Jelle Brant Corstius – Over het Boekenweekessay Arctisch Dagboek

Jelle Brant Corstius – Over het Boekenweekessay Arctisch Dagboek, hoerdieren en cruises
Het Boekenweekessay van Jelle Brandt Corstius lees je in een adem uit. Evenals het
Boekenweekgeschenk van Tommy Wieringa, al zijn het twee totaal verschillende verhalen. Waar bij
Een mooie jonge vrouw de ene na de andere gebeeldhouwde zin aan je voorbijtrekt, kun je bij het
essay Arctisch Dagboek geen bladzijde passeren zonder glimlach, of zelfs zonder hardop te lachen.
Corstius: ‘Oh, dat is mooi, goed om te horen. Dat was ook mijn intentie. En ook dat mensen na het
lezen van het essay niet zouden denken: wat is die Jelle een zeikerd. Dat was best belangrijk. Ik heb er
lang op zitten puzzelen… Ik had een boek kunnen schrijven over een cruise en hoe verschrikkelijk die
mensen wel niet zijn. Maar dat voelde niet goed. Dat zou te makkelijk zijn. Ik wilde mezelf ook kritisch
bekijken om het geheel in balans te houden.’
Heb je het druk?
Nou nee, ik was dit najaar totaal overwerkt, dus ik heb even in het aantal opdrachtgevers zitten snijden.
Ik heb het nu rustig, daar ben ik wel blij mee. Het Boekenweekessay moest geschreven worden, ik was
bezig met Kaukasusserie … het werd gewoon een beetje teveel allemaal. Plotseling stond ik in de Albert
Heijn een halfuur na te denken over wat ik wilde gaan kopen. Dat is geen goed teken.
Moet je veel doen voor de Boekenweek?
Ik doe vrij rustig aan met de publiciteit. Ik geef een paar lezingen.
Zou je het weer doen, het Boekenweekessay schrijven?
Ja hoor! Ik zou er alleen graag wat meer tijd voor hebben genomen.
Wanneer werd je gevraagd om het essay te schrijven?
Ergens in het voorjaar van 2013 werd ik gebeld door Mai Spijkers (uitgever, red.). Hij zei dat het CPNB
contact met hem had opgenomen met de vraag of ik het essay wilde schrijven. Bij het eerste contact
heb ik direct gezegd dat ik geen essayist ben, ik schrijf geen essays.
Ja, dat wilde ik al vragen: wat is een essay?
Dat is dus kennelijk een heel breed begrip. Wat ik heb geschreven is geen essay, laten we eerlijk zijn. Een
essay is beschouwend. Je analyseert. Dit is gewoon een reisverhaal.
Ik zei toen dus ook: “Ik schrijf reisverhalen”. “Oh, maar dat is helemaal niet erg” was zijn antwoord.
Oké, nou prima. Zo is dat eigenlijk gegaan. Bij het eerste gesprek had ik al wel meteen het idee om mijn
ervaringen die ik had opgedaan tijdens een cruise op de Witte Zee te gebruiken. Ik was aan boord om
lezingen te geven. Ik heb geen dagboek bijgehouden toen, zoals ik het in het verhaal doe voorkomen,
maar ik maakte wel aantekeningen, vooral voor mezelf eigenlijk. De notities waren te persoonlijk om er
op dat moment iets mee te kunnen doen.
Ik ben veranderd de afgelopen jaren, anders had ik het niet op kunnen schrijven. De afstand die ik nu
heb, had ik nodig om de situatie, de mensen en zeker ook mezelf in een ander perspectief te plaatsen.
Zou je, concluderend, ooit nog iemand een cruise aanraden?
Zeker! Ik denk dat de combinatie gewoon slecht was. Ik ben gewoon niet geschikt voor cruises. Maar die
mensen aan boord hadden het volgens mij reuze naar hun zin. Mensen die op zoek zijn naar avontuur,
maar niet de risico’s durven nemen. Het is niet zo dat ik mijn hele leven nooit meer een voet op een
cruiseschip zal zetten.
Je schrijft dat je dankzij deze cruise voor het eerst heimwee naar huis kent. Je was altijd jaloers op
mensen die naar hun eigen bed verlangden. Is dat blijvend, of heb je nog steeds heimwee naar
heimwee?
Ik heb nu aan de lopende band heimwee. Dat gaat niet meer over. Ik ben veel meer in Nederland, ik heb
hier nu veel meer een basis. Die cruise is echt een keerpunt geweest. Het kwam er eigenlijk op neer dat
ik moe was van het reizen, van acht jaar lang onderweg zijn.
Kijk je zelf naar andere reisprogramma’s?
Reisprogramma’s en ook reisliteratuur maken vaak de fout te laten zien hoe leuk het wel niet is in het
betreffende land. Maar daar zit de kijker, of de lezer, helemaal niet op te wachten. Die wil juist
tegenslagen zien, want hij zit thuis en wil niet dat jij alleen maar leuke dingen meemaakt. Die wil dat
dingen tegenzitten. Zo zijn mensen nu eenmaal. Er is niet zoveel leuke reisliteratuur waarin veel
tegenzit.
Welke reisliteratuur zou je kunnen aanbevelen?
Bob den Uyl heeft goede verhalen geschreven. Daarnaast schreef de Amerikaanse journalist P.J.
O’Rourke Holidays in Hell. Hij gaat naar allerlei oorlogsgebieden, ligt in de jaren ’80 op het strand in
Beiroet terwijl bommen om hem heen vallen.
Is daar jouw vorige boek Universele reisgids voor moeilijke landen op gebaseerd?
Het zit wel in die hoek, ja. Dat vind ik leuk. Ik merk ook dat de kopers van dit boek absoluut niet naar die
landen reizen. Die komen daar helemaal niet. Dat zijn leunstoelreizigers, die reizen vanuit hun hoofd. Ik
ben blij dat zij dat kunnen.
Wat verrijkt je meer, lezen of reizen?
Ehm, ik denk toch wel lezen, ja. Reizen is het uitstellen van je echte leven. Mensen zeggen altijd dat je
tot grote inzichten komt als je reist, maar ik kom tot veel grotere inzichten als ik gewoon in Nederland
ben. Reizen is heel verleidelijk, je bent dan het lijdend voorwerp in je eigen leven. Toch zou Ik niet
zonder lezen kunnen, het is het laatste dat ik doe voordat ik ga slapen.
Is reizen essentieel om te kunnen schrijven?
Ik denk dat het essentieel is voor je creativiteit. Ik krijg meer zin om te schrijven als ik een tijdje heb
gereisd. Het schut je hersenen een beetje door elkaar. Je moet als schrijver toch een beetje tegenslagen
hebben, en dat heb je vaak als je reist. Je schrijft juist grappige dingen op als het niet gaat zoals je wilt.
Je noemt jezelf op een gegeven moment een “hoerdier”: een combinatie van een huisdier en een
hoer. De reden hiervan was dat mensen je voortdurend aanhaalden en tegen betaling met je gingen
praten aan boord van het schip. Zou je, als je een nieuwe kans kreeg, je leven meer in de luwte laten
afspelen?
Haha, ik moest in die periode wennen aan het feit dat mensen me herkenden op straat en dat mensen
met me aan de haal gingen. Ik ben daar nu aan gewend, zie het als onderdeel van het leven. Ik doe daar
nu niet meer zo hysterisch over, ik relativeer het nu. Mensen zullen altijd vooroordelen hebben. Daar zal
jij ook last van hebben. Ik ben een stuk dichter bij mezelf gekomen.
Dat schrijf je inderdaad op bladzijde 49: ‘Reizen is fijn en leerzaam, het opent de geest, maar het is
ook ontsnappen aan het echte leven, en hoe je daarvan kunt genieten.’
Oh, kijk eens aan. Ik ben het helemaal met mezelf eens.
Toch nog iets beschouwends gezegd.
Ja, precies! Dat is heel essayistisch van mij.
Door: Janneke Siebelink
Kijk voor meer interviews op: www.bol.com/boekenredactie