo inricht, dat hij tegemoetkomt aan de verschillen tussen de leerlingen. Hierbij staan de basisbehoeften van elk kind centraal: relatie, competentie en autonomie. Autonomie: het kind leert zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn handelen. Relatie: het kind leert in relatie met anderen (interactie, samenwerking) Competentie: het kind krijgt leerstof aangeboden op zijn niveau. Tevens wordt er gebruik gemaakt van coöperatieve werkvormen (samenwerken). 1.02 Schoolconcept Wat betekent dit concreet? Hoe wordt bovenstaande allemaal in praktijk ingevuld? Dat staat beschreven in het schoolplan van onze school. De informatie in deze schoolgids is in overeenstemming met ons schoolplan. Een schoolplan is wettelijk verplicht. Het schoolplan dient enerzijds als beleidsplan voor de school, anderzijds als verantwoording van het beleid van de school naar de overheid en naar de ouders. Het schoolplan voor 2011-2015 ligt op school ter inzage. Leerinhouden • we streven ernaar om elke leerling het maximaal haalbare resultaat te laten behalen; • we stimuleren zoveel mogelijk de zelfstandigheid en de zelfverantwoordelijkheid van onze leerlingen; • we streven naar een evenwichtige verdeling van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling; • we werken met ‘Eén stap verder met 1-Zorgroute’. Hierbij wordt gebruik gemaakt van groepsplannen, waarbij voor elk kind of groepje kinderen beschreven staat wat de onderwijsbehoefte is van het kind of de kinderen. We maken groepsplannen voor de vakken ‘rekenen’, ‘technisch lezen’ en ’spelling” en in de loop van dit schooljaar ‘begrijpend lezen’. Werkvormen • we kiezen de werkvorm, die het beste bij de aangeboden leerstof past. Dit kan variëren van individueel werken, in groepsverband werken, werken in hoeken etc. • we streven naar betekenisvolle, concrete oefensituaties; • we maken gebruik van coöperatieve werkvormen, waarbij kinderen met en van elkaar leren in allerlei samenwerkingsvormen Onderwijsstijl • we richten ons onderwijs in volgens het principe van adaptief onderwijs (zie ook 1.01); • we werken volgens het Directe Instructiemodel. Hierbij krijgen leerlingen die dat nodig hebben na de basisinstructie nog verlengde instructie aangeboden; • in alle groepen wordt rustig en zelfstandig gewerkt, waarbij we de kinderen stimuleren om elkaar te helpen, te ondersteunen en samen te werken; • vanaf groep 2 wordt gewerkt met weektaken. Groeperingsvormen • we kiezen voor het leerstofjaarklassensysteem, waarbij de leerlingen zoveel mogelijk qua leeftijdsgroep bij elkaar geplaatst zijn en waar voldoende differentiatiemogelijkheden binnen de eigen groep zijn; • we zijn in alle groepen op dezelfde tijd met rekenen en taal/spelling bezig: • we werken in de groepen 4 t/m 8 groepsdoorbrekend bij het vakgebied rekenen. Dit houdt in dat alle kinderen van één leerjaar verdeeld worden in 3 niveaugroepen. De ene leerkracht begeleidt 2 niveaugroepen en een andere leerkracht begeleidt 1 niveaugroep en de kinderen met een individueel handelingsplan. Hierdoor kan er optimaal gebruikgemaakt worden van effectieve instructie. • in een aantal leerjaren wordt er ook groepsdoorbrekend gewerkt bij het vakgebied begrijpend lezen. Middelen • voor alle vak- en vormingsgebieden maken wij gebruik van methoden die voldoen aan de kerndoelen die door de overheid zijn geformuleerd; • alle groepen hebben een digitaal schoolbord en 4 tot 5 computers in het lokaal; • bij de meeste methodes gebruiken we software, die door de leerkracht en/of de leerling gebruikt wordt; • in alle groepen worden de computers ingezet ter ondersteuning, verwerking en verdieping; • we maken bij het zelfstandig werken veel gebruik van zelfcorrigerend materiaal, waardoor kinderen hun eigen werk na kunnen kijken. 8 Levensbeschouwelijke identiteit • onze school is een katholieke school, waar begrip en respect voor anderen voorop staat; • in groep 4 kunnen de kinderen die dat wensen deelnemen aan de Eerste Heilige Communie. De leerlingen uit groep 8 kunnen deelnemen aan het Vormsel. De begeleiding hiervan is in handen van de St. Petrusparochie. Een gedeelte van de voorbereiding van de communie gebeurt tijdens schooltijd; • naast de christelijke geloofstraditie maken de kinderen kennis met andere geestelijke stromingen zoals het Jodendom, boeddhisme, hindoeïsme en islam. Dit is opgenomen in de methode ‘Leefstijl’; • wij willen de kinderen naar hun mogelijkheden opvoeden tot verantwoordelijke, verdraagzame en competente mensen; • een goede mentaliteit en sfeer op school zijn daarbij belangrijk; • we hechten veel waarde aan een positieve benadering van leerlingen. 1.03 Kwaliteitszorg Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan kwaliteit noodzakelijk. In het schoolplan worden de beleidsvoornemens (doelen) van 4 jaren weergegeven en voor elk jaar wordt een jaarplan gemaakt. Als kwaliteit gaat over de mate waarin scholen erin slagen hun doelen te bereiken, gaat kwaliteitszorg om de zorg voor die kwaliteit. Hoe lukt het om de gestelde doelen te bereiken? Kwaliteitszorg is de permanente, systematische en cyclische aandacht voor het bepalen, bewaken en verbeteren van kwaliteit. Dit betekent dat wij de beleidsvoornemens zoals deze beschreven staan in het schoolplan jaarlijks evalueren en indien nodig bijstellen. Dit gebeurt met het team en met de medezeggenschapsraad. We werken met het kwaliteitszorgsysteem ‘Werken Met Kwaliteitskaarten’ van Cees Bos. In het schooljaar 2012-2013 hebben we de domeinen ‘Kwaliteitszorg’, ‘Opbrengsten’ en ‘Zorg en begeleiding’ geïnventariseerd. Dit heeft geresulteerd in een professionaliseringstraject waarbij in het afgelopen schooljaar het klassenmanagement en het pedagogisch klimaat aan bod zijn geweest. Dit schooljaar wordt het pedagogisch klimaat verder uitgebouwd. 9 1.04 Plannen voor het schooljaar 2013-2014 Nieuwe methodes Dit schooljaar gaan we een nieuwe methode voor taal implementeren; ‘Taalverhaal.nu’. We gaan werken met de handvaardigheidmethode: ‘Laat maar zien’ en voor het vakgebied muziek starten we met de methode ‘Muziek en meer’. De methode ‘Take it Easy’ van Engels gaan we dit jaar verder invoeren in de groepen 1 t/m 4. Voor de groepen 1/2 wordt gezocht naar een ander leerlingvolgsysteem. Meerbegaafdheid De afgelopen jaren heeft een groep kinderen gebruik gemaakt van de plusgroep op De Linde. Vanaf volgend schooljaar hebben de SKOBOS-scholen een bovenschoolse plusklas. Na afgelopen meivakantie is deze klas in een pilot gestart. Door de positieve ervaringen zullen we daar komend schooljaar mee doorgaan op de locatie van De Linde. Leerlingen van onze school zullen ook van deze voorziening gebruik blijven maken. Aanvankelijk zal er één plusklas zijn, op dinsdag. In de toekomst zal er wellicht een tweede plusklas opgestart worden. Toch zullen er per saldo minder leerlingen van onze school kunnen deelnemen dan in de oorspronkelijke plusgroep mogelijk was. De leerkracht die de plusklas van SKOBOS leidt en tot dit schooljaar onze plusgroep - juffrouw Marianne Louwerse - zal het komende schooljaar leerkrachten en leerlingen van De Linde van extra ondersteuning en concrete opdrachten voorzien, zodat een grotere groep leerlingen binnen de eigen klas zal worden uitgedaagd. U vindt hierover meer informatie in paragraaf 4.04. Dyslexieprotocol groep 1 t/m 8 In de afgelopen schooljaren hebben de leerkrachten zich geschoold in de theoretische en praktische achtergronden rondom dyslexie. Dit heeft geresulteerd in een dyslexieprotocol, dat in elk leerjaar gevolgd wordt. Tevens is op school het programma ‘Kurzweil’ geïnstalleerd op de computers, waarbij kinderen met ernstige dyslexie de teksten via de computer horend binnen krijgen. Het inzetten van ‘Kurzweil’ gebeurt altijd in overleg met de intern begeleider. Zorgstructuur en groepsplannen Sinds 2010 werken we met groepsplannen. Dit houdt in, dat de groep verdeeld wordt in drie subgroepen, die elk het onderwijsaanbod op hun niveau aangeboden krijgen. Na elke periode wordt gekeken welk kind in welke groep het best tot zijn of haar recht komt. Er worden groepsplannen gemaakt voor de vakken ‘rekenen’,’spelling’ en ‘technisch lezen’ en in de loop van dit schooljaar voor ‘begrijpend lezen’. Onderwijskundig rapport Vanaf groep 6 wordt van elk kind een onderwijskundig rapport bijgehouden, met daarin: • toetsgegevens van het leerlingvolgsysteem van Cito vanaf groep 1, • de NSCCT van groep 4; • de Entreetoets en de Drempeltest van groep 7; • de Eindtoets uit groep 8; • de methode gebonden toetsen; • en observaties van de leerkrachten. Door middel van dit onderwijskundig rapport komen we tot een gefundeerd advies voor het voortgezet onderwijs. Schoolzelfevaluatie Middels trendanalyses van het Cito leerlingvolgsysteem, worden de resultaten van ons onderwijs bekeken en, indien nodig, wordt actie ondernomen waardoor het leerrendement verhoogd kan worden. De intern begeleiders hebben twee keer per jaar een groepsbespreking met de leerkracht aan de hand van deze trendanalyses en dwarsdoorsnedes van hun groep. De leerkracht maakt een plan van aanpak voor zijn/haar groep, waarmee hij de komende tijd gaat werken om hierdoor de opbrengsten te optimaliseren. 1.05 Toelating, aanmelding en plaatsing van leerlingen Kinderen worden toegelaten als zij de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Bij de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden mag het kind alvast komen wennen. Het kind mag vijf keer een dagdeel of een hele dag komen oefenen in de groep waarin het daarna geplaatst zal worden. De betreffende leerkracht neemt zes weken voordat het kind 3 jaar en 10 maanden is contact op met de ouders om de oefendagen vast te leggen en eventuele bijzonderheden door te spreken aan de hand van een intakeformulier. Wij adviseren ouders of verzorgers hun kind geruime tijd voordat het vier jaar wordt aan te melden bij de school. Aan het begin van elk kalenderjaar wordt een oproep tot aanmelding van nieuwe leerlingen in de plaatselijke bladen geplaatst. Er is dan een informatieavond voor ouders van nieuwe leerlingen, een inloopochtend (waarbij ook het kind welkom is) en een open avond, waar ouders of verzorgers kennis kunnen maken met de school als organisatie en gemeenschap. De data hiervoor zijn reeds bekend: • maandag 16 maart: informatieavond ouders van nieuwe leerlingen (20.00 – 21.30 uur) • dinsdag 17 maart: inloopochtend van 09.00 – 12.00 uur • donderdag 19 maart: open avond van 18.00 – 20.00 uur Ook kan er een afspraak worden gemaakt met de directie, die zorgt voor informatie, een rondleiding door het gebouw en voor inschrijvingsformaliteiten. Binnen de gemeente Oirschot zijn geen strikte grenzen aan de voedingsgebieden en zijn ouders vrij om de school te kiezen, waarvan zij vinden dat die het beste bij hun kind past. Wanneer een leerling van een andere school komt, neemt de directeur contact op met de vorige school. Bij verandering van school moet een onderwijskundig rapport worden verzonden door de “oude” school. 10 11 2. Wat leert uw kind op onze school? 2.01 Activiteiten in groep 1 en 2 De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. In deze groepen staat “het spelend leren” centraal. De leerdoelen worden bereikt via het werken rondom thema’s. Hierbij maken we o.a. gebruik van de methode Schatkist. Deze methode biedt lesactiviteiten aan rondom de seizoenen van het jaar. De schooldag begint in de kring, waar de kinderen gedurende de dag, steeds in terugkeren. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken (al dan niet gekoppeld aan de thema’s), in de speelzaal en op het schoolplein. We brengen de kinderen spelenderwijs in contact met de verschillende leeractiviteiten, die in de loop der tijd steeds verder worden uitgebreid en uitgediept. Tijdens het werken in de groep wordt veel gebruik gemaakt van visuele ondersteuning voor de kinderen. De pictogrammen van de dagindeling, de weekwijzer, het planbord en het weektaakbord, brengen de nodige structuur aan voor de kinderen. Taalontwikkeling Er komen allerlei activiteiten aan de orde om de taalontwikkeling te stimuleren. Er is aandacht voor de gesproken taal; begrijpt het kind onze taal, kan het eenvoudige opdrachtjes uitvoeren, hoe is de uitspraak van het kind, kan het een verhaal in logische volgorde vertellen? Er zijn veel manieren waarop we hieraan werken; leergesprek, zelf vertellen, prentenboeken voorlezen, poppenkast spelen, versjes aanleren, enz. Daarnaast kijken we ook naar het taal-denken; het kunnen ordenen van tijd (dag-nacht, dagen van de week), classificeren (wat hoort bij speelgoed, zoek alle groene voorwerpen) en de leesontwikkeling (letters herkennen, herkennen van de eigen naam). Rekenontwikkeling Hierbij komt de ontwikkeling van verschillende “rekenbegrippen” aan de orde. Kleuren, vormen, besef van hoeveelheid en grootte, hoog-laag, groot-klein, maar ook het tellen en het herkennen van cijfers. Lichamelijke ontwikkeling De ontwikkeling van de fijne en grove motoriek en de ruimtelijke oriëntatie. Kleuters verkennen de mogelijkheden van hun eigen lichaam en de ruimte om hen heen. Dit gebeurt door middel van verschillende bewegingsvormen (rennen, lopen, klimmen en springen) tijdens de gymlessen in de speelzaal en tijdens het buiten spelen op de speelplaats. Ook besteden we veel aandacht aan het ontwikkelen van de fijne motoriek door de kinderen te laten werken met bijvoorbeeld klei, zand en vingerverf. Vanaf groep 2 zijn we bezig met het voorbereidend schrijven door middel van de methode Pennenstreken. Sociaal-emotionele ontwikkeling Het leren spelen, eerst vaak kort en alleen, later steeds langer en samen met andere kinderen. Ook rekening houden met spelregels komt aan bod en het omgaan met anderen, elkaar helpen, je houden aan afspraken. Verder ook de zelfredzaamheid, dus zelf je jas in je locker leggen, je jas aantrekken, opruimen, het goed omgaan met het materiaal op school, toiletgebruik, enz. Dit alles stimuleren we door middel van spel in de poppenhoek, groepswerk, spelen op de bouwmat en spelen van verhaaltjes. Ook bij de kleutergroepen wordt minimaal 60 minuten per week aandacht besteed aan de methode “Leefstijl” (nadere toelichting bij 2.0.4). Expressie We maken gebruik van de methode Moet je doen! Hierbij komen aan de orde: • de muzikale ontwikkeling (ritme, maatgevoel, zingen, muziekspelletjes, spelen met instrumenten, enzovoort). • dansontwikkeling (van eenvoudige bewegingen tot dansen). • dramatische ontwikkeling (van uitbeeldspelletjes tot kleine toneelstukjes). • tekenen (het omgaan met verschillende tekentechnieken bijv, potlood, verf, wasco). • handvaardigheid (het omgaan met technieken zoals papier en karton, kosteloos materiaal, klei, enz.). Ongeveer elke maand maken de kinderen een tekening in hun tekenschrift, aan het einde van de kleuterperiode krijgen de kinderen hun schrift mee naar huis: een mooi document van de tekenontwikkeling. Elke maand maken de kinderen naar aanleiding van de thema’s een werkje in hun map, deze mappen gaan aan het eind van het schooljaar mee naar huis. Verkeer Hiervoor gebruiken we de methode ‘Klaar Over!’, waarin verschillende thema’s aan bod komen. Op een speelse manier leren de kinderen over de afspraken en regels in het verkeer. Engels Sinds dit schooljaar wordt Engels op een speelse manier gegeven in onze kleutergroepen. We maken daarbij gebruik van de methode “Take It Easy”. Weektaak In groep 2 maken we een start met het werken aan de weektaak. Hierbij ligt de nadruk op het zelfstandig leren plannen van een paar werkjes gedurende een week. Op het weektaakbord zien de kinderen aan de hand van pictogrammen, welke werkjes ze moeten maken. De kinderen registreren zelf, door het plaatsen van een gekleurde magneet, of ze hun werkje afhebben. De nadruk ligt op het zelfstandig leren plannen van een werkje gedurende een week. er ook software beschikbaar is voor thuis. Het is fijn als kinderen plezier hebben in het lezen. Om dit verder te stimuleren gaan wij vanaf januari groepslezen en zijn er op school een groot aantal boeken aanwezig waaruit de kinderen in de klas mogen lezen. Schrijven De leerlingen krijgen meteen de schrijfletters aangeboden. We gebruiken hiervoor de methode ‘Pennenstreken’. Dit jaar starten we met de versie die aansluit op de nieuwe uitgave van Veilig Leren Lezen. Rekenen Hierbij gebruiken we de methode ‘Wereld in Getallen’. Kinderen verwerven inzicht en oefenen hun vaardigheden. Evenwichtig rekenen, dus! De methode biedt veel differentiatie. Er is uitdaging op elk niveau. Verkeer We gebruiken de methode ‘Wegwijs’. Deze methode werkt met thema’s. In elk thema worden weer nieuwe regels en verkeersborden geïntroduceerd. De theorie wordt op een eenvoudige manier aangeboden, waarna een speelse verwerking in de klas volgt. Met praktische voorbeelden worden leerlingen bewust gemaakt van deelname aan het verkeer. 2.02 Basisvaardigheden in groep 3 Hoekenwerk Vier keer per week wordt ‘hoekenwerk’ aangeboden. Met hulp van een ouder en de juf, gaan de kinderen 45 minuten in groepjes aan het werk. Ze werken aan taal, rekenen, schrijven of doen samen een groepsspel. Ook knutselen komt hierbij iedere week aan bod. Technisch lezen Vanaf dit jaar werken we met de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen. Deze leesmethode sluit aan op het evenwicht tussen spelen en leren. Deze methode biedt veel extra materiaal voor alle niveaus, waarbij Weektaak De weektaak is bedoeld om de kinderen te leren zelfstandig te werken en te leren plannen. Er staan behalve een paar ‘moetwerkjes’ op eigen niveau, ook veel leuke ‘magwerkjes’ op. Iedere dag is er extra tijd gepland om te bouwen, te schilderen, spelletjes te doen etc. Kinderen leren veel met en van elkaar. Vandaar dat er altijd een samenwerkingsopdracht gepland staat bij rekenen of taal. Bij de weektaak wordt ook gebruik gemaakt van de gang met daarin een themahoek. Dit thema sluit aan bij taal en/of rekenen. Om de overgang van de kleutergroep naar groep 3 vloeiend te laten verlopen, is ervoor gekozen om de werkwijze van groep 3 op diverse manieren aan te laten sluiten op die van groep 2. Een voorbeeld hiervan is het werken in hoeken. Hierdoor is er een goed evenwicht tussen spelen en leren. Bij lezen, rekenen, weektaak en hoekenwerk wordt gewerkt in niveaugroepen. 12 13 2.03 Basisvaardigheden in groep 4 t/m 8 Lezen In deze groepen ligt de nadruk op voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen. We maken hierbij gebruik van de methode ‘Tekstverwerken’. Deze methode biedt leuke en boeiende teksten die goed leesbaar zijn, op het juiste AVIniveau. Er is veel afwisseling in tekstsoorten met volop aandacht voor informatieve teksten. Voor technisch lezen maken we gebruik van de methode ‘Timboektoe’. Elk kind leest op zijn of haar eigen niveau. Lezen gaat het ene kind gemakkelijker af dan het andere. Aangezien het goed kunnen lezen en begrijpen van teksten erg belangrijk is - overal heeft men te maken met de geschreven taal - besteden wij hier veel aandacht aan. We vinden het belangrijk dat een kind plezier heeft in lezen. Op school zijn een groot aantal boeken aanwezig waaruit de kinderen in de klas mogen lezen. Taal en spelling Taalverhaal.nu is onze nieuwe taal- en spellingmethode. Kenmerkend voor deze methode zijn de motiverende instructiefilmpjes, spannende multimediale verhaallijnen, de mogelijkheid om de stof op de computer te verwerken (adaptieve oefensoftware), toetsen en de kwismeester (een uitdagende oefenquiz waarbij de leerlingen op elk moment zelfstandig de belangrijkste vaardigheden kunnen oefenen). De methode is opbrengstgericht (met structurele herhaling en onderhoud), geeft de leerkracht scherp zicht op de resultaten en differentieert sterk/ verlengt instructies op maat (maatschriften taal en spelling voor zwakke leerlingen; plusbladen voor de sterke leerlingen; toptaalschriften met taken met een wetenschappelijk karakter voor meer begaafde leerlingen). Bij de leerlijn Spelling wordt de koppeling en het moment van afname van Cito vermeld. Naast spelling en taal wordt er in de methode ook veel aandacht besteed aan woordenschat. Dit is geïntegreerd in de leerlijnen Leesbegrip (begrijpend lezen) en Spreken en Luisteren (luistervaardigheid, presentaties, non-verbale communicatie). Ook het onderdeel stellen (goed en mooi formuleren, creatief schrijven, het schrijven van zakelijke brieven, fictie-teksten, informatieve teksten, instructies en betogende teksten) wordt niet vergeten. Als extra biedt deze methode ook filosoferen aan. De bekende filosoof en auteur Bas Haring legt de leerlingen kritische vragen en brandende kwesties voor. Hij doet dat in leuke filmpjes, die de leerlingen uitdagen om met elkaar in discussie te gaan. We zullen deze methode dit schooljaar in één keer invoeren in de groepen 4 t/m 8. Hierbij zullen we veelvuldig tussenevaluaties houden, zodat er voor gezorgd kan worden dat alle leerkrachten de methode op dezelfde manier gaan gebruiken. Schrijven De methode ‘Pennenstreken’ is bij de kinderen al bekend vanaf groep 2. Vanaf groep 4 worden de schrijfvaardigheden geautomatiseerd. Vanaf groep 6 zijn de onderdelen temposchrijven en blok- en sierschrift toegevoegd. In groep 4 krijgen alle kinderen in de loop van het jaar een Stabilo pen. Deze pen vervangt de traditionele vulpen. Het is een rollerball, die perfect is om te leren schrijven en zorgt voor de juiste pengreep. Het is de bedoeling dat de kinderen de rest van hun schoolloopbaan met deze pen schrijven. Rekenen We werken met de methode ‘Wereld in Getallen’. De methode maakt gebruik van een vaste weekopbouw. Elk rekenonderwerp wordt op een vaste dag in de week behandeld. Dit geeft kinderen houvast. Zo is elke derde les van de week gewijd aan meten, meetkunde, tijd en geldrekenen. De methode biedt veel differentiatie. Er is uitdaging op elk niveau. De kinderen die het wat moeilijker hebben, krijgen extra instructie in het bijwerkboek. Zij krijgen één oplossingsstrategie. Voor de rekensterke kinderen is er het pluswerkboek. De opgaven zijn verdiepend en lopen niet vooruit op de lesstof. Alle groepen rekenen ’s ochtends van 08.30-09.15 uur. Hierdoor is het dus mogelijk om groepsdoorbrekend te werken (zie 1.02) Engelse taal De afgelopen twee jaar geven de groepen 5 t/m 8 bij Engels les aan de hand van de methode Take it easy. Het vak wordt in deze groepen een keer per week gegeven. De groepen 5-6 geven dan een halve les. In de groepen 7-8 wordt wekelijks een hele les gegeven. In deze methode staat het digibord (filmpjes, muziekclips, opdrachten) centraal. Native speaking coteachers helpen de leerkrachten bij het geven van de lessen. Er wordt dus veel Engels gesproken. De methode Take it easy is een methode die gemaakt is voor de groepen 1-8. We gaan vanaf dit schooljaar een pilot draaien met het geven van Engels in de onderbouw groepen. Afgesproken is het volgende: De groepen 1-2 gaan vanaf dit jaar de liedjes die in de methode aangeboden worden (via het digibord) met de kinderen zingen. Groep 3 zal dit in de tweede helft van het schooljaar gaan doen. In de eerste helft van het schooljaar ligt de nadruk voornamelijk op het leren lezen in de Nederlandse taal. Groep 4 gaat het volledige programma van dit leerjaar via de methode en het digibord volgen. Ze werken dan met thematische filmpjes, leuke muziekclips, rijmpjes, spelletjes en digitale prentenboeken. De Engelse taal wordt ook met gebaren ondersteund en de leerkrachten krijgen ondersteuning van de native speaking co-teachers. Omdat het hier om een pilot gaat, zullen er tussenevaluaties plaatsvinden om te bepalen hoe we in de toekomst ons Engelse onderwijs willen inrichten. Wereldoriëntatie Vanaf groep 4 worden de vakken voor wereldoriëntatie aangeboden. Natuurlijk lopen sommige onderdelen in elkaar over en worden dan in samenhang met elkaar gebracht. Het is van belang dat de methodes actueel blijven. Vandaar dat we de afgelopen schooljaren nieuwe methodes aangeschaft hebben. 14 Verkeer: Aardrijkskunde: Geschiedenis: Natuur en techniek: ‘Klaar Over!’ in groep 1 en 2 ‘Wegwijs’ in groep 3 t/m 8 ‘Meander’ in groep 5 t/m 8 ‘Brandaan’ in groep 5 t/m 8 ‘Natuniek’ in groep 4 t/m 8 Studievaardigheden De methode Blits hebben we het afgelopen jaar ingezet om de kinderen van de groepen 8 te laten oefenen met het onderdeel studievaardigheden. Studievaardigheden worden voor kinderen steeds belangrijker. Informatie is overal te vinden, zeker op internet. Maar hoe zoek je gericht? En waar vind je de juiste informatie en hoe verwerk je die? Met Blits leren kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen, via de vier onderdelen van studievaardigheden. De toetsen van Blits sluiten naadloos aan bij de toetsen van het Cito. Ze vormen dan ook een goede voorbereiding op de Cito-toetsen. Omdat het een veelomvattende methode is en omdat we ook in groep 7 deze voorbereiding op Citotoetsen willen aanbieden, gaan we vanaf dit jaar in de groepen 7 en 8 werken met Blits. 2.04 Sociaal emotionele ontwikkeling Leefstijl De belangstelling voor sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs neemt sterk toe. Vooral om probleemgedrag te bestrijden en voor preventie van ongewenst gedrag. Waarden en normen staan de laatste tijd sterk in de belangstelling. Leefstijl is een methode waardoor leerlingen zich bewust worden van waarden en normen. Niet theoretisch of door ze op te leggen, maar in de praktijk, door samen met klasgenoten activiteiten en opdrachten te doen die het besef van ‘goed omgaan met elkaar’ versterken. Ook voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten zijn competenties als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en rekening houden met anderen onmisbaar. Leefstijl is een methode 15 die niet alleen de emotionele intelligentie stimuleert maar, doordat kinderen beter in hun vel zitten, ook de cognitieve intelligentie. De methode biedt naast sociaal-emotionele competenties ook gezondheidsvaardigheden. Bij gezondheidsvaardigheden speelt preventie een belangrijke rol. Op steeds jongere leeftijd beginnen kinderen te experimenteren met roken, alcohol en drugs. De leeftijdsfase tussen tien en veertien blijkt een kritieke periode. Effectieve preventie moet dan ook vóór die leeftijd beginnen. Om ouders te betrekken bij de lessen worden er soms huiswerkopdrachten gegeven, die de kinderen samen met hun ouders kunnen maken. In de handleiding van Leefstijl zijn programma’s voor ouderworkshops uitgewerkt om: • ouders te informeren over wat hun kinderen in de Leefstijllessen leren • samen met andere ouders van gedachten te wisselen over de opvoeding van hun kinderen • kennis te maken met een aantal ondersteunende vaardigheden voor de opvoeding van kinderen Pestprotocol Onze school wil de kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich harmonieus en op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende gevallen. Natuurlijk is het beter om het pesten te voorkomen door het scheppen van een goed pedagogisch klimaat en daar gaat dan ook in eerste instantie de aandacht naar uit. De leerkrachten bevorderen deze ontwikkeling door het scheppen van een veilig klimaat in een prettige werksfeer in de klas en op het schoolplein. Ons pedagogisch uitgangspunt is dat alle kinderen met elkaar moeten leren omgaan. Op onze school betekent dit dat de leerkracht ieder jaar aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas bespreekt. Het onderling plagen en pesten wordt hier benoemd en besproken in alle groepen van de school en vanaf groep 3 t/m 8 worden de regels van het pestprotocol expliciet door- genomen. Tijdens ieder schooljaar komt het thema ‘Pesten’ bij de methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling ‘Leefstijl’ in alle groepen uitgebreid aan de orde. Indien de leerkracht gedurende het schooljaar verder daartoe aanleiding ziet, besteedt hij of zij aandacht aan pestgedrag in een groepsgesprek. Dat leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar het kan ook voorkomen dat een kind in een enkel geval door andere kinderen wordt gepest. Dan kan een kind zodanig in de knoop komen met zijn schoolomgeving, dat de omgangsregels van de leerkracht niet meer voldoende de veiligheid bieden en daarmee de gewenste ontwikkeling onderbreken. In een dergelijk geval is het van groot belang dat de leerkracht onder ogen ziet, dat er een ernstig probleem in zijn of haar groep is. In een klimaat waarin het pesten gedoogd wordt, worden ook de pedagogische structuur en de veiligheid daarin ernstig aangetast. Voor onze school is dat een niet te accepteren en ongewenste situatie. Het Pestprotocol is een vastgelegde wijze waarop we het pestgedrag van kinderen in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact, ernst en ook specifieke aanpak van dit ongewenste gedrag. Op de klassenouderavonden aan het begin van het schooljaar zal het pestprotocol aan de orde worden gesteld. Als uitgangspunten voor ons Pestprotocol stellen wij: 1. Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem op onze school zowel voor de gepeste kinderen, de pesters, de ‘zwijgende’ groep kinderen, de leerkrachten als de ouders. Iedereen moet zich ervan bewust zijn, dat bij pestsituaties het heel belangrijk is hierover te praten, het mag niet geheim gehouden worden; 2. De school heeft een inspanningsverplichting om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en in het geheel niet wordt geaccepteerd; 3. Leerkrachten en interne contactpersoon moeten alert zijn op pestgedrag in algemene en specifieke zin. Indien pestgedrag optreedt, moeten zij duidelijk stelling nemen en actie ondernemen tegen dit gedrag. De verantwoordelijkheid ligt bij de school en de ouders; 4. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen weer optreedt, voert de school de onderstaande maatregelen uit; 5. Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordigers van de school en de ouders, waarin is vastgelegd dat men pestgedrag op school niet accepteert en volgens een vooraf bepaalde handelwijze gaat aanpakken. Onze school wil voor alle kinderen die de school bezoeken een veilige school zijn. Dit betekent, dat de school expliciet stelling neemt tegen pestgedrag en concrete maatregelen voorstelt bij voorkomend pestgedrag. Het is belangrijk dat kinderen en ouders de school inlichten bij pestgedrag of signalen die daar mogelijk naar verwijzen. In eerste instantie bij de groepsleerkracht, maar men kan ook terecht bij de intern begeleider, de interne contactpersoon of de directie. Wij werken met de vijfsporenaanpak: • Hulp aan het gepeste kind • Hulp aan de pester (‘wij keuren het kind niet af, maar we keuren het gedrag af’) • Hulp aan de zwijgende middengroep • Hulp aan de leerkracht • Hulp aan de ouders Er zijn nieuwe vormen van pesten bijgekomen, die we kennen onder de noemer: digitaal pesten of cyberpesten. Daaronder wordt verstaan: pesten via mobieltjes en internet. Omdat deze manier van pesten zich vooral buiten schooltijd afspeelt, is het voor ons erg moeilijk om hier grip op te krijgen. Het cyberpesten is wellicht nog ingrijpender voor het gepeste kind, omdat het kind thuis én op school met de pester geconfronteerd wordt. Daarom verzoeken wij u dringend om contact met school op te nemen indien uw kind geconfronteerd wordt met digitaal pesten. Wij ondernemen dan dezelfde stappen als hierboven beschreven. Op deze manier hopen wij dat kinderen, ouders en school het pestgedrag een halt toe kunnen roepen. Het pestprotocol ligt op school ter inzage. 2.05 Levensbeschouwelijk onderwijs Wij zijn een katholieke school. Daarom wordt ons onderwijs vanuit een christelijke visie gegeven. In het begin van het schooljaar wordt in samenwerking met de schoolbegeleider ‘levensbeschouwing’ een jaarprogramma levensbeschouwing opgesteld. In onze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling ‘Leefstijl’ zijn in de nieuwe versie lessen opgenomen rondom levensbeschouwelijk onderwijs met verhalen over de vijf grote religies en enkele verhalen uit andere tradities. In de lessen worden, daar waar mogelijk, bruggen gelegd tussen de verschillende religies om de overeenkomsten zichtbaar te maken. Ook komt levensbeschouwelijk onderwijs aan de orde binnen wereldoriëntatie, burgerschapsvorming en via diverse projecten. In groep 4 kunnen kinderen, die zich hiervoor opgeven, zich in samenwerking met de parochie voorbereiden op de eerste Heilige Communie. Dit geldt ook voor de kinderen in groep 8, die zich willen laten vormen. Voor deze kinderen en hun ouders wordt er door de parochie enige tijd vooraf aan de voorbereiding een informatieavond georganiseerd in het pastoraal centrum. 2.06 Burgerschapsvorming Onze school a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; b. is gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie en c. is er op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Wij hebben aandacht voor de samenleving en de diversiteit daarin, en proberen de betrokkenheid van leerlingen bij de samenleving te bevorderen. Vanzelfsprekend hebben we een open en actieve opstelling naar de lokale omgeving in Oirschot. Middels het levensbeschouwelijk onderwijs, leren we de kinderen over verschillende andere culturen en godsdiensten. Wij proberen een leer- en werkomgeving te bieden waarin burgerschap en integratie zichtbaar zijn en 16 17 in de praktijk worden gebracht. Onze school is voor leerlingen een ‘oefenplaats’ om democratische besluitvorming te leren en om te leren communiceren vanuit verschillende opvattingen en visies. 2.07 Expressieactiviteiten In de methode ‘Moet je doen!’ komen alle expressieactiviteiten aan bod. We zijn aangesloten bij het Brabants Instituut Scholing Kunstzinnige vorming (BISK) te Eindhoven. Vanuit deze organisatie worden voor alle groepen bij toerbeurt diverse activiteiten georganiseerd op het gebied van muziek, toneel, dans en beeldende vorming. Het is belangrijk dat de kinderen zich door middel van tekenen, handenarbeid en textiele werkvormen kunnen uiten. Door het aanleren van technieken krijgen de kinderen hierin steeds meer vaardigheid. Ook respect voor en enige kennis van kunstvormen horen hierbij. Dramatische expressie is een onderdeel van taal. Bij muzikale vorming staan het plezier hebben in het maken en beluisteren van muziek op de voorgrond. In groep 5 krijgen alle kinderen onder schooltijd AMV-lessen (Algemene Muzikale Vorming) aangeboden. Zij ontvangen na afloop een AMVdiploma. Twee keer per jaar is er een Open Podium, waarbij kinderen voor elkaar optreden. Zij studeren dan zelf of met de groep een stukje in. Bij één van de twee open podia worden de ouders uitgenodigd. 2.08 Cultuureducatie Cultuureducatie – dat is verleden, heden en toekomst tegelijkertijd. Het verleden, want er zijn vele prachtige, indrukwekkende, fascinerende, ontroerende voorbeelden van cultuur. Cultuureducatie creëert voor leerlingen mogelijkheden om hiermee kennis te maken. Het heden, want cultuur heeft alles te maken met beleving en ervaring, en dat gebeurt hier en nu. Cultuureducatie stimuleert leerlingen om dergelijke ervaringen op te zoeken en erop te reflecteren. De toekomst, want cultuureducatie is een pleidooi voor een andere kijk op onderwijs. Het rijk stelt subsidie beschikbaar om onze culturele activiteiten uit te breiden. Wat wij hiermee zoal doen: • De school neemt jaarlijks een ‘kunstprogramma’ af van BISK (Brabants Instituut voor School en Kunst). Het BISK biedt in een cyclus van vier jaar een kunstmenu aan. In die vier jaar komen alle disciplines van cultuureducatie minimaal één keer aan bod. • In iedere groep wordt jaarlijks met het literatuurprogramma De Rode Draad gewerkt. Daarin participeert de openbare bibliotheek. • Er worden incidentele projecten uitgevoerd, zoals bijv. het project “Jet en Jan”, waarin het leven ten tijde van onze grootouders centraal staat. 2.09 Bewegingsonderwijs We volgen de methode ‘Planmatig bewegingsonderwijs’. Groep 1 en 2 maken gebruik van de speelzaal. Elke kleuter bewaart zijn gymnastiekspullen op school in een tasje. Vóór iedere vakantie krijgen de kleuters hun gymnastiekspullen mee naar huis. De groepen 3 t/m 8 krijgen les in de gymzaal. De groepsleerkrachten geven de gymlessen. Tijdens de gymles dragen de kinderen een sportbroekje, shirt en gymschoenen (geen zwarte zool). Elk kind neemt zijn gymspullen mee naar school op de dag dat het gymnastiek heeft en neemt dezelfde dag de spullen weer mee naar huis, zodat de gymnastiekkleding gewassen kan worden. Na de gymles wassen de kinderen hun voeten en oksels in de doucheruimte. De kinderen kleden zich om in de kleedruimte van de gymnastiekzaal. 2.10 Informatie- en communicatie technologie (ICT) ICT staat voor informatie- en communicatietechnologie. Het belangrijkste middel voor ICT is de computer. Computers zijn niet meer weg te denken uit het hedendaagse onderwijs. In de groepen 1/2 staat één computer per lokaal ter beschikking van de kinderen en in de groepen 3 t/m 8 staan per lokaal 4 of 5 computers voor de kinderen. De computers kunnen op verschillende manieren binnen het onderwijs worden ingezet: • bij de verwerking van bepaalde leerstofonderdelen • bij remediëring, waarbij de kinderen extra oefenstof krijgen • bij het maken van werkstukken of Powerpointpresentaties Elke klas heeft de beschikking over een digitaal schoolbord (het ActivBoard). Een digitaal schoolbord is een nieuwe vorm van leren. Met een handomdraai haal je de hele wereld in je klas. De dierentuin is net zo dichtbij als de gedetailleerde tekening van een energiecentrale. Veilig op het internet Internet is een mooi medium, maar het gebruikmaken van het internet kent ook vele risico’s. Deze risico’s worden regelmatig met de leerlingen besproken en er wordt voorlichting gegeven over het omgaan met internet en e-mail. Op school hebben wij daarom een protocol ‘Veilig op het internet’, waarin tips opgenomen zijn voor de kinderen en leerkrachten. Het protocol ligt op school ter inzage bij de directie. 2.11 Huiswerk Onder huiswerk verstaan we alle schoolse opdrachten die in de thuissituatie uitgevoerd moeten worden. Te denken valt aan: leesopdrachten, werkstukken maken, spreekbeurten voorbereiden, materiaal verzamelen, proefwerken leren enz. Huiswerk wordt gegeven vanuit een aantal bedoelingen: • het bevorderen van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en planning • als voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs • het extra oefenen van zaken waar automatisering erg belangrijk is (lezen en het leren van ‘tafeltjes’) • als ondersteuning van schoolse betrokkenheid en schoolse werkzaamheden. Tot en met groep 5 wordt er geen huiswerk meegegeven van de wereldoriënterende vakken. Hooguit wordt aan de leerlingen gevraagd om plaatjes te zoeken en mee te nemen naar school. De kinderen krijgen op school tijd om te repeteren, alleen of samen met de leerkracht. 18 In groep 6, 7 en 8 is het de gewoonte, dat de kinderen kopieën uit een boek of hun map mee naar huis nemen om de leerstof nog eens door te lezen voor een proefwerk. In groep 7 en 8 wordt reeds begonnen met het meegeven van huiswerk als voorbereiding op de middelbare school. 2.12 Bijzondere activiteiten voor kinderen Ieder jaar vinden er bijzondere activiteiten plaats. Voorbeelden hiervan zijn de activiteiten voor het goede doel, de sportdag, de open podia, doemiddag, schoolreisjes en excursies. In groep 7 doen de kinderen mee aan het landelijk verkeersexamen (theoretisch en praktisch). Het schoolkamp en de musical van groep 8 zijn activiteiten, waar de kinderen naar uitkijken. In het begin van het schooljaar wordt in iedere klas uitgebreid aandacht besteed aan de verkeersveiligheid. 19 3. Hoe volgen wij de ontwikkeling van uw kind? 3.01 Het planmatig volgen van de kinderen Binnen het systeem van leerstofjaarklassen streven we ernaar het onderwijs zo te organiseren, dat er rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften en mogelijkheden van elk kind. Wie moeite heeft met bepaalde onderdelen krijgt extra hulp of oefening. De meerbegaafde kinderen krijgen extra uitdagende opdrachten. Het planmatig volgen van kinderen gebeurt o.a. door het Cito-leerlingvolgsysteem van groep 1 t/m 8 voor de vakken rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen. Daarnaast worden nog andere toetsen ingezet, die u in onderstaande tabel vindt. De ontwikkeling en vorderingen van de kinderen worden op vaste momenten besproken door de intern begeleider en de groepsleerkracht. Tijdens oudergesprekken bespreken de leerkrachten dit met de ouders. Groep Vak Deze planmatige aanpak is erg belangrijk binnen onze school. Alle resultaten houden we per leerling bij in ons digitale leerlingvolgsysteem. Vorderingen van de kinderen houden we systematisch bij om ze te kunnen volgen in hun ontwikkeling. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen door middel van observaties en toetsen. Er zijn twee soorten toetsen: methode afhankelijk toetsen (zoals voor spelling en rekenen) en methode onafhankelijk toetsen (zoals de Citotoets). De resultaten van de observaties en toetsen leggen we vast in het leerlingendossier, dat na afspraak ter inzage ligt. Toetsen die we gebruiken zijn: Toets (Cito) 1 Voorbereidend rekenen Voorbereidend taal Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Kleuterobservatielijst (KOL) Dyslexieprotocol 2 Voorbereidend rekenen Voorbereidend taal Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Kleuterobservatielijst (KOL) Dyslexieprotocol 3, 4, 5 Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen Taal Sociaal emotioneel 3-minuten toets (DMT) en AVI Begrijpend Lezen Spelling Rekenen-Wiskunde Woordenschat Viseon 4 Capaciteitentest Niet Schoolse Cognitieve Competentie Test (NSCCT) 6 Technisch lezen Taal Begrijpend lezen Spelling Rekenen Sociaal emotioneel 3-minuten toets (DMT) en AVI (bij uitvallers) Woordenschat Begrijpend Lezen Spelling Rekenen-wiskunde Viseon 7 Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen Capaciteitentest Sociaal emotioneel Algemeen 3-minuten toets (DMT) en AVI (bij uitvallers) Begrijpend Lezen Spelling Rekenen-wiskunde Drempeltest Leermotivatietest (LMT) Viseon Cito Entreetoets 8 3-minuten toets (DMT) Begrijpend Lezen Spelling Rekenen-Wiskunde Viseon Cito EindtoetsGroep Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen Sociaal emotioneel Algemeen Alle kinderen (groep 1 t/m 8) krijgen twee keer per jaar een rapport mee naar huis. In februari en juni. In het begin van het schooljaar zijn er ouders die we uitnodigen om het onderwijsaanbod voor hun kind te bespreken. In de week van 27 oktober 2014 worden alle ouders uitgenodigd voor een eerste gesprek en worden de eerste ervaringen met elkaar gedeeld. In de week van 23 februari 2015,na het eerste rapport, worden alle ouders uitgenodigd voor een oudergesprek. Het tweede rapport ontvangt u in de week van 6 juli 2015. Mogelijk zijn er facultatieve gesprekken voorafgaand aan dit rapport. 20 21 3.02 Resultaten van ons onderwijs Onze school heeft goede resultaten bereikt, wanneer het kind op díe school voor voortgezet onderwijs terechtkomt waar het thuishoort. Hierbij spelen de volgende factoren een rol: • de belangstelling van het kind • de capaciteiten van het kind • de inzet en de werkhouding van de leerling • de sociaal-emotionele gesteldheid en • de persoonlijkheidsstructuur. Tijdens de schoolloopbaan krijgen we hier al een goed beeld van door de diverse toetsen (zie ook 3.01). Een school kan slechts een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind en heeft een beperkte invloed op het slagen van een schoolloopbaan. Het is dan ook onjuist om ‘schoolresultaten’ zoals de uitslagen van toetsen of de vermelding van het aantal leerlingen dat naar een bepaalde school voor voortgezet onderwijs gaat, als enige graadmeter voor kwaliteit te beschouwen. De gemiddelde score van de Cito-Eindtoets is niet alleen afhankelijk van de kwaliteit van het onderwijs. De capaciteiten van de kinderen komen ook in deze uitslag naar voren. De resultaten van de Cito- Eindtoets van de afgelopen 5 schooljaren, zijn weergegeven in het onderstaande schema: scores van 510 515 520 525 530 535 540 545 groeps- landelijk tot 514 519 524 529 534 539 544 550 gemidd. gemidd. 09/10 2 2 6 1 5 7 6 4 532,7 535,1 10/11 1 2 2 3 8 6 11 8 536,6 535,5 11/12 1 1 3 6 5 8 8 7 536,1 535,1 12/13 2 1 7 4 6 6 5 9 534,7 534,7 13/14 1 0 3 5 6 9 4 10 536,3 534,4 3.03 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Het is voor kind en ouders vaak een grote overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Het is vooral voor het kind erg belangrijk dat daarbij de juiste keuze gemaakt wordt. Om een goede schoolkeuze te maken wordt in groep 8 een aantal stappen doorlopen: • Informatieavond voor ouders aan het begin van het schooljaar. Tijdens deze avond wordt ingegaan op de verschillende vormen van voortgezet onderwijs en op de gang van zaken rondom de aanmelding. U krijgt uitleg over de Centrale Eindtoets Primair Onderwijs en het lezen van de resultaten van deze toets. • De meeste scholen voor voortgezet onderwijs houden open dagen, waarop het kind en de ouders de school kunnen bekijken. Ook de leerlingen van groep 7 kunnen dit alvast doen. • Aanmelding op de school door de ouders • Adviesgesprek met de leerkracht • Tijdens dit adviesgesprek vertelt de leerkracht welke vorm van voortgezet onderwijs voor het kind het meest geschikt is. Hierbij wordt nadrukkelijk ook rekening gehouden met leerling kenmerken zoals werkhouding, motivatie, doorzettingsvermogen en sociaal-emotionele vaardigheden. • Centrale Eindtoets Primair Onderwijs op 21-22-23 april • Uitslag Centrale Eindtoets Primair Onderwijs • Beslissing toelatingscommissie: de toelatingscommissie van de gekozen school zal, na inwinnen van het advies en eventuele nadere gegevens, over aanname beslissen. De definitieve data worden in de loop van het schooljaar kenbaar gemaakt In de loop van het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs bezoekt één van de docenten van het voortgezet onderwijs onze school om de geplaatste leerlingen door te spreken. De behaalde resultaten worden vervolgens jaarlijks naar onze school gestuurd. 22 3.04 Waar gingen onze kinderen na groep 8 naartoe? Eind juni 2014 hebben 38 kinderen van groep 8 onze school verlaten: • • • • • • 18 kinderen gingen naar het Heerbeeck College in Best 9 kinderen gingen naar het Kempenhorst College in Oirschot 3 kinderen gingen naar het Jacob Roelandslyceum in Boxtel 2 kinderen gingen naar het Bisschop Beckers College in Eindhoven 5 kinderen gingen naar De Nieuwste School in Tilburg 1 kind ging naar Helicon in Eindhoven De schooladviezen waren als volgt verdeeld: • 10 keer VWO • 3 keer HAVO/VWO • 3 keer HAVO • 2 keer VMBO-T/HAVO • 16 keer VMBO-T • 4 keer VMBO-B/K 23 4. Wat als uw kind extra aandacht nodig heeft? Onderwijs op maat vraagt om afstemming van de organisatie van het onderwijs op individuele verschillen tussen de leerlingen. Met elkaar zoeken leerkracht en intern begeleider naar een manier waarop bij de zorgleerling de ontwikkeling op gang komt. Kennis hebben ván en werken mét leerlijnen en groepsplannen en individuele handelingsplannen is nodig om planmatig de leerlingen te kunnen begeleiden. passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan en zijn de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School opgehouden te bestaan. Dit houdt in dat ons schoolbestuur deel gaat uitmaken van SWV De Kempen 30-09 . In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren meerdere schoolbesturen voor primair, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert mogelijk de organisatie van de ondersteuning op school en worden er op termijn minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het passend onderwijsaanbod te realiseren. Zorgplicht. Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is uiteraard erg belangrijk. Na 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. Schoolondersteuningsprofiel.(SOP) Iedere school stelt binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Verwijzingscommissies. Na 1 augustus 2014 bestaan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs) en de Commissies voor Indicatiestelling (voor verwijzing naar speciaal onderwijs) niet meer. Binnen het nieuwe samenwerkingsverband worden deze commissies samengevoegd tot één commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen. Geldigheid huidige beschikkingen. Voor leerlingen die gebruik maken van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool gaat in de toekomst een en ander wijzigen. De huidige rugzak moet straks door het samenwerkingsverband worden omgezet in een arrangement binnen een passende voorziening. Volgens de wet zijn de huidige beschikkingen voor een rugzak vanaf 1 augustus 2014 niet meer geldig. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft echter het besluit genomen dat tot het moment van omzetten van die rugzak in een arrangement de ambulante begeleiding en de begeleiding vanuit de basisschool zeker voor het schooljaar 2014-2015 worden bekostigd. In de praktijk betekent dit dat het eerste schooljaar voor deze leerlingen in de ondersteuning niets hoeft te wijzigen. Meer informatie De overgang naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar 2014-2015 afgerond. De regering zal ook komend schooljaar nog vele aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken en de schoolbesturen moeten ten aanzien van verschillende thema’s nog verder beleid ontwikkelen. Als school wijzen wij u graag op enkele informatiebronnen m.b.t. Passend Onderwijs, te weten: Passend Onderwijs Informatiegids voor ouders (uitgave Steunpunt Passend Onderwijs) www.steunpuntpassendonderwijs.nl www.passendonderwijs.nl www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl www.mensenrechten.nl www.onderwijsconsulenten.nl www.onderwijsgeschillen.nl www.rsvbreda.nl www.podekempen.nl 4.01 Werken met groepsplannen In een groep doen zich vaak grote verschillen voor tussen leerlingen. De leerkracht moet zijn onderwijs zo inrichten dat tegemoet gekomen kan worden aan die verschillen. De leerkracht zal voor een bepaalde, vooraf afgesproken periode, een plan moeten hebben om adequaat om te gaan met die verschillen. Dit plan wordt een groepsplan genoemd. Om overzicht te houden over het complexe gebeuren in de klas worden er eisen gesteld aan het planmatig handelen van de leerkracht. Hoe kan een leerkracht vanuit gegevens over leerlingen een planmatig aanbod creëren, waarin zowel de verschillen tussen leerlingen als het onderwijs in de groep goed tot zijn recht komt? De praktijk is, dat leerlingen onderwijs ontvangen in de 24 groep. Concreet onderwijs moet dan ook op dat niveau worden gepland. In het groepsplan wordt op basis van gegevens over individuele leerlingen het onderwijs voor een beperkte periode in de groep gepland. Twee keer per jaar worden de groepsplannen gemaakt. Tussentijds volgt een evaluatie op basis van de resultaten van het cito-leerlingvolgsysteem en de methode gebonden toetsen. Aan de hand van deze tussentijdse evaluatie kunnen de doelen voor de leerlingen bijgesteld worden. Groepsplannen zijn zowel pedagogisch als didactisch van aard. Er wordt dus onderwijs gepland op de verschillende vak- en vormingsgebieden. Voor groepen leerlingen worden haalbare doelen gesteld en naar verwachting succesvolle leerroutes uitgestippeld. Er zijn ook aanwijzingen in het groepsplan opgenomen over de omgang met de leerlingen. Specifieke, op de sociaal/emotionele ontwikkeling gerichte, activiteiten zijn ook zoveel mogelijk in het groepsplan opgenomen. Werken met een groepsplan betekent dat er activiteiten voor de hele groep, voor subgroepen en indien nodig voor individuele leerlingen zijn opgenomen. De kunst voor het plannen van het onderwijsaanbod in een heterogene groep is om hier verstandige keuzes te maken. Vooral individueel werken is voor de leraar onhaalbaar en voor het samen leren in de groep niet wenselijk. Klassikaal werken lijkt soms handig, maar biedt niet altijd voldoende mogelijkheden om tegemoet te komen aan verschillen tussen de leerlingen. Werken in subgroepen is dan een mogelijkheid. Uit praktische overwegingen is er slechts een beperkt aantal subgroepen mogelijk. We gaan uit van drie instructiegroepen in een les. Uitgangspunt bij het opstellen van groepsplannen zijn de onderwijsbehoeften van leerlingen op pedagogisch en didactisch gebied. We kijken meer specifiek naar wat de leerling nodig heeft: • Bv: deze leerling heeft: • een leerkracht nodig die….. • materiaal nodig dat… • opdrachten nodig die…. • een instructie nodig die…. • feedback nodig die… • groepsgenoten nodig die….. 25 De leerkracht moet zicht hebben op de leerlijnen. De leerkracht moet als het ware over een ‘helikopterview’ beschikken over de methode. Naast het zicht op leerlijnen moet de leerkracht ook weten op welke manieren leerlingen leren. Het onderwijspedagogisch handelen van de leerkracht richt zich zoveel mogelijk op het vervullen van deze basisbehoeften. De leerkracht zal er niet alleen op gericht zijn om de leerling te ondersteunen, maar ook om hem uit te dagen. In het groepsplan is het belangrijk dat ook zwakke leerlingen de kans krijgen om zelfstandig te kunnen werken, zodat ook zij het gevoel hebben dat ze iets alleen kunnen. De leerkracht dient zicht te hebben op het gedrag dat zij mag en kan verwachten bij een leerling. De leerkracht kan op die manier beter aansluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerlingen. 4.02 Het overdragen van leerlingen met speciale zorg Om de doorgaande lijn van de zorgleerlingen zoveel mogelijk te waarborgen, worden deze leerlingen apart besproken bij de overdracht naar een volgende groep. Hierbij komen alle onderzoeksgegevens en afspraken die van belang zijn aan de orde. Zowel de oude als nieuwe leerkracht en IB-er zijn hierbij aanwezig. Tevens evalueert de ‘oude’ leerkracht vóór de zomervakantie samen met de ouders het handelingsplan. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar neemt de ‘nieuwe’ leerkracht contact op met deze ouders om de zorg omtrent hun kind te bespreken. 4.03 Doubleren In principe gaat ieder kind aan het einde van het schooljaar door naar de volgende groep. Soms is het in het belang van het kind, dat het kleuterschoolverlenging krijgt of doubleert. Dit wordt altijd met de ouders besproken. Hierbij zijn zowel sociaal-emotionele factoren als didactische vorderingen van belang. De inspectie gaat er vanuit dat elk kind dat tussen 1 oktober en 1 januari 4 jaar wordt in groep 1 geplaatst wordt. Dit betekent dat deze kinderen slechts 1 ½ jaar in de kleutergroep zitten. De cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind kunnen echter bepalend zijn om het kind nog een extra jaar in de kleutergroep te laten blijven. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. 4.04 Speciale zorg voor meerbegaafde kinderen Elk kind moet díe leerstof aangeboden krijgen die voor hem/haar nodig is. Om te bepalen op welk niveau een kind presteert, worden de gegevens van het Cito-Leerling Volgsysteem (LVS), de methodegebonden toetsen en eventueel de gegevens van een aanvullend onderzoek door een schoolbegeleidingsdienst bekeken. Hierbij zijn de leerkracht, de ouders, de intern begeleider en eventueel de extern deskundige betrokken. Aan de hand van deze gegevens wordt een handelingsplan gemaakt voor het kind. Van kinderen die bij het Cito-LVS steeds op niveau AI scoren, wordt hun voorsprong berekend en omgezet in maanden. Is deze voorsprong meer dan een half jaar, dan volgt de leerling de groepsinstructie met de volgende aanpassing in de verwerking: • een minimum aan basisstof • geen herhalingsstof, maar verrijkings- en verdiepingsstof • hogere eisen stellen aan de kwaliteit en kwantiteit van het werk Deze aanpassingen vinden plaats binnen de eigen groep. Sinds het voorjaar van 2014 is er binnen SKOBOS een Bovenschoolse Plusklas voor de bijzonder begaafde leerlingen van SKOBOS ingericht. Deze klas is gesitueerd in basisschool De Linde. In deze klas bieden we nu nog op één dagdeel, maar in de loop van het schooljaar 2014-2015 op twee dagdelen aan een bijzondere groep leerlingen van SKOBOS bijzondere lesactiviteiten aan. Wat is de achtergrond van deze Bovenschoolse Plusklas? Binnen de groep leerlingen van SKOBOS is een aantal kinderen dat een meer dan gemiddelde begaafdheid heeft. Het gaat dan niet alleen om intelligentie, maar bijvoorbeeld ook om het denkvermogen, een eigen manier van denken en gedrag, een bijzondere belangstelling en een speciale houding ten opzichte van leren. Deze kinderen hebben we voor wat betreft hun specifieke begaafdheid niet altijd even goed in beeld. Dat is ook erg ingewikkeld, omdat ze niet altijd opvallen door o.a. goede leerprestaties. Het betekent dat deze leerlingen niet altijd het juiste onderwijs- en ontwikkelingsaanbod krijgen waar ze wel recht op hebben. Omdat we dat niet gewenst vinden, hebben we in het schooljaar 2013-2014 besloten om deze specifieke groep kinderen beter in kaart te brengen en voor hen, nadat we ze in beeld hebben gekregen, een specifiek onderwijsaanbod te ontwikkelen. Wat gebeurt er in het schooljaar 2014-2015? De bovenschoolse plusklas draait nog maar net. Dat betekent dat we voor het schooljaar 2014-2015 nog veel zaken verder moeten uitwerken. In ieder geval gaan we aan de slag met: • Het organiseren van een algemene informatieavond voor álle belangstellende ouders in het kader van hoogbegaafdheid, in september/ oktober 2014; • Het opstarten van een tweede groep bijzonder begaafde leerlingen na de herfstvakantie, gericht op een jongere leeftijdscategorie; • Het inrichten van een systeem van monitoring om zicht te krijgen of deze bijzondere voorziening daadwerkelijk voor de leerlingen iets “oplevert”; we gaan in dit kader in ieder geval bij leerlingen, ouders en leerkrachten “informatie” ophalen; verder zullen we nauwlettend de resultaten binnen de eigen school volgen om te zien of daar geen negatieve effecten ontstaan van het structureel één dag per week in een andere omgeving dan de eigen school onderwijs krijgen; • Het maken van een verdere uitwerking van de inhoud van het aanbod; • Het gaan zoeken van samenwerking met andere “aanbieders” van onderwijs aan bijzonder begaafde leerlingen. 4.05 Speciale zorg voor kinderen met leesproblemen en dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en spellen op woordniveau. Vanaf groep 1 worden kinderen met IV en V scores bij het Cito-LVS (Leerlingvolgsysteem) en middels een dyslexieprotocol in de gaten gehouden. De leerkracht observeert het kind (bijvoorbeeld rondom 26 rijmpjes, liedjes, namen van de kinderen, kleuren) en noteert opvallende zaken. Kinderen die vanaf groep 4 (na extra oefening in groep 3) zwakke scores halen bij de Cito DrieMinutenToets (niveau IV en V) en/of bij Cito Leestempo/ Leestechniek minstens 2 niveaus achterlopen op de standaardnorm komen in aanmerking voor een dyslexievriendelijke aanpak. Hiertoe behoren: • meer tijd krijgen voor het maken van proefwerken • proefwerken/teksten voorgelezen krijgen • teksten mee naar huis krijgen om alvast door te lezen • het vergroten van teksten In overleg met de leerkracht, de ouders en de intern begeleider wordt een handelingsplan gemaakt. Alleen bij ernstige problemen kunnen wij een dyslexieonderzoek aanbieden. Voor kinderen met ernstige dyslexie bieden wij op school het computerprogramma ‘Kurzweil’ aan. Bij dit programma worden teksten (op CD of gescand) door de computer voorgelezen. De intern begeleider bekijkt of het kind met ‘Kurzweil’ kan gaan werken. Niet elk dyslectisch kind heeft baat bij dit programma. 4.06 Onderwijs aan zieke kinderen Als een leerling lang of vaak ziek is, blijft de school verantwoordelijk voor de voortzetting van het onderwijsprogramma. Voor deze leerlingen kan de school daarbij ondersteuning aanvragen bij een schoolbegeleidingsdienst. Zowel leerlingen die ziek thuis verblijven als leerlingen die in het ziekenhuis liggen en van wie de prognose is, dat ze drie weken of langer ziek blijven, kunnen in aanmerking komen voor deze onderwijsondersteuning. Als het van belang is kan de leerling ook in aanmerking komen voor onderwijsondersteuning bij een kortere ziekteduur dan 3 weken. Zo spoedig mogelijk nadat een zieke leerling is aangemeld, maakt de consulent Onderwijs Zieke Leerlingen van Ziezon, afspraken met de school over de manier waarop de onderwijsondersteuning vorm krijgt. Naast de onderwijsondersteuning kan 27 de consulent Onderwijs Zieke Leerlingen op verzoek voorlichting geven over de mogelijke consequenties van ziektebeelden voor de onderwijsloopbaan en –prestaties. De aanmelding van een zieke leerling, gebeurt altijd door de school. Wanneer uw kind ziek is, kunt u de schoolleiding er op wijzen, dat u het belangrijk vindt, dat uw zoon of dochter onderwijsondersteuning krijgt. Wilt u meer informatie over het onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u contact opnemen met de schoolleiding. Op school is hiervoor ook een folder beschikbaar. 4.07 Verwijzing naar speciaal onderwijs Soms zijn handicaps van kinderen dusdanig, dat onderwijs op een reguliere basisschool nagenoeg onmogelijk is. Voor deze kinderen zijn er scholen voor speciaal onderwijs. Deze scholen zijn ingedeeld in clusters: Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen Cluster 2: dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraak- of taalmoeilijkheden; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen, verstandelijke gehandicapte kinderen, meervoudig gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen; Cluster 4: kinderen met ernstige psychiatrische of gedragsproblemen (bv. autisme). Scholen binnen de clusters 2, 3 en 4 werken samen in Regionale Expertise Centra (REC). Cluster 1 valt onder een aparte regeling. Wanneer u uw kind wilt aanmelden voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, dan kunt u terecht bij de Commissie voor Indicatiestelling in een REC in de regio. 4.08 Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en Centrum voor Jeugd en Gezin Sinds afgelopen schooljaar is in Oirschot het Centrum voor Jeugd en Gezin gestart. Het Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) en de GGD zijn hier een onderdeel van. Op de scholen is een intern zorgteam (IZT) samengesteld, bestaande uit de schoolmaatschappelijk werkster, de jeugdverpleegkundige van de GGD en de intern begeleider van school. Zij hebben 4x per jaar een spreekuur op school. Het is een laagdrempelige vorm van hulpverlening voor zowel scholen als leerlingen en hun ouders/opvoeders. Zowel de school als de leerling of zijn/haar ouders kunnen een vraag neerleggen bij het IZT. Indien nodig stelt de SMW-er vervolgens een plan van aanpak voor. Dat kan bijvoorbeeld inhouden: • het geven van informatie en advies • een aantal gesprekken met de leerling • een aantal gesprekken met de ouders en/of de leerkracht • bemiddeling tussen ouders en school • praktische ondersteuning in de thuissituatie In onderling overleg zal gekozen worden, hoe het aangemelde probleem aangepakt zal worden. Bereikbaarheid van SMW: Telefonisch: 040-2048500 (Centraal kantoor Dommelregio), of per mail. Voor onze school is Sanneke van der Sanden de schoolmaatschappelijk werkster. U kunt haar bereiken onder: [email protected] De intern begeleiders hebben de rechtstreekse telefoonnummers van de schoolmaatschappelijk werkster en zij weten tevens wanneer SMW op school aanwezig is. 28 Reggy Nuijens Mijke Pallandt Carolien van Hattem Marian Oppers Marjolijn Vossen Lescha Nuyens Judith Hermans Marianne Louwerse Angela van Liempt Margo vd Bosch Marie Annick Canoy René Graafmans Hans van Kollenburg Lenne van Hamont Ans de Bresser Milou Brackenie Het team Daniëlle Beekmans Erna Ooms Christianne vd Wal Esther van Erp Karlijn Versteden Linda Simons Lieke vd Laar Jeroen Smeets Maartje Vervest Irene van de Voort Ton Coppens Germy Sinke Wendy Wiercx Carla Kemps Frans vd Wal Gemma Robben 29 5. Wie dragen zorg voor uw kind? 5.01 De samenstelling van ons team Directeur: Linda Simons – Elesen (ma./di./do./vr.) Managementteam: Germy Sinke - intern begeleider groep 1 t/m 4 + 4/5 (ma. t/m vr.) Frans van de Wal - intern begleider groep 5 t/m 8 (ma. t/m vr.) Angela van Liempt - onderbouwcoördinator (ma./di./do.) Jeroen Smeets - bovenbouwcoördinator (ma. t/m vr.) Groep 1/2 a: Groep 1/2 b: Groep 1/2 c: Groep 2c Groep 3a: Groep 4a: Groep 4/5b: Groep 5a: Groep 6a: Groep 6b: Germy Sinke (ma. t/m wo.) Karlijn Versteden (do./vr.) Daniëlle Beekman (ma. t/m wo.) Erna Ooms (do./vr.) Wendy Wiercx (ma. t/m do.) wordt op vrijdag gesplitst en gaat naar groep 2a of 2b Judith Hermans (ma./di) Esther van Erp (wo. t/m vr.) Christianne van de Wal (ma. t/m wo.) Carla Kemps (do./vr.) Lenne van Hamont (ma. t/m vr.) Lieke van de Laar (ma./di.) Marjolijn Vossen (wo. t/m vr.) Frans van de Wal (ma. t/m wo.) Ton Coppens (do./vr.) Carolien van Hattem (ma./di.) Milou Brackenie (do./vr. en wo om de week) Marianne Louwerse (wo. om de week) 30 Groep 7a : Groep 7b: Groep 8a: Groep 8b: Maartje Vervest (ma. t/m vr.) JReggy Nuijens (ma./di./vr.) Irene van de Voort (wo./do.) Hans van Kollenburg (ma. t/m vr.) Jeroen Smeets (ma./di./wo.) Marie Annick Canoy (do./vr) Administratie: Gemma Robben Conciërge: René Graafmans Huishoudelijke hulpen:Margo van den Bosch Ans de Bresser Marian Oppers Contactpersoon bij problemen: Christianne van de Wal Coördinator onderbouw: Angela van Liempt Coördinator bovenbouw: Jeroen Smeets Interne begeleiders: Germy Sinke Frans van de Wal I.C.T. (informatie- en communicatietechnologie): Jeroen Smeets Remedial teachers: Lescha Nuyens (ma.mo./di.mo./wo./vr.mo.) Christianne van de Wal (do-mo van 10.30-12.00 uur) Rugzakbegeleiding: Lescha Nuyens Bovenschoolse Plusklas: Marianne Louwerse 31 5.02 De groepsindeling Binnen onze school werken we met leerstofjaarklassen, aangepast aan de eisen van deze tijd. We zorgen voor vloeiende overgangen tussen de jaargroepen en we hebben veel aandacht en zorg voor elk kind. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onderbouw en bovenbouw. De onderbouw wordt gevormd door de groepen 1 t/m 4 en de bovenbouw door de groepen 5 t/m 8. Via deze acht op elkaar aansluitende leerjaren proberen we de overgang naar het voortgezet onder wijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. In principe gaan de kinderen van elke groep na de zomervakantie over naar het volgende leerjaar. Een kind kan op onze school worden geplaatst vanaf de dag dat het vier jaar is. Daardoor hebben de kleutergroepen het hele jaar door te maken met een instroom van nieuwe leerlingen. In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met heterogene groepen. Hier zitten kinderen in de leeftijd van 4 t/m 6 jaar bij elkaar. Vanaf groep 3 zitten zij, indien mogelijk, in jaargroepen en zijn dan van ongeveer dezelfde leeftijd. Wanneer het om organisatorische redenen noodzakelijk is, worden combinatieklassen gemaakt. Het maken van combinatieklassen wordt met de grootste zorgvuldigheid gedaan. Binnen elke groep wordt een systeem van differentiatie toegepast om tegemoet te komen aan de individuele niveauverschillen van de leerlingen. Het is niet vanzelfsprekend dat uw kind gedurende zijn/haar schoolloopbaan bij dezelfde kinderen in de klas zit. Indien nodig houdt school zich het recht voor om de samenstelling van een groep te doorbreken. Dit schooljaar hebben we drie groepen 1/2, één groep 3, één groep 4, één groep 4/5, één groep 5, twee groepen 6, twee groepen 7 en twee groepen 8. 5.03 School- en groepsgrootte Dit schooljaar starten we in augustus met 334 leerlingen en gedurende het schooljaar stromen ongeveer 25 leerlingen in bij de kleutergroepen. Scholen krijgen van de overheid een personeelsbudget dat gerelateerd is aan het aantal leerlingen dat de school op 1 oktober voorafgaand aan het huidige schooljaar telt. 5.04 Vervanging van leerkrachten Als een leerkracht afwezig is, wordt voor een vervangende leerkracht gezorgd. We maken zoveel mogelijk gebruik van vaste invallers. Wanneer er geen vervangers beschikbaar zijn, worden door de school noodmaatregelen getroffen, zodat het onderwijs gewoon doorgaat. Pas in het uiterste geval worden groepen beurtelings thuisgelaten. Dit is de afgelopen jaren nog nooit voorgekomen. 5.05 Begeleiding en inzet van stagiaires Elk jaar loopt een aantal studenten van de PABO (leerkracht) en ROC (onderwijsassistent) op onze school stage. De studenten worden begeleid door de leerkracht van de groep waarin zij stage lopen. Ook geven stagiaires in opdracht van de leerkracht een aantal lessen aan de kinderen. Zo doen zij praktijkervaring op. Daarnaast komt de vaste leerkracht hierdoor in aanraking met nieuwe ontwikkelingen en inzichten. De vaste leerkracht blijft eindverantwoordelijk voor zijn of haar groep. Wanneer een stagiaire vanuit de opleiding de opdracht krijgt om een aaneen gesloten periode les te geven in een bepaalde groep, wordt u hierover geïnformeerd. Verder wordt er ook vaak op ons een beroep gedaan vanuit het voortgezet onderwijs i.v.m. ‘snuffelstages’ of ‘maatschappelijke stages’. Wij willen hier altijd graag gehoor aan geven, omdat wij iedereen de kans willen bieden om kennis te maken met het onderwijs. 5.06 Raad van Toezicht De vijf katholieke basisscholen in Oirschot, Spoordonk en Oost-, West- en Middelbeers zijn ondergebracht in één gezamenlijke stichting, te weten de Stichting Katholiek Onderwijs de Beerzen, Oirschot, Spoordonk (SKOBOS). De Raad van Toezicht stelt alles in het werk om op een positieve manier bij te dragen aan de continuïteit en professionaliteit van onze scholen. De voorzitter van de Raad van Toezicht is de heer J. den Otter. De algemeen directeur (voorzitter College van Bestuur) is de heer Fr. Bruinsma. Zijn kantoor is gevestigd bij basisschool de Plataan aan de van Tuldenstraat 2A in Oirschot. 6. Hoe verloopt de samenwerking tussen ouders en school? Het adres van SKOBOS is: SKOBOS Postbus 55 5688 ZH Oirschot Tel. 0499-550517 E-mail: [email protected] Website: www.skobos.nl 5.07 Directie De directeur van onze school is Linda Simons-Elesen. Zij is 4 dagen per week werkzaam op onze school (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag). Zij heeft geen lesgebonden taken. Haar kantoor vindt u in de kleutergang en grenst aan het schoolplein. Voor een gesprek met haar, kunt u het beste vooraf een afspraak maken. 5.08 Contact Op de voorkant van deze gids leest u hoe u onze school kunt bereiken. Iedere leerkracht heeft een eigen e-mailadres: volledige voornaam met daaraan vast volledige tussenvoegsel(s) en [email protected]). Bv. [email protected] We hebben de afspraak dat iedere leerkracht bereikbaar moet zijn als hij/zij met de groep buiten de school is. De leerkracht is dan via het eigen mobiele telefoon bereikbaar. De contacten lopen dan echter eerst via het telefoonnummer van school. De school neemt dan contact op met de leerkracht. U kunt informatie over onze school nalezen op onze website: www.skobos.nl/delinde. Op deze site vindt u het laatste nieuws, een kalender, informatie over de verschillende groepen, foto’s van allerhande activiteiten en publicaties zoals het Lindeblaadje. 32 6.01 Ouderbetrokkenheid Voor de opvoeding van het kind naar volwassenheid zijn de ouders de eerstverantwoordelijken. Als afgeleide en in het verlengde daarvan, dragen school en leerkrachten daarin bij, met name in de onderwijskundige ontwikkeling. Voor een goede begeleiding van kinderen is een open communicatie tussen leerkrachten en ouders erg belangrijk. Door een soepele uitwisseling van informatie kunnen ouders en school elkaar op een zinvolle manier aanvullen bij onderwijs en opvoeding. Iedere ouder kan meehelpen om de school steeds beter te laten draaien. Dit kan door praktische hulp te leveren, maar ook door zitting te nemen in ouderraad of medezeggenschapsraad. Als ouder raak je hierdoor ook goed op de hoogte van de dagelijkse gang van zaken op school. Dat maakt het praten met kinderen over school ook gemakkelijker. Ouders helpen regelmatig bij het organiseren en begeleiden van activiteiten “rondom de school”. Voorbeelden hiervan zijn onze leesouders, verkeersbrigadiers, ‘luizenmoeders’, klassenouders, hulp bij excursies etc. 6.02 Informatievoorziening aan ouders Ouders worden op verschillende manieren op de hoogte gehouden. Informatieavonden De groepsleerkracht geeft aan het begin van het schooljaar uitgebreide informatie over de groep van uw kind. Ouders hebben dan ook de gelegenheid hierover vragen te stellen. De leerkracht vertelt hoe het er in de groep aan toe gaat en welke lesstof er in het schooljaar wordt behandeld. 33 Oudergesprekken (10-minutengesprekken): In het begin van het schooljaar zijn er ouders die we uitnodigen om het onderwijsaanbod voor hun kind te bespreken. In de week van 27 oktober 2014 worden alle ouders uitgenodigd voor een eerste gesprek en worden de eerste ervaringen met elkaar gedeeld. In de week van 23 februari 2015 na het eerste rapport worden alle ouders uitgenodigd voor een oudergesprek. Het tweede rapport ontvangt u in de week van 6 juli 2015. Mogelijk zijn er facultatieve gesprekken voorafgaand aan dit rapport. De oudergesprekken zijn dit schooljaar gepland op: Gesprek 1: dinsdag 28 en donderdag 30 oktober Gesprek 2: dinsdag 24 en donderdag 26 februari De ouders van leerlingen uit groep 8 worden in januari uitgenodigd voor een individueel gesprek om het advies voor het Voortgezet Onderwijs te bespreken. Open avond Ieder jaar wordt de open avond georganiseerd. Alle ouders met hun kinderen, ook wanneer deze de schoolkeuze nog moeten maken, zijn dan van harte welkom om elke klas te bezoeken. Ook kunt u nader kennis maken met de leerkrachten, ouderraad en medezeggenschapsraad. Op donderdag 19 maart is de open avond van 18.00 – 20.00 uur. Voorafgaand aan deze open avond is er voor ouders die de school nog niet kennen een informatieavond op maandag 16 maart van 20.00 – 21.30 uur en op dinsdag 17 maart een inloopochtend (met kind). Lindeblaadje Elke twee weken, op donderdag, verschijnt het Lindeblaadje op de website van school. Dit is het informatieblad voor de ouders van de school. Er staat bijvoorbeeld in welke extra activiteiten plaatsvinden op en rond school. Ook informatie vanuit de ouderraad en medezeggenschapsraad kunt u hier in vinden. Ouders ontvangen het Lindeblaadje automatisch per mail. Schoolgids, schoolkalender, informatieboekje kleuters Alle praktische en algemene informatie vindt u in deze schoolgids en op de website van de school. Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders een schoolkalender en een leerlingenlijst van de groep waarin het kind zit. Op deze schoolkalender staan alle activiteiten, vakanties en verjaardagen van juffen/meesters reeds vermeld. Aan het begin van de kleuterperiode ontvangen de ouders een informatieboekje voor kleuters. Schoolplan Wilt u meer weten over identiteit, beleid, en kwaliteitsbewaking van onze school op onderwijskundig en organisatorisch gebied dan kunt u altijd ons schoolplan op school inzien. Website Informatie over onze school kunt u ook vinden op de website: www.skobos.nl/delinde 6.03 Informatievoorziening aan gescheiden ouders Wanneer ouders gescheiden leven of gaan scheiden kan het voor ons moeilijk zijn om te bepalen welke positie wij bij het verstrekken van informatie moeten innemen. De wet biedt ons hierin echter een duidelijke richtlijn. We zijn als school verplicht beide ouders te informeren. Dus ook de ouder die niet met het ouderlijke gezag belast is, heeft recht op informatie. Alleen in geval van zeer zwaarwegende argumenten kan van die richtlijn worden afgeweken. Aan beide ouders stellen wij beschikbaar: schoolgids, schoolkalender, Lindeblaadje en kopieën van rapporten, NSCCT, Drempeltest, Cito-Entreetoets en Cito-Eindtoets. Er zijn verschillende manier om informatie door te geven: 1. De informatie wordt via de verzorgende ouder doorgegeven 2. De informatie wordt via het kind in tweevoud meegegeven Ouders nemen zelf het initiatief en geven aan op welke manier de informatie overgedragen moet worden. Zonder tegenbericht gaan wij ervan uit dat voor optie 1 gekozen is. Bij informatieavonden en oudergesprekken zijn beide ouders welkom. Wij gaan er vanuit dat beide ouders bij het oudergesprek aanwezig zijn. Indien dit niet wenselijk is, kan een individuele afspraak met de leerkracht gemaakt worden. 6.04 De Medezeggenschapsraad Bij wet is geregeld dat inspraak van ouders en personeel plaats vindt in de medezeggenschapsraad (MR). Omdat onze school onderdeel uitmaakt van SKOBOS is er ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) voor beleid op SKOBOS-niveau. De wet schrijft precies voor op welke gebieden de directie en bestuur advies of instemming moet vragen aan de MR of GMR. Op maandag 6 oktober is er een algemene jaarvergadering van de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad. Op onze school bestaat de medezeggenschapsraad uit zes leden: drie leerkrachten en drie ouders. De medezeggenschapsraad denkt- en kijkt mee bij het beleid en de plannen van de school, en is een belangrijk kanaal waarlangs ouders en leerkrachten invloed hebben. De personeelsgeleding kent de volgende drie leden: Lieke van de Laar, Marjolijn Vossen en Esther van Erp. Lieke van de Laar is aftredend op 6 oktober. Door wie zij wordt opgevolgd is bij het verschijnen van deze gids nog niet bekend. De oudergeleding wordt gevormd door Minke Claessen, Myrna Boon en Tjitske Vervoort. De voorzitter van de MR is Tjitske Vervoort. Zij is bereikbaar via telefoonnummer: 06-36067610. Een leerkracht en een ouder, hebben zitting in de GMR van SKOBOS. Hans van Kollenburg, is namens de personeelsgeleding afgevaardigd naar de GMR en de afgevaardigde namens de ouders is Minke Claessen. 6.05 De Ouderraad Naast de medezeggenschapsraad is er ook een ouderraad. De ouderraad organiseert een groot aantal activiteiten. Voorbeelden van activiteiten zijn: de ontvangst van Sinterklaas, de Kerstviering, de sport- en speldag en schoolreizen. Daarvoor kent de ouderraad een groot aantal commissies voor de organisatie van die activiteiten. In die commissies zijn ook leerkrachten actief. De OR telt bij het verschijnen van deze schoolgids 10 leden: Dorine Roefs, Sylvie van Beers, Janneke Sanders, Jeroen van Laarhoven, Susanne Aarts, Eline van den Biggelaar, Linsy van de Ven, Cynthia Vingerhoeds, Chantal den Otter, Digna van der Sloot en Marjon de Bresser. 34 De voorzitter van de Ouderraad is Dorine Roefs en zij is bereikbaar op telefoonnummer 0499-571985. 6.06 Klassenouders Iedere groep heeft twee klassenouders. De klassenouders worden ieder jaar in augustus aangesteld. U heeft zich hiervoor kunnen opgeven via de brief, uitvraag hulpouders, die u van de OR en MR ontvangen heeft aan het einde van het schooljaar. De taken van de klassenouder zijn uiteenlopend. Voorbeelden zijn dat de klassenouder andere ouders regelt voor begeleiding en vervoer voor een buitenschoolse activiteit, dat hij of zij meehelpt in de klas bij de verjaardag van de leerkracht of de leerkracht helpt bij bijzondere activiteiten in de klas. De klassenouders samen vormen ook een klankbordgroep voor de OR. Er wordt nog een speciale avond voor de klassenouders georganiseerd, waarin allerhande zaken uitgelegd worden. 6.07 Verkeersbrigadiers en verkeersveiligheid Voor de veiligheid van onze kinderen is het noodzakelijk dat brigadiers helpen bij de oversteekplaats op de Spoordonkseweg. Hier wordt een kwartier voor het begin van de schooltijd en tot een kwartier na het einde van de schooltijd gebrigadierd. We oefenen met de kinderen minimaal één keer per jaar hoe ze hiervan gebruik moeten maken. De afspraken die we hebben gemaakt bij brigadieren zijn: 1. De brigadiers stellen zich op aan weerszijden van de rijbaan. Een van hen heeft een fluitje. 2. Een groepje kinderen wordt verzameld. 3. Er wordt pas overgestoken als er geen verkeer nadert. 4. a. Eerste fluitsignaal: De brigadiers stappen op de eigen rijbaanhelft. b. Na dubbel fluitsignaal: De kinderen steken over. c. Na derde fluitsignaal: De brigadiers gaan terug naar het trottoir. Om de omgeving van de school en het verkeersgedrag van onze kinderen zo veilig mogelijk te houden, is het vanzelfsprekend dat wij als ouders en 35 leerkrachten bij het halen en brengen van de kinderen de geldende verkeersregels goed naleven. De school heeft op basis van de verkeersveiligheidsmaatregelen in 2003 het Brabants Verkeersveiligheids Label (BVL) gekregen. Het BVL is een kwaliteitskeurmerk. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen: • de schoolorganisatie • verkeerslessen in alle groepen • verkeerseducatieprojecten • samenwerking met de ANWB en de verkeersveiligheidsdag voor groep 8 in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland • de theoretische en praktische verkeersproef in groep 7 • een verkeersveilige schoolomgeving en verkeersveilige school-thuisroutes • de betrokkenheid van ouders bij verkeerseducatie (bijvoorbeeld verkeersouders, brigadiers) De coördinatie van het brigadieren en de contacten met de gemeente/politie ter verbetering van de verkeersveiligheid rondom onze school wordt gedaan door José van der Heijden (570185). 6.08 Ouderbijdrage In principe bekostigt de overheid het basisonderwijs. Om naast het normale programma al extra activiteiten te kunnen organiseren, vraagt de ouderraad u jaarlijks een vrijwillige bijdrage. De vrijwillige bijdrage in het schooljaar 2013-2014 is vastgesteld op € 30,00 per kind in de groepen 1 t/m 7. Dit bedrag is opgebouwd uit € 20,00 voor het schoolreisje en € 10,00 voor overige activiteiten. Voor leerlingen van groep 8 is de ouderbijdrage € 15,00 euro per kind, aangezien zij niet op schoolreis gaan. Zij betalen alleen voor de overige activiteiten. Voor het schoolkamp geldt een aparte bijdrage die door de school wordt geïnd. Via een automatische incasso wordt de ouderbijdrage op twee momenten in het schooljaar geïnd. In de openbare jaarvergadering van de oudervereniging (OR en MR) op 6 oktober wordt bekeken of de ouderbijdrage gewijzigd moet worden. 6.09 Protocol buitenschoolse activiteiten Onderwijs beperkt zich niet puur tot het verzorgen van lessen binnen een gebouw en/of op een speelterrein. Soms worden lessen buiten het schoolterrein verzorgd. Verder kent het onderwijs al vele decennia activiteiten buiten school, die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind (bijvoorbeeld excursies naar musea, IVN-wandelingen, schoolreisjes). Aangezien buitenschoolse activiteiten ook zekere risico’s met zich meebrengen, zijn voorwaarden opgesteld, waaraan dit soort activiteiten moet voldoen. Deze voorwaarden zijn te vinden in het ‘Protocol voor buitenschoolse activiteiten’, dat elke ouder ontvangt bij inschrijving van hun kind. Ouders die hun kind aan school toevertrouwen, kunnen erop vertrouwen dat buitenschoolse activiteiten op een goede en verantwoorde manier plaatsvinden. Het bestuur heeft een aanvullende verzekering afgesloten voor schade die de eigen (ziektekosten) verzekering van ouders niet dekt. 6.10 Collectieve ongevallenverzekering Het schoolbestuur heeft voor alle kinderen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering is van kracht: • Tijdens het verblijf in de schoolgebouwen en op de daarbij behorende terreinen tijdens de officiële schooluren, alsmede tijdens het gaan van huis naar school en omgekeerd, gedurende ten hoogste een uur voor en een uur na schooltijd. • Tijdens het overblijven, het verblijf op sportvelden, in gymlokalen, alsmede tijdens school reizen, excursies, schoolkampen en uitstapjes in schoolverband. De verzekering is afgesloten bij BKO verzekeringen in Noordwijk. Op school kunt u informeren naar de polisvoorwaarden. Wanneer u een aanvullende verzekering wenst, heeft de school hiervoor formulieren. U kunt het natuurlijk ook zelf regelen. 6.11 Vergoedingen van schade Als kinderen schade toebrengen aan eigendommen van school, dan worden de ouders aansprakelijk gesteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor verlies of beschadiging van school- of bibliotheekboeken, voor het stukmaken van meubilair, maar ook voor het kwijtraken of stukmaken van de schoolvulpen. Wij adviseren u om uw kind geen kostbare spullen mee naar school te geven. Er bestaat altijd het risico dat het kwijtraakt of stukgaat. School is dan niet verantwoordelijk. 6.12 Klachtenregeling U kunt met vragen, kritische opmerkingen en klachten bij de groepsleerkracht terecht als het gaat over uw kind of de klassensituatie. Als het gaat over meer algemene zaken kunt u de directeur aanspreken. Wanneer het contact met de leerkracht onverhoopt niet naar tevredenheid verloopt, kunt u gebruikmaken van de schoolinterne klachtenregeling. De directeur is dan contactpersoon en altijd de bemiddelaar. Dit betekent dat u een gesprek aangaat met de directeur: • Deze hoort de klacht en gaat daarmee naar de leerkracht. • De directeur vraagt de leerkracht opnieuw met u in gesprek te gaan en samen tot een oplossing te komen. • Wanneer dit onverhoopt niet lukt, volgt een gesprek tussen ouder en leerkracht waarbij de directeur de gespreksleider is. • Indien ook dat niet lukt, kunt u een klacht indienen bij de voorzitter van SKOBOS (zie 5.06.) Als u een probleem hebt op schoolniveau kunt u de klacht bespreken met de directeur. Lukt dat niet, dan kan de voorzitter van de medezeggenschapsraad of ouderraad worden gevraagd te bemiddelen. Wanneer dit niet tot het gewenste resultaat leidt, kunt u uw klacht indienen bij de voorzitter van SKOBOS (zie 5.06). 36 Ook kunt u - als u dit wenst - contact opnemen met een van de onafhankelijke vertrouwenspersonen. Deze zijn: Dhr. W. van Nunen (Diaken) Tel: 0499-570260 Mevr. Vugts – Kuiper (huisarts) Tel: 0499 – 323106 U kunt gebruik maken van de formele Klachtenregeling voor het Katholiek Onderwijs als al uw pogingen om met de school en SKOBOS een probleem op te lossen mislukken: Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel.: 070-3925508 (van 09.00 -12.00 uur) Fax: 070-3020836 6.13 Wet bescherming persoonsgegevens Het registreren en verspreiden van persoonlijke informatie tijdens schoolactiviteiten is in deze tijd niet meer weg te denken. Via o.a. groepsfoto’s, schoolprojecten, website, informatieblaadjes, sportdagen en uitstapjes wordt persoonlijke informatie van uw kind middels foto of video mogelijk vastgelegd en verspreid. Ook middels klassenlijsten, die vermeld staan in de schoolkalender, wordt informatie zoals adres, telefoonnummer en geboortedatum zichtbaar gemaakt. In juli 2001 is de Wet Bescherming Persoonsgegevens vastgesteld. In het begin van de basisschoolperiode wordt aan de ouders of wettige vertegenwoordigers eenmalig toestemming gevraagd voor het mogen gebruikmaken van deze informatie. Wanneer u de toestemming voor gebruik van persoonlijke informatie wilt intrekken, kan dit met ingang van elk nieuw schooljaar door dit schriftelijk te melden aan de directie uiterlijk de eerste week van het nieuwe schooljaar. 37 7. Jeugdgezondheidszorg 7.01 Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle kinderen Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en een preventiemedewerker. We leggen kort uit wat dit team voor de ouders, verzorgers en leerlingen kan betekenen. Antwoord op vragen Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Is dit gedrag normaal? Voor dit soort vragen kunnen u en uw zoon of dochter terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij geven advies en bekijken samen met u of verder onderzoek nodig is. Contactmomenten Tijdens de basisschoolperiode komen alle leerlingen van groep 2 en 7 op een vast moment in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan schoolverzuim en gedrag. U kunt bij elk contactmoment aanwezig zijn. Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccinatie tegen HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt hiervoor uitnodigingen. Gezonde school De GGD helpt bij het realiseren van een veilige, gezonde en hygiënische school. Bijvoorbeeld door het voorkomen en bestrijden van hoofdluis en het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Ook doet de GGD metingen over een gezond leefklimaat en adviseert de school hierin. Over de GGD Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. De GGD zet zich in om eventuele gezondheidsproblemen en -risico’s op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder meer via gezondheidsonderzoeken houdt de GGD (in samenwerking met de school) zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind. De GGD gaat zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. De GGD is partner in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Heeft u vragen? • Stuur een e-mail naar: [email protected] Vermeld altijd de voor- en achternaam en geboortedatum van uw kind • Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag: 9.00 - 11.00 uur en 14.00 - 15.00 uur • Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders • GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 6505 KR Eindhoven • Bezoekadres: Clausplein 10, 5611 XP Eindhoven www.ggdbzo.nl 7.02 Ziekmeldingen Als een kind niet op school kan komen door ziekte, bezoek aan de dokter en dergelijke, moeten de ouders dat schriftelijk, telefonisch of per e-mail vóór schooltijd doorgeven. Alle meldingen worden doorgegeven aan de leerkracht, zodat deze snel kan controleren wat er met een leerling aan de hand is. Indien u uw kind per e-mail afmeldt, kunt u dat het beste doen via het e-mailadres van de betreffende leerkracht. Deze vindt u op de website van school. Als u bij ‘team’ op de foto klikt van de leerkracht ziet u onderaan ‘Stuur een e-mail naar ……’. 7.03 Protocol hoofdluis Hoofdluis is een hardnekkig probleem dat elk jaar wel een aantal keren de kop opsteekt. In overleg met de GGD zijn daarom afspraken gemaakt: • na elke vakantie vinden er op maandag controles plaats door de ‘luizenmoeders’. 8. Wat zijn de schooltijden, schoolvakanties en leerplichtregels? • • als er hoofdluis of neten worden gevonden, neemt school contact op met de ouders. Indien er levende luisjes gesignaleerd worden, wordt u verzocht uw kind meteen op te halen van school en te beginnen met de behandeling. De kinderen kunnen na behandeling weer naar school. na een week volgt een controle door de ‘luizenmoeders’ in de klas waar hoofdluis is geconstateerd. Wij vragen u om uw kind ook regelmatig zelf te controleren op hoofdluis. Wekelijks kammen met een stofkam is een goed hulpmiddel. Constateert u hoofdluis, behandel dit dan meteen en geef het door aan school. Vergeet niet mutsen, petten, jassen, knuffels, kussens e.d. te wassen. Op school is de GGD folder over hoofdluis beschikbaar. 8.01 Schooltijden Het schoolplein is geopend van 15 minuten vóór tot 15 minuten na schooltijd. Er zijn twee surveillanten aanwezig vóór het begin van de schooltijd en tijdens de pauzes. De leerkrachten surveilleren bij toerbeurt. De eerste bel gaat 5 minuten voor aanvang van de school. Hierdoor heeft men 5 minuten de tijd om naar het klaslokaal te gaan en kan de schooldag op tijd beginnen. De kleuters verzamelen zich per groep bij de afbeelding van hun groep (‘aap’ – ‘beer’ – ‘cavia’). De leerkrachten komen hen daar ophalen. De hogere groepen verzamelen zich per groep op een vaste plaats op het ‘Harrie van Moorselplein’. De leerkrachten halen de kinderen daar op en gaan per groep naar binnen. De schooltijden zijn: Groep 1: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Groep 2 t/m 8:Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 8.30 -14.30 uur 8.30 -14.30 uur 8.30 -12.30 uur 8.30 -14.30 uur vrij 8.30 -14.30 uur 8.30 -14.30 uur 8.30 -12.30 uur 8.30 -14.30 uur 8.30 -14.30 uur De pauzes zijn als volgt: Groep 1 t/m 4 10.00-10.15 uur 11.40-12.25 uur (eerste kwartier lunch) Groep 5 t/m 8 10.20-10.35 uur 12.15-13.00 uur (eerste kwartier lunch) 38 39 Aantal lesuren dit schooljaar: Groep 1: 778,25 lesuren Groep 2 t/m 8: 973,75lesuren Wettelijke voorschriften aantal uren onderwijstijd in 8 aaneengesloten schooljaren: Studiemiddag 5 juni (alle kinderen vanaf 12.30 uur vrij) Laatste schoolmiddag17 juli vanaf 12.00 uur vrij Zomervakantie 20 juli t/m 28 augustus Totaal 1 t/m 8 moet zijn 7.520 is 7.594,5 verschil 74,5 verschil per jaar 9,31 8.04 De Leerplichtwet in het kort Totaal 1 t/m 4 3.520 3699,5 179,5 22,44 Totaal 5 t/m 8 3.760 3895 135 16,88 8.02 Gymrooster Gymtijden groep 3 t/m 8 schooljaar 2013-2014: Tijd Ma Di Do 08.30 – 09.15 09.15 – 10.00 3a 7a 09.35 – 10.20 6a 10.15 – 11.00 5a 4/5b 10.35 – 11.20 6b 11.00 – 11.40 5a 4/5b 12.30 – 13.15 4a 4b 13.00 – 13.45 8a 13.45 – 14.30 7b 8b 5a Vrij 8a 8b 6b 6a 8.03 Vakanties en vrije dagen De vakanties en vrije dagen in het schooljaar 20132014 zijn als volgt vastgesteld: Studiedag SKOBOS 3 oktober (alle kinderen vrij) Herfstvakantie 20 oktober t/m 24 oktober Studiemiddag 4 november (alle kinderen vanaf 12.30 uur vrij) Kerstvakantie 22 december t/m 2 januari Studiemiddag 12 januari (alle kinderen vanaf 12.30 uur vrij) Carnaval 16 t/m 20 februari Studiedag 4 maart (alle kinderen vrij) Goede Vrijdagmiddag3 april vanaf 12.00 uur vrij Tweede Paasdag 6 april vrij Meivakantie 27 april t/m 8 mei Hemelvaart 14 en 15 mei Pinksteren 25 mei De leerplicht gaat in als een kind vijf jaar wordt. De eerste schooldag van de maand na de vijfde verjaardag is ieder kind in Nederland verplicht om naar school te gaan. Vier- en vijfjarigen Als een kind vier jaar wordt, mag het weliswaar naar de basisschool, maar dat is dan nog niet verplicht. Als uw kind vijf jaar wordt, is het geen zaak meer van mogen, maar van moeten. De rust in het onderwijs wordt het best gegarandeerd wanneer de groepen zoveel mogelijk een vaste samenstelling hebben. Bovendien is de ontwikkeling van uw kind het best gegarandeerd bij een volledig schoolbezoek. Als u ervoor kiest om uw vierjarig kind naar school te laten gaan, gaan wij ervan uit dat het kind alle schooltijden meedraait. Slechts in overleg met de directie/leerkracht is het mogelijk om een tijdelijke, aangepaste regeling te treffen voor uw kind. Buitengewoon verlof (art. 11 E en 11 G) In artikel 11g van de wet is aangegeven dat kinderen vrijstelling kunnen krijgen bij gewichtige omstandigheden. De wet omschrijft niet precies wat deze gewichtige omstandigheden zijn; u moet in dit geval denken aan jubilea, huwelijken, begrafenissen, ernstige ziekte van ouders enz. Het kan ook gaan om gebeurtenissen in verband met geloofs- of levensovertuiging. In deze gevallen kunt u verlof aanvragen bij de directie. Het verlof betreft meestal één dag. Ook voor deze aanvragen geldt dat zij schriftelijk moeten gebeuren. De directeur is bevoegd dit verlof tot maximaal 10 schooldagen toe te kennen. Wordt het aantal van 10 schooldagen overschreden dan wordt deze toekenning een bevoegdheid van de leerplichtambtenaar. Bij een beroep op ‘verlof vanwege gewichtige omstandigheden’ gaat het altijd om een situatie die buiten de wil van de ouders en/of leerling liggen. Ook hier ligt de bewijslast weer bij de aanvrager. Extra vakantieverlof (11 F) Alleen in gevallen waarin de specifieke aard van werkzaamheden van de ouders het onmogelijk maakt om binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan eenmalig extra vakantieverlof worden verleend. Voorwaarden voor het toekennen van het vakantieverlof zijn de volgende: • de aard van het beroep van een van de ouders (horeca en aanverwante bedrijven) EN • het feit dat er onoverkomelijke bedrijfseconomische belangen moeten zijn. Hiervan ligt de bewijslast bij de aanvrager; • eenmaal per schooljaar met een maximum van 10 schooldagen; • en niet gedurende de eerste twee lesweken van het schooljaar. De aanvrager zal dan ook in zijn aanvraag moeten aantonen dat, wanneer hij tijdens de reguliere schoolvakanties op vakantie gaat, hij een belangrijk deel van zijn inkomsten uit zijn bedrijf misloopt. Aanvraagformulieren voor extra verlof zijn op school verkrijgbaar. De aanvraag moet ruim van tevoren (minimaal twee maanden) schriftelijk worden ingediend. Voor verlof tot en met tien schooldagen in een schooljaar moet toestemming worden gevraagd aan de schoolleiding. Bij langere periodes van verlof beslist de ambtenaar Leerplichtzaken van de gemeente. Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt voor al het luxeverzuim (als zonder toestemming, buiten de schoolvakanties, toch op vakantie wordt gegaan) proces verbaal opgemaakt! Spijbelen Wanneer een leerling zonder opgaaf van redenen verzuimt, krijgen de ouders daarvan bericht met het verzoek alsnog de reden van verzuim te geven. Ongeoorloofd verzuim, ook minder dan drie dagen, wordt gemeld bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente. Afwezigheid vanwege medische of andere indicaties Het aantal bezoeken aan medische en pedagogische instanties is explosief gestegen. Het betekent een inbreuk in de organisatie van de klas en de continuïteit van het leerproces. Wij verzoeken de ouders om bezoeken aan huisarts, logopedist, tandarts, fysiotherapeut en dergelijke ná schooltijd te plannen. 40 Toezicht en sancties Het toezicht op de naleving van de wet is opgedragen aan Burgemeester en Wethouders, die daartoe een ambtenaar leerplichtzaken belast. Als de ouders/verzorgers hun verplichtingen niet nakomen, kunnen ze worden bestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste een maand. Indien de directeur van de school de instroom en uitstroom van leerlingen niet meldt, ongeoorloofd verzuim niet doorgeeft en/of onterecht verlof verleent, kan hij/ zij bestraft worden met een hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van de tweede categorie.De directie is verplicht om ongeoorloofd schoolverzuim door te geven aan de ambtenaar leerplichtzaken. Verzoeken om verlof moet u tijdig vooraf bij de directie indienen. De school houdt een verzuimregistratie bij. Schorsen en verwijderen van leerlingen (art. 11 B en 11 C) Schorsen Schorsen is een ultieme straf die alleen toegepast wordt, als een ‘afkoelingsperiode’ na een opeenvolging van kwalijke incidenten en wangedrag wenselijk is. Voordat een schorsing een feit is, wordt een gesprek gevoerd met de ouders. Het bestuur van onze school en de leerplichtambtenaar worden op de hoogte gesteld van de schorsing en de duur van de schorsing. Verwijderen Een leerling wordt van school verwijderd: • als er voor de betreffende leerling op onze school geen mogelijkheden meer zijn om na herhaaldelijk wangedrag, dat al minimaal één schorsing heeft opgeleverd, normaal te kunnen functioneren. Tevens wordt hierin de mate waarin andere kinderen disfunctioneren door het gedrag van de betreffende leerling betrokken • als de ouders niet bereid zijn mee te werken aan een noodzakelijke overplaatsing om het kind na wangedrag op een andere (basis)school een nieuwe kans te geven. Een kind wordt pas van school verwijderd, nadat er overleg geweest is met de ouders en het schoolbestuur. Weigeren de ouders overleg, dan zal het bestuur een bindend besluit nemen in het belang van het kind en de school. 41 9. Welke voorzieningen hebben we op onze school? 10. Wat we u verder nog willen vertellen 9.01 Wat heeft ons schoolgebouw te bieden? 10.01 Zindelijkheid Speellokaal kleuters Wij beschikken over een speellokaal voor de kleuters. Dit speellokaal ligt in de gang van de groepen 1/2. De kleuters hebben twee keer per week gymles in dit lokaal. Zij doen hun gymkleding aan in hun klaslokaal en lopen daarna in hun gymkleding naar het speellokaal. Het speellokaal wordt ook ingezet bij slecht weer. Als de kinderen vanwege het weer niet kunnen buitenspelen, maken ze gebruik van het speellokaal. 10.02 Naar binnen gaan van de kinderen Documentatiecentrum We hebben binnen onze school een modern documentatiecentrum. Informatieve boeken zijn aanwezig in de kasten op de gangen en in de klassen. Hier kunnen de leerlingen allerlei informatie verzamelen voor bijvoorbeeld werkstukken. Wij verwachten van kinderen die in groep 1 starten, dat zij zindelijk zijn. Een ongelukje kan natuurlijk altijd gebeuren en dat is ook geen probleem. Wanneer er lichamelijke redenen zijn waarom een kind nog niet zindelijk is, is het belangrijk om dit kort te sluiten met de leerkracht. Gymzaal Op ons terrein bevindt zich een gymzaal. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week gymles en lopen over het speelplein naar de gymzaal. De leerkrachten van de kleutergroepen komen 5 minuten voor aanvang van school naar buiten om de kinderen op te halen. Elke kleutergroep heeft een eigen vak op de speelplaats (bij de zijingang). Het is de bedoeling dat alleen de kinderen in het vak gaan staan. De leerkrachten lopen met de kinderen naar binnen. Het is niet de bedoeling dat ouders mee naar binnen gaan. Natuurlijk hebben wij er begrip voor dat kinderen die komen oefenen of net bij ons op school zitten het nog moeilijk vinden alleen naar binnen te gaan. Het is dan geen probleem als u nog even meegaat. Toch vragen wij u dringend dit naar binnenbrengen zo snel mogelijk af te bouwen. Aula met podium Onze aula bevindt zich in de gang van de middenbouw (groep 3 t/m 5). De aula wordt regelmatig gebruikt voor extra activiteiten, zoals het Open Podium, voor gastlessen en voor handvaardigheid. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 verzamelen zich per groep op een afgesproken plaats op het speelplein. De leerkrachten komen de kinderen buiten ophalen. Er is dan nog de gelegenheid om een mededeling te doen bij de leerkracht van uw kind. De aula heeft een flexibele wandafscheiding, waardoor de aula op een simpele manier te vergroten is. Op dat moment ontstaat er een tribune waar kinderen kunnen plaatsnemen. Het podium met gordijnen zorgt ervoor dat de aula voor de kinderen een echt theater wordt. 9.02 Buitenschoolse opvang • Als basisschool zijn wij wettelijk verplicht om buitenschoolse opvang aan te bieden. Op ons terrein is kinderopvang ‘Happienest’ voor kinderen van 0 tot 4 jaar en buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar gevestigd. Voor meer informatie kunt u terecht op de website www.happienest.nl of bellen naar telefoonnummer 0499-323935. 10.03 Kledingvoorschriften Op onze school is het niet toegestaan kleding te dragen, die de veiligheid van het kind en anderen in gevaar brengt of die de onderlinge communicatie belemmert. Hieronder vallen ook bepaalde sieraden die gevaarlijk kunnen zijn bij bijvoorbeeld de gymlessen. Kleding dient te voldoen aan de algemeen geldende normen van fatsoen. Het is niet toegestaan dat kinderen petten of hoofd- en gezichtsbedekkende kleding dragen in de klas. Er kunnen (bijvoorbeeld medische) redenen zijn om van deze algemene regel af te wijken. 10.04 Tussendoortjes (in de pauze) Als school bieden wij een omgeving aan waarin we kinderen gezonde eetgewoonten aanleren. Voor het tussendoortje in de kleine pauze is het de bedoeling dat kinderen fruit/groente meenemen. Snoep is niet toegestaan. Op school besteden we in de lessen ook aandacht aan het belang van goede voeding. Uit onderzoek is gebleken dat veel kinderen te weinig drinken op een dag. Het drinkbeleid van school is, dat kinderen altijd water mogen drinken. Alle kinderen krijgen aan het begin van hun schoolcarrière een gekleurde beker met hun naam erop. Deze beker nemen zij steeds mee naar de volgende groep. Dit beleid zien wij als een waardevolle investering in de gezondheid van de kinderen nu én voor later. 10.05 Gezonde broodtrommel In verband met het continurooster blijven alle kinderen op school over. Wij vinden het belangrijk om bij kinderen gezond eetgedrag te bevorderen. Vandaar dat wij u vragen om uw kind een gezonde lunch mee te geven. In de lunchtrommel kunt u naast de boterhammen denken aan een stukje fruit of groenten. Snoepgoed en frisdrank met prik is niet toegestaan. Als tip kunnen we meegeven dat u bij warm weer een koelelement bij het trommeltje van uw kind kunt stoppen. Als u een flesje drinken ’s avonds in de diepvries legt, is dat ook een goed koelelement. De bekers en pakjes drinken worden op school in een koelkast bewaard. Verder is het belangrijk dat het lunchtrommeltje/het fruitbakje en de drinkbeker van uw kind voorzien zijn van hun naam. 10.06 Verjaardagen, trakteren en uitnodigingen Een verjaardag is feest, dus dan hebben we er geen moeite mee als er iets van zoetigheid getrakteerd wordt. Er zijn natuurlijk ook allerlei leuke, lekkere, maar ook gezonde dingen te bedenken. Bij de kleuters en groep 3 mogen de ouders aanwezig zijn bij de viering van de verjaardag in de klas. Wij vragen u dringend de uitnodigingen voor kinderfeestjes niet op school uit te delen. 42 Als één van de ouders jarig is, mogen de kinderen uit de kleutergroepen een versje maken. De leerkrachten verzamelen deze data tijdens de informatieavonden aan het begin van het schooljaar. 10.07 Mobieltjes Om te voorkomen dat mobiele telefoons kwijtraken of kapot gaan, mogen kinderen géén mobieltjes mee naar school nemen. In uitzonderlijke gevallen (na overleg met de leerkracht) mogen kinderen een telefoon bij zich hebben. Deze telefoon wordt dan echter ingeleverd bij de leerkracht en mag na schooltijd weer mee naar huis genomen worden. Leerkrachten zijn niet verantwoordelijk voor verlies of diefstal van het mobieltje. Voor dringende zaken mogen kinderen altijd de telefoon van school gebruiken. 10.08 Jeugdbladen De kinderen kunnen een abonnement nemen op enkele jeugdtijdschriften. • Voor groep 1/2 is dit Bobo en/of RomPomPom • Voor groep 3/4 is dit Okki • Voor groep 5/6 is dit Taptoe • Voor groep 7/8 is dit National Geographic Junior In het begin van het schooljaar krijgt u hiervoor een formulier. U bent uiteraard vrij om een abonnement te nemen. 10.09 Gymkleding Wij hebben op school geen speciale gymkleding. De kleuters nemen een gymbroekje, shirtje en gymschoenen in een tas mee naar school. Deze blijft van vakantie tot vakantie op school. Vóór elke vakantie wordt de tas mee naar huis gegeven, zodat de kleding gewassen kan worden en kan worden gecontroleerd of alles nog past. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 nemen hun gymkleding op de dag dat zij gym hebben mee naar school en weer mee terug naar huis. De gymkleding bestaat uit een gymbroek, shirt en gymschoenen zonder zwarte schoenzolen. 43 10.10 Stabilo-pen In groep 4 krijgen de kinderen een stabilo-pen. De eerste is gratis. Een nieuwe stabilo-pen kost € 6,00. Er wordt zoveel mogelijk met deze pen geschreven. 10.11 Gevonden voorwerpen Regelmatig vergeten de kinderen bepaalde kledingstukken (gymkleding, dassen, wanten, etc.), fruitof lunchbakjes of andere spullen mee naar huis te nemen. Deze belanden in de bak van gevonden voorwerpen, die in de conciërgeruimte staat. We spreiden deze spullen ook altijd zichtbaar uit met ouderavonden. Door alle kledingstukken, vooral gymspullen en gymtassen, te merken met een naam voorkomt u dat u iets kwijt raakt. Spullen die te lang op school blijven liggen, worden na verloop van tijd aan het goede doel gegeven. 10.12 Fietsen op school Kinderen die in de nabije omgeving van school wonen, verzoeken wij dringend om niet met de fiets naar school te komen. Het zou fijn zijn als zij te voet komen. De fietsenstalling is namelijk niet groot genoeg om de fietsen van alle kinderen te stallen. Zorg ervoor dat de fiets op slot kan worden gezet en dat aan het sleuteltje een naam- en adreskaartje zit van uw kind. De school is niet aansprakelijk voor diefstal van en beschadigingen aan fietsen. Kinderen die met de fiets naar school komen moeten bij de poort afstappen en opstappen. In verband met de veiligheid van andere kinderen mag er niet gefietst worden op het plein. 10.13 Nablijven Het kan nodig zijn, dat we aan kinderen (vanaf groep 3) vragen even na te blijven. De leerkracht wil dan tussen 14.30 uur en 14.45 uur extra oefenen met uw kind, als er tijdens de normale lestijden geen ruimte is dit te realiseren. Wanneer dit structureel wordt, overleggen we met u. Deze tijd kan ook gebruikt worden om gewoon wat werk af te maken. We proberen zo min mogelijk buiten de normale schooltijden met uw kind te werken. Het kan ook voorkomen dat een kind een kwartier na moet blijven, omdat het zich gedurende de dag niet aan de regels heeft gehouden. De leerkracht gebruikt die tijd dan om zijn of haar gedrag te bespreken. Verder is elk kind een paar keer per jaar aan de beurt als ‘hulpje’. Dit betekent dat het kind na schooltijd de leerkracht helpt met het opruimen van de klas. Hierdoor is uw kind ook later uit school. 10.14 Schoolplein Het schoolplein is een plek voor kinderen om te spelen. Aangezien vóór schooltijd (08.15 – 08.30 uur) alle kinderen op het plein zijn, vragen we de ouders in verband met de veiligheid te wachten op de verzamelplekken achter de blauwe lijnen. De kinderen die met de fiets komen, lopen met de fiets aan de hand naar de fietsenstalling. Op deze manier hebben kinderen voldoende ruimte om te spelen en is er voor de pleinwachten voldoende overzicht. 44 O n t we r p en f otogr af ie E s te r A dr iaanse en V i v i lameijer ( w w w. f otof ar m.nl) i n c l . f oto’s Ar chief school
© Copyright 2024 ExpyDoc