Schoolexamen Verzorgingsstaat

Schoolexamen Verzorgingsstaat

Maatschappijleer

HAVO

Juni 2014

Werkwijze
Stap 1
Lees de vier opdrachten goed door.
Stap 2
Kies één van de vier opdrachten uit die je gaat maken voor je SE toets.
Wellicht ten overvloede: de opdrachten die je niet kiest, hoef je niet te
maken.
Stap 3
Ga tijdens de les aan de slag met het maken van de opdrachten. Je inzet
tijdens de les is van invloed op de afronding van je cijfer voor dit SE.
Stap 4
Neem het SE mee naar huis, daar maak je het af. Je hebt hier een week de
tijd voor.
Stap 5
De eerstvolgende vrijdag 20 juni lever je het SE toets in vóór 14.00 uur. Let
daarbij op de verzorging: titelblad, (tussen)kopjes, paginanummering en
bronvermelding mogen niet ontbreken. Losse blaadjes worden niet
geaccepteerd, zorg dus dat je de opdrachten in een mapje inlevert. Te laat
inleveren is een 1.
Beoordeling
Je opdracht wordt op de volgende punten beoordeeld:




Creativiteit: kwaliteit van je argumenten, authenticiteit/originaliteit van je
antwoorden.
Gebruik van bronnen: ben je actief op zoek gegaan naar goede bronnen om de
vragen te kunnen beantwoorden en jouw mening te onderbouwen met feiten?
Heb je deze bronnen ook correct gebruikt in je tekst?
Inzet: heb je verbinding gemaakt met de opdracht en met toewijding gewerkt
(tijdens de SE les en in je eigen tijd).
Taalgebruik: Opbouw van je betoog/essay, lopende zinnen, spelling.
Correct brongebruik
De mening van iemand anders, een expert of een politicus, vormt vaak een waardevolle
toevoeging op je eigen tekst. Maar… dit moet je wel correct doen, het mag nooit zo lijken
alsof jij iemand anders zijn tekst gebruikt alsof je het zelf hebt verzonnen. Aangeven
waar je bepaalde informatie vandaag hebt gehaald kan op meerdere manieren, welke je
gebruikt maakt minder uit.. Het belangrijkste is dat je consequent bent. Een voorbeeld
van hoe je het kan doen vind je bijvoorbeeld op
www.zuyderzeecollege.nl/Portals/0/Documenten/.../Bronvermelding.pdf
- Als je de woorden of informatie van een ander herschrijft voor je eigen tekst heet
dit parafraseren. Als je dat doet zet je aan het einde van de zin tussen haakjes
(Achternaam auteur, voorletter auteur, jaartal). Aan het einde van je essay
vermeld je dan bij je bronnenlijst: Achternaam auteur, voorletter auteur, jaartal,
Titel, uitgeverij of medium (krant, tv programma etc en bij een tv programma of
-
krant ook de datum). dat ziet er dan bijvoorbeeld zo uit: (2014, Engelen, E., 2014.
Waarom het sociale leenstelsel een zegen is, De Correspondent, 6 juni 2014).
Wanneer je iemands woorden letterlijk overneemt heet dit citeren. Je zet dan de
tekst tussen haakjes. Je kan informatie op meerdere manieren inzetten.
o Voorbeeld 1:
Minister Rutte waarschuwde voor het risico van omvallende bomen in het
televisieprogramma Nieuwsuur: “Wanneer mensen onder bomen blijven lopen
tijdens een storm kan dit grote gevolgen hebben”. (Nieuwsuur, 15 juni 2014)
[NB: in je bronnenlijst zet je dan de gehele bron: Nieuwsuur, NOS/NTR, 15 juni
2014)]
o Voorbeeld 2:
Bomen blijken gemiddeld veel vaker om te vallen dan huizen. Het blijkt ook dat
het aantal omvallende bomen sterk is gestegen ten opzichte van tien jaar geleden.
(Wasserman, Theo, 2013, p. 54).
[NB: in je bronnenlijst zet je dan de gehele bron]
Opdracht 1 Financiering hoger onderwijs
Inleiding
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) Jet Bussenmaker (PvdA)
heeft het huidige systeem, de studiefinanciering, omgezet in een sociaal leenstelsel. Dit
betekent dat studenten in plaats van een basisbeurs, die bij een succesvolle afronding
van de studie wordt omgezet in een gift, een lening aangaan bij de overheid om hun
studie te bekostigen. Veel oppositiepartijen en andere organisaties zijn tegen dit
voorstel maar uiteindelijk is het voorstel tot wet gemaakt met hulp van GroenLinks. Het
is dus een plan waarover flink wordt gediscussieerd is.
Vraag
Schrijf een essay of betoog over de stelling ‘Het sociaal leenstelsel moet ingevoerd
worden’. Gebruik minimaal 700 (eigen!) woorden. Zoek bruikbare en relevante bronnen
en pas die correct toe. Maak gebruik van een inleiding, een kern en een conclusie. In je
tekst behandel je de volgende punten:




Een overzicht van de discussie (Bijvoorbeeld: Wanneer ontstond het plan? Wat
was de aanleiding? Wie spelen een rol in de besluitvorming over dit plan? Wat is
de stand van zaken nu? Welke belangrijke ontwikkelingen vonden er afgelopen
weken plaats? Welke argumenten voor en tegen zijn er?);
De belangrijkste waarden die achter de argumenten van voor- en tegenstanders
schuilen;
De standpunten van de regeringspartijen en van de belangrijkste
oppositiepartijen;
Jouw eigen mening
LET OP: wanneer je iemand citeert geef dit dan aan in je tekst.
Mogelijke bronnen die je kan gebruiken:
https://decorrespondent.nl/944/waarom-het-sociale-leenstelsel-een-zegenis/79842576-9ca3b627
Tips voor zoekopdrachten: sociaal leenstelsel studiefinanciering (+ partij) en de eigen
websites van politieke partijen.
Opdracht 2 Sociale wetgeving
Inleiding
Kijk naar dit filmpje over sociale wetgeving en het UWV:
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1104546
Je kan op verschillende manieren kijken naar de inrichting van de verzorgingsstaat. Het
liberalisme denkt heel anders over de inrichting dan het communisme. In dit filmpje kan
je twee zeer uiteenlopende visies terugvinden.
Vraag
Schrijf een kort essay (Gebruik minimaal 700 (eigen!) woorden) en behandel daarin de
volgende punten:






Welke twee standpunten worden vertegenwoordigd in het filmpje en door wie?
Bij welke grote politiek maatschappelijke visies horen deze standpunten?
Welke mensbeelden horen hierbij (wat is de grondgedachte over de mens)?
Betrek hierin ook wat je weet van het ‘prisoners dilemma’.
Waar denk je dat de grote politieke partijen staan? (gebruik websites van
politieke partijen om je antwoord te beargumenteren).
Hoe zou jij de sociale wetgeving inrichten? Ben je het eens met het huidige
systeem of zou het volgens jou anders moeten? Beargumenteer je standpunt met
behulp van feiten die je hebt opgezocht.
Gebruik ook in deze opdracht bronnen om je argumenten te formuleren. Vergeet
ze niet te vermelden!
Bron filmpje:
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1104546
Opdracht 3 Donorregistratie
Inleiding
In Nederland is er sprake van een vrijwillig donorregistratiesysteem. Dat wil zeggen dat
je zelf aangeeft of jij je organen wel of niet afstaat na je dood. Wanneer je niet staat
geregistreerd beslist je familie. De overheid promoot deze registratie door middel van
websites als JaofNee.nl . Ook zijn er generatiecampagnes waarbij elk jaar de jongeren
worden benaderd die in dat jaar 18 worden. Enkele gemeentes geven mensen een
registratieformulier mee als zij iets komend regelen bij burgerzaken aan het loket. Deze
campagnes hebben niet veel effect. Bijvoorbeeld: van de ruim 185.000 jongeren die dit
jaar zijn benaderd via een brief reageerde maar 21% (39.000 jongeren), daarvan zei een
klein deel nee. Verschillende groepen (de Hartstichting, de Nierstichting, BNN, 2 Miljoen
Handtekeningen) proberen nu via de politiek voor elkaar te krijgen dat het
registratiesysteem veranderd. Zij willen een Actief Donor Registratiesysteem (ADR). Dit
betekent:
Bij ADR worden niet-geregistreerde ingezetenen herhaaldelijk per
brief benaderd om hun keuze kenbaar te maken. Reageert iemand
uiteindelijk niet, dan vindt registratie als donor plaats. Betrokkene
wordt daarvan expliciet op de hoogte gesteld. De keuze kan te allen
tijde worden herzien. Uitgangspunt is dat iedereen zèlf, bij leven en
welzijn, een bewuste keuze maakt (Ja, ik ben donor / Nee, ik wil
geen donor zijn / Mijn nabestaanden beslissen / Een specifiek
persoon beslist). (bron: http://2mhclub.nl)
Er zijn ook tegenstanders van dit systeem. Zij vinden dat de overheid nooit mag
beslissen over het lichaam van een burger. Zij vinden dat het huidige systeem moet
blijven.
Vraag
Schrijf een kort essay (Gebruik minimaal 700 (eigen!) woorden) over de voor- en
nadelen van het ADR systeem. Beargumenteer je antwoord uitgebreid en verwijs naar je
bronnen (deze moet je zelf opzoeken). Neem in je antwoord de volgende zaken mee:





Voor- en tegenargumenten;
De mogelijke alternatieven voor het ADR systeem;
Welke partijen voor of tegen zijn en waarom;
Politieke initiatieven (kijk bijvoorbeeld naar D66);
Jouw mening: hoe zou jij het regelen?
Opdracht 4 Ouderenzorg en de participatiesamenleving
Zou jij je ouders in huis nemen?
Inleiding
De verzorgingsstaat komt steeds meer onder druk te staan; vergrijzing, met de daarbij
behorende stijgende zorgkosten, en globalisering zijn maar enkele bedreigingen. We
zullen, zoals aangegeven in de Troonrede van de Koning op Prinsjesdag jongstleden
moeten hervormen naar een participatiesamenleving; een samenleving waarin burgers
steeds meer taken zelf op zich nemen in plaats van de overheid dit te laten organiseren.
Vraag
Schrijf een essay of betoog over de stelling ‘Iedereen moet zorgen voor zijn of haar
familie als het moeilijk wordt’. Gebruik minimaal 700 (eigen!) woorden. Zoek bruikbare
en relevante bronnen en pas die correct toe. Maak gebruik van een inleiding, een kern en
een conclusie. In je tekst behandel je de volgende punten:







Uitleg van en verschil tussen de verzorgingsstaat en de participatie samenleving
Toepassing van lesstof (functies verzorgingsstaat)
Troonrede (Prinsjesdag)
Uitleg uitdagingen verzorgingsstaat (en waarom dat uitdagingen/bedreigingen
zijn) zoals vergrijzing
Jouw mening hierover
Wat zegt jouw mening over hoe we samen zouden moeten leven (idealiter
gezien)?
Waarden (welke waarden vind je in uitgelegde termen (verzorgingsstaat,
participatiesamenleving) en jouw mening?)