Untitled - iLactation

Moedermelk Krachtmelk!
Prematuren, prioriteiten en praktijk
ONLINE BORSTVOEDINGSCONFERENTIE
De online conferentie van 14 februari tot 16 maart 2014
at
nl.iLactation.com
Biografieën sprekers
Karen Kerkhoff Gromada MSN RN IBCLC FILCA
(Vertaalde presentatie)
Karen
Kerkhoff
Gromada
werkt
momenteel
als
een
verpleegkundige/opleider lactatiekunde in TriHealth Hospitals
(Cincinnati, OH, USA) na meer dan 10 jaar een kleine zelfstandige
lactatiekundige praktijk gehad te hebben. Naast het steeds
ontwikkelen van scholingsmateriaal voor het personeel, verleent zij
ook directe lactatiekundige zorg aan moeders en baby’s.
In de 90-er jaren werkte ze als een adjunct klinische opleider voor
de afdelingen van Parent-Child Nursing, and Community, Adult and
Psychiatric (CAP) Nursing aan de University of Cincinnati, College
of Nursing. Karen heeft tevens werkervaring op de verloskamers,
zwangerschapsbegeleiding en zorg bij vroeg ontslag na de
bevalling.
Sinds 1975 is ze La Leche League leider, ze stelde de eerste LLL
groep voor moeders van meerlingen in 1977 samen na de geboorte
van haar eigen jongenstweeling en ze geeft nog steeds leiding aan
deze groep. De ervaringen van moeders in deze groep hebben de
basis gevormd voor haar boek Mothering Multiples: Breastfeeding
and Caring for Twins or More (LLLI).
Ze heeft vele algemene en meerling-specifieke artikelen met
betrekking tot borstvoeding geschreven en hoofdstukken voor
professionele en niet-professionele publicaties, en is een bekend
spreker over talrijke borstvoeding-gerelateerde onderwerpen. Als
een voormalig ILCA president (1994-1996), behoorde Karen tot de
eerste groep die werd benoemd tot Fellow of the International
Lactation Consultant Association (FILCA) in 2008.
Patricia Knook IBCLC
Patricia Knook-de Geus werkt voor 16 uur/week als
verpleeg/lactatiekundige IBCLC op het verloscentrum in het
Academisch Medisch Centrum te Amsterdam. Zij is mede
verantwoordelijk voor het interne borstvoedingsbeleid op de
afdelingen: verloskunde, kraam, neonatologie, zieke zuigelingen
/chirurgie, poli kliniek verloskunde. Het aansturen van personeel en
het faciliteren/onderhouden van het huidige borstvoedingsbeleid
behoort tot haar hoofdtaken.
Ze doet dit nu ruim 6 jaar en heeft mede bijgedragen aan het tot
stand komen van de certificering binnen het AMC met 6 afdelingen
tegelijkertijd. En zij is er trots op om te kunnen zeggen dat ze dat al
twee keer hebben mogen behalen.
Daarnaast werkt ze 6 uur per week bij de GGD Hollands Midden als
lactatiekundige IBCLC alwaar zij verantwoordelijk is voor de
scholingen omtrent borstvoeding en de inbedding van het huidige
borstvoedingsbeleid. Bij de GGD nam ze een staffunctie in, alwaar
zij de verpleegkundigen op 23 locaties aanstuurt met betrekking tot
de informatievoorziening rondom borstvoeding.
Naast haar werk bij de GGD en AMC zij is trotse eigenaar van haar
praktijk: Lactatiekundige Praktijk Haarlemmermeer, alwaar ze in de
randstad consulten uitvoert.
Ook geeft ze les op de opleiding tot lactatiekundige bij Baby en
Borst in Almere en oefent zij een bestuursfunctie uit bij de
Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen.
Elly Krijnen IBCLC
Haar loopbaan is begonnen in de psychiatrische verpleegkunde en
na het behalen van het diploma is zij de verkorte algemene
verpleegkunde gaan doen. Zij deed deze opleiding tegelijk met een
managementopleiding. Vervolgens specialiseerde zij zich in de
obstetrie en gynaecologie (O&G, OHC). Zij werkte in verschillende
ziekenhuizen en kraamzorgorganisaties als leidinggevende.
Na het behalen van haar certificaat tot lactatiekundige IBCLC in
2004 is zij samen met Carla Bakker gaan werken in hun eigen
lactatiekundige praktijk “BABY&BORST” B.V in Almere.. In 2008
rondde zij haar opleiding tot 1e graads verpleegkundig docent af.
Hun praktijk is gespecialiseerd in het geven van onderwijs aan
allerlei zorgprofessionals (verloskundigen, verpleegkundigen,
lactatiekundigen en kraamverzorgenden). Dit doen ze zowel op hun
eigen locatie als op locatie in heel Nederland. Sinds drie jaar
verzorgen zij de theoretische opleiding om lactatiekundige te
kunnen worden.
Naast het onderwijs geven zij advies over borstvoeding aan ouders,
hebben zij een winkel, meerdere webwinkels, distribueren zij
borstvoedingshulpmiddelen en verzorgen zij de verhuur van
borstkolven voor diverse ziekenhuizen en verloskundige praktijken.
Kathleen Marinelli MD IBCLC FABM FAAP
(Vertaalde presentatie)
Dr Marinelli is een buitengewoon professor van kindergeneeskunde
aan de University of Connecticut School of Medicine, en een
neonatoloog en directeur van Lactation Support Services in het
Connecticut Children’s Medical Center, Hartford, CT, USA.. Ze
studeerde af aan Cornell University en Cornell University School of
Medicine en was een co-assistent kindergeneeskunde, artsassistent, staflid van nefrologie en staflid van neonatologie staflid in
het Children’s National Medical Center, George Washington
University, Washington DC.
Ze maakte deel uit van de eerste groep van 20 artsen die
internationaal werden erkend met de aanduiding Fellow of the
Academy of Breastfeeding Medicine” (FABM), en maakt voor het
tiende jaar deel uit van de ABM Board of Directors, tevens is zij
voorzitter van de protocollencommissie. Ze vertegenwoordigt de
ABM in het de United United States Breastfeeding Committee, waar
ze de media/PR commissie voorzit en een leerstoel kreeg
aangeboden van de USBC in augustus 2012. Ze is lid van de
American Academy of Pediatrics (AAP) Section on Breastfeeding,
en sinds 2000 zij zet zich in als de AAP Connecticut Chapter
Breastfeeding Coordinator. Ze had grote invloed bij het opstellen en
laten passeren van uitgebreide borstvoedingrechten in de
wetgeving voor de werkplek in Connecticut in 2001, en de Jury Duty
Legislation in 2012. Ze is vrijwilliger in den medische adviesraad
van het Baby-Friendly USA. Terwijl ze deel uit maakt van vele
staats- en lokale commissies en organisaties is ze ook actief in de
Connecticut Breastfeeding Coalition.
Al heel lang gelooft zij in het gebruik van menselijke
gepasteuriseerde donor melk wanneer dat nodig is, ze was
oprichtster en medisch directeur van de New England Mother’s Milk
Bank en is momenteel mede-medisch directeur van de zich
ontwikkelende Mothers’ Milk Bank van de Western Great Lakes. Ze
is auteur van een aantal hoofdstukken, monografieën,
onderzoeksartikelen en ABM protocollen. Haar onderzoeken
concentreren zich op borstvoeding en het gebruik van menselijke
melk op de neonatale intensive care, cup voeden, donormelk en
donormelkbanken, en het onderwijs van medische professionals.
Jane Morton MD FAAP FABM
(Vertaalde presentaties)
Dr Jane Morton heeft een lange betekenisvolle carrière als een
algemeen kinderarts. Zij heeft ook een langdurige interesse in
borstvoeding, van het begrip van de klinische voordelen tot
praktische oplossingen voor moeders die moeilijkheden
ondervinden om borstvoeidng te geven aan hun kinderen. Door de
jaren heen heeft ze onderzoek geleid naar humane melk en
borstvoeding en heeft ze methodes en beleid ontwikkeld en
ingevoerd om borstvoedende moeders te helpen.
Zij heeft prijzenwinnende video’s geproduceerd over dit onderwerp,
inclusief Breastfeeding: A Guide to Getting Started, A Preemie
Needs His Mother: Breastfeeding a Premature Baby and Making
Enough Milk, the Key to Successful Breastfeeding. Deze zijn
vertaald en worden wijd en zijd in duizenden ziekenhuizen gebruikt
om zowel het personeel als de nieuwe moeders te trainen. Als
leidinggevend bestuurslid van zowel de Academy of Breastfeeding
Medicine als de American Academy of Pediatrics Section on
Breastfeeding, heeft ze met plezier gewerkt aan het vergroten van
de bekendheid van borstvoeding, zowel nationaal als internationaal.
Gedurende 5 jaar heeft zij gewerkt bij de neonatology clinical faculty
van Stanford om het Breastfeeding Medicine Program te
ontwikkelen. In die positie had zij de gelegenheid om een nationaal
erkend scholingsprogramma te ontwikkelen en een studie met de
AAP te publiceren over het belang van een borstvoedingscurriculum
voor artsen in opleiding. Zij was adviseur van de California Perinatal
Quality Care Collaborative en was een belangrijke auteur van de
richtlijn Nutritional Support for the Very Low Birth Weight Infant.
Ze was mede-auteur van het boek Best Medicine: Human Milk in
the NICU. Ze heeft veel gepubliceerd en heeft haar originele
onderzoek en onderwijsworkshops internationaal gepresenteerd. Zij
zal twee presentaties geven voor deze iLactation conferentie.
Jill Rabin MS CCC-SLP/L IBCLC
(Vertaalde presentatie)
Jill Rabin is een kinder logopediste en international board certified
lacation consultant. Ze heeft gedurende 26 jaar voornamelijk
gewerkt met 0-3 jarigen. De eerste 14 jaar heeft zij in ziekenhuizen
gewerkt, in twee in Chicago allebei als logopediste en
lacatatiekundige. In het Advocate Illinois Masonic Hospital in
Chicago heeft ze een voedingsprogramma ontworpen om een
soepele overgang naar orale voedingen te krijgen voor alle baby’s
die in de special care waren opgenomen en heeft zij deelgenomen
aan een team dat wekelijks follow-up m.b.t. ontwikkeling bood aan
prematuur geborenen.
Momenteel heeft zij een vrijgevestigde praktijk in de Chicagoland
omgeving
waar
zij
voornamelijk
risico
en
speciale
borstvoedingszorgbehoevenden ziet, kinderen met Down syndroom
en kinderen met een aversie tegen voeding vanwege het vroege
ingrijpen.
Zij volgt haar Down syndroom-patiënten als borstgevoede
zuigelingen vaak tot zij niet meer thuishoren bij de vroegeinterventie leeftijd.
Zij werkt ook bij een New Mother New Baby lactatiekundig centrum
in Northbrook, waar zij onderwijs geeft over het overgaan van
baby’s naar vast voedsel en houdt North Shore Down Syndrome
Awareness groepsbijeenkomsten waar families en hun kinderen
elkaar kunnen ontmoeten voor sociale- en scholingsdoeleinden.
Het is haar hoop om een samenwerkingsrelatie op te bouwen
tussen logopedisten en lactatiekundigen met het doel om meer
succesvolle borstvoedingsrelaties te krijgen, in het bijzonder bij
hoog-risico kinderen.
Inge Stoof IBCLC
Zij wist al van jongs af aan dat zij kinderverpleegkundige wilde
worden. Inmiddels heeft zij ruim 30 jaar werkervaring op
verschillende afdelingen. Behalve de kinderaantekening behaalde
zij haar aantekeningen gynaecologie/obstetrie en High Care
neonatologie. Na het behalen van haar IBCLC certificaat is zij gaan
werken op de neonatologieafdeling. Behalve voor de zorg rond
borstvoeding
heeft
Inge
veel
belangstelling
voor
ontwikkelingsgerichte zorg en mondmotoriek.
Als docent is zij betrokken geweest bij het certificeren van
kraamcentra en geeft zij jaarlijks vele scholingen aan ouders en
professionals binnen en buiten Meander Medisch Centrum.
Ook heeft zij een aantal jaar lesgegeven op de Hogeschool van
Utrecht (opleiding lactatiekunde), en geeft zij les op het ROC
opleiding verpleegkunde (kind/kraam). Zij heeft meegewerkt aan het
ontwikkelen van een E-learning borstvoeding voor ziekenhuizen en
zij is betrokken bij Leerstation Zorg, waar zij toestvragen met
kennisflitsen construeert voor alle doelgroepen die met zorg rond
borstvoeding te maken hebben.
In de loop der jaren heeft zij zich met name toegelegd op
borstvoeding in complexe situaties, met name de groep (rand)
prematuren, zieke baby’s en baby’s met een afwijking of syndroom,
maar ook de zieke moeder met borstvoedingsproblemen behoort tot
haar aandachtsgebied.
Als ervaringsdeskundige, zij kreeg twee prematuren die beiden aan
de beademing lagen, heeft zij zich toegelegd om speciaal voor deze
categorie goede zorg te organiseren. Als geen ander kan zij zich
inleven in de specifieke problemen die ouders van deze kwetsbare
kinderen ervaren.
Mieke van Rijn IBCLC
Voor zij lactatiekundige IBCLC werd heeft zij als kraamverzorgende
en als kinderverzorgende/pedagogisch medewerker gewerkt.
Na de geboorte van haar derde zoon is zij vijf jaar lang
thuisblijfmoeder geweest. In die periode is zij contactpersoon van
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk geworden. Zij heeft ruim tien jaar
deel uitgemaakt van de scholingscommissie van diezelfde
vereniging en mocht samen met haar collega contactpersonen zorg
dragen voor de opleiding van contactpersonen in opleiding en voor
de bijscholing van vrouwen die al contactpersonen waren. Zij is
bijna tien jaar parttime in dienst bij Elmar Kraamzorg. Dit is een
kleine kraamzorginstelling in Oud Beijerland (Zuid Holland). Zij
verzorgde daar aanvankelijk de informatieavonden over
borstvoeding voor de zwangeren en hun partners en gaf scholing
aan de kraamverzorgenden. Al snel had zij de wens om haar kennis
te vergroten en is zij de opleiding tot lactatiekundige IBCLC gaan
volgen in Gent.
Sinds 2008 is zij lactatiekundige en in die functie werkzaam bij
Elmar Kraamzorg. Daarnaast heeft zij haar eigen bedrijf genaamd;
“Lactatiekundige Praktijk Uit Volle Borst”.
Haar werkgebied is regio Rotterdam, de Hoeksche Waard, de
Drechtsteden en de Alblasserwaard en soms ook richting Brabant.
De laatste jaren is zij zich gaan specialiseren in de problematiek die
er kan ontstaan als kinderen een te korte tongriem en/of strak
lipbandje hebben. Dit doet zij uiteraard naast de andere
werkzaamheden die horen bij het werk van een lactatiekundige.
Zij is actief op ouder en kind fora en geeft daar vrijblijvend
informatie en advies over borstvoeding en borstvoeding
gerelateerde zaken.
Gonneke van Veldhuizen-Staas IBCLC
Geboren in Den Haag als vijfde kind in een onderwijzersgezin in
1956, opgegroeid in de Zuidwesthoek van Noord Brabant en haar
volwassen leven begonnen in Zeeland, waar zij trouwde en zelf ook
vijf kinderen kreeg. Zij begon met de zelfde loopbaan als haar beide
ouders als kleuterleidster oude stijl en leraar basisonderwijs. Tijdens
haar bewuste thuismoederschap werd zij leidster bij La Leche
League, waar zij onder andere de functies van coördinator
publicaties, hoofd van de afdeling opleidingen en hoofd van de
afdeling leidsters, c.q. voorzitter van de stichting vervulde. Vanuit
haar LLL werk werd zij in 1992 lactatiekundige IBCLC, in de eerste
lichting lactatiekundigen in Nederland. Daar is zij betrokken geweest
bij de eerste stadia van de oprichting van de beroepsvereniging
NVL en de opleidingsstichting SBO en bij de start van wat later de
Stichting Zorg voor Borstvoeding zou worden. Tot 2008 is zij als
lactatiekundige werkzaam geweest in de (particuliere) moeder en
kind zorg en in de scholing van zorgverleners en toekomstige
lactatiekundigen in diverse settings. Vanaf 2008 is haar bedrijf
Eurolac Lactatiekunde een zelfstandige onderneming met drie
poten: lactatiekundige praktijk, webwinkel en educatieve
programma’s. Lesgeven en lezingen geven blijven een belangrijk
deel van haar werk. Haar specialisaties zijn de biologische
normaalheid van borstvoeding, aanleggen en overproductie. Een
groeiende interesse zorgt ook gaandeweg voor specialisatie in
candida infecties en orale anatomische variaties en het effect
daarvan op borstvoeding. Schrijven over borstvoeding is een rode
draad door haar hele loopbaan heen. Dat begon met brochures
voor LLL, de coördinatie van het vertalen van het Handboek van
LLL, gevolgd door eigen publicaties van informatiebladen en
instructiekaarten en artikelen online en een wetenschappelijk artikel:
Overabundant milk supply: an alternate way to intervene by full
drainage and block feeding. International Breastfeeding Journal
2007, 2:11 (29 August 2007). In het afgelopen jaar publiceerde zij
twee boeken: Het jaar van de baby en Borstvoeding-een
handleiding.
Ineke van Vliet RN
Na 24 jaar in het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis te
Rotterdam gewerkt te hebben, werkt zij sinds februari 2011 in VU
medisch centrum in Amsterdam.
Van oorsprong ben is zij Kinderverpleegkundige en Kinder-IC/
Neonatologie verpleegkundige. Vanaf 1997 is zij zich steeds meer
gaan bezighouden met wetenschappelijk onderzoek. Sinds zij de
post-HBO opleiding ‘Clinical Research Coordination’ heeft afgerond
(2002) is zij werkzaam als Clinical Research Coordinator.
Vanaf februari 2010 is zij tevens coördinator van de Nederlandse
Moedermelkbank. Vanaf het allereerste begin heeft zij zich, samen
met collega’s, bezig gehouden met het opzetten van de
moedermelkbank en alles wat daar bij komt kijken. Sinds de 1e
goedkeuring van een donor in mei 2011, is zij verantwoordelijk voor
de coördinatie binnen de Nederlandse Moedermelkbank en het
wetenschappelijk onderzoek wat met de donormelk wordt
uitgevoerd.
Barbara Wilson-Clay BSEd IBCLC FILCA
(Vertaalde presentatie)
Barbara Wilson-Clay heeft in een zelfstandige praktijk gewerkt in
Austin, Texas, USA, en heeft zich sinds 1987 gespecialiseerd in
casuïstiek van arts-gerelateerde borstvoedingsproblemen. Zij heeft
geholpen met het oprichten van de moedermelkbank in Austin, een
non-profit organisatie, en is hier 11 jaar directielid geweest, waarvan
de laatste 2 jaar vice-president. Als een vrijwillige promotor bij de
Texaanse rechterlijke macht heeft Barbara zich ingezet, gedurende
iedere wetgevingsprocedure sinds 1993, om wetgeving te helpen
laten passeren die borstvoedingsrechten promoten.Haar zakelijke
cliënten zijn o.a. Motorola, IBM en Apple compters voor wie zij
lactatieondersteuning op de werkplek en lactatieruimtes heeft
ontwikkeld.
Barbara’s onderzoek en commentaren zijn verschenen in The
Journal of Human Lactation, Huidige problemen in Clinical
Lactation, Birth Issues, Breastfeeding Abstracts, The International
Breastfeeding Journal, the ICEA Journal, and Archives of Disease
in Childhood. Zij werkt op verschillende review redacties. Barbara
was de ILCA vertegenwoordiger bij de IBLCE en is La Leche
League leidster sinds 1981. Ze is benoemd tot Fellow van de
Internatioal Lactation Consultant Association (FILCA) in 2008.
Barbara is mede-auteur van het boek The Breastfeeding Atlas en
veel meertalig scholingsmateriaal voor cliënten en professionals.
.
Samenvattingen presentaties
Borstvoeding aan tweelingen, drielingen en meerlingen
Karen Kerkhoff Gromada MSN RN IBCLC FILCA
(Vertaalde presentatie)
(75 minuten)
De dramatische toename van de meerlingen in de afgelopen twee decennia heeft geleid tot
een overeenkomstige toename in onderzoek en klinisch literatuuronderzoek naar diverse
aspecten van het ouderschap van meerlingen, met inbegrip van borstvoeding. De laatste
paar jaar geven enquêtes aan dat vrouwen die bevallen van twee- en meerlingen in
ongeveer dezelfde aantallen van plan zijn om borstvoeding te geven als vrouwen die een
éénling krijgen, maar toch is de borstvoedingsduur voor deze subgroep over het algemeen
lager. Onderzoek heeft mogelijke factoren die gerelateerd zijn aan het borstvoeden van een
meerling geïdentificeerd, maar weinigen bieden praktische oplossingen voor het verbeteren
van resultaten. Klinisch gebaseerde artikelen discussiëren vaak over strategieën om
meerlingen borstvoeding te geven, maar er ligt veel nadruk op borstvoedingtechnieken in
plaats van op de fysiologische en psychosociale kwesties die de vrouw die een meerling
borstvoeding geeft beïnvloeden. Lactatiekundigen en zorgverleners moeten alle
puzzelstukjes bij elkaar leggen op een holistische manier als zij effectieve en tegelijk
sensitieve strategiën willen aanbieden die recht doen aan de typische, meerling-specifieke,
uitdagingen op het gebied van borstvoeding in deze speciale situatie.
Deze presentatie biedt een overzicht van de recente literatuur die beschikbaar is over het
voeden van meerlingen en gerelateerde factoren, vat de bevindingen samen in een logisch
geheel, en beschouwt het proces van ontwikkeling van klinische interventies bij
borstvoedingsproblemen bij meerlingen.
Borstvoeding na een keizersnede
Patricia Knook IBCLC
(60 minuten)
Borstvoeding lijkt vanzelfsprekend voor veel moeders die net een pasgeboren baby hebben
gekregen. Helaas is dat als een vrouw in een derdelijns ziekenhuis bevalt niet altijd zo
vanzelfsprekend. Een groot deel van de populatie in het academisch ziekenhuis heeft een
keizersnede gehad. De zorg rondom de baby voor en de na keizersnede in combinatie tot
borstvoeding is soms een uitdaging. De aspecten die aan bod komen in de lezing zijn:
- Waarom is het na een keizersnede lastiger om borstvoeding te geven?
- Hoe kun je de vrouw begeleiden zodat zij zelf de regie heeft over de manier waarop zij
gaat voeden;
- Als je opgenomen ligt in het ziekenhuis en wordt verzorgd door veel verschillende
verpleegkundigen, wat kan de vrouw dan zelf doen om de borstvoeding tot een succes te
maken?
- Beperkingen binnen een ziekenhuis, bewustwording verschillende disciplines, en
mogelijkheden creëren.
Hormonen en borstvoeding
Elly Krijnen IBCLC
(60 minuten)
Dat oxytocine en prolactine een rol spelen bij borstvoeding weet zo ongeveer iedereen wel
die in zijn/haar werk met borstvoeding te maken heeft. Maar wat doen deze hormonen nog
meer? Hoe beïnvloeden zij andere hormonen en hoe worden andere hormonen door deze
twee beïnvloed? Kan een moeder/kind de hormonen zelf beïnvloeden?
Door de hormoonwerking begrijpelijk te maken wordt het duidelijk waarom sommige
adviezen wél en andere beter niet gegeven kunnen worden.
Menselijke melk en borstvoeding voor zuigelingen zmet eer lage
geboorte gewicht: De bijdrage van de natuur aan de wonderen van de
technologie
Kathleen Marinelli MD IBCLC FABM FAAP
(Vertaalde presentatie)
(150 minuten)
Het historische belang van menselijke melk in het voortbestaan van premature baby’s wordt
erkend en Dr Marinelli bespreekt de huidige evidence-based reden voor de sleutelrol van
menselijke melk in het therapeutische regime van VLBW (Very Low Birth Weight = zeer laag
geboortegewicht) zuigelingen. Ze keek naar het gebruik van zowel eigen moedermelk en
donormelk voor VLBW zuigelingen en houdt rekening met de uitdagingen van borstvoeding
geven aan een VLBW kind op de NICU. Wanneer de overgang naar exclusieve
borstvoeding in deze populatie wordt onderzocht, is het noodzakelijk om ondersteunende
praktijken in een NICU-omgeving te identificeren die de waarde van het gebruik van
menselijke melk in VLBW-zuigelingen erkennen.
Spelregelveranderend onderzoek naar expressie van moedermelk:
Vroege handexpressie en “hands-on” kolven
Jane Morton MD FAAP FABM
(Vertaalde presentatie)
(60 minuten)
Rekening houdend met de melkproduktie van moeders van préterme en á-terme kinderen,
heeft Dr. Morton een review gedaan naar het onderzoek van het kolven met de handen in
de eerste drie dagen postpartum en “hands-on” kolven na het optreden van de lactogenese
en de invloed van deze technieken op de melkproduktie en –samenstelling. Zij spreekt over
de klinische toepassingen en het vervolgonderzoek.
Het complete beeld van het probleem van onvoldoende melkproduktie bij moeders van
zowel á-terme als prematuur geboren kinderen wordt besproken net als de motivatie voor
handexpressie gedurende de eerste dagen post partum en de invloed van deze techniek op
latere melkproduktie.
Babyvriendelijke zorg voor laag- en hoogrisico zuigelingen. Een
gezamenlijk, duurzaam en proactief model
Jane Morton MD FAAP FABM
(Vertaalde presentatie)
(60 minuten)
Het is nodig om de vroege borstvoedingsmanagementpraktijk te veranderen. Dr. Morton
heeft specifiek gekeken naar het laag-risico moeder-kindkoppel en het hoog-rsico moederkindkoppel en bespreekt haar “Deel de zorg: 5 puntsplan”. Er is overtuigend bewijs dat de
verandering nodig is en dat er grond is voor het herindelen van 3 doelen, A, B, en C
A – Aanhappen (latch and transfer)
B – Borstmelkproduktie
C – Calorieën (om relevante parameters te behalen)
naar C, B en A in het geval van hoog-risico moeder-kindkoppels.
Tenslotte bespreekt ze hoe een duurzaan model van zorg voor efficiëntie, stabiliteit,
uitgebreidere basisvaardigheden en verantwoordelijkheid zou kunnen zorgen.
Borstvoeding en prematuren : Herken de risico’s voor orale aversie
Jill Rabin MS CCC-SLP/L IBCLC
(Vertaalde presentatie)
(90 minuten)
Deelnemers leren over mijlpalen van orale spieronwikkeling en zuigpatronen bij prematuur
geborenen. Het effect op neurologische -, ademhalings- en gastrointestinale kwesties en
hun invloed op voeden en in het creëren van de waarschijnlijkheid van een voedingsaversie
worden besproken. Deelnemers kunnen risicofactoren voor het ontwikkelen van een
voedingsaversie bij prematuren en hoog-risico zuigelingen herkennen.
Verschillende interventiemethodes en ideeën voor het voorkomen van voedingsaversie
worden eveneens besproken.
De (ex)randprematuur – thuis en in het ziekenhuis
Inge Stoof IBCLC
(60 minuten)
Per jaar worden er heel wat randprematuren geboren. Velen worden thuis geboren en het
andere deel mag vaak na een korte ziekenhuisopname naar huis.
Maar….. hoe pak je dat nu zowel in het ziekenhuis als met name in de thuissituatie goed
op.
Wat is er dan zo anders aan een randprematuur. Ze zien er vaak prachtig uit, alleen wat
kleiner en lichter. Wat mogen we eigenlijk verwachten van deze kwetsbare groep, waarvan
we weten dat ze neurologisch nog onrijp zijn en hoe voorkom je dan problemen. Wat is het
verschil met de ziekenhuissituatie en de thuissituatie. Tegen welke problemen lopen ouders
en zorgverleners aan en wat doe je hiermee.
In deze presentatie komen naast de lichamelijke risico’s met name de begeleiding, en
interventies van borstvoeding aan bod zoals het belang van een LATCH Score, huid op huid
contact, prikkelgeleiding, de manier van (bij)voeden, het goed op gang brengen van de
borstvoeding en borstcompressie.
Tongriempjes en lipbandjes ; Een geknipte zaak ? !
Mieke van Rijn IBCLC
(60 minuten)
De presentatie gaat over korte tongriempjes en strakke lipbandjes en wat de problemen
kunnen zijn die hierdoor veroorzaakt kunnen worden. Zij vertelt over de functie van de tong
en de normale anatomie van de mond van een baby en het zal je duidelijk worden wat er
kan gebeuren als hier bijzonderheden mee zijn. Het beoordelen van de tongriem en het
lipbandje is niet altijd eenvoudig. Er spelen verschillende zaken en die moeten worden
meegenomen in het totale plaatje. Wat zijn de klachten waar het moeder-kind koppel mee
te maken kan krijgen ? Is het “knip en klaar” of is er nabehandeling in de vorm van massage
en stretchen aan te bevelen ? Wat zijn de mythes en misvattingen over tongriempjes en
lipbandjes ? Hoe kan je als zorgverlener het beste handelen als je denkt dat de tongriem
en/of het lipbandje van een baby de achterliggende oorzaken zijn van de problemen waar
moeder en/of kind mee te maken hebben ? Aan het einde van de presentatie behandelt zij
één of meerdere casussen zodat je kunt zien wat het beleid kan zijn bij deze problematiek.
Galactogogen – zin en onzin
Gonneke van Veldhuizen-Staas IBCLC
(60 minuten)
Galactogogen zijn middelen die de productie van moedermelk stimuleren. Door de hele
geschiedenis en in alle culturen hebben vrouwen altijd geprobeerd manieren te vinden om
hun melkproductie te verbeteren, want de angst voor onvoldoende melk is universeel.
Tegenwoordig zijn galactogogen te verdelen in de medicijnen en de natuurlijke middelen,
meestal plantaardig. Deze lezing geeft een overzicht van de middelen die in allerlei culturen
worden aangeraden aan zogende vrouwen en worden overeenkomsten en verschillen van
de diverse middelen besproken. Aan de hand van een kort overzicht van de werking van de
aanmaak van moedermelk en het te verkrijgen volume, wordt een inventarisatie gemaakt
van de werkzaamheid of de mogelijke werkzaamheid van de in onze cultuur het meest
aangeraden middelen voor de ondersteuning van de moedermelkproductie.
De Nederlandse Moedermelkbank
Ineke van Vliet RN
(45 minuten)
De Nederlandse Moedermelkbank is opgericht in het VUmc te Amsterdam met het doel
donormelk te kunnen verstrekken aan te vroeg geboren baby’s op de Intensive Care
Neonatologie, wiens moeder geen of onvoldoende melk kan geven. Tijdens de presentatie
wordt verteld hoe de moedermelkbank werkt. Er wordt ingegaan op het vinden en screenen
van donoren en hoe de donormelk wordt opgehaald, bewerkt en bewaard. De donormelk
wordt momenteel alleen in studieverband toegediend aan te vroeg geboren kinderen. Met
deze studie, genaamd Early Nutrition Study, wordt de meerwaarde van donormelk boven
kunstvoeding als eventuele aanvulling op eigen moedermelk onderzocht. Tijdens de
presentatie zal ook kort bij deze studie stil worden gestaan.
Borstvoeding geven aan de dysmatuur
Barbara Wilson-Clay BSEd IBCLC FILCA
(Vertaalde presentatie)
(75 minuten)
Klinische borstvoedingsmanagementstrategiën zijn goed beschreven voor het premature en
randpremature kind. De risico’s, speciale voedingsproblemen en potentiële gevolgen voor
het kind dat te maken heeft met intra-uteriene groeivertraging en dysmatuur geboren wordt,
is veel minder duidelijk.
Deze case study beschrijft een review van de literatuur en beschrijving van het
borstvoedingsmanagement van een eerstgeboren á terme kind van 2267 gram.
De presentatie benadrukt strategiën die excessief gewichtsverlies moeten voorkomen en
het maximaliseren van vroege groei en neurologische ontwikkelinge moeten bevorderen,
met voeding van uitsluitend humane melkvoeding.
Scholingspunten
Continuing Education Recognition Points (CERPs) en scholingsuren ter voorbereiding op het
examen van de International Board Lactation Consultant Examiners (IBLCE) zijn
aangevraagd.
Accreditatiepunten voor verloskundigen, verpleegkundigen en kraamverzorgenden worden
aangevraagd.
Tijdspad conferentie
1. iLactation Conferentie Moedermelk Krachtmelk! Prematuren, prioriteiten en praktijk
inschrijven begint op 17 november 2013.
2. Vroege vogel registratie tot en met 14 januari 2014.
3. Vol tarief inschrijving begint op 15 januari 2014.
4. iLactation Conferentie Moedermelk Krachtmelk! Prematuren, prioriteiten en praktijk
begint op Valentijnsdag, 14 februari 2014.
5. Presentaties zijn beschikbaar tot en met 16 maart 2014.
Prijzen inschrijving
iLactation Conferentie Moedermelk Krachtmelk! Prematuren, prioriteiten en praktijk
begint op Valentijnsdag, 14 februari 2014.
Hieronder vind je de inschrijfprijs die hoort bij je land, welke overeenkomt met de
ledencategorieën van de International Lactatation Consultant Association.
Deelnemers hebben ongelimiteerde toegang tot alle presentaties tot het einde van de
conferentie op 16 maart 2014. De conferentie is een totaalpakket; het is niet mogelijk om in
te schrijven voor individuele presentaties.
Groepsinschrijvingen zijn mogelijk voor groepen van 6 of meer leden die zich tegelijk
inschrijven met één gezamenlijke betaling. De contactpersoon van de groep zorgt dat wij een
lijst met namen en emailadressen van de groepsleden krijgen. We factureren aan de
contactpersoon het totaalbedrag van de inschrijvingen, welke zal bestaan uit het totaal aantal
deelnmers vermenigvuldigd met de groepsprijs. (Bijv. 6 leden x €75,50 = €453,00) Elk
indivueel groepslid zal een certificaat van deelname met CERPs kunnen krijgen.
iLactation gebruikt PayPal als voornaamste betalingswijze. Als PayPal niet beschikbaar is in
jouw land of je ondervindt andere problemen met PayPal, neem dan contact met ons op om
een alternatieve betalingswijze te bespreken., [email protected].
Inschrijving categorieën
Categorie A Landen:
Anguilla, Aruba, Australië, Bahama’s, Bahrein, België, Bermuda, Bonaire, Brunei, Canada, Denemarken,
Finland, Frankrijk, Duitsland, Hong Kong, Hongarije, Ijsland, Ierland, Israël, Italië, Japan, Kaaiman Eilanden,
Korea, Koeweit, Kroatië, Luxemburg, Macao, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oman, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Quatar, Saoedie Arabië, Singaporte, Slovenië, Spanje, Sint Maarten, Taiwan, Tjechische Republiek,
Trinidad en Tobago, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika,
Zweden, Zwitserland.
Categorie B Landen:
Albanië, Algerije, Amerikaans Samoa, Anitgua en Barbuda, Argentinië, Azerbeidzjan, Belaren, Bosnië en
Herzegovina, Brazilië, Bulgarije, Chili, China, Colombia, Costa Rica, Cuba, Curaçao, Dominicaanse Republiek,
Ecuador, Griekenland, Grenada, Iran, Jamaica, Kazachstan, Letland, Libanon, Litouwen, Maleisië, Mexico,
Peru, Roemenië, Rusland, St. Lucia, Thailand, Turkije, Uruguay, Venezuela, Zuid-Afrika.
Categorie C Landen:
Angola, Armenië, Bolivia, Egypte, El Salvador, Georgië, Ghana, Guatemala, Honduras, India, Indonesië, Irak,
Nigeria, Oekraïne, Oezbekistan, Pakistan, Paraguay, Philippijnen, Sri Lanka, Suriname, Timor-Leste,
Turkmenistan, Vietnam.
Categorie D Landen:
Afghanistan, Bangladesh, Benin, Cambodja, Ethiopië, Guinea, Haïti, Kenia, Kirgizische Republiek, Korea
Democratische Republiek, Malawi, Oeganda, Rwanda, Tazjikistan, Zimbabwe.