Bekijk een fragment van Ik ben niet klein!

Ik ben niet
Stephanie Schneider
Geïllustreerd door Henrike Wilson
Vertaling: Jesse Goossens
Nederlandse rechten Lemniscaat b.v. Rotterdam, 2014
i s b n 978 90 477 0621 2
Copyright © 2013 Gerstenberg Verlag, Hildesheim
Alle rechten voorbehouden
Oorspronkelijke titel: Tambo, der kleine Elefant
Gedrukt in België door Proost n.v., Turnhout
le m n i s caat
klein!
rotter d a m
Mama en de andere olifantenvrouwtjes doen een middagdutje.
Alleen Tembo is wakker. Hij kan wel wat leukers bedenken dan slapen.
Voorzichtig kruipt hij uit de schaduw van zijn moeder… en gaat ervandoor.
In de Grote Boom zit Vogel te wachten. ‘Ben je daar eindelijk?’ zegt hij. ‘Ik wacht al uren!’ Hij hipt op
zijn tak heen en weer. Dan ziet hij het sombere gezicht van zijn vriend. ‘Hé, wat is er met jou?’
‘Ik mocht vandaag alweer niet met de grote olifanten in het diepe,’ moppert Tembo. ‘Ik ben altijd
de kleinste! Ik heb er genoeg van.’
‘Maar jij bent helemaal niet klein,’ zegt Vogel. ‘Je bent veel groter dan ik.’
‘Dat is iets anders,’ zucht Tembo. ‘Jij bent een vogel.’
‘Kom eens.’ Vogel fladdert naar zijn lievelingsplekje. ‘Dan zal ik je een verhaal vertellen.’
‘Aan de rand van het bos, bij de meloenvelden, stonden eens een paar olifanten te grazen. Ineens
sprong er een tijger uit de bosjes.
“Het komt nu niet uit,” zei de oude leidster. “We zijn net aan het eten.”
“Kan me niks schelen. Ik heb honger!” De tijger liet zijn slagtanden zien.
Maar de oude leidster plukte met haar slurf een meloen en slingerde die naar zijn kop. “Heb je
­meloenen in je oren?” vroeg ze. “Maak dat je wegkomt!”
Geschrokken sprong de tijger het bos in, en kwam nooit meer terug. Sindsdien noemen de o­ lifanten
hun leidster Mahima. Dat betekent "hoogheid".’
Met glimmende ogen loopt Tembo terug naar de kudde. De olifantenvrouwtjes slapen
nog steeds. ‘Ha kleintje,’ zegt Mama slaperig. Ze kietelt hem met haar zachte slurf.
‘Waar heb jij rondgedwaald?’
‘Ik ben niet klein!’ snuift Tembo. ‘Je bent zelf klein,’ fluistert hij zo zacht dat zelfs Mama’s grote oren
het niet kunnen horen. Die nacht droomt hij van meloenen.
Als de zon de volgende ochtend opkomt, zegt Tembo tegen de andere olifanten: ‘Kom vanavond
allemaal naar de Grote Boom op de open plek.’ Want vandaag is een bijzondere dag. Een dag voor
­heldendaden.
De andere olifanten lijken het ook te voelen. Ze staan de hele dag dicht bij elkaar onrustig te wiebelen.
Allemaal vanwege mij, denkt Tembo trots.
Als de zon begint te zakken, verlaat hij de kudde.
‘Waar kom jij nou vandaan?’ vraagt Vogel als zijn vriend verschijnt.
‘Van het meloenenveld aan de rand van het bos,’ zegt Tembo buiten adem.
‘Wat ben je van plan?’
‘De tijgertest. Vanavond. Hier op de open plek.’
‘Ga je een meloenengevecht met de tijger houden?’ piept Vogel. ‘Dat is hartstikke gevaarlijk!’
‘Dat is het zeker,’ zegt Tembo stoer. ‘Pech voor de tijger.’ Hij stapelt de ene meloen op de andere, en
dat is nog niet makkelijk, want ze glippen steeds uit zijn slurf. ‘Zeven, acht, negen… tien,’ telt Tembo.
‘Dat is genoeg.’ Nu hoeft hij alleen nog maar te wachten. Op de toeschouwers. En op de tijger.