Kwartaalverslag Fundshare Stroeve Beheer Beleggen, Groei en

STROEVE & LEMBERGER
SINDS 1818
S tr o e ve B eh e er d Beleggen
april 2014
Kwartaalvisie april 2014
Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen
Groei en Behoud
Kwartaalbericht
1
Vermogensbeheer en
beleggingsadvies sinds 1818
Onafhankelijk, no-nonsense
en resultaat gericht
Door professionals met
liefde voor hun vak
Die hun cliënten door en
door kennen
Nieuwsgierig?
Bel of mail ons voor
een oriënterend gesprek!
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer N.V.
www.stroevelemberger.nl [email protected]
Nesland 1-v, 1382 MZ Weesp
T +31 (0)294 492 592
Posthoornstraat 69 , 6219 NV Maastricht
T +31 (0)43 354 1222
Stroeve & Lemberger en het FundShare-platform
Wereldwijd kenden de aandelenbeurzen in het eerste kwartaal van 2014 aanzienlijke fluctuaties. Vooral de gebeurtenissen in
extreem koude weer in de VS en daardoor een tijdelijk lager groeipad van de economie, droeg niet bij aan een positieve stemming op de beurzen. Aan het einde van het kwartaal werden de verliezen weer ingelopen, toen de geopolitieke spanningen
verdwenen en eerste indicaties aangaven dat de Amerikaanse economie niet aan kracht had ingeboet.
Obligaties kenden een uitstekend kwartaal. De vlucht naar veiligheid, tijdens de spanningen rond de Krim, speelde hierbij een
rol. In Europa, waar het inflatiecijfer inmiddels is gedaald tot 0,5% op jaarbasis, ziet de markt een verdere versoepeling van het
monetaire beleid. Ook het feit dat de economie van de Zuid-Europese lidstaten verbetert en de bankenunie definitief gestalte
kreeg, maakte dat de belangstelling van de markten in Europa toenam.
Onze beleggingsvisie voor 2014 wijzigt niet. Wij menen dat aandelenmarkten wereldwijd niet zijn overgewaardeerd. Daarom
blijven aandelenbeleggingen in ons basisscenario onze favoriete beleggingscategorie. In relatieve zin behouden Europese
aandelen onze voorkeur, gebaseerd op de relatief gunstige waardering, een hogere groei van de winst per aandeel en de
verschuiving van het momentum richting Europa. Voor obligaties zien wij een einde van de daling van de rente in de komende maanden, tenzij de inflatie verder daalt. Wij zullen als beheerder van het obligatiefonds actief inspelen op die mogelijke
veranderingen in de marktomstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld door het aankopen van obligaties die profiteren van een
stijgende (lange) rente.
Met de fondsen Stroeve Beheerd Beleggen, FundShare SBB Groei en FundShare SBB Behoud, staat het eigen beleggingsbeleid
van Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer centraal. Met FundShare (www.fundshare.nl) heeft Stroeve & Lemberger een
platform en een partner gevonden om dit te realiseren. FundShare heeft een state-of-the art infrastructuur, zodat de kosten
van beleggen laag zijn en de nieuwe fondsen volledig transparant zijn. Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer heeft daarbij
gekozen om niet voor ieder risicoprofiel een afzonderlijk fonds op te richten, maar voor een tweetal fondsen, een risicovol en
een risicomijdend fonds. Iedere belegger kan dan een eigen keuze maken voor ieder gewenst risicoprofiel, door een combinatie van deze twee fondsen. Dit heeft als voordeel dat u meer flexibel bent en kunt schuiven afhankelijk van uw behoefte, uw
risicobeleving of de vooruitzichten voor financiële markten.
Stroeve & Lemberger beschikt over een vergunning van de
AFM. Op de website www.stroevelemberger.nl/sbb treft u
Inhoud
bij Stroeve Beheerd Beleggen alle informatie aan over de 2
beleggingsfondsen. Dat betreft de prospectus, de Factsheet
Samenvatting
en de Essentiele Beleggers Informatie.
Fondsnaam
ISIN-nummer
Minimale
inleg
FundShare Stroeve Beheerd Beleggen Groei
NL0010261087
Geen
FundShare Stroeve Beheerd Beleggen Behoud
NL010261095
Geen
• Visie op de beleggingsmarkten in 2014
4
•De financiële markten in het
eerste kwartaal van 2014
7
• Het beleggingsbeleid in het Groeifonds
9
• Het beleggingsbeleid in het Behoudfonds 13
•Productinformatie
15
• De portefeuillemanager
16
3
Inhoud
Oekraïne en de Krim en alarmerende berichten over de groei in China, zorgden er voor dat de beurs tijdelijk daalde. Ook het
K WA R T A A L v i s i e
Kwartaalvisie april 2014
Zowel Europese als Amerikaanse aandelenbeurzen maakten in
januari een dip door. In februari was er een sterk herstel, maar begin
maart wierp de geopolitieke onrust rond de Krim een schaduw over
de financiële markten.
Wim Zwanenburg
Beleggingsstrateeg
Stroeve & Lemberger
Vermogensbeheer
Winter in
America
is cold
De afgelopen
maanden werd het
beeld van de Amerikaanse economie
sterk vertekend
door het extreem slechte weer in de VS. Zo bleven miljoenen
Amerikanen thuiswerken vanwege de sneeuw en de extreme
koude. Er zijn ook duidelijk effecten te zien op de auto- en
huizenverkopen. Maar als de sneeuw gesmolten is, zien we hoe
de weg naar verder herstel erbij ligt. De nieuwe voorzitter van
de Federal Reserve, Janet Yellen, gaat voortaan kijken naar een
’brede reeks’ van factoren bij het rentebeleid en zal deze niet
alleen baseren op de officiële werkloosheid, al dan niet boven
of onder de 6,5%. Naast bredere arbeidsmarktcijfers zal zij ook
huizenprijzen en cijfers over het consumentenvertrouwen in de
overwegingen meenemen. Daarmee zal het beleid van de Fed
aan voorspelbaarheid verliezen, een extra onzekere factor. De
Fed gaat door met de geleidelijke afbouw van het monetaire
stimuleringsprogramma (‘tapering’), door iedere maand 10 miljard dollar minder kapitaalmarktpapier aan te kopen. De discussie verschuift langzamerhand naar de vraag wanneer de Fed de
geldmarktrente gaat verhogen. Een renteverhoging kan echter
als een sterk bewijs van economisch herstel worden gezien. De
onevenwichtigheden in de VS zijn geleidelijk aan verminderd.
Gezinnen en bedrijven tonen zich nog steeds steeds terughoudend om extra krediet aan te vragen en extra te investeren,
maar het tekort van de Federale overheid loopt zienderogen
terug. Dit komt zowel door de onenigheid over het te voeren
beleid in het Amerikaanse Congres, waardoor er gewoon geen
extra uitgaven kunnen worden gedaan, als door het feit dat
overheidsfinanciën autonoom verder verbeteren door de geleidelijk aantrekkende economie en hogere belastinginkomsten.
Deflatie in Europa?
In Europa maken beleggers zich steeds meer zorgen over
deflatie. Het meest recente inflatiecijfer duidde met 0,7% ten
opzichte van het vorige jaar nog steeds op een verder dalende
inflatie en volgens veel economen is de ECB veel te afwachtend
4
met het monetaire beleid. De geldmarktrente wordt onvoldoende verlaagd, er worden geen staatsleningen aangekocht
en zo wordt de Europese economie onvoldoende monetair gestimuleerd. ECB-President Draghi heeft deze kritiek steeds van
de hand gewezen: de groeivooruitzichten voor de eurozone
verbeteren. Ondertussen hebben de landen in de periferie van
de eurozone wel een substantiële aanpassing doorgemaakt.
Ierland verliet in december 2013 het noodprogramma van de
Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds. Het is
daarmee het eerste probleemland dat weer op eigen benen
komt te staan. Portugal is tegen de zomer mogelijk het tweede
land dat zonder hulp van het steunprogramma kan. Partijman
Renzi stootte premier Letta van de troon, nog geen jaar na de
vorige verkiezingen. De nieuwe premier kreeg het vertrouwen
van het parlement en ook de zegen van de financiële markten.
De rente op Italiaans staatspapier daalde het afgelopen kwartaal zelfs onder de 3,5%! Over het geheel genomen zijn er in de
eurozone nauwelijks meer landen met een tekort op de lopende rekening. Hiertegenover staat dat Duitsland en Nederland
hun besparingsoverschotten niet of nauwelijks hebben laten
afnemen. Voor de eurozone als geheel is er dan ook sprake van
een stijging van het overschot op de lopende rekening. Het
aanpassingsproces is reeds in een ver gevorderd stadium, wat
zich vertaalt in een beperkte aantrekkende economische groei.
Europa en Rusland
De uiteindelijke gevolgen van de internationale crisis tussen
Rusland en Oekraïne blijven waarschijnlijk beperkt, ook al zulTabel Economische Groei en Inflatie (%)
Euroland
GDP
CPI (Inflatie)
USA
Japan
LatijnsAm.
OostEuropa
Azië
Pacific
2011
1,4
1,8
-0,6
4,2
4,3
4,5
2012
-0,5
2,2
2,0
2,9
2,8
4,8
2013
-0,4
1,7
1,9
2,6
2,0
4,6
2014
1,0
2,9
1,6
2,8
2,6
4,7
2015
1,4
3,0
1,3
3,1
3,2
4,7
2011
2,7
3,2
-0,3
6,8
6,4
3,6
2012
2,5
2,1
0,0
6,4
5,3
2,6
2013
1,4
1,5
0,2
8,0
5,0
2,6
2014
1,0
1,6
2,4
9,0
4,7
3,3
2015
1,4
1,9
1,7
7,9
4,8
3,1
Bron: Bloomberg, IMF, EC, Consensus Economics, maart 2014
2011
USA (S&P 500)
15,8%
6,7%
7,6%
9,0%
11,4%
Europa (DJ Stoxx 600)
-1,4%
-5,3%
0,2%
11,1%
11,9%
Japan (Nikkei 225)
-10,9%
18,0%
64,0%
18,3%
9,4%
Azië-Pac, ex-Japan
3,2%
1,9%
7,9%
10,9%
10,4%
len internationaal opererende bedrijven meer dan tot dusver
rekening moeten houden met mogelijke verstoringen in de
handelsrelatie met Rusland. In reactie op het Russische optreden werden door de EU en de VS selectieve sancties afgekondigd. Op de Russische financiële markten leidde dat herhaaldelijk tot paniek, waarbij Russische aandelenkoersen en
ook de roebel kelderden. Buitenlandse investeerders zetten
hun plannen in Rusland op een laag pitje en tegoeden van
de clan rond president Poetin bij Europese en Amerikaanse
banken werden bevroren. In de laatste week van maart lijkt de
annexatie van de Krim een voldongen feit, hoeft de EU ook niet
naar zwaardere middelen te grijpen en lijkt de crisis niet verder
te escaleren. Beleggers bleken opgelucht dat de Russische president Vladimir Poetin in een toespraak liet weten dat Rusland
geen interesse heeft in andere delen van Oekraïne. De internationale beurzen, met name die in New York, sloten de maandag
na het referendum op de Krim met aanzienlijke winsten.
en investeringen, ten gunste van een sterkere binnenlandse
consumptie. Dit zal gepaard gaan met een lager groeiniveau.
De transformatie van het land naar een meer consumptiegerichte maatschappij is echter positief voor de lange termijn.
De Chinese economie groeide twintig jaar lang in heel hoog
tempo, maar dat ging vaak ook ten koste van het milieu. Het
is nu tijd voor een realistischere groeiverwachting, maar de
herstructureringsmaatregelen zullen naar onze mening niet
uitmonden in een harde landing of een recessie.
De ontwikkelingen in het schaduwbanksysteem vormen een
risico, maar naar onze mening beschikken de Chinese beleidsmakers nog over ruim voldoende middelen om dergelijke
risico’s te ondervangen. De risico’s in de Chinese financiële
sector nemen echter wel toe, onder andere in de oververhitte
vastgoedsector. De afgelopen vijf jaar werd in China steeds
meer geleend, terwijl de economie hier steeds minder van profiteerde. De hoeveelheid kredieten steeg jaarlijks gemiddeld
zo’n 20%, ruim twee keer zo veel als de groei van de economie.
Dat de vastgoedsector te snel groeide bleek ook uit de in veel
regio’s te hoge leegstand. Hoewel de Chinese economie de
tweede grootste ter wereld vormt, is China is veel minder geïntegreerd in de mondiale financiële markten dan de Verenigde
Staten. Daarom zullen problemen in de financiële sector ook
minder snel overslaan dan in 2008 met de Lehman-crisis.
Emerging Markets
Europese banken
De Emerging Markets aandelenbeurzen bleken ook het
afgelopen kwartaal nog uit de gunst bij beleggers. Berichten over de groeivertraging in China en andere opkomende
economieën, alsmede de politieke onrust in Oekraïne en op
de Krim leidden ook niet bepaald tot een positieve sentimentwisseling. Dit ondanks het feit dat de aandelenmarkten van
de opkomende landen langzamerhand erg goedkoop zijn
geworden. Aan het einde van het kwartaal waren voor het
eerst enige tekenen van herstel van de geldstromen richting
beleggingen in Emerging Markets te zien, maar dat gold
vooral voor aandelenbeleggingen.
Frontiermarkten presteerden beter dan Emerging Markets in
het eerste kwartaal van 2014. De valutavolatiliteit als bron van
onrust in de Emerging Markets nam in het afgelopen kwartaal
per saldo nog niet af, al was het beeld minder uniform en
meer landenspecifiek. De valuta’s uit opkomende markten
lagen eerder onder vuur, toen beleggers hun geld terughaalden vanwege de tapering, de afwikkeling van het monetaire
stimuleringsprogramma, door de Federal Reserve.
Grote Europese banken worden vooruitlopend op centralisering van het bankentoezicht bij de Europese Centrale Bank
uitgebreid doorgelicht, de zogenaamde ‘Asset Quality Review’
(AQR). Bij deze stresstest worden de kredieten onderzocht en
de waardering van uitstaande kredieten op de balans onder
de loep genomen bij uiteenlopende scenario ‘s en nieuwe
tegenslagen. Wij zagen al enkele grote Europese banken
vooruitlopend op de boekenonderzoeken voor miljarden extra
afschrijven. Daartegenover staat dat bij de Spaanse banken
het ergste leed in de lokale vastgoedmarkt lijkt te zijn geleden;
we zien daar zelfs al weer positieve opwaarderingen en vrijvallende voorzieningen. Daarnaast houden Europese banken
tegenwoordig steeds meer kapitaal aan, waardoor ze beter
bestand zijn tegen schokken. Indien ze niet over de benodigde
buffers beschikken zullen ze extra aandelen-emissies moeten
doen om het benodigde kapitaal op te bouwen. Het onderzoek van de ECB leidt begrijpelijkerwijs tot nervositeit, maar is
vooral relevant voor banken waarvan eigenlijk al bekend is dat
ze tot de zwakke broeders in Europa behoren. Grosso modo
staat de Europese bankensector er een stuk beter voor dan vijf
jaar geleden. De solvabiliteitsratio’s — de verhouding tussen
het eigen vermogen en het totale vermogen — zijn inmiddels
bijna twee keer zo hoog als voor de crisis. De Europese bankenunie komt steeds beter in beeld. De Europese regeringsleiders bereikten een akkoord met het Europese Parlement over
een gemeenschappelijk Europees afwikkelingsmechanisme
voor zwakke banken (gecontroleerd failliet laten gaan, dan wel
herkapitalisatie uit een gemeenschappelijk fonds).
2012
2013
2014
2015
China
De tragere groei van de economie in China vormde in het
eerste kwartaal van 2014 één van de grootste zorgpunten van
fondsenmanagers. Het land laat nog steeds een ongekend
hoge economische groei zien, van boven 7%, maar cijfers zoals
die van de inkoopmanagers van bedrijven duiden er op dat
de groei afkoelt. In China sturen beleidsmakers aan op een
geleidelijke vermindering van de afhankelijkheid van export
5
k wa r t a a l v i s i e
Groei van de winst
per aandeel in de
verschillende regio’s
K WA R T A A L v i s i e
Dividendrendement Europese aandelen hoger
dan rente op (NL) staatsleningen
8,0
8,0
7,0
7,0
6,0
6,0
5,0
5,0
Dividend yield
4,0
4,0
3,0
3,0
Rente
2,0
2,0
1,0
1,0
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
nemingen in opkomende landen worden steeds hoger. Bij de
meeste bedrijven is het dividend gerelateerd aan de winstontwikkeling in de vorm van een bepaald percentage van de
geschoonde winst (doorgaans 30% à 50%). Op basis van de
verwachte winstgroei voor bedrijven in de VS en in Europa van
tegen de 10% in 2014 en meer dan deze grenswaarde in 2015,
mag de komende jaren ook wel worden uitgegaan van een
percentage van circa 9%. Dit bepaalt mede de aantrekkelijkheid van aandelenbeleggingen boven vastrentende waarden
bij de huidige lage rente en weerspreekt talloze uitspraken dat
de aandelenmarkten te duur zouden zijn.
Uitslagen 'surprises' worden minder, en markten worden minder door macro-economie bepaald.
Rente
Beleggingsimplicaties
De lange rente op Nederlandse staatsleningen daalde het
eerste kwartaal nog verder tot zelfs onder de 1,8%. De ontwikkelingen op de Krim leidden zelfs nog tot een grotere
vraag naar ‘veilige’ Duitse en Nederlandse staatsobligaties.
De afname van mondiale onevenwichtigheden en de geleidelijke normalisering van financieringsverhoudingen zal leiden
tot een normalisering van de rentestructuur, d.w.z. de rente
voor langere looptijden ligt boven die van kortere looptijden.
Dit maakt beleggingen in langlopende obligaties risicovol.
Wij houden vast aan onze visie dat de kapitaalmarktrente
‘normaliseert’, dus zal stijgen als het positieve groeiscenario
voor Europa doorzet.
De factoren die de beleggingsmarkten in het eerste kwartaal
beïnvloedden, de geopolitieke ontwikkelingen, de daling van
de groei in China en de lagere groeicijfers in de VS vanwege
het koude weer, leidden niet tot een bijstelling van door ons
het in de vorige Kwartaalvisie geschetste positieve basisscenario. Wij menen dat aandelenmarkten wereldwijd niet zijn
overgewaardeerd. Daarom blijven aandelenbeleggingen in
ons basisscenario onze favoriete categorie. In relatieve zin
behouden Europese aandelen onze voorkeur, gebaseerd op
de relatief gunstige waardering en de verschuiving van het
momentum, hogere groei van de winst per aandeel, richting
Europa. De geopolitieke onrust heeft wel tot extra onzekerheid geleid en de aandelenmarkten opnieuw teruggeworpen.
Het adagium tot nu toe is echter nog steeds: ‘buy on the dips’.
Sinds eind 2008 heeft de markt 19 marktcorrecties van meer
dan 5% gezien, waarna de S&P 500 index vervolgens weer
naar volledig herstel en naar nieuwe koersrecords kroop.
Wij houden beleggingen in de Emerging Markets aan, al zijn
onze posities daar relatief lager gewogen dan onze standaardweging. Wij zien ook nog steeds een enorme liquiditeit in de
markt. Zo is er ook veel geld beschikbaar voor beleggingen in
Private Equity. We zien ook het aantal overnames toenemen
omdat veel ondernemingen over een goed gevulde oorlogskas beschikken. In deze fase geven wij in onze aandelenselectie een hogere weging aan bedrijven die een hoge omzet- en
winstgroei laten zien. Wij verwachten dat in dit klimaat ook
small-cap-fondsen het relatief beter zullen blijven doen. In
de vastrentende sfeer wordt het steeds moeilijker gunstige
rendementen te boeken. Wij houden op termijn rekening met
een rentestijging, al zal dat in Europa voorlopig nog niet hard
gaan. Variabel-rentende leningen zijn erg populair, maar het
aanbod van geschikte debiteuren in deze categorie achten wij
gering. De jacht op rendement heeft de risico-opslagen op
bedrijfsleningen, boven op de rente op staatsleningen, verder
laten krimpen.
Goud en grondstoffen
Goudbeleggers verloren vorig jaar 28%, maar medio maart
staat het edelmetaal al op meer dan 10% winst in Amerikaanse dollars. Een groeiende groep particulieren, met name
uit China in India, koopt fysiek goud. De vraag uit India volgt
na de importrestricties van vorig jaar die een gevolg waren
van betalingsbalansproblemen en de valutaspanningen
rondom de roepie. De spanningen op de Krim en de onrust
op de valutamarkt stuwen nu de vraag verder op. In februari
zagen aanbieders van goud-etf’s de grootste instroom in vijf
maanden. Het beeld van de goudmarkt dekt echter zeker
niet dat van andere grondstoffenmarkten. Weliswaar doen
agricommodities het in het eerste kwartaal ook erg goed,
maar industriële metalen, en met name koper, doen het slecht
als gevolg van zorgen over de afnemende vraag van China.
De olieprijs, en met name de Europese Brent, blijft onder druk
liggen ondanks de perikelen tussen Rusland en Oekraïne.
De aantrekkelijkheid van dividend
Volgens een studie van de Brits-Amerikaanse beleggingsfondsbeheerder Henderson overschrijden ’s werelds 1200 grootste
beursbedrijven dit jaar voor het eerst de magische grens van
bij elkaar duizend miljard dollar aan dividendbetalingen.
Sinds 2009 zijn de dividendbetalingen jaarlijks met gemiddeld
9,4% gestegen. Ondernemingen hebben relatief te weinig
geïnvesteerd en beschikken over grote kasposities, voldoende
om het dividend nog jaren verder te laten stijgen of om eigen
aandelen in te kopen. Ook de dividenduitkeringen van onder-
6
Wim Zwanenburg publiceert met een zekere regelmaat
artikelen voor www.iex.nl. Deze artikelen zijn ook terug
te vinden op www.stroevelemberger.nl, onder ‘Publicaties’
voor de artikelen. Hij is ook regelmatig te beluisteren op BNR
Nieuwsradio, o.a. in het radioprogramma BeursWatch.
De beleggingsresultaten
De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd
Beleggen Groei ontwikkelde zich van € 10,74 eind 2013 naar
€ 10,75, waarmee het netto beleggingsresultaat in het eerste
kwartaal van 2014 uitkomt op 0,1%. Over het gehele kalenderjaar 2013 bedroeg het resultaat +6,6%.
De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd
Beleggen Behoud ontwikkelde zich van € 10,24 eind 2013
naar € 10,47, waarmee het netto beleggingsresultaat in het
eerste kwartaal van 2014 uitkomt op 2,1%. Over het gehele
kalenderjaar 2013 bedroeg het resultaat +2,4%.
Koersontwikkeling Fondsen Groei en Behoud
sentiment voor de Emerging Markets oversloeg naar de VS
en Europa. De tragere groei in China was hier één van de
onderliggende factoren. De inkoopmanagersindex (die een
vooruitlopende indicator is voor de economie) daalde tot beneden 50, wat op een lager groeipad duidt. De Chinese beurs,
gemeten aan de Hang Sengindex, daalde in het eerste kwartaal met 4,6% tot 22.151. Daar kwam later dan nog bij, dat de
Chinese overheid de koers van de renminbi wat meer vrijheid
geeft, zodat deze niet alleen maar kan stijgen tegenover de
dollar. Een andere factor, die de beurs onder druk zette, waren
de bedrijfsresultaten, of beter gezegd, de vooruitzichten die
de bedrijven voor 2014 bij de presentatie van de jaarcijfers
afgaven. De vooruitzichten voor 2014 vielen de markt tegen.
Analisten stelden hierop de cijfers over de winstgroei voor
2014 bij van boven 10% tot onder 10%.
Ook in de VS werden economische cijfers gerapporteerd die
tegenvielen. Twee maanden op rij kwamen de cijfers over
de arbeidsmarkt lager uit dan verwacht. De markt verkeerde
derhalve in onzekerheid of niet alleen de tweede economie in
de wereld (China), maar ook de eerste (de VS), wel zou herstellen van het slechte weer. De Amerikaanse beurs, gemeten aan
de S&P 500, daalde in januari van een top van 1850 naar 1750,
maar kon zich vanaf medio februari herstellen en eindigde op
1.872, de hoogste stand van het kwartaal.
De financiële markten in het eerste kwartaal
van 2014
De beurskoersen bleven in het eerste kwartaal per saldo nagenoeg onveranderd. Evenwel, er was sprake van een duidelijk verschil tussen de beurzen van de VS en Europa enerzijds,
die een kleine plus lieten zien, en die van de Emerging Markets en Japan aan de andere kant. Vooral de laatste kende
een uitermate negatieve ontwikkeling (-10%). De grondstoffenmarkten konden zich enigszins herstellen van de zeer
teleurstellende resultaten van 2013. De dollar bleef in het
eerste kwartaal van 2014 nagenoeg onveranderd.
De per saldo zijwaartse ontwikkeling van de beurzen, verhulde evenwel de forse schommelingen gedurende de afgelopen
3 maanden. De beurzen begonnen sterk, onder invloed van
de positieve vooruitzichten voor de wereldwijde economische
groei. Na een aanvankelijk sterk begin, (de AEX steeg van 402
naar 409, maar eindigde het kwartaal op 403) moesten de
beurzen eind januari inleveren, toen het negatieve markt-
De Europese beurzen gingen mee in de wereldwijde daling
in de tweede helft van januari, maar hadden na het aanvankelijke herstel, vervolgens in maart last van de geopolitieke
spanningen, naar aanleiding van de ontwikkelingen in
Oekraïne. Vooral de Duitse beurs (DAX) moest het ontgelden,
gegeven de relatie met Rusland. De Dax noteerde ultimo
maart per saldo onveranderd op 9.556. De Russische beurs
zelf verloor dit jaar 14%.
In Europa werd de negatieve stemming op de Duitse beurs
teniet gedaan door de uitstekende resultaten van de beurzen
van de Zuid-Europese landen. De beurs van Madrid steeg
bijvoorbeeld van 9.916 tot 10.341, ofwel met 4,3%. De Griekse
beurs liep zelfs met bijna 15% op. Het dal in de groei in de
Zuidelijke lidstaten van de eurozone lijkt gepasseerd en de
beurzen zijn optimistisch over een verder herstel. Noch de
berichten over mogelijke deflatie na de daling van de inflatiecijfers, noch de hernieuwde politieke onrust in Italië, konden
de beurzen per saldo van hun positieve stemming afbrengen.
De overeenstemming over de bankenunie maakt dat het
7
k wa r t a a l v i s i e
Beleggingsbeleid
Stroeve Beheerd Beleggen
beleggingsbeleid
vertrouwen van de markt in Europa verder werd versterkt. De
Duitse beurs echter, die in 2013 binnen Europa een koploper
was, moest terrein prijsgeven na de gebeurtenissen op de
Krim. Alleen de beurzen in Oost-Europa kwamen nog verder
onderuit.
Japan kende een zeer slechte start van 2014. De Chinese
groeiafvlakking, samen met de twijfels over de economische
groei in verband met de aangekondigde BTW-verhoging,
zorgden voor een daling van de Nikkei van 8%.
Na de forse verliezen in 2013 volgde in het eerste kwartaal
van 2014, een herstel van de grondstoffenmarkten. Vooral
goud, gas en agricommodities lieten een positieve ontwikkeling zien. De goudprijs herstelde, na de daling van 28% in
2013, met 6,4%. De wereldwijde onzekerheden leidden tot
een omslag in het sentiment rond de goudprijs. Industriële
metalen daalden op de groeiafvlakking in China en de olieprijs steeg nauwelijks, ondanks de Russische interventie in de
Krim. De Dow Jones UBS grondstoffenindex steeg met ruim
6% en was daarmee de best renderende beleggingscategorie
in euro’s in het eerste kwartaal van 2014.
Obligaties lieten in het eerste kwartaal een uitstekende performance zien. De index voor Nederlandse staatsleningen
steeg met 2,7%. Per saldo daalde de 10 jaars rente op Nederlandse staatsleningen tot 1,94%. De rentedaling in Europa
had een tweetal redenen. Belangrijk was de onzekerheid rond
Oekraïne en de Krim. Dit leidde tot een vlucht naar veiligheid.
Daarnaast krijgt het deflatiegevaar in Europa steeds meer de
aandacht van de ECB, de Europese Centrale Bank. De Europese inflatie ligt inmiddels op 0,5%, ruim onder de doelstelling van juist beneden 2%. Het aantrekken van de wisselkoers
van de euro tegenover de dollar en andere valuta, helpt hier
natuurlijk ook niet. Naar verwachting zal de ECB de komende
tijd een aantal maatregelen nemen om een stagnatiescenario
te vermijden.
Op de obligatiemarkt gaat de zoektocht naar rendement
onverminderd voort. Het vertrouwen dat Europa uit het dal
klimt, maakte dat er veel vraag was naar staatsleningen van
Zuid-Europese landen. Ook achtergestelde leningen en obligaties van (Zuid-) Europese banken met een lagere kredietrating waren in trek.
8
Aangezien de VS voorloopt in de economische cyclus, daalde
de rente daar minder dan in Europa. De nieuwe voorzitter van
de centrale bank, mevrouw Yellen, heeft indicaties gegeven
over het tijdspad waarop de steun aan de markt (het opkopen
van obligaties) wordt teruggebracht en over het moment dat
de eerste verhoging van de officiële rentes verwacht mag
worden. De markt gaat er nu van uit dat dit laatste medio
2015 zal plaatsvinden. Het rendement op 10 jaars treasuries
ligt nu op 2,74%.
Hieronder treft u een tabel aan met de performance in euro’s
van de verschillende aandelenbeurzen en obligatiemarkten,
evenals van de Europese vastgoed- en grondstoffenindex.
Prestaties in Euro's
Geheel
2012
Geheel
2013
Eerste
kwartaal
2014
Nederlandse staatsleningen
5,80
(2,08)
2,83
Europese staatsleningen in euro's
11,73
2,39
4,14
Aggregaat Europese obligatiemarkt (*IG)
7,91
(0,56)
2,98
Europese bedrijfsobligaties (*IG)
9,59
4,26
(2,51)
Internationale aandelen (MSCI World)
14,05
21,20
1,24
Europese aandelen
17,29
19,82
2,08
Aandelen in de eurozone
19,31
23,36
2,76
Amerikaanse aandelen
11,78
24,24
1,31
Aandelen Emerging Markets
16,41
(6,81)
(0,45)
Vastgoed Eurozone (EPRA)
29,24
6,54
3,51
Grondstoffen (DJ UBS)
(2,66)
(13,49)
6,95
Fundshare SBB Groeifonds
N.B.
6,16
0,07
Fundshare SBB Behoudfonds
N.B.
0,77
2,13
* IG = Investment Grade
beleggingsbeleid
Beleggingsbeleid
Stroeve Beheerd Beleggen Groei
De aandelenmarkten fluctueerden aanzienlijk in het eerste kwartaal
van 2014. Ondanks de problemen op de Krim en de vraagtekens
bij de economische ontwikkeling in China en de VS, konden de
aandelenmarkten een minuscuul plusje laten zien. De koers van het
Groeifonds steeg met 0,1%. Het belegd vermogen kwam ultimo
maart uit op € 6,8 miljoen.
Wereldwijd fluctueerden de aandelenbeurzen in het eerste
kwartaal aanzienlijk. Per saldo gebeurde er echter weinig met
de beurskoersen. De geopolitieke spanningen rond de Krim
en Oekraïne, de signalen van een groeivertraging in China en
de extreme koude in de VS, die de economie (tijdelijk) negatief
beïnvloedde, speelden de beurzen van tijd tot tijd parten. Onze
positieve visie op de aandelenbeurzen voor 2014 kon in het
eerste kwartaal nog niet gerealiseerd worden. Wij houden evenwel vast aan het positieve basisscenario voor aandelen, dat wij
aan het begin van het jaar publiceerden. De aandelenmarkten
zijn niet overgewaardeerd. De winstgroei van de bedrijven ligt
op bijna 10%. De rente op obligaties blijft lager dan normaal,
wat de afweging tussen beide beleggingscategorieën in het
voordeel van aandelen doet uitvallen. Wij verwachten dat de
economische groei dit jaar boven die van 2013 zal uitkomen.
De vooruitkijkende indicatoren, zoals de inkoopmanagerindex
in Europa en de VS, bevestigen dit beeld.
De Stroeve Beheerd Beleggen Groeiportefeuille kende eind
eerste kwartaal 2014 de navolgende verdeling:
Het portefeuillebeleid uit het vierde kwartaal werd ook in
het nieuwe jaar doorgetrokken. De positie in de Emerging
Markets werd verder afgebouwd. Was het eerder de afbouw
van de marktsteun van de Amerikaanse centrale bank die
een rol speelde, nu waren het vooral de vraagtekens bij de
economische groei in China en de ontwikkelingen op de Krim,
die de beurzen van de Emerging Markets deden dalen. De
uitstroom van kapitaal uit de Emerging Markets, die in mei
2013 inzette, hield ook aan in het eerste kwartaal van 2014.
Per eind maart was het fonds nog voor slechts 4% belegd in
Emerging Markets. Echter, deze beurzen zijn inmiddels goedkoop geworden, zodat verwacht mag worden dat de markt
op termijn weer interesse zal tonen. De economische groei
in de Emerging Markets blijft aanzienlijk hoger dan die in de
westerse wereld. De beheerder zal dan ook te zijner tijd hierop
inspelen.
Zoals eerder in dit verslag besproken, neemt de attractiviteit
van dividend steeds verder toe. De trend naar hogere dividenduitkeringen van bedrijven en de trend van inkoop van
eigen aandelen door bedrijven met grote kasposities, is vooral
in de VS zichtbaar. De beheerder speelde hierop in door het
aankopen van fondsen die hiervan kunnen profiteren. De
positie in algemene indexfondsen werd daartegenover verminderd. Een voorbeeld van deze aankopen is de positie die
genomen werd in de AdvisorShares TrimTabs Float Shrink ETF.
Deze ETF belegt in Amerikaanse aandelen uit de Russel 3000
index, die recent (de afgelopen 120 dagen) eigen aandelen
inkochten. Hierbij wordt rekening gehouden dat de inkoop
van eigen aandelen gebeurt uit de vrije kasstroom en niet via
financiering. Tevens is een selectiecriterium dat de inkoop niet
ten laste gaat van een verslechtering van de balans van het
bedrijf (leverage ratio).
Verdeling activa in portefeuille Stroeve Beheerd Beleggen
Groeiportefeuille per 31 maart 2014
1,7%
11,8%
1,1%
29,9%
17,7%
Aandelen Europa (direct)
Aandelen Emerging Markets
12,4%
4,1%
Europese aandelenfondsen,
actief en passief
Overige (via ETF MSCI World)
21,3%
Amerikaanse aandelenfondsen,
actief en passief
Aandelen VS (direct)
Overige
Liquiditeiten
9
Toelichting aankopen
beleggingsbeleid
Hieronder lichten wij de aankopen toe van bedrijven die wij in
het eerste kwartaal in de portefeuille hebben opgenomen.
Adidas
Bij de presentatie van de jaarresultaten meldde ook Adidas
dat het worstelt met de impact van de wisselkoersen op de
bedrijfsresultaten. De sterke positie van de euro ten opzichte
van de dollar speelt de onderneming niet in de kaart en ook
de ontwikkeling van de valuta’s van opkomende markten
drukte de resultaten. Voor 2014 verwacht de Adidasgroep
niettemin een hoge enkelcijferige omzetstijging, die de winst
tussen de € 830 miljoen en € 930 miljoen zal brengen op een
omzet van € 15 miljard. Het wereldkampioenschap voetbal
in Brazilië zal de resultaten van Adidas echter flink opvijzelen.
Met de prognoses voor 2014 bleef de onderneming achter
bij de ramingen van analisten, maar over het vierde kwartaal
van 2013 versloeg Adidas de concensus nog ruimschoots. De
Adidasgroep is de op één na grootste fabrikant van sportschoenen en –kleding. Het ‘eigen’ Adidasmerk is goed voor
75% van de omzet, waaraan ook een belangrijke bijdrage
wordt geleverd door de merken Reebok en TaylorMade-Adidas golfkleding, clubs en andere assesoires. De Adidas groep
heeft een keurige spreiding over de verschillende continenten, waarbij het 16% van de omzet realiseert in Azië buiten
China, 11% in ‘Groot China’, 13% in Oost-Europa en 10% in
Latijns Amerika. Wij menen dat de impact van de wisselkoersen op de resultatenontwikkeling van de Adidasgroep een
zaak van de korte termijn zal zijn en dat de sterke merkpositie
de ontwikkeling van de bedrijfsresultaten op langere termijn
positief zal beïnvloeden. In dat licht achtten wij de waardering
van het aandeel attractief.
Amazon.com is in 1994 begonnen als een onlineboekenverkoper, maar onder de bezielende leiding van Jeff Bezos,
uitgegroeid tot een gigantisch onlinewarenhuis, dat goed is
voor meer dan 5% van de Amerikaanse retailomzet en meer
dan 25% van de Amerikaanse onlineverkopen. Mede door de
internationale expansie, kwam de totale omzet van Amazon.
com in 2013 uit op $ 74,45 miljard, opnieuw een omzetgroei
van meer dan 20%. Van de totale omzet verkocht Amazon.
com USD 9,6 miljard voor derden, door middel van het beschikbaar stellen van het eigen handelsplatform en distributiebedrijf. Amazon.com is dus geen simpele online-retailer
meer, maar steeds meer de partij waarmee op de technolo-
10
gietrends van ‘Big Data’ en de ‘transition to the cloud’ wordt
ingespeeld. Zo draagt het onderdeel Amazon Web Services
(AWS) sterk bij aan de omzetgroei. Amazon.com beschikt zelfs
over een groot cashflowoverschot, vanwege het verschil in
betaaltermijnen tussen debiteuren en crediteuren. De beurskoers van Amazon is de afgelopen jaren sterk gestegen.
Beleggers en analisten kijken bij de waardering van het
aandeel nauwelijks naar traditionele waarderingsmaatstaven,
zoals de koers-winstverhouding, maar vooral naar de omzetgroei en de operationele (free) cashflow. Ondanks het tegenvallende vierde kwartaal van 2013, wordt voor 2014 toch nog
wel een omzetgroei van meer dan 20% verwacht. Wij zagen
dan ook in de koerscorrectie een gunstig instapmoment voor
beleggers die een belang willen nemen in een onderneming
die sterk profiteert van de nieuwe technologietrends (Big
Data en cloud-computing) en toenemende online-verkopen.
Estée Lauder
Na de grootscheepse herstructurering van de afgelopen vier
jaar, is de invloed van de familie Lauder bij het cosmeticaconcern Estée Lauder weliswaar afgenomen, maar nog steeds
merkbaar aanwezig. Met de solide basis die door de familie
is gelegd, is het voor het huidige management mogelijk om
de marktpositie van het concern in het topsegment van
de wereldwijde cosmeticamarkt verder uit te bouwen. Het
boekjaar 2014 is in ieder geval gestart met een ambitieuze
hoeveelheid lanceringen van nieuwe producten, waarbij
vooral de parfumdivisie ruime aandacht kreeg. Estée Lauder
wil minder afhankelijk worden van de succesvolle merken in
huidverzorging en make-up. Ook haarverzorging zal dit jaar
weer verder uitgebouwd worden. Estée Lauder behaalde
in 2013 een omzet van meer dan $ 10 miljard. De thuismarkt
in de VS is nog steeds de belangrijkste markt voor Estée
Lauder, maar de internationale omzet neemt snel toe. De
portefeuille bestaat uit de merken M.A.C, Bobbi Brown,
Clinique, Origins, Tommy Hilfiger, Ermenegildo Zegna, Aveda
en Bumble and Bumble. Voor een aantal van deze merken
heeft Estee Lauder exclusieve licenties van andere concerns
in bijvoorbeeld de modebranche.
Google is zonder meer de meest tot de verbeelding sprekende technologie-onderneming van het afgelopen decennium. Waarschijnlijk ook de meest innovatieve. In ieder geval
is Google zeer ambitieus. De in 1998 opgerichte zoekmachine
ING Groep is steeds beter gepositioneerd om het door de
EU afgedwongen herstructureringsproces, naar aanleiding
van de in 2008 en 2009 ontvangen overheidssteun af te
ronden. In november 2012 bereikte de groep, tezamen met de
Nederlandse staat, een overeenkomst met de Europese Commissie om de voorwaarden te versoepelen. ING heeft inmiddels de meeste van zijn Aziatische verzekeringsactiviteiten
afgestoten, terwijl ook al belangen van de Amerikaanse verzekeringsactiviteiten zijn verkocht via een nieuwe beursnotering in de VS, waarbij een tweede tranche van deze verkoop
meer dan 50% meer opbracht dan de eerste nieuwe notering.
In de VS zullen de belangen verder worden gereduceerd. ING
heeft ook een definitief akkoord bereikt over de verzelfstandiging van het eigen pensioenfonds. In ruil voor een eenmalig
storting van € 549 miljoen in het pensioenfonds hoeft ING in
de toekomst niet meer bij te springen bij eventuele tekorten
en zijn verplichtingen afgekocht. Operationeel zijn de bank
en verzekeringsactiviteiten inmiddels al volledig gescheiden,
maar het is nog niet duidelijk wanneer de Europese verzekeringsactiviteiten (Nationale Nederlanden) naar de beurs zullen
worden gebracht. ING wil de komende jaren minder groeien
in hypotheken en alle ruimte voor groei de komende jaren
inzetten om meer kredieten te verstrekken aan het middenen kleinbedrijf. De bank zal met zakelijke kredieten en op
persoonlijke leningen aan particulieren, zonder hypothecair
onderpand ook hogere marges kunnen behalen en ook de
kredietverlening beter kunnen spreiden. De bank denkt de
kredietverlening met 4% per jaar te kunnen opvoeren. De
staatshulp is bijna afgelost. Uiterlijk in mei volgend jaar moet
de laatste tranche van ruim € 1 miljard worden afbetaald.
Mogelijk vervroegt ING deze betaling. Daarna kunnen de
aandeelhouders eindelijk weer dividend verwachten, voor het
eerst na het interimdividend van 2008. ING denkt vanaf 2015
minimaal 40% van de winst uit te kunnen keren.
Priceline
De Amerikaanse internetonderneming Priceline is geen
gewoon onlinereisbureau, maar het bedrijf is in het bezit van
technologisch geavanceerde, gepatenteerde distributiecapaciteit en diepgaande kennis van consumentenvoorkeuren.
Niet alleen van de Amerikaanse consument, want in Amsterdam is het bekende Booking.com het grootste Europese onlinereisbureau en 100% dochter van Priceline gevestigd. Dat
een enorme hoeveelheid gegevens – ‘Big Data’- en een groot
aantal cliënten veel waard kunnen zijn, bleek onlangs nog
maar eens, toen Facebook bereid bleek $ 19 miljard te betalen
voor de overname van WhatsApp. De hoeveelheid gegevens
over reisverkeer en persoonlijke voorkeuren, stijgt met de
dag. Het netwerk van aangeboden accommodaties dat
Priceline daarbij kan benutten groeit exponentieel. Priceline is
de afgelopen jaren, op basis van een dominante marktpositie
in de onlinereisbranche, de uitstekende groeivooruitzichten
voor het toerisme in Azië en de klinkende bedrijfsresultaten,
een extreem profijtelijke belegging gebleken. Toch vinden wij
de huidige waardering van het aandeel, gezien de achterliggende omzet- en winstcijfers, niet buitensporig. De verwachte
omzetgroei weegt voor veel beleggers op tegen de risico’s
van een daling van de winstgevendheid en de toenemende
concurrentie. Beleggers kijken meer naar de omzetontwikkeling en nemen voor lief dat het management de hoge winstmarge opoffert, om de concurrentiepositie van het bedrijf
verder te versterken. Priceline.com presteerde de afgelopen
jaren voortdurend beter dan analisten hadden verwacht. Een
recente terugval van de koers, beschouwden wij als tijdelijk
en als een goede koopgelegenheid.
Prosafe
Oliemaatschappijen besteden veel geld om bestaande velden
langer in productie te houden door inzet van nieuwe locatieen winningstechnieken, zoals 3D-drilling. Zelfs bij oude velden
worden nieuwe putten geboord, waardoor ze met ‘redevelopment’ een langer leven krijgen. Daarbij zijn soms honderden
werknemers tegelijk betrokken. In plaats van een booreiland
zelf uit te rusten met grote accommodaties voor huisvesting,
is het voordeliger om dit tijdelijk te huren en naast de booreenheid af te meren. Het Noorse concern Prosafe is met 11
eenheden de grootste onafhankelijke operator van accommodation platforms: zelfdrijvende platforms voor ondersteuning en huisvesting bij offshore olie- en gasvelden. Voor de
11
beleggingsbeleid
voor het internet, heeft een bereik gekregen naar miljarden
consumenten en het dagelijks leven is zo goed als ondenkbaar zonder Google. Google beschikt over steeds meer data
en zal daarmee ook kunnen inspelen op de trend dat steeds
meer apparaten ‘intelligent’ worden (“Internet of Things”). De
bulk van de omzet van Google is nog steeds afkomstig van
de advertentiemarkt. Met AdWords & AdSense heeft Google
een stevige greep op de advertentiemarkt en een duidelijk
concurrentievoordeel. Google heeft meer dan $ 53 miljard in
kas. Door de verkoop van Google van de Motorola telefoonbusiness aan Lenovo, zullen de winstvooruitzichten verder
verbeteren, omdat Motorola nog steeds verlies maakte, na in
2012 door Google te zijn overgenomen.
beleggingsbeleid
komende jaren ziet de markt voor accommodatieplatforms er
goed uit. Van de grote olievondsten van de laatste jaren is de
helft offshore, in zee. Er is veel activiteit voor de kustgebieden
bij Brazilië, West-Afrika en Mexico, terwijl in de Noordzee veel
herontwikkeling plaatsvindt. Prosafe voorziet de komende
jaren ook een sterke groei in Zuidoost-Azië en Australië, al
blijft de olie- en gaswinning een cyclische sector. Het orderboek van Prosafe is goed gevuld en ook voor de 4 in aanbouw
zijnde nieuwe accommodatieplatforms zijn al orders voor
2015 binnengekomen. Balanstechnisch ziet het bedrijf er
gezond uit en dividendtechnisch is het aandeel Prosafe zeker
interessant. Prosafe streeft er naar om jaarlijks 75% van de
nettowinst uit te keren. Sinds 2011 keert Prosafe een kwartaaldividend uit, berekend in $, maar uitgekeerd in Noorse
Kronen. Het laatste kwartaaldividend werd verhoogd naar
16,44 dollarcent. Aan het einde van het kwartaal noteerde het
aandeel een dividendrendement (op jaarbasis) van circa 7,5%.
Met een verwachte dividendgroei van meer dan 15% per jaar,
achtten wij Prosafe een aantrekkelijke belegging.
Starbucks is ‘s werelds grootste
keten van koffiehuizen, met ruim
20.000 vestigingen in 64 landen,
waaronder meer dan 11.000 in
de Verenigde Staten en 1.000 in
Canada. De overige vestigingen zijn
wereldwijd, op alle continenten, te
vinden. Er werken circa 182.000 mensen. Starbucks Corporation werd in 1971 in Seattle opgericht, maar het maakte pas
een grote sprong voorwaarts vanaf 1987, toen ondernemer
Howard Schultz de koffieketen onder zijn hoede nam en de
eerste Starbucksvestigingen buiten Seattle werden geopend.
In het in september 2013 afgesloten boekjaar, groeide de
netto-omzet van Starbucks met 12% naar $ 14,9 miljard.
Mondiaal steeg de omzet in de langer dan een jaar open
zijnde vestigingen, met 7%. De nettowinst steeg met 24,3%
naar $ 1,7 miljard, de winst per aandeel met 23% naar $ 2,20.
Eind 2012 kocht koffieketen Starbucks de Amerikaanse theeverkoper Teavana voor $ 620 miljoen. Starbucks heeft plannen om van Teavana een echt trendy barconcept te maken,
vergelijkbaar met de eigen koffiezaken. Starbucks genereert
nog steeds een enorme pricing power over de eigen dranken
en het eigen assortiment en het voorziet voorlopig nog geen
marktverzadiging. Voor een onderneming die jaar in jaar uit
een omzetgroei van meer dan 10% laat zien, een groei van
de winst per aandeel van meer dan 18%, veelal meer dan
20%, én een rendement op het eigen vermogen van meer
dan 30%, wordt op de beurs een forse premie betaald, maar
de hoge waardering wordt voortdurend ondersteund door
een aanhoudende stroom van positieve bijstellingen van de
winstprognoses en de ramingen van de winst per aandeel
door analisten.
12
Gilead Sciences is een biotechnologisch en farmaceutisch
bedrijf dat zich toelegt op het ontwikkelen en commercialiseren van innovatieve geneesmiddelen en therapieën in het
domein van medische behoeften waarin nog niet is voorzien.
Het bedrijf heeft een sterke focus op het verbeteren van de
zorg voor patiënten die aan levensbedreigende ziekten lijden,
zoals HIV. Daarbij werkt het ook samen met farmabedrijven als
Bristol-Myers Squibb en Roche. De overname van Pharmasset
in 2011 voor $ 11 miljard, wordt door velen gezien als een succesvolle acquisitie. De onderneming heeft een sterke pijplijn,
mede door het in december 2013 gelanceerde Sovaldi, een
middel voor de behandeling van hepatitis C (virale leverontsteking) waarvan veel wordt verwacht. Sovaldi genereerde in
de eerste maand dat het op de markt was al meer dan $ 100
miljoen omzet en voor geheel 2014 zijn er ramingen van een
omzet van $ 3 tot $ 5 miljard. De testresultaten van het medicijn zijn sterk, ook in combinatie met andere geneesmiddelen,
maar politici in het Amerikaanse Congres en andere critici,
stellen dat Gilead onredelijke prijzen vraagt voor Sovaldi.
Door analisten wordt Gilead Sciences als een veelbelovend
groeiaandeel gepositioneerd.
De marktomstandigheden voor de risicomijdende Behoudportefeuille
waren gunstig in het eerste kwartaal. Het netto beleggingsresultaat
bedroeg +2,1%. Het vermogen onder beheer lag eind maart 2014 op
ruim € 4,3 miljoen.
Het beleid in de portefeuille was gericht op een verdere
opbouw van het belang van individuele obligaties in de portefeuille. Het deel van de portefeuille in individuele leningen,
verdubbelde bijna naar 46%. Het deel van de portefeuille dat
wordt belegd in beleggingsfondsen, daalde daardoor van
75% eind 2013, naar 52% aan het eind van het eerste kwartaal. De beheerder is van plan deze strategie voort te zetten in
de rest van het jaar. Wel zal altijd een deel van de portefeuille
in indexfondsen belegd blijven, om snel te kunnen handelen
in onvoorziene omstandigheden. De positie in de obligaties van Emerging Markets werd volledig afgebouwd. Het
vertrouwen van beleggers in de Emerging Markets bereikte
in het eerste kwartaal een dieptepunt met de problemen in
ondermeer China, Turkije en de Krim. De beheerder speelde
hierop in door de posities in Emerging Markets- obligaties
te verkopen. De posities in Europese staatsleningen bleven
nagenoeg onveranderd en bedroegen eind maart 20% van
de portefeuille. De beleggingen in zogeheten high yieldleningen lagen op bijna 15%. De positie in liquide middelen was
minimaal, gegeven de sterke performance van de obligatiemarkten.
In het eerste kwartaal werden 9 nieuwe obligaties aangekocht. Daarmee komt het aantal individuele obligaties uit op
20. Dit komt de spreiding in de portefeuille ten goede. Het
betrof vooral emissies van zowel bedrijfsleningen van banken,
als niet financiële instellingen. Veelal was sprake van coupures
van € 100.000, derhalve uitgiftes voor de institutionele markt.
Ook werd (semi) overheidspapier gekocht. Er werd vooral
gekocht in het middellange segment van de rentecurve
(looptijden varieerden van 2021 tot 2026). Daarnaast werd
in de bancaire sector (beperkt) ingespeeld op de uitgifte van
achtergestelde leningen. Wij vinden de risico’s zeker opwegen
tegen de rendementen, nu de bankenunie een feit is en de
Asset Quality Review, voordat de ECB de rol van toezichthouder overneemt, de grotere banken er toe aanzet om schoon
schip te maken. De coupon van de Danske banklening bedraagt 5,75%; de coupon van de Rabocertificaten zelfs 6,5%.
Wij verwachten ook in het nieuwe kwartaal dat er emissies
van dit papier zullen blijven plaatsvinden.
Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer,
In de onderstaande
tabelBeleggen
treft uBehoud
een per
volledig
overzicht van de
Stroeve Beheerd
31 maart 2014
verdeling over de verschillende obligatiecategorieën aan:
Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer,
Stroeve Beheerd Beleggen Behoud per 31 maart 2014
4,4%
0,9%
1,2%
5,0% 4,7%
Bedrijfswaarden (via indexbeleggingen)
18,7%
Bedrijfswaarden High Yield (via index)
Bedrijfswaarden Individueel
15,6%
15,2%
Europese Staatsleningen (via index)
Garantienote 100%
Liquiditeiten
34,3%
Rabo certificaten
Var. Achtergestelde lening
Var.rentende lening
We zagen voorts dat een belangrijk deel van de emissies
plaatsvond door debiteuren uit Zuid- Europese landen. Nu het
vertrouwen in een goede afloop daar is teruggekeerd, is het
voor beleggers aantrekkelijk om te profiteren van de hogere
rendementen in die regio. Het beleid in 2014 zal onveranderd
erop gericht blijven om te profiteren van aantrekkelijke obligatie emissies met een coupure van € 100.000 nominaal. Deze
minimale inschrijving is vaak voor de individuele particuliere
belegger te groot, tenminste als men op een verantwoorde
manier met het debiteurenrisico van een enkele specifieke
lening wil omgaan. De nadruk in het fonds zal onveranderd
liggen op een verdere spreiding van debiteuren. Daarmee kan
het fonds additionele toegevoegde waarde leveren. De doelstelling is om eind 2014 tenminste 75% van de portefeuille in
individuele leningen te beleggen.
Stroeve & Lemberger gaat ervan uit dat met het (zeer geleidelijk) aantrekken van de economische groei in Europa,
er op termijn een normalisatie van het rentebeleid van de
ECB, de Europese Centrale Bank, zal plaatsvinden. Evenwel,
de normalisatie van het rentebeleid wordt vooralsnog op de
lage baan geschoven nu de inflatie fors is gedaald tot 0,5%
13
beleggingsbeleid
Beleggingsbeleid Stroeve
Beheerd Beleggen Behoud
beleggingsbeleid
in maart, ruim beneden het gewenste niveau van juist onder
2%. Dit betekent dat waar in de VS een eerste renteverhoging
door de Federal Reserve medio 2015 wordt voorzien, de ECB
Risicopremies
(in basispunten)
Bedrijfsobligaties in euro’s
Non-Fin.
Financials
Niveau eind
Dec 2013
Niveau eind
Maart 2014
Wijziging
in 2013
All
83
81
2
AAA
42
46
-4
AA
45
41
4
A
61
60
1
BBB
111
108
3
All
106
99
7
AAA
30
35
-5
AA
57
52
5
A
85
80
5
BBB
192
176
16
Sen.
71
67
4
14
Sub.
216
202
Corporate
All
93
89
4
iTraxx XO / CDX
HY
283
290
-7
Bron: Commerzbank
14
waarschijnlijk pas in 2016 zal volgen. De korte rente (bv de
rente op spaarrekeningen) zal de komende jaren nog wel laag
blijven. In eerste instantie kan die zelfs nog dalen, als de ECB
maatregelen neemt om de kans op deflatie te verminderen.
Aan het lange einde van de rentecurve, waar het beleid van
de centrale bank vooralsnog niet ingrijpt, kan in de loop van
2014 sprake zijn van een andere ontwikkeling. Als de flight
naar safety, op basis van de ontwikkelingen in Oekraïne,
voorbijgaat en als de ECB succesvol is met haar anti-deflatiebeleid, dan zou de lange rente in Europa de stijging die er in
de VS aankomt kunnen volgen, zij het op gepaste afstand. Wij
zullen als beheerder van het obligatiefonds actief inspelen
op de mogelijke veranderingen in de marktomstandigheden.
Dit kan bijvoorbeeld door het aankopen van obligaties die
profiteren van een stijgende lange rente of van het oplopen
van het renteverschil tussen kort- en langlopende obligaties.
We hebben in 2013, toen de rente tijdelijk steeg tussen mei
en september, kunnen zien dat deze obligaties een goed
rendement op kunnen leveren. De belangstelling voor deze
obligaties duurt, ondanks de recente rentedaling, onverminderd voort.
Produktinformatie
De twee fondsen van Stroeve Beheerd Beleggen, Groei en
Behoud, bieden in combinatie op eenvoudige wijze en tegen
lage kosten toegang tot alle beleggingsmogelijkheden. Met
de fondsen Stroeve Beheerd Beleggen, FundShare SBB Groei
en FundShare SBB Behoud, staat het eigen beleggingsbeleid
van Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer centraal. Met
FundShare (www.fundshare.nl) heeft Stroeve & Lemberger
een platform en een partner gevonden om dit te realiseren.
FundShare heeft een state-of-the-art infrastructuur, zodat
de kosten van beleggen laag zijn en dat de nieuwe fondsen
volledig transparant zijn. Stroeve & Lemberger heeft daarbij
gekozen om niet voor ieder risicoprofiel een afzonderlijk
fonds op te richten, maar voor een tweetal fondsen, een
risicovol en een risicomijdend fonds. Iedere belegger kan dan
een eigen keuze maken voor ieder gewenst risicoprofiel, door
een combinatie van deze twee fondsen. Dit heeft als voordeel
dat u meer flexibel bent en kunt schuiven afhankelijk van uw
behoefte, uw risicobeleving of de vooruitzichten voor financiële markten. Stroeve & Lemberger beschikt over een vergunning van de AFM. Op de website van www.stroevelemberger.
nl treft u bij Stroeve Beheer Beleggen alle informatie aan over
de 2 nieuwe fondsen. Dat betreft de prospectus, de Factsheet
en de Essentiele Beleggers Informatie (EBi).
Stroeve Beheerd Beleggen Groei
SBB Groei kent een offensief profiel, gericht op een zo hoog
mogelijk rendement. SBB Groei belegt in meerdere beleggingscategorieën zoals aandelen in Europa en Amerika, Emerging
Markets-aandelenfondsen, vastgoedbeleggingsfondsen,
grondstoffenfondsen en goud. De portefeuille wordt actief
beheerd en daarbij vindt een brede spreiding plaats om de
risico’s te beperken. Afhankelijk van onze marktvisie, scenarioanalyse en relatieve waardering zullen activa, regio’s of valuta
binnen de portefeuille een groter tactisch gewicht krijgen ten
opzicht van de strategische (normale) allocatie en wordt ingespeeld op de financiële marktomstandigheden. De nadruk zal
in dit fonds evenwel altijd liggen op het beleggen in aandelen
en aandelenfondsen. Na uitvoerige analyse van macro-economische indicatoren en trends zoals ‘flow of funds’, wordt daarbij
ook gekeken naar bottom-up-signalen, door analyse van bedrijfsresultaten en naar de waardering van individuele aandelen
uit diverse regio’s. In de regio’s Europa en de VS wordt veelal
direct in aandelen belegd, bij beleggingen in Emerging Markets
en in grondstoffen wordt gebruik gemaakt van de specifieke
expertise van fondsmanagers.
Stroeve Beheerd Beleggen Behoud
De voornaamste doelstelling van SBB Behoud is een buffer te
vormen die bescherming biedt in tijden dat aandelenmarkten slecht presteren. Een andere belangrijke doelstelling is
om inkomen te genereren met de beleggingen. Een strakke
risicobeheersing staat voorop. Dit betekent dat wij in tijden
van lage effectieve rendementen op leningen ons niet volledig kunnen richten op riskante obligaties in het zogeheten
‘high yield’-segment, of op obligaties uit de Emerging Markets
om een hoger rendement te behalen. In een breder gespreide
portefeuille vinden wij beleggingen in deze categorieën, mits
begrensd, wel acceptabel. SBB Behoud belegt in staatsobligaties, maar ook in bedrijfs- en bancaire obligaties, waarbij de
keuze afhankelijk is van de aantrekkelijkheid van de risicoopslag (‘spreads’), afgezet tegen de additionele (debiteuren)
risico’s. Ook kan worden belegd in zogeheten ‘Inflation-linked
bonds’ en in variabel rentende leningen. Een voordeel van
SBB Behoud is dat we voor onze cliënten veelal in individuele
namen, vermogenstitels, kunnen beleggen, dus ook in ‘institutionele’ obligaties met coupures van meer dan €100.000,- bij
uitgifte kunnen handelen. Wij werken bij het beheer met een
visie op de renteontwikkeling en op looptijden (‘modified
duration’) en wij houden ook nauwlettend de vraag en aanbod-verhoudingen (‘flow of funds’) in het oog. Kort samengevat, het behoud van vermogen en een stabiel rendement
staan voorop bij het beheer van dit fonds.
Het juist risicoprofiel
Met de twee fondsen van Stroeve Beheerd Beleggen kan
door een combinatie van de fondsen Groei en Behoud ieder
gewenst risicoprofiel worden gekozen.
Portefeuillemanagement
In 2014 heeft het portefeuillemanagement van de Fundshare
Stroeve Beheerd Beleggenfondsen een wijzing ondergaan.
Waar voorheen sprake was van een enkele portefeuillemanager voor beide fondsen is het toegenomen belang van de
fondsen aanleiding om een team van beheerders te formeren.
De algemene richting van het aan- en verkoopbeleid in de
portefeuilles ligt bij Evert Zaat. Hij is binnen de directie van
Stroeve en Lemberger verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Voor het Behoudfonds wordt het dagelijkse beleid
mede bepaalt en uitgevoerd door Cok Inden. Voor het Groeifonds neemt Tom Stroeve die taak op zich. Wim Zwanenburg
is adviseur van beide beleggingsfondsen. Bijgaand treft u
meer informatie aan over de portefeuillemanagers.
15
beleggingsbeleid
Stroeve Beheerd Beleggen
en het FundShare-platform
beleggingsbeleid
Evert Zaat, macro-econoom en MSc. verzekeringskunde en financial planning, begeleidt zijn
cliënten en stuurt het beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger aan. Evert’s leerscholen waren het
Ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank. Al zo’n 20 jaar bekleedt hij leidinggevende functies. Evert heeft grote belangstelling voor Behavioral Finance, de psychologie van de particuliere belegger. Daarom staan transparantie en communicatiekracht voor hem centraal in dit vertrouwensvak. Hij
ervaart het regelmatig ontmoeten van en uitleg geven aan zijn cliënten als een inspirerende must!
Als echte professional hamert Evert op de belangrijkste opdracht aan vermogensbeheer: het in tact
houden en beschermen van de reële waarde van de vermogens die wij beheren.
Evert Zaat
Directeur
Cok Inden is een snel denkende en schakelende, door alle ontwikkelingen in het effectenvak gevormde
praktijkman. Hij stond vele jaren lang met beide voeten op de beursvloer: van zijn start als pure beginner,
tot functies als directeur en (mede) - eigenaar van meerdere hoekmansbedrijven. Op 43-jarige leeftijd
neemt Cok afscheid van het hoekmansvak om zijn loopbaan als beleggingsadviseur voort te zetten. Eerst
bij Theodoor Gilissen Bankiers en sinds 2006, als senior beleggingssadviseur, voor Stroeve & Lemberger.
Cok Inden
Senior vermogensadviseur
Cok is verantwoordelijk voor de individuele beleggingsadvisering van Stroeve & Lembergercliënten. Hij
werkt vaak samen met vermogende particulieren en ondernemers, dga’s die, geheel of gedeeltelijk, zelf de
regie willen voeren over hun effectenbeleggingen en hem graag als klankbord wensen te gebruiken. Zijn
devies luidt: “Ken je klant”. Cok - een mensenmens – verstaat dit als geen ander. Zijn inzichten en ideeën
zijn van grote waarde voor iedere cliënt.
Tom Stroeve, inmiddels als zevende generatie Stroeve werkzaam in het effectenvak, is sinds
mei 2013 verbonden met Stroeve & Lemberger. Na zijn studie geschiedenis aan de UvA, kreeg
Tom een gedegen opleiding in het beleggingsvak bij BinckBank. Tom was er actief als broker en
coördinator van de Alex Academy, waar hij verantwoordelijk was voor alle klassikale- en onlinetrainingen.
Is de keuze voor het beleggingsvak een kwestie van erfelijke belasting? “Nee”, zegt Tom, “het is zeker
geen belasting, want het is elke dag weer een geweldige uitdaging om de beleggingen te kunnen en
mogen optimaliseren met combinaties van verschillende beleggingsinstrumenten. Maar wellicht zit
de beleggingsinteresse wel in mijn genen”. Tom heeft zijn diploma als DSI effectenhandelaar en DSI
beleggingsadviseur.
Wim Zwanenburg
Senior Beleggingsstrateeg
16
Tom Stroeve
Beleggingsadviseur
De econoom Wim Zwanenburg is onze lead beleggingsstrateeg bij Stroeve & Lemberger. Een man
met een helikopterview, een gepassioneerde professional en een zorgvuldige denker. Na zijn studie
werkte hij enkele jaren in diverse beleggingsfuncties bij ABN Amro en Mees Pierson. Daarna was hij
lid van meerdere beleggingscommissies van Bank Degroof.
Als beleggingsstrateeg treedt Wim, namens Stroeve & Lemberger, regelmatig op bij BNR Nieuwsradio.
Ook als deelnemer aan het analistenpanel bij het radioprogramma Voorkennis, geeft hij altijd goed geïnformeerd zijn mening. Met een zekere regelmaat schrijft hij ook columns voor www.iex.nl en andere
websites. Wim’s specialiteit is fundamentele analyses op basis van kwantitatieve modellen en Behavioral
Finance. Hij is altijd op zoek naar de rationele én de irrationele en emotionele drivers van koersbewegingen en waarde-ontwikkeling. Buiten zijn werk is Wim Zwanenburg actief in meerdere besturen. Wim
Zwanenburg is te volgen op Twitter met @beurscommentaar.
STROEVE & LEMBERGER
SINDS 1818
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer
www.stroevelemberger.nl
[email protected]
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer
Weesp
Nesland 1-V
1382 MZ Weesp
T +31 (0) 294 492 592
F +31 (0) 294 492 593
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer
Maastricht
Posthoornstraat 69
6219 NV Maastricht
T +31 (0) 43 354 1222
F +31 (0) 43 325 9309