08 buitengebied_HvT_2013_zienswijzen

Zienswijzennotitie ontwerpbestemmingsplan
‘Buitengebied Hof van Twente 2013’.
Gemeente Hof van Twente.
4 maart 2014
Zienswijzennotitie ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied Hof van Twente
2013’.
Deze notitie kent de volgende opbouw:
A. Zienswijzen
B. Ambtshalve aanpassingen
A. Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente 2013‟ heeft met ingang van 16
januari 2014 gedurende 6 weken voor eenieder ter inzage gelegen overeenkomstig artikel
3.8 Wet ruimtelijke ordening.
Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn binnen de daarvoor gestelde termijn de
volgende zienswijzen naar voren gebracht:
1. Dhr. F. Kruse, Proodsweg 7, 7495 SR Ambt Delden
(gedateerd op 27 januari 2014, ingekomen op 29 januari 2014)
2. Brusse & Masselink, Wierdensestraat 122, Postbus 150, 7600 AD Almelo
(gedateerd op 7 februari 2014, ingekomen op 10 februari 2014) namens:
- Van de Riet Bollenweg 16 Ambt Delden
3. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, 7600 AG Almelo
(gedateerd op 30 januari 2014, ingekomen op 30 januari 2014) namens:
- de heer B. Vehof Bollenweg 2a, Ambt Delden
- de heer W.H.B. Bollenweg 2, Ambt Delden
4. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, 7600 AG Almelo
(gedateerd op 30 januari 2014, ingekomen op 30 januari 2014) namens:
- G.J. Morsink, Boswinkelsweg, 10 Markelo
- M.C. Vaarhorst – Gering, Boswinkelsweg 2a, Markelo
- A.J.J. Bosveld, Boswinkelsweg 6, Markelo
- P.v.d. Berg, Haaksbergerweg 13, Markelo
5. Gasunie Transport Service B.V., Postbus 181, 9700 AD Groningen
(gedateerd op 10 februari 2014, ingekomen op 11 februari 2014)
6. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, 7600 AG Almelo
(gedateerd op 30 januari 2014, ingekomen op 30 januari 2014 ) namens:
- R.J. van Wely, Oude Rijssenseweg 21, Markelo
- J.W. Jansen, Oude Rijssenseweg 27, Markelo
- G.J. Rohaan, Oude Rijssenseweg 25, Markelo
- J.H. Rohaan – Knopers, Oude Rijssenseweg 25, Markelo
- J.E. Boswinkel, Groningerveldweg 1, Markelo
- J.Rohaan, Oude Rijssenseweg 23, Markelo
7. De heer Beltman, Pastoor Eppinkstraat 15, 7554 MB Beckum
(gedateerd op 11 februari 2014, ingekomen op 11 februari 2014) namens:
- R. Woolderink, Kuipersweg 6 en 8, Ambt Delden
8. Dierenhotel Hof van Twente, de heer Blanke, Langenhorsterweg 20, 7495 RD
Ambt Delden
(gedateerd op 31 januari 2014, ingekomen 31 januari 2014)
9. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, 7600 AG Almelo
(gedateerd op 30 januari 2014, ingekomen op,30 januari 2014 ) namens:
- W. Rouwenhorst en J. Ligtenbarg, Hazendammerweg 1, Diepenheim
- J.B. Heetland, Hazendammerweg 4a, Diepenheim
- E.H. Heetland, Hazendammerweg 4, Diepenheim
- Jhr. Mr. C Bloys van Treslong, Hazendammerweg 3, Diepenheim
- B. Harmsen en G. Smit, Oude Goorseweg 1, Diepenheim
- H. Vos, Oude Goorseweg 12, Diepenheim
-
P.Stegeman, Oude Goorseweg 12a, Diepenheim
A.F. v.d. Brink, Oude Goorseweg, 10 Diepenheim
J.Grotholt, Oude Goorseweg 3, Diepenheim
H.G.H. Busch, 1e Broekweg 5, Diepenheim
J. Muskee, Oude Goorseweg,14 Diepenheiim
10. Landgoed Nijenhuis & Westerflier bv, Nijenhuizerlaan 19, 7478 PA Diepenheim
(gedateerd op 17 februari 2014, ingekomen op 18 februari 2014)
11. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, 7600 AG Almelo
(gedateerd op 30 januari 2014, ingekomen op 30 januari 2014 ) namens:
- R.J. Eijsink, Zuivelstraat 3, Deldenerbroek
- J.G.M. Oude Meijers, Schoolstraat 12, Deldenerbroek
- H.G. Rikkert, Zuivelstraat 1, Deldenerbroek
- B. Wassink, Schoolstraat 14, Deldenerbroek
- B.A.M. Geerdink, Zuivelstraat 5, Deldenerbroek
- G.W. Hegeman, Plasdijk 14, Markelo
12. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, 7600 AG Almelo
(gedateerd op 30 januari 2014, ingekomen op 30 januari 2014 ) namens:
- De vereniging Leefmilieu, statutair gevestigd te Nijmegen
13. A.J.M. Pierik, Tankinksweg 8, 7495 RL Ambt Delden
(gedateerd op 25 januari 2014, ingekomen op 30 januari 2014)
14. Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel, Luttenbergstraat 2, Postbus
10078, 8000 GB Zwolle
(gedateerd op 18 februari 2014, ingekomen op 25 februari 2014)
15. Mevrouw D. van Middendorp – Doppenberg, Willem de Zwijgerlaan 11, 3931 KL
Woudenberg
(gedateerd op 21 februari 2014, ingekomen op 24 februari 2014) namens:
- De heer en mevrouw T.A. Doppenberg, Hengevelderweg 8, Diepenheim
16. J.H.F. Beunk- Nijland, Kievitstraat 8, 7491 CN Delden.
(gedateerd op 25 februari 2014, ingekomen op 25 februari 2014)
17. M.J. Grootte Bromhaar, Genselerweg 25, 7495 WL Ambt Delden
(gedateerd op 7 februari 2014, ingekomen op 11 februari 2014)
18. Forfarmers, Kwinkweerd 12, Postbus 91, 7240 AB Lochem
(gedateerd op 26 februari 2014, ingekomen op 26 februari 2014)
19. Natuur en milieu Overijssel, Stationsweg 3, 8011 CZ Zwolle
(gedateerd op 25 februari 2014, ingekomen op 26 februari 2014)
20. De heer H.J.M. ten Dam, mevrouw J.F.M. ten Dam- Breukers, Langenhorsterweg
18B, 7495 RD Ambt Delden en A.G. Breukers, Langenhorsterweg 18, 7495 RD Ambt
Delden
(gedateerd op 26 februari 2014, ingekomen op 26 februari 2014)
21. Cumela, Nijverhiedsstraat 13, Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk, namens Loonbedrijf
Markvoort en Zoon, Brummelaarsweg 22, Markelo
(gedateerd op 26 februari 2014, ingekomen op 27 februari 2014)
22. Mevrouw A.H.M. de Wit-Wissink, Vlasoord 20, 3991 XC Houten.
(ongedateerd, ingekomen 27 februar1 2014)
23. De heer A.M.H. Wissink, Esweg 3, 7475 ME Markelo
(gedateerd op 25 februari 2014, ingekomen op 27 februari 2014)
24. Tennet, TSO B.V., Utrechtseweg 130, Postbus 718, 6800 AS Arnhem
( gedateerd 26 februari 2014, ingekomen 27 februari 2014)
Hieronder treft u een weergave van de inhoudelijke opmerkingen aan evenals de
gemeentelijke reactie daarop.
1. dhr. F. Kruse, Proodsweg 7, Ambt Delden
Weergave zienswijze
Appellant is van mening dat het perceel Proodsweg 7 te Ambt Delden in het
bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld 18 december 2012) ten
onrechte een woonbestemming heeft gekregen. Volgens appellant heeft hij nu
onvoldoende mogelijkheden om zijn hobbymatig agrarische bedrijf goed te kunnen
uitoefenen, omdat er bij een woonbestemming maar 150 m2 aan bedrijfsgebouwen
gerealiseerd mag worden. Volgens appellant is sprake van 2 woningen, omdat de
gemeentelijke heffingen ook voor 2 woningen in rekening worden gebracht.
Gemeentelijke reactie
In het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld 18 december 2012)
heeft het perceel een woonbestemming gekregen. Dit omdat uit onze gegevens bleek dat
er minder dan 10 NGE dieren aanwezig waren op het perceel.
Bij een woonbestemming mag volgens het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van
Twente 2013‟ bij nieuwbouw een woning van maximaal 900 m3 (met ontheffing) worden
gerealiseerd. Daarnaast mag er bij recht 150 m2 aan bijgebouwen worden opgericht.
Mocht dit niet voldoende zijn vanwege bijvoorbeeld hobbymatige agrarische activiteiten,
dan kan maximaal 300 m2 meer opgericht worden, mits hiervoor elders binnen de Hof
van Twente 900 m2 aan landschap ontsierende bebouwing wordt gesloopt (artikel 46.3
van het bestemmingsplan).
Volgens het geldende bestemmingsplan is er sprake van 1 woning. Het is in beginsel
mogelijk dat binnen de schil van een woning met bijvoorbeeld 2 gezinnen gewoond mag
worden, mits het uiterlijk van de woning maar 1 woning blijft (inwoning). De gemeentelijke
belastingen zijn niet van belang om te bepalen hoeveel woningen er zijn.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
2. Brusse & Masselink, Wierdensestraat 122, Almelo, namens Van de Riet, Bollenweg
16, Ambt Delden
Weergave zienswijze
Appellant heeft geen bezwaar tegen de toevoeging „loonbedrijf‟ voor het perceel
Bollenweg 16, maar wel tegen de overige omschrijving van de bedrijfsactiviteiten die zijn
toegestaan. Appellant geeft aan dat de eerdere bezwaren en beroepsgronden tegen het
bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld 18 december 2012)
worden gehandhaafd als zienswijze tegen het nu voorliggende bestemmingsplan
„Buitengebied Hof van Twente 2013‟.
Gemeentelijke reactie
Appellant heeft eerder een zienswijze ingediend en beroep ingesteld tegen het
bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld 18 december 2012).
Tijdens de zitting is door de Raad van State aangegeven dat er nu gelijktijdig 2
bestemmingsplannen in procedure zijn voor het perceel Bollenweg 16 te Ambt Delden.
Het perceel Bollenweg 16 te Ambt Delden wordt dan ook alsnog uit dit bestemmingsplan
gehaald in afwachting van de uitspraak van de Raad van State
De zienswijze wordt niet overgenomen. De locatie wordt uit het bestemmingsplan
verwijderd.
3. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, Almelo
Weergave zienswijze
De zienswijze richt zich op het perceel Bollenweg 7 te Ambt Delden. De zienswijze is op
26 februari 2014 aangevuld.
Gemeentelijke reactie.
De machtiging heeft alleen betrekking op het perceel Bollenweg 7.Het perceel Bollenweg
7 maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
4. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, Almelo
Weergave zienswijze
De zienswijze richt zich op het perceel Boswinkelsweg 4 te Markelo. De zienswijze is op
26 februari 2014 aangevuld.
Gemeentelijke reactie.
De machtiging heeft alleen betrekking op de perceel Boswinkelsweg 4. Het perceel
Boswinkelsweg 4 maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
5. Gasunie Transport Service B.V., Postbus 181, Groningen
Weergave zienswijze
De Gasunie geeft in de zienswijze aan dat op een aantal plaatsen de
gastransportleidingen niet correct zijn opgenomen. Ook heeft de belemmeringenstrook op
een aantal plaatsen niet de juiste breedte. Daarnaast ontbreekt de gastransportleiding en
de belemmeringenstrook langs het Twentekanaal.
De appellant verzoekt (dubbel)bestemming “Leiding –Gas” de voorrang boven andere
bestemmingen te geven.
De appellant vraagt om in artikel 31lid 3 en 31.lid 5.3 het woord “schriftelijk” toe te voegen
en in artikel 31 lid 4 toe te voegen dat vooraf schriftelijk advies bij de leidingbeheerder
wordt ingewonnen. Er wordt gevraagd de verbodsbepaling uit te breiden en in artikel
31.5.4.toe te voegen: “graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie–
uitwisseling ondergrondse netten (Wet Wion)”.
Verder wordt verzocht in artikel 5.2.4. de terreinafscheidingen bij gasontvangstations te
verhogen naar 3,5 meter.
Gemeentelijke reactie
De gastransportleidingen zullen in de regels en op de verbeelding opgenomen worden
op basis van de geleverde digitale bestanden.
Binnen de bestemming ”Leiding-Gas” worden de regels aangevuld met het voorgestelde
artikel.
De werkdruk van de leidingen wordt verwijderd uit artikel 31.1 onder a.
Artikel 31 lid 3, 4 en 5 wordt aangepast.
De verbodsbepaling (artikel 31.5.1 onder d) wordt uitgebreid met “rooien van”.
Artikel 31.5.4 wordt onder c conform het verzoek toegevoegd.
In artikel 5.2.4 wordt onder a toegevoegd: “en bij gasontvangstations 3,5 meter”.
De zienswijze wordt overgenomen.
6. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, Almelo
Weergave zienswijze
De zienswijze richt zich op het perceel Groningerveldweg 2a te Markelo. De zienswijze is
op 26 februari 2014 aangevuld.
Gemeentelijke reactie.
De machtiging richt zich alleen op het perceel Groningerveldweg 2a. Het perceel
Groningerveldweg 2a maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
7. De heer Beltman, Pastoor Eppinkstraat 15, Beckum
Weergave zienswijze
Er wordt verzocht om het bestemmingsvlak “Wonen” op de locatie Kuipersweg 6 te Ambt
Delden aan de noordzijde te verruimen, zodat ter plaatse een bijgebouw kan worden
gerealiseerd.
Gemeentelijke reactie
In 2010 is een overeenkomst gesloten omtrent de landschappelijke inpassing van het erf
in het kader van de plannen rond Vitaal Azelo. Volgens het erfinrichtingsplan behorende
bij de overeenkomst in het kader van Vitaal Azelo, zal aan de noordwestzijde ruimte
worden geboden voor het realiseren van een bijgebouw. Dit wordt alsnog mogelijk
gemaakt door het verplaatsen van een deel van het bestemmingsvlak.
De zienswijze wordt deels overgenomen.
8. De heer Blanke, Langenhorsterweg 20, Ambt Delden
Weergave zienswijze
Appellant is van mening dat de omschrijving „Dierenpension‟ in bijlage 4a niet volledig de
bedrijfsactiviteiten dekt. Appellant wil graag dat hieraan toegevoegd wordt
„hondenfokkerij„.
Appellant is van mening dat het realiseren van de akoestische overkapping met een
oppervlakte van 200 m2 nu niet mogelijk is, aangezien er maximaal 585 m2 bebouwing
mag staan en dat staat er nu al.
Appellant wil graag dat ook in de regels van het bestemmingsplan de voorwaardelijke
verplichting voor het gebruik conform het akoestisch onderzoek Variant D en de
voorwaardelijke verplichting voor de landschappelijke inpassing, worden opgenomen. Dit
wordt namelijk ook in de toelichting genoemd.
Appellant wil graag dat in de gebruiksregels wordt opgenomen dat de buitenrennen
alleen gebruikt mogen worden als de akoestische maatregelen conform Variant D van het
akoestisch onderzoek gerealiseerd worden.
Appellant heeft een tekstvoorstel overhandigd in plaats van de tekst over de streefwaarde
die opgenomen is in de toelichting. Appellant ziet graag hoofdstuk 2.2.3 van de
toelichting aangepast, conform het voorstel van appellant. Ook ziet appellant graag dat
de kaart in de toelichting, waarop de akoestische overkapping staat aangegeven,
aangepast wordt conform hetgeen op de verbeelding is opgenomen.
Gemeentelijke reactie
De beschrijving van hoofdstuk 2.2.3 van de toelichting is aangepast met de volgende
teksten.
In het gemeentelijk geluidbeleid 2013 is het ambitieniveau voor het langtijdgemiddelde
geluidniveau in het buitengebied 45 dB(A). De plafondwaarde voor het
langtijdgemiddelde geluidniveau is bepaald op 10 dB(A) boven het ambitieniveau en
bedraagt 55 dB(A). Het maximale toegestane geluidniveau is vastgesteld op 70 dB(A).
In de voorliggende variant D+ komt het langtijdgemiddelde geluidsniveau op de gevels
van de omliggende woningen Langenhorsterweg 18 en 18a en Hoffmeijerweg 9, gemeten
op 1,5 m hoog, komen uit op respectievelijk 34, 35 en 28 dB(A) en ligt daarmee overal
beneden de door de gemeenteraad vastgestelde ambitiewaarde. De maximale
geluidsbelasting op de gevels van de woningen Langenhorsterweg 18 en 18a en de
Hoffmeijerweg 9, gemeten op 1,5 m hoog, bedraagt respectievelijk 52, 54 en 50 dB(A) en
ligt daarmee onder de maximaal toegestane geluidsbelasting van 70 dB(A). Het betreffen
de waarden in de dagperiode. Ook voor de avond- en nachtperiode liggen de
geluidsbelastingen (ruim) onder het voor die periode geldende langtijdgemiddelde
ambitieniveau.
In de regels, artikel 13.2.2, maatschappelijk, is opgenomen dat ten behoeve van de
„specifieke bouwaanduiding 1‟ een overkapping van 200 m2 is toegestaan. Deze
oppervlakte moet inderdaad aanvullend op de opgenomen oppervlakte opgenomen
worden in bijlage 4 onder maatschappelijk. Daar staat nu alleen de bestaande bebouwing
met een oppervlakte van 585 m2. Ook is de omschrijving aangepast, zodat alle
bedrijfsactiviteiten beschreven zijn.
Langenhorsterweg 20, Ambt
Delden
Dierenpension/
hondenfokkerij
785 m2
In artikel 13 van de regels is de volgende voorwaardelijke verplichting opgenomen.
“13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Voorwaardelijke verplichting
a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik
van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buitenrennen' overeenkomstig de
in artikel 31.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder het realiseren van de
akoestische overkapping, overige akoestische maatregelen in de bestaande
gebouwen conform het in bijlage 11opgenomen akoestisch onderzoek (variant D+)
en de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in
bijlage 12 opgenomen landschapsplan teneinde te komen tot een goede
landschappelijke inpassing.
b. In afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken
overeenkomstig de in artikel 13.1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden
gebruikt, uitsluitend indien en voor zover binnen een termijn van 12 maanden na het
onherroepelijk worden van voorliggend bestemmingsplan uitvoering wordt gegeven
aan het realiseren van de akoestische maatregelen conform het in bijlage 11
opgenomen akoestisch onderzoek (variant D+) en de aanleg en instandhouding van
de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 12 opgenomen Landschapsplan
teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing;“
De zienswijze wordt overgenomen.
9. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, Almelo
Weergave zienswijze
De zienswijze richt zich tegen het perceel Oude Goorseweg 8 te Diepenheim en is
aangevuld op 26 februari 2014
Gemeentelijke reactie.
De zienswijze richt zich alleen op het perceel Oude Goorseweg 8 te Diepenheim. Het
perceel Oude Goorseweg 8 maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
10. Landgoed Nijenhuis & Westerflier bv, Nijenhuizerlaan 19, Diepenheim
Weergave zienswijze
Het bestemmingsvlak is in het ontwerpplan enigszins aangepast ten opzichte van het
bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟. Door de aanpassing is het bouwplan te
realiseren.
Het bestemmingsvlak aan de Lochemseweg nabij „de Viersprong‟ geeft echter
onvoldoende ruimte om tuinen binnen de woonbestemming met een acceptabele omvang
voor het buitengebied te realiseren. Er wordt verzocht om het bestemmingsvlak aan de
westelijke zijde met 10 meter te verruimen of het bestemmingsvlak 10 meter naar het
westen te verplaatsen.
Gemeentelijke reactie
De vergunning voor de bouw van de woningen is indertijd verleend na het toepassen van
een procedure op grond van artikel 19 lid 2 procedure ingevolge de Wet op de
Ruimtelijke Ordening. De bouw is nog niet gerealiseerd. Er kan worden ingestemd met
het verplaatsen van het bestemmingsvlak met 10 meter (aan de westelijke zijde).
Hiermee blijft de bebouwing compact.
De zienswijze wordt deels overgenomen.
11. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, Almelo
Weergave zienswijze
De zienswijze richt zich op het perceel Langenhorsterweg 6 te Ambt Delden. De
zienswijze is op 26 februari 2014 aangevuld.
Gemeentelijke reactie.
De machtiging heeft alleen betrekking op het perceel Langenhorsterweg 6. Het perceel
maakt geen deel uit van dit bestemmingsplan.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
12. Milieu Adviesbureau Middelkamp, Postbus 277, Almelo
Weergave zienswijze
Appellant stelt dat het plan in strijd met de algemene beginselen van behoorlijke bestuur
tot stand is gekomen en in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Artikel 19 j van de
Natuurbeschermingswet is niet in acht genomen.
Het plan voorziet niet in het herstellen van foutjes. Het voorliggende plan laat
ontwikkelingen toe die niet in de MER zijn omschreven. De brief van 21 maart 2012 moet
als ingelast worden beschouwd. De Raad van State zal nog op het vastgestelde
bestemmingsplan beslissen. Appellant is van mening dat het voorliggende plan na de
uitspraak van de Raad van State opnieuw ter inzage moet worden gelegd.
Het voorliggende plan laat een te grote verstening toe, omdat de inhoud van woningen
wordt verhoogd van 750 m³ naar 900 m³. Het buitengebied krijgt een grote
aantrekkingskracht. Dit komt het leefklimaat niet ten goede. De toename van de
gebruiksintensiteit, niet alleen door agrarische bedrijven, maar ook omdat wonen en
werken worden gecombineerd, leidt tot verstening van natuurgebieden.
Door de uitbreiding in het bestemmingsplan op te nemen, blijft een toetsing aan een
goede ruimtelijke ordening, welstand of goede landschappelijke inpassing achterwege.
Dit leidt tot vermindering van de ruimtelijke kwaliteit. Daardoor sluit het plan te weinig aan
bij de Omgevingsvisie van Overijssel.
Het toestaan van grotere woningen is in strijd met het doel van de reconstructiegebieden.
Het vergroten van de woningen heeft invloed op het waterbeheer. Dat is niet beoordeeld.
Appellant stelt dat grotere woningen leiden tot meer watergebruik en dat de
mogelijkheden van de bodem om water op te nemen afneemt.
De artikelen 3 en 4 laten veel nieuwe functies toe die het leefklimaat kunnen aantasten
en door bewoners uiterst ongewenst worden ervaren. Zo worden omvangrijke
evenementen toegestaan. Motorcrosswedstrijden worden mogelijk. Dit is in de
kennisgeving niet benoemd. De openbare kennisgeving schiet tekort, omdat de
verruiming in het bestemmingsplan onvoldoende is gecommuniceerd. Appellant vraagt
waarom in artikel 12 evenementen niet worden toegestaan. Evenementen horen op
sport- en bedrijventerreinen. De passende beoordeling aangaande de Natura 2000
gebieden is achterwege gebleven.
Het provinciale Reconstructieplan verzet zich tegen de komst en/of ontstaan van een
agrarisch bouwvlak van 2ha in het verwevingsgebied. Een grootschalige agrarische
functie (intensieve bedrijfstak) is in strijd met de functie van het gevoelige gebied
(PEHS). De intensieve pluimveehouderij past niet. Het begrip “nieuwe vormen van
landbouw” is niet duidelijk. Ook de gevolgen voor de ruimtelijke ordening en leefbaarheid
zijn onduidelijk. Het landschap inpassingsplan ontbreekt.
Volgens het Reconstructieplan moet rond een bouwperceel omgevingsruimte zijn.
Vanwege de aanwezigheid van burgerwoningen is er geen sprake van verantwoorde
omgevingsruimte. De negatieve effecten zijn onvoldoende onderzocht. Geconstateerd
wordt dat het bedrijf nog kan uitbreiden door toepassing van artikel 3.5.2. De woon- en
leefomgeving van omwonenden wordt onevenredig zwaar aangetast. Volgens appellant
wordt niet voldaan aan geureisen en geluidnormen.
Binnen de bestemming “Agrarisch gebied met landschappelijke waarde” kan overal
bedrijfsbebouwing worden opgericht. Een bouwhoogte van 12 meter (excl. 10 %
afwijking) is te hoog. Het omliggende gevoelige landschap wordt onverantwoord
aangetast. De bebouwing kan met toepassing van een afwijkingsbevoegdheid maar liefst
15 meter hoog worden. En masten kunnen 40 meter hoog worden. Dergelijke
bouwwerken zijn in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Binnen het
verwevingsgebied moet voldoende ruimte zijn om te wonen. Uitbreiden van een agrarisch
bouwperceel kan alleen na afweging van belangen. Volgens de Richtlijn veehouderij en
stankhinder van 1985 zou MFB (Molenaarsfokbedrijf) niet kunnen worden uitgebreid. De
verandering van de stanknormen is nadelig voor burgers. Appellant is van mening dat in
ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden met stank en cumulatie. Appellant
stelt dat de norm van 1985 moet worden gehanteerd. De mogelijkheid om bouwpercelen
te vergroten moet niet worden opgenomen.
De effecten op het leefmilieu zijn niet in beeld gebracht, terwijl het plan voorziet in een
uitbreiding van het veebestand. Onderzoeken ontbreken. Het bestemmingsplan is in
strijd met de Omgevingsvisie en -verordening. Ten onrechte zijn geen
haalbaarheidsonderzoeken opgesteld.
Door de ruime opzet van de artikelen 3 en 4 zijn veel niet-agrarische activiteiten ineens
toegestaan. Het lijkt alsof bij alle boerderijen paardensport is toegestaan. Verpaarden is
daarmee een feit. Paardensport kan een ongewenst element worden. Bijvoorbeeld
doordat ondernemers een gezamenlijk evenement organiseren met veel publiek, lawaai
en autoverkeer. Dit kan tot extra aantasting van het leefmilieu leiden. Dit geldt ook voor
evenementen. De negatieve effecten op het leefmilieu zijn niet onderzocht, noch de
verspreiding van dierziekten. De artikelen 43 tot en met 49 zijn voor meerderlei uitleg
vatbaar.
Er wordt forse detailhandel toegestaan van producten die ter plaatse worden
geproduceerd. Deze bestemming is te ruim en kan tot ernstige aantasting van het
buitengebied leiden. Ook hiervan zijn de milieueffecten niet onderzocht.
In het bestemmingsplan zijn biogasinstallaties met energieopwekking toegestaan. De
negatieve milieueffecten zijn niet onderzocht. Stank lawaai, flora-en fauna, lucht,
verspreiding van dierziekten en zoönosen. Zoönosen kunnen van dier op mens
overgaan.
Artikel 3 en artikel 4 zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. In de begrippenlijst wordt alleen
het begrip “bestaand en legaal” geduid, maar niet de begrippen “bestaand” en “legaal”.
Ook andere begrippen zijn niet aangeduid en wat „onevenredige aantasting‟ is wordt niet
duidelijk gemaakt. Deze laatste aanduiding wordt vaker gebruikt en deze regels zijn om
die reden allen voor meerderlei uitleg vatbaar. Wanneer is er sprake van „noodzaak‟
(3.5.1), „niet geschikt zijn‟ of „dan wel op bestaand, kleinere afstand‟? Op de verbeelding
staan aanduidingen en tekens die voor meerderlei uitleg vatbaar zijn.
In artikel 3.4.5. onder sub c staat “indien het onder c gestelde niet mogelijk is”. Dit is fout
en niet duidelijk. Ook wordt niet aangegeven in hoeverre een positieve bijdrage moet
worden geleverd aan het toeristisch profiel van de gemeente.
Er wordt gesproken over het raadplegen van een deskundige. Volgens appellant moet
daaraan de volgende eis worden toegevoegd: “ter goedkeuring aan het college van
burgemeester en wethouders te worden voorgelegd.”
De mestbewerkingsinstallaties kunnen worden gekoppeld en elektriciteitsopwekking kan
plaatsvinden, omdat dit niet is beperkt. Koppeling moet worden uitgesloten en voor het
oprichten van een installatie is onderzoek nodig naar leefmilieu en verkeer. Het begrip
waarop wordt getoetst “onevenredige aantasting” is ook hier onduidelijk. Omwonenden
kunnen met ernstige aantasting van het leefmilieu te maken krijgen.
Volgens appellant maakt dit plan industriële activiteiten mogelijk. Kuilvoerplaten horen
niet buiten het bouwperceel. Via een omweg wordt het bouwperceel vergroot, waardoor
grotere inrichtingen kunnen ontstaan en teveel bouwwerken mogelijk worden. Ook door
de overschrijding van een bouwperceel aan twee zijden met 25 meter. Bouwpercelen
kunnen worden vergroot naar 2 ha en in LOG‟s tot 3ha of verder (artikel 3.4).
De ongewenste ontwikkeling kan verder toenemen. Begrippen als “gebruik” en
“bouwwerken” zijn ook niet duidelijk. Bij de mogelijkheid om ondergrondse installaties toe
te staan, zijn de negatieve gevolgen niet in kaart gebracht. Ook hier zijn begrippen
onduidelijk. Doordat bedrijfswoningen ineens burgerwoningen kunnen worden, is er
sprake van ongewenste verstening. Het begrip buitenopslag is niet omschreven en
onduidelijk. Zandwinning en parkeervoorzieningen zijn niet omschreven.
De negatieve gevolgen van het plan voor leefmilieu, bodem, lucht, stank, lawaai, water,
flora-en faunaonderzoek, landschappelijke en natuurwaarden, aantasting van de
horizon, verkeershinder en – gevaar, ammoniak en infectieziekten, zijn niet in beeld
gebracht. Het plan voorziet in enkele nieuwe functies en daarom is onderzoek
noodzakelijk. Het plan is niet zorgvuldig tot stand gekomen, omdat geen rekening is
gehouden met infectieziekten en verspreiding van dierziekten en de nadelige gevolgen
daarvan voor de mensen in de omgeving. De invloed van het plan op de EHS is niet
onderzocht. Tevens is de waarde van natuurwetenschappelijke landschapselementen
ook niet onderzocht. Beschermde soorten kunnen onevenredige schade ondervinden.
Het is onduidelijk of de Flora- en faunawet de uitvoerbaarheid van het plan in de weg
staat.
Appellant benoemt als onduidelijk “aan het gebruik onttrokken machines”, “normale
onderhouden en beheer betreffen”, “akkerbouw”, “langdurige evenementen”, “voldoende
parkeerplaatsen”, “aanbrengen van voorzieningen”, “aanvaardbaar leefklimaat”,
“wijzigingsbevoegdheden”. De lijst van strijdige activiteiten is te beperkt. In de regels
moet aan het waterschap en waterleidingbedrijf de mogelijkheid worden geboden om een
verklaring van geen bedenking af te geven bij het verlenen van een
omgevingsvergunning.
Verbreding van wegen aan weerszijden met 2,5 betekent dat een weg 5 meter breder
kan worden. De bestemming wordt op grond gelegd die niet van de gemeente is. Artikel
49 biedt teveel mogelijkheden voor nieuwe functies. De nadelige gevolgen daarvan zijn
niet nader onderzocht.
Het is niet duidelijk op welke artikelen artikel 48 van toepassing is.
Er zijn te weinig begrippen gedefinieerd. Artikelen zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. De
appellant geeft een aanvullende opsomming:
De begrippen in bijlage 3. Daarbij is opgemerkt dat de categorie aanduiding te laag is,
omdat veel activiteiten in de open lucht plaatsvinden. Dit vraagt een hogere categorie. De
aard en omvang van de bedrijvigheid in bijlage 4a is niet aangeduid.
Artikelen 1.1.1. en 1.2 sluiten niet aan. Wat is “architectonisch ondergeschikt”, wat zijn
“industriële”, “niet-industriële bedrijven”, “agrarisch bedrijf”, “gebruiksgerichte
paardenhouderij”, “landschapsdeskundige”, “bedrijfsmatig”, “toeristisch profiel”,
“kortdurend verblijf”, “kennelijk onevenredig”, “kennelijk als zodanig diende te worden
aangemerkt” , “bestaand en legaal”, “ondergeschikt aan het hoofdgebouw”, “gebouw”.
“constructie”, “bouwlaag” (van belang bij pluimveehouderij), etc.
Artikel 2 het is appellant onduidelijk hoe moet worden gemeten.
Het aantal bedrijfslocaties is te groot en de bouwvlakken zijn te groot met te ruime
afwijkingsbevoegdheden. De negatieve gevolgen van het plan zijn onvoldoende
onderzocht. Er is sprake van legalisatie van activiteiten. Er is ten onrechte geen MER
opgesteld en het verdrag van Malta is onvoldoende tot uiting gekomen.
Teveel natuurlandschappelijke, landschapselementen en bospercelen zijn vervallen of
verkleind. Het plan maakt een grote mate van verstening mogelijk en kan daarom geen
stand houden. Er wordt verzocht de zienswijze gegrond te verklaren en het plan aan te
passen.
Gemeentelijke reactie
Het plan is niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijke bestuur tot stand
gekomen en is ook niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De
Natuurbeschermingswet is voldoende in acht genomen. Dat zal hieronder worden
verklaard.
De zienswijzennotitie behorende bij het raadsbesluit van 18 december 2012 met
betrekking tot het vaststellen van het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟,
maakt mede deel uit van de beantwoording van deze zienswijze. Het voorliggende
bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Eerdere vastgestelde
herzieningen en wijzigingen zijn verwerkt en kleine omissies zijn verholpen. Er worden
geen nieuwe ontwikkelingen toegestaan. De MER behorende bij het bestemmingsplan
„Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld 18 december 2012) is toereikend.
Planonderdelen waartegen beroep is ingesteld, zijn in het voorliggende plan niet
opgenomen. De locatie Bollenweg 16 is dan ook uit het bestemmingsplan gehaald (zie
gemeentelijke reactie bij zienswijze 2)
Om recht te doen aan de landschappelijke inpassing en om de ruimtelijke kwaliteit te
waarborgen, zodat beter wordt aangesloten bij de Omgevingsvisie, wordt de maximale
inhoud van de woningen bij recht teruggebracht naar 750 m³. Er wordt een
afwijkingsbevoegdheid opgenomen, zodat bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van de maximaal toegestane inhoudsmaat van een woning tot maximaal 900
m³, met dien verstande dat het erf landschappelijk wordt ingepast. Dit wordt aangetoond
door middel van een door het bevoegde gezag goed te keuren
beplantingsplan/erfinrichtingsplan. Door deze regeling verandert de aantrekkingskracht
van het buitengebied nauwelijks en is het effect op de leefomgeving verwaarloosbaar.
Het effect van het vergroten van de woning op de verstening is niet essentieel, omdat de
omvang van bijgebouwen niet is gewijzigd. De toets van bouwplannen aan de welstand is
niet geregeld in het bestemmingsplan, maar in de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo). Deze toetsing blijft onverminderd gelden.
Het effect op het waterbeheer en waterverbruik zijn niet noemenswaardig. De inhoud van
de woningen heeft geen effect op het realiseren van het Reconstructieplan en is niet in
strijd met de doelen die in het reconstructieplan zijn verwoord.
De functies die in de artikelen 3 en 4 mogelijk worden gemaakt zijn functies die passen bij
de agrarische functie en dienen als ondersteuning en verbreding van de agrarische
bedrijfsvoering. Het beleid zoals verwoord in de structuurvisie voor het landelijk gebied is
vertaald in dit bestemmingsplan. Ook het VAB-beleid is vertaald, evenals het rood voor
rood beleid. Van een verruiming is dan ook geen sprake. Alleen van een implementatie
van beleidsuitgangspunten in het bestemmingsplan, overeenkomstig het
bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟, zoals op 18 december 2012 is
vastgesteld.
De opgenomen regeling voor evenementen is conform de regeling in het Besluit
Omgevingsrecht (Bor). Er vindt dan ook geen verruiming plaats van de regeling. Het
bestemmingsplan voorziet op deze wijze in de mogelijkheid om evenementen toe te
staan. Daarnaast geldt het toetsingskader van het aangescherpte evenementenbeleid in
relatie tot de Algemene plaatselijke verordening (APV). In de bestemming “Horeca”
(artikel 12) is de afwijking voor het toestaan van evenementen niet opgenomen, omdat
het om relatief kleine bestemmingsvlakken gaat. Daarbinnen is over het algemeen te
weinig ruimte voor het realiseren van grotere evenementen. Omliggende gronden zullen
dan nodig zijn waar binnen de afwijkingsbevoegdheid wel is opgenomen.
Er worden geen nieuwe motorcrossterreinen in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. In
dit bestemmingsplan is de bestemming overgenomen uit het bestemmingsplan
„Buitengebied Hof van Twente‟, zoals op 18 december 2012 is vastgesteld. Voor het
bestaande terrein met het ongewijzigde gebruik hoeft geen passende beoordeling plaats
te vinden. Er is in deze geen sprake van verruiming van mogelijkheden die specifiek in de
publicatie zouden moeten worden vermeld. De communicatie is voldoende.
In het voorliggende bestemmingsplan worden geen nieuwe bedrijven toegestaan.
Aanvullend onderzoek is niet aan de orde. De maximale omvang van bedrijven is
overgenomen uit het reconstructieplan. Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid
blijft de maximale oppervlakte voor bouwpercelen zoals opgenomen in het
Reconstructieplan onverkort van kracht. Een landschapsplan, toets van de effecten op de
PEHS (Provinciale Ecologische Hoofd Structuur) of burgerwoningen kan achterwege
blijven, omdat er geen sprake is van een bedrijfsvestiging.
Als artikel 3.5.2. wordt toegepast mogen de belangen van eigenaren en gebruikers van
de omliggende gronden niet onevenredig worden aangetast (lid f). Deze afweging wordt
ook gemaakt bij toepassing van artikel 4.3.1.
Bebouwing kan alleen binnen het agrarisch bouwperceel en binnen andere daarvoor
beoogde bouwvlakken worden gerealiseerd. Dit plan kent geen 10% regeling. Van de
bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen van 12 meter kan alleen met de
afwijkingsbevoegdheid (tot 15 meter) worden afgeweken. De afmeting van gebouwen en
masten zijn acceptabel en, overeenkomstig het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van
Twente‟ (vastgesteld 18 december 2012). De mogelijkheden om in het buitengebied te
wonen zijn door dit plan niet gewijzigd.
Bij verzoeken om het vergroten van het bouwperceel door middel van een planologische
procedure moet de geldende wet- en regelgeving worden gehanteerd. Het toestaan van
eerdere wetgeving is niet toegestaan. Het uitgangspunt is dat, door de geldende wet- en
regelgeving, het woon- en leefklimaat voldoende wordt gewaarborgd.
Het is een feit dat in het landelijk gebied meer paarden worden gehouden voor het
hobbymatig gebruik dan een aantal jaren geleden. Om hieraan tegemoet te komen wordt
hobbymatig gebruik van agrarische gronden toegestaan. Zo zijn de agrarische gronden
niet alleen bedoeld voor de agrarische bedrijven, maar ook voor particulieren die een
stukje grond bezitten om daar bijvoorbeeld paarden of andere dieren te weiden. Nieuwe
paardenbakken in de agrarische bestemming kunnen mogelijk worden gemaakt met een
afwijkingsbevoegdheid. De oppervlakten zijn hierbij bepaald. Dit betreft een bevoegdheid,
waar het bevoegd gezag voorwaarden aan kan verbinden en waardoor geen verplichting
bestaat deze toe te staan. Het bestemmingsplan staat het oprichten van nieuwe
gebruiksgerichte paardenhouderijen en/of maneges niet toe binnen de agrarische
bestemming. Mocht zich een ontwikkeling voordoen die zich verhoudt met het beleid en
kan voldoen aan de geldende wet- en regelgeving dan kan deze met een afzonderlijke
planologische procedure mogelijk worden gemaakt.
De opgenomen artikelen 43 tot en met 47 zijn ons inziens niet onduidelijk. Een algemeen
gebruiksverbod is heel helder, zodat een ieder weet wat strijdig gebruik inhoudt. Dat is
ook een grondslag voor handhaving. Gronden gebruiken voor het stallen of opslaan van
afgeschreven machines is daar een heel duidelijk voorbeeld van. Wat onder normaal
gebruik en onderhoud wordt verstaan is door jurisprudentie duidelijk bepaald.
Medewerkers die moeten werken met deze regels zijn hiervan duidelijk op de hoogte.
Mochten burgers daar vragen over hebben dan kunnen die altijd gesteld worden.
Effecten van het voorgenomen ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan op het leefmilieu
zijn uitgebreid onderzocht in het MER1 welke is voorgelegd aan de commissie voor de
m.e.r.. De commissie heeft ingestemd met het MER bij het bestemmingsplan
„Buitengebied Hof van Twente‟, zoals is vastgesteld op 18 december 2012. In dit
bestemmingsplan zijn afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden, overeenkomstig en onder
gelijkluidende voorwaarden, opgenomen, waarbij moet worden aangetoond dat voldaan
kan worden aan de wettelijke verplichtingen. Op het moment dat zich een ontwikkeling
voordoet, wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet- en regelgeving.
1
Verklaring van de afkortingen:
MER: het milieueffectrapport
m.e.r.: de procedure van de milieueffectrapportage
Ten aanzien van de detailhandel binnen de agrarische bestemming geldt dat het alleen
gaat om detailhandel van goederen die ter plaatse geproduceerd zijn en waarvan de
productie niet in strijd is met de agrarische bestemming. Er is dan ook geen sprake van
een forse detailhandel die zich in het buitengebied kan ontwikkelen.
De artikelen 3 en 4 ( en alle overige artikelen), de begrippen en de wijze van meten in dit
bestemmingsplan zijn voldoende duidelijk om het ruimtelijk beleid te kunnen uitvoeren.
De bestaande wetgeving, bestaand ruimtelijk beleid van diverse overheidslagen en
jurisprudentie geven voldoende aanknopingspunten als er onduidelijkheid mocht bestaan.
Ten aanzien van bestaand en legaal gebruik willen we aangeven dat dit niet betekent dat
illegale bouwwerken legaal worden. De digitale verbeelding is leidend voor de van
toepassing zijnde bestemmingen.. Hierop zijn alle (functie)aanduidingen te raadplegen.
Door de wettelijk voorgeschreven digitalisering en bestemmingsmethodiek is de analoge
verbeelding (niet bindend) minder overzichtelijk.
Appellant benoemt een fout in artikel 3.4.5.sub c. In dit artikel zou worden verwezen naar
lid c. In lid c wordt echter niet naar een ander lid verwezen.
Met betrekking tot het raadplegen van een deskundige is de toevoeging van de eis met
betrekking tot de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders
overbodig. De toets van het plan vindt plaats als de omgevingsvergunning wordt
verleend. Alleen als het college instemt wordt de vergunning verleend. Er is sprake van
een impliciete goedkeuring.
De ruimtelijke impact van de grootte van mest ver-/bewerkingsinstallaties wordt beperkt
door het toestaan van een beperkte verwerkingscapaciteit per locatie. Daarbij moet
worden getoetst of geen belangen, waarden en functies in de omgeving nadeel
ondervinden van de oprichting van een dergelijke installatie. Een goede afweging vindt
op het moment van een concreet verzoek plaats. Daarnaast moet voldaan worden aan de
geldende wet- en regelgeving en kunnen aanvullende beperkingen van toepassing zijn
vanuit bijvoorbeeld de milieuwetgeving. Industriële activiteiten worden hierdoor niet
mogelijk gemaakt.
De kuilvoerplaten horen bij de agrarische bedrijfsvoering. De regeling is opgenomen,
overeenkomstig het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld 18
december 2012). Er worden geen nieuwe mogelijkheden tot het vergroten van
bouwpercelen geboden. De effecten hiervan zijn beschouwd in de MER behorende bij
het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ ( vastgesteld 18 december 2012).
De maximale oppervlakte voor bouwpercelen zoals verwoord in het Reconstructieplan,
worden gehanteerd bij het uitoefenen van de afwijkingsbevoegd tot wijzigen en vergroten
van het bouwperceel.
Ten aanzien van ondergrondse installaties geldt in eerste instantie dat het gebruik moet
passen binnen de toegekende bestemming. Voor zover dergelijke installaties betrekking
hebben op (agrarische) bedrijven geldt het milieuspoor als toetsingskader. Overigens zijn
bepaalde containers en installaties vergunningsvrij.
In het ontwerpbestemmingsplan is de regel voor het bewonen van een agrarische
bedrijfswoning door een burger uit het bestemmingplan „Buitengebied Hof van Twente‟
overgenomen. In die regel is de regeling voor plattelandswoningen verwerkt. Dit houdt in
dat op een agrarisch bouwperceel gewoond mag worden door een derde in een
bestaande (bedrijfs)woning en dat het agrarisch bedrijf hierdoor niet wordt beperkt. Van
een verstening is dan ook geen sprake, aangezien het om bestaande woningen gaat.
De adviesrol van het waterleidingbedrijf of de waterbeheerder heeft tot doel om een
goede belangenafweging te maken. Het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning
verleend, is verplicht het advies te vragen. Het vragen van advies is in de regels
opgenomen. Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen is in deze zin
hetzelfde als het vragen om een positief advies wat niet mag.
In artikel 47.1 is de mogelijkheid opgenomen om wegen te kunnen aanpassen als dit
noodzakelijk is. Het maakt daarbij niet uit wie de eigenaar is. Dit is niet ruimtelijk relevant.
De mogelijkheden in artikel 49 (Vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing) zijn
overgenomen conform het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟, zoals is
vastgesteld op 18 december 2012. Met dit artikel is het mogelijk het bestaande ruimtelijk
beleid uit te voeren.
Artikel 48 geeft de algemene procedureregels weer die worden toegepast bij alle in het
bestemmingsplan aangegeven wijzigingsbevoegdheden. De werking is in het artikel
bepaald.
De bedrijfslocaties en de omvang van bouwpercelen zijn overgenomen uit het
bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (inclusief partiële herziening,
wijzigingen en afwijkingen) Er is geen sprake van nieuwe ontwikkelingen. De (negatieve)
effecten, ook wat betreft infectie ziekten en zoönosen, zijn voldoende onderzocht in de
MER behorende bij het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ (vastgesteld op
18 december 2012) of de daarop volgende planologische procedure. Een nieuwe MER is
niet noodzakelijk, omdat dit plan niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen.
Het verdrag van Malta heeft geleid tot de Wet op de archeologische monumentenzorg.
Het bestemmingsplan kent een aantal dubbelbestemmingen die het archeologiebeleid
regelen. Beide onderdelen zijn dan ook voldoende in het bestemmingsplan opgenomen.
In dit plan zijn landschapselementen en bospercelen opgenomen, overeenkomstig het
bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente (vastgesteld 18 december 2012). Het
plan laat geen grote mate van verstening toe.
De zienswijze wordt deels overgenomen. In artikel 46 wordt het volgende toegevoegd.
46.2 Afwijking vergroten bestaande en bestemde woningen van 750 m3 naar 900 m3
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximaal toegestane
inhoudsmaat van een woning tot maximaal 900 m3, met dien verstande dat het erf
landschappelijk wordt ingepast, wat blijkt uit een in te dienen en door het bevoegd gezag
goed te keuren beplantingsplan/erfinrichtingsplan.”
13. A.J.M. Pierik, Tankinksweg 8, Ambt Delden
Weergave zienswijze
Appellant is van mening dat de inhoud van woningen binnen de diverse bestemmingen
niet gemaximaliseerd moet worden op 900 m3, maar via een afwijkingsbevoegdheid tot
een inhoud van 1.250 m3. Appellant is van mening dat bij het vergroten van de bestaande
woning 900 m3 te weinig is en onvoldoende mogelijkheden biedt voor mantelzorg. Ook is
appellant van mening dat door het vergroten van de inhoud er minder tot geen gebruik
wordt gemaakt van de mogelijkheid om vergunningsvrij te bouwen.
Daarnaast is appellant van mening dat de bouwregels voor agrarische bedrijfsgebouwen
(artikelen 3 en 4) verruimd moeten worden. De nu opgenomen maximale bouwhoogte is
volgens appellant onvoldoende om te kunnen voldoen aan de welzijnsregels voor dieren
en veterinaire eisen.
Gemeentelijke reactie
Binnen een woning met een inhoud van 900 m3 is het realiseren van een inwoonsituatie
mogelijk. Hiermee wordt voldoende ruimte geboden om aan eventuele mantelzorg
situaties tegemoet te komen. Ook bij het toestaan van een grotere inhoud van woningen
blijf de wettelijke mogelijkheid bestaan om vergunningsvrij te bouwen.
Indien een grotere inhoud gewenst is biedt artikel 46.2 de mogelijkheid om de woning te
vergroten tot een inhoud van 1.500 m3 of 2.000 m3, mits er sprake is van een evenredige
bijdrage in de ruimtelijke kwaliteit met bijbehorende sloop.
De bouwhoogte van agrarische bedrijfsgebouwen bedraagt 12 meter. Wij zijn van mening
dat daarmee voldoende mogelijkheden worden geboden om te voldoen aan de
dierenwelzijn en veterinaire eisen.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
14. Provincie Overijssel, Postbus 10078, Zwolle
Weergave zienswijze
Appellant is het niet eens met de generieke verruiming van 150 m3 per woning. Een
verruiming van 150 m3 per woning lijkt weinig, maar gezien het grote aantal woningen in
het buitengebied van de Hof van Twente, is appellant van mening dat er sprake is van
een grootschalige ontwikkeling.
Uitgangspunt van de omgevingsvisie is dat ontwikkelingen in balans moeten zijn met de
ruimtelijke kwaliteit. Door het ontbreken van kwalitatieve randvoorwaarden bij de
verruiming, is deze balans niet in evenwicht.
Het bij recht toestaan van extra volume in het buitengebied laat volgens appellant kansen
onbenut ten aanzien van vrijkomende gebouwen in het buitengebied. Appellant is van
mening dat toe te voegen woonruimte bijvoorbeeld gebruikt kan worden om elders
overtollig volume te slopen of op een andere wijze een bijdrage te leveren aan
kwaliteitsopgaven.
Uit het vaststellingsbesluit van 18 december 2012 voor het bestemmingsplan
buitengebied blijkt dat de visie van appellant wordt onderschreven. In dat plan is via een
puntensysteem opgenomen dat vergroten van de woning mogelijk is, mits er een
kwalitatieve investering plaatsvindt.
Voor het vergroten van rood voor rood woningen wordt door de gemeente vastgehouden
aan dit systeem, maar voor alle andere woningen wordt het losgelaten, met als argument
deregulering. Appellant is van mening dat deregulering op andere manieren bereikt kan
worden.
Appellant stelt voor om een afwijkingsbevoegdheid op te nemen, waarmee afgeweken
kan worden van de inhoudsmaat van 750 m3.
Gemeentelijke reactie
In het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente 2013‟ zal de inhoud van woningen
worden teruggebracht naar 750 m3. In artikel 46 wordt een afwijkingsbevoegdheid
opgenomen, waarmee de mogelijkheid wordt geboden om de inhoud te vergroten tot 900
m3.
Onderstaande regel zal worden opgenomen in het bestemmingsplan „Buitengebied Hof
van Twente 2013‟:
“46.2 Afwijking vergroten bestaande en bestemde woningen van 750 m3 naar 900 m3
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximaal toegestane
inhoudsmaat van een woning tot maximaal 900 m3, met dien verstande dat voor het erf
landschappelijk wordt ingepast, wat blijkt uit een in te dienen en door het bevoegd gezag
goed te keuren beplantingsplan/erfinrichtingsplan”
De zienswijze wordt overgenomen.
15. D. van Middendorp – Doppenberg, Willem de Zwijgerlaan 11, Woudenberg
Weergave zienswijze
Appellant is van mening dat ten onrechte de bestemming “Recreatie – verblijfsrecreatie‟
is toegekend aan zijn woning op het perceel Hengevelderweg 8 te Diepenheim. Volgens
appellant is dit een burgerwoning en geen bedrijfswoning. Volgens appellant is deze
woning ook nooit als bedrijfswoning gebruikt. Appellant wil graag dat voor het perceel de
bestemming wonen opgenomen wordt.
Gemeentelijke reactie
Het perceel Hengevelderweg 8 te Diepenheim maakt onderdeel uit van het
recreatieterrein Kagelinksbos. Het recreatieterrein Kagelinksbos maakt geen deel uit van
het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente 2013‟.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
16. J.H.F. Beunk- Nijland, Kievitstraat 8, Delden
Weergave zienswijze
Bij de Torendijk 1 is de houtwal/singel niet juist weergegeven. Ook is appellant van
mening dat het bos niet juist bestemd is. Dit moet volgens appellant geen „Bos‟, maar
„agrarisch met waarden‟ zijn. Het perceel is aan drie zijden op dezelfde wijze met
houtwallen omgeven. Dit is niet eensluidend weergegeven. Aan de noordzijde is de
houtwal opgenomen in het noordelijk gelegen „bos‟. Aan de Flierveldweg zijn gronden
met grond/zandopslag aangemerkt als grasland. Er is een schets bijgevoegd.
De schuur die al 100 jaar aanwezig is aan de Torendijk 1 is niet ingetekend.
Gemeentelijke reactie
Het perceel dat nu als „Bos‟ is bestemd is inderdaad niet correct bestemd. Dit moet zijn
„agrarisch met waarden‟.
De bedoelde schuur is een veldschuur, welke niet bestemd is. Het gebruik mag worden
voortgezet op grond van de overgangsbepalingen in het bestemmingsplan. De
ondergrond (Grootschalige Basis Kaart Nederland) is niet leidend voor het toekennen van
de bestemmingen, maar dient ter oriëntatie.
De tijdelijke grond voor opslag was en wordt niet bestemd. De tijdelijkheid mag niet een
permanente functie worden. Het gebruik valt onder de overgangsbepaling in het
bestemmingsplan. Kleine houtwalelementen zijn passend binnen de bestemming
„agrarisch met waarden‟ Binnen deze bestemming worden de kenmerkende
landschapselementen als houtwallen beschermd. Ze worden op de verbeelding niet
specifiek bestemd of aangeduid.
De zienswijze wordt deels overgenomen.
17. M.J. Grootte Bromhaar, Genselerweg 25, Ambt Delden
Weergave zienswijze
De appellant is het niet eens met de bestemming van zijn perceel aan de Genselerweg te
Ambt Delden. Volgens appellant moet dit perceel bestemd worden voor sloop en opslag.
Volgens appellant zou dit naar aanleiding van zijn inspraakreactie in 2004 tegen het
voorontwerp van het bestemmingsplan „Buitengebied Delden/Goor‟ ook gebeld zijn door
een medewerker van de gemeente met de mededeling dat die bestemming opgenomen
zou worden.
Gemeentelijke reactie
Het perceel heeft een bestemming agrarisch met waarden. Op het perceel staan diverse
opstallen en er worden materialen buiten opgeslagen.
Bij de inspraak op het bestemmingsplan „Buitengebied Delden/Goor‟ is door de gemeente
aangegeven dat de aanwezige bebouwing onder het overgangsrecht valt. Hiermee
kunnen de gebouwen in stand blijven en kan het gebruik worden voortgezet. De rechten
van de eigenaar worden hierdoor gewaarborgd. Het toekennen van een bouwblok is niet
aan de orde, omdat dat alleen mogelijk is voor een volwaardig agrarisch bedrijf. Bij de
overweging of de bebouwing binnen de woonbestemming of als niet-agrarische
bedrijvigheid kan worden aangemerkt, is overwogen dat geen milieuvergunning op het
perceel aanwezig is. Daarmee is er onvoldoende aanleiding om de bebouwing en de
activiteiten positief te bestemmen.
Wij zien geen aanleiding om het perceel positief te bestemmen.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
18. For Farmers, Kwinkweerd 12, Lochem, Postbus 91, Lochem
Weergave zienswijze
De vestiging van het bedrijf aan de Sluisstraat in Delden ligt aangrenzend aan het ter
inzage liggende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan heeft mogelijk gevolgen voor
de milieuruimte van het bedrijf.
In de toelichting wordt aangegeven dat een aantal locaties niet in het bestemmingsplan is
opgenomen. Het is onduidelijk welke locaties het betreft en welke regels daarbij horen.
Het blijkt Forfarmers uit de toelichting niet of het plan voorziet in ontwikkelingen.
Er wordt verzocht om aan passing van hoofdstuk 1.1 van de toelichting. Want daarin is
beschreven dat het een consoliderend plan is, terwijl in de volgende zin wordt
aangegeven dat er wijzigingen worden doorgevoerd. In hoofdstuk 1.3. wordt aangegeven
dat er sprake is van 11 partiële herzieningen en wijzigingen. In hoofdstuk 2.1. worden 44
wijzigingen benoemd. Dit komt niet met elkaar overeen Er wordt gevraagd aan te geven of
alle wijzigingen in 2.1. in een eerder stadium zijn vastgesteld, met name als het de locatie
Bentelosestraat 81 betreft.
De locaties Bentelosestraat 81 ligt op 430 meter van de locatie Sluisstraat in Delden. Een
nieuwe reguliere woonbestemming is milieugevoelig. Mogelijke zijn in de komende 10 jaar
wijzigingen nodig in het productieproces aan de Sluisstraat het is denkbaar dat de woning
aan de Bentelosestraat 81 dan beperkend kan zijn.
Gemeentelijke reactie
In de overzichtslijst in Hoofdstuk 2.1. zijn alle veranderingen van het bestemmingsplan
„Buitengebied Hof van Twente 2013‟ ten opzichte van het bestemmingsplan „Buitengebied
Hof van Twente‟ benoemd. De lijst bestaat uit twee delen. Deel 1 betreffen 33
ondergeschikte aanpassingen en in deel 2 gaat het om 11 aanpassingen welke zijn
gebaseerd op vastgestelde partiële herzieningen of wijzigingsplannen. De veranderingen
zijn zodanig ondergeschikt dat er geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen. Dat de
locatie Bentelosestraat 81 op beide lijsten wordt genoemd komt doordat voor dit perceel
een partiële herziening is doorgevoerd, maar bij die partiële herziening niet de aanduiding
plattelandswoning is opgenomen. De aanduiding plattelandswoning wordt alsnog
opgenomen in dit plan. Waardoor een hiaat is hersteld in dit plan.
Het bestemmingsplan „Buitengebied Ambt Delden, herziening Kanaaldijk 44‟ en
Bentelosestraat 81 is op 23 april 2013 vastgesteld. Op 16 oktober 2013 is gepubliceerd
dat dit bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Daarbij voldoet de afstand van de
Bentelosestraat 81 ten opzicht van de bedrijfslocatie Sluisstraat aan de huidige geldende
norm van 200 meter, zoals genoemd in de VNG-brochure. Het is opportuun om nu
rekening te houden met de mogelijke veranderingen in de bedrijfsvoering.
De bestemming voor de Benteloseweg 81 blijft ongewijzigd.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
19. Natuur en milieu Overijssel en Staatsbosbeheer, Stationsweg 3, Zwolle
Weergave zienswijze
Vanuit haar streven naar een duurzame samenleving, waarin de mogelijkheden voor
komende generaties niet beperkt worden door huidig handelen wordt een zienswijze,
mede namens Staatsbosbeheer, ingediend. Zij zet zich in voor een gezond leefmilieu, een
rijke natuur en een mooi landschap.
Verschillende percelen in eigendom van Staatsbosbeheer in De Borkeld hebben een
agrarische bestemming. Er wordt verzocht om de percelen zoals weergegeven in de
bijlage te bestemmen als “Natuur”. Staatsbosbeheer wil op verzoek GIS-bestanden
beschikbaar stellen om alle locaties goed te verwerken. De gegevens van de
contactpersoon zijn vermeld.
Het bouwvlak van sterlocatie Slaghekkenweg 14b is aangepast en daarbij aanzienlijk
vergroot. Beschermde natuurgebieden Vörgersveld en Boddenbroek liggen binnen 3
kilometer. De gemeente geeft aan dat er geen MER is uitgevoerd, omdat het plan
consoliderend van aard is. Door het vergroten van het bouwvlak zijn negatieve effecten op
voorhand als gevolg van de uitstoot van ammoniak niet uitgesloten. Er wordt geadviseerd
de effecten via een milieueffectrapportage in beeld te brengen.
Gemeentelijke reactie
Het feitelijk gebruik als natuur wordt op de verbeelding van het bestemmingsplan
opgenomen.
Voor de locatie Slaghekkenweg 14b is een bestemmingsplanprocedure gevolgd. Het
bestemmingsplan is op 23 april 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Dit plan is
voorzien van een milieueffectrapportage. In dit bestemmingsplan wordt de partiële
herziening ongewijzigd overgenomen. Er is geen aanleiding tot aanvullend onderzoek.
De zienswijze wordt deels overgenomen.
Op de verbeelding worden de percelen alsnog als “Natuur” bestemd.
20. Familie Ten Dam-Breukers, Langenhorsterweg 18 B, Ambt Delden.
Weergave zienswijze.
De appellant richt zich tegen de aanpassing van het bestemmingsvlak voor de locatie
Langenhorsterweg 20. Volgens het ontwerpbestemmingsplan wordt de oppervlakte van
het dierenpension vergroot van 46,6 m2 naar 560 m2. Daarbij wordt de aanduiding
buitenrennen opgenomen.
Volgens de brochure “Bedrijven en milieuzonering” van de VNG geldt voor een
dierenpension een richtafstand van 100 meter. Deze richtafstand wordt bij lang niet
gehaald. De afstand tot de gevel van de woning Langenhorsterweg 18 (mevrouw
Breukers-Raanhuis en haar lichamelijk zwaar gehandicapte zoon) zal 36 meter bedragen
en de afstand tot de tuin 30 meter. De afstand van de buitenrennen tot de gevel wordt 52
meter. Er moet een kapschuur met houten wandbekleding worden gebouwd om het geluid
te dempen. Het feit blijft dat de afstand van het meest noordelijk emissiepunt ten opzichte
van de gevel Langenhorsterweg 18 niet meer dan 52 meter bedraagt: bijna 50 meter
minder dan de norm uit de VNG-brochure. De tuin ligt op een afstand van 46 meter van
het toekomstige emissiepunt.
Het geluid kaatst tegen de buitenwand van de woning Langenhorsterweg 18. Als er
honden blaffen in de buitenren dan kunnen de bewoners vanwege de herrie geen gebruik
maken van de tuin. De tuin van Langenhorsterweg 18a ligt ongeveer 10 meter verder.
Ook daar zal het geluidsniveau veel te hoog zijn om als een normale burger te kunnen
genieten van tuin en huis.
Volgens het gemeentelijk geluidbeleid is het ambitieniveau voor het lange tijd gemiddelde
geluidsniveau in het buitengebied 45 dB(A).De streefwaarde ligt 10 dB(A) hoger op 55
dB(A).
Door de geëiste akoestische maatregelen treedt er een verbetering op van 11dB(A) ten
opzichte van de feitelijk (niet vergunde) situatie. Daarmee wordt niet voldaan aan het
ambitieniveau en het maximale geluidsniveau.
Volgens de meeting op 10 januari 2014 werd 69 dB(A) op de gevel van de woning
veroorzaakt. Met een reductie van 11 dB(A) blijft het geluidsniveau boven het gestelde
maximum. Het geluid werd door 3 honden geproduceerd. Als 120 honden worden
vergund, dan zijn van 7.00 uur ‟s ochtends tot 19.00 uur ‟s avonds 20 honden buiten om
aan het honden- en kattenbesluit te voldoen. Dit kunnen grote honden zijn.
De appellant wordt volgens het voorliggende ontwerpbestemmingsplan geconfronteerd
met het lawaai van blaffende honden op ongeveer 50 meter - de onmiddellijke nabijheid van hun burgerwoning. De appellant vindt dit om gek van te worden. Dat mag een burger
niet overkomen. In 2012 is maximaal 20 honden genoemd. Om ruim een jaar later 120
honden toe te staan, is een brug te ver.
Het hondenpension is illegaal tot stand gekomen. Ten koste van het welzijn en de
gezondheid van omwonenden. De winst is niet geïnvesteerd in voorziening om overlast
voor de buren te beperken. De woonkamer van de bedrijfseigenaar is op een zo groot
mogelijke afstand gelegen. De vertimmerde varkenshokken liggen zo ver als mogelijk van
die woning. Appellant vindt dat er geen reden is om het hondenpension ter wille te zijn.
Het pension is haar gang gegaan.
Appellant vindt dat de gemeente niet heeft gecontroleerd of gehandhaafd. Ook nu wordt
niet op geluid gehandhaafd. Dit lijkt op wegpesten van burgers die aan hun verplichtingen
voldoen. Appellant verwacht dat de raad haar gezondheid en welzijn behartigt.
De WOZ-waarde van beide woningen is inmiddels verlaagd naar € 105.000,--. Er is
sprake van vermogensschade, die door de gemeente moet worden betaald. Het is de
vraag of de gemeente de schade kan verhalen.
Als een nieuw bedrijf wordt gerealiseerd op 85 meter van de woningen Langenhorsterweg
18a/18 met de daarbij behorende uitlaatweide en wallen, is dat aanvaardbaar. De
beoogde situatie is op tekening bijgevoegd.
Gemeentelijk reactie.
In het voorliggende plan worden alle honden uit de noordelijke schuur verplaatst naar de
zuidelijke schuur, de buitenrennen worden zuidelijker gesitueerd, waarbij een akoestische
overkapping in de vorm van een kapschuur het geluid moet beperken. De open ruimte
aan de noordzijde van het perceel wordt opgeschoond en ingeplant. De
parkeervoorziening wordt gerealiseerd aan de oostzijde van het perceel, in combinatie
met een nieuwe entree. Er wordt rekening gehouden met het houden van ± 120
(pension)honden.
De afstand tussen de gevel van de huidige dierverblijven en de dichtstbijzijnde woning
bedraagt in de nieuwe situatie 36 meter, terwijl in de huidige situatie sprake is van een
afstand van 24 meter. De afstand tot de uitlooprennen wordt vergroot van 27 tot ± 52
meter.
De VNG-brochure bevat richtafstanden per bedrijfstype ten opzichte van woningen. Voor
de richtafstand van deze uitgave geldt dat sprake is van een richtlijn, waar gemotiveerd
van kan worden afgeweken. In het geval wordt afgeweken is het verrichten van nader
onderzoek noodzakelijk om te beoordelen of ter plaatse van het gevoelige object een
aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
Bij het oordeel omtrent de aanvaardbaarheid van het woon- en leefklimaat moet in elk
geval de hinderaspecten van het bedrijf worden betrokken. Daarnaast is de aard van de
omgeving van belang, alsmede de inzet van instrumenten uit het milieurecht.
Bij de beoordeling omtrent de aanvaardbaarheid van een toegekende bestemming voor
wat betreft de te duchten milieuhinder, hebben wij aangesloten bij de aanvraag om
omgevingsvergunning ingediende akoestische rapportage (akoestisch onderzoek
Dierenhotel Hof van Twente d.d. 25 februari 2013, uitgevoerd door Adviesburo van der
Boom) waaruit blijkt dat in de nog te realiseren situatie kan worden voldaan aan de eisen.
Daarbij is als voorwaarde gesteld dat:
De honden uitsluitend worden gehuisvest in de zuidelijk gelegen schuur.
De twee noordelijke buitenrennen worden verschoven naar het zuiden en de
buitenrennen worden afgeschermd met een overkapping, uitgevoerd met
geluidsbsorberend materiaal.
Opstallen ten noorden van het perceel worden gesloopt en dit noordelijk deel wordt
ingepast met streekeigen beplanting.
Deze voorwaarden zijn vastgelegd in een overeenkomst, die door de heer Blanke is
ondertekend. Van deze geluidsreducerende maatregelen wordt aangenomen dat er een
verbetering optreedt van 14 d(B)A en hiermee onder de norm kan worden gebleven.
Door controle en handhaving zal op naleving van de nieuwe situatie worden toegezien.
Schade en waardevermindering wordt bepaald in een afzonderlijke planschadeprocedure.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
21.
Cumela Advies, Nijverheidsstraat 13, Nijkerk.
Weergave zienswijze.
Appellant geeft aan belanghebbende te zijn, omdat hij in het plangebied is gevestigd.
In bijlage 4a van de regels van het ontwerpbestemmingsplan is het bebouwingsoppervlak
voor de Brummelaarsweg 22 te Markelo weergegeven. Deze is gezien de huidige situatie
en rekening houdend met de autonome groei en de daarbij behorende redelijk
uitbreidingsmogelijkheden niet toereikend. Appellant verzoekt voor de locatie
Brummelaarsweg een oppervlakte van 2700 m2 aan bedrijfsbebouwing op te nemen,
omdat een loon- en grondverzetbedrijf meer ruimte nodig heeft dan andere niet agrarische
bedrijven.
Het aantal machines en het materieel breidt uit door diverse activiteiten. Meer agrariërs
vragen ondersteuning, vanwege kostenbeheersing, efficiency, kwaliteit en concurrentie.
De klant heeft uiteenlopende behoeften waar op ingespeeld moet worden. Vragen omtrent
de grasoogst, verwerking van mest. Veel activiteiten moeten in een korte periode worden
verricht, waardoor meerdere specifieke machines nodig zijn.
Door de schaalvergroting neemt niet alleen de vraag, maar ook de omvang van de
machines toe. Daarom is meer stallingsruimte nodig.
Door de beperkte bouwoppervlakte worden machines buiten gestald. Dit leidt tot een
onoverzichtelijke situatie en veroorzaakt extra slijtage aan de machines. Door de
elektronica in de huidige machines zijn deze extra kwetsbaar en moeten zo min mogelijk
aan deze omstandigheden worden blootgesteld.
Door stalling op het buitenterrein geeft een ongewenst aanzien. Door inpandige stalling
kan het buitenterrein functioneel en doelmatig worden ingericht, waardoor een
professionele bedrijfsvoering mogelijk is met een goede landschappelijke inpassing.
Er is opslagcapaciteit nodig voor bouw-, grond-, en afvalstoffen (omvang 10.000 ton),
overeenkomstig het Activiteitenbesluit, en hooi en stro en parkeren. Alleen dan is een
efficiënte en effectieve bedrijfsvoering mogelijk.
Volgens de regels is buitenopslag alleen mogelijk in het achtererfgebied. Dat is bij
appellant niet mogelijk. Opslag kan alleen op het zijerfgebied. Er wordt verzocht om
buitenopslag in het zijerfgebied te regelen.
Gemeentelijke reactie
Het vergroten van de bebouwingsoppervlakte ten behoeven van niet-agrarische bedrijven
is binnenplans niet gewenst. Het gaat om een forse bebouwing (uitbreiding van 1700 m2
naar 2700 m2) en om activiteiten die mogelijk tot verrommeling leiden. Mochten eventuele
uitbreidingswensen passen binnen beleid en wet- en regelgeving, dan is het mogelijk aan
een uitbreiding medewerking te verlenen. Hiervoor moet een afzonderlijke procedure
worden gevolgd. Eventuele andere afspraken, waaronder de vereiste investeringen in de
ruimtelijke kwaliteit, moeten in een overeenkomst worden vastgelegd. Bovendien moet de
economische uitvoerbaarheid vooraf worden verzekerd.
Het achtererfgebied wordt gedefinieerd als „erf aan de achterkant en de niet naar de
openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van
het hoofdgebouw‟. Een zijerf dat op meer dan 1 meter van de voorkant van het
hoofdgebouw en niet naar de openbare weg ligt voldoet hier ook aan.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
22.
Mevrouw A.H.M. de Wit –Wissink, Vlasoord 20, Houten
Weergave zienswijze.
Appellant verzoek om artikel 4.1.lid z te verwijderen. De woning Esweg 2 is daarmee aan
twee bedrijven gekoppeld, overeenkomstig het besluit van de gemeenteraad van 18
december 2012.
Appellant heeft principieel bezwaar. Het perceel Esweg 2a heeft namelijk al een
bedrijfswoning en het perceel Esweg 2 heeft door de bestemming slechts een gedeelde
aanspraak op 1 bedrijfswoning. Het bedrijf heeft daarom niet de vrije beschikking over een
bedrijfswoning. Exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden en eventueel mogelijke
toekomstige kleinschalige ( bedrijfs)bestemmingen van de Esweg 2 kunnen ernstig
nadelig worden beïnvloed.
De Esweg 2 is met de achter gelegen schuren als één geheel beschouwd. Ook omdat de
woning in het agrarisch bouwvlak is opgenomen.
Appellant is niet gekend in de individuele actie van 1 van de erven. De voorgestelde
oplossing van Forfarmers in 2012 is onacceptabel.
Er wordt verwacht dat binnen 1 a 2 jaar deze erfkwestie wordt opgelost en duidelijk wordt
wie het eigendom verkrijgt. In het ontwerpbestemmingsplan is de woning aan twee
bouwpercelen gekoppeld. Dit is volgens appellant ongewenst.
Daarom wordt gevraagd de koppeling met Esweg 2 a ongedaan te maken en alleen te
verbinden aan het bouwvlak Esweg 2.
Gemeentelijke reactie.
De bestemming die nu is opgenomen, is overeenkomstig het geldende bestemmingsplan.
Het bouwvlak van de locatie Esweg 2 is gekoppeld met de Esweg 3. Aan de Esweg 3 is
een bedrijfswoning aanwezig. Deze woning dient als bedrijfswoning, doch alleen voor het
bedrijf Esweg 2 en 3. De woning Esweg 2 hoort bij 2 agrarische bedrijven, die beiden een
bedrijfswoning kennen die niet aan een ander bedrijf is gekoppeld en alleen ten dienste
staat van dat bedrijf.
In 2012 is het plan gewijzigd vastgesteld naar aanleiding van een zienswijze. Vooraf aan
de vaststelling is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen in te dienen. Naar
aanleiding van het afwegen van de belangen is op dit onderdeel het plan gewijzigd
vastgesteld. Tegen dit onderdeel in het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟
(vastgesteld 18 december 2012) is geen beroep ingesteld. Daarmee zijn de rechten
vastgelegd. Er is geen sprake van zwaarwegende argumenten om de bestemming ten
opzichte van het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ te wijzigen.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
23.
De heer A.M.G. Wissink, Esweg 3, Markelo
Weergave zienswijze.
Appellant verzoekt om artikel 4.1.lid z te verwijderen. De woning Esweg 2 is daarmee aan
twee bedrijven gekoppeld overeenkomstig het besluit van de gemeenteraad van 18
december 2012. Dit naar aanleiding van de indertijd ingediende zienswijze door
Forfarmers.
Volgens appellant is de weergave in die zienswijze niet geheel juist.
Eigenaren hebben wat het erfdeel betreft evenveel recht op de woning Esweg 2, zoals
indertijd door Forfarmers is gesteld. Dit geldt niet voor het recht van eerste koop en ook
niet als het om (mede) aanspraak op de woning als bedrijfswoning gaat. Het bedrijf
Esweg 2 kan alleen over de woning Esweg 2 als bedrijfswoning beschikken. Bij de
maatschap beëindiging is afgesproken dat het recht van koop van de woning Esweg 2 is
voorbehouden aan degene die de schuren achter de woning kreeg toebedeeld. Bij de
splitsing van de maatschap is in verband met de financiële aspecten bepaald dat elk
bedrijf zou kunnen beschikken over een eigen bedrijfswoning.
De woning Esweg 2 is geen geurhindergevoelig object voor het bedrijf Esweg 2a.
Appellant ziet niet hoe de agrarische bedrijfsvoering aan de Esweg 2a door de agrarische
bedrijfsvoering aan de Esweg 2 wordt belemmerd.
De koppeling heeft wel negatieve effect op de mogelijkheden van de locatie Esweg 2 nu
niet meer beschikt kan worden over een eigen bedrijfswoning. Voor de het bedrijf aan de
Esweg 2 heeft deze bestemming wel nadelige gevolgen.
De appellant vraagt zich af of een belanghebbende door een zienswijze bij een
bestemmingsplan recht heeft om een woning wege te laten bestemmen, zoals indertijd als
één van de opties werd voorgesteld.
Er wordt verwacht dat binnen 1 a 2 jaar deze erfkwestie wordt opgelost en duidelijk wordt
wie het eigendom verkrijgt. In het ontwerpbestemmingsplan is de woning aan twee
bouwpercelen gekoppeld. Dit is volgens appellant ongewenst. Daarom wordt gevraagd de
koppeling met Esweg 2 a ongedaan te maken en alleen te verbinden aan het bouwvlak
Esweg 2,omdat de indertijd door Forfarmers ingediende zienswijze niet geheel juist is en
het besluit van de gemeenteraad op onjuiste informatie is gebaseerd..
Gemeentelijke reactie.
De bestemming die nu is opgenomen, is overeenkomstig het geldende bestemmingsplan.
Het bouwvlak van de locatie Esweg 2 is gekoppeld met het Esweg 3. Aan de Esweg 3 is
een bedrijfswoning aanwezig. Deze woning dient als bedrijfswoning alleen voor het bedrijf
Esweg 2 en 3. De woning Esweg 2 hoort bij 2 agrarische bedrijven, die beiden een
bedrijfswoning kennen die niet aan een ander bedrijf is gekoppeld en alleen ten dienste
staat van dat bedrijf.
In 2012 is het plan gewijzigd vastgesteld naar aanleiding van een zienswijze. Vooraf aan
de vaststelling is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen in te brengen. Naar
aanleiding van het afwegen van de belangen is op dit onderdeel het plan gewijzigd
vastgesteld. Tegen dit onderdeel is geen beroep ingesteld. Daarmee zijn de rechten
vastgelegd. Er is geen sprake van zwaarwegende argumenten om de bestemming ten
opzichte van het bestemmingsplan „Buitengebied Hof van Twente‟ te wijzigen.
De zienswijze wordt niet overgenomen.
24.
Tennet, Utrechtseweg 310, Arnhem
Weergave zienswijze
De belemmeringen strook van 36 meter aan weerszijde van de hartlijn van de
380 kV-hoogspanningsleiding en 25 aan weerszijden van de hartlijn van de
110 kV- hoogspanningsleiding, zijn niet opgenomen. Appellant verzoekt deze maat alsnog
op te nemen.
De maximale masthoogtes in artikel 32.2.3. komen niet overeen met de bestaande
masthoogtes. Appellant verzoekt de maximale hoogte te verwijderen.
Gemeentelijke reactie.
De belemmeringenstroken zijn gecontroleerd. Deze zijn waar nodig aangepast.
Binnen de gemeente kennen we een aantal zones zoals straalverbindingen, radarzone en
de laagvliegroute. Om die reden moeten masten beperkt in hoogte blijven. Als een mast
hoger is dan de maximale hoogte in het bestemmingsplan kan deze blijven staan en
worden onderhouden. Gelet op de genoemde zones wordt de maximale hoogte
gehandhaafd.
De zienswijze wordt gedeeltelijk overgenomen.
.
B. Ambtshalve aanpassingen
De volgende ambtshalve aanpassingen worden doorgevoerd:
Toelichting
A. Hoofdstuk 2.1 in de tabel is een aantal typefouten aangepast. In de tabel van de
vastgestelde bestemmingsplannen die zijn opgenomen, wordt onder punt 3 de tekst
„specifiek bouwaanduiding nieuwe woning‟ aangepast in 'specifieke bouwaanduiding bedrijfswoning 2'. Deze aanduiding was op de verbeelding opgenomen.
Regels
A. In artikel 5.1 lid c staat: opslag ter plaatse van de aanduiding „opslag‟ is toegestaan. Dit
moet zijn: opslag is toegestaan op het achtererfgebied en ter plaatse van de functie
aanduiding „opslag‟‟.
B. In artikel 6.3 staat onder lid a dat buitenopslag buiten het achtererfgebied niet is
toegestaan. Dit moet zijn buitenopslag buiten de aanduiding „opslag‟
C. In artikel 19.2.2 gebouwen is lid d, voor zover de aanduiding 'verblijfsrecreatie' is
opgenomen:, bedraagt de oppervlakte van gebouwen ter plaatse van die aanduiding
maximaal 250 m2; opgenomen.
Dit moet zijn: voor zover de aanduiding „groepsaccommodatie‟ is opgenomen, bedraagt
de oppervlakte van gebouwen ter plaatse van die aanduiding maximaal 250 m2 ten
behoeve van een groepsaccommodatie‟.
D. In bijlage 4a moet onder „Bedrijf overige bedrijven‟ opgenomen worden
Dorreweg 14, Hengevelde
Las- en machinetechniek
1.030 m2
E. In artikel 25.2.1 lid a is aangepast. Hier stond: „voor zover binnen een bouwperceel één
of meerdere bouwvlakken zijn opgenomen, worden gebouwen binnen het bouwvlak
gebouwd‟. Dit moet zijn: „voor zover binnen een bouwperceel één of meerdere
bouwvlakken zijn opgenomen, worden woningen binnen het bouwvlak gebouwd‟.
F. Artikel 25.2.9 is toegevoegd. Dit betekent dat de overige artikelen doorgenummerd
worden. In het nieuwe artikel is opgenomen dat:
afwijking ter plaatse aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 8'
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.2 geldt ten aanzien van bijgebouwen ten
behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding bijgebouwen 8' de volgende regels voor bijgebouwen:
a. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 8';
b. de oppervlakte bedraagt maximaal 85 m2,
c. de regels in artikel 25.2.2 met betrekking tot goothoogte en bouwhoogte zijn
van toepassing;
Verbeelding
A. Dorreweg 14 te Ambt Delden heeft de bestemming „bedrijf-VAB‟ dit moet de bestemming
„bedrijf‟ zijn. Op 12 juli 2012 is met de eigenaar een overeenkomst gesloten waarin dit is
vastgelegd.
B. Het bouwvlak van de locatie Bentelosestraat 69 te Ambt Delden wordt aangepast, zodat
deze in overeenstemming is met de aangevraagde vergunning. Dit betekent dat aan de
zuid en oost zijde het vlak met enkele meters vergroot wordt.
C. De aanduiding „verblijfsrecreatie‟ voor het perceel Enterweg 2 te Markelo wordt
aangepast in een aanduiding „groepsaccommodatie‟.
D. Het bouwvlak voor de rood voor rood woning op het perceel Haarweg 1 te Ambt Delden
wordt iets vergroot zodat deze in overeenstemming is met de vergunde situatie. Er was
een te klein bouwvlak opgenomen.
E. De woonbestemming op het perceel Roosdomsweg 17 en 19 Markelo was niet correct
opgenomen. Ook is de aanduiding „specifieke bouwaanduiding – bijgebouw 8‟
opgenomen. Vanuit het Rood voor Rood plan dat voor deze locatie is gemaakt mocht ter
plekke van die specifiek aanduiding een bijgebouw van 85 m2 worden opgericht.