Spoordonkseweg 1 5688 KB Oirschot Tel.: 0499-550355

Schoolgids
2014 2015
Spoordonkseweg 1
5688 KB Oirschot
Tel.: 0499-550355
www.bsdelinde.nl
Schoolgids
2014 2015
1
Een woord vooraf
Beste ouders,
Het doet ons veel plezier de schoolgids 20142015 van Basisschool De Linde te kunnen aanbieden.
Deze schoolgids is een onderdeel van de communicatie met u. Communicatie is de basis van
een goede samenwerking. Wij hopen dat u snel
vertrouwd raakt met de school van uw kind, want
de school van uw kind is ook uw school.
De schoolgids is bedoeld voor de ouders/verzorgers van kinderen die op onze school zitten.
En voor ouders/verzorgers om te komen tot een
juiste schoolkeuze van hun kind.
In deze gids willen we een beeld schetsen van
basisschool De Linde. We willen u een indruk geven wat voor school De Linde is, wat wij de kinderen kunnen bieden, onze uitgangspunten en onze
werkwijzen. Daarnaast vindt u allerlei praktische
informatie die voor u als ouder van belang is.
Naast deze gids ontvangt u als ouder ook de
schoolkalender waarin alle activiteiten beschreven staan. Op onze website vindt u de meeste
actuele activiteiten. Tussentijds kunnen er immers
wel eens zaken wijzigen. We willen u dan ook
vragen om de website goed in de gaten te houden. Daarnaast ontvangt u eens in de twee weken “het Lindeblaadje”, de nieuwsbrief van onze
school.
Wij willen u veel plezier toewensen met het lezen van onze schoolgids. Tot slot wens ik u en uw
kind(eren) een heel fijn schooljaar toe!
Namens het team,
Linda Simons, directeur
Uitnodiging om te reageren:
Als u tijdens of na het lezen van deze schoolgids
vragen, opmerkingen of suggesties heeft, nodigen wij u van harte uit om daarover met ons te
praten. Wij stellen het op prijs uw reactie te vernemen. School en ouders zorgen immers samen
voor de ontwikkeling van de kinderen.
De School
Naam, adres, telefoon, e-mail, website
Naam:
De Linde
Adres:
Spoordonkseweg1
5688 KB Oirschot
Telefoon:
0499-550355
E-mail:
[email protected]
Website:
www.skobos.nl/delinde
Richting en bestuur
De Linde is een R.K. basisschool.
De Linde is een van de vijf basisscholen in de gemeente Oirschot, die onder het bestuur vallen van
Stichting Katholiek Onderwijs de Beerzen Oirschot
en Spoordonk (SKOBOS).
Directeur
Linda Simons – Elesen
T: 06 – 51372934
E-mail: [email protected]
Schoolgrootte
De school telt bij aanvang van het schooljaar
2013-2014 ongeveer 334 kinderen. Dit aantal
groeit dit schooljaar tot ongeveer 359 kinderen.
2
3
Inhoudsopgave
Een woord vooraf
De School
Inhoudsopgave
1
2
3
1. 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 Waarom kiest u voor De Linde?
Uitgangspunten van onze school
Schoolconcept
Leerinhouden
Werkvormen
Onderwijsstijl
Groeperingsvormen
Middelen
Levensbeschouwelijke identiteit
Kwaliteitszorg
Plannen voor het schooljaar 2013-2014
Nieuwe methodes
Meerbegaafdheid
Dyslexieprotocol 1/8
Zorgstructuur en groepsplannen
Onderwijskundig rapport
Schoolzelfevaluatie
Toelating, aanmelding en plaatsing van leerlingen
7
7
7
7
7
8
8
8
8
8
9
9
9
9
9
9
9
9
2. 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09 2.10 2.11 2.12 Wat leert uw kind op onze school?
Activiteiten in groep 1 en 2
Basisvaardigheden in groep 3
Basisvaardigheden in groep 4 t/m 8
Sociaal emotionele ontwikkeling
Levensbeschouwelijk onderwijs
Burgerschapsvorming
Expressieactiviteiten
Cultuureducatie
Bewegingsonderwijs
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Huiswerk
Bijzondere activiteiten voor kinderen
11
11
12
13
14
16
16
17
17
17
17
18
18
3. 3.01 3.02 3.03 3.04 Hoe volgen wij de ontwikkeling van uw kind?
Het planmatig volgen van de kinderen
Resultaten van ons onderwijs
Begeleiding naar het voortgezet onderwijs
Waar gingen onze kinderen na groep 8 naartoe?
19
19
21
21
21
4.
4.01 4.02 4.03 4.04 4.05 4.06 4.09 4.10 Wat als uw kind extra aandacht nodig heeft?
Werken met groepsplannen
Het overdragen van leerlingen met speciale zorg
Doubleren
Speciale zorg voor meerbegaafde kinderen
Speciale zorg voor kinderen met leesproblemen en dyslexie
Onderwijs aan zieke kinderen
Verwijzing naar speciaal onderwijs
Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en centrum voor jeugd en gezin
23
24
25
25
25
26
26
27
27
5. 5. 5.01 5.02 5.03 5.04 5.05 5.06 5.07 5.08 Het Team
Wie dragen zorg voor uw kind?
De samenstelling van ons team
De groepsindeling
School- en groepsgrootte
Vervanging van leerkrachten
Begeleiding en inzet van stagiaires
Raad van Toezicht
Directie
Contact
28
30
30
31
31
31
31
31
32
32
6. 6.01 6.02 6.03 6.04 6.05 6.06 6.07 6.08 6.09 6.10 6.11 6.12 6.13 Hoe verloopt de samenwerking tussen ouders en school? Ouderbetrokkenheid
Informatievoorziening aan ouders
Informatievoorziening aan gescheiden ouders
De Medezeggenschapsraad
De Ouderraad
Klassenouders
Verkeersbrigadiers en verkeersveiligheid
Ouderbijdrage
Protocol buitenschoolse activiteiten
Collectieve ongevallenverzekering
Vergoedingen van schade
Klachtenregeling
Wet bescherming persoonsgegevens
32
32
32
33
34
34
34
34
35
35
35
36
36
36
4
5
7. 7.01 7.02 7.03 Hoe regelen wij de jeugdgezondheidszorg?
Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle kinderen
Ziekmeldingen
Protocol hoofdluis
37
37
37
37
8. 8.01 8.02
8.03 8.04 Wat zijn de schooltijden, schoolvakanties en leerplichtregels?
Schooltijden
Gymrooster
Vakanties en vrije dagen
De Leerplichtwet in het kort
Vier- en vijfjarigen
Buitengewoon verlof (art. 11 E en 11 G)
Extra vakantieverlof (11 F)
Spijbelen
Afwezigheid vanwege medische of andere indicaties
Toezicht en sancties
Schorsen van leerlingen (art. 11 B)
Verwijderen van leerlingen (art. 11 C)
38
38
39
39
39
39
39
40
40
40
40
40
40
9. 9.01 9.02 Welke voorzieningen hebben we op onze school?
Wat heeft ons schoolgebouw te bieden?
Documentatiecentrum
Bibliotheek
Speellokaal kleuters
Gymzaal
Aula met podium
Buitenschoolse opvang
41
41
41
41
41
41
41
41
10. 10.01 10.02 10.03 10.04 10.05
10.06 10.07 10.08 10.09 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 Wat we u verder nog willen vertellen
Zindelijkheid
Binnenbrengen van kleuters
Kledingvoorschriften
Tussendoortjes (in de pauze)
Gezonde broodtrommel
Verjaardagen, trakteren en uitnodigingen
Mobieltjes
Jeugdbladen
Gymkleding
Stabilo Pen
Gevonden voorwerpen
Fietsen op school
Nablijven
Schoolplein
41
41
41
41
42
42
42
42
42
42
43
43
43
43
43
6
7
1. Waarom kiest u voor De Linde?
1.01 Uitgangspunten van onze school
Op onze school verwerft ieder kind via zijn eigen leeren ontwikkelingsproces, die kennis en vaardigheden,
die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele
samenleving. Dit kan alleen plaatsvinden in een veilige leeromgeving, waar een kind zich geborgen en
gerespecteerd voelt. Ieder kind is uniek en verdient
het om díe aandacht en zorg te krijgen, die voor zijn
ontwikkeling nodig is.
Wij willen een kindvriendelijke school zijn, waarbij
aandacht is voor het cognitieve en sociaal-emotionele aspect van het kind. Daarbij zijn zelfvertrouwen,
zelfkennis en positief gedrag belangrijk.
Elk kind is anders, gedraagt zich anders, reageert
anders en leert anders. Dit geldt ook voor leerkrachten en voor ouders. Ieder mens is nu eenmaal uniek.
Het onderwijs is er op gericht om alle leerlingen een
positief zelfbeeld te laten krijgen, zelf­standig en mondig te maken en te leren respect op te brengen voor
andere mensen en andere opvattingen.
Tolerantie, acceptatie en samenwerking zijn dan ook
belangrijke uitgangspunten. Op die manier ontstaat
een optimale omgeving, waarin kinderen de kans krijgen zich te ontwikkelen tot even­wichtige persoonlijkheden. Zowel leerkrachten als ouders spelen hierbij
een belangrijke rol.
Adaptief onderwijs is erop gericht dat de leerkracht de onderwijsleersituatie zo inricht, dat hij
tegemoetkomt aan de verschillen tussen de leerlingen. Hierbij staan de basisbehoeften van elk
kind centraal: relatie, competentie en autonomie.
Autonomie: het kind leert zelf verantwoordelijk te
zijn voor zijn handelen.
Relatie: het kind leert in relatie met anderen (interactie, samenwerking)
Competentie: het kind krijgt leerstof aangeboden
op zijn niveau.
Tevens wordt er gebruik gemaakt van coöperatieve
werkvormen (samenwerken).
1.02 Schoolconcept
Wat betekent dit concreet? Hoe wordt bovenstaande
allemaal in praktijk ingevuld? Dat staat beschreven in
het schoolplan van onze school. De informatie in deze
schoolgids is in overeenstemming met ons schoolplan.
Een schoolplan is wettelijk verplicht. Het schoolplan
dient enerzijds als beleids­plan voor de school, anderzijds als verantwoording van het beleid van de school
naar de over­heid en naar de ouders. Het schoolplan
voor 2011-2015 ligt op school ter inzage.
Leerinhouden
• we streven ernaar om elke leerling het maximaal
haalbare resultaat te laten behalen;
• we stimuleren zoveel mogelijk de zelfstandigheid en de zelfverantwoordelijkheid van onze
leerlingen;
• we streven naar een evenwichtige verdeling van
cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling;
• we werken met ‘Eén stap verder met 1-Zorgroute’.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van groepsplannen,
waarbij voor elk kind of groepje kinderen beschreven staat wat de onderwijsbehoefte is van het kind
of de kinderen. We maken groepsplannen voor de
vakken ‘rekenen’, ‘technisch lezen’ en ’spelling” en
in de loop van dit schooljaar ‘begrijpend lezen’.
Werkvormen
• we kiezen de werkvorm, die het beste bij de
aangeboden leerstof past. Dit kan variëren van
individueel werken, in groepsverband werken,
werken in hoeken etc.
• we streven naar betekenisvolle, concrete oefensituaties;
• we maken gebruik van coöperatieve werkvormen, waarbij kinderen met en van elkaar leren
in allerlei samenwerkingsvormen
Onderwijsstijl
• we richten ons onderwijs in volgens het principe
van adaptief onderwijs (zie ook 1.01);
• we werken volgens het Directe Instructiemodel.
Hierbij krijgen leerlingen die dat nodig hebben
na de basisinstructie nog verlengde instructie
aangeboden;
• in alle groepen wordt rustig en zelfstandig gewerkt, waarbij we de kinderen stimuleren om
elkaar te helpen, te ondersteunen en samen te
werken;
• vanaf groep 2 wordt gewerkt met weektaken.
Groeperingsvormen
• we kiezen voor het leerstofjaarklassensysteem, waarbij de leerlingen zoveel mogelijk qua
leeftijdsgroep bij elkaar geplaatst zijn en waar
voldoende differentiatiemogelijkheden binnen
de eigen groep zijn;
• we zijn in alle groepen op dezelfde tijd met rekenen en taal/spelling bezig:
• we werken in de groepen 4 t/m 8 groepsdoorbrekend bij het vakgebied rekenen. Dit houdt
in dat alle kinderen van één leerjaar verdeeld
worden in 3 niveaugroepen. De ene leerkracht
begeleidt 2 niveaugroepen en een andere leerkracht begeleidt 1 niveaugroep en de kinderen
met een individueel handelingsplan. Hierdoor
kan er optimaal gebruikgemaakt worden van
effectieve instructie.
• in een aantal leerjaren wordt er ook groepsdoorbrekend gewerkt bij het vakgebied begrijpend lezen.
Middelen
• voor alle vak- en vormingsgebieden maken wij
gebruik van methoden die voldoen aan de kerndoelen die door de overheid zijn geformuleerd;
• alle groepen hebben een digitaal schoolbord
en 4 tot 5 computers in het lokaal;
• bij de meeste methodes gebruiken we software,
die door de leerkracht en/of de leerling gebruikt
wordt;
• in alle groepen worden de computers ingezet
ter ondersteuning, verwerking en verdieping;
• we maken bij het zelfstandig werken veel gebruik
van zelfcorrigerend materiaal, waardoor kinderen
hun eigen werk na kunnen kijken.
8
Levensbeschouwelijke identiteit
• onze school is een katholieke school, waar
begrip en respect voor anderen voorop staat;
• in groep 4 kunnen de kinderen die dat wensen deelnemen aan de Eerste Heilige Communie. De leerlingen uit groep 8 kunnen deelnemen aan het Vormsel. De begeleiding hiervan is in handen van de St.
Petrusparochie. Een gedeelte van de voorbereiding
van de communie gebeurt tijdens schooltijd;
• naast de christelijke geloofstraditie maken de
kinderen kennis met andere geestelijke stromingen zoals het Jodendom, boeddhisme,
hindoeïsme en islam. Dit is opgenomen in de
methode ‘Leefstijl’;
• wij willen de kinderen naar hun mogelijkheden
opvoeden tot verantwoordelijke, verdraagzame
en competente mensen;
• een goede mentaliteit en sfeer op school zijn
daarbij belangrijk;
• we hechten veel waarde aan een positieve
benadering van leerlingen.
1.03 Kwaliteitszorg
Kwaliteit mag geen toeval zijn. Daarom is systematisch werken aan kwaliteit noodzakelijk. In het
schoolplan worden de beleidsvoornemens (doelen)
van 4 jaren weergegeven en voor elk jaar wordt een
jaarplan gemaakt.
Als kwaliteit gaat over de mate waarin scholen erin
slagen hun doelen te bereiken, gaat kwaliteitszorg om
de zorg voor die kwaliteit. Hoe lukt het om de gestelde
doelen te bereiken? Kwaliteitszorg is de permanente,
systematische en cyclische aandacht voor het bepalen, bewaken en verbeteren van kwaliteit. Dit betekent
dat wij de beleidsvoornemens zoals deze beschreven
staan in het schoolplan jaarlijks evalueren en indien
nodig bijstellen. Dit gebeurt met het team en met de
medezeggenschapsraad.
We werken met het kwaliteitszorgsysteem ‘Werken
Met Kwaliteitskaarten’ van Cees Bos. In het schooljaar 2012-2013 hebben we de domeinen ‘Kwaliteitszorg’, ‘Opbrengsten’ en ‘Zorg en begeleiding’
geïnventariseerd. Dit heeft geresulteerd in een professionaliseringstraject waarbij in het afgelopen schooljaar het klassenmanagement en het pedagogisch klimaat aan bod zijn geweest. Dit schooljaar wordt het
pedagogisch klimaat verder uitgebouwd.
9
1.04 Plannen voor het schooljaar 2013-2014
Nieuwe methodes
Dit schooljaar gaan we een nieuwe methode voor
taal implementeren; ‘Taalverhaal.nu’.
We gaan werken met de handvaardigheidmethode:
‘Laat maar zien’ en voor het vakgebied muziek starten we met de methode ‘Muziek en meer’.
De methode ‘Take it Easy’ van Engels gaan we dit
jaar verder invoeren in de groepen 1 t/m 4.
Voor de groepen 1/2 wordt gezocht naar een ander
leerlingvolgsysteem.
Meerbegaafdheid
De afgelopen jaren heeft een groep kinderen gebruik
gemaakt van de plusgroep op De Linde. Vanaf volgend schooljaar hebben de SKOBOS-scholen een
bovenschoolse plusklas. Na afgelopen meivakantie is deze klas in een pilot gestart. Door de positieve
ervaringen zullen we daar komend schooljaar mee
doorgaan op de locatie van De Linde. Leerlingen
van onze school zullen ook van deze voorziening
gebruik blijven maken. Aanvankelijk zal er één plusklas zijn, op dinsdag. In de toekomst zal er wellicht
een tweede plusklas opgestart worden. Toch zullen
er per saldo minder leerlingen van onze school kunnen deelnemen dan in de oorspronkelijke plusgroep
mogelijk was. De leerkracht die de plusklas van
SKOBOS leidt en tot dit schooljaar onze plusgroep
- juffrouw Marianne Louwerse - zal het komende
schooljaar leerkrachten en leerlingen van De Linde
van extra ondersteuning en concrete opdrachten
voorzien, zodat een grotere groep leerlingen binnen
de eigen klas zal worden uitgedaagd. U vindt hierover meer informatie in paragraaf 4.04.
Dyslexieprotocol groep 1 t/m 8
In de afgelopen schooljaren hebben de leerkrachten
zich geschoold in de theoretische en praktische achtergronden rondom dyslexie. Dit heeft geresulteerd in
een dyslexieprotocol, dat in elk leerjaar gevolgd wordt.
Tevens is op school het programma ‘Kurzweil’ geïnstalleerd op de computers, waarbij kinderen met ernstige dyslexie de teksten via de computer horend binnen krijgen. Het inzetten van ‘Kurzweil’ gebeurt altijd in
overleg met de intern begeleider.
Zorgstructuur en groepsplannen
Sinds 2010 werken we met groepsplannen. Dit houdt
in, dat de groep verdeeld wordt in drie subgroepen,
die elk het onderwijsaanbod op hun niveau aangeboden krijgen. Na elke periode wordt gekeken welk kind
in welke groep het best tot zijn of haar recht komt.
Er worden groepsplannen gemaakt voor de vakken
‘rekenen’,’spelling’ en ‘technisch lezen’ en in de loop
van dit schooljaar voor ‘begrijpend lezen’.
Onderwijskundig rapport
Vanaf groep 6 wordt van elk kind een onderwijskundig rapport bijgehouden, met daarin:
• toetsgegevens van het leerlingvolgsysteem van
Cito vanaf groep 1,
• de NSCCT van groep 4;
• de Entreetoets en de Drempeltest van groep 7;
• de Eindtoets uit groep 8;
• de methode gebonden toetsen;
• en observaties van de leerkrachten.
Door middel van dit onderwijskundig rapport komen
we tot een gefundeerd advies voor het voortgezet
onderwijs.
Schoolzelfevaluatie
Middels trendanalyses van het Cito leerlingvolgsysteem, worden de resultaten van ons onderwijs bekeken en, indien nodig, wordt actie ondernomen waardoor het leerrendement verhoogd kan worden.
De intern begeleiders hebben twee keer per jaar een
groepsbespreking met de leerkracht aan de hand van
deze trendanalyses en dwarsdoorsnedes van hun
groep. De leerkracht maakt een plan van aanpak voor
zijn/haar groep, waarmee hij de komende tijd gaat
werken om hierdoor de opbrengsten te optimaliseren.
1.05 Toelating, aanmelding en
plaatsing van leerlingen
Kinderen worden toegelaten als zij de leeftijd van
4 jaar hebben bereikt. Bij de leeftijd van 3 jaar en
10 maanden mag het kind alvast komen wennen.
Het kind mag vijf keer een dagdeel of een hele dag
komen oefenen in de groep waarin het daarna geplaatst zal worden.
De betreffende leerkracht neemt zes weken voordat het kind 3 jaar en 10 maanden is contact op
met de ouders om de oefendagen vast te leggen
en eventuele bijzonderheden door te spreken aan
de hand van een intakeformulier.
Wij adviseren ouders of verzorgers hun kind geruime tijd voordat het vier jaar wordt aan te melden bij
de school. Aan het begin van elk kalenderjaar wordt
een oproep tot aanmelding van nieuwe leerlingen
in de plaatselijke bladen geplaatst. Er is dan een
informatieavond voor ouders van nieuwe leer­lingen,
een inloopochtend (waarbij ook het kind welkom is)
en een open avond, waar ouders of verzorgers kennis kunnen maken met de school als organisatie en
gemeenschap. De data hiervoor zijn reeds bekend:
• maandag 16 maart: informatieavond ouders
van nieuwe leerlingen (20.00 – 21.30 uur)
• dinsdag 17 maart: inloopochtend van
09.00 – 12.00 uur
• donderdag 19 maart: open avond van
18.00 – 20.00 uur
Ook kan er een afspraak worden gemaakt met de
directie, die zorgt voor informatie, een rondleiding
door het gebouw en voor inschrijvingsformaliteiten.
Binnen de gemeente Oirschot zijn geen strikte grenzen aan de voedingsgebieden en zijn ouders vrij om
de school te kiezen, waarvan zij vinden dat die het
beste bij hun kind past. Wanneer een leerling van
een andere school komt, neemt de directeur contact
op met de vorige school. Bij verandering van school
moet een onderwijskundig rapport worden verzonden door de “oude” school.
10
11
2. Wat leert uw kind op
onze school?
2.01 Activiteiten in groep 1 en 2
De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die in de
andere groepen. In deze groepen staat “het spelend
leren” centraal. De leerdoelen worden bereikt via
het werken rondom thema’s. Hierbij maken we o.a.
gebruik van de methode Schatkist. Deze methode
biedt lesactiviteiten aan rondom de seizoenen van
het jaar.
De schooldag begint in de kring, waar de kinderen
gedurende de dag, steeds in terugkeren. Daarnaast
wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken (al
dan niet gekoppeld aan de thema’s), in de speelzaal
en op het schoolplein. We brengen de kinderen spelenderwijs in contact met de verschillende leeractiviteiten, die in de loop der tijd steeds verder worden uitgebreid en uitgediept.
Tijdens het werken in de groep wordt veel gebruik
gemaakt van visuele ondersteuning voor de kinderen.
De pictogrammen van de dagindeling, de weekwijzer,
het planbord en het weektaakbord, brengen de nodige
structuur aan voor de kinderen.
Taalontwikkeling
Er komen allerlei activiteiten aan de orde om de
taalontwikkeling te stimuleren. Er is aandacht voor
de gesproken taal; begrijpt het kind onze taal, kan
het eenvoudige opdrachtjes uitvoeren, hoe is de uitspraak van het kind, kan het een verhaal in logische
volgorde vertellen?
Er zijn veel manieren waarop we hieraan werken;
leergesprek, zelf vertellen, prentenboeken voorlezen,
poppenkast spelen, versjes aanleren, enz.
Daarnaast kijken we ook naar het taal-denken; het
kunnen ordenen van tijd (dag-nacht, dagen van de
week), classificeren (wat hoort bij speelgoed, zoek
alle groene voorwerpen) en de leesontwikkeling (letters herkennen, herkennen van de eigen naam).
Rekenontwikkeling
Hierbij komt de ontwikkeling van verschillende “rekenbegrippen” aan de orde.
Kleuren, vormen, besef van hoeveelheid en grootte,
hoog-laag, groot-klein, maar ook het tellen en het
herkennen van cijfers.
Lichamelijke ontwikkeling
De ontwikkeling van de fijne en grove motoriek en de
ruimtelijke oriëntatie.
Kleuters verkennen de mogelijkheden van hun eigen
lichaam en de ruimte om hen heen. Dit gebeurt door
middel van verschillende bewegingsvormen (rennen,
lopen, klimmen en springen) tijdens de gymlessen
in de speelzaal en tijdens het buiten spelen op de
speelplaats.
Ook besteden we veel aandacht aan het ontwikkelen
van de fijne motoriek door de kinderen te laten werken
met bijvoorbeeld klei, zand en vingerverf. Vanaf groep
2 zijn we bezig met het voorbereidend schrijven door
middel van de methode Pennenstreken.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het leren spelen, eerst vaak kort en alleen, later
steeds langer en samen met andere kinderen. Ook
rekening houden met spelregels komt aan bod en
het omgaan met anderen, elkaar helpen, je houden
aan afspraken.
Verder ook de zelfredzaamheid, dus zelf je jas in
je locker leggen, je jas aantrekken, opruimen, het
goed omgaan met het materiaal op school, toiletgebruik, enz.
Dit alles stimuleren we door middel van spel in de
poppenhoek, groepswerk, spelen op de bouwmat
en spelen van verhaaltjes. Ook bij de kleutergroepen wordt minimaal 60 minuten per week aandacht besteed aan de methode “Leefstijl” (nadere
toelichting bij 2.0.4).
Expressie
We maken gebruik van de methode Moet je doen!
Hierbij komen aan de orde:
• de muzikale ontwikkeling (ritme, maatgevoel,
zingen, muziekspelletjes, spelen met instrumenten, enzovoort).
• dansontwikkeling (van eenvoudige bewegingen tot dansen).
• dramatische ontwikkeling (van uitbeeldspelletjes tot kleine toneelstukjes).
• tekenen (het omgaan met verschillende tekentechnieken bijv, potlood, verf, wasco).
• handvaardigheid (het omgaan met technieken
zoals papier en karton, kosteloos materiaal,
klei, enz.).
Ongeveer elke maand maken de kinderen een tekening in hun tekenschrift, aan het einde van de kleuterperiode krijgen de kinderen hun schrift mee naar
huis: een mooi document van de tekenontwikkeling.
Elke maand maken de kinderen naar aanleiding van
de thema’s een werkje in hun map, deze mappen
gaan aan het eind van het schooljaar mee naar huis.
Verkeer
Hiervoor gebruiken we de methode ‘Klaar Over!’,
waarin verschillende thema’s aan bod komen. Op
een speelse manier leren de kinderen over de afspraken en regels in het verkeer.
Engels
Sinds dit schooljaar wordt Engels op een speelse
manier gegeven in onze kleutergroepen. We maken
daarbij gebruik van de methode “Take It Easy”.
Weektaak
In groep 2 maken we een start met het werken aan
de weektaak. Hierbij ligt de nadruk op het zelfstandig leren plannen van een paar werkjes gedurende
een week.
Op het weektaakbord zien de kinderen aan de
hand van pictogrammen, welke werkjes ze moeten maken. De kinderen registreren zelf, door het
plaatsen van een gekleurde magneet, of ze hun
werkje afhebben.
De nadruk ligt op het zelfstandig leren plannen van
een werkje gedurende een week.
er ook software beschikbaar is voor thuis.
Het is fijn als kinderen plezier hebben in het lezen. Om
dit verder te stimuleren gaan wij vanaf januari groepslezen en zijn er op school een groot aantal boeken aanwezig waaruit de kinderen in de klas mogen lezen.
Schrijven
De leerlingen krijgen meteen de schrijfletters aangeboden. We gebruiken hiervoor de methode ‘Pennenstreken’. Dit jaar starten we met de versie die aansluit
op de nieuwe uitgave van Veilig Leren Lezen.
Rekenen
Hierbij gebruiken we de methode ‘Wereld in Getallen’.
Kinderen verwerven inzicht en oefenen hun vaardigheden. Evenwichtig rekenen, dus! De methode biedt
veel differentiatie. Er is uitdaging op elk niveau.
Verkeer
We gebruiken de methode ‘Wegwijs’. Deze methode werkt met thema’s. In elk thema worden weer
nieuwe regels en verkeersborden geïntroduceerd.
De theorie wordt op een eenvoudige manier aangeboden, waarna een speelse verwerking in de klas
volgt. Met praktische voorbeelden worden leerlingen
bewust gemaakt van deelname aan het verkeer.
2.02 Basisvaardigheden in groep 3
Hoekenwerk
Vier keer per week wordt ‘hoekenwerk’ aangeboden. Met hulp van een ouder en de juf, gaan de
kinderen 45 minuten in groepjes aan het werk. Ze
werken aan taal, rekenen, schrijven of doen samen
een groepsspel. Ook knutselen komt hierbij iedere
week aan bod.
Technisch lezen
Vanaf dit jaar werken we met de nieuwste versie van
Veilig Leren Lezen. Deze leesmethode sluit aan op
het evenwicht tussen spelen en leren. Deze methode
biedt veel extra materiaal voor alle niveaus, waarbij
Weektaak
De weektaak is bedoeld om de kinderen te leren
zelfstandig te werken en te leren plannen. Er staan
behalve een paar ‘moetwerkjes’ op eigen niveau,
ook veel leuke ‘magwerkjes’ op. Iedere dag is er extra tijd gepland om te bouwen, te schilderen, spelletjes te doen etc.
Kinderen leren veel met en van elkaar. Vandaar dat
er altijd een samenwerkingsopdracht gepland staat
bij rekenen of taal.
Bij de weektaak wordt ook gebruik gemaakt van de
gang met daarin een themahoek. Dit thema sluit
aan bij taal en/of rekenen.
Om de overgang van de kleutergroep naar groep
3 vloeiend te laten verlopen, is ervoor gekozen om
de werkwijze van groep 3 op diverse manieren aan
te laten sluiten op die van groep 2. Een voorbeeld
hiervan is het werken in hoeken. Hierdoor is er een
goed evenwicht tussen spelen en leren. Bij lezen,
rekenen, weektaak en hoekenwerk wordt gewerkt
in niveaugroepen.
12
13
2.03 Basisvaardigheden in groep 4 t/m 8
Lezen
In deze groepen ligt de nadruk op voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen.
We maken hierbij gebruik van de methode ‘Tekstverwerken’. Deze methode biedt leuke en boeiende
teksten die goed leesbaar zijn, op het juiste AVIniveau. Er is veel afwisseling in tekstsoorten met
volop aandacht voor informatieve teksten.
Voor technisch lezen maken we gebruik van de
methode ‘Timboektoe’. Elk kind leest op zijn of
haar eigen niveau. Lezen gaat het ene kind gemakkelijker af dan het andere.
Aangezien het goed kunnen lezen en begrijpen
van teksten erg belangrijk is - overal heeft men te
maken met de geschreven taal - besteden wij hier
veel aandacht aan.
We vinden het belangrijk dat een kind plezier heeft in
lezen. Op school zijn een groot aantal boeken aanwezig waaruit de kinderen in de klas mogen lezen.
Taal en spelling
Taalverhaal.nu is onze nieuwe taal- en spellingmethode. Kenmerkend voor deze methode zijn de motiverende instructiefilmpjes, spannende multimediale verhaallijnen, de mogelijkheid om de stof op de
computer te verwerken (adaptieve oefensoftware),
toetsen en de kwismeester (een uitdagende oefenquiz waarbij de leerlingen op elk moment zelfstandig de belangrijkste vaardigheden kunnen oefenen).
De methode is opbrengstgericht (met structurele
herhaling en onderhoud), geeft de leerkracht scherp
zicht op de resultaten en differentieert sterk/ verlengt
instructies op maat (maatschriften taal en spelling
voor zwakke leerlingen; plusbladen voor de sterke
leerlingen; toptaalschriften met taken met een wetenschappelijk karakter voor meer begaafde leerlingen). Bij de leerlijn Spelling wordt de koppeling en
het moment van afname van Cito vermeld.
Naast spelling en taal wordt er in de methode ook
veel aandacht besteed aan woordenschat.
Dit is geïntegreerd in de leerlijnen Leesbegrip (begrijpend lezen) en Spreken en Luisteren (luistervaardigheid, presentaties, non-verbale communicatie).
Ook het onderdeel stellen (goed en mooi formuleren,
creatief schrijven, het schrijven van zakelijke brieven,
fictie-teksten, informatieve teksten, instructies en betogende teksten) wordt niet vergeten.
Als extra biedt deze methode ook filosoferen aan.
De bekende filosoof en auteur Bas Haring legt de
leerlingen kritische vragen en brandende kwesties
voor. Hij doet dat in leuke filmpjes, die de leerlingen
uitdagen om met elkaar in discussie te gaan.
We zullen deze methode dit schooljaar in één keer
invoeren in de groepen 4 t/m 8. Hierbij zullen we
veelvuldig tussenevaluaties houden, zodat er voor
gezorgd kan worden dat alle leerkrachten de methode op dezelfde manier gaan gebruiken.
Schrijven
De methode ‘Pennenstreken’ is bij de kinderen al
bekend vanaf groep 2. Vanaf groep 4 worden de
schrijfvaardigheden geautomatiseerd. Vanaf groep
6 zijn de onderdelen temposchrijven en blok- en
sierschrift toegevoegd.
In groep 4 krijgen alle kinderen in de loop van het jaar
een Stabilo pen. Deze pen vervangt de traditionele
vulpen. Het is een rollerball, die perfect is om te leren
schrijven en zorgt voor de juiste pengreep. Het is de
bedoeling dat de kinderen de rest van hun schoolloopbaan met deze pen schrijven.
Rekenen
We werken met de methode ‘Wereld in Getallen’. De
methode maakt gebruik van een vaste weekopbouw.
Elk rekenonderwerp wordt op een vaste dag in de
week behandeld. Dit geeft kinderen houvast. Zo is
elke derde les van de week gewijd aan meten, meetkunde, tijd en geldrekenen. De methode biedt veel
differentiatie. Er is uitdaging op elk niveau.
De kinderen die het wat moeilijker hebben, krijgen
extra instructie in het bijwerkboek. Zij krijgen één
oplossingsstrategie.
Voor de rekensterke kinderen is er het pluswerkboek. De opgaven zijn verdiepend en lopen niet
vooruit op de lesstof.
Alle groepen rekenen ’s ochtends van 08.30-09.15
uur. Hierdoor is het dus mogelijk om groepsdoorbrekend te werken (zie 1.02)
Engelse taal
De afgelopen twee jaar geven de groepen 5 t/m 8
bij Engels les aan de hand van de methode Take it
easy. Het vak wordt in deze groepen een keer per
week gegeven. De groepen 5-6 geven dan een halve les. In de groepen 7-8 wordt wekelijks een hele
les gegeven.
In deze methode staat het digibord (filmpjes, muziekclips, opdrachten) centraal. Native speaking coteachers helpen de leerkrachten bij het geven van
de lessen. Er wordt dus veel Engels gesproken.
De methode Take it easy is een methode die
gemaakt is voor de groepen 1-8.
We gaan vanaf dit schooljaar een pilot draaien met
het geven van Engels in de onderbouw groepen.
Afgesproken is het volgende:
De groepen 1-2 gaan vanaf dit jaar de liedjes die in
de methode aangeboden worden (via het digibord)
met de kinderen zingen.
Groep 3 zal dit in de tweede helft van het schooljaar gaan doen. In de eerste helft van het schooljaar ligt de nadruk voornamelijk op het leren lezen
in de Nederlandse taal.
Groep 4 gaat het volledige programma van dit leerjaar via de methode en het digibord volgen. Ze werken dan met thematische filmpjes, leuke muziekclips,
rijmpjes, spelletjes en digitale prentenboeken. De
Engelse taal wordt ook met gebaren ondersteund en
de leerkrachten krijgen ondersteuning van de native
speaking co-teachers.
Omdat het hier om een pilot gaat, zullen er tussenevaluaties plaatsvinden om te bepalen hoe we in de
toekomst ons Engelse onderwijs willen inrichten.
Wereldoriëntatie
Vanaf groep 4 worden de vakken voor wereldoriëntatie aangeboden. Natuurlijk lopen sommige onderdelen in elkaar over en worden dan in samenhang
met elkaar gebracht.
Het is van belang dat de methodes actueel blijven.
Vandaar dat we de afgelopen schooljaren nieuwe
methodes aangeschaft hebben.
14
Verkeer:
Aardrijkskunde:
Geschiedenis:
Natuur en techniek:
‘Klaar Over!’ in groep 1 en 2
‘Wegwijs’ in groep 3 t/m 8
‘Meander’ in groep 5 t/m 8
‘Brandaan’ in groep 5 t/m 8
‘Natuniek’ in groep 4 t/m 8
Studievaardigheden
De methode Blits hebben we het afgelopen jaar ingezet om de kinderen van de groepen 8 te laten oefenen met het onderdeel studievaardigheden.
Studievaardigheden worden voor kinderen steeds
belangrijker. Informatie is overal te vinden, zeker op
internet. Maar hoe zoek je gericht? En waar vind je
de juiste informatie en hoe verwerk je die? Met Blits
leren kinderen het lezen, begrijpen en verwerken
van allerlei informatiebronnen, via de vier onderdelen van studievaardigheden. De toetsen van Blits
sluiten naadloos aan bij de toetsen van het Cito.
Ze vormen dan ook een goede voorbereiding op de
Cito-toetsen.
Omdat het een veelomvattende methode is en omdat we ook in groep 7 deze voorbereiding op Citotoetsen willen aanbieden, gaan we vanaf dit jaar in
de groepen 7 en 8 werken met Blits.
2.04 Sociaal emotionele ontwikkeling
Leefstijl
De belangstelling voor sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs neemt sterk toe.
Vooral om probleemgedrag te bestrijden en voor
preventie van ongewenst gedrag. Waarden en
normen staan de laatste tijd sterk in de belangstelling. Leefstijl is een methode waardoor leerlingen zich bewust worden van waarden en normen.
Niet theoretisch of door ze op te leggen, maar in
de praktijk, door samen met klasgenoten activiteiten en opdrachten te doen die het besef van ‘goed
omgaan met elkaar’ versterken.
Ook voor het optimaal functioneren van kinderen en
het ontwikkelen van hun talenten zijn competenties
als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen,
luisteren, je gevoelens uiten en rekening houden
met anderen onmisbaar. Leefstijl is een methode
15
die niet alleen de emotionele intelligentie stimuleert
maar, doordat kinderen beter in hun vel zitten, ook
de cognitieve intelligentie.
De methode biedt naast sociaal-emotionele competenties ook gezondheidsvaardigheden. Bij gezondheidsvaardigheden speelt preventie een belangrijke rol. Op steeds jongere leeftijd beginnen
kinderen te experimenteren met roken, alcohol
en drugs. De leeftijdsfase tussen tien en veertien
blijkt een kritieke periode. Effectieve preventie
moet dan ook vóór die leeftijd beginnen.
Om ouders te betrekken bij de lessen worden er
soms huiswerkopdrachten gegeven, die de kinderen
samen met hun ouders kunnen maken.
In de handleiding van Leefstijl zijn programma’s
voor ouderworkshops uitgewerkt om:
• ouders te informeren over wat hun kinderen in
de Leefstijllessen leren
• samen met andere ouders van gedachten te
wisselen over de opvoeding van hun kinderen
• kennis te maken met een aantal ondersteunende
vaardigheden voor de opvoeding van kinderen
Pestprotocol
Onze school wil de kinderen een veilig pedagogisch
klimaat bieden, waarin zij zich harmonieus en op
een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen.
Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te
hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende gevallen.
Natuurlijk is het beter om het pesten te voorkomen
door het scheppen van een goed pedagogisch klimaat en daar gaat dan ook in eerste instantie de
aandacht naar uit. De leerkrachten bevorderen deze
ontwikkeling door het scheppen van een veilig klimaat in een prettige werksfeer in de klas en op het
schoolplein. Ons pedagogisch uitgangspunt is dat
alle kinderen met elkaar moeten leren omgaan. Op
onze school betekent dit dat de leerkracht ieder jaar
aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas bespreekt. Het onderling
plagen en pesten wordt hier benoemd en besproken
in alle groepen van de school en vanaf groep 3 t/m 8
worden de regels van het pestprotocol expliciet door-
genomen. Tijdens ieder schooljaar komt het thema
‘Pesten’ bij de methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling ‘Leefstijl’ in alle groepen uitgebreid aan de
orde. Indien de leerkracht gedurende het schooljaar
verder daartoe aanleiding ziet, besteedt hij of zij aandacht aan pestgedrag in een groepsgesprek.
Dat leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar
het kan ook voorkomen dat een kind in een enkel geval door andere kinderen wordt gepest. Dan kan een
kind zodanig in de knoop komen met zijn schoolomgeving, dat de omgangsregels van de leerkracht niet
meer voldoende de veiligheid bieden en daarmee de
gewenste ontwikkeling onderbreken. In een dergelijk
geval is het van groot belang dat de leerkracht onder ogen ziet, dat er een ernstig probleem in zijn of
haar groep is. In een klimaat waarin het pesten gedoogd wordt, worden ook de pedagogische structuur
en de veiligheid daarin ernstig aangetast. Voor onze
school is dat een niet te accepteren en ongewenste
situatie. Het Pestprotocol is een vastgelegde wijze
waarop we het pestgedrag van kinderen in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact, ernst en ook specifieke aanpak van dit ongewenste gedrag.
Op de klassenouderavonden aan het begin van het
schooljaar zal het pestprotocol aan de orde worden
gesteld.
Als uitgangspunten voor ons Pestprotocol stellen wij:
1. Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren
we dat als een probleem op onze school zowel voor de gepeste kinderen, de pesters, de
‘zwijgende’ groep kinderen, de leerkrachten
als de ouders. Iedereen moet zich ervan bewust zijn, dat bij pestsituaties het heel belangrijk is hierover te praten, het mag niet geheim
gehouden worden;
2. De school heeft een inspanningsverplichting
om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken
door het scheppen van een veilig pedagogisch
klimaat waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en in het geheel niet wordt
geaccepteerd;
3. Leerkrachten en interne contactpersoon moeten
alert zijn op pestgedrag in algemene en specifieke zin. Indien pestgedrag optreedt, moeten
zij duidelijk stelling nemen en actie ondernemen
tegen dit gedrag. De verantwoordelijkheid ligt bij
de school en de ouders; 4. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen
weer optreedt, voert de school de onderstaande maatregelen uit;
5. Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordigers van de school en de ouders,
waarin is vastgelegd dat men pestgedrag op
school niet accepteert en volgens een vooraf
bepaalde handelwijze gaat aanpakken. Onze
school wil voor alle kinderen die de school bezoeken een veilige school zijn. Dit betekent, dat
de school expliciet stelling neemt tegen pestgedrag en concrete maatregelen voorstelt bij voorkomend pestgedrag.
Het is belangrijk dat kinderen en ouders de school
inlichten bij pestgedrag of signalen die daar mogelijk naar verwijzen. In eerste instantie bij de groepsleerkracht, maar men kan ook terecht bij de intern
begeleider, de interne contactpersoon of de directie.
Wij werken met de vijfsporenaanpak:
• Hulp aan het gepeste kind
• Hulp aan de pester (‘wij keuren het kind niet af,
maar we keuren het gedrag af’)
• Hulp aan de zwijgende middengroep
• Hulp aan de leerkracht
• Hulp aan de ouders
Er zijn nieuwe vormen van pesten bijgekomen, die
we kennen onder de noemer: digitaal pesten of cyberpesten. Daaronder wordt verstaan: pesten via
mobieltjes en internet. Omdat deze manier van pesten zich vooral buiten schooltijd afspeelt, is het voor
ons erg moeilijk om hier grip op te krijgen.
Het cyberpesten is wellicht nog ingrijpender voor het
gepeste kind, omdat het kind thuis én op school met
de pester geconfronteerd wordt. Daarom verzoeken
wij u dringend om contact met school op te nemen
indien uw kind geconfronteerd wordt met digitaal
pesten. Wij ondernemen dan dezelfde stappen als
hierboven beschreven.
Op deze manier hopen wij dat kinderen, ouders en
school het pestgedrag een halt toe kunnen roepen.
Het pestprotocol ligt op school ter inzage.
2.05 Levensbeschouwelijk onderwijs
Wij zijn een katholieke school. Daarom wordt ons
onderwijs vanuit een christelijke visie gegeven. In
het begin van het schooljaar wordt in samenwerking
met de schoolbegeleider ‘levensbeschouwing’ een
jaarprogramma levensbeschouwing opgesteld.
In onze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling
‘Leefstijl’ zijn in de nieuwe versie lessen opgenomen
rondom levensbeschouwelijk onderwijs met verhalen
over de vijf grote religies en enkele verhalen uit andere tradities. In de lessen worden, daar waar mogelijk,
bruggen gelegd tussen de verschillende religies om de
overeenkomsten zichtbaar te maken.
Ook komt levensbeschouwelijk onderwijs aan de
orde binnen wereldoriëntatie, burgerschapsvorming
en via diverse projecten.
In groep 4 kunnen kinderen, die zich hiervoor opgeven, zich in samenwerking met de parochie voorbereiden op de eerste Heilige Communie. Dit geldt
ook voor de kinderen in groep 8, die zich willen laten
vormen. Voor deze kinderen en hun ouders wordt
er door de parochie enige tijd vooraf aan de voorbereiding een informatieavond georganiseerd in het
pastoraal centrum.
2.06 Burgerschapsvorming
Onze school
a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in
een pluriforme samenleving;
b. is gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie en
c. is er op gericht dat leerlingen kennis hebben van
en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Wij hebben aandacht voor de samenleving en de
diversiteit daarin, en proberen de betrokkenheid
van leerlingen bij de samenleving te bevorderen.
Vanzelfsprekend hebben we een open en actieve
opstelling naar de lokale omgeving in Oirschot. Middels het levensbeschouwelijk onderwijs, leren we
de kinderen over verschillende andere culturen en
godsdiensten.
Wij proberen een leer- en werkomgeving te bieden
waarin burgerschap en integratie zichtbaar zijn en
16
17
in de praktijk worden gebracht. Onze school is voor
leerlingen een ‘oefenplaats’ om democratische besluitvorming te leren en om te leren communiceren
vanuit verschillende opvattingen en visies.
2.07 Expressieactiviteiten
In de methode ‘Moet je doen!’ komen alle expressieactiviteiten aan bod. We zijn aangesloten
bij het Brabants Instituut Scholing Kunstzinnige
vorming (BISK) te Eindhoven. Vanuit deze organisatie worden voor alle groepen bij toerbeurt
diverse activiteiten georganiseerd op het gebied
van muziek, toneel, dans en beeldende vorming.
Het is belangrijk dat de kinderen zich door middel
van tekenen, handenarbeid en textiele werkvormen
kunnen uiten. Door het aanleren van technieken
krijgen de kinderen hierin steeds meer vaardigheid.
Ook respect voor en enige kennis van kunstvormen
horen hierbij.
Dramatische expressie is een onderdeel van taal.
Bij muzikale vorming staan het plezier hebben in het
maken en beluisteren van muziek op de voorgrond.
In groep 5 krijgen alle kinderen onder schooltijd AMV-lessen (Algemene Muzikale Vorming)
aangeboden. Zij ontvangen na afloop een AMVdiploma.
Twee keer per jaar is er een Open Podium, waarbij kinderen voor elkaar optreden. Zij studeren
dan zelf of met de groep een stukje in. Bij één
van de twee open podia worden de ouders uitgenodigd.
2.08 Cultuureducatie
Cultuureducatie – dat is verleden, heden en toekomst tegelijkertijd.
Het verleden, want er zijn vele prachtige, indrukwekkende, fascinerende, ontroerende voorbeelden
van cultuur. Cultuureducatie creëert voor leerlingen
mogelijkheden om hiermee kennis te maken.
Het heden, want cultuur heeft alles te maken met
beleving en ervaring, en dat gebeurt hier en nu. Cultuureducatie stimuleert leerlingen om dergelijke ervaringen op te zoeken en erop te reflecteren.
De toekomst, want cultuureducatie is een pleidooi
voor een andere kijk op onderwijs.
Het rijk stelt subsidie beschikbaar om onze culturele
activiteiten uit te breiden.
Wat wij hiermee zoal doen:
• De school neemt jaarlijks een ‘kunstprogramma’
af van BISK (Brabants Instituut voor School en
Kunst). Het BISK biedt in een cyclus van vier
jaar een kunstmenu aan. In die vier jaar komen
alle disciplines van cultuureducatie minimaal
één keer aan bod.
• In iedere groep wordt jaarlijks met het literatuurprogramma De Rode Draad gewerkt. Daarin
participeert de openbare bibliotheek.
• Er worden incidentele projecten uitgevoerd, zoals bijv. het project “Jet en Jan”, waarin het leven
ten tijde van onze grootouders centraal staat.
2.09 Bewegingsonderwijs
We volgen de methode ‘Planmatig bewegingsonderwijs’.
Groep 1 en 2 maken gebruik van de speelzaal. Elke
kleuter bewaart zijn gymnastiekspullen op school in
een tasje. Vóór iedere vakantie krijgen de kleuters
hun gymnastiekspullen mee naar huis.
De groepen 3 t/m 8 krijgen les in de gymzaal. De
groepsleerkrachten geven de gymlessen.
Tijdens de gymles dragen de kinderen een sportbroekje, shirt en gymschoenen (geen zwarte zool).
Elk kind neemt zijn gymspullen mee naar school op
de dag dat het gymnastiek heeft en neemt dezelfde
dag de spullen weer mee naar huis, zodat de gymnastiekkleding gewassen kan worden. Na de gymles wassen de kinderen hun voeten en oksels in de
doucheruimte. De kinderen kleden zich om in de
kleedruimte van de gymnastiekzaal.
2.10 Informatie- en communicatie
technologie (ICT)
ICT staat voor informatie- en communicatietechnologie. Het belangrijkste middel voor ICT is de computer. Computers zijn niet meer weg te denken uit
het hedendaagse onderwijs.
In de groepen 1/2 staat één computer per lokaal ter
beschikking van de kinderen en in de groepen 3 t/m
8 staan per lokaal 4 of 5 computers voor de kinderen.
De computers kunnen op verschillende manieren
binnen het onderwijs worden ingezet:
• bij de verwerking van bepaalde leerstofonderdelen
• bij remediëring, waarbij de kinderen extra
oefenstof krijgen
• bij het maken van werkstukken of Powerpointpresentaties
Elke klas heeft de beschikking over een digitaal
schoolbord (het ActivBoard). Een digitaal schoolbord is een nieuwe vorm van leren. Met een handomdraai haal je de hele wereld in je klas. De dierentuin is net zo dichtbij als de gedetailleerde tekening
van een energiecentrale.
Veilig op het internet
Internet is een mooi medium, maar het gebruikmaken van het internet kent ook vele risico’s. Deze
risico’s worden regelmatig met de leerlingen besproken en er wordt voorlichting gegeven over het
omgaan met internet en e-mail.
Op school hebben wij daarom een protocol ‘Veilig
op het internet’, waarin tips opgenomen zijn voor de
kinderen en leerkrachten. Het protocol ligt op school
ter inzage bij de directie.
2.11 Huiswerk
Onder huiswerk verstaan we alle schoolse opdrachten die in de thuissituatie uitgevoerd moeten worden. Te denken valt aan: leesopdrachten, werkstukken maken, spreekbeurten voorbereiden, materiaal
verzamelen, proefwerken leren enz.
Huiswerk wordt gegeven vanuit een aantal bedoelingen:
• het bevorderen van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en planning
• als voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs
• het extra oefenen van zaken waar automatisering erg belangrijk is (lezen en het leren van
‘tafeltjes’)
• als ondersteuning van schoolse betrokkenheid
en schoolse werkzaamheden.
Tot en met groep 5 wordt er geen huiswerk meegegeven van de wereldoriënterende vakken. Hooguit
wordt aan de leerlingen gevraagd om plaatjes te
zoeken en mee te nemen naar school. De kinderen krijgen op school tijd om te repeteren, alleen
of samen met de leerkracht.
18
In groep 6, 7 en 8 is het de gewoonte, dat de kinderen kopieën uit een boek of hun map mee naar
huis nemen om de leerstof nog eens door te lezen
voor een proefwerk.
In groep 7 en 8 wordt reeds begonnen met het
meegeven van huiswerk als voorbereiding op de
middelbare school.
2.12 Bijzondere activiteiten voor kinderen
Ieder jaar vinden er bijzondere activiteiten plaats.
Voorbeelden hiervan zijn de activiteiten voor het
goede doel, de sportdag, de open podia, doemiddag,
schoolreisjes en excursies.
In groep 7 doen de kinderen mee aan het landelijk
verkeersexamen (theoretisch en praktisch).
Het schoolkamp en de musical van groep 8 zijn
activiteiten, waar de kinderen naar uitkijken.
In het begin van het schooljaar wordt in iedere klas uitgebreid aandacht besteed aan de verkeersveiligheid.
19
3. Hoe volgen wij de
ontwikkeling van uw kind?
3.01 Het planmatig volgen van
de kinderen
Binnen het systeem van leerstofjaarklassen streven we ernaar het onderwijs zo te organiseren, dat
er rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften en mogelijkheden van elk kind. Wie moeite
heeft met bepaalde onderdelen krijgt extra hulp of
oefening. De meerbegaafde kinderen krijgen extra
uitdagende opdrachten.
Het planmatig volgen van kinderen gebeurt o.a.
door het Cito-leerlingvolgsysteem van groep
1 t/m 8 voor de vakken rekenen, spelling, begrijpend
lezen en technisch lezen.
Daarnaast worden nog andere toetsen ingezet, die
u in onderstaande tabel vindt.
De ontwikkeling en vorderingen van de kinderen
worden op vaste momenten besproken door de intern begeleider en de groepsleerkracht. Tijdens oudergesprekken bespreken de leerkrachten dit met
de ouders.
Groep
Vak
Deze planmatige aanpak is erg belangrijk binnen
onze school.
Alle resultaten houden we per leerling bij in ons digitale leerlingvolgsysteem. Vorderingen van de kinderen houden we systematisch bij om ze te kunnen
volgen in hun ontwikkeling. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen door middel van observaties
en toetsen. Er zijn twee soorten toetsen: methode
afhankelijk toetsen (zoals voor spelling en rekenen)
en methode onafhankelijk toetsen (zoals de Citotoets). De resultaten van de observaties en toetsen
leggen we vast in het leerlingendossier, dat na afspraak ter inzage ligt.
Toetsen die we gebruiken zijn:
Toets (Cito)
1
Voorbereidend rekenen
Voorbereidend taal Rekenen voor kleuters
Taal voor kleuters
Kleuterobservatielijst (KOL)
Dyslexieprotocol
2
Voorbereidend rekenen
Voorbereidend taal Rekenen voor kleuters
Taal voor kleuters
Kleuterobservatielijst (KOL)
Dyslexieprotocol
3, 4, 5
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen
Taal
Sociaal emotioneel
3-minuten toets (DMT) en AVI
Begrijpend Lezen
Spelling
Rekenen-Wiskunde
Woordenschat
Viseon
4 Capaciteitentest
Niet Schoolse Cognitieve Competentie Test (NSCCT)
6
Technisch lezen
Taal
Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen
Sociaal emotioneel
3-minuten toets (DMT) en AVI (bij uitvallers)
Woordenschat
Begrijpend Lezen
Spelling
Rekenen-wiskunde
Viseon
7
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen
Capaciteitentest
Sociaal emotioneel
Algemeen
3-minuten toets (DMT) en AVI (bij uitvallers)
Begrijpend Lezen
Spelling
Rekenen-wiskunde
Drempeltest
Leermotivatietest (LMT)
Viseon
Cito Entreetoets
8
3-minuten toets (DMT)
Begrijpend Lezen
Spelling
Rekenen-Wiskunde
Viseon
Cito EindtoetsGroep
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen
Sociaal emotioneel
Algemeen Alle kinderen (groep 1 t/m 8) krijgen twee keer per
jaar een rapport mee naar huis. In februari en juni.
In het begin van het schooljaar zijn er ouders die
we uitnodigen om het onderwijsaanbod voor hun
kind te bespreken. In de week van 27 oktober 2014
worden alle ouders uitgenodigd voor een eerste
gesprek en worden de eerste ervaringen met elkaar
gedeeld. In de week van 23 februari 2015,na het
eerste rapport, worden alle ouders uitgenodigd voor
een oudergesprek. Het tweede rapport ontvangt u in
de week van 6 juli 2015. Mogelijk zijn er facultatieve
gesprekken voorafgaand aan dit rapport.
20
21
3.02 Resultaten van ons onderwijs
Onze school heeft goede resultaten bereikt, wanneer het kind op díe school voor voortgezet onderwijs terechtkomt waar het thuishoort. Hierbij spelen
de volgende factoren een rol:
• de belangstelling van het kind
• de capaciteiten van het kind
• de inzet en de werkhouding van de leerling
• de sociaal-emotionele gesteldheid en
• de persoonlijkheidsstructuur.
Tijdens de schoolloopbaan krijgen we hier al een goed
beeld van door de diverse toetsen (zie ook 3.01).
Een school kan slechts een bijdrage leveren aan
de ontwikkeling van het kind en heeft een beperkte invloed op het slagen van een schoolloopbaan.
Het is dan ook onjuist om ‘school­resultaten’ zoals
de uitslagen van toetsen of de vermelding van het
aantal leerlingen dat naar een bepaalde school voor
voortgezet onderwijs gaat, als enige graadmeter
voor kwaliteit te beschouwen. De gemiddelde score
van de Cito-Eindtoets is niet alleen afhankelijk van
de kwaliteit van het onderwijs. De capaciteiten van
de kinderen komen ook in deze uitslag naar voren.
De resultaten van de Cito- Eindtoets van de afgelopen 5 schooljaren, zijn weergegeven in het onderstaande schema:
scores van
510 515 520 525 530 535 540 545 groeps-
landelijk
tot 514 519 524 529 534 539 544 550 gemidd.
gemidd.
09/10 2
2
6
1
5
7
6
4
532,7
535,1
10/11
1
2
2
3
8
6
11
8
536,6
535,5
11/12
1
1
3
6
5
8
8
7
536,1
535,1
12/13
2
1
7
4
6
6
5
9
534,7
534,7
13/14
1
0
3
5
6
9
4
10
536,3
534,4
3.03 Begeleiding naar het
voortgezet onderwijs
Het is voor kind en ouders vaak een grote overgang
van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Het is vooral voor het kind erg belangrijk dat
daarbij de juiste keuze gemaakt wordt.
Om een goede schoolkeuze te maken wordt in
groep 8 een aantal stappen doorlopen:
• Informatieavond voor ouders aan het begin van
het schooljaar. Tijdens deze avond wordt ingegaan op de verschillende vormen van voortgezet onderwijs en op de gang van zaken rondom
de aanmelding. U krijgt uitleg over de Centrale
Eindtoets Primair Onderwijs en het lezen van de
resultaten van deze toets.
• De meeste scholen voor voortgezet onderwijs
houden open dagen, waarop het kind en de ouders de school kunnen bekijken. Ook de leerlingen van groep 7 kunnen dit alvast doen.
• Aanmelding op de school door de ouders
• Adviesgesprek met de leerkracht
• Tijdens dit adviesgesprek vertelt de leerkracht
welke vorm van voortgezet onderwijs voor het
kind het meest geschikt is. Hierbij wordt nadrukkelijk ook rekening gehouden met leerling kenmerken zoals werkhouding, motivatie,
doorzettingsvermogen en sociaal-emotionele
vaardigheden.
• Centrale Eindtoets Primair Onderwijs op 21-22-23
april
• Uitslag Centrale Eindtoets Primair Onderwijs
• Beslissing toelatingscommissie: de toelatingscommissie van de gekozen school zal, na inwinnen van het advies en eventuele nadere gegevens, over aanname beslissen.
De definitieve data worden in de loop van het schooljaar kenbaar gemaakt
In de loop van het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs bezoekt één van de docenten van het
voortgezet onderwijs onze school om de geplaatste
leerlingen door te spreken. De behaalde resultaten
worden vervolgens jaarlijks naar onze school gestuurd.
22
3.04 Waar gingen onze kinderen
na groep 8 naartoe?
Eind juni 2014 hebben 38 kinderen van groep 8
onze school verlaten:
•
•
•
•
•
•
18 kinderen gingen naar het Heerbeeck
College in Best
9 kinderen gingen naar het Kempenhorst
College in Oirschot
3 kinderen gingen naar het Jacob
Roelandslyceum in Boxtel
2 kinderen gingen naar het Bisschop
Beckers College in Eindhoven
5 kinderen gingen naar De Nieuwste
School in Tilburg
1 kind ging naar Helicon in Eindhoven
De schooladviezen waren als volgt verdeeld:
• 10 keer VWO
• 3 keer HAVO/VWO
• 3 keer HAVO
• 2 keer VMBO-T/HAVO
• 16 keer VMBO-T
• 4 keer VMBO-B/K
23
4. Wat als uw kind extra
aandacht nodig heeft?
Onderwijs op maat vraagt om afstemming van de organisatie van het onderwijs op individuele verschillen
tussen de leerlingen. Met elkaar zoeken leerkracht
en intern begeleider naar een manier waarop bij de
zorgleerling de ontwikkeling op gang komt. Kennis
hebben ván en werken mét leerlijnen en groepsplannen en individuele handelingsplannen is nodig om
planmatig de leerlingen te kunnen begeleiden.
passend onderwijs
Met ingang van 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan en zijn de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School opgehouden te bestaan. Dit houdt in dat ons schoolbestuur
deel gaat uitmaken van SWV De Kempen 30-09 .
In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren
meerdere schoolbesturen voor primair, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.
Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de
praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een
chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding
zijn om extra ondersteuning te organiseren.
De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds
een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet
vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken.
Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het
samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van
OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben.
Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een
ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere
leerling een passend onderwijsaanbod krijgt.
Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van
passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert mogelijk de organisatie van
de ondersteuning op school en worden er op termijn
minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie
heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het
passend onderwijsaanbod te realiseren.
Zorgplicht.
Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten
zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat
ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod
krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst
zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft
en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren,
eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet
zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste
naar een andere school kan gaan, moet de school,
na overleg met u, zorgen dat er een andere school
gevonden wordt die wel een passend aanbod kan
doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere
basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal
basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg
met de ouders is uiteraard erg belangrijk.
Na 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat
er met het kind aan de hand is, maar proberen we
de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning
dan geregeld moet worden.
Schoolondersteuningsprofiel.(SOP)
Iedere school stelt binnen passend onderwijs een
ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft
welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze
ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van
het schoolondersteuningsprofiel.
Verwijzingscommissies.
Na 1 augustus 2014 bestaan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs) en de Commissies voor Indicatiestelling (voor verwijzing naar speciaal onderwijs)
niet meer. Binnen het nieuwe samenwerkingsverband worden deze commissies samengevoegd tot
één commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen.
Geldigheid huidige beschikkingen.
Voor leerlingen die gebruik maken van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool gaat in de toekomst
een en ander wijzigen. De huidige rugzak moet straks
door het samenwerkingsverband worden omgezet in
een arrangement binnen een passende voorziening.
Volgens de wet zijn de huidige beschikkingen voor
een rugzak vanaf 1 augustus 2014 niet meer geldig.
Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft
echter het besluit genomen dat tot het moment van
omzetten van die rugzak in een arrangement de ambulante begeleiding en de begeleiding vanuit de basisschool zeker voor het schooljaar 2014-2015 worden
bekostigd. In de praktijk betekent dit dat het eerste
schooljaar voor deze leerlingen in de ondersteuning
niets hoeft te wijzigen.
Meer informatie
De overgang naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar 2014-2015
afgerond. De regering zal ook komend schooljaar
nog vele aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken en de schoolbesturen moeten
ten aanzien van verschillende thema’s nog verder
beleid ontwikkelen.
Als school wijzen wij u graag op enkele informatiebronnen m.b.t. Passend Onderwijs, te weten:
Passend Onderwijs Informatiegids voor ouders (uitgave Steunpunt Passend Onderwijs)
www.steunpuntpassendonderwijs.nl
www.passendonderwijs.nl
www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl
www.mensenrechten.nl
www.onderwijsconsulenten.nl
www.onderwijsgeschillen.nl
www.rsvbreda.nl
www.podekempen.nl
4.01 Werken met groepsplannen
In een groep doen zich vaak grote verschillen voor
tussen leerlingen. De leerkracht moet zijn onderwijs
zo inrichten dat tegemoet gekomen kan worden aan
die verschillen. De leerkracht zal voor een bepaalde,
vooraf afgesproken periode, een plan moeten hebben
om adequaat om te gaan met die verschillen. Dit plan
wordt een groepsplan genoemd. Om overzicht te houden over het complexe gebeuren in de klas worden
er eisen gesteld aan het planmatig handelen van de
leerkracht. Hoe kan een leerkracht vanuit gegevens
over leerlingen een planmatig aanbod creëren, waarin
zowel de verschillen tussen leerlingen als het onderwijs in de groep goed tot zijn recht komt?
De praktijk is, dat leerlingen onderwijs ontvangen in de
24
groep. Concreet onderwijs moet dan ook op dat niveau
worden gepland. In het groepsplan wordt op basis van
gegevens over individuele leerlingen het onderwijs voor
een beperkte periode in de groep gepland.
Twee keer per jaar worden de groepsplannen gemaakt. Tussentijds volgt een evaluatie op basis van
de resultaten van het cito-leerlingvolgsysteem en de
methode gebonden toetsen.
Aan de hand van deze tussentijdse evaluatie kunnen
de doelen voor de leerlingen bijgesteld worden.
Groepsplannen zijn zowel pedagogisch als didactisch
van aard. Er wordt dus onderwijs gepland op de verschillende vak- en vormingsgebieden. Voor groepen
leerlingen worden haalbare doelen gesteld en naar verwachting succesvolle leerroutes uitgestippeld. Er zijn
ook aanwijzingen in het groepsplan opgenomen over
de omgang met de leerlingen. Specifieke, op de sociaal/emotionele ontwikkeling gerichte, activiteiten zijn
ook zoveel mogelijk in het groepsplan opgenomen.
Werken met een groepsplan betekent dat er activiteiten
voor de hele groep, voor subgroepen en indien nodig
voor individuele leerlingen zijn opgenomen. De kunst
voor het plannen van het onderwijsaanbod in een heterogene groep is om hier verstandige keuzes te maken.
Vooral individueel werken is voor de leraar onhaalbaar
en voor het samen leren in de groep niet wenselijk. Klassikaal werken lijkt soms handig, maar biedt niet altijd
voldoende mogelijkheden om tegemoet te komen aan
verschillen tussen de leerlingen. Werken in subgroepen
is dan een mogelijkheid. Uit praktische overwegingen is
er slechts een beperkt aantal subgroepen mogelijk. We
gaan uit van drie instructiegroepen in een les.
Uitgangspunt bij het opstellen van groepsplannen zijn
de onderwijsbehoeften van leerlingen op pedagogisch
en didactisch gebied. We kijken meer specifiek naar
wat de leerling nodig heeft:
• Bv: deze leerling heeft:
• een leerkracht nodig die…..
• materiaal nodig dat…
• opdrachten nodig die….
• een instructie nodig die….
• feedback nodig die…
• groepsgenoten nodig die…..
25
De leerkracht moet zicht hebben op de leerlijnen.
De leerkracht moet als het ware over een ‘helikopterview’ beschikken over de methode. Naast het
zicht op leerlijnen moet de leerkracht ook weten op
welke manieren leerlingen leren.
Het onderwijspedagogisch handelen van de leerkracht richt zich zoveel mogelijk op het vervullen
van deze basisbehoeften. De leerkracht zal er niet
alleen op gericht zijn om de leerling te ondersteunen, maar ook om hem uit te dagen. In het groepsplan is het belangrijk dat ook zwakke leerlingen de
kans krijgen om zelfstandig te kunnen werken, zodat
ook zij het gevoel hebben dat ze iets alleen kunnen.
De leerkracht dient zicht te hebben op het gedrag
dat zij mag en kan verwachten bij een leerling. De
leerkracht kan op die manier beter aansluiten bij de
onderwijsbehoefte van de leerlingen.
4.02 Het overdragen van leerlingen
met speciale zorg
Om de doorgaande lijn van de zorgleerlingen zoveel
mogelijk te waarborgen, worden deze leerlingen apart
besproken bij de overdracht naar een volgende groep.
Hierbij komen alle onderzoeksgegevens en afspraken
die van belang zijn aan de orde. Zowel de oude als
nieuwe leerkracht en IB-er zijn hierbij aanwezig.
Tevens evalueert de ‘oude’ leerkracht vóór de zomervakantie samen met de ouders het handelingsplan. In
de eerste weken van het nieuwe schooljaar neemt de
‘nieuwe’ leerkracht contact op met deze ouders om de
zorg omtrent hun kind te bespreken.
4.03 Doubleren
In principe gaat ieder kind aan het einde van het
schooljaar door naar de volgende groep. Soms is het
in het belang van het kind, dat het kleuterschoolverlenging krijgt of doubleert. Dit wordt altijd met de ouders
besproken. Hierbij zijn zowel sociaal-emotionele factoren als didactische vorderingen van belang.
De inspectie gaat er vanuit dat elk kind dat tussen 1
oktober en 1 januari 4 jaar wordt in groep 1 geplaatst
wordt. Dit betekent dat deze kinderen slechts 1 ½ jaar
in de kleutergroep zitten.
De cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van
het kind kunnen echter bepalend zijn om het kind nog
een extra jaar in de kleutergroep te laten blijven. Dit
gebeurt altijd in overleg met de ouders.
4.04 Speciale zorg voor
meerbegaafde kinderen
Elk kind moet díe leerstof aangeboden krijgen die
voor hem/haar nodig is.
Om te bepalen op welk niveau een kind presteert,
worden de gegevens van het Cito-Leerling Volgsysteem (LVS), de methodegebonden toetsen en eventueel de gegevens van een aanvullend onderzoek
door een school­begeleidingsdienst bekeken. Hierbij
zijn de leerkracht, de ouders, de intern begeleider
en eventueel de extern deskundige betrokken.
Aan de hand van deze gegevens wordt een handelingsplan gemaakt voor het kind.
Van kinderen die bij het Cito-LVS steeds op niveau
AI scoren, wordt hun voorsprong berekend en omgezet in maanden. Is deze voorsprong meer dan
een half jaar, dan volgt de leerling de groepsinstructie met de volgende aanpassing in de verwerking:
• een minimum aan basisstof
• geen herhalingsstof, maar verrijkings- en verdiepingsstof
• hogere eisen stellen aan de kwaliteit en kwantiteit van het werk
Deze aanpassingen vinden plaats binnen de eigen
groep.
Sinds het voorjaar van 2014 is er binnen SKOBOS
een Bovenschoolse Plusklas voor de bijzonder begaafde leerlingen van SKOBOS ingericht. Deze klas
is gesitueerd in basisschool De Linde. In deze klas
bieden we nu nog op één dagdeel, maar in de loop
van het schooljaar 2014-2015 op twee dagdelen
aan een bijzondere groep leerlingen van SKOBOS
bijzondere lesactiviteiten aan.
Wat is de achtergrond van deze Bovenschoolse
Plusklas?
Binnen de groep leerlingen van SKOBOS is een aantal kinderen dat een meer dan gemiddelde begaafdheid heeft. Het gaat dan niet alleen om intelligentie,
maar bijvoorbeeld ook om het denkvermogen, een
eigen manier van denken en gedrag, een bijzondere
belangstelling en een speciale houding ten opzichte
van leren.
Deze kinderen hebben we voor wat betreft hun specifieke begaafdheid niet altijd even goed in beeld. Dat
is ook erg ingewikkeld, omdat ze niet altijd opvallen
door o.a. goede leerprestaties. Het betekent dat deze
leerlingen niet altijd het juiste onderwijs- en ontwikkelingsaanbod krijgen waar ze wel recht op hebben.
Omdat we dat niet gewenst vinden, hebben we in
het schooljaar 2013-2014 besloten om deze specifieke groep kinderen beter in kaart te brengen en
voor hen, nadat we ze in beeld hebben gekregen,
een specifiek onderwijsaanbod te ontwikkelen.
Wat gebeurt er in het schooljaar 2014-2015?
De bovenschoolse plusklas draait nog maar net.
Dat betekent dat we voor het schooljaar 2014-2015
nog veel zaken verder moeten uitwerken. In ieder
geval gaan we aan de slag met:
• Het organiseren van een algemene informatieavond voor álle belangstellende ouders in het
kader van hoogbegaafdheid, in september/
oktober 2014;
• Het opstarten van een tweede groep bijzonder
begaafde leerlingen na de herfstvakantie, gericht
op een jongere leeftijdscategorie;
• Het inrichten van een systeem van monitoring
om zicht te krijgen of deze bijzondere voorziening
daadwerkelijk voor de leerlingen iets “oplevert”;
we gaan in dit kader in ieder geval bij leerlingen,
ouders en leerkrachten “informatie” ophalen; verder zullen we nauwlettend de resultaten binnen
de eigen school volgen om te zien of daar geen
negatieve effecten ontstaan van het structureel
één dag per week in een andere omgeving dan
de eigen school onderwijs krijgen;
• Het maken van een verdere uitwerking van de inhoud van het aanbod;
• Het gaan zoeken van samenwerking met andere
“aanbieders” van onderwijs aan bijzonder begaafde leerlingen.
4.05 Speciale zorg voor kinderen met leesproblemen en dyslexie
Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door
een hardnekkig probleem met het aanleren en het
accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en spellen op woordniveau.
Vanaf groep 1 worden kinderen met IV en V scores bij het Cito-LVS (Leerlingvolgsysteem) en middels een dyslexieprotocol in de gaten gehouden. De
leerkracht observeert het kind (bijvoorbeeld rondom
26
rijmpjes, liedjes, namen van de kinderen, kleuren)
en noteert opvallende zaken.
Kinderen die vanaf groep 4 (na extra oefening in
groep 3) zwakke scores halen bij de Cito DrieMinutenToets (niveau IV en V) en/of bij Cito Leestempo/
Leestechniek minstens 2 niveaus achterlopen op de
standaardnorm komen in aanmerking voor een dyslexievriendelijke aanpak.
Hiertoe behoren:
• meer tijd krijgen voor het maken van proefwerken
• proefwerken/teksten voorgelezen krijgen
• teksten mee naar huis krijgen om alvast door
te lezen
• het vergroten van teksten
In overleg met de leerkracht, de ouders en de intern
begeleider wordt een handelingsplan gemaakt.
Alleen bij ernstige problemen kunnen wij een dyslexieonderzoek aanbieden.
Voor kinderen met ernstige dyslexie bieden wij op
school het computerprogramma ‘Kurzweil’ aan. Bij
dit programma worden teksten (op CD of gescand)
door de computer voorgelezen.
De intern begeleider bekijkt of het kind met ‘Kurzweil’ kan gaan werken. Niet elk dyslectisch kind
heeft baat bij dit programma.
4.06 Onderwijs aan zieke kinderen
Als een leerling lang of vaak ziek is, blijft de school
verantwoordelijk voor de voortzetting van het onderwijsprogramma. Voor deze leerlingen kan de school
daarbij ondersteuning aanvragen bij een schoolbegeleidingsdienst.
Zowel leerlingen die ziek thuis verblijven als leerlingen die in het ziekenhuis liggen en van wie de
prognose is, dat ze drie weken of langer ziek blijven,
kunnen in aanmerking komen voor deze onderwijsondersteuning. Als het van belang is kan de leerling
ook in aanmerking komen voor onderwijsondersteuning bij een kortere ziekteduur dan 3 weken.
Zo spoedig mogelijk nadat een zieke leerling is
aangemeld, maakt de consulent Onderwijs Zieke
Leerlingen van Ziezon, afspraken met de school
over de manier waarop de onderwijs­ondersteuning
vorm krijgt. Naast de onderwijsondersteuning kan
27
de consulent Onderwijs Zieke Leerlingen op verzoek voorlichting geven over de mogelijke consequenties van ziektebeelden voor de onderwijsloopbaan en –prestaties.
De aanmelding van een zieke leerling, gebeurt altijd door de school. Wanneer uw kind ziek is, kunt
u de schoolleiding er op wijzen, dat u het belangrijk
vindt, dat uw zoon of dochter onderwijsondersteuning krijgt.
Wilt u meer informatie over het onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u contact opnemen met de
schoolleiding. Op school is hiervoor ook een folder
beschikbaar.
4.07 Verwijzing naar speciaal onderwijs
Soms zijn handicaps van kinderen dusdanig, dat onderwijs op een reguliere basisschool nagenoeg onmogelijk is. Voor deze kinderen zijn er scholen voor
speciaal onderwijs.
Deze scholen zijn ingedeeld in clusters:
Cluster 1: visueel gehandicapte kinderen
Cluster 2: dove en slechthorende kinderen en
kinderen met ernstige spraak- of
taalmoeilijkheden;
Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen,
verstandelijke gehandicapte kinderen,
meervoudig gehandicapte kinderen
en langdurig zieke kinderen;
Cluster 4: kinderen met ernstige psychiatrische
of gedragsproblemen (bv. autisme).
Scholen binnen de clusters 2, 3 en 4 werken samen
in Regionale Expertise Centra (REC). Cluster 1 valt
onder een aparte regeling.
Wanneer u uw kind wilt aanmelden voor een school
voor (voortgezet) speciaal onderwijs, dan kunt u terecht bij de Commissie voor Indicatiestelling in een
REC in de regio.
4.08 Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en
Centrum voor Jeugd en Gezin
Sinds afgelopen schooljaar is in Oirschot het Centrum
voor Jeugd en Gezin gestart.
Het Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) en de GGD
zijn hier een onderdeel van.
Op de scholen is een intern zorgteam (IZT) samengesteld, bestaande uit de schoolmaatschappelijk werkster, de jeugdverpleegkundige van de GGD en de
intern begeleider van school. Zij hebben 4x per jaar
een spreekuur op school. Het is een laagdrempelige
vorm van hulpverlening voor zowel scholen als leerlingen en hun ouders/opvoeders. Zowel de school als de
leerling of zijn/haar ouders kunnen een vraag neerleggen bij het IZT.
Indien nodig stelt de SMW-er vervolgens een plan van
aanpak voor. Dat kan bijvoorbeeld inhouden:
• het geven van informatie en advies
• een aantal gesprekken met de leerling
• een aantal gesprekken met de ouders en/of de
leerkracht
• bemiddeling tussen ouders en school
• praktische ondersteuning in de thuissituatie
In onderling overleg zal gekozen worden, hoe het aangemelde probleem aangepakt zal worden.
Bereikbaarheid van SMW:
Telefonisch: 040-2048500 (Centraal kantoor Dommelregio), of per mail.
Voor onze school is Sanneke van der Sanden de
schoolmaatschappelijk werkster.
U kunt haar bereiken onder:
[email protected]
De intern begeleiders hebben de rechtstreekse telefoonnummers van de schoolmaatschappelijk­ werkster en zij weten tevens wanneer SMW op school
aanwezig is.
28
Reggy Nuijens
Mijke Pallandt
Carolien van Hattem
Marian Oppers
Marjolijn Vossen
Lescha Nuyens
Judith Hermans
Marianne Louwerse
Angela van Liempt
Margo vd Bosch
Marie Annick Canoy
René Graafmans
Hans van Kollenburg
Lenne van Hamont
Ans de Bresser
Milou Brackenie
Het team
Daniëlle Beekmans
Erna Ooms
Christianne vd Wal
Esther van Erp
Karlijn Versteden
Linda Simons
Lieke vd Laar
Jeroen Smeets
Maartje Vervest
Irene van de Voort
Ton Coppens
Germy Sinke
Wendy Wiercx
Carla Kemps
Frans vd Wal
Gemma Robben
29
5. Wie dragen zorg voor
uw kind?
5.01 De samenstelling van ons team
Directeur: Linda Simons – Elesen
(ma./di./do./vr.)
Managementteam:
Germy Sinke - intern begeleider
groep 1 t/m 4 + 4/5 (ma. t/m vr.)
Frans van de Wal - intern begleider groep 5 t/m 8 (ma. t/m vr.)
Angela van Liempt - onderbouwcoördinator (ma./di./do.)
Jeroen Smeets - bovenbouwcoördinator (ma. t/m vr.)
Groep 1/2 a: Groep 1/2 b: Groep 1/2 c: Groep 2c Groep 3a: Groep 4a: Groep 4/5b: Groep 5a: Groep 6a: Groep 6b: Germy Sinke (ma. t/m wo.)
Karlijn Versteden (do./vr.)
Daniëlle Beekman (ma. t/m wo.)
Erna Ooms (do./vr.)
Wendy Wiercx (ma. t/m do.)
wordt op vrijdag gesplitst en
gaat naar groep 2a of 2b
Judith Hermans (ma./di)
Esther van Erp (wo. t/m vr.)
Christianne van de Wal
(ma. t/m wo.)
Carla Kemps (do./vr.)
Lenne van Hamont (ma. t/m vr.)
Lieke van de Laar (ma./di.)
Marjolijn Vossen (wo. t/m vr.)
Frans van de Wal (ma. t/m wo.)
Ton Coppens (do./vr.)
Carolien van Hattem (ma./di.) Milou Brackenie (do./vr. en
wo om de week)
Marianne Louwerse
(wo. om de week)
30
Groep 7a :
Groep 7b: Groep 8a: Groep 8b: Maartje Vervest (ma. t/m vr.)
JReggy Nuijens (ma./di./vr.)
Irene van de Voort (wo./do.)
Hans van Kollenburg
(ma. t/m vr.)
Jeroen Smeets (ma./di./wo.) Marie Annick Canoy (do./vr)
Administratie: Gemma Robben
Conciërge:
René Graafmans
Huishoudelijke hulpen:Margo van den Bosch
Ans de Bresser
Marian Oppers
Contactpersoon bij problemen:
Christianne van de Wal
Coördinator onderbouw:
Angela van Liempt
Coördinator bovenbouw:
Jeroen Smeets
Interne begeleiders: Germy Sinke
Frans van de Wal
I.C.T. (informatie- en communicatietechnologie):
Jeroen Smeets
Remedial teachers: Lescha Nuyens
(ma.mo./di.mo./wo./vr.mo.)
Christianne van de Wal
(do-mo van 10.30-12.00 uur)
Rugzakbegeleiding: Lescha Nuyens
Bovenschoolse Plusklas:
Marianne Louwerse
31
5.02 De groepsindeling
Binnen onze school werken we met leerstofjaarklassen, aangepast aan de eisen van deze tijd. We zorgen
voor vloeiende overgangen tussen de jaargroepen
en we hebben veel aandacht en zorg voor elk kind.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen onderbouw en
bovenbouw. De onder­bouw wordt gevormd door de
groepen 1 t/m 4 en de bovenbouw door de groepen 5
t/m 8. Via deze acht op elkaar aansluitende leerjaren
proberen we de overgang naar het voortgezet onder­
wijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. In principe
gaan de kinderen van elke groep na de zomervakantie
over naar het volgende leerjaar.
Een kind kan op onze school worden geplaatst vanaf de dag dat het vier jaar is. Daardoor hebben de
kleutergroepen het hele jaar door te maken met een
instroom van nieuwe leerlingen.
In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met heterogene groepen. Hier zitten kinderen in de leeftijd van 4
t/m 6 jaar bij elkaar. Vanaf groep 3 zitten zij, indien
mogelijk, in jaargroepen en zijn dan van ongeveer
dezelfde leeftijd.
Wanneer het om organisatorische redenen noodzakelijk is, worden combinatieklassen gemaakt. Het
maken van combinatieklassen wordt met de grootste
zorgvuldigheid gedaan.
Binnen elke groep wordt een systeem van differentiatie toegepast om tegemoet te komen aan de
individuele niveauverschillen van de leerlingen.
Het is niet vanzelfsprekend dat uw kind gedurende
zijn/haar schoolloopbaan bij dezelfde kinderen in de
klas zit. Indien nodig houdt school zich het recht voor
om de samenstelling van een groep te doorbreken.
Dit schooljaar hebben we drie groepen 1/2, één groep
3, één groep 4, één groep 4/5, één groep 5, twee
groepen 6, twee groepen 7 en twee groepen 8.
5.03 School- en groepsgrootte
Dit schooljaar starten we in augustus met 334 leerlingen en gedurende het schooljaar stromen ongeveer
25 leerlingen in bij de kleutergroepen.
Scholen krijgen van de overheid een personeelsbudget dat gerelateerd is aan het aantal leerlingen dat
de school op 1 oktober voorafgaand aan het huidige
schooljaar telt.
5.04 Vervanging van leerkrachten
Als een leerkracht afwezig is, wordt voor een vervangende leerkracht gezorgd. We maken zoveel
mogelijk gebruik van vaste invallers. Wanneer er
geen vervangers beschikbaar zijn, worden door de
school noodmaatregelen getroffen, zodat het onderwijs gewoon doorgaat.
Pas in het uiterste geval worden groepen beurtelings thuisgelaten. Dit is de afgelopen jaren nog
nooit voorgekomen.
5.05 Begeleiding en inzet van stagiaires
Elk jaar loopt een aantal studenten van de PABO
(leerkracht) en ROC (onderwijsassistent) op onze
school stage. De studenten worden begeleid door
de leerkracht van de groep waarin zij stage lopen.
Ook geven stagiaires in opdracht van de leerkracht
een aantal lessen aan de kinderen. Zo doen zij praktijkervaring op. Daarnaast komt de vaste leerkracht
hierdoor in aan­raking met nieuwe ontwikkelingen en
inzichten. De vaste leerkracht blijft eindverantwoordelijk voor zijn of haar groep. Wanneer een stagiaire
vanuit de opleiding de opdracht krijgt om een aaneen­
gesloten periode les te geven in een bepaalde groep,
wordt u hierover geïnformeerd.
Verder wordt er ook vaak op ons een beroep gedaan
vanuit het voortgezet onderwijs i.v.m. ‘snuffelstages’
of ‘maatschappelijke stages’. Wij willen hier altijd
graag gehoor aan geven, omdat wij iedereen de kans
willen bieden om kennis te maken met het onderwijs.
5.06 Raad van Toezicht
De vijf katholieke basisscholen in Oirschot, Spoordonk en Oost-, West- en Middelbeers zijn ondergebracht in één gezamenlijke stichting, te weten de
Stichting Katholiek Onderwijs de Beerzen, Oirschot,
Spoordonk (SKOBOS).
De Raad van Toezicht stelt alles in het werk om op
een positieve manier bij te dragen aan de continuïteit
en professionaliteit van onze scholen.
De voorzitter van de Raad van Toezicht is de heer
J. den Otter.
De algemeen directeur (voorzitter College van Bestuur) is de heer Fr. Bruinsma. Zijn kantoor is gevestigd bij basisschool de Plataan aan de van Tuldenstraat 2A in Oirschot.
6. Hoe verloopt de samenwerking tussen ouders en school?
Het adres van SKOBOS is:
SKOBOS
Postbus 55
5688 ZH Oirschot
Tel. 0499-550517
E-mail: [email protected]
Website: www.skobos.nl
5.07 Directie
De directeur van onze school is Linda Simons-Elesen.
Zij is 4 dagen per week werkzaam op onze school
(maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag). Zij heeft
geen lesgebonden taken. Haar kantoor vindt u in
de kleutergang en grenst aan het schoolplein. Voor
een gesprek met haar, kunt u het beste vooraf een
afspraak maken.
5.08 Contact
Op de voorkant van deze gids leest u hoe u onze
school kunt bereiken.
Iedere leerkracht heeft een eigen e-mailadres:
volledige voornaam met daaraan vast volledige
tussenvoegsel(s) en [email protected]). Bv.
[email protected]
We hebben de afspraak dat iedere leerkracht bereikbaar moet zijn als hij/zij met de groep buiten de
school is. De leerkracht is dan via het eigen mobiele
telefoon bereikbaar. De contacten lopen dan echter
eerst via het telefoonnummer van school. De school
neemt dan contact op met de leerkracht.
U kunt informatie over onze school nalezen op onze
website: www.skobos.nl/delinde.
Op deze site vindt u het laatste nieuws, een kalender, informatie over de verschillende groepen, foto’s
van allerhande activiteiten en publicaties zoals het
Lindeblaadje.
32
6.01 Ouderbetrokkenheid
Voor de opvoeding van het kind naar volwassenheid
zijn de ouders de eerstverantwoordelijken. Als afgeleide en in het verlengde daarvan, dragen school en
leerkrachten daarin bij, met name in de onderwijskundige ontwikkeling.
Voor een goede begeleiding van kinderen is een
open communicatie tussen leerkrachten en ouders
erg belangrijk. Door een soepele uitwisseling van
informatie kunnen ouders en school elkaar op een
zinvolle manier aanvullen bij onderwijs en opvoeding.
Iedere ouder kan meehelpen om de school steeds
beter te laten draaien. Dit kan door praktische hulp
te leveren, maar ook door zitting te nemen in ouderraad of medezeggenschaps­raad. Als ouder raak je
hierdoor ook goed op de hoogte van de dagelijkse
gang van zaken op school. Dat maakt het praten
met kinderen over school ook gemakkelijker.
Ouders helpen regelmatig bij het organiseren en begeleiden van activiteiten “rondom de school”. Voorbeelden hiervan zijn onze leesouders, verkeersbrigadiers,
‘luizenmoeders’, klassenouders, hulp bij excursies etc.
6.02 Informatievoorziening aan ouders
Ouders worden op verschillende manieren op de
hoogte gehouden.
Informatieavonden
De groepsleerkracht geeft aan het begin van het
schooljaar uitgebreide informatie over de groep van
uw kind. Ouders hebben dan ook de gelegenheid
hierover vragen te stellen. De leerkracht vertelt hoe
het er in de groep aan toe gaat en welke lesstof er
in het schooljaar wordt behandeld.
33
Oudergesprekken (10-minutengesprekken):
In het begin van het schooljaar zijn er ouders die we uitnodigen om het onderwijsaanbod voor hun kind te bespreken. In de week van 27 oktober 2014 worden alle
ouders uitgenodigd voor een eerste gesprek en worden
de eerste ervaringen met elkaar gedeeld. In de week
van 23 februari 2015 na het eerste rapport worden alle
ouders uitgenodigd voor een oudergesprek. Het tweede rapport ontvangt u in de week van 6 juli 2015. Mogelijk zijn er facultatieve gesprekken voorafgaand aan
dit rapport.
De oudergesprekken zijn dit schooljaar gepland op:
Gesprek 1:
dinsdag 28 en donderdag 30 oktober
Gesprek 2: dinsdag 24 en donderdag 26 februari
De ouders van leerlingen uit groep 8 worden in januari
uitgenodigd voor een individueel gesprek om het advies
voor het Voortgezet Onderwijs te bespreken.
Open avond
Ieder jaar wordt de open avond georganiseerd. Alle
ouders met hun kinderen, ook wanneer deze de
schoolkeuze nog moeten maken, zijn dan van harte
welkom om elke klas te bezoeken. Ook kunt u nader
kennis maken met de leerkrachten, ouderraad en medezeggenschapsraad.
Op donderdag 19 maart is de open avond van
18.00 – 20.00 uur.
Voorafgaand aan deze open avond is er voor ouders
die de school nog niet kennen een informatieavond op
maandag 16 maart van 20.00 – 21.30 uur en op dinsdag 17 maart een inloopochtend (met kind).
Lindeblaadje
Elke twee weken, op donderdag, verschijnt het Lindeblaadje op de website van school.
Dit is het informatieblad voor de ouders van de
school. Er staat bijvoorbeeld in welke extra activiteiten plaatsvinden op en rond school. Ook informatie
vanuit de ouderraad en medezeggenschaps­raad
kunt u hier in vinden. Ouders ontvangen het Lindeblaadje automatisch per mail.
Schoolgids, schoolkalender,
informatieboekje kleuters
Alle praktische en algemene informatie vindt u in
deze schoolgids en op de website van de school.
Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders
een schoolkalender en een leerlingenlijst van de
groep waarin het kind zit. Op deze schoolkalender
staan alle activiteiten, vakanties en verjaardagen
van juffen/meesters reeds vermeld.
Aan het begin van de kleuterperiode ontvangen de
ouders een informatieboekje voor kleuters.
Schoolplan
Wilt u meer weten over identiteit, beleid, en kwaliteitsbewaking van onze school op onderwijskundig en organisatorisch gebied dan kunt u altijd ons
schoolplan op school inzien.
Website
Informatie over onze school kunt u ook vinden op de
website: www.skobos.nl/delinde
6.03 Informatievoorziening aan
gescheiden ouders
Wanneer ouders gescheiden leven of gaan scheiden
kan het voor ons moeilijk zijn om te bepalen welke
positie wij bij het verstrekken van informatie moeten
innemen. De wet biedt ons hierin echter een duidelijke richtlijn. We zijn als school verplicht beide ouders te informeren. Dus ook de ouder die niet met het
ouderlijke gezag belast is, heeft recht op informatie.
Alleen in geval van zeer zwaarwegende argumenten
kan van die richtlijn worden afgeweken.
Aan beide ouders stellen wij beschikbaar: schoolgids, schoolkalender, Lindeblaadje en kopieën van
rapporten, NSCCT, Drempeltest, Cito-Entreetoets
en Cito-Eindtoets.
Er zijn verschillende manier om informatie door te geven:
1. De informatie wordt via de verzorgende ouder
doorgegeven
2. De informatie wordt via het kind in tweevoud
meegegeven
Ouders nemen zelf het initiatief en geven aan op
welke manier de informatie overgedragen moet
worden. Zonder tegenbericht gaan wij ervan uit dat
voor optie 1 gekozen is.
Bij informatieavonden en oudergesprekken zijn beide ouders welkom.
Wij gaan er vanuit dat beide ouders bij het oudergesprek aanwezig zijn. Indien dit niet wenselijk is,
kan een individuele afspraak met de leerkracht gemaakt worden.
6.04 De Medezeggenschapsraad
Bij wet is geregeld dat inspraak van ouders en personeel
plaats vindt in de medezeggen­schapsraad (MR). Omdat onze school onderdeel uitmaakt van SKOBOS is
er ook een Gemeen­schappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) voor beleid op SKOBOS-niveau. De wet
schrijft precies voor op welke gebieden de directie en
bestuur advies of instemming moet vragen aan de MR
of GMR. Op maandag 6 oktober is er een algemene
jaarvergadering van de Medezeggenschapsraad en de
Ouderraad.
Op onze school bestaat de medezeggenschapsraad
uit zes leden: drie leerkrachten en drie ouders. De
medezeggenschapsraad denkt- en kijkt mee bij het
beleid en de plannen van de school, en is een belangrijk kanaal waarlangs ouders en leerkrachten
invloed hebben. De personeelsgeleding kent de volgende drie leden: Lieke van de Laar, Marjolijn Vossen
en Esther van Erp. Lieke van de Laar is aftredend op
6 oktober. Door wie zij wordt opgevolgd is bij het verschijnen van deze gids nog niet bekend.
De oudergeleding wordt gevormd door Minke
Claessen, Myrna Boon en Tjitske Vervoort.
De voorzitter van de MR is Tjitske Vervoort. Zij is
bereikbaar via telefoonnummer: 06-36067610.
Een leerkracht en een ouder, hebben zitting in de
GMR van SKOBOS.
Hans van Kollenburg, is namens de personeelsgeleding afgevaardigd naar de GMR en de afgevaardigde
namens de ouders is Minke Claessen.
6.05 De Ouderraad
Naast de medezeggenschapsraad is er ook een
ouderraad. De ouderraad organiseert een groot
aantal activiteiten. Voorbeelden van activiteiten zijn:
de ontvangst van Sinterklaas, de Kerstviering, de
sport- en speldag en schoolreizen.
Daarvoor kent de ouderraad een groot aantal commissies voor de organisatie van die activiteiten. In
die commissies zijn ook leerkrachten actief.
De OR telt bij het verschijnen van deze schoolgids
10 leden: Dorine Roefs, Sylvie van Beers, Janneke
Sanders, Jeroen van Laarhoven, Susanne Aarts,
Eline van den Biggelaar, Linsy van de Ven, Cynthia Vingerhoeds, Chantal den Otter, Digna van der
Sloot en Marjon de Bresser.
34
De voorzitter van de Ouderraad is Dorine Roefs en
zij is bereikbaar op telefoonnummer 0499-571985.
6.06 Klassenouders
Iedere groep heeft twee klassenouders. De klassenouders worden ieder jaar in augustus aangesteld. U heeft zich hiervoor kunnen opgeven via de
brief, uitvraag hulpouders, die u van de OR en MR
ontvangen heeft aan het einde van het schooljaar.
De taken van de klassenouder zijn uiteenlopend.
Voorbeelden zijn dat de klassenouder andere ouders regelt voor begeleiding en vervoer voor een
buitenschoolse activiteit, dat hij of zij meehelpt in de
klas bij de verjaardag van de leerkracht of de leerkracht helpt bij bijzondere activiteiten in de klas. De
klassenouders samen vormen ook een klankbordgroep voor de OR.
Er wordt nog een speciale avond voor de klassenouders georganiseerd, waarin allerhande zaken uitgelegd worden.
6.07 Verkeersbrigadiers en
verkeersveiligheid
Voor de veiligheid van onze kinderen is het noodzakelijk dat brigadiers helpen bij de oversteek­plaats op
de Spoordonkseweg. Hier wordt een kwartier voor
het begin van de schooltijd en tot een kwartier na het
einde van de schooltijd gebrigadierd. We oefenen
met de kinderen minimaal één keer per jaar hoe ze
hiervan gebruik moeten maken. De afspraken die we
hebben gemaakt bij brigadieren zijn:
1. De brigadiers stellen zich op aan weerszijden
van de rijbaan. Een van hen heeft een fluitje.
2. Een groepje kinderen wordt verzameld.
3. Er wordt pas overgestoken als er geen verkeer
nadert.
4. a. Eerste fluitsignaal: De brigadiers stappen
op de eigen rijbaanhelft.
b. Na dubbel fluitsignaal: De kinderen steken
over.
c. Na derde fluitsignaal: De brigadiers gaan
terug naar het trottoir.
Om de omgeving van de school en het verkeersgedrag van onze kinderen zo veilig mogelijk te houden, is het vanzelfsprekend dat wij als ouders en
35
leerkrachten bij het halen en brengen van de kinderen de geldende verkeersregels goed naleven.
De school heeft op basis van de verkeersveiligheidsmaatregelen in 2003 het Brabants Verkeersveiligheids Label (BVL) gekregen.
Het BVL is een kwaliteitskeurmerk. Het gaat hierbij
om de volgende onderdelen:
• de schoolorganisatie
• verkeerslessen in alle groepen
• verkeerseducatieprojecten
• samenwerking met de ANWB en de verkeersveiligheidsdag voor groep 8 in samenwerking
met Veilig Verkeer Nederland
• de theoretische en praktische verkeersproef in
groep 7
• een verkeersveilige schoolomgeving en verkeersveilige school-thuisroutes
• de betrokkenheid van ouders bij verkeerseducatie (bijvoorbeeld verkeersouders, brigadiers)
De coördinatie van het brigadieren en de contacten
met de gemeente/politie ter verbetering van de verkeersveiligheid rondom onze school wordt gedaan
door José van der Heijden (570185).
6.08 Ouderbijdrage
In principe bekostigt de overheid het basisonderwijs.
Om naast het normale programma al extra activiteiten te kunnen organiseren, vraagt de ouderraad u
jaarlijks een vrijwillige bijdrage.
De vrijwillige bijdrage in het schooljaar 2013-2014
is vastgesteld op € 30,00 per kind in de groepen
1 t/m 7. Dit bedrag is opgebouwd uit € 20,00 voor
het schoolreisje en € 10,00 voor overige activiteiten.
Voor leerlingen van groep 8 is de ouderbijdrage €
15,00 euro per kind, aangezien zij niet op schoolreis
gaan. Zij betalen alleen voor de overige activiteiten.
Voor het schoolkamp geldt een aparte bijdrage die
door de school wordt geïnd.
Via een automatische incasso wordt de ouderbijdrage op twee momenten in het schooljaar geïnd.
In de openbare jaarvergadering van de oudervereniging (OR en MR) op 6 oktober wordt bekeken of
de ouderbijdrage gewijzigd moet worden.
6.09 Protocol buitenschoolse activiteiten
Onderwijs beperkt zich niet puur tot het verzorgen
van lessen binnen een gebouw en/of op een speelterrein. Soms worden lessen buiten het schoolterrein verzorgd. Verder kent het onderwijs al vele decennia activiteiten buiten school, die een bijdrage
leveren aan de ontwikkeling van het kind (bijvoorbeeld excursies naar musea, IVN-wandelingen,
schoolreisjes).
Aangezien buitenschoolse activiteiten ook zekere
risico’s met zich meebrengen, zijn voor­waarden opgesteld, waaraan dit soort activiteiten moet voldoen.
Deze voorwaarden zijn te vinden in het ‘Protocol
voor buitenschoolse activiteiten’, dat elke ouder ontvangt bij inschrijving van hun kind.
Ouders die hun kind aan school toevertrouwen, kunnen erop vertrouwen dat buitenschoolse activiteiten
op een goede en verantwoorde manier plaatsvinden.
Het bestuur heeft een aanvullende verzekering afgesloten voor schade die de eigen (ziekte­kosten)
verzekering van ouders niet dekt.
6.10 Collectieve ongevallenverzekering
Het schoolbestuur heeft voor alle kinderen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze
verzekering is van kracht:
• Tijdens het verblijf in de schoolgebouwen en op
de daarbij behorende terreinen tijdens de officiële schooluren, alsmede tijdens het gaan van
huis naar school en omgekeerd, gedurende ten
hoogste een uur voor en een uur na schooltijd.
• Tijdens het overblijven, het verblijf op sportvelden, in gymlokalen, alsmede tijdens school­
reizen, excursies, schoolkampen en uitstapjes
in schoolverband.
De verzekering is afgesloten bij BKO verzekeringen
in Noordwijk. Op school kunt u informeren naar de
polisvoorwaarden. Wanneer u een aanvullende verzekering wenst, heeft de school hiervoor formulieren. U kunt het natuurlijk ook zelf regelen.
6.11 Vergoedingen van schade
Als kinderen schade toebrengen aan eigendommen
van school, dan worden de ouders aansprakelijk gesteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor verlies of beschadiging van school- of bibliotheekboeken, voor het stukmaken van meubilair, maar ook voor het kwijtraken of
stukmaken van de schoolvulpen.
Wij adviseren u om uw kind geen kostbare spullen
mee naar school te geven. Er bestaat altijd het risico
dat het kwijtraakt of stukgaat. School is dan niet verantwoordelijk.
6.12 Klachtenregeling
U kunt met vragen, kritische opmerkingen en
klachten bij de groepsleerkracht terecht als het
gaat over uw kind of de klassensituatie. Als het
gaat over meer algemene zaken kunt u de directeur aanspreken.
Wanneer het contact met de leerkracht onverhoopt
niet naar tevredenheid verloopt, kunt u gebruikmaken van de schoolinterne klachtenregeling. De
directeur is dan contactpersoon en altijd de bemiddelaar. Dit betekent dat u een gesprek aangaat
met de directeur:
• Deze hoort de klacht en gaat daarmee naar de
leerkracht.
• De directeur vraagt de leerkracht opnieuw met u
in gesprek te gaan en samen tot een oplossing te
komen.
• Wanneer dit onverhoopt niet lukt, volgt een gesprek tussen ouder en leerkracht waarbij de directeur de gespreksleider is.
• Indien ook dat niet lukt, kunt u een klacht indienen
bij de voorzitter van SKOBOS (zie 5.06.)
Als u een probleem hebt op schoolniveau kunt u
de klacht bespreken met de directeur. Lukt dat niet,
dan kan de voorzitter van de medezeggenschapsraad of ouderraad worden gevraagd te bemiddelen. Wanneer dit niet tot het gewenste resultaat
leidt, kunt u uw klacht indienen bij de voorzitter van
SKOBOS (zie 5.06).
36
Ook kunt u - als u dit wenst - contact opnemen met
een van de onafhankelijke vertrouwenspersonen.
Deze zijn:
Dhr. W. van Nunen (Diaken)
Tel: 0499-570260
Mevr. Vugts – Kuiper (huisarts)
Tel: 0499 – 323106
U kunt gebruik maken van de formele Klachtenregeling voor het Katholiek Onderwijs als al uw pogingen
om met de school en SKOBOS een probleem op te
lossen mislukken:
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Tel.: 070-3925508 (van 09.00 -12.00 uur)
Fax: 070-3020836
6.13 Wet bescherming persoonsgegevens
Het registreren en verspreiden van persoonlijke informatie tijdens schoolactiviteiten is in deze tijd niet meer
weg te denken. Via o.a. groepsfoto’s, schoolprojecten,
website, informatie­blaadjes, sportdagen en uitstapjes
wordt persoonlijke informatie van uw kind middels foto
of video mogelijk vastgelegd en verspreid.
Ook middels klassenlijsten, die vermeld staan in de
schoolkalender, wordt informatie zoals adres, telefoonnummer en geboortedatum zichtbaar gemaakt.
In juli 2001 is de Wet Bescherming Persoonsgegevens vastgesteld.
In het begin van de basisschoolperiode wordt aan
de ouders of wettige vertegenwoordigers eenmalig
toestemming gevraagd voor het mogen gebruikmaken van deze informatie.
Wanneer u de toestemming voor gebruik van persoonlijke informatie wilt intrekken, kan dit met ingang van elk nieuw schooljaar door dit schriftelijk te
melden aan de directie uiterlijk de eerste week van
het nieuwe schooljaar.
37
7. Jeugdgezondheidszorg
7.01 Jeugdgezondheidszorg:
een gezonde keuze voor alle kinderen
Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit
een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente,
psycholoog en een preventiemedewerker. We leggen kort uit wat dit team voor de ouders, verzorgers
en leerlingen kan betekenen.
Antwoord op vragen
Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Is dit gedrag normaal?
Voor dit soort vragen kunnen u en uw zoon of dochter terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij
geven advies en bekijken samen met u of verder
onderzoek nodig is.
Contactmomenten
Tijdens de basisschoolperiode komen alle leerlingen van groep 2 en 7 op een vast moment in contact
met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan
groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook
aan schoolverzuim en gedrag. U kunt bij elk contactmoment aanwezig zijn.
Inentingen
In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de
laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus
en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond).
Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccinatie tegen
HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt
hiervoor uitnodigingen.
Gezonde school
De GGD helpt bij het realiseren van een veilige, gezonde en hygiënische school. Bijvoorbeeld door het
voorkomen en bestrijden van hoofdluis en het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Ook
doet de GGD metingen over een gezond leefklimaat
en adviseert de school hierin.
Over de GGD
Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van
kinderen van 4 t/m 19 jaar. De GGD zet zich in om
eventuele gezondheidsproblemen en -risico’s op
te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder
meer via gezondheidsonderzoeken houdt de GGD
(in samenwerking met de school) zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van
kinderen en jongeren. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind. De GGD gaat zorgvuldig om met
alle persoonsgegevens van u en uw kind.
De GGD is partner in het
Centrum voor Jeugd en Gezin.
Heeft u vragen?
• Stuur een e-mail naar:
[email protected]
Vermeld altijd de voor- en achternaam en
geboortedatum van uw kind
• Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via:
088 0031 414 op maandag t/m vrijdag:
9.00 - 11.00 uur en 14.00 - 15.00 uur
• Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders
• GGD Brabant-Zuidoost
Postbus 8684
6505 KR Eindhoven
• Bezoekadres: Clausplein 10,
5611 XP Eindhoven
www.ggdbzo.nl
7.02 Ziekmeldingen
Als een kind niet op school kan komen door ziekte,
bezoek aan de dokter en dergelijke, moeten de ouders dat schriftelijk, telefonisch of per e-mail vóór
schooltijd doorgeven. Alle meldingen worden doorgegeven aan de leerkracht, zodat deze snel kan
controleren wat er met een leerling aan de hand is.
Indien u uw kind per e-mail afmeldt, kunt u dat het
beste doen via het e-mailadres van de betreffende
leerkracht. Deze vindt u op de website van school.
Als u bij ‘team’ op de foto klikt van de leerkracht ziet
u onderaan ‘Stuur een e-mail naar ……’.
7.03 Protocol hoofdluis
Hoofdluis is een hardnekkig probleem dat elk jaar
wel een aantal keren de kop opsteekt. In overleg
met de GGD zijn daarom afspraken gemaakt:
• na elke vakantie vinden er op maandag
controles plaats door de ‘luizenmoeders’.
8. Wat zijn de schooltijden, schoolvakanties en leerplichtregels?
•
•
als er hoofdluis of neten worden gevonden,
neemt school contact op met de ouders. Indien
er levende luisjes gesignaleerd worden, wordt u
verzocht uw kind meteen op te halen van school
en te beginnen met de behandeling. De kinderen
kunnen na behandeling weer naar school.
na een week volgt een controle door de ‘luizenmoeders’ in de klas waar hoofdluis is geconstateerd.
Wij vragen u om uw kind ook regelmatig zelf te
controleren op hoofdluis. Wekelijks kammen met
een stofkam is een goed hulpmiddel. Constateert
u hoofdluis, behandel dit dan meteen en geef het
door aan school. Vergeet niet mutsen, petten, jassen, knuffels, kussens e.d. te wassen.
Op school is de GGD folder over hoofdluis beschikbaar.
8.01 Schooltijden
Het schoolplein is geopend van 15 minuten vóór tot
15 minuten na schooltijd. Er zijn twee surveillanten
aanwezig vóór het begin van de schooltijd en tijdens
de pauzes. De leerkrachten surveilleren bij toerbeurt.
De eerste bel gaat 5 minuten voor aanvang van de
school. Hierdoor heeft men 5 minuten de tijd om naar
het klaslokaal te gaan en kan de schooldag op tijd
beginnen.
De kleuters verzamelen zich per groep bij de afbeelding van hun groep (‘aap’ – ‘beer’ – ‘cavia’). De leerkrachten komen hen daar ophalen.
De hogere groepen verzamelen zich per groep op
een vaste plaats op het ‘Harrie van Moorselplein’. De
leerkrachten halen de kinderen daar op en gaan per
groep naar binnen.
De schooltijden zijn:
Groep 1:
Maandag Dinsdag Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Groep 2 t/m 8:Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
8.30 -14.30 uur
8.30 -14.30 uur
8.30 -12.30 uur
8.30 -14.30 uur
vrij
8.30 -14.30 uur
8.30 -14.30 uur
8.30 -12.30 uur
8.30 -14.30 uur
8.30 -14.30 uur
De pauzes zijn als volgt:
Groep 1 t/m 4
10.00-10.15 uur
11.40-12.25 uur (eerste kwartier lunch)
Groep 5 t/m 8
10.20-10.35 uur
12.15-13.00 uur (eerste kwartier lunch)
38
39
Aantal lesuren dit schooljaar:
Groep 1:
778,25 lesuren
Groep 2 t/m 8:
973,75lesuren
Wettelijke voorschriften aantal uren onderwijstijd in
8 aaneengesloten schooljaren:
Studiemiddag
5 juni (alle kinderen
vanaf 12.30 uur vrij)
Laatste schoolmiddag17 juli vanaf 12.00 uur vrij
Zomervakantie
20 juli t/m 28 augustus
Totaal 1 t/m 8
moet zijn
7.520
is
7.594,5
verschil
74,5
verschil per jaar 9,31
8.04 De Leerplichtwet in het kort
Totaal
1 t/m 4
3.520
3699,5
179,5
22,44
Totaal
5 t/m 8
3.760
3895
135
16,88
8.02 Gymrooster
Gymtijden groep 3 t/m 8 schooljaar 2013-2014:
Tijd
Ma
Di Do
08.30 – 09.15 09.15 – 10.00
3a
7a
09.35 – 10.20 6a
10.15 – 11.00
5a
4/5b
10.35 – 11.20
6b
11.00 – 11.40 5a
4/5b
12.30 – 13.15
4a
4b
13.00 – 13.45
8a
13.45 – 14.30
7b
8b
5a
Vrij
8a
8b
6b
6a
8.03 Vakanties en vrije dagen
De vakanties en vrije dagen in het schooljaar 20132014 zijn als volgt vastgesteld:
Studiedag SKOBOS 3 oktober (alle kinderen vrij)
Herfstvakantie
20 oktober t/m 24 oktober
Studiemiddag
4 november (alle kinderen
vanaf 12.30 uur vrij)
Kerstvakantie
22 december t/m 2 januari
Studiemiddag
12 januari (alle kinderen
vanaf 12.30 uur vrij)
Carnaval
16 t/m 20 februari
Studiedag
4 maart (alle kinderen vrij)
Goede Vrijdagmiddag3 april vanaf 12.00 uur vrij
Tweede Paasdag
6 april vrij
Meivakantie
27 april t/m 8 mei
Hemelvaart
14 en 15 mei
Pinksteren
25 mei
De leerplicht gaat in als een kind vijf jaar wordt. De
eerste schooldag van de maand na de vijfde verjaardag is ieder kind in Nederland verplicht om naar
school te gaan.
Vier- en vijfjarigen
Als een kind vier jaar wordt, mag het weliswaar naar
de basisschool, maar dat is dan nog niet verplicht.
Als uw kind vijf jaar wordt, is het geen zaak meer
van mogen, maar van moeten.
De rust in het onderwijs wordt het best gegarandeerd wanneer de groepen zoveel mogelijk een
vaste samenstelling hebben. Bovendien is de ontwikkeling van uw kind het best gegarandeerd bij een
volledig schoolbezoek.
Als u ervoor kiest om uw vierjarig kind naar school
te laten gaan, gaan wij ervan uit dat het kind alle
schooltijden meedraait. Slechts in overleg met de
directie/leerkracht is het mogelijk om een tijdelijke,
aangepaste regeling te treffen voor uw kind.
Buitengewoon verlof (art. 11 E en 11 G)
In artikel 11g van de wet is aangegeven dat kinderen
vrijstelling kunnen krijgen bij gewichtige omstandigheden. De wet omschrijft niet precies wat deze gewichtige omstandigheden zijn; u moet in dit geval denken
aan jubilea, huwelijken, begrafenissen, ernstige ziekte
van ouders enz. Het kan ook gaan om gebeurtenissen
in verband met geloofs- of levensovertuiging. In deze
gevallen kunt u verlof aanvragen bij de directie. Het
verlof betreft meestal één dag.
Ook voor deze aanvragen geldt dat zij schriftelijk
moeten gebeuren. De directeur is bevoegd dit
verlof tot maximaal 10 schooldagen toe te kennen.
Wordt het aantal van 10 schooldagen overschreden
dan wordt deze toekenning een bevoegdheid van
de leerplichtambtenaar.
Bij een beroep op ‘verlof vanwege gewichtige omstandigheden’ gaat het altijd om een situatie die
buiten de wil van de ouders en/of leerling liggen.
Ook hier ligt de bewijslast weer bij de aanvrager.
Extra vakantieverlof (11 F)
Alleen in gevallen waarin de specifieke aard van
werkzaamheden van de ouders het onmogelijk maakt
om binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan,
kan eenmalig extra vakantieverlof worden verleend.
Voorwaarden voor het toekennen van het vakantieverlof zijn de volgende:
• de aard van het beroep van een van de ouders
(horeca en aanverwante bedrijven) EN
• het feit dat er onoverkomelijke bedrijfseconomische belangen moeten zijn. Hiervan ligt de
bewijslast bij de aanvrager;
• eenmaal per schooljaar met een maximum van
10 schooldagen;
• en niet gedurende de eerste twee lesweken van
het schooljaar.
De aanvrager zal dan ook in zijn aanvraag moeten aantonen dat, wanneer hij tijdens de reguliere
schoolvakanties op vakantie gaat, hij een belangrijk
deel van zijn inkomsten uit zijn bedrijf misloopt.
Aanvraagformulieren voor extra verlof zijn op school
verkrijgbaar. De aanvraag moet ruim van tevoren (minimaal twee maanden) schriftelijk worden ingediend.
Voor verlof tot en met tien schooldagen in een schooljaar moet toestemming worden gevraagd aan de
schoolleiding. Bij langere periodes van verlof beslist
de ambtenaar Leerplichtzaken van de gemeente.
Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt voor al het luxeverzuim (als zonder toestemming, buiten de schoolvakanties, toch op vakantie wordt gegaan) proces
verbaal opgemaakt!
Spijbelen
Wanneer een leerling zonder opgaaf van redenen verzuimt, krijgen de ouders daarvan bericht met het verzoek alsnog de reden van verzuim te geven. Ongeoorloofd verzuim, ook minder dan drie dagen, wordt gemeld
bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente.
Afwezigheid vanwege medische
of andere indicaties
Het aantal bezoeken aan medische en pedagogische instanties is explosief gestegen. Het betekent
een inbreuk in de organisatie van de klas en de continuïteit van het leerproces. Wij verzoeken de ouders
om bezoeken aan huisarts, logopedist, tandarts, fysiotherapeut en dergelijke ná schooltijd te plannen.
40
Toezicht en sancties
Het toezicht op de naleving van de wet is opgedragen
aan Burgemeester en Wethouders, die daartoe een
ambtenaar leerplichtzaken belast.
Als de ouders/verzorgers hun verplichtingen niet nakomen, kunnen ze worden bestraft met een geldboete
van de tweede categorie of een hechtenis van ten
hoogste een maand.
Indien de directeur van de school de instroom en uitstroom van leerlingen niet meldt, ongeoorloofd verzuim
niet doorgeeft en/of onterecht verlof verleent, kan hij/
zij bestraft worden met een hechtenis van ten hoogste
een maand of een geldboete van de tweede categorie.De directie is verplicht om ongeoorloofd schoolverzuim door te geven aan de ambtenaar leer­plichtzaken.
Verzoeken om verlof moet u tijdig vooraf bij de directie
indienen. De school houdt een verzuim­registratie bij.
Schorsen en verwijderen van leerlingen
(art. 11 B en 11 C)
Schorsen
Schorsen is een ultieme straf die alleen toegepast
wordt, als een ‘afkoelingsperiode’ na een opeenvolging van kwalijke incidenten en wangedrag wenselijk
is. Voordat een schorsing een feit is, wordt een gesprek
gevoerd met de ouders. Het bestuur van onze school
en de leerplichtambtenaar worden op de hoogte gesteld van de schorsing en de duur van de schorsing.
Verwijderen
Een leerling wordt van school verwijderd:
• als er voor de betreffende leerling op onze school
geen mogelijkheden meer zijn om na herhaaldelijk wangedrag, dat al minimaal één schorsing
heeft opgeleverd, normaal te kunnen functioneren. Tevens wordt hierin de mate waarin andere
kinderen disfunctioneren door het gedrag van de
betreffende leerling betrokken
• als de ouders niet bereid zijn mee te werken aan
een noodzakelijke overplaatsing om het kind na
wangedrag op een andere (basis)school een
nieuwe kans te geven.
Een kind wordt pas van school verwijderd, nadat er
overleg geweest is met de ouders en het schoolbestuur. Weigeren de ouders overleg, dan zal het bestuur een bindend besluit nemen in het belang van
het kind en de school.
41
9. Welke voorzieningen
hebben we op onze school?
10. Wat we u verder nog willen vertellen
9.01 Wat heeft ons schoolgebouw
te bieden?
10.01 Zindelijkheid
Speellokaal kleuters
Wij beschikken over een speellokaal voor de kleuters.
Dit speellokaal ligt in de gang van de groepen 1/2.
De kleuters hebben twee keer per week gymles in dit
lokaal. Zij doen hun gymkleding aan in hun klaslokaal
en lopen daarna in hun gymkleding naar het speellokaal.
Het speellokaal wordt ook ingezet bij slecht weer. Als
de kinderen vanwege het weer niet kunnen buitenspelen, maken ze gebruik van het speellokaal.
10.02 Naar binnen gaan van de kinderen
Documentatiecentrum
We hebben binnen onze school een modern documentatiecentrum. Informatieve boeken zijn aanwezig in de kasten op de gangen en in de klassen. Hier
kunnen de leerlingen allerlei informatie verzamelen
voor bijvoorbeeld werkstukken.
Wij verwachten van kinderen die in groep 1 starten,
dat zij zindelijk zijn. Een ongelukje kan natuurlijk altijd
gebeuren en dat is ook geen probleem. Wanneer er
lichamelijke redenen zijn waarom een kind nog niet
zindelijk is, is het belangrijk om dit kort te sluiten met
de leerkracht.
Gymzaal
Op ons terrein bevindt zich een gymzaal. De kinderen
van de groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week
gymles en lopen over het speelplein naar de gymzaal.
De leerkrachten van de kleutergroepen komen 5
minuten voor aanvang van school naar buiten om
de kinderen op te halen.
Elke kleutergroep heeft een eigen vak op de speelplaats (bij de zijingang). Het is de bedoeling dat
alleen de kinderen in het vak gaan staan. De leerkrachten lopen met de kinderen naar binnen. Het
is niet de bedoeling dat ouders mee naar binnen
gaan. Natuurlijk hebben wij er begrip voor dat kinderen die komen oefenen of net bij ons op school
zitten het nog moeilijk vinden alleen naar binnen
te gaan. Het is dan geen probleem als u nog even
meegaat. Toch vragen wij u dringend dit naar binnenbrengen zo snel mogelijk af te bouwen.
Aula met podium
Onze aula bevindt zich in de gang van de middenbouw
(groep 3 t/m 5). De aula wordt regel­matig gebruikt voor
extra activiteiten, zoals het Open Podium, voor gastlessen en voor handvaardigheid.
De kinderen van de groepen 3 t/m 8 verzamelen
zich per groep op een afgesproken plaats op het
speelplein. De leerkrachten komen de kinderen buiten ophalen. Er is dan nog de gelegenheid om een
mededeling te doen bij de leerkracht van uw kind.
De aula heeft een flexibele wandafscheiding, waardoor de aula op een simpele manier te vergroten is.
Op dat moment ontstaat er een tribune waar kinderen
kunnen plaatsnemen.
Het podium met gordijnen zorgt ervoor dat de aula
voor de kinderen een echt theater wordt.
9.02 Buitenschoolse opvang
•
Als basisschool zijn wij wettelijk verplicht om
buitenschoolse opvang aan te bieden. Op ons
terrein is kinderopvang ‘Happienest’ voor kinderen van 0 tot 4 jaar en buitenschoolse opvang
voor kinderen van 4 tot 13 jaar gevestigd. Voor
meer informatie kunt u terecht op de website
www.happienest.nl of bellen naar telefoonnummer 0499-323935.
10.03 Kledingvoorschriften
Op onze school is het niet toegestaan kleding te
dragen, die de veiligheid van het kind en anderen
in gevaar brengt of die de onderlinge communicatie belemmert. Hieronder vallen ook bepaalde sieraden die gevaarlijk kunnen zijn bij bijvoorbeeld
de gymlessen.
Kleding dient te voldoen aan de algemeen geldende normen van fatsoen. Het is niet toegestaan
dat kinderen petten of hoofd- en gezichtsbedekkende kleding dragen in de klas. Er kunnen (bijvoorbeeld medische) redenen zijn om van deze
algemene regel af te wijken.
10.04 Tussendoortjes (in de pauze)
Als school bieden wij een omgeving aan waarin we
kinderen gezonde eetgewoonten aanleren.
Voor het tussendoortje in de kleine pauze is het de
bedoeling dat kinderen fruit/groente meenemen.
Snoep is niet toe­gestaan. Op school besteden we in
de lessen ook aandacht aan het belang van goede
voeding.
Uit onderzoek is gebleken dat veel kinderen te weinig drinken op een dag. Het drinkbeleid van school
is, dat kinderen altijd water mogen drinken. Alle kinderen krijgen aan het begin van hun schoolcarrière
een gekleurde beker met hun naam erop. Deze beker nemen zij steeds mee naar de volgende groep.
Dit beleid zien wij als een waardevolle investering
in de gezondheid van de kinderen nu én voor later.
10.05 Gezonde broodtrommel
In verband met het continurooster blijven alle kinderen op school over.
Wij vinden het belangrijk om bij kinderen gezond
eetgedrag te bevorderen. Vandaar dat wij u vragen
om uw kind een gezonde lunch mee te geven.
In de lunchtrommel kunt u naast de boterhammen
denken aan een stukje fruit of groenten. Snoepgoed
en frisdrank met prik is niet toegestaan.
Als tip kunnen we meegeven dat u bij warm weer
een koelelement bij het trommeltje van uw kind kunt
stoppen. Als u een flesje drinken ’s avonds in de
diepvries legt, is dat ook een goed koelelement. De
bekers en pakjes drinken worden op school in een
koelkast bewaard.
Verder is het belangrijk dat het lunchtrommeltje/het
fruitbakje en de drinkbeker van uw kind voorzien zijn
van hun naam.
10.06 Verjaardagen, trakteren en uitnodigingen
Een verjaardag is feest, dus dan hebben we er geen
moeite mee als er iets van zoetigheid getrakteerd
wordt. Er zijn natuurlijk ook allerlei leuke, lekkere,
maar ook gezonde dingen te bedenken. Bij de kleuters en groep 3 mogen de ouders aanwezig zijn bij
de viering van de verjaardag in de klas.
Wij vragen u dringend de uitnodigingen voor kinderfeestjes niet op school uit te delen.
42
Als één van de ouders jarig is, mogen de kinderen
uit de kleutergroepen een versje maken. De leerkrachten verzamelen deze data tijdens de informatieavonden aan het begin van het schooljaar.
10.07 Mobieltjes
Om te voorkomen dat mobiele telefoons kwijtraken
of kapot gaan, mogen kinderen géén mobieltjes mee
naar school nemen. In uitzonderlijke gevallen (na
overleg met de leerkracht) mogen kinderen een telefoon bij zich hebben. Deze telefoon wordt dan echter ingeleverd bij de leerkracht en mag na schooltijd
weer mee naar huis genomen worden. Leerkrachten
zijn niet verantwoordelijk voor verlies of diefstal van
het mobieltje. Voor dringende zaken mogen kinderen
altijd de telefoon van school gebruiken.
10.08 Jeugdbladen
De kinderen kunnen een abonnement nemen op
enkele jeugdtijdschriften.
• Voor groep 1/2 is dit Bobo en/of RomPomPom
• Voor groep 3/4 is dit Okki
• Voor groep 5/6 is dit Taptoe
• Voor groep 7/8 is dit National Geographic Junior
In het begin van het schooljaar krijgt u hiervoor een
formulier. U bent uiteraard vrij om een abonnement
te nemen.
10.09 Gymkleding
Wij hebben op school geen speciale gymkleding.
De kleuters nemen een gymbroekje, shirtje en
gymschoenen in een tas mee naar school. Deze
blijft van vakantie tot vakantie op school. Vóór elke
vakantie wordt de tas mee naar huis gegeven, zodat de kleding gewassen kan worden en kan worden gecontroleerd of alles nog past.
De kinderen van de groepen 3 t/m 8 nemen hun
gymkleding op de dag dat zij gym hebben mee naar
school en weer mee terug naar huis.
De gymkleding bestaat uit een gymbroek, shirt en
gymschoenen zonder zwarte schoenzolen.
43
10.10 Stabilo-pen
In groep 4 krijgen de kinderen een stabilo-pen. De
eerste is gratis. Een nieuwe stabilo-pen kost € 6,00.
Er wordt zoveel mogelijk met deze pen geschreven.
10.11 Gevonden voorwerpen
Regelmatig vergeten de kinderen bepaalde kledingstukken (gymkleding, dassen, wanten, etc.), fruitof lunchbakjes of andere spullen mee naar huis te
nemen. Deze belanden in de bak van gevonden
voorwerpen, die in de conciërgeruimte staat. We
spreiden deze spullen ook altijd zichtbaar uit met
ouderavonden. Door alle kledingstukken, vooral
gymspullen en gymtassen, te merken met een naam
voorkomt u dat u iets kwijt raakt. Spullen die te lang
op school blijven liggen, worden na verloop van tijd
aan het goede doel gegeven.
10.12 Fietsen op school
Kinderen die in de nabije omgeving van school wonen, verzoeken wij dringend om niet met de fiets
naar school te komen. Het zou fijn zijn als zij te
voet komen. De fietsenstalling is namelijk niet groot
genoeg om de fietsen van alle kinderen te stallen.
Zorg ervoor dat de fiets op slot kan worden gezet
en dat aan het sleuteltje een naam- en adreskaartje zit van uw kind. De school is niet aansprakelijk
voor diefstal van en beschadigingen aan fietsen.
Kinderen die met de fiets naar school komen moeten bij de poort afstappen en opstappen.
In verband met de veiligheid van andere kinderen
mag er niet gefietst worden op het plein.
10.13 Nablijven
Het kan nodig zijn, dat we aan kinderen (vanaf groep
3) vragen even na te blijven. De leerkracht wil dan
tussen 14.30 uur en 14.45 uur extra oefenen met uw
kind, als er tijdens de normale lestijden geen ruimte
is dit te realiseren. Wanneer dit structureel wordt,
overleggen we met u.
Deze tijd kan ook gebruikt worden om gewoon wat
werk af te maken. We proberen zo min mogelijk buiten de normale schooltijden met uw kind te werken.
Het kan ook voorkomen dat een kind een kwartier na
moet blijven, omdat het zich gedurende de dag niet
aan de regels heeft gehouden. De leerkracht gebruikt
die tijd dan om zijn of haar gedrag te bespreken.
Verder is elk kind een paar keer per jaar aan de beurt
als ‘hulpje’. Dit betekent dat het kind na schooltijd de
leerkracht helpt met het opruimen van de klas. Hierdoor is uw kind ook later uit school.
10.14 Schoolplein
Het schoolplein is een plek voor kinderen om te
spelen. Aangezien vóór schooltijd (08.15 – 08.30
uur) alle kinderen op het plein zijn, vragen we de
ouders in verband met de veiligheid te wachten op
de verzamelplekken achter de blauwe lijnen.
De kinderen die met de fiets komen, lopen met de
fiets aan de hand naar de fietsenstalling.
Op deze manier hebben kinderen voldoende ruimte om te spelen en is er voor de pleinwachten voldoende overzicht.
44
O n t we r p en f otogr af ie
E s te r A dr iaanse en
V i v i lameijer
( w w w. f otof ar m.nl)
i n c l . f oto’s Ar chief school