Zorginkoopbeleid Eno wijkverpleging 2015

Samen voor goede zorg
Addendum
ZN inkoopgids Wijkverpleging
11 augustus 2014
1
Inhoud
Pagina
1. Inleiding
3
2. Wijkverpleging
4
3. De Segmenten
6
4. Inkoopprocedure en contracteisen
9
5. Inkoopeisen bijzondere zorgvormen
17
6. Inkoopmodel en productieafspraken
20
7. Tijdpad
23
8. Noten
24
Disclaimer
De document is opgesteld door zorgverzekeraar Eno ten behoeve van de inkoop van de Wijkverpleging 2015
onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de
Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Zorgverzekeraar. Eno behoudt zich het recht voor om een correctie in de
inkoopdocumenten, de procedure en wijziging of aanpassing van de voorschriften van de inkoopprocedure toe
te passen indien na bekendmaking van deze documenten maatregelen door de overheid worden getroffen die
van invloed zijn op, de afspraken die zorgverzekeraars met zorgaanbieders op grond van deze maatregelen
dienen te maken dan wel wijzigingen betreffen van de Zvw-regelgeving.
2
1 Inleiding
In 2015 behoort de aanspraak Wijkverpleging tot de Zorgverzekeringswet. Het jaar 2015 wordt
gezien als een overgangsjaar, de totale transitie is een meerjarenproces, een goede inbedding van de
Wijkverpleging in de nulde en eerste lijn en een nieuw bekostigingsmodel vergt de nodige tijd. In de
landelijke inkoopgids Wijkverpleging vindt u het algemene beleid en uitgangspunten voor de inkoop
van de Wijkverpleging, in dit addenda is er soms een overlap van tekst zodat specifiek het Eno beleid
duidelijk wordt, ook qua uitvoering.
Zorginkoop in representatie
Zorginkoop 2015 vindt plaats in representatie. Dat wil zeggen dat per regio een zorgverzekeraar is
aangewezen die de zorginkoop verzorgt namens alle andere zorgverzekeraars.
In 2015 geldt voor de toewijsbare wijkgerichte zorg (S2) een landelijk zorginkoopmodel op basis van
representatie. Dit betekent dat één leidende zorgverzekeraar (de representant) de zorginkoop
verzorgt namens alle zorgverzekeraars, voor een bepaalde regio. Vooraf worden tussen de
zorgverzekeraars afspraken gemaakt over de rol en betrokkenheid van de tweede en eventuele
derde representant bij de uitvoering van het inkoopbeleid en de gesloten overeenkomst met de
zorgaanbieder. De overeengekomen tarieven en aanverwante afspraken gelden daarbij voor alle
zorgverzekeraars. De eigen zorgverzekeraar heeft voor de eigen cliënten zorgplicht, dat betekent dat
de zorgverzekeraar er voor moet zorgen dat zijn cliënten naast zorg of een vergoeding voor zorg
informatie kunnen ontvangen over het stopzetten van zorg en het profiel van de zorgaanbieder. Dit
betekent dus dat de zorgaanbieder, in het kader van de informatieplicht informatie dient te
verstrekken aan alle zorgverzekeraars betreffende het organisatieprofiel.De informatie wordt
verstrekt op verzoek van de zorgverzekeraar. De verschillende representanten zullen deze informatie
zoveel mogelijk uitwisselen, om onnodige administratieve lasten te voorkomen.
De representerende zorgverzekeraars gebruiken een WMG-overeenkomst als basis. De WMGovereenkomst wordt ondertekend door de eerste en tweede representant en de zorgaanbieder.
Vervolgens stuurt de eerste representant de tweezijdig getekende overeenkomst naar ZN die de
overeenkomst op het ledendeel van de ZN-website publiceert. Op deze wijze worden alle
zorgverzekeraars geïnformeerd over inhoud van de gemaakte afspraken en de gecontracteerde
partijen.
Segment 1: De niet-toewijsbare zorg wordt ingekocht per WMO-(sub)regio. Eno is eerste
representant voor de gemeenten Deventer, Raalte, Voorst en Olst/Wijhe. Een overzicht van deze
Wmo (sub)regio vindt u in de landelijke inkoopgids Wijkverpleging.
Segment 2: De direct toewijsbare zorg 2015 wordt ingekocht per zorgkantoorregio Eno is eerste
representant voor de regio Zorgkantoor Midden IJssel. Een overzicht van de zorgkantoorregio’s vindt
u in de landelijke inkoopgids Wijkverpleging.
Zorginkoop
In de ZN inkoopgids Wijkverpleging 2015worden uniforme eisen gesteld om in aanmerking te komen
voor contracteren, zie hiervoor pagina 17 en 18 ‘minimumeisen’
Door u het indienen van een offerte laat u Eno weten dat u voor een overeenkomst in aanmerking
wilt komen. De basis voor de inschrijving is de Bestuursverklaring. Een complete inschrijving bestaat
naast de Bestuursverklaring uit een aantal andere documenten. In de inkoopprocedure vindt u een
checklist met een compleet overzicht van de documenten die u bij de inschrijving dient mee te
sturen. Uw inschrijving dient uiterlijk 17 september voor 17.00 uur digitaal te zijn ingediend op
mailadres: [email protected]
3
2 Wijkverpleging
Wijkverpleging
Met ingang van 1 januari 2015 worden de prestaties persoonlijke verzorging en verpleging
overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Door deze prestaties op te nemen in
het verzekerde pakket op grond van de Zvw, wordt deze zorg beter verbonden met de nulde, de
eerste lijn en overige curatieve zorg. Hierdoor wordt zorg zoals huisartsen die bieden en ook
ziekenhuiszorg dichterbij het sociale domein gepositioneerd. Door een sterkere eerste lijn kunnen
mensen langer zelfstandig blijven functioneren. Het accent van de prestatie Wijkverpleging, ligt op
zelfredzaamheid, samen redzaamheid, kwaliteit van leven en gepast zorggebruik. De vraag van de
burger en zijn (on)mogelijkheden moeten bepalend zijn voor de zorg of ondersteuning die hij
ontvangt. De wijkverpleegkundige is hierbij, net als de huisarts, de eerste toegang tot professionele
zorg en de verbindende schakel tussen zorgvragers en zorgaanbieders binnen de domeinen van zorg,
wonen en welzijn
Gemeenten worden vanuit de Wet Maatschappelijk Ondersteuning 2015 verantwoordelijk voor de
ondersteuning van mensen met een beperking bij zelfredzaamheid en participatie. Ook worden zij
verantwoordelijk voor de ondersteuning bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen, die geen
verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop.
Om cliënten zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te laten zijn, is samenwerking tussen
gemeenten en zorgverzekeraars van belang voor cliënten die thuis zorg en ondersteuning nodig
hebben op basis van zowel de Wmo als de Zvw. Eno is in gesprek met gemeenten om de
wijkverpleegkundige op een lokaal passende manier een bijdrage te laten leveren aan het (sociale)
wijknetwerk, met als doel het wijknetwerk te versterken. Eno maakt met zorgaanbieders en
gemeenten afspraken over de bekostiging en inzet van deze niet-cliënt gebonden
wijkverpleegkundigen ( S1).
De nieuwe aanspraak Wijkverpleging is geformuleerd als; “zorg zoals verpleegkundigen die plegen te
bieden, waarbij die zorg verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico
daarop”. Door te verwijzen naar “zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden” valt het gehele
beroepsarsenaal van de verpleegkundigen onder de Zvw: niet alleen de verpleegkundige handelingen
(zorgverlening en verzorging), maar ook het coördineren, signaleren, coachen en preventie. In detail
ziet de nieuwe aanspraak Wijkverpleging er als volgt uit:





De huidige extramurale verpleging (VP) in de AWBZ
De huidige extramurale persoonlijke verzorging (PV) bij somatische aandoening en/of
primaire medische problematiek
De zorgtaken die nu onder andere worden uitgevoerd door wijkverpleegkundigen, zoals het
registreren en coördineren van de zorg voor de cliënten, preventieve taken en het signaleren
van een mogelijke zorgvraag. Onder dit onderdeel wordt ook de inzet van casemanagement
dementie verstaan
De zogenaamde medische specialistische verpleging thuis (MSVT), die nu al onder de Zvw
valt. Dit is verpleging die mensen thuis ontvangen, onder de verantwoordelijkheid van een
medisch specialist
Verder heeft het ministerie van VWS in de overheveling van de AWBZ naar de Zvw ook de
(tijdelijke) bekostigingsregeling voor de Intensieve Kindzorg (IKZ) gepositioneerd onder de
aanspraak Wijkverpleging, evenals de Palliatief Terminale Zorg (PTZ)
4
Beleidsregel
In de beleidsregel BR/CU- 7107 Verpleging en verzorging worden de volgende prestaties
onderscheiden:
1 Persoonlijke verzorging (S2)
2 Oproepbare verzorging (S2)
3 Verpleging (S2)
4 Oproepbare verpleging (S2)
5 Gespecialiseerde verpleging (S2)
6 Advies, instructie, voorlichting (S2)
7 Wijkgericht werken (S1)
Die nieuwe aanspraak Wijkverpleging wordt ingekocht en bekostigd in twee segmenten. Het grootste
segment (S2) bestaat uit het verrichten van verpleegkundige en verzorgende handelingen (prestaties
1 t/m 6). Het eerste segment (S1) een kleiner maar zeer belangrijk segment, richt zich niet op
individuele cliënten, maar op collectieve (wijk) taken (prestatie 7 uit de beleidsregel).
5
3 De Segmenten
Onderstaand worden beide segmenten en de relatie er tussen beschreven.
Segment 1
De wijkverpleegkundige is, net als de huisarts, de eerste toegang tot professionele medische zorg en
de verbindende schakel tussen zorgvragers en zorgaanbieders binnen de domeinen van zorg, wonen
en welzijn. De wijkverpleegkundige voert collectieve (wijk)taken uit die niet toewijsbaar zijn aan een
individuele cliënt, zoals het signaleren, stimuleren en het aangaan en onderhouden van contacten in
het (sociale) wijknetwerk. De wijkverpleegkundige is rechtstreeks toegankelijk en met behulp van
triagerende gesprekken komt zij tot “case finding”.
Het resultaat van segment 1 kan bestaan uit een zelfzorgadvies of mantelzorgadvies, doorverwijzing
naar zorgaanbieders in de Wmo , Zvw of Wlz, in goede afstemming met andere professionals in het
(sociale) wijknetwerk.
Segment 2
Het merendeel deel van de zorg die onder de aanspraak Wijkverpleging valt bestaat uit toewijsbare
cliëntgerichte zorg, nl. het verrichten van verpleegkundige en verzorgende handelingen. Daarnaast
vallen er taken onder als op individueel niveau indiceren, stimuleren, signaleren en coördineren van
de zorg. Deze taken dragen eraan bij dat de zorg op maat en doelmatig geleverd wordt aan een
cliënten en het betreft samenhangende zorg op individueel (toewijsbaar!) cliëntenniveau bij
meervoudige gezondheidsproblemen, waarbij afstemming tussen medisch en sociaal domein nodig
is.
Werkwijze
Wanneer binnen het (sociale) wijknetwerk door de wijkverpleegkundige (segment 1) is vastgesteld
dat er een verwijzing dient plaats te vinden naar de Zvw in het kader van de aanspraak
Wijkverpleging (segment 2), kiest de cliënt zelf een zorgaanbieder om de zorg van te ontvangen.
Deze zorgaanbieder wordt verantwoordelijk voor:




De indicatiestelling
Het opstellen van een zorgplan
De zorglevering
De zorgevaluatie
Voor wat betreft de indicatiestelling is het aan de wijkverpleegkundige om de behoefte van de
cliënten aan verpleging en verzorging naar aard, inhoud en omvang te bepalen. Dat wil zeggen: zij
kan een verpleegkundige diagnose stellen, bepalen welke verpleegkundige en of verzorgende
handelingen nodig zijn en hoeveel de cliënten nog zelf kan of kan aanleren De indicatie wordt
uiteindelijk gepresenteerd in een met de cliënt afgestemd zorgplan.
Ondanks de afbakening tussen S1 en S2 zal het voorkomen dat een wijkverpleegkundige (S1)
incidenteel een verpleegkundige handeling uitvoert zoals, bloedsuiker meten of een wondje
verzorgen, kortdurende instructie of uitvoering van zorg biedt die leidt tot zelfzorg.
Even goed zal een wijkverpleegkundige (S2) de afstemming zoeken met het wijknetwerk. De taken
zijn vervat in het totaalpakket aan handelingen dat deel uitmaakt van het beroep van
(wijk)verpleegkundige.
Zorgverzekeraars kiezen voor een zorginkoop scenario waarbij de niet-toewijsbare zorg (S1) apart
wordt ingekocht van de individueel toewijsbare zorg (S2). De niet-toewijsbare zorg (S1) wordt bij
6
zorgaanbieders ingekocht via de beleidsregelprestatie ‘Wijkgericht werken’ en zal plaatsvinden in
afstemming met de gemeenten in de regio.
Wijkgericht werken
De activiteiten die vallen binnen de prestatie wijkgericht werken zijn niet toewijsbaar aan de
individuele patiënt. De activiteiten zijn te kenschetsen als een verbinding tussen het medische en
sociale domein, waarbij signaleren, regisseren en coördineren de kern vormen. De niet-toewijsbare
zorg in segment 1 wordt door een wijkverpleegkundige niveau 5 geleverd. De beroepsaanduiding
wijkverpleegkundige wordt van oudsher gereserveerd voor hbo-opgeleide verpleegkundigen die een
vervolgopleiding in de maatschappelijke gezondheidszorg hebben gevolgd of binnen de initiële hboopleiding uitgestroomd zijn met een profiel maatschappelijke gezondheidszorg. De
beroepsvereniging V&VN verstaat onder wijkverpleegkundige de HBO-opgeleide verpleegkundige die
voldoet aan de competenties zoals beschreven in het document.
‘Expertisegebied wijkverpleegkundige’. In het kader van de zorginkoop Wijkverpleging door Eno
wordt verwezen worden naar de definities van de V&VN.
Naast de collectieve (wijk) taken levert zij ook incidentele kortdurende zorgtaken, de kern van haar
professie, die niet noodzakelijkerwijs door een andere verpleegkundige in segment 2 geleverd
hoeven te worden. De wijkverpleegkundige in segment 1 is rechtstreeks toegankelijk.
De wijkverpleegkundige ontvangt een signaal, bijvoorbeeld van een potentiële cliënt zelf, van
mensen in zijn directe omgeving, van zorgprofessionals die al bij een cliënt betrokken zijn of een
signaal afkomstig vanuit het (sociale) wijknetwerk, indien dit signaal betrekking heeft op het
medische domein. Zij inventariseert vervolgens de behoefte van de cliënten en kijkt daarbij naar alle
aspecten van het menselijk functioneren: het lichamelijke, het psychische, het functionele en het
sociale aspect. De wijkverpleegkundige werkt, vanuit de eigen professionaliteit, intensief samen met
andere generalistisch werkende professionals: de huisarts en andere professionals uit het sociale
domein. De wijkverpleegkundige zal met name triagerende ( vraag verheldering) gesprekken voeren.
Na afstemming met het (sociale) wijknetwerk kunnen uitkomsten van deze gesprekken bijvoorbeeld
zijn: een zelfzorg- of mantelzorgadvies, een doorverwijzing naar de Wmo, naar een zorgaanbieder in
segment 2 (wijkverpleging Zvw) of naar het CIZ ten behoeve van de Wlz (versmalde AWBZ) Ook zijn
er websites, waar naar doorverwezen kan worden, o.a. ‘ We Helpen’ , een marktplaatsachtige
omgeving waar hulpvraag en - aanbod bij elkaar gebracht wordt.
Wanneer er sprake is van een verwijzing naar de Zvw ten behoeve van de aanspraak S2
Wijkverpleging, dient de cliënt een keuze te maken voor een zorgaanbieder, eventueel ondersteund
door de S1 wijkverpleegkundige, die professioneel onafhankelijk is. Ook Eno kan cliënten helpen via
klantenservice en de zorgadvieslijn, via Contact center particulier wordt informatie over
gecontracteerde zorgaanbieders en andere verwijzingen geregeld. Z e kan ook de S1
wijkverpleegkundige informeren over de gecontracteerde zorgaanbieders in segment 2.
Samenwerking met gemeente
Eno zal als representerende zorgverzekeraar met de gemeenten Deventer, Ols Wijhe, Raalte en
Voorst afspraken maken over de inzet van de wijkverpleegkundigen in de wijkteams. Per gemeente
zullen voorwaarden gecreëerd worden die de professionals in de wijk helpen bij het doelmatig en in
samenhang uitvoeren van hun taken. Gemeenten worden vanuit de Wmo verantwoordelijk voor de
inrichting of intensivering van het sociale wijknetwerk en zij hebben hiervoor landelijk een bedrag
van 10 miljoen euro toegewezen gekregen. De zorgverzekeraars hebben een bedrag van 40 miljoen
euro landelijk beschikbaar voor de inkoop van deS1 wijkverpleegkundige zorg.
Eno vindt het van belang dat er afstemming met gemeenten is over waar (in welke wijken) de
wijkverpleegkundige het meest effectief kan worden ingezet. Dit hangt samen met de positionering
7
van de S1 wijkverpleegkundige ten opzichte van het sociale wijknetwerk en met de kenmerken van
de wijk, zoals aanwezige cliëntgroepen. De wijkverpleegkundige zorg zal selectief in de wijken
worden ingezet, daar waar de hoogste prioriteit wordt vastgesteld. Op basis van onderstaande
criteria prioriteitswijken worden vastgesteld:






De wijk heeft een lage SES (sociaal economische status)
De wijk heeft een hoog aantal 75+
De gemeente investeert in het sociale wijknetwerk in de wijk waar de wijkverpleegkundige
wordt ingezet
In de wijk lopen projecten op het gebied van (sociale) wijknetwerken
De wijk heeft een hoge zorgconsumptie, zowel in de eerste als tweede lijn
In de wijk is sprake van problematiek op grote schaal inzake kwetsbare ouderen en/of
chronisch zieken (bijvoorbeeld DMII, COPD, CVRM)
8
4 Inkoopprocedure
Inkoopprocedure en contracteisen
De wijkverpleging in segment 1 wordt selectief ingekocht, bij één of enkele zorgaanbieders per
gemeente, maar maximaal één zorgaanbieder per wijk, die voldoet aan de voorwaarden voor een
contract. De reden voor het selectief inkopen van segment 1 ligt in het feit dat Eno, doelmatige
zorglevering wil realiseren door het aantal verschillende professionals in de wijk voor cliënten en
huisartsen te beperken, verder ook om de samenwerking in het (sociale) wijknetwerk te bevorderen.
Er is één periode van contractering voor 2015, dit heeft als gevolg dat het niet mogelijk is om buiten
deze contracteerronde voor een overeenkomst in aanmerking te komen. De overeenkomst heeft de
looptijd van één jaar (van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015).
Om in aanmerking te kunnen komen voor een overeenkomst in segment 1, dient de zorgaanbieder
aan een aantal eisen te voldoen.



Ten eerste moet worden voldaan aan de landelijke geschiktheidseisen en mogen de
uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn
Ten tweede de landelijke minimumeisen
Ten derde aan de minimumeisen van Eno
Door ondertekening van de bestuursverklaring geeft de zorgaanbieder aan of aan de gestelde eisen
voldaan wordt. Ondertekening dient te gebeuren door een daarvoor bevoegd persoon binnen
organisatie. Wanneer de organisatie niet onverkort voldoet aan alle landelijk geschiktheidseisen en
de Eno minimumeisen, komt deze niet in aanmerking voor een overeenkomst. De inschrijving wordt
beoordeeld op basis van een offerte die u met de inschrijving meestuurt.
Uitsluiting van deelname
Wij behouden ons het recht voor om u uit te sluiten van (verdere) deelname aan de
inkoopprocedure. Hiertoe kunnen wij besluiten als wij zwaarwegende redenen hebben om aan te
nemen dat u niet in staat zal zijn om datgene na te komen wat op grond van de te sluiten
overeenkomst redelijkerwijs van u zou worden verlangd. Het maakt daarbij niet uit of onze redenen
voldoende grond zouden vormen voor ontbinding in geval de overeenkomst reeds was gesloten. Wij
stellen u van ons besluit schriftelijk (waaronder mede bedoeld per e-mail) en voorzien van
motivering op de hoogte.
Aanvullende eisen Eno
Segment 1
Zoals aangegeven zijn er landelijk een aantal eisen gesteld waar zorgaanbieders minimaal aan
moeten voldoen , zie hiervoor de ZN inkoopgids Wijkverpleging. Eno heeft een aantal aanvullende
eisen opgesteld waar de zorgaanbieder minimaal aan moet voldoen om in aanmerking te komen
voor een overeenkomst in Segment 1.
•
•
•
•
De zorgaanbieder beschikt over wijkverpleegkundige(n) niveau 5
De zorgaanbieder detacheert de niveau 5 wijkverpleegkundige functioneel aan het
gemeentelijk wijkteam
De zorgaanbieder positioneert de wijkverpleegkundige(n) als een onafhankelijke ( white
label) functionaris in de wijkteam, zonder last of ruggespraak
De zorgaanbieder borgt de (professionele) onafhankelijkheid van de wijkverpleegkundige
9
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Heeft een klanttevredenheid (voor de extramurale zorg) die hoger of gelijk is aan het
branche gemiddelde in 2013
De zorgaanbieder faciliteert dat de wijkverpleegkundige volgens de Nationale Beroepscode
van Verpleegkundigen en Verzorgenden kan werken. Zie www.kwaliteitsregistervenv.nl
De zorgaanbieder garandeert dat de wijkverpleegkundige ervaring heeft met wijkgericht
werken en zet een wijkverpleegkundige in die zich bewust is van haar rol in het (sociale)
wijknetwerk en zelfstandig kan beoordelen of vragen onder haar professionele
verantwoordelijkheid vallen
De zorgaanbieder borgt bereikbaarheid en beschikbaarheid van de wijkverpleegkundige in
het (sociale) wijknetwerk
De zorgaanbieder faciliteert de wijkverpleegkundige om toegankelijk (vindbaar) en
beschikbaar te zijn voor cliënten, mantelzorgers en professionals in haar wijk
De wijkverpleegkundige kent de rollen, taken en verantwoordelijkheden van andere
functionarissen, zoals casemanagers dementie, POH (praktijkondersteuners
huisartsenzorg)en trajectbegeleiders en voorkomt dubbelingen in werkzaamheden
De zorgaanbieder maakt met andere partijen, ook informele zorgorganisaties, in het
(sociale) wijknetwerk afspraken over informatievoorziening van het aanbod van
ondersteuning en zorg voor cliënten en mantelzorgers
De wijkverpleegkundige heeft als doel om samen met het (sociale) wijknetwerk, te komen
tot “case finding” in de wijk waar zij werkzaam zijn, ter preventie van zware zorg. Daarbij
opereert de wijkverpleegkundige vanuit het medisch domein in situaties, waarin medisch
ingrijpen nodig lijkt. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de wijkverpleegkundige zich op
sociale problematiek concentreert
De zorgaanbieder zorgt voor afbakening, wie is verantwoordelijk voor de behoeftebepaling /
vraagverheldering van de cliënten / burger en wie wanneer de coördinatie voert over een
casus, hoe signalen worden opgevangen en uitgewisseld
De zorgaanbieder zorgt ervoor dat in het sociale netwerk afspraken worden gemaakt over de
volgende punten (zie focuslijst, http://www.vgn.nl/artikel/20722 )
De zorgaanbieder conformeert zich aan het beschikbare budget
Offerte S1
Wanneer de zorgaanbieder voldoet aan alle bovengenoemde eisen, kan een offerte worden
ingediend. Deze offerte dient te bestaan uit twee onderdelen: een kwalitatief deel en een
kwantitatief deel.
In de offerte dienen doelstellingen te worden beschreven die bijdragen aan het vergroten van de
zelf- en samen redzaamheid en het voorkomen van het beroep op formele zorg. De door de
zorgaanbieder geformuleerde doelstellingen zijn SMART en getuigen van ambitie.
10
De zorgaanbieder beschrijft in zijn aanbod (Format inschrijving S1):
Kwalitatieve verantwoording S1 vooraf











Voor welke wijkteam er onafhankelijke wijkverpleegkundige niveau 5 geleverd wordt
Hoeveel capaciteit in fte dat betreft, en waarop deze capaciteit is gebaseerd
Op welke wijze er wordt bij gedragen aan de inrichting van segment 1
Toont aan dat er een samenwerkingsrelatie is met het sociale domein in een wijk/gemeente
Op welke wijze de verbinding en terugkoppeling plaatsvind met segment 2
Welke SMART-doelstellingen hiervoor eind 2015 bereikt worden en hoe dit gemeten gaat
worden
Hoe er binnen de afgesproken financiële kaders kan worden gewerkt
Hoe meer voor minder wordt ingevuld, zoals ontzorgen, eigen kracht, informele zorg en regie
bij cliënt
Het aantal unieke wijkverpleegkundigen en het aantal fte waarover het budget wordt
verdeeld
Het aantal uren dat de wijkverpleegkundige direct beschikbaar is voor de burgers , en wijze
van organiseren (bv spreekuur, of aanwezigheid huisartsenpraktijk).
Bereikbaarheid en vervang geregeld is bij afwezigheid van de vaste wijkverpleegkundige
Kwantitatieve verantwoording S1 achteraf
Eno vraagt via een management rapportage informatie aan de gecontracteerde S1 zorgaanbieder
over:
 Aantal ingezette uren
 De postcode gebieden
 Het aantal unieke wijkverpleegkundigen
 Het totale aantal fte dat is ingezet per wijk
 Aantallen spreekuren
 Aantal triages en doorverwijzingen
 Het gebruikte budget
Uiterlijk 1 augustus 2015 verantwoord de zorgaanbieder bij Eno de resultaten in hoe de kwalitatieve
doelstellingen zijn gerealiseerd. Deze resultaten zullen door Eno worden gebruikt als input voor de
zorginkoop 2016.
Toewijzingsprocedure S1
Eno zal de S1 offertes volgens het afgesproken tijdspad beoordelen en in overleg met de betreffende
gemeenten op basis van bovenstaande selectiecriteria toekennen.
Monitoring, betaling en evaluatie S1
Na de beoordeling van de offerte zal Eno een overeenkomst sluiten met de geselecteerde
zorgaanbieders. Met deze zorgaanbieders zal een afspraak over de inzet van de wijkverpleegkundige
gemaakt worden in de vorm van een lumpsumbudget. Over de definitieve afspraken worden de
gemeenten geïnformeerd. Voor de bekostiging van zorg in segment 1 vindt geen declaratie op
cliëntniveau plaats. De bekostiging voor segment 1 loopt in twee rondes. De eerste ronde vind plaats
in januari 2015. 50% van de gemaakte budgetafspraak. wordt dan vergoed. In juli 2015 volgt de
resterende 50% van de gemaakte budgetafspraak.
11
Zorglevering toewijsbare zorg Segment 2
Landelijke minimumeisen
Er zijn landelijk een aantal uniforme eisen gesteld waar de zorgaanbieder minimaal aan moet
voldoen. De zorgaanbieder:



Voldoet aan de eisen van bekwaamheid volgens de bestuursverklaring
Heeft, een klanttevredenheid (voor extramurale zorg) welke hoger of gelijk is aan het
branchegemiddelde
Doet meer voor minder: de zorgaanbieder stuurt in 2015 op het volume van de geleverde
zorg per cliënten in zorg. De zorgverzekeraar zal dit monitoren
In controles en in de monitor wordt zichtbaar













Dat zorg wordt waar mogelijk afgebouwd
De zelfredzaamheid van de cliënten en diens omgeving wordt bevorderd door advies,
voorlichting en instructie
Er wordt alleen zorg ingezet waar professionele verpleegkundige zorg nodig is verband
houdende met geneeskundige zorg of een hoog risico daarop
Er wordt geen dubbele zorg gedeclareerd of zorg die ook op andere wijze geleverd
moet/kan worden
Er wordt gebruik maken van alternatieve oplossingen zoals e- health, domotica, WeHelpen,
OZO verbindzorg of ZWIP, etc. voor zover deze alternatieve oplossingen goedkoper zijn dan
de reguliere zorg
Het huidige klantbestand wordt voor 100% geherïndiceerd voor 1 mei 2015
Nieuwe arrangementen worden aangeboden waarbij het steunsysteem rondom de cliënten
en de verbinding met sociale domein is meegenomen zodat alleen de noodzakelijke zorg
wordt geboden
De zorgaanbieder conformeert zich aan de landelijk kaders met betrekking tot het indiceren,
het opstellen van een zorgplan, het zorg leveren en het declareren daarvan
Kan aantonen dat er een samenwerkingsrelatie is met het sociale domein binnen de
gemeenten waar de zorgaanbieder actief is
Borgt dat het zorgplan dat is afgesproken met de cliënten continue up-to-date blijft wat
betreft de aard, volume en duur van de zorg (PDCA cyclus)
Heeft voldoende verpleegkundige(n) niveau 5 in dienst die de toegang bepaalt, indiceert en
zorgplannen opstelt. Een zorgaanbieder die geen of onvoldoende niveau 5 verpleegkundigen
ter beschikking heeft, stelt een verbeterplan op waarin staat aan gegeven hoe en wanneer
aan deze norm kan worden voldaan
Heeft als uitgangspunt dat de wijkverpleegkundige bij de indicatiestelling volgens het meest
recente normenkader van de V&VN werkt. En in het verlengde daarvan werkt de
wijkverpleegkundige volgens de principes ontzorgen/eigen kracht/inzetten informele
zorg/regie bij de cliënten en deze actief betrekken bij het sociale domein
De zorgaanbieder moet dit kunnen aantonen door resultaten te overleggen die aantonen dat
de wijkverpleegkundige /zorgaanbieder werkt volgens deze principes
De Indicatiestelling
De wijkverpleegkundige (S2) start met de triage. Wanneer een cliënt een beroep doet op
professionele zorg ten laste van de Zvw en er is geen sprake van een aanspraak verzorging of
verpleging, wordt de cliënt terugverwezen naar het socialewijk team. Indien de zorgvraag van de
cliënt wel binnen het domein Zvw valt, volgt een indicatiestelling in het kader van de S2
wijkverpleegkundige zorg, volgens professionele standaarden. In ieder geval dient de indicatiestelling
aan de volgende vragen te beantwoorden:
12
1
2
3
Wat is de medische diagnose en is sprake van een verwijzer
Wat is het medisch probleem
Wat is de zorg c.q. verpleegdiagnose
 Geef een omschrijving van de gezondheidstoestand volgens een classificatiesysteem
( naar voorbeeld V&VN)
 Geef een omschrijving van de hulpvraag van de cliënt
 Geef de mogelijkheden van de mantelzorg/ familie aan
 Geef aan welke mogelijkheden er zijn voor aanleren of alternatieven
 Geef aan of er een oplossing is via e-.health, domotica of hulpmiddelen
 Geef aan of er afstemmingsafspraken nodig zijn met andere disciplines
Indien daarvoor aanleiding is wordt op basis van onderstaande aspecten terugverwezen naar S1
en/of sociaal wijkteam



Woning en woonomgeving
Sociale omstandigheden en functioneren
Psychische factoren en functioneren
Het Zorgplan
Werken met een zorgplan is een vereiste, het zorgplan vormt de basis voor de te leveren zorg en is
leidend voor de declaratie van de aanspraak Wijkverpleging. In het zorgplan worden de volgende
onderdelen van het verpleegkundig c.q. verzorgend handelen vastgelegd:
 Het zorgplan voldoet aan de “Richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging” van
Verpleging & Verzorging Nederland en bevat in ieder geval de volgende punten:
• De medische diagnose
• De verpleegkundige diagnoses, ondersteuningsvragen, zorgproblemen
• De doelen van de verzekerde en de verpleegkundige; SMART (Specifiek, Meetbaar,
Acceptabel Realistisch, Tijdgebonden) omschreven.
 De aard van de geplande zorg, de uit te voeren handelingen op basis van de Nza
beleidsregels, verdeeld in het aantal minuten per week (in eenheden van vijf minuten) en het
aantal zorgmomenten per week
 Startdatum en verwachtte duur van de te leveren zorg per prestatie
 Afspraken die worden gemaakt met de cliënt omtrent tijdstippen van zorgverlening,
vakantieperiodes, etc.
 De overige eisen die in het zorgplan opgenomen dienen te worden volgens de ‘Richtlijn
Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging (2011)van de V&VN onder andere de
aanwezige zorgproblemen, de benodigde interventies, beoogde resultaten en evaluatie
 De zorginzet mag hierbij niet meer dan 10% afwijken van hetgeen vermeld in het zorgplan in
geval van reguliere zorg
 De zorginzet mag niet meer dan 5% afwijken van hetgeen vermeld in het zorgplan in geval
van complexe zorg zoals Palliatief Terminale Zorg, casemanagement dementie en
Gespecialiseerde verpleging
 De verpleegkundige bespreekt tenminste twee keer per jaar of vaker indien daar aanleiding
toe is het zorgplan met de cliënt en zorgt ervoor dat het zorgplan continu up to date is
 Het is van groot belang bij het maken van een zorgplan dat de verzekerde de regie en de
zeggenschap heeft over het plan. Het wordt daarom altijd gemaakt in direct overleg en met
instemming van de cliënt (of diens vertegenwoordiger)
Middels materiele controle kan Eno gedurende het jaar controles uitvoeren waarin steekproefsgewijs
wordt getoetst of de indicatie / het zorgplan aansluit bij hetgeen door de zorgaanbieder is
gedeclareerd.
13
Zorg in Natura
Cliënten hebben op 1 januari 2015 een geldige verwijzing voor wijkverpleging op grond van de Zvw
indien zij op 31 december 2014:


Een indicatiebesluit voor verpleging en verzorging in de AWBZ hebben en waarvan de
geldigheidsduur nog niet is verstreken
Indien zij op 31 december 2014 in zorg zijn
Alle cliënten die op 31 december 2014 in zorg zijn, kunnen vanaf 1 januari 2015 zorg ontvangen van
dezelfde zorgaanbieder en de zorgverzekeraar zal deze zorg vergoeden. Om dit te faciliteren wordt
met alle zorgaanbieders, die in 2014 deze zorg onder de AWBZ verlenen, afspraken gemaakt, mits zij
voldoen en blijven voldoen aan de landelijke toegangseisen en landelijke minimumeisen. Dit
betekent dat Eno voor 2015 een overeenkomst in segment 2 sluit met alle zorgaanbieders die in
2014:




Een overeenkomst hebben met Zorgkantoor Midden IJssel
Een productieafspraak hebben voor het leveren van de functies verpleging en persoonlijke
verzorging en een deel van deze productie hebben gerealiseerd
Op 31 december 2014 cliënten in zorg hebben die in 2015 aanspraak hebben op verpleging
en verzorging ten laste van de Zvw
Waarvan de overeenkomst niet gedurende het jaar 2014 is beëindigd
ZZP’ers
In 2013 hebben ZZP’ers en zorgkantoren individuele overeenkomsten met elkaar gesloten voor het
leveren van thuiszorg in natura, binnen een landelijke pilot. In mei 2014 is deze pilot uitgebreid op
verzoek van het Ministerie van VWS. Alleen ZZP’ers die voldoen aan de eisen zoals gesteld in de
zorginkoopgids en aanverwante inkoopdocumenten kunnen in aanmerking komen voor een
overeenkomst wijkverpleging 2015 kunnen de zorgverlening aan hun cliënten continueren.
ZZP’ers worden alleen gecontracteerd voor segment 2, de toewijsbare zorg, voor de prestaties
verpleging en persoonlijke verzorging (basis). Voor het 2e segment, de toewijsbare zorg aan de
individuele cliënt, geldt dat ZZP’ers aan dezelfde eisen van bekwaamheid moeten voldoen zoals deze
worden gesteld aan alle zorgaanbieders binnen de aanspraak wijkverpleging om in aanmerking te
komen voor een overeenkomst in 2015 (zie voorwaarden contractering). Dit betekent concreet dat
de ZZP-er minimaal een HBO- opgeleide verpleegkundige niveau 5 of een verpleegkundige specialist
is. Wet BIG geregistreerd is.
Met de zorgaanbieder, ZZP’-ers die niet voldoet aan de eisen zoals beschreven zal Eno specifieke
afspraken maken voor de continuïteit van zorg aan haar cliënten.
14
PGB
Met de overheveling van de wijkverpleegkundige zorg naar de Zvw, zal voor een specifieke doelgroep
een vorm van PGB worden geïntroduceerd. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen Per Saldo en ZN
Het PGB valt echter buiten de scope van de zorginkoop wijkverpleging en wordt daarom niet verder
behandeld in dit Addendum.
Contractering bestaande aanbieders






Voldoet aan de minimumeisen (zie ZN inkoopgids pag. 17)
Doet meer voor minder
Toont de samenwerking met de gemeenten aan
Heeft voldoende wijkverpleegkundige 5 in dienst
Heeft geen wachtlijsten
Zal geen cliënten weigeren
Als de aanbieder bewust geen contract voor 2015 sluit dan kan dit een beletsel voor Eno zijn om ook
geen contract 2016 te sluiten.
Contractering Nieuwe aanbieders
Nieuwe aanbieders moeten een aantoonbaar zorgaanbod hebben dat onder de zorgaanspraak valt
en dat nog niet of onvoldoende gecontracteerd wordt bij bestaande aanbieders. Nieuwe
zorgaanbieders kunnen zich inschrijven voor een overeenkomst Wijkverpleging met Eno in
2015.Voor hen geldt een aantal aanvullende eisen.
Onder nieuwe zorgaanbieders wordt verstaan:



Zorgaanbieders die in 2014 geen directe overeenkomst hebben voor het leveren van AWBZ
zorg met zorgkantoor Midden IJssel
Zorgaanbieders die in 2014 als onderaannemer werken of die zorg leveren aan pgb-houders
worden zo gezien als nieuwe zorgaanbieders
Zorgaanbieders die in 2014 voor alleen de intramurale zorgprestaties een productieafspraak
hebben afgesloten met een zorgkantoor
Nieuwe zorgaanbieders moeten aan dezelfde vereisten voldoen als bestaande zorgaanbieders.
Aanvullend worden aan nieuwe zorgaanbieders de volgende eisen gesteld:
•
•
•
Indienen van een ondernemersplan. Eisen die aan het ondernemersplan worden gesteld
worden zijn opgenomen de ZN Inkoopgids Wijkverpleging 2015
Indienen van de WTZi-toelating, waaruit blijkt dat zij zijn toegelaten voor Verpleging en
verzorging en aantoonbaar voldoen aan de vereisten voor deze toelating
Zijn aantoonbaar doelmatiger en voorzien in zorgaanbod dat nog niet of niet voldoende is
gecontracteerd.
Met nieuwe zorgaanbieders wordt in principe alleen voor segment 2, de toewijsbare zorg een
contract afgesloten en betreffen alleen de basis prestaties.
Gedurende 2015 moeten nieuwe zorgaanbieders zich periodiek, steekproefsgewijs door een collega
zorgaanbieder laten toetsen op de vergelijking van de indicatiestelling, op basis van aantallen, aard,
inhoud en volume. De zorgaanbieder dient bij de inschrijving aan te geven door wie en wanneer hij
zich laat toetsen. Van de toetsing wordt een verslag gemaakt. Dit verslag is op verzoek beschikbaar
voor Eno.
In een bijlage is ruimte opgenomen voor aanlevering van bovenstaande aanvullende informatie door
nieuwe zorgaanbieders.
15
Onderlinge dienstverlening c.q. onderaanneemschap
Er is sprake van onderlinge dienstverlening indien een zorgaanbieder (de hoofdaannemer) voor (een
deel van) de daadwerkelijke zorg een andere zorgverlener (de onderaannemer) inschakelt.
Uitzendkrachten of personeel ondergebracht in een onderdeel van de holding waartoe ook de
betreffende zorgaanbieder behoort, vallen niet onder de definitie.
Zowel bestaande aanbieders als nieuwe toetreders wordt gevraagd of ze gebruik maken van
onderlinge dienstverlening. Wanneer in 2015 de zorgaanbieders minder dat 10% van hun
extramurale uren omzet met onderaannemers heeft gerealiseerd, heeft dit geen gevolgen voor het
toegekende tarief en budget. De onderaannemers moeten uiteraard voldoen aan de kwaliteitseisen.
De verantwoordelijkheid voor het leveren van kwalitatief goede zorg ligt bij de gecontracteerde
zorgaanbieder. Indien de 10% grens wordt overschreden zullen andere tariefafspraken gelden.
Het is voor zorgaanbieders in segment 2 mogelijk om via onderlinge dienstverlening zorg te leveren.
Echter verleende zorg in onderlinge dienstverlening komt alleen voor vergoeding in aanmerking,
indien vooraf schriftelijke toestemming is verleend door de zorgverzekeraar. De inschakeling van een
andere zorgaanbieder voor het verlenen van (een deel van) de zorg middels onderlinge
dienstverlening geschiedt voor eigen rekening en risico van de zorgaanbieder (de hoofdaannemer).
Het is echter wel van belang om te realiseren dat uitsluitend de zorgaanbieder die de (deel)prestatie
levert, deze in rekening brengt aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. De zorgaanbieder dient in de
format onderaanneming (bijlage) een volledige lijst aan te leveren van de in 2015 in te schakelen
onderaannemers.
Door het invullen, ondertekenen en aanleveren van de bestuursverklaring geeft de zorgaanbieder
aan of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Ondertekening dient te gebeuren door een daarvoor
bevoegd persoon binnen de organisatie. Wanneer de organisatie niet onverkort voldoet aan alle
landelijk genoemde eisen komt deze niet in aanmerking voor een overeenkomst. De eisen gelden
voor zowel aanbieders die in 2014 een overeenkomst hadden met Eno zorgkantoren, als voor nieuwe
zorgaanbieders.
Gevraagd wordt uiterlijk 17 september 2014 voor 17.00 uur een ondertekende bestuursverklaring in
te leveren waarin hij verklaart of hij voldoet aan alle landelijke geschiktheidseisen, en of de
uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn (zie bestuursverklaringen).
16
5 Inkoopeisen bijzondere zorgvormen
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke aanvullende inkoopeisen Eno hanteert bij de bijzondere
zorgvormen; gespecialiseerde verpleging, oproepbare verzorging en verpleging, advies, instructie en
voorlichting, casemanagement dementie, intensieve kindzorg (IKZ), palliatief terminale zorg en de
regiefunctie complexe wondzorg. Voor de inhoud van deze prestaties verwijzen wij naar de
beleidsregel.
Gespecialiseerde verpleging
Met nieuwe zorgaanbieders, of zorgaanbieders die in 2014 niet zijn gecontracteerd voor de
verpleging speciaal, worden geen afspraken gemaakt voor gespecialiseerde verpleging in 2015. Met
betrekking tot de productieafspraak voor Gespecialiseerde verpleging geldt dat de goedgekeurde
realisatie van 1 januari 2014 tot 1 juli 2014, op basis van de AW319, met lineaire extrapolatie naar
het einde van het jaar leidend is, met een maximum van de geldende productieafspraken 2014,
minus te taakstelling 2015.
De productieafspraken worden gemaakt op de prestatie gespecialiseerde verpleging
Productieafspraken voor gespecialiseerde verpleging zijn maximerende afspraken.
Oproepbare verzorging en verpleging
Met nieuwe zorgaanbieders, of zorgaanbieders die in 2014 niet zijn gecontracteerd voor de
onplanbare zorg / beschikbaarheidsfunctie, worden geen afspraken gemaakt voor de oproepbare
verzorging en verpleging in 2015. Van deze zorgaanbieders wordt verwacht dat zij de
beschikbaarheidsfunctie organiseren in samenwerking met bestaande zorgaanbieders in de regio.
Met betrekking tot de productieafspraken voor oproepbare verpleging en verzorging geldt dat de
goedgekeurde realisatie van 1 januari 2014 tot 1 juli 2014, op basis van de AW319, met lineaire
extrapolatie naar het einde van het jaar leidend is, met een maximum van de geldende
productieafspraken 2014, minus te taakstelling 2015.
De productieafspraken worden gemaakt op de prestatie oproepbare verzorging of oproepbare
verpleging. Productieafspraken oproepbare verzorging en verpleging voor zijn maximerende
afspraken.
Advies, instructie, voorlichting (AIV)ten behoeve van Zorg in Natura
Met nieuwe zorgaanbieders, of zorgaanbieders die in 2014 niet zijn gecontracteerd voor Advies,
instructie en voorlichting (AIV), worden geen afspraken gemaakt voor advies, instructie en
voorlichting in 2015. De productieafspraak die per 1 november 2013 is gemaakt voor 2014 voor VPAIV minus de taakstelling 2015 zal de basis vormen voor de productieafspraak 2015.
Productieafspraken voor advies, instructie en voorlichting zijn maximerende afspraken.
Advies, instructie en voorlichting ten behoeve van pgb indicatiestelling en coördinatie
Ten behoeve van het PGB zal door de zorgverzekeraars de indicatiestelling en coördinatie voor deze
doelgroep worden ingekocht, door middel van de prestatie advies, instructie en voorlichting. Onder
coördinatie wordt verstaan: monitoring of de indicatie nog steeds passend is gezien de zorgvraag van
de PGB-houder en of hij zijn PGB verantwoord inzet. Dit gebeurt door een verpleegkundige niveau 5.
Wanneer er sprake is van een PGB, dient de cliënten voor de indicatiestelling en de coördinatie een
gecontracteerde zorgaanbieder te kiezen. De zorgaanbieder kan de ingezette tijd voor de
indicatiestelling en coördinatie declareren op de prestatie advies, instructie en voorlichting.
Casemanagement dementie
Op het moment van publicatie van het inkoopdocument is landelijk nog geen duidelijkheid over
casemanagement dementie. Er vinden nog gesprekken plaats met VWS. Mogelijk komt er een aparte
prestatie voor casemanagement dementie. Op het moment van publicatie van dit addendum
17
Wijkverpleging staat in de beleidsregel dat de productieafspraken en de declaratie van
casemanagement dementie plaatsvindt op de prestatie Gespecialiseerde verpleging.
Met nieuwe zorgaanbieders, of zorgaanbieders die in 2014 niet zijn gecontracteerd voor
casemanagement dementie, worden geen afspraken gemaakt voor Casemanagement Dementie in
2015. Casemanagement dementie wordt daarnaast alleen ingekocht bij zorgaanbieders die zijn
aangesloten bij de regionaal georganiseerde dementie ketens. Wanneer in een regio- of gemeente
casemanagement dementie door meerdere zorgaanbieders wordt geleverd, dient er een
gezamenlijke offerte ingediend te worden en heeft één zorgaanbieder de kassierfunctie.
Productieafspraken voor casemanagement dementie zijn maximerende afspraken.
Intensieve kindzorg (IKZ)
Op het moment van publicatie van het inkoopdocument is landelijk nog geen duidelijkheid, over
Intensieve Kindzorg. Er vinden nog gesprekken plaats met VWS. . De verpleging, verzorging,
begeleiding en verblijf in verband met Intensieve Kindzorg (IKZ) valt per 2015 onder de aanspraak
Wijkverpleging. Intensieve kindzorg betreft medisch specialistische verpleegkundige zorg thuis, op
school, in een verpleegkundig kinderdagverblijf of in een kinderhospice na behandeling in het
ziekenhuis aan ernstig zieke kinderen tot 18 jaar.
IKZ kan op verschillende plaatsen worden geboden:



Thuis(door ouders in samenhang met de Kinderthuiszorg)
In een (VKDV Verpleegkundig Medisch Kinderdagverblijf
In een kinderhospice
Voor het bepalen van de zorgbehoefte binnen de VDKV en de kinderhospices wordt een
gestandaardiseerde indicatiestelling gehanteerd. Voor kinderthuiszorg geldt de reguliere
indicatiestelling, zoals binnen de verpleging en verzorging gebruikelijk.
Met nieuwe zorgaanbieders, of zorgaanbieders die in 2014 geen Intensieve Kindzorg (IKZ) hebben
geleverd, worden geen afspraken gemaakt voor Intensieve Kindzorg (IKZ) in 2015. De ‘Vereniging
Gespecialiseerde Verpleegkundige Kindzorg’ heeft kwaliteitseisen voor de IKZ opgesteld. Deze
kwaliteitseisen dienen als uitgangspunt voor de inkoop van Intensieve Kindzorg (IKZ) in 2015.
Palliatief Terminale Zorg (PTZ)
Op het moment van publicatie van het inkoopdocument is landelijk nog geen duidelijkheid over
Palliatief Terminale zorg. Er spelen op landelijk niveau een aantal ontwikkelingen. Er wordt gewerkt
aan een zorgmodule Palliatieve zorg die mogelijk als blauwdruk gebruikt gaat worden voor
financiering als integraal product. Daarnaast loopt er een subsidieaanvraag voor een Nationaal
Programma van ZonMW. Er zijn dus nog geen duidelijke landelijk uniforme richtlijnen. Er vinden nog
gesprekken plaats met VWS. Met zorgaanbieders die deze zorg leveren zal tijdens het overleg, op
basis van hun offerte en de dan bekende landelijke financiële kaders een productieafspraak worden
gemaakt.
Ondergenoemde criteria gelden zolang er landelijk geen duidelijke uniforme richtlijnen zijn.
De Palliatief Terminale Zorg is vervat in de prestaties persoonlijke verzorging en verpleging en wordt
door Eno alleen ingekocht bij aanbieders:





Die aantoonbaar ervaring hebben met de levering van PTZ
Die regelmatig zorg leveren aan cliënten in de laatste fase van hun leven
Die aangesloten zijn bij de regionale PTZ-keten
En werken volgens de laatste standaarden PTZ zorg
Die medewerkers aantoonbaar scholen gericht op palliatieve zorg
18





Die 24 uur per dag beschikbaarheid heeft om de zorg te kunnen leveren, op afspraak en op
afroep
Die mantelzorgers en vrijwilligers actief betrekken bij het zorgproces
Die zich conformeert aan een maximale zorginzet, die bedraagt in deze periode niet meer
dan gemiddeld 13 uur per dag, .waarvan 4 uren directe Verzorging en Verpleging en 9 uur
oppasdienst. (is de zorgbehoefte groter, dan is een machtiging van de zorgverzekeraar nodig)
Die in het zorgplan een schriftelijke verklaring van een medisch specialist (hoofdbehandelaar)
of van de huisarts heeft opgenomen. Hierin is de medische situatie en de levensverwachting
(korter dan 3 maanden) van de cliënt beschreven. Indien de periode verlengd moet worden
is er een machtiging nodig van de zorgverzekeraar
Die zorgt dat de huisarts in de thuissituatie de eindverantwoordelijkheid voor de medische
zorg op zich neemt
Wanneer informatie beschikbaar is over casemanagement dementie IKZ en palliatieve zorg zal Eno
deze op haar website publiceren.
19
6 Inkoopmodel en productieafspraken
Voor 2015 zal er een taakstelling van toepassing zijn op het financiële kader. In het
Onderhandelaarsresultaat Verpleging en Verzorging 2014-2017hebben de betrokken partijen
aangegeven zich in te spannen om de veranderingen binnen dit strakke financieel kader door te
voeren. Indien, ondanks de gemaakte afspraken, toch overschrijdingen optreden van het budgettaire
kader verpleging en verzorging zal de minister van VWS deze herstellen, bijvoorbeeld via het Macro
Beheersinstrument (MBI)
Conform de landelijke afspraken die zijn gemaakt tussen de betrokken partijen, is de intentie om de
taakstelling 2015 zoveel als mogelijk te realiseren via reductie van het zorgvolume. De
productieafspraak tussen Eno en zorgaanbieder komt tot stand middels onderhandeling. Het budget,
de offerte met de ingediende productievoorstellen dienen als uitgangspunten voor de
onderhandeling, evenals de kwaliteit van zorg en de doelmatigheid.
Kwaliteit van zorg
Goede zorg is zorg die voldoet aan alle professionele standaarden, die in nauw overleg met de cliënt
wordt geleverd. D ie samen met de cliënt het bevorderen van gezondheid, zelfredzaamheid en eigen
regie centraal stelt.
Doelmatige zorg
Doelmatige zorg is zorg die aansluit bij de zorgbehoefte van de cliënt, zoals door de professional
vastgesteld, waarbij de zelf- en samen redzaamheid gestimuleerd wordt en de inzet van informele
zorg altijd prevaleert boven de inzet van formele zorg. Eno stimuleert doelmatigheid door middel van
volumeafspraken. Doelmatige zorg zoals gebruikelijk in de AWBZ heeft betrekking op het verschil
tussen het aantal minuten zorglevering en het aantal minuten geïndiceerde zorg. Doelmatige zorg in
de Zvw heeft betrekking op ‘anders en meer doen met minder’ ofwel zorg leveren aan meer cliënten
met minder middelen.
De zorgaanbieder geeft in de offerte aan hoeveel hij van welke prestatie wil leveren in 2015, mits
passend binnen het budget


Tarief PV is 90% van het Nza- tarief 2015
Tarief VP is 96% van het Nza -tarief 2015
De goedgekeurde gerealiseerde productie van 2013 op basis van de Productie Monitor minus de
taakstelling 2014 (-x%) en 2015 (-y%) is uitgangspunt voor de volume bepaling. Zodra het
marktaandeel van Eno bekend is kan het volume per zorgaanbieder nader bepaald worden.
Monitoring en declaratie
Omdat de beheersing van zorgkosten in het transitiejaar 2015 van groot belang is, zullen de
zorgverzekeraars in het kader van de representatie nauw samenwerken op dit thema. Uitgangspunt
zijn de bestuurlijke afspraken die zijn vastgelegd tussen de betrokken partijen.
Een tijdige informatievoorziening over de afgesproken budgeten, de zorglevering, de zorgkosten en
de declaraties zijn van belang voor inzicht in de doelmatigheid van de zorgverlening en daarmee het
slagen van de zorgkostenbeheersing.
Daarom zal Eno naast de declaratiestroom via de AW319 ook een maandelijkse monitor van de totale
gedeclareerde zorg van de zorgaanbieder handhaven. Dit om tijdig overschrijdingen/fricties te
kunnen signaleren en bespreken. De monitor dient uiterlijk 20 dagen na afloop van de maand waar
de gegevens betrekking op hebben te worden gemaild naar [email protected]
Het monitorsjabloon wordt uiterlijk 31 december 2014 op de website van Eno gepubliceerd.
20
Wijze van declaratie
De zorgaanbieder declareert in 2015 de zorg bij de zorgverzekeraar van de cliënten en hierbij zijn de
landelijk geldende voorwaarden leidend. De zorgaanbieder dient bij de declaratie de AGB-code op
instellingsniveau te hanteren. De te hanteren AGB-code wordt vastgelegd in de overeenkomst en het
productieafsprakenformulier zodat ook voor de overige zorgverzekeraars een koppeling te leggen is
tussen de gemaakte afspraken en de declaratie. Inzicht op voormalig zorgkantoor regioniveau is
nodig om te kunnen interveniëren door afzonderlijke zorgverzekeraars. Het uitgangspunt voor de
zorgverzekeraars en zorgaanbieders in 2015 is het gebruik van de AWBZ- declaratiestandaard
(AW319) voor de toewijsbare zorg. Leidend voor de declaratie van de zorg in segment 2 is het
zorgplan. Declaratie van zorg is alleen mogelijk als er een zorgplan en een indicatie is. De declaratie
dient aan te sluiten bij het zorgplan, als de zorgbehoefte verandert, dan dient het zorgplan te worden
aangepast.
Er dient te worden gedeclareerd volgens de Nza tariefsbeschikking Verpleging en Verzorging en de
daarbij horende beleidsregel en nadere regelingen.
Raakvlakken met AWBZ
Het is niet mogelijk om dezelfde zorgverlening voor een cliënt gelijktijdig binnen de Wlz ( versmalde
AWBZ) èn in de Zvw te declareren. Wanneer een cliënt een CIZ indicatie heeft voor Wlz (versmalde
AWBZ) en overbruggingszorg ontvangt in de thuissituatie, dient deze zorg gedeclareerd te worden
binnen de Wlz (versmalde AWBZ).
Vooruitbetaling toewijsbare zorg
Als gevolg van de overheveling en een andere wijze van financiering ontstaat mogelijk bij
zorgaanbieders een (beperkt)liquiditeitsprobleem. Binnen de Zvw is het alleen mogelijk om voor
geleverde zorg te betalen. Om mogelijke liquiditeitsproblemen bij zorgaanbieders te voorkomen,
wordt voor 2015 onder voorwaarden de mogelijkheid geboden om afspraken te maken over een
vooruitbetaling voor reeds geleverde, maar nog niet gedeclareerde zorg. Dit gebeurt alleen op
verzoek van de zorgaanbieder, door alle individuele verzekeraars (dus niet in representatie).Hierbij
zal uitgegaan worden van een maandelijkse declaratie vanuit de zorgaanbieder. De vooruitbetaling
zal door de betrokken zorgverzekeraars indien mogelijk rond 20 januari 2015 worden overgeboekt.
Dit betekent dat de vooruitbetaling nooit verder zal kunnen reiken dan de zorg die redelijkerwijs tot
die datum geleverd is.
Macro beheersinstrument (MBI)
Overschrijdingen van het Budgettair Kader Zorg (BKZ) die betrekking hebben op de wijkverpleging,
worden achteraf geredresseerd met behulp van het (MBI). Het MBI is niet gedifferentieerd en is van
toepassing op alle zorgaanbieders die zorg leveren binnen de aanspraak Wijkverpleging, dus zowel
gecontracteerde als niet-gecontracteerde zorgaanbieders.
21
Inschrijving
Om in aanmerking te komen voor een overeenkomst dient een zorgaanbieder zich in te schrijven
voor de gestelde datum. Een volledige inschrijving bestaat in elk geval uit de volgende documenten:




Een volledig ingevulde en ondertekende Bestuursverklaring
Het Eno offertesjabloon waaruit blijkt hoe het budget wilt verdelen over de verschillende
prestaties voor segment 1 en/of segment 2
Indien erin 2014 wijzigingen hebben plaatsgevonden in het register Kamer van Koophandel,
en of de statuten van de zorgaanbieder dient u een document bij te voegen waaruit de
wijzigingen blijkt
Indien er sprake is van een holdingconstructie of een groep van meerdere aan elkaar
gelieerde rechtspersonen, worden de relaties tussen de betrokken (rechts)personen
inzichtelijk gemaakt door de zorgaanbieder aan Eno bij de inschrijving
Nieuwe zorgaanbieders dienen aanvullend daarop:





Een Toelating WTZi, waaruit blijkt dat zij wijkverpleegkundige ( verpleging en verzorging) zorg
mogen leveren en aantoonbaar voldoen aan de vereisten voor deze toelating•
Een uittreksel van de KVK-inschrijving
Een recente versie van de Statuten (niet ouder dan 6 maanden)
Een ondernemersplan dat voldoet aan de gesteld eisen zoals opgenomen op pagina 18 en 19
van de ZN inkoopgids
Eno wil dat nieuwe zorgaanbieders zich gedurende 2015 periodiek steekproefsgewijs door
een collega zorgaanbieder laten toetsen op de vergelijking van de indicatiestelling. De
zorgaanbieder dient bij de inschrijving een document in waaruit blijkt door wie en wanneer
hij zich laat toetsen
ZZP’ers dienen naast de documenten voor bestaande aanbieders:
•
•
•
Een VAR-WUO te kunnen overleggen
Een schriftelijk vastgelegde achterwachtafspraak
Eno wil dat ook ZZP-er zich gedurende 2015 periodiek steekproefsgewijs door een collega
zorgaanbieder (niet zijnde een collega ZZP’er) laten toetsen op de vergelijking van de
indicatiestelling. De ZZP’er dient bij de inschrijving een document in waaruit blijkt door wie
en wanneer hij zich laat toetsen
22
7 Tijdspad
Publicatie inkoopdocumenten via hyperlink
15 augustus 2014
Bijeenkomst samenwerkende gemeenten
12 augustus 2014
Informatiebijeenkomst voor zorgaanbieders
13 augustus 2014
Publicatie inkoopkader wijkverpleging S1 en S2
en offertemodule
14 augustus 2014
Indienen offerte via offertemodule
17 september 2014
voor 17.00 uur
Beoordelen en aanbieden contracten
1 oktober 2014
Contracteren en tekenen overeenkomst
30 oktober 2014
voor 15.00 uur
Publicatie contractanten op deze website
19 november 2014
Checklist Inkoopwijkverpleging
⎕Volledig ingevulde Bestuursverklaring
⎕Inschrijving WTZi, toelating (verpleging en verzorging)
⎕Overeenkomst wijkverpleging 2015 zorgverzekeraar zorgaanbieder
⎕Inschrijving bij de Kamer van Koophandel ( niet ouder dan ½ jaar)
⎕Volledig ingevulde offerte module
⎕Format S1
⎕Format S2
⎕Format speciale doelgroepen en zorgvormen
Nieuwe zorgaanbieders:
⎕Ondernemingsplan met de volgende onderdelen ( zie ook pag. 18 en 19 van ZN inkoopplan)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Organisatie-inrichting
Missie en Strategie
Omgevingsanalyse
Bedrijfsplan
Marketingplan
Financieel plan
23
Noten:






Waar “zij ‘ gelezen wordt kan ook “hij” gelezen worden.
Indiceren: De V&VN legt het begrip indicatiestelling als volgt uit: op basis van klinisch redeneren
vaststellen wat de cliënt aan zorg nodig heeft in omvang, duur, aard en gewenst resultaat. Het is
vervolgens aan de zorgaanbieder om te bepalen wie de zorg uitvoert, waarbij adequate zorg gezien
wordt als een optimum tussen kwaliteit en kosten.
Uitzondering hierop is PGB, dan kiest de cliënten alleen voor een zorgaanbieder die de indicatie stelt
en verantwoordelijk blijft voor de coördinatie en evaluatie van het zorgplan/de indicatie.
Indicatiestelling mag alleen worden uitgevoerd door een master of bachelor opgeleide
verpleegkundige, niveau 5.Wet BIG Geregistreerd.
Een ZZP’er is een zelfstandig ondernemer die geen personeel in dienst heeft. Om te bepalen of er
sprake is van een ondernemer, gelden allereerst de criteria, die ook door de Belastingdienst in het
kader van de inkomstenbelasting gehanteerd worden.
Het macrobeheersinstrument (mbi) is een instrument waarmee zorgaanbieders in het geval van een
macrobudgettaire overschrijding, verplicht kunnen worden (een deel van) deze overschrijding in
euro’s (terug) te storten in het Zorgverzekeringsfonds (Zvf).
24