Bijvoeden - methoden, stroomdiagram

Bijvoeden - methoden,
stroomdiagram
Pagina: 1 van 1
Versie: 1
Datum: juni 2014
Titel
Bijvoeden - methoden
Eigenaar
Isala
Autorisator
Heleen van Polen
Auteur
Willeke Ritsema, kinderverpleegkundige, lactatiekundige IBCLC
Doel
Het volgens vastgestelde richtlijnen een keuze maken voor een bijvoedmethode naast
borstvoeding op de kraam- en kinderafdelingen en NICU
Beleid
 Dit protocol is opgesteld tbv gezonde en zieke zuigelingen en prematuur geborenen
in de Isala tbv een eenduidig beleid.
 De bijvoedmethoden worden elk in een apart protocol beschreven.
 Het is belangrijk dat de ouders één beleid te horen krijgen. Informeer welk beleid er
bij de ouders wordt gevolgd en houd je hieraan. De enige uitzondering kan zijn dat
ouders van thuis komen met vingervoeding, die ze zelf willen geven.
 Leer ouders op korte termijn zo goed mogelijk zelf hun kind te voeden.
 Schakel bij vragen of problemen een lactatiekundige in: 7410 of
[email protected]
 Bijvoeding wordt alleen gegeven op medische indicatie en in minimale, fysiologische
hoeveelheden.
 Prematuren hebben naast borstvoeding een fopspeen nodig voor Non Nutritive
Sucking (NNS). Dit om hen in een meer alerte staat voor de voeding per sonde te
krijgen, voor orale stimulatie tijdens sondevoeding en/of voor verbetering van
fysiologische instabiliteit. Zieke pasgeborenen mogen een fopspeen voor comfort &
troost.
Definitie
Bijvoedmethoden: alle middelen om voeding toe te dienen naast het geven van
borstvoeding.
Stroomdiagram: volgens voorgestelde stappen keuzes maken.
Uitvoerenden
 Ouders




Verpleegkundigen (in opleiding)
Kraamverzorgenden
Lactatiekundigen
Logopedist
Voorbehouden handeling
 Nee
Toepassingsgebied
De kraam- , kinderafdelingen en NICU van de Isala.
Indicaties
 Alle kinderen die borstvoeding (gaan) krijgen en daarnaast bijvoeding krijgen.
 Het aanbieden van voeding bij prematuren
Contra-indicaties relatief
 Fysiologische instabiliteit
Contra-indicaties absoluut:
 Beademing
 Tachypneu, langdurig AH > 60 min.
 Tachycardie, langdurig HF > 160 min.
 Premature of a terme baby’s die (nog) geen orale voeding kunnen verdragen
 Premature of a terme baby’s die geen goede slikfunctie hebben
 Prematuren die nog geen voedingssignalen laten zien als zoeken, happen, sabbelen
Voorbereiding
Bekijk het onderstaande stroomdiagram welke stappen je gaat nemen.
Lees het betreffende bijvoedmethode protocol voor een juiste manier van handelen.
Voeden met een bijvoedmethode:
 Laat de moeder veel huid-op-huidcontact geven tijdens de sondevoeding. Veel
buidelen gedurende de dag. (Rooming in)
 Wissel de baby van positie linkerzij en rechterzij per voedingsbeurt.
 Op verzoek/bij voedingssignalen borstvoeding/bijvoeding aanbieden voor optimaal
drinkgedrag, in een rustig alerte fase.
 Een slaperige baby kan door huidcontact, ruiken van voeding, stimuleren van de
zoek- en hapreflex of even ‘voorzuigen’ op een speen of vinger gemotiveerd worden
tot drinkgedrag.
 Stop, als de baby tekenen van stress vertoont. Niet ‘aandringen’ of doorduwen.
Stroomdiagram bijvoedmethoden:
Medische Indicatie Kinderarts
/Neonatoloog tot bijvoeden
Is de pasgeborene in staat om aan de
borst te drinken?
Ja
FASE 1:
Begeleid aanleggen, aanhappen .
Observeer effectief drinken (slikken).
Laat beide borsten drinken en geef de
bijvoeding bij het aanbieden van de
borst dmv borstvoedingshulpset,
indien moeder dit ook wil (sonde
langs tepel).
 start nakolven*
 stimuleer rooming in (kinder)
 MM geven, zn aanvullen met KV
*NB: bijvoeden = direct start kolven,
(soms is er prenataal gekolfde
colostrum beschikbaar!)
Wil de baby niet aan de borst de
bijvoeding drinken met een hulpset?
Navoeden met Therapeutisch
Flesvoeden (en EFS).
1 of 2 cc Spuitje
Prematuur >30 wkn:
Kennismaken met drupje MM
Bij ongecoördineerd zuig, slik,
adempatroon.
Tbv positieve voedingsprikkel in
mondgebied bijv. bij te snelle AH/
dyspnoe (prematuren en a termen).
(zie protocol Prematuur 1e orale
voeding aanbieden (EFS**)
A terme: toedienen van afgekolfde
druppels colostrum < 2 cc
Ja, maar borstvoeding lukt niet
FASE 2:
Leg de baby (bloot)buik tegen buik
(stimulatie drinkreflexen),
Laat de moeder met de hand een
drupje melk voorkolven en
de borst goed voorvormen. De tepel
wijst richting neus/gehemelte bij het
aanhappen. De moeder kan de
melkstroom stimuleren door
ontspanning en dmv borstcompressie.
Observeer effectief drinken (slikken)
verder zie Fase 1
Gebruik evt. een tepelhoedje om de
baby meer houvast te geven aan de
borst en de baby meer te stimuleren
tot drink/zuiggedrag (i.p. na de eerste
24 uur).
Therapeutisch flesvoeden (en
EFS**)
 Prematuren die goed kunnen
zuigen en slikken aan de borst
 Prematuren die goed met een
spuitje drinken
 Probeer stapjes te maken naar
FASE 2 EN FASE 1.
**EFS= Early Feeding Skills, zie
protocol therapeutisch flesvoeden
(en efs)
Nee (of moeder is er niet)
FASE 3:
Start kolven (binnen 1-2 uur p.p.
en minimaal < 6 uur p.p.)
Combinatie afkolven (apparaat
en laatse minuten met de hand)
geeft meeste melkproduktie.
tevens 1 x snachts kolven a 4 uur.
Kies alternatieve
voedingsmethode en noteer in
verpleegplan en evalueer.
Zodra het kind wel aan de borst
kan drinken, zie
FASE 1 en 2
of een combinatie met een
bijvoedingsmethode
Maagsonde
 Slechte conditie
 Anatomisch niet in staat
om veilig te slikken
Wanneer Lactatiekundige of Logopedie in consult vragen?
Zie indicaties Lactatiekundige in het protocol Borstvoeding
Zie indicatie Logopedie in het protocol Therapeutisch flesvoeden (en EFS) en op indicatie bij
afwijkende drinkgedrag.
Risico’s
 Verslikken
 Aanleren verkeerde drinktechniek (‘zuigverwarring’)
 Borstweigeren als gevolg van gewenning aan/voorkeur bijvoedmethode
 Balans vraag/aanbod wordt verstoord
 Baby wil niet aan de borst drinken door te veel verzadiging van de bijvoeding
 Ouder krijgt meer vertrouwen in de bijvoedmethode dan drinken uit de borst
 Borstvoeding komt minder goed op gang, minder melkproductie; dit kan beperkt
worden door een goed kolfbeleid (ook met de hand afkolven) en veel huidhuidcontact met de baby
Handelingsgerelateerde nazorg:
 Noteer in het verpleegplan en/of de borstvoedingschecklist de toe te passen
bijvoedmethode (-n).
 Spreek een evaluatiemoment af.
 Stel zo nodig de bijvoedmethode bij i.o.m. ouders.
Opmerkingen
 Als moeder aanwezig is op de afdeling heeft bijvoeden aan de borst de voorkeur
(borstvoedingshulpset) of Therapeutisch flesvoeden na borstvoeding, als moeder
hiervoor kiest.
 Bijvoeden = start kolven, zie protocol afkolven.
Als de baby niet aan de borst gaat p.p., start dan zo snel mogelijk met dubbelzijdig
elektrisch kolven (en/of met de hand afkolven) bij voorkeur < 1 uur, maar tenminste < 6
uur p.p.
 Zorg voor een positief borstvoedingsklimaat, help de moeder zelfvertrouwen te krijgen
mbt de borstvoeding. Geduld, motivatie, toewijding, zelfverzekerdheid mbt borstvoeding
en goede begeleiding helpt om de borstvoeding te doen slagen.
 Goede uitleg over Therapeutisch flesvoeden (en EFS), toewerken naar volledig
borstvoeding en aandacht voor de vervolgbegeleiding thuis is van belang.
Gerelateerde documenten
 Afkolven van borstvoeding
 Bijvoeden bij de pasgeborene
 Bloedsuikerbepaling bij de pasgeborene
 Borstvoeding
 Borstvoeding in bijzondere situaties bij de baby
 Borstvoeding in bijzondere situaties bij de moeder
 Borstvoedingshulpset
 Prematuur 1e orale voeding aanbieden (EFS)
 Therapeutisch flesvoeden (en EFS)
 Tepelhoedje, het gebruik maken van een (brochure website)
 Als leren drinken moeilijk gaat (brochure website)
 Uitkoken van flesjes, speentjes, tepelhoedjes



Hypoglykemie, het verplegen van een pasgeborene
Voeding; berekenen van voeding voor een pasgeborene
Voeding; voedingen klaarmaken voor pasgeborenen
Bronnen
 Pico Cupfeeding, A. Meerlo, 2011:
o Breastfeeding promotions for infants in neonatal units: a systematic review
and economic analysis. Health technol assess. 2009. Renfrew M.J. et al.
o Avoidance of bottles during the esthablishment of breast feeds in preterm
infants, Collins et al. Cochrane database systematic reviews 2008.
o Infants admitted to neonatal units-interventions to improve breastfeeding
outcomes: a systematic review 1990-2007. Matern child Nutr, 2008. McInnes
R.J. et al.
o Effect of bottles, cups and dummies on breastfeeding in preterm infants: a
RCT. Collins et al. BMJ 2004. (meegenomen in Cochrane review 2008)
o Cupfeeding versus other forms of supplemental enteral feeding for newborn
infants unable to fully breastfed. Flint, A. et al. Cochrane Database syst Rev.
2007.
o Randomized clinical trial of pacifier use and bottle-feeding or cupfeeding and
their effect on breastfeeding, Howard, C.R. Pediatrics 2003. (meegenomen in
Cochrane review 2007)
 ‘De waarheid in het midden’, 2007?, Stoof, Ingrid, Meander Medisch Centrum
Amersfoort
 Oral Feeding the (pre)term Infant. What doe we know? What can we do? Chantal
Lau, PhD, Houston USA, juni 2008, Nijmegen
 ‘An evaluation of the benefits of non-nutritive sucking for premature infants as
described in the literature’, Harding, C, September 2008, London UK.
 Verpleegkundig Protocol: voor de start en opbouw van orale voeding bij prematuren,
2e concept, S. da Costa, januari 2008
 The Early Feeding Skills Assessment, S. Thoyre, USA, 2007
 ‘Breastfeeding and Human Lactation Third Edition’ Jan Riordan 2005; Jones and
Bartlett Publishers, Sudbury, Massachusetts
 ‘The Breastfeeding Answer Book Third Revised Edition’ LLL 2003; Schaumburg, Illinois