Jaargang 14 nr. 1 mei 2013 Een nieuwe lente, een nieuw geluid. De ontwikkelingen in de zorg staan niet stil; voor Zorg voor Borstvoeding tijd om onze producten en procedures eens kritisch door te lichten. Meer hierover in deze Goed Gevoed. Verder informatie over drie landelijke richtlijnen, een vraag over de WHO Code en nieuwe interessante onderzoeken. Kwaliteit Zorg voor Borstvoeding Zorg voor Borstvoeding werkt continue aan de kwaliteit van haar organisatie. Later dit jaar wordt de website vernieuwd, natuurlijk houden we u via Goed Gevoed op de hoogte. Op de vernieuwde site komen links naar te downloaden documenten, zoals · Algemene voorwaarden · Flowcharts om het proces van de audits te visualiseren · Voorbeeld dagindelingen etc. Tevens werken wij aan een onderzoek over onze dienstverlening, zodat wij uw input kunnen meenemen in onze verbeterslag. Graag horen wij van u hoe u onze nieuwe aanpak beoordeelt! [foto: Wilco van Dijen] [foto: Mieke Vaessen] Inmiddels hebben wij een aantal benamingen aangepast aan -in wereld van de Certificeringsinstituten- gebruikte terminologie. Het eerste onderzoek heette Externe Beoordeling (EB); dit wordt Eerste Audit (EA). Een volgend onderzoek –voorheen reassessment- gaat Recertificeringsaudit (RA) heten. Onze medewerkers noemden wij assessors, deze benaming hebben wij veranderd in auditoren. De rapportage wordt ook aangepast. Per vuistregel komen de volgende onderdelen aan bod: · Het oordeel (voldoende/onvoldoende) · Goede punten, verbeterpunten en aanbevelingen. Verbeterpunten zijn die zaken die afwijken van de vuistregel en die voor een volgende audit moeten worden aangepakt. Een ‘aanbeveling’ is een idee ter optimalisering of inspiratie voor de organisatie. Bij het geven van een aanbeveling of verbeterpunt zal worden verwezen naar de vorige aanbevelingen/verbeterpunten die tijdens voorgaande audits zijn geconstateerd ten behoeve van de Plan Do Check Act-cyclus. IN DIT NUMMER: · Kwaliteit Zorg voor Borstvoeding · Richtlijn Voedselovergevoeligheid · Excessief huilen · Preventie van wiegendood · Proficiat · E-Learning kunstvoeding · Wetenschap · WHO Code · Kort nieuws · Uit de kunst WIST U DAT... Op de site van UNICEF BFHI UK zijn meerdere video’s te vinden over: huid-op-huidcontact, aanleggen, kolven met de hand, baby-led feeding, voeden in het openbaar en de rol van de vader. http://www.unicef.org.uk/ BabyFriendly/Resources/ AudioVideo/ VOOR UW AGENDA De SBO-congrescommissie is alweer bij elkaar geweest. Noteert u het alvast in uw agenda? Het volgende SBO-congres zal gehouden worden op 25 september 2014. NICARAGUA Landelijke richtlijnen en publicaties en de relatie tot de Tien Vuistregels en Zeven Stappen Richtlijn Voedselovergevoeligheid Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) heeft een nieuwe JGZ-richtlijn Voedselovergevoeligheid uitgegeven waarin wordt aangeraden al vanaf vier maanden bijvoeding te geven. Zorg voor Borstvoeding wijst deze aanpassing van het bijvoedingsadvies vooralsnog af en houdt vast aan de WHO-aanbeveling –zoals ook beschreven in Stap vijf voor behalen van het certificaat Zorg voor Borstvoeding- om tot zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Wanneer er individuele specifieke redenen zijn om eerder te [foto: v.d. Zanden] starten met het aanvullend aanbieden van vaste voeding zal dat in nauw overleg met de ouders en hoogstens in hele kleine hoeveelheden nodig zijn. Het eerder geven van bijvoeding dan uit voedingsoogpunt nodig is, leidt tot het verminderen van de moedermelkproductie, wat er voor zorgt dat de borstvoedingsduur kan worden bekort, met alle nadelen voor baby én moeder van dien. Op borstvoeding.com staat een goed onderbouwd artikel over de kanttekeningen die bij deze nieuwe richtlijn gezet kunnen worden: http://www.borstvoeding.com/voedselintroductie/vast-voedsel/exclusief-3.html Multidisciplinaire richtlijn ‘Preventie, signalering, diagnostiek en behandeling van excessief huilen bij baby’s [foto: Rivka van Deijk] Rivka van Deijk, bestuurslid van Zorg voor Borstvoeding, is voor haar werk regelmatig in Nicaragua. In een ziekenhuis in Puerto Cabezas trof zij pro borstvoeding materiaal aan de muur aan. Rivka geeft aan dat certificering misschien nog een stapje te ver is, maar bewustwording wordt er zeker gecreëerd! 2 Deze aangepaste richtlijn gaat in op oorzaken en behandeling. Zorg voor Borstvoeding kan zich vinden in de adviezen gegeven op pagina 111: · …Neem een uitgebreide anamnese af, met extra aandacht voor de perinatale periode en het voeden en verricht medisch onderzoek. Wanneer geen onderliggend lijden wordt aangetoond, kunnen ouders worden gerustgesteld. Geef hen achtergrondinformatie over het beloop van huilen en geef aan dat sommige interventies kunnen helpen. Schakel vroegtijdig hulp in als er voedingsproblemen zijn. Ga psychosociale problemen na en haal er hulp bij van een gedragsdeskundige bij psychische problemen bij één van de ouders. Neem eventueel in overleg met een gedragsdeskundige de EPDS af bij de moeder (en/of vader). Stimuleer huid-op-huidcontact en bij borstvoeding het voeden op verzoek, bevorder het slapen van de baby bij de ouders op de kamer (niet bij hen in bed), en help ouders bij het vinden van de balans op het gebied van sensorische stimuli, contact en interactie. Volg het bestaande beleid van het uitsluiten van koemelkallergieën…” · Schriftelijke informatie over 'Rust, Voorspelbaarheid & Prikkelreductie' dient alleen op indicatie te worden uitgereikt, als het huilgedrag van de baby daar aanleiding toe geeft. Het benoemen van normaal gedrag en het aanreiken van praktische handvatten aan moeders zorgt voor geruststelling. · Mogelijke adviezen zijn de baby te dragen, voeden op verzoek, uitscheiding en groei te controleren, extra huisbezoek brengen, eventueel verwijzing naar lactatiekundige. Aanvullende adviezen voor veilig slapen ter preventie van wiegendood (Artikel NTvG) In dit artikel worden -op basis van literatuuronderzoek- een aantal nieuwe adviezen gegeven om het cijfer wiegendood verder omlaag te brengen. Eén van de nieuwe adviezen is: gebruik van een speen wordt ook bij het geven van borstvoeding aangeraden, indien deze goed op gang is gekomen. Het advies is onder meer gebaseerd op recente aanbevelingen van de American Academy of Pediactrics (AAP) uit 2011. Zorg voor Borstvoeding plaatst hierbij de volgende kanttekeningen: · Zowel het artikel in het NTvG als de aanbevelingen van de AAP gaan uit van geen tot weinig effect van het gebruik van de fopspeen op de borstvoeding. Onderzoeken, waaruit dit blijkt, gaan uit van omstandigheden die niet voor iedere moeder vanzelfsprekend zijn, zoals het regelmatig krijgen van steun, bemoediging en hulp gedurende de hele borstvoedingperiode. Dit om het zelfvertrouwen van de moeder om langer doorgaan met borstvoeding te stimuleren, zodat zij niet tot stoppen gedwongen wordt door een ontoereikende productie of problemen met de borstvoeding. · In de overwegingen dit advies te geven, wordt niet meegenomen dat de aanbeveling wellicht voor borstgevoede baby’s niet nodig is. Een baby die kunstmatige zuigelingenvoeding krijgt, slaapt dieper dan een baby die borstvoeding krijgt. In de fysiologie van de borstgevoede baby ligt besloten dat hij vaak wakker wordt voor een voeding en daarom niet te (gevaarlijk) diep slaapt. · Aangezien niet duidelijk is waarop het beschermende effect van de fopspeen is gebaseerd, zouden andere manieren van non-nutritief zuigen –zoals aan de borst en/of op duim of vingers- ook moeten worden onderzocht. De mogelijkheid bestaat dat duimzuigen ook een beschermend effect heeft. Een baby die op zijn duim of vingers zuigt, is niet afhankelijk van zijn ouders. Uit een van de onderzoeken is gebleken dat het gebruik van de fopspeen pas goed werkt als deze iedere nacht wordt gebruikt en dat verandering in deze routine mogelijk leidt tot juist meer gevallen van SIDS. Ouders zouden van dit risico op de hoogte moeten worden gesteld. Zorg voor Borstvoeding onderschrijft de aanbeveling dat de fopspeen, volgens het advies uit het artikel van het NTvG en zoals vermeld in de Tien Vuistregels en Zeven Stappen, niet eerder wordt gegeven dan dat de borstvoeding goed op gang is gekomen en slechts wordt gebruikt bij te slapen leggen van de baby. E-LEARNING MODULE KUNSTVOEDING Met deze scholing wil het Platform Borstvoeding zorgverleners objectieve informatie geven over het product kunstvoeding, zodat zij hiervoor niet afhankelijk zijn van materialen van fabrikanten. Vanaf begin mei staat de module ter inzage online op het professionals gedeelte van de website van het Voedingscentrum, zodat men een idee kan krijgen van de inhoud. De module en toets zijn beschikbaar als SCORM-pakketten om op te nemen in de eigen leeromgevingen van (beroeps)organisaties, zo mogelijk gekoppeld aan het eigen accreditatiesysteem. Het Voedingscentrum is bezig accreditatie aan te vragen voor de module bij in elk geval de KNOV, V&VN, AJN en NVD. Hierbij de links naar de definitieve versie van de module: http://www.voedingscentrum.nl/ professionals/gezondheidszorg/elearning-kunstvoeding.aspx Proficiat! In de maand december en in de eerste maanden van 2013 konden certificaten worden uitgereikt aan: Praktijk voor Verloskunde Harlingen & Kraamthuis West-Friesland te Harlingen, Verloskundig Centrum & Kraamcentrum Assen e.o. Twee verloskundigenpraktijken met ook een eigen kraamzorgorganisatie! Ook Koru Kraamzorg in Utrecht en Kraamzorg ’t Geboortehuys in Oosterbeek behaalden een goed resultaat. Onze hartelijke felicitaties. [foto: Lilian Wirken] 3 Wetenschap Heeft BFHI-certificering effect op de borstvoedingcijfers met 1 en 4 maanden? Uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat BFHI-certificering een positief effect heeft op de start en duur van de borstvoeding. Er is echter weinig bekend van het effect de BFHI-certificering in landen waar de borstvoedingcijfers al hoog zijn én waar ziekenhuizen een algemeen babyvriendelijk beleid voeren. In Queensland, Australië, deden 6752 vrouwen aan het onderzoek mee. Van hen beviel 78,4% in een niet-gecertificeerd ziekenhuis. Voornaamste conclusie van het onderzoek is dat wanneer de startcijfers borstvoeding al hoog zijn (Australië 96%) en evidence-based praktijken zijn ingevoerd in de ziekenhuisomgeving die borstvoeding stimuleert, certificering een klein effect heeft op de borstvoedingervaren borstvoeding* borstvoeding * cijfers met één en vier maanden. De onderzoekers geven aan dat bij toegepaste met 1 maand met 4 maanden dergelijke hoge landelijke startcijfers niet verwacht mag worden dat de vuistregels startcijfers nog verder kunnen stijgen. De onderzoekers vroegen de vrouwen eveneens of zij ervaren hadden dat 0 80,5% 51,3% vier belangrijke vuistregels, die nauw met elkaar samenhangen, waren 1 83,8% 58,6% toegepast te weten; rooming-in, direct huid-op-huidcontact, eerste 2 82,8% 59,5% aanleggen binnen een uur en bijvoeding in het ziekenhuis. 3 85,0% 64,3% De resultaten komen overeen met andere studies, die concludeerden dat hoe meer vuistregels toegepast worden hoe vaker en langer vrouwen borst4 91,0% 77,3% voeding geven, zowel uitsluitend als enige borstvoeding. *enige borstvoeding, niet uitsluitend De onderzoekers vermelden heel nadrukkelijk in de eindconclusies dat BFHI-certificering een belangrijke bijdrage kan leveren als programma ter verbetering van de kwaliteit, vooral in die gebieden waar de startcijfers borstvoeding laag zijn. Wanneer een ziekenhuis eenmaal gecertificeerd is, is het noodzakelijk dat zij de tien vuist-regels goed in de praktijk blijft uitvoeren om de hoge kwaliteit te borgen. Brodribb, W et al (2012) Baby-Friendly Hospital Accreditation, In-Hospital Care Practices and Breastfeeding. Pediatrics 2013;131:685-692 In welke mate wordt de duur van de borstvoeding beïnvloed wanneer de Tien Vuistregels niet in praktijk worden gebracht? In de Verenigde Staten is onderzocht wat het effect is van het niet naleven van elk van de vuistregels apart en van de combinatie van twee vuistregels op de duur van (enige) borstvoeding aan de borst. De uitkomsten laten zien dat wanneer de zorginstelling zes vuistregels toepast, de gemiddelde borstvoedingsduur het langst is: 48,8 weken, bij toepassing van vier tot vijf vuistregels is dit 39,8 weken en bij twee of drie 36,4 weken borstvoeding. Het niet toepassen van vuistregel 6 (pasgeborenen krijgen geen andere voeding dan borstvoeding, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie) werd geassocieerd met 10,5 week kortere borstvoedingsduur in vergelijking met een groep waar deze vuistregel wél in praktijk werd gebracht. Het niet toepassen van zowel vuistregel 4 (moeders worden binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen met borstvoeding geven) en 9 (aan pasgeborenen, die borstvoeding krijgen, wordt geen speen of fopspeen geven) leverde een afname van de duur van de borstvoedingperiode van 11,8 weken op. [foto: Grup Nodrissa, Educación ] De onderzoekers concluderen dat het niet toepassen van de vuistregels kan worden geassocieerd met het onvoldoende opbouwen van de goede fysiologische basis die nodig is om langere tijd door te gaan met het geven van borstvoeding. Het geven van borstvoeding wordt bemoeilijkt wanneer specifieke combinaties van vuistregels ontbreken in de begeleiding van moeders. Implementatie van voornoemde vuistregels, zowel apart als in combinatie, kan de duur van de borstvoeding verlengen. Nickel, N.C; Labbok, M.H. et al. The Extent that Noncompliance with the Ten Steps to Succesful Breastfeeding Influences Breastfeeding Duration. Journal of Human Lactation 2013 29 (1): 59-70 4 Belang van goede voorlichting en begeleiding van ouders met astma in de familie op de duur van de borstvoeding Kinderen van ouders met astma in de familie kunnen de kans op het ontwikkelen van astma in de kinderjaren verlagen wanneer zij tot zes maanden uitsluitend borstvoeding krijgen. Omdat het Nederlandse moeders onvoldoende lukt tot die tijd borstvoeding te geven werd een programma ontwikkeld en geïmplementeerd. Het programma bevat een pre- en postnataal huisbezoek, die afgelegd worden door speciaal opgeleide medewerkers, en een boekje met informatie. Met zes maanden post partum gaf 48% van de moeders, die deelnamen aan het programma, nog uitsluitend borstvoeding tegen 27% in de controlegroep. Analyse van de tussentijdse metingen toonde aan dat de kennis en de positieve attitude ten aanzien van zes maanden uitsluitend borstvoeding significant waren toegenomen. Zoals de onderzoekers verwachtten, namen het zelfvertrouwen en de positieve gevoelens ten aanzien van borstvoeding bij de vrouwen die deelnamen toe terwijl de ondersteuning bij de borstvoeding in beide groepen afnam. De onderzoeksgroep gaf aan meer druk te ervaren om over te gaan op kunstvoeding en zij kenden meer borstvoedingrolmodellen dan vrouwen uit de controlegroep. De onderzoekers bestuderen wat er met deze resultaten gedaan kan worden. Mesters, I. Gijsbers, B. Bartholomew, K. Knottnerus, A. J. Van Schayck, O.C.P. Social Cognitive Changes Resulting from an Effective Breastfeeding Education Program Breastfeeding Medicine. February 2013, 8(1): 23-30. WHO Code, een vraag uit de praktijk Regelmatig bereiken ons vragen van gecertificeerde zorginstellingen over de naleving van de WHO Code en Warenwetregeling Zuigelingenvoeding. Zo kregen we onlangs de vraag van een kraamzorgorganisatie of de (door de zorgverzekeraar verplichte) EHBO-scholing voor kinderen gratis door een fabrikant van kunstmatige zuigelingenvoeding zou mogen worden gegeven. De fabrikant zou naar de organisatie komen en geen enkel promotiemateriaal meenemen. De Code heeft betrekking op zuigelingenvoeding tot zes maanden en > zes maanden (opvolgmelk), spenen en flessen. Andere gerelateerde onderwerpen aan de zorg vallen hier buiten. Dit betekent concreet dat de instelling zelf de afweging van eigen belangen en die van de commerciële fabrikant moet maken. Unicef UK heeft hier onlangs een duidelijk document over gepubliceerd: http://www.unicef.org.uk/ Documents/Baby_Friendly/Guidance/guide_int_code_health_professionals.pdf In dit document wordt ook ingegaan op de problematiek van deze casus: “Studiedagen focussen niet meer direct op borstvoeding of kunstmatige zuigelingenvoeding, dat zou argwaan opwekken. Fabrikanten richten zich nu op onderwerpen als ‘allergie’ en ‘groei’, zodat mogelijke deelnemers worden gerustgesteld….. Op deze manier wordt de merknaam van de fabrikant positief geassocieerd door de deelnemers.” Zorg voor Borstvoeding heeft de organisatie de volgende argumenten ter overweging meegegeven: ·Is het een eigen verhaal van de fabrikant over een ander zorg gerelateerd onderwerp in een commerciële context? ·Komt de medewerker van de fabrikant voorlichting geven zonder vergoeding, enige vorm van reclame/marketing en/of naamsvermelding? Zorg voor Borstvoeding betwijfelt dit ten zeerste. De naam van fabrikant zal ongetwijfeld ergens opdoemen al is het maar in de uitnodiging of introductie van de spreker. Men komt overeen dat er geen promotiematerialen uitgereikt zullen worden. Maar wat te doen met hapjes en sapjes die buiten de Warenwetregeling vallen maar wel binnen de scope van de WHO Code zoals pyjamapapjes, dreumes/peutermelk, yoghurthapjes, die ook onder een jaar gezien kunnen worden als vervangers van moedermelk? Zorg voor Borstvoeding is van mening dat de Code niet voor niets is opgesteld. Doel van de Code is om (aanstaande) ouders objectieve informatie te geven en ervoor te zorgen dat zorgverleners niet direct of indirect worden beïnvloed door commerciële belangen van de industrie. De belanghebbende partij verwacht in de regel iets terug (direct of indirect); men geeft niet voor niets iets weg. Daarnaast zijn medewerkers in de zorg geneigd hun eigen gevoeligheden voor beïnvloeding te onderschatten. http://www.plosmedicine.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pmed.1001037 Pas als duidelijk is dat het écht alleen gaat om de letter van de Code, en dat absoluut geen negatieve beïnvloeding optreedt, zou het geoorloofd zijn. Publiek-private samenwerking en borstvoeding is dit jaar een belangrijke aandachtspunt voor de Landelijke Borstvoedingsraad. Hierover later dit jaar meer informatie. 5 Voedselhulp De Verenigde Naties en diverse NGO’s roepen op borstvoeding en gepaste vaste voeding te promoten om ziekte en overlijden te voorkomen bij kinderen onder 5 jaar in vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Irak en Turkije. Borstvoeding speelt een beschermende en levensreddende rol. Gebruik van kunstvoeding, flessen en spenen en soorten melk in poedervorm wordt ontmoedigd om diarree en ondervoeding te voorkomen onder meer door gebruik van verontreinigend water. Ook een gecombineerde voeding van borstvoeding en kunstvoeding zorgt in crisissituaties voor veel ondervoeding en dient zo veel mogelijk vermeden te worden. Mocht kunstvoeding nodig zijn, dan raden de internationale organisaties toe te zien op de verdeling en gebruik en om liefst kant-en-klare voeding te gebruiken met in achtneming van de WHO Code. New York Michael Bloomburg, burgemeester van New York, en verantwoordelijken van de staat New York benadrukken samen in een brief aan de ziekenhuizen het belang van borstvoeding en wijzen daar bij op maatregelen die onnodig gebruik van kunstvoeding aan banden moeten leggen. Er wordt in de brief gewezen op de grote gezondheidsvoordelen voor baby en moeder. Momenteel krijgt slechts 39,7% van de pasgeborenen uitsluitend borstvoeding; dit is veel lager van de doelstelling van 70% van het gezondheidsdepartement. De stad wil dat bijgehouden wordt hoeveel kunstvoeding in een ziekenhuis op voorraad is en hoeveel wordt gebruikt. Sinds september 2012 wordt kunstvoeding als medicatie beschouwd en is alleen beschikbaar op voorschrift van een arts. Direct kwam hier veel kritiek op en vonden mensen dat kunstvoeding wordt gestigmatiseerd en dat vrouwen zelf de keuze bepalen. Gelijke reacties kwamen ook bij het bannen van extra-large bekers frisdrank en roken in het openbaar. http://today.msnbc.com/ id/48447825/ns/health-childrens_health/ Goed Gevoed © Nieuwsbrief van de stichting Zorg voor Borstvoeding Stichting Zorg voor Borstvoeding (1996) implementeert het WHO/UNICEF Baby Friendly Hospital Initiative in Nederland. Postbus 2047 2930 AA KRIMPEN AAN DE LEK Tel 0343 59 13 19 / 0180 52 64 45 E-mail: [email protected] Website www.zorgvoorborstvoeding.nl (ook voor online bestellen) Zorg voor Borstvoeding is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur Uit de kunst L’offerande (1902), Paul Gauguin (1848-1903) Het werk van Gauguin wordt meestal gekenschetst als post impressionistisch, zijn werk van na 1891 als symbolistisch. In 1891 vertrok Gauguin naar Frans-Polynesië om te ontsnappen uit de Europese beschaving, en aan ‘alles wat kunstmatig en conventioneel was’. Mogelijk heeft ook een rol gespeeld dat hij in Frankrijk als kunstenaar weinig erkenning kreeg. Hij verbleef eerst op Tahiti dat hem zo tegenviel dat hij al snel verder trok naar de Marquesaeilanden. Daarvandaan heeft hij nog slechts eenmaal Frankrijk bezocht. Hij leefde samen met Paou'óura, bij wie hij een zoon Emile kreeg, geboren in 1899. Paul Gauguin stierf in 1903 op 54-jarige leeftijd. Hij ligt begraven op het kerkhof in Atuona, Hiva Oa, Marquesaseilanden.
© Copyright 2024 ExpyDoc