STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818 F u n d s ha re S t r o e v e Beheerd Bele ggen okt ober 2 014 Kwartaalbericht I NHOUD Samenvatting • De marktontwikkelingen in het derde kwartaal van 2014 2 • Het beleggingsbeleid in het Groeifonds 4 • Het beleggingsbeleid in het Behoudfonds 6 • Het portefeuillemanagement 8 1 12,00 Koersontwikkeling Fondsen Groei en Behoud 11,50 11,00 As tel beleggingsbeleid De marktonwikkelingen in het derde kwartaal van 2014 10,50 10,00 9,50 11-12 2-13 5-13 8-13 11-13 Groei 2-14 5-14 8-14 De beleggingsresultaten De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Groei ontwikkelde zich ontwikkelde zich van € 10,74 eind 2013, naar € 11,44 aan het einde van het derde kwartaal 2014, waarmee het netto beleggingsresultaat voor de eerste 9 maanden uitkomt op 6,49%. De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Behoud ontwikkelde zich ontwikkelde zich van € 10,24 eind 2013, naar € 10,79 aan het einde van het derde kwartaal 2014, waarmee het netto beleggingsresultaat voor de eerste 9 maanden uitkomt op 5,27%. Behoud Inleiding Het afgelopen kwartaal hadden aandelenbeleggers te maken met sterk wisselende omstandigheden. Per saldo bewogen de beurzen zich zijwaarts. De verzwakking van de euro zorgde er toch voor dat er sprake was van een positieve rendementen. Het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank was daarmee voor de beurzen belangrijker dan de geopolitieke ontwikkelingen, zoals het conflict in de Oekraine, de oorlog tegen IS of de protesten in Hong Kong. De marktonwikkelingen in het derde kwartaal Toen eind juli mager macronieuws over Europa naar buiten kwam en de geopolitieke zorgen om Oost-Europa en het Midden-Oosten domineerden, besloten veel beleggers hun aandelen en obligaties van de hand te doen. In Europa daalden de aandelen bijvoorbeeld met 5% à 9%. Maar aan die uitverkoop kwam al voor eind augustus net zo snel weer een einde als waarmee die begonnen was. Op veel Europese aandelenmarkten waren de koersdalingen eind september alweer nagenoeg goed gemaakt. In de VS bereikten de Dow Jones en de breed samengestelde S&P 500-index in september nieuwe recordstanden. De AEX-index steeg tijdelijk naar het hoogste niveau in de afgelopen zes jaar. De koersen op de obligatiemarken liepen aanvankelijk nog sterk op zodat de rente op Duitse 10 jaars staatsleningen zelfs onder de 1 procent dook, de helft van eind vorig jaar. Ook de rente op de perifere Zuid-Europese staatsleningen kwam eveneens sterk omlaag. De lage volatiliteit en dito spreads (= verschillen tussen staatsleningen en bedrijfsobligaties) op de financiële markten duidden erop dat de geopolitieke en macro-economische risico’s door beleggers aan het einde van de verslagperiode als niet bijzonder hoog werden ingeschat. gedaald en dreigt om te slaan in deflatie. In augustus bleek het consumentenprijsindexcijfer voor de Eurozone slechts met 0,4%-punt te zijn gestegen in vergelijking met het voorafgaande jaar. De Europese Centrale Bank (hierna ECB) heeft hier in juni en in september op gereageerd met 2 renteverlagingen en een heel pakket aan andere maatregelen, voor € 1.000 miljard, die er op gericht zijn de bancaire kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf in Europa weer op gang te krijgen. De ECB verschaft de markten ruime liquiditeit, o.a. met zogeheten TLTRO’s, waarbij de banken tegen onderpand vrijwel gratis geld kunnen verkrijgen van de ECB. Anders dan bij voorgaande liquiditeitsinjecties mogen de banken de verkregen middelen van de ECB niet meer uitzetten in Europese staatsleningen en moet deze echt worden gebruikt voor de kredietbehoefte van het bedrijfsleven. De ECB overweegt ook nog om voor pakketten verpakte hypotheekleningen (ABS, Prestaties in Euro's in % Geheel 2013 Derde kwartaal 2014 Eerste halfjaar 2014 Eerste drie kwartalen Nederlandse staatsleningen (2,08) 2,78 5,56 8,50 Europese staatsleningen in euro's 2,39 2,88 7,34 10,43 Aggregaat Europese obligatiemarkt (*IG) 2,17 2,52 6,04 8,71 Europese bedrijfsobligaties (*IG) 2,37 1,84 4,81 6,74 Internationale aandelen (MSCI World) 21,20 6,04 6,86 13,32 Europese aandelen 19,82 0,79 6,16 7,00 Aandelen in de eurozone 23,36 (1,01) 5,60 4,53 Amerikaanse aandelen 24,24 8,87 6,76 16,22 Aandelen Emerging Markets (6,81) 4,59 6,82 11,73 6,54 (1,83) 17,68 15,52 Vastgoed Eurozone (EPRA) De Europese economie Grondstoffen (DJ UBS) (13,49) (4,45) 7,75 2,95 Economen en centrale bankiers hadden echter wel veel oog voor de deflatoire tendensen in de economie, met name in Europa. De inflatie in de Eurozone is dit jaar zienderogen Fundshare SBB Groeifonds 6,16 2,08 3,95 6,49 Fundshare SBB Behoudfonds 0,77 0,63 4,81 5,29 2 * IG = Investment Grade ‘asset-backed securities’) op te kopen om een extra injectie te geven aan het financiële systeem. Wat de ECB in ieder geval wel is gelukt is om de euro te verzwakken. Begin mei was de euro nog $ 1,40 waard. Aan het einde van het derde kwartaal was dit nog maar $ 1,27, een daling van bijna 10%. De concurrentiekracht van Europa op de wereldmarkt verbetert zo. En tegelijk worden importen duurder, hetgeen de kans op een negatieve prijsspiraal (deflatie) kleiner maakt. De spanningen als gevolg van de annexatie door de Russische Federatie van de Krim, en het optreden van de separatisten in de Oekraïne maken duidelijk dat dat het proces van Europese integratie niet slechts eenrichtingsverkeer is. Dit blijkt ook uit de afscheidingskwesties binnen Europa, zoals die van Schotland en Catalonië en die van het VK in relatie tot het lidmaatschap van de Europese Unie. De sancties van de Europese Unie tegen Rusland zal het economisch herstel in de eurozone temperen en het Europese bedrijfsleven ook aanmerkelijke schade berokkenen. De Amerikaanse economie In de VS doemen heel andere perspectieven op dan in Europa. In de Verenigde Staten is, afgezien van de effecten van de In september bleken de financiële markten, vooruitlopend op nadere mededelingen van Fed-presidente Janet Yellen, wel verontrust over de nadere verhoging van de beleidsrente. Yellen trachtte vervolgens de markten gerust te stellen door aan te geven dat zij geen haast heeft en dat een rentverhoging nog ‘geruime tijd’ op zich laat wachten. De aanpassing van het beleid zal dus zeer geleidelijk gaan, omdat de Fed nog steeds ‘structurele onevenwichtigheden’ ziet op de arbeidsmarkt. De daling van werkloosheid zou de ‘Underemployment’, waarbij veel werknemers onder hun niveau werken, maskeren. Ook is de participatiegraad in de VS lager dan ooit, omdat veel mensen de hoop op een fatsoenlijke baan hebben opgegeven. Tegelijkertijd wordt het risico van een sterk oplopende inflatie in de VS gering geacht. In ieder geval probeerde Yellen met deze ‘forward guidance’ een negatieve reactie van de financiële markten, zoals die kwam na de eerste tapering-aankondiging van de voormalige Fed-president Ben Bernanke op 22 mei 2013, te voorkomen. Deze aankondiging leidde toen tot een zodanige stijging van de kapitaalmarktrente in de VS, dat dit de richting van de geld- en kapitaalstromen naar de Emerging Markets deed omkeren, wat wereldwijd tot een toename van de volatiliteit (beweeglijkheid) van financiële markten leidde. De economic surprisefactors geven voor Europa een negatieve richting aan; macro-economische rapporten blijven achter bij de verwachtingen, al wordt er wel groei verwacht. In de VS is richting van de surprise-factor positief en ligt de verwachte economische groei hoger. De economic surprisefactors geven voor Europa een nega�eve rich�ng aan; macro-economische rapporten blijven achter bij de verwach�ngen, al wordt er wel groei verwacht. In de VS is rich�ng van de surprise-factor posi�ef en ligt de verwachte economische groei hoger. 3 beleggingsbeleid De ‘surprise-indicator’, die de verschillen aangeeft tussen de verwachtingen van economen en de gerapporteerde cijfers over de economie, heeft in Europa anders dan die in de VS duidelijk een negatieve richting: de gerapporteerde macroeconomische cijfers blijven bij voortduring achter bij de verwachtingen. Prognoses voor de groei in 2014 en 2015 in de eurozone worden steeds naar beneden toe bijgesteld. Italië bleek zelfs weer in een recessie beland te zijn, en in Frankrijk treedt een zodanige stagnatie op dat het vertrouwen in het beleid van President Hollande naar een dieptepunt zakte. ECB-president Draghi liet in augustus weten dat de ECB nu met het monetaire beleid wel zo ongeveer aan het einde van de mogelijkheden was gekomen. Hij riep de regeringen van de eurolanden op om meer bij te dragen aan het economisch herstel. Mogelijk worden in landen als Frankrijk en Italie door de EU tijdelijk hogere begrotingstekorten toegestaan als zij werk maken van structurele hervormingen. In Frankrijk komt het begrotingstekort dit jaar uit op 4,4%, zelfs 0,3%-punt hoger dan vorig jaar. afgelopen strenge winter, al geruime tijd sprake van een redelijk economisch herstel, waarbij de verwachtingen worden overtroffen en de ‘surprise indicator’ dus positief is. Door de banengroei van gemiddeld meer dan 200.000 per maand is de werkloosheid sterk teruggelopen en de inflatie zit met 1,7% rond de doelstelling van de centrale bank. In de VS kan daarom ook veel sneller een einde komen aan het ruime monetaire beleid. Het monetaire stimuleringsprogramma (‘QE2’), de extra aankopen van staatsobligaties en hypotheekpapier, wordt in oktober beëindigd (‘tapering’). Veel economen en analisten spreken al over een naderende verhoging van de basisrente door de Fed die ook tot een (verdere) stijging van de lange rente zal kunnen gaan leiden. Verwacht wordt dat medio 2015 de eerste renteverhoging volgt. Mede om die reden stond de euro ten opzichte van de dollar het afgelopen kwartaal onder druk. De aantrekkende economie zorgt ook voor een teruglopend overheidstekort door de stijgende belastinginkomsten, waarbij ook het betalingsbalanstekort van de VS afneemt door de afnemende energie-importen omdat de VS door schaliegas en –olie steeds meer zelf in de eigen energiebehoefte kan voorzien. Ook deze ontwikkelingen ondersteunen de dollar. B e h e e r d B e l e g g e n G ro e i Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen Groei De koers van het Groeifonds steeg in het derde kwartaal met +2,08%, waarmee de performance in de eerste 9 maanden van 2014 uitkwam op +6,49%. Het belegde vermogen in het Groeifonds steeg met € 0,5 miljoen naar € 7,8 miljoen. De aandelenbeurzen in het derde kwartaal De belangrijkste aandelenbeurzen bewogen zich in het derde kwartaal per saldo nagenoeg zijwaarts. De sterk wisselende stemming was vooral het gevolg van de geopolitieke spanningen naar aanleiding van de gebeurtenissen in de Oekraïne en het Midden–Oosten en de verslechtering van de economische vooruitzichten in Europa. In Europa steeg de beurs, gemeten aan de MSCI Europe, slechts nipt met 0,5%, evenals in de VS. Evenwel, door de sterke stijging van de dollar bedroeg het resultaat van een belegging op de Amerikaanse beurs (MSCI Noord Amerika) in he derde kwartaal +9%. De resultaten voor een belegging in de Emerging Markets was -4% , maar gemeten in euro +4%. Aan het begin van 2014 verkozen veel vermogensbeheerders Europese aandelen boven Amerikaanse, maar Europese aandelen maken hun gedroomde hoofdrol niet waar. In Europa vielen bedrijfsresultaten veelal tegen, terwijl die in de VS opnieuw de verwachtingen overtroffen. Het aanvankelijke enthousiasme voor Europa had alles te maken met waarderingsverschillen. Begin 2014 waren Amerikaanse aandelen relatief duur, en Europese aandelen goedkoop — en dat aan de vooravond van een verdere Amerikaanse rentestijging en een (verwacht) economisch herstel in Europa. Voorlopig is er in de VS een sterker momentum. Voor heel 2014 achten analisten in de VS een winstgroei van 8 à 9% mogelijk, tegen een slordige 4% à 5% voor Europese ondernemingen. Feit is dat de grote Europese multinationals een nog internationaler karakter hebben dan hun Amerikaanse tegenspelers, maar zij hebben dit jaar nog last gehad van de valutaperikelen van vorig jaar in de opkomende markten. Wapengekletter in de achtertuin en een dreigende handelsoorlog met Rusland — waarvoor Europa gevoeliger is dan de VS — maken het klimaat voor Europese aandelen er niet beter op. Bij de stagnatie van de Groei van de winst per aandeel in de verschillende regio’s 2011 USA 15,8% Europa -1,4% Japan -10,9% 3,2% Azië-Pac, ex-Japan 2012 2013 2014 6,7% 7,7% 8,0% 12,0% -5,3% -0,8% 5,3% 13,6% 18,0% 63,5% 7,0% 11,5% 1,9% 7,3% 9,1% 5,3% Bron: Citi Research, MSCI, Worldscope, Factset estimates, eind sept 2014 4 2015 Onderverdeling in Regio Onderverdeling in Regio 0,9% Geen regio (5.2%) Opkomende Markten (23.6%) Europa (18.9%) Overig (14.3%) Noord Amerika (38.1) economische groei in de eurozone gaat het nu niet meer om kleinere landen maar om de nummer 2 en 3, Frankrijk en Italië. Buitenlandse beleggers komen, aangelokt door een lagere K/W, pas terug als het vertrouwen in de groei van de eurozone is hersteld en de dollar haar stijging achter de rug heeft. Omdat het dividendrendement in de meeste landen nog ruim boven het rendement op staatsleningen ligt, blijven aandelenbeleggingen de meest aantrekkelijke beleggingscategorie en is er feitelijk geen alternatief. Het beleggingsbeleid in de Groeiportefeuille en visie voor het komende kwartaal In de Groeiportefeuille heeft de beheerder het accent verschoven van aandelenbeleggingen in Europa naar aandelenbeleggingen in de VS en de Emerging Markets. Ook is toen de spanningen in augustus zich sterk manifesteerden tijdelijk een wat groter dan gebruikelijke positie in liquide middelen aangehouden. Hiermee werd zekerheid gesteld boven het rendement op korte termijn. Aan het einde van het kwartaal was deze positie weer grotendeels verdwenen en bedroeg afgerond nog 5%. De portefeuille bestaat nagenoeg volledig uit aandelen en aandelenfondsen. In andere risicovolle categorieën is niet of nauwelijks belegd. De kleine positie in commodity’s betreft een ETF in goudmijnaandelen. In de VS is bijna 40% van de portefeuille belegd, in de Emerging Markets 23% en in Europa 19%. De 14% positie Overig in de bijgaande grafiek Onderverdeling in Regio betreft een wereldwijde belegging in Ishares MSCI World, een indexfonds. Toelichting op de aankoop van individuele aandelen In tegenstelling tot vorig jaar presteerde het aandeel Randstad Holding in de eerste helft van dit jaar niet goed en in juli zette de koersdaling door. Na een koersverlies van meer dan 20% achtten wij de waardering weer voldoende aantrekkelijk. Wij verwachten dat de bedrijfsresultaten van Randstad verder zullen verbeteren. Met name de Nederlandse markt herstelt zich. De vooruitzichten in de Verenigde Staten en Zuid-Europa zijn voor de uitzendorganisatie ook goed. Voor 2014 en latere jaren wordt door analisten ondanks neerwaartse aanpassingen nog steeds een groei van de winst per aandeel voorzien van meer dan 15% per jaar. Randstad heeft belangrijke kostenbesparingen doorgevoerd die de komende kwartalen tot een aanzienlijke margeverbetering zullen leiden. Wanneer daarna de economie weer aantrekt, is Randstad goed gepositioneerd om te profiteren van de structurele groei van de vraag naar flexibele arbeid. Schlumberger is actief in de dienstverlening aan de olieindustrie en daarbij uitgegroeid tot het grootste bedrijf op het gebied van metingen in het boorgat (wireline logging). Gezien het beheer en het gebruik van seismografische data kan Schlumberger feitelijk als een technologiebedrijf worden beschouwd. Hoewel in het derde kwartaal commodity- en ook olieprijzen onder druk staan is het op de langere termijn nog steeds noodzakelijk de afnemende oliereserves aan te vullen en de zoektocht naar nieuwe olie- en gasvelden te intensiveren. Medio juli bleek dat bij Schlumberger de winst per aandeel in het tweede kwartaal van 2014 met 19% was gestegen ten opzichte van het voorafgaande jaar. Alle divisies droegen bij aan de winstgroei. Opnieuw wist Schlumberger zijn markt- Pentair is een van oorsprong Amerikaanse industriële onderneming die een uitgebreide reeks toepassingen levert, variërend van filtratiesystemen, proces- en regelsystemen voor de behandeling van afvalwater en de productie van drinkwater en andere vloeistoffen tot oplossingen voor thermisch beheer (warmte- en koudetechniek) en apparatuur voor de beveiliging van machines. Door innovaties en de constante aan- en verkoop van verschillende bedrijfsonderdelen heeft de onderneming meerdere keren zich zelf opnieuw uitgevonden. Zo is Pentair marktleider op het gebied van membraantechnologie, een zuiverings- en scheidingstechnologie, waarvan de kracht ligt in het werken zonder toevoeging van chemicaliën en met een relatief lage energiebehoefte. Het enorme aanpassingsvermogen aan veranderende marktomstandigheden en technologische ontwikkelingen is een succesformule geworden die ook de aandeelhouders van Pentair geen windeieren heeft gelegd. De overreactie op recente tegenvallers biedt langere termijnbeleggers een goed rendementsperspectief en daarom besloten wij tot aankoop van dit aandeel. De beheerder heeft de navolgende fondsen verkocht die aan het begin van het tweede kwartaal deel uitmaakten van de Groeiportefeuille: Royal Dutch Shell, Vopak, Imtech, Orpea, Schneider, LVMH, Pfizer, Yahoo. Stroeve Beheerd Beleggen Groei SBB Groei kent een offensief profiel, gericht op een zo hoog mogelijk rendement. SBB Groei belegt in meerdere beleggingscategorieën zoals aandelen in Europa en Amerika, Emerging Markets-aandelenfondsen, vastgoedbeleggingsfondsen, grondstoffenfondsen en goud. De portefeuille wordt actief beheerd en daarbij vindt een brede spreiding plaats om de risico’s te beperken. Afhankelijk van onze marktvisie, scenarioanalyse en relatieve waardering zullen activa, regio’s of valuta binnen de portefeuille een groter tactisch gewicht krijgen ten opzichte van de strategische (normale) allocatie en wordt ingespeeld op de financiële marktomstandigheden. De nadruk zal in dit fonds evenwel altijd liggen op het beleggen in aandelen en aandelenfondsen. Na uitvoerige analyse van macroeconomische indicatoren en trends zoals ‘flow of funds’, wordt daarbij ook gekeken naar bottom-up-signalen, door analyse van bedrijfsresultaten en naar de waardering van individuele aandelen uit diverse regio’s. In de regio’s Europa en de VS wordt veelal direct in aandelen belegd, bij beleggingen in Emerging Markets en in grondstoffen wordt gebruik gemaakt van de specifieke expertise van fondsmanagers. 5 B e h e e r d B e l e g g e n G ro e i Precision Castparts (PCP), is een belangrijke toeleverancier van de vliegtuigbouwers Boeing en Airbus. Precision Castparts is daarbij onafhankelijk van wie de meeste orders mag noteren, of wie de motoren voor de nieuwe toestellen mag leveren. Daarnaast levert ook onderdelen voor de vervangingsmarkt. Deze industriële maatschappij is sinds 1968 beursgenoteerd, sinds 1989 aan de NYSE. Sinds 2007 maakt Precision Castparts deel uit van de S&P 500. PCP realiseert zo’n 68% van de omzet uit de luchtvaartindustrie, circa 18% van elektriciteitsmaatschappijen en 14% met overige industriële toepassingen. Over het eind maart afgesloten boekjaar meldde het een omzet van USD 9,6 miljard en een nettowinst van USD 1,777 miljard. PCP heeft producten die moeten voldoen aan de hoogste veiligheidseisen, zodat cliënten niet lichtvaardig zullen overstappen naar een concurrent. Volgens cijfers van onder meer de IATA, groeit de luchtvaart sinds het begin van de jaren ’80 gemiddeld met 2 keer de groeivoet van de mondiale economie. General Electric is al meer dan veertig jaar de grootste en zeer trouwe cliënt van PCP. PCP realiseert zeer hoge nettowinstmarges. De onderneming betaalt nauwelijks dividend, want de cashflow wordt aangewend voor financiering van de groei en de inkoop van eigen aandelen. Wij beschouwen dit aandeel als een aantrekkelijk gewaardeerd groeiaandeel voor de langere termijn, waarbij de overreactie van de koers op licht tegenvallende bedrijfsresultaten als een gunstig instapmoment wordt gezien. aandeel uit te breiden door de inzet van nieuwe technologie die tot een hogere boorefficiency leiden. Ondanks de impact van geopolitieke incidenten menen wij dat Schlumberger een aanhoudend constante winstgroei kan laten zien en dat tegen die achtergrond het aandeel voldoende aantrekkelijk was gewaardeerd om het aandeel aan te kopen. Beheerd Beleggen Behoud Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen Behoud De marktomstandigheden voor de risicomijdende Behoudportefeuille waren in het derde kwartaal iets minder gunstig dan in de eerste helft van 2014. Het netto beleggingsresultaat steeg licht tot +5,27%. Eind tweede kwartaal was dit +4,81%. Het vermogen onder beheer bedroeg eind september € 6,6 miljoen tegen € 5,7 miljoen een kwartaal eerder. Inleiding De obligatiemarkten lieten in het derde kwartaal een omslag zien. Onder invloed van de renteverlagingen van de Europese Centrale Bank daalde de rente op 10 jaars Nederlandse staatsleningen in het derde kwartaal, van 1,5% naar 1,0% eind augustus, waarna een lichte stijging volgde tot 1,1%. De rentedaling lijkt daarmee even ten einde. In de VS steeg de rente dit kwartaal licht nu de steun van de Amerikaanse Centrale Bank aan de markt afloopt. De obligaties van bedrijfsleningen stonden dit kwartaal onder druk. Vooral de achtergestelde leningen van banken en high yield obligaties bleven qua performance achter. De markt koos voor zekerheid, vooral op momenten dat internationaal de politieke spanningen oplaaiden. De Europese obligatiemarkt Nadat de markten begin dit jaar nog optimistisch waren over het herstel van de economie in Europa is dit in de loop van het jaar omgeslagen. De groeiverwachtingen zijn keer op keer neerwaarts bijgesteld. Na positieve groeicijfers over het eerste kwartaal bleken in het tweede kwartaal verschillende Europese economieën te stagneren (Frankrijk), dan wel weer terug te vallen in een recessie (Italië). Zelfs Duitsland, dat toch als motor voor de Europese economie moet dienen, had het moeilijk, mede vanwege de sancties die het Westen aan de Russen oplegde als gevolg van de annexatie van de Krim en de steun aan de separatisten in het oosten van de Oekraïne. Ook de werkloosheid neemt in Europa niet af en blijft op het hoge peil van 11,5% hangen. Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer, Daar komt danStroeve nog bij datBeleggen de inflatie blijft dalen Beheerd Behoud per 31 maart 2014 en inmiddels ver is verwijderd van de doelstelling van de Europese Centrale Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer, Stroeve Beheerd Beleggen Behoud per 30 september 2014 3,8% 6,6% 1,5% 1,5% 20,0% 1,4% 6,6% 42,1% 2,9% 13,7% 6 Bedrijfswaarden (via indexbeleggingen) Bedrijfswaarden High Yield Euro (via index) Bedrijfswaarden High Yield USD (via index) Bedrijfswaarden Individueel Europese Staatsleningen (via index) Garantienote 100% Emerging Markets Loc.Currency Bonds Liquiditeiten Achtergestelde leningen Var.rentende lening Bank, die een inflatie van juist beneden 2% nastreeft. Het inflatiecijfer van de eurozone over september ligt nog maar juist boven het nulpunt en kwam uit op 0,3% tegen 0,4% een maand eerder, het laagste niveau in bijna 5 jaar. Belangrijk hierbij was de daling van de olieprijs, maar ook de onderliggende inflatie (dus exclusief voedsel en energie) daalde met 0,2% naar 0,7%. De rente op 10 jaars Nederlandse staatsleningen daalde tot 1,0% eind augustus, waarna onder invloed van een oplopende Amerikaanse rente aan die daling een eind kwam. Rente 10-jarige leningen (in %) ultimo 2013 ult. maart 2014 ult. juni 2014 ult. sept 2014 Nederlandse Staat 2,23 1,91 1,48 1,09 Duitsland 1,93 1,57 1,25 0,95 Italie 4,13 3,29 2,85 2,33 Spanje 4,15 3,23 2,66 2,14 USA 3,03 2,72 2,53 2,49 De Europese Centrale Bank, de ECB, maakt zich zorgen over de verankering van de inflatieverwachtingen. Het gevaar is dat consumenten hun aankopen gaan uitstellen, als zij gaan denken dat ze de producten later goedkoper kunnen aanschaffen. Tot 2 maal toe werd de rente verlaagd, waarbij de tweede verlaging vroeger kwam dan de markt anticipeerde. De rente waartegen banken geld bij de ECB kunnen lenen is nu 0,05%; de rente waartegen banken geld bij de ECB kunnen stallen ligt op -0,2%. Daarmee is de ECB qua rentebeleid aan het einde van de mogelijkheden gekomen en kunnen alleen aankopen van obligaties in de markt nog een drukkend effect op de rente hebben. De ECB heeft aangekondigd dit op verschillende manieren te gaan doen. Voorts heeft de ECB aangegeven voor een langere tijd de officiële tarieven laag te houden. De lage rente maakte dat bedrijfsobligaties dit jaar aanvankelijk in de belangstelling stonden. De renteverschillen tussen staatsleningen aan de ene kant en bedrijfsobligaties en high yield (hoog rentende obligaties) anderzijds liepen hierop terug. Aan het einde van het derde kwartaal vond evenwel een omslag plaats, toen de markt meer risico avers werd vanwege de internationale politieke spanningen. Rendement in % 2013 3e kwartaal 2014 1e drie kwartalen 2014 Aggregat Europese bedrijfsobligaties (IG*) 2,37 1,84 6,74 (Markit iBoxx-index) Euro Bedrijfsobligaties High Yield 7,85 (0,54) 3,48 (10,56) (5,41) 0,51 2,24 2,91 10,09 Barclays Em. Markets Local Currency Staatsleningen in USD (Barclays-index) EuroAgg Treasury (2,08) 2,78 8,50 Europese staatsleningen 2,39 2,88 10,43 Netherlands Cash Indices 1 maands LIBOR 0,08 0,02 0,12 Netherlands Cash Indices 1 maands LIBOR 0,14 0,05 0,19 De Amerikaanse obligatiemarkt Waar in Europa de rente in het derde kwartaal daalde, steeg in de Verenigde Staten de rente in beperkte mate. De rentestijging deed zich vooral voor bij de kortere looptijden en weerspiegelde daarmee de verwachtingen van de markt dat met het herstel van de economische groei in het tweede en derde kwartaal de Amerikaanse Centrale Bank niet tot uitstel van het afbouwen van de marktsteun over zou gaan. Het additioneel aankopen van obligaties door de Centrale Bank loopt inmiddels ten einde. Per saldo bleef het effectieve rendement op 10 jaars treasuries liggen op 2,52%. Evenwel, het rendement op 5 jaars treasuries liep op van 1,63% naar 1,79%, hetgeen betekende dat er sprake van een beperkte negatieve total return in het derde kwartaal. Inmiddels heeft Fed president Yellen aangegeven dat een rentestijging nog geruime tijd op zich laat wachten en is de Amerikaanse obligatiemarkt weer tot rust gekomen. Het beleggingsbeleid in de obligatieportefeuille Het beleggingsbeleid in de Behoudportefeuille wijzigde zich in het derde kwartaal slechts in geringe mate. Onverminderd bleef de nadruk liggen op het aankopen van individuele titels. Hierdoor liep het aandeel van de indexfondsen in de portefeuille nog beperkt verder terug van 39% naar 33%. De high yield indexbeleggingen werden grotendeels afgebouwd. Deze markt komt onder druk als er sprake is van internationale politieke spanningen. Aan de andere kant werd een beperkte positie opgebouwd in een Emerging Markets Local Currency Bonds Indexfonds, dat belegt in obligaties uit de nieuwe economieën. Ook de positie in individuele bedrijfsobligaties, waaronder achtergestelde leningen, werd opgehoogd. De positie liquide middelen bedroeg aan het einde van het kwartaal ruim 1%. De vooruitzichten Voor het eerst in jaren lijkt er nu een duidelijk verschil in de richting van het monetaire beleid tussen de Verenigde Staten en Europa. De rente in Amerika zal in de loop van volgend jaar gaan stijgen, als, zoals wij verwachten, het economische herstel doorzet en de Federal Reserve haar tarieven gaat verhogen. De markt verwacht dat de eerste renteverhoging medio 2015 zal plaatsvinden. In Europa gaat het economisch nog niet crescendo en probeert de ECB juist om de rente laag te houden. De vraag is dan of cq. in welke mate de obligatie- Hoe zien wij als uw beheerder van het Behoudfonds deze ontwikkeling? Wij zullen in de komende maanden voor gaan sorteren op een beperkte rentestijging van langlopende obligaties in Europa. De portefeuille zal dan meer gaan beleggen in kortlopende leningen, die minder gevoelig zijn voor een rentestijging, en in leningen met een variabele rente. Indien de lange rente inderdaad stijgt dan zal het rendement op deze laatstgenoemde obligaties mee gaan stijgen. Wij verwachten op deze wijze de goede rendementen die het Behoudfonds in het verleden heeft gemaakt te kunnen consolideren. Stroeve Beheerd Beleggen Behoud De voornaamste doelstelling van SBB Behoud is een buffer te vormen die bescherming biedt in tijden dat aandelenmarkten slecht presteren. Een andere belangrijke doelstelling is om inkomen te genereren met de beleggingen. Een strakke risicobeheersing staat voorop. Dit betekent dat wij in tijden van lage effectieve rendementen op leningen ons niet volledig kunnen richten op riskante obligaties in het zogeheten ‘high yield’-segment, of op obligaties uit de Emerging Markets om een hoger rendement te behalen. In een breder gespreide portefeuille vinden wij beleggingen in deze categorieën, mits begrensd, wel acceptabel. SBB Behoud belegt in staatsobligaties, maar ook in bedrijfs- en bancaire obligaties, waarbij de keuze afhankelijk is van de aantrekkelijkheid van de risico-opslag (‘spreads’), afgezet tegen de additionele (debiteuren)risico’s. Ook kan worden belegd in zogeheten ‘Inflation-linked bonds’ en in variabel rentende leningen. Een voordeel van SBB Behoud is dat we voor onze cliënten veelal in individuele namen, vermogenstitels, kunnen beleggen, dus ook in ‘institutionele’ obligaties met coupures van meer dan €100.000,- bij uitgifte kunnen handelen. Wij werken bij het beheer met een visie op de renteontwikkeling en op looptijden (‘modified duration’) en wij houden ook nauwlettend de vraag en aanbod-verhoudingen (‘flow of funds’) in het oog. Kort samengevat, het behoud van vermogen en een stabiel rendement staan voorop bij het beheer van dit fonds. 7 Beheerd Beleggen Behoud Nederlandse staatsleningen markten in Europa zich kunnen loskoppelen van de Amerikaanse. Dus, als de rente in de VS gaat stijgen, zullen dan ook hier de rentes gaan stijgen? Toen in mei vorig jaar de Amerikaanse Centrale Bank aankondigde de steun aan de obligatiemarkt te gaan verminderen, bleken de Europese rentes ook te gaan stijgen. Wat is er nu anders? In ieder geval is de markt veel minder optimistisch dat de economie in Europa ook uit het dal zal komen. Wij zien geen recessie op Europese schaal, maar ook geen acceleratie van de groei richting het peil van voor de crisis. Een stagnatie betekent een hoog blijvende werkloosheid in Europa en een langdurig ruim monetair beleid. Dat zou een rentestijging aan het lange einde van de rentecurve minder fors kunnen maken dan tussen mei en september vorig jaar het geval was. Daar komt bij dat bij een rentestijging in de VS eventuele verliezen op obligaties voor de buitenlandse belegger (deels) worden gecompenseerd door de koersstijging van de dollar. P o rt e f e u i l l e m a n ag e m e n t Met de fondsen Stroeve Beheerd Beleggen, FundShare SBB Groei en FundShare SBB Behoud, staat het eigen beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer centraal. Met FundShare (www.fundshare.nl) heeft Stroeve & Lemberger een platform en een partner gevonden om dit te realiseren. FundShare heeft een state-of-the art infrastructuur, zodat de kosten van beleggen laag zijn en de fondsen volledig transparant zijn. Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer heeft daarbij gekozen om niet voor ieder risicoprofiel een afzonderlijk fonds op te richten, maar voor een tweetal fondsen, een risicovol en een risicomijdend fonds. Iedere belegger kan dan een eigen keuze maken voor ieder gewenst risicoprofiel, door een combinatie van deze twee fondsen. Dit heeft als voordeel dat u meer flexibel bent en kunt schuiven afhankelijk van uw behoefte, uw risicobeleving of de vooruitzichten voor financiële markten. Stroeve & Lemberger beschikt over een vergunning van de AFM. Op de website www.stroevelemberger.nl/sbb treft u bij Stroeve Beheerd Beleggen alle informatie aan over de 2 beleggingsfondsen. Dat betreft de prospectus, de Factsheet en de Essentiele Beleggers Informatie. Het portefeuillemanagement is in handen van Evert Zaat, Cok Inden, Tom Stroeve en Wim Zwanenburg. De algemene richting van het aan- en verkoopbeleid in de portefeuilles ligt bij Evert Zaat. Hij is binnen de directie van Stroeve & Lemberger verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Voor het Behoudfonds wordt het dagelijks beleid mede bepaalt en uitgevoerd door Cok Inden. Voor het Groeifonds neemt Tom Stroeve die taak op zich. Wim Zwanenburg is adviseur van beide beleggingsfondsen. Hieronder treft u meer informatie aan over de portefeuillemanagers. Evert Zaat, macro-econoom en MSc. verzekeringskunde en financial planning, begeleidt zijn cliënten en stuurt het beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger aan. Evert’s leerscholen waren het Ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank. Al zo’n 20 jaar bekleedt hij leidinggevende functies. Evert heeft grote belangstelling voor Behavioral Finance, de psychologie van de particuliere belegger. Daarom staan transparantie en communicatiekracht voor hem centraal in dit vertrouwensvak. Evert Zaat Directeur Cok Inden is een snel denkende en schakelende, door alle ontwikkelingen in het effectenvak gevormde praktijkman. Hij stond vele jaren lang met beide voeten op de beursvloer: van zijn start als pure beginner, tot functies als directeur en (mede) - eigenaar van meerdere hoekmansbedrijven. Op 43-jarige leeftijd neemt Cok afscheid van het hoekmansvak om zijn loopbaan als beleggingsadviseur voort te zetten. Eerst bij Theodoor Gilissen Bankiers en sinds 2006, als senior beleggingssadviseur, voor Stroeve & Lemberger. Cok Inden Senior vermogensadviseur Tom Stroeve, inmiddels als zevende generatie Stroeve werkzaam in het effectenvak, is sinds mei 2013 verbonden met Stroeve & Lemberger. Na zijn studie geschiedenis aan de UvA, kreeg Tom een gedegen opleiding in het beleggingsvak bij BinckBank. Tom was er actief als broker en coördinator van de Alex Academy, waar hij verantwoordelijk was voor alle klassikale- en onlinetrainingen. Tom Stroeve Beleggingsadviseur De econoom Wim Zwanenburg is onze lead beleggingsstrateeg bij Stroeve & Lemberger. Een man met een helikopterview, een gepassioneerde professional en een zorgvuldige denker. Na zijn studie werkte hij enkele jaren in diverse beleggingsfuncties bij ABN Amro en Mees Pierson. Daarna was hij lid van meerdere beleggingscommissies van Bank Degroof. Als beleggingsstrateeg treedt Wim, namens Stroeve & Lemberger, regelmatig op bij BNR Nieuwsradio. Wim Zwanenburg Senior Beleggingsstrateeg Op deze publicatie is een disclaimer van toepassing. Deze kunt kunt u lezen op onze website www.stroevelemberger.nl/publicaties/disclaimer. Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer T +31 (0) 294 492 592 Weesp www.stroevelemberger.nl • [email protected] 8
© Copyright 2024 ExpyDoc