STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818 S tr o e ve B eh e er d Beleggen april 2014 Kwartaalvisie april 2014 Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen Groei en Behoud Kwartaalbericht 1 Vermogensbeheer en beleggingsadvies sinds 1818 Onafhankelijk, no-nonsense en resultaat gericht Door professionals met liefde voor hun vak Die hun cliënten door en door kennen Nieuwsgierig? Bel of mail ons voor een oriënterend gesprek! Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer N.V. www.stroevelemberger.nl [email protected] Nesland 1-v, 1382 MZ Weesp T +31 (0)294 492 592 Posthoornstraat 69 , 6219 NV Maastricht T +31 (0)43 354 1222 Stroeve & Lemberger en het FundShare-platform Wereldwijd kenden de aandelenbeurzen in het eerste kwartaal van 2014 aanzienlijke fluctuaties. Vooral de gebeurtenissen in extreem koude weer in de VS en daardoor een tijdelijk lager groeipad van de economie, droeg niet bij aan een positieve stemming op de beurzen. Aan het einde van het kwartaal werden de verliezen weer ingelopen, toen de geopolitieke spanningen verdwenen en eerste indicaties aangaven dat de Amerikaanse economie niet aan kracht had ingeboet. Obligaties kenden een uitstekend kwartaal. De vlucht naar veiligheid, tijdens de spanningen rond de Krim, speelde hierbij een rol. In Europa, waar het inflatiecijfer inmiddels is gedaald tot 0,5% op jaarbasis, ziet de markt een verdere versoepeling van het monetaire beleid. Ook het feit dat de economie van de Zuid-Europese lidstaten verbetert en de bankenunie definitief gestalte kreeg, maakte dat de belangstelling van de markten in Europa toenam. Onze beleggingsvisie voor 2014 wijzigt niet. Wij menen dat aandelenmarkten wereldwijd niet zijn overgewaardeerd. Daarom blijven aandelenbeleggingen in ons basisscenario onze favoriete beleggingscategorie. In relatieve zin behouden Europese aandelen onze voorkeur, gebaseerd op de relatief gunstige waardering, een hogere groei van de winst per aandeel en de verschuiving van het momentum richting Europa. Voor obligaties zien wij een einde van de daling van de rente in de komende maanden, tenzij de inflatie verder daalt. Wij zullen als beheerder van het obligatiefonds actief inspelen op die mogelijke veranderingen in de marktomstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld door het aankopen van obligaties die profiteren van een stijgende (lange) rente. Met de fondsen Stroeve Beheerd Beleggen, FundShare SBB Groei en FundShare SBB Behoud, staat het eigen beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer centraal. Met FundShare (www.fundshare.nl) heeft Stroeve & Lemberger een platform en een partner gevonden om dit te realiseren. FundShare heeft een state-of-the art infrastructuur, zodat de kosten van beleggen laag zijn en de nieuwe fondsen volledig transparant zijn. Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer heeft daarbij gekozen om niet voor ieder risicoprofiel een afzonderlijk fonds op te richten, maar voor een tweetal fondsen, een risicovol en een risicomijdend fonds. Iedere belegger kan dan een eigen keuze maken voor ieder gewenst risicoprofiel, door een combinatie van deze twee fondsen. Dit heeft als voordeel dat u meer flexibel bent en kunt schuiven afhankelijk van uw behoefte, uw risicobeleving of de vooruitzichten voor financiële markten. Stroeve & Lemberger beschikt over een vergunning van de AFM. Op de website www.stroevelemberger.nl/sbb treft u Inhoud bij Stroeve Beheerd Beleggen alle informatie aan over de 2 beleggingsfondsen. Dat betreft de prospectus, de Factsheet Samenvatting en de Essentiele Beleggers Informatie. Fondsnaam ISIN-nummer Minimale inleg FundShare Stroeve Beheerd Beleggen Groei NL0010261087 Geen FundShare Stroeve Beheerd Beleggen Behoud NL010261095 Geen • Visie op de beleggingsmarkten in 2014 4 •De financiële markten in het eerste kwartaal van 2014 7 • Het beleggingsbeleid in het Groeifonds 9 • Het beleggingsbeleid in het Behoudfonds 13 •Productinformatie 15 • De portefeuillemanager 16 3 Inhoud Oekraïne en de Krim en alarmerende berichten over de groei in China, zorgden er voor dat de beurs tijdelijk daalde. Ook het K WA R T A A L v i s i e Kwartaalvisie april 2014 Zowel Europese als Amerikaanse aandelenbeurzen maakten in januari een dip door. In februari was er een sterk herstel, maar begin maart wierp de geopolitieke onrust rond de Krim een schaduw over de financiële markten. Wim Zwanenburg Beleggingsstrateeg Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Winter in America is cold De afgelopen maanden werd het beeld van de Amerikaanse economie sterk vertekend door het extreem slechte weer in de VS. Zo bleven miljoenen Amerikanen thuiswerken vanwege de sneeuw en de extreme koude. Er zijn ook duidelijk effecten te zien op de auto- en huizenverkopen. Maar als de sneeuw gesmolten is, zien we hoe de weg naar verder herstel erbij ligt. De nieuwe voorzitter van de Federal Reserve, Janet Yellen, gaat voortaan kijken naar een ’brede reeks’ van factoren bij het rentebeleid en zal deze niet alleen baseren op de officiële werkloosheid, al dan niet boven of onder de 6,5%. Naast bredere arbeidsmarktcijfers zal zij ook huizenprijzen en cijfers over het consumentenvertrouwen in de overwegingen meenemen. Daarmee zal het beleid van de Fed aan voorspelbaarheid verliezen, een extra onzekere factor. De Fed gaat door met de geleidelijke afbouw van het monetaire stimuleringsprogramma (‘tapering’), door iedere maand 10 miljard dollar minder kapitaalmarktpapier aan te kopen. De discussie verschuift langzamerhand naar de vraag wanneer de Fed de geldmarktrente gaat verhogen. Een renteverhoging kan echter als een sterk bewijs van economisch herstel worden gezien. De onevenwichtigheden in de VS zijn geleidelijk aan verminderd. Gezinnen en bedrijven tonen zich nog steeds steeds terughoudend om extra krediet aan te vragen en extra te investeren, maar het tekort van de Federale overheid loopt zienderogen terug. Dit komt zowel door de onenigheid over het te voeren beleid in het Amerikaanse Congres, waardoor er gewoon geen extra uitgaven kunnen worden gedaan, als door het feit dat overheidsfinanciën autonoom verder verbeteren door de geleidelijk aantrekkende economie en hogere belastinginkomsten. Deflatie in Europa? In Europa maken beleggers zich steeds meer zorgen over deflatie. Het meest recente inflatiecijfer duidde met 0,7% ten opzichte van het vorige jaar nog steeds op een verder dalende inflatie en volgens veel economen is de ECB veel te afwachtend 4 met het monetaire beleid. De geldmarktrente wordt onvoldoende verlaagd, er worden geen staatsleningen aangekocht en zo wordt de Europese economie onvoldoende monetair gestimuleerd. ECB-President Draghi heeft deze kritiek steeds van de hand gewezen: de groeivooruitzichten voor de eurozone verbeteren. Ondertussen hebben de landen in de periferie van de eurozone wel een substantiële aanpassing doorgemaakt. Ierland verliet in december 2013 het noodprogramma van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds. Het is daarmee het eerste probleemland dat weer op eigen benen komt te staan. Portugal is tegen de zomer mogelijk het tweede land dat zonder hulp van het steunprogramma kan. Partijman Renzi stootte premier Letta van de troon, nog geen jaar na de vorige verkiezingen. De nieuwe premier kreeg het vertrouwen van het parlement en ook de zegen van de financiële markten. De rente op Italiaans staatspapier daalde het afgelopen kwartaal zelfs onder de 3,5%! Over het geheel genomen zijn er in de eurozone nauwelijks meer landen met een tekort op de lopende rekening. Hiertegenover staat dat Duitsland en Nederland hun besparingsoverschotten niet of nauwelijks hebben laten afnemen. Voor de eurozone als geheel is er dan ook sprake van een stijging van het overschot op de lopende rekening. Het aanpassingsproces is reeds in een ver gevorderd stadium, wat zich vertaalt in een beperkte aantrekkende economische groei. Europa en Rusland De uiteindelijke gevolgen van de internationale crisis tussen Rusland en Oekraïne blijven waarschijnlijk beperkt, ook al zulTabel Economische Groei en Inflatie (%) Euroland GDP CPI (Inflatie) USA Japan LatijnsAm. OostEuropa Azië Pacific 2011 1,4 1,8 -0,6 4,2 4,3 4,5 2012 -0,5 2,2 2,0 2,9 2,8 4,8 2013 -0,4 1,7 1,9 2,6 2,0 4,6 2014 1,0 2,9 1,6 2,8 2,6 4,7 2015 1,4 3,0 1,3 3,1 3,2 4,7 2011 2,7 3,2 -0,3 6,8 6,4 3,6 2012 2,5 2,1 0,0 6,4 5,3 2,6 2013 1,4 1,5 0,2 8,0 5,0 2,6 2014 1,0 1,6 2,4 9,0 4,7 3,3 2015 1,4 1,9 1,7 7,9 4,8 3,1 Bron: Bloomberg, IMF, EC, Consensus Economics, maart 2014 2011 USA (S&P 500) 15,8% 6,7% 7,6% 9,0% 11,4% Europa (DJ Stoxx 600) -1,4% -5,3% 0,2% 11,1% 11,9% Japan (Nikkei 225) -10,9% 18,0% 64,0% 18,3% 9,4% Azië-Pac, ex-Japan 3,2% 1,9% 7,9% 10,9% 10,4% len internationaal opererende bedrijven meer dan tot dusver rekening moeten houden met mogelijke verstoringen in de handelsrelatie met Rusland. In reactie op het Russische optreden werden door de EU en de VS selectieve sancties afgekondigd. Op de Russische financiële markten leidde dat herhaaldelijk tot paniek, waarbij Russische aandelenkoersen en ook de roebel kelderden. Buitenlandse investeerders zetten hun plannen in Rusland op een laag pitje en tegoeden van de clan rond president Poetin bij Europese en Amerikaanse banken werden bevroren. In de laatste week van maart lijkt de annexatie van de Krim een voldongen feit, hoeft de EU ook niet naar zwaardere middelen te grijpen en lijkt de crisis niet verder te escaleren. Beleggers bleken opgelucht dat de Russische president Vladimir Poetin in een toespraak liet weten dat Rusland geen interesse heeft in andere delen van Oekraïne. De internationale beurzen, met name die in New York, sloten de maandag na het referendum op de Krim met aanzienlijke winsten. en investeringen, ten gunste van een sterkere binnenlandse consumptie. Dit zal gepaard gaan met een lager groeiniveau. De transformatie van het land naar een meer consumptiegerichte maatschappij is echter positief voor de lange termijn. De Chinese economie groeide twintig jaar lang in heel hoog tempo, maar dat ging vaak ook ten koste van het milieu. Het is nu tijd voor een realistischere groeiverwachting, maar de herstructureringsmaatregelen zullen naar onze mening niet uitmonden in een harde landing of een recessie. De ontwikkelingen in het schaduwbanksysteem vormen een risico, maar naar onze mening beschikken de Chinese beleidsmakers nog over ruim voldoende middelen om dergelijke risico’s te ondervangen. De risico’s in de Chinese financiële sector nemen echter wel toe, onder andere in de oververhitte vastgoedsector. De afgelopen vijf jaar werd in China steeds meer geleend, terwijl de economie hier steeds minder van profiteerde. De hoeveelheid kredieten steeg jaarlijks gemiddeld zo’n 20%, ruim twee keer zo veel als de groei van de economie. Dat de vastgoedsector te snel groeide bleek ook uit de in veel regio’s te hoge leegstand. Hoewel de Chinese economie de tweede grootste ter wereld vormt, is China is veel minder geïntegreerd in de mondiale financiële markten dan de Verenigde Staten. Daarom zullen problemen in de financiële sector ook minder snel overslaan dan in 2008 met de Lehman-crisis. Emerging Markets Europese banken De Emerging Markets aandelenbeurzen bleken ook het afgelopen kwartaal nog uit de gunst bij beleggers. Berichten over de groeivertraging in China en andere opkomende economieën, alsmede de politieke onrust in Oekraïne en op de Krim leidden ook niet bepaald tot een positieve sentimentwisseling. Dit ondanks het feit dat de aandelenmarkten van de opkomende landen langzamerhand erg goedkoop zijn geworden. Aan het einde van het kwartaal waren voor het eerst enige tekenen van herstel van de geldstromen richting beleggingen in Emerging Markets te zien, maar dat gold vooral voor aandelenbeleggingen. Frontiermarkten presteerden beter dan Emerging Markets in het eerste kwartaal van 2014. De valutavolatiliteit als bron van onrust in de Emerging Markets nam in het afgelopen kwartaal per saldo nog niet af, al was het beeld minder uniform en meer landenspecifiek. De valuta’s uit opkomende markten lagen eerder onder vuur, toen beleggers hun geld terughaalden vanwege de tapering, de afwikkeling van het monetaire stimuleringsprogramma, door de Federal Reserve. Grote Europese banken worden vooruitlopend op centralisering van het bankentoezicht bij de Europese Centrale Bank uitgebreid doorgelicht, de zogenaamde ‘Asset Quality Review’ (AQR). Bij deze stresstest worden de kredieten onderzocht en de waardering van uitstaande kredieten op de balans onder de loep genomen bij uiteenlopende scenario ‘s en nieuwe tegenslagen. Wij zagen al enkele grote Europese banken vooruitlopend op de boekenonderzoeken voor miljarden extra afschrijven. Daartegenover staat dat bij de Spaanse banken het ergste leed in de lokale vastgoedmarkt lijkt te zijn geleden; we zien daar zelfs al weer positieve opwaarderingen en vrijvallende voorzieningen. Daarnaast houden Europese banken tegenwoordig steeds meer kapitaal aan, waardoor ze beter bestand zijn tegen schokken. Indien ze niet over de benodigde buffers beschikken zullen ze extra aandelen-emissies moeten doen om het benodigde kapitaal op te bouwen. Het onderzoek van de ECB leidt begrijpelijkerwijs tot nervositeit, maar is vooral relevant voor banken waarvan eigenlijk al bekend is dat ze tot de zwakke broeders in Europa behoren. Grosso modo staat de Europese bankensector er een stuk beter voor dan vijf jaar geleden. De solvabiliteitsratio’s — de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen — zijn inmiddels bijna twee keer zo hoog als voor de crisis. De Europese bankenunie komt steeds beter in beeld. De Europese regeringsleiders bereikten een akkoord met het Europese Parlement over een gemeenschappelijk Europees afwikkelingsmechanisme voor zwakke banken (gecontroleerd failliet laten gaan, dan wel herkapitalisatie uit een gemeenschappelijk fonds). 2012 2013 2014 2015 China De tragere groei van de economie in China vormde in het eerste kwartaal van 2014 één van de grootste zorgpunten van fondsenmanagers. Het land laat nog steeds een ongekend hoge economische groei zien, van boven 7%, maar cijfers zoals die van de inkoopmanagers van bedrijven duiden er op dat de groei afkoelt. In China sturen beleidsmakers aan op een geleidelijke vermindering van de afhankelijkheid van export 5 k wa r t a a l v i s i e Groei van de winst per aandeel in de verschillende regio’s K WA R T A A L v i s i e Dividendrendement Europese aandelen hoger dan rente op (NL) staatsleningen 8,0 8,0 7,0 7,0 6,0 6,0 5,0 5,0 Dividend yield 4,0 4,0 3,0 3,0 Rente 2,0 2,0 1,0 1,0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 nemingen in opkomende landen worden steeds hoger. Bij de meeste bedrijven is het dividend gerelateerd aan de winstontwikkeling in de vorm van een bepaald percentage van de geschoonde winst (doorgaans 30% à 50%). Op basis van de verwachte winstgroei voor bedrijven in de VS en in Europa van tegen de 10% in 2014 en meer dan deze grenswaarde in 2015, mag de komende jaren ook wel worden uitgegaan van een percentage van circa 9%. Dit bepaalt mede de aantrekkelijkheid van aandelenbeleggingen boven vastrentende waarden bij de huidige lage rente en weerspreekt talloze uitspraken dat de aandelenmarkten te duur zouden zijn. Uitslagen 'surprises' worden minder, en markten worden minder door macro-economie bepaald. Rente Beleggingsimplicaties De lange rente op Nederlandse staatsleningen daalde het eerste kwartaal nog verder tot zelfs onder de 1,8%. De ontwikkelingen op de Krim leidden zelfs nog tot een grotere vraag naar ‘veilige’ Duitse en Nederlandse staatsobligaties. De afname van mondiale onevenwichtigheden en de geleidelijke normalisering van financieringsverhoudingen zal leiden tot een normalisering van de rentestructuur, d.w.z. de rente voor langere looptijden ligt boven die van kortere looptijden. Dit maakt beleggingen in langlopende obligaties risicovol. Wij houden vast aan onze visie dat de kapitaalmarktrente ‘normaliseert’, dus zal stijgen als het positieve groeiscenario voor Europa doorzet. De factoren die de beleggingsmarkten in het eerste kwartaal beïnvloedden, de geopolitieke ontwikkelingen, de daling van de groei in China en de lagere groeicijfers in de VS vanwege het koude weer, leidden niet tot een bijstelling van door ons het in de vorige Kwartaalvisie geschetste positieve basisscenario. Wij menen dat aandelenmarkten wereldwijd niet zijn overgewaardeerd. Daarom blijven aandelenbeleggingen in ons basisscenario onze favoriete categorie. In relatieve zin behouden Europese aandelen onze voorkeur, gebaseerd op de relatief gunstige waardering en de verschuiving van het momentum, hogere groei van de winst per aandeel, richting Europa. De geopolitieke onrust heeft wel tot extra onzekerheid geleid en de aandelenmarkten opnieuw teruggeworpen. Het adagium tot nu toe is echter nog steeds: ‘buy on the dips’. Sinds eind 2008 heeft de markt 19 marktcorrecties van meer dan 5% gezien, waarna de S&P 500 index vervolgens weer naar volledig herstel en naar nieuwe koersrecords kroop. Wij houden beleggingen in de Emerging Markets aan, al zijn onze posities daar relatief lager gewogen dan onze standaardweging. Wij zien ook nog steeds een enorme liquiditeit in de markt. Zo is er ook veel geld beschikbaar voor beleggingen in Private Equity. We zien ook het aantal overnames toenemen omdat veel ondernemingen over een goed gevulde oorlogskas beschikken. In deze fase geven wij in onze aandelenselectie een hogere weging aan bedrijven die een hoge omzet- en winstgroei laten zien. Wij verwachten dat in dit klimaat ook small-cap-fondsen het relatief beter zullen blijven doen. In de vastrentende sfeer wordt het steeds moeilijker gunstige rendementen te boeken. Wij houden op termijn rekening met een rentestijging, al zal dat in Europa voorlopig nog niet hard gaan. Variabel-rentende leningen zijn erg populair, maar het aanbod van geschikte debiteuren in deze categorie achten wij gering. De jacht op rendement heeft de risico-opslagen op bedrijfsleningen, boven op de rente op staatsleningen, verder laten krimpen. Goud en grondstoffen Goudbeleggers verloren vorig jaar 28%, maar medio maart staat het edelmetaal al op meer dan 10% winst in Amerikaanse dollars. Een groeiende groep particulieren, met name uit China in India, koopt fysiek goud. De vraag uit India volgt na de importrestricties van vorig jaar die een gevolg waren van betalingsbalansproblemen en de valutaspanningen rondom de roepie. De spanningen op de Krim en de onrust op de valutamarkt stuwen nu de vraag verder op. In februari zagen aanbieders van goud-etf’s de grootste instroom in vijf maanden. Het beeld van de goudmarkt dekt echter zeker niet dat van andere grondstoffenmarkten. Weliswaar doen agricommodities het in het eerste kwartaal ook erg goed, maar industriële metalen, en met name koper, doen het slecht als gevolg van zorgen over de afnemende vraag van China. De olieprijs, en met name de Europese Brent, blijft onder druk liggen ondanks de perikelen tussen Rusland en Oekraïne. De aantrekkelijkheid van dividend Volgens een studie van de Brits-Amerikaanse beleggingsfondsbeheerder Henderson overschrijden ’s werelds 1200 grootste beursbedrijven dit jaar voor het eerst de magische grens van bij elkaar duizend miljard dollar aan dividendbetalingen. Sinds 2009 zijn de dividendbetalingen jaarlijks met gemiddeld 9,4% gestegen. Ondernemingen hebben relatief te weinig geïnvesteerd en beschikken over grote kasposities, voldoende om het dividend nog jaren verder te laten stijgen of om eigen aandelen in te kopen. Ook de dividenduitkeringen van onder- 6 Wim Zwanenburg publiceert met een zekere regelmaat artikelen voor www.iex.nl. Deze artikelen zijn ook terug te vinden op www.stroevelemberger.nl, onder ‘Publicaties’ voor de artikelen. Hij is ook regelmatig te beluisteren op BNR Nieuwsradio, o.a. in het radioprogramma BeursWatch. De beleggingsresultaten De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Groei ontwikkelde zich van € 10,74 eind 2013 naar € 10,75, waarmee het netto beleggingsresultaat in het eerste kwartaal van 2014 uitkomt op 0,1%. Over het gehele kalenderjaar 2013 bedroeg het resultaat +6,6%. De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Behoud ontwikkelde zich van € 10,24 eind 2013 naar € 10,47, waarmee het netto beleggingsresultaat in het eerste kwartaal van 2014 uitkomt op 2,1%. Over het gehele kalenderjaar 2013 bedroeg het resultaat +2,4%. Koersontwikkeling Fondsen Groei en Behoud sentiment voor de Emerging Markets oversloeg naar de VS en Europa. De tragere groei in China was hier één van de onderliggende factoren. De inkoopmanagersindex (die een vooruitlopende indicator is voor de economie) daalde tot beneden 50, wat op een lager groeipad duidt. De Chinese beurs, gemeten aan de Hang Sengindex, daalde in het eerste kwartaal met 4,6% tot 22.151. Daar kwam later dan nog bij, dat de Chinese overheid de koers van de renminbi wat meer vrijheid geeft, zodat deze niet alleen maar kan stijgen tegenover de dollar. Een andere factor, die de beurs onder druk zette, waren de bedrijfsresultaten, of beter gezegd, de vooruitzichten die de bedrijven voor 2014 bij de presentatie van de jaarcijfers afgaven. De vooruitzichten voor 2014 vielen de markt tegen. Analisten stelden hierop de cijfers over de winstgroei voor 2014 bij van boven 10% tot onder 10%. Ook in de VS werden economische cijfers gerapporteerd die tegenvielen. Twee maanden op rij kwamen de cijfers over de arbeidsmarkt lager uit dan verwacht. De markt verkeerde derhalve in onzekerheid of niet alleen de tweede economie in de wereld (China), maar ook de eerste (de VS), wel zou herstellen van het slechte weer. De Amerikaanse beurs, gemeten aan de S&P 500, daalde in januari van een top van 1850 naar 1750, maar kon zich vanaf medio februari herstellen en eindigde op 1.872, de hoogste stand van het kwartaal. De financiële markten in het eerste kwartaal van 2014 De beurskoersen bleven in het eerste kwartaal per saldo nagenoeg onveranderd. Evenwel, er was sprake van een duidelijk verschil tussen de beurzen van de VS en Europa enerzijds, die een kleine plus lieten zien, en die van de Emerging Markets en Japan aan de andere kant. Vooral de laatste kende een uitermate negatieve ontwikkeling (-10%). De grondstoffenmarkten konden zich enigszins herstellen van de zeer teleurstellende resultaten van 2013. De dollar bleef in het eerste kwartaal van 2014 nagenoeg onveranderd. De per saldo zijwaartse ontwikkeling van de beurzen, verhulde evenwel de forse schommelingen gedurende de afgelopen 3 maanden. De beurzen begonnen sterk, onder invloed van de positieve vooruitzichten voor de wereldwijde economische groei. Na een aanvankelijk sterk begin, (de AEX steeg van 402 naar 409, maar eindigde het kwartaal op 403) moesten de beurzen eind januari inleveren, toen het negatieve markt- De Europese beurzen gingen mee in de wereldwijde daling in de tweede helft van januari, maar hadden na het aanvankelijke herstel, vervolgens in maart last van de geopolitieke spanningen, naar aanleiding van de ontwikkelingen in Oekraïne. Vooral de Duitse beurs (DAX) moest het ontgelden, gegeven de relatie met Rusland. De Dax noteerde ultimo maart per saldo onveranderd op 9.556. De Russische beurs zelf verloor dit jaar 14%. In Europa werd de negatieve stemming op de Duitse beurs teniet gedaan door de uitstekende resultaten van de beurzen van de Zuid-Europese landen. De beurs van Madrid steeg bijvoorbeeld van 9.916 tot 10.341, ofwel met 4,3%. De Griekse beurs liep zelfs met bijna 15% op. Het dal in de groei in de Zuidelijke lidstaten van de eurozone lijkt gepasseerd en de beurzen zijn optimistisch over een verder herstel. Noch de berichten over mogelijke deflatie na de daling van de inflatiecijfers, noch de hernieuwde politieke onrust in Italië, konden de beurzen per saldo van hun positieve stemming afbrengen. De overeenstemming over de bankenunie maakt dat het 7 k wa r t a a l v i s i e Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen beleggingsbeleid vertrouwen van de markt in Europa verder werd versterkt. De Duitse beurs echter, die in 2013 binnen Europa een koploper was, moest terrein prijsgeven na de gebeurtenissen op de Krim. Alleen de beurzen in Oost-Europa kwamen nog verder onderuit. Japan kende een zeer slechte start van 2014. De Chinese groeiafvlakking, samen met de twijfels over de economische groei in verband met de aangekondigde BTW-verhoging, zorgden voor een daling van de Nikkei van 8%. Na de forse verliezen in 2013 volgde in het eerste kwartaal van 2014, een herstel van de grondstoffenmarkten. Vooral goud, gas en agricommodities lieten een positieve ontwikkeling zien. De goudprijs herstelde, na de daling van 28% in 2013, met 6,4%. De wereldwijde onzekerheden leidden tot een omslag in het sentiment rond de goudprijs. Industriële metalen daalden op de groeiafvlakking in China en de olieprijs steeg nauwelijks, ondanks de Russische interventie in de Krim. De Dow Jones UBS grondstoffenindex steeg met ruim 6% en was daarmee de best renderende beleggingscategorie in euro’s in het eerste kwartaal van 2014. Obligaties lieten in het eerste kwartaal een uitstekende performance zien. De index voor Nederlandse staatsleningen steeg met 2,7%. Per saldo daalde de 10 jaars rente op Nederlandse staatsleningen tot 1,94%. De rentedaling in Europa had een tweetal redenen. Belangrijk was de onzekerheid rond Oekraïne en de Krim. Dit leidde tot een vlucht naar veiligheid. Daarnaast krijgt het deflatiegevaar in Europa steeds meer de aandacht van de ECB, de Europese Centrale Bank. De Europese inflatie ligt inmiddels op 0,5%, ruim onder de doelstelling van juist beneden 2%. Het aantrekken van de wisselkoers van de euro tegenover de dollar en andere valuta, helpt hier natuurlijk ook niet. Naar verwachting zal de ECB de komende tijd een aantal maatregelen nemen om een stagnatiescenario te vermijden. Op de obligatiemarkt gaat de zoektocht naar rendement onverminderd voort. Het vertrouwen dat Europa uit het dal klimt, maakte dat er veel vraag was naar staatsleningen van Zuid-Europese landen. Ook achtergestelde leningen en obligaties van (Zuid-) Europese banken met een lagere kredietrating waren in trek. 8 Aangezien de VS voorloopt in de economische cyclus, daalde de rente daar minder dan in Europa. De nieuwe voorzitter van de centrale bank, mevrouw Yellen, heeft indicaties gegeven over het tijdspad waarop de steun aan de markt (het opkopen van obligaties) wordt teruggebracht en over het moment dat de eerste verhoging van de officiële rentes verwacht mag worden. De markt gaat er nu van uit dat dit laatste medio 2015 zal plaatsvinden. Het rendement op 10 jaars treasuries ligt nu op 2,74%. Hieronder treft u een tabel aan met de performance in euro’s van de verschillende aandelenbeurzen en obligatiemarkten, evenals van de Europese vastgoed- en grondstoffenindex. Prestaties in Euro's Geheel 2012 Geheel 2013 Eerste kwartaal 2014 Nederlandse staatsleningen 5,80 (2,08) 2,83 Europese staatsleningen in euro's 11,73 2,39 4,14 Aggregaat Europese obligatiemarkt (*IG) 7,91 (0,56) 2,98 Europese bedrijfsobligaties (*IG) 9,59 4,26 (2,51) Internationale aandelen (MSCI World) 14,05 21,20 1,24 Europese aandelen 17,29 19,82 2,08 Aandelen in de eurozone 19,31 23,36 2,76 Amerikaanse aandelen 11,78 24,24 1,31 Aandelen Emerging Markets 16,41 (6,81) (0,45) Vastgoed Eurozone (EPRA) 29,24 6,54 3,51 Grondstoffen (DJ UBS) (2,66) (13,49) 6,95 Fundshare SBB Groeifonds N.B. 6,16 0,07 Fundshare SBB Behoudfonds N.B. 0,77 2,13 * IG = Investment Grade beleggingsbeleid Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen Groei De aandelenmarkten fluctueerden aanzienlijk in het eerste kwartaal van 2014. Ondanks de problemen op de Krim en de vraagtekens bij de economische ontwikkeling in China en de VS, konden de aandelenmarkten een minuscuul plusje laten zien. De koers van het Groeifonds steeg met 0,1%. Het belegd vermogen kwam ultimo maart uit op € 6,8 miljoen. Wereldwijd fluctueerden de aandelenbeurzen in het eerste kwartaal aanzienlijk. Per saldo gebeurde er echter weinig met de beurskoersen. De geopolitieke spanningen rond de Krim en Oekraïne, de signalen van een groeivertraging in China en de extreme koude in de VS, die de economie (tijdelijk) negatief beïnvloedde, speelden de beurzen van tijd tot tijd parten. Onze positieve visie op de aandelenbeurzen voor 2014 kon in het eerste kwartaal nog niet gerealiseerd worden. Wij houden evenwel vast aan het positieve basisscenario voor aandelen, dat wij aan het begin van het jaar publiceerden. De aandelenmarkten zijn niet overgewaardeerd. De winstgroei van de bedrijven ligt op bijna 10%. De rente op obligaties blijft lager dan normaal, wat de afweging tussen beide beleggingscategorieën in het voordeel van aandelen doet uitvallen. Wij verwachten dat de economische groei dit jaar boven die van 2013 zal uitkomen. De vooruitkijkende indicatoren, zoals de inkoopmanagerindex in Europa en de VS, bevestigen dit beeld. De Stroeve Beheerd Beleggen Groeiportefeuille kende eind eerste kwartaal 2014 de navolgende verdeling: Het portefeuillebeleid uit het vierde kwartaal werd ook in het nieuwe jaar doorgetrokken. De positie in de Emerging Markets werd verder afgebouwd. Was het eerder de afbouw van de marktsteun van de Amerikaanse centrale bank die een rol speelde, nu waren het vooral de vraagtekens bij de economische groei in China en de ontwikkelingen op de Krim, die de beurzen van de Emerging Markets deden dalen. De uitstroom van kapitaal uit de Emerging Markets, die in mei 2013 inzette, hield ook aan in het eerste kwartaal van 2014. Per eind maart was het fonds nog voor slechts 4% belegd in Emerging Markets. Echter, deze beurzen zijn inmiddels goedkoop geworden, zodat verwacht mag worden dat de markt op termijn weer interesse zal tonen. De economische groei in de Emerging Markets blijft aanzienlijk hoger dan die in de westerse wereld. De beheerder zal dan ook te zijner tijd hierop inspelen. Zoals eerder in dit verslag besproken, neemt de attractiviteit van dividend steeds verder toe. De trend naar hogere dividenduitkeringen van bedrijven en de trend van inkoop van eigen aandelen door bedrijven met grote kasposities, is vooral in de VS zichtbaar. De beheerder speelde hierop in door het aankopen van fondsen die hiervan kunnen profiteren. De positie in algemene indexfondsen werd daartegenover verminderd. Een voorbeeld van deze aankopen is de positie die genomen werd in de AdvisorShares TrimTabs Float Shrink ETF. Deze ETF belegt in Amerikaanse aandelen uit de Russel 3000 index, die recent (de afgelopen 120 dagen) eigen aandelen inkochten. Hierbij wordt rekening gehouden dat de inkoop van eigen aandelen gebeurt uit de vrije kasstroom en niet via financiering. Tevens is een selectiecriterium dat de inkoop niet ten laste gaat van een verslechtering van de balans van het bedrijf (leverage ratio). Verdeling activa in portefeuille Stroeve Beheerd Beleggen Groeiportefeuille per 31 maart 2014 1,7% 11,8% 1,1% 29,9% 17,7% Aandelen Europa (direct) Aandelen Emerging Markets 12,4% 4,1% Europese aandelenfondsen, actief en passief Overige (via ETF MSCI World) 21,3% Amerikaanse aandelenfondsen, actief en passief Aandelen VS (direct) Overige Liquiditeiten 9 Toelichting aankopen beleggingsbeleid Hieronder lichten wij de aankopen toe van bedrijven die wij in het eerste kwartaal in de portefeuille hebben opgenomen. Adidas Bij de presentatie van de jaarresultaten meldde ook Adidas dat het worstelt met de impact van de wisselkoersen op de bedrijfsresultaten. De sterke positie van de euro ten opzichte van de dollar speelt de onderneming niet in de kaart en ook de ontwikkeling van de valuta’s van opkomende markten drukte de resultaten. Voor 2014 verwacht de Adidasgroep niettemin een hoge enkelcijferige omzetstijging, die de winst tussen de € 830 miljoen en € 930 miljoen zal brengen op een omzet van € 15 miljard. Het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië zal de resultaten van Adidas echter flink opvijzelen. Met de prognoses voor 2014 bleef de onderneming achter bij de ramingen van analisten, maar over het vierde kwartaal van 2013 versloeg Adidas de concensus nog ruimschoots. De Adidasgroep is de op één na grootste fabrikant van sportschoenen en –kleding. Het ‘eigen’ Adidasmerk is goed voor 75% van de omzet, waaraan ook een belangrijke bijdrage wordt geleverd door de merken Reebok en TaylorMade-Adidas golfkleding, clubs en andere assesoires. De Adidas groep heeft een keurige spreiding over de verschillende continenten, waarbij het 16% van de omzet realiseert in Azië buiten China, 11% in ‘Groot China’, 13% in Oost-Europa en 10% in Latijns Amerika. Wij menen dat de impact van de wisselkoersen op de resultatenontwikkeling van de Adidasgroep een zaak van de korte termijn zal zijn en dat de sterke merkpositie de ontwikkeling van de bedrijfsresultaten op langere termijn positief zal beïnvloeden. In dat licht achtten wij de waardering van het aandeel attractief. Amazon.com is in 1994 begonnen als een onlineboekenverkoper, maar onder de bezielende leiding van Jeff Bezos, uitgegroeid tot een gigantisch onlinewarenhuis, dat goed is voor meer dan 5% van de Amerikaanse retailomzet en meer dan 25% van de Amerikaanse onlineverkopen. Mede door de internationale expansie, kwam de totale omzet van Amazon. com in 2013 uit op $ 74,45 miljard, opnieuw een omzetgroei van meer dan 20%. Van de totale omzet verkocht Amazon. com USD 9,6 miljard voor derden, door middel van het beschikbaar stellen van het eigen handelsplatform en distributiebedrijf. Amazon.com is dus geen simpele online-retailer meer, maar steeds meer de partij waarmee op de technolo- 10 gietrends van ‘Big Data’ en de ‘transition to the cloud’ wordt ingespeeld. Zo draagt het onderdeel Amazon Web Services (AWS) sterk bij aan de omzetgroei. Amazon.com beschikt zelfs over een groot cashflowoverschot, vanwege het verschil in betaaltermijnen tussen debiteuren en crediteuren. De beurskoers van Amazon is de afgelopen jaren sterk gestegen. Beleggers en analisten kijken bij de waardering van het aandeel nauwelijks naar traditionele waarderingsmaatstaven, zoals de koers-winstverhouding, maar vooral naar de omzetgroei en de operationele (free) cashflow. Ondanks het tegenvallende vierde kwartaal van 2013, wordt voor 2014 toch nog wel een omzetgroei van meer dan 20% verwacht. Wij zagen dan ook in de koerscorrectie een gunstig instapmoment voor beleggers die een belang willen nemen in een onderneming die sterk profiteert van de nieuwe technologietrends (Big Data en cloud-computing) en toenemende online-verkopen. Estée Lauder Na de grootscheepse herstructurering van de afgelopen vier jaar, is de invloed van de familie Lauder bij het cosmeticaconcern Estée Lauder weliswaar afgenomen, maar nog steeds merkbaar aanwezig. Met de solide basis die door de familie is gelegd, is het voor het huidige management mogelijk om de marktpositie van het concern in het topsegment van de wereldwijde cosmeticamarkt verder uit te bouwen. Het boekjaar 2014 is in ieder geval gestart met een ambitieuze hoeveelheid lanceringen van nieuwe producten, waarbij vooral de parfumdivisie ruime aandacht kreeg. Estée Lauder wil minder afhankelijk worden van de succesvolle merken in huidverzorging en make-up. Ook haarverzorging zal dit jaar weer verder uitgebouwd worden. Estée Lauder behaalde in 2013 een omzet van meer dan $ 10 miljard. De thuismarkt in de VS is nog steeds de belangrijkste markt voor Estée Lauder, maar de internationale omzet neemt snel toe. De portefeuille bestaat uit de merken M.A.C, Bobbi Brown, Clinique, Origins, Tommy Hilfiger, Ermenegildo Zegna, Aveda en Bumble and Bumble. Voor een aantal van deze merken heeft Estee Lauder exclusieve licenties van andere concerns in bijvoorbeeld de modebranche. Google is zonder meer de meest tot de verbeelding sprekende technologie-onderneming van het afgelopen decennium. Waarschijnlijk ook de meest innovatieve. In ieder geval is Google zeer ambitieus. De in 1998 opgerichte zoekmachine ING Groep is steeds beter gepositioneerd om het door de EU afgedwongen herstructureringsproces, naar aanleiding van de in 2008 en 2009 ontvangen overheidssteun af te ronden. In november 2012 bereikte de groep, tezamen met de Nederlandse staat, een overeenkomst met de Europese Commissie om de voorwaarden te versoepelen. ING heeft inmiddels de meeste van zijn Aziatische verzekeringsactiviteiten afgestoten, terwijl ook al belangen van de Amerikaanse verzekeringsactiviteiten zijn verkocht via een nieuwe beursnotering in de VS, waarbij een tweede tranche van deze verkoop meer dan 50% meer opbracht dan de eerste nieuwe notering. In de VS zullen de belangen verder worden gereduceerd. ING heeft ook een definitief akkoord bereikt over de verzelfstandiging van het eigen pensioenfonds. In ruil voor een eenmalig storting van € 549 miljoen in het pensioenfonds hoeft ING in de toekomst niet meer bij te springen bij eventuele tekorten en zijn verplichtingen afgekocht. Operationeel zijn de bank en verzekeringsactiviteiten inmiddels al volledig gescheiden, maar het is nog niet duidelijk wanneer de Europese verzekeringsactiviteiten (Nationale Nederlanden) naar de beurs zullen worden gebracht. ING wil de komende jaren minder groeien in hypotheken en alle ruimte voor groei de komende jaren inzetten om meer kredieten te verstrekken aan het middenen kleinbedrijf. De bank zal met zakelijke kredieten en op persoonlijke leningen aan particulieren, zonder hypothecair onderpand ook hogere marges kunnen behalen en ook de kredietverlening beter kunnen spreiden. De bank denkt de kredietverlening met 4% per jaar te kunnen opvoeren. De staatshulp is bijna afgelost. Uiterlijk in mei volgend jaar moet de laatste tranche van ruim € 1 miljard worden afbetaald. Mogelijk vervroegt ING deze betaling. Daarna kunnen de aandeelhouders eindelijk weer dividend verwachten, voor het eerst na het interimdividend van 2008. ING denkt vanaf 2015 minimaal 40% van de winst uit te kunnen keren. Priceline De Amerikaanse internetonderneming Priceline is geen gewoon onlinereisbureau, maar het bedrijf is in het bezit van technologisch geavanceerde, gepatenteerde distributiecapaciteit en diepgaande kennis van consumentenvoorkeuren. Niet alleen van de Amerikaanse consument, want in Amsterdam is het bekende Booking.com het grootste Europese onlinereisbureau en 100% dochter van Priceline gevestigd. Dat een enorme hoeveelheid gegevens – ‘Big Data’- en een groot aantal cliënten veel waard kunnen zijn, bleek onlangs nog maar eens, toen Facebook bereid bleek $ 19 miljard te betalen voor de overname van WhatsApp. De hoeveelheid gegevens over reisverkeer en persoonlijke voorkeuren, stijgt met de dag. Het netwerk van aangeboden accommodaties dat Priceline daarbij kan benutten groeit exponentieel. Priceline is de afgelopen jaren, op basis van een dominante marktpositie in de onlinereisbranche, de uitstekende groeivooruitzichten voor het toerisme in Azië en de klinkende bedrijfsresultaten, een extreem profijtelijke belegging gebleken. Toch vinden wij de huidige waardering van het aandeel, gezien de achterliggende omzet- en winstcijfers, niet buitensporig. De verwachte omzetgroei weegt voor veel beleggers op tegen de risico’s van een daling van de winstgevendheid en de toenemende concurrentie. Beleggers kijken meer naar de omzetontwikkeling en nemen voor lief dat het management de hoge winstmarge opoffert, om de concurrentiepositie van het bedrijf verder te versterken. Priceline.com presteerde de afgelopen jaren voortdurend beter dan analisten hadden verwacht. Een recente terugval van de koers, beschouwden wij als tijdelijk en als een goede koopgelegenheid. Prosafe Oliemaatschappijen besteden veel geld om bestaande velden langer in productie te houden door inzet van nieuwe locatieen winningstechnieken, zoals 3D-drilling. Zelfs bij oude velden worden nieuwe putten geboord, waardoor ze met ‘redevelopment’ een langer leven krijgen. Daarbij zijn soms honderden werknemers tegelijk betrokken. In plaats van een booreiland zelf uit te rusten met grote accommodaties voor huisvesting, is het voordeliger om dit tijdelijk te huren en naast de booreenheid af te meren. Het Noorse concern Prosafe is met 11 eenheden de grootste onafhankelijke operator van accommodation platforms: zelfdrijvende platforms voor ondersteuning en huisvesting bij offshore olie- en gasvelden. Voor de 11 beleggingsbeleid voor het internet, heeft een bereik gekregen naar miljarden consumenten en het dagelijks leven is zo goed als ondenkbaar zonder Google. Google beschikt over steeds meer data en zal daarmee ook kunnen inspelen op de trend dat steeds meer apparaten ‘intelligent’ worden (“Internet of Things”). De bulk van de omzet van Google is nog steeds afkomstig van de advertentiemarkt. Met AdWords & AdSense heeft Google een stevige greep op de advertentiemarkt en een duidelijk concurrentievoordeel. Google heeft meer dan $ 53 miljard in kas. Door de verkoop van Google van de Motorola telefoonbusiness aan Lenovo, zullen de winstvooruitzichten verder verbeteren, omdat Motorola nog steeds verlies maakte, na in 2012 door Google te zijn overgenomen. beleggingsbeleid komende jaren ziet de markt voor accommodatieplatforms er goed uit. Van de grote olievondsten van de laatste jaren is de helft offshore, in zee. Er is veel activiteit voor de kustgebieden bij Brazilië, West-Afrika en Mexico, terwijl in de Noordzee veel herontwikkeling plaatsvindt. Prosafe voorziet de komende jaren ook een sterke groei in Zuidoost-Azië en Australië, al blijft de olie- en gaswinning een cyclische sector. Het orderboek van Prosafe is goed gevuld en ook voor de 4 in aanbouw zijnde nieuwe accommodatieplatforms zijn al orders voor 2015 binnengekomen. Balanstechnisch ziet het bedrijf er gezond uit en dividendtechnisch is het aandeel Prosafe zeker interessant. Prosafe streeft er naar om jaarlijks 75% van de nettowinst uit te keren. Sinds 2011 keert Prosafe een kwartaaldividend uit, berekend in $, maar uitgekeerd in Noorse Kronen. Het laatste kwartaaldividend werd verhoogd naar 16,44 dollarcent. Aan het einde van het kwartaal noteerde het aandeel een dividendrendement (op jaarbasis) van circa 7,5%. Met een verwachte dividendgroei van meer dan 15% per jaar, achtten wij Prosafe een aantrekkelijke belegging. Starbucks is ‘s werelds grootste keten van koffiehuizen, met ruim 20.000 vestigingen in 64 landen, waaronder meer dan 11.000 in de Verenigde Staten en 1.000 in Canada. De overige vestigingen zijn wereldwijd, op alle continenten, te vinden. Er werken circa 182.000 mensen. Starbucks Corporation werd in 1971 in Seattle opgericht, maar het maakte pas een grote sprong voorwaarts vanaf 1987, toen ondernemer Howard Schultz de koffieketen onder zijn hoede nam en de eerste Starbucksvestigingen buiten Seattle werden geopend. In het in september 2013 afgesloten boekjaar, groeide de netto-omzet van Starbucks met 12% naar $ 14,9 miljard. Mondiaal steeg de omzet in de langer dan een jaar open zijnde vestigingen, met 7%. De nettowinst steeg met 24,3% naar $ 1,7 miljard, de winst per aandeel met 23% naar $ 2,20. Eind 2012 kocht koffieketen Starbucks de Amerikaanse theeverkoper Teavana voor $ 620 miljoen. Starbucks heeft plannen om van Teavana een echt trendy barconcept te maken, vergelijkbaar met de eigen koffiezaken. Starbucks genereert nog steeds een enorme pricing power over de eigen dranken en het eigen assortiment en het voorziet voorlopig nog geen marktverzadiging. Voor een onderneming die jaar in jaar uit een omzetgroei van meer dan 10% laat zien, een groei van de winst per aandeel van meer dan 18%, veelal meer dan 20%, én een rendement op het eigen vermogen van meer dan 30%, wordt op de beurs een forse premie betaald, maar de hoge waardering wordt voortdurend ondersteund door een aanhoudende stroom van positieve bijstellingen van de winstprognoses en de ramingen van de winst per aandeel door analisten. 12 Gilead Sciences is een biotechnologisch en farmaceutisch bedrijf dat zich toelegt op het ontwikkelen en commercialiseren van innovatieve geneesmiddelen en therapieën in het domein van medische behoeften waarin nog niet is voorzien. Het bedrijf heeft een sterke focus op het verbeteren van de zorg voor patiënten die aan levensbedreigende ziekten lijden, zoals HIV. Daarbij werkt het ook samen met farmabedrijven als Bristol-Myers Squibb en Roche. De overname van Pharmasset in 2011 voor $ 11 miljard, wordt door velen gezien als een succesvolle acquisitie. De onderneming heeft een sterke pijplijn, mede door het in december 2013 gelanceerde Sovaldi, een middel voor de behandeling van hepatitis C (virale leverontsteking) waarvan veel wordt verwacht. Sovaldi genereerde in de eerste maand dat het op de markt was al meer dan $ 100 miljoen omzet en voor geheel 2014 zijn er ramingen van een omzet van $ 3 tot $ 5 miljard. De testresultaten van het medicijn zijn sterk, ook in combinatie met andere geneesmiddelen, maar politici in het Amerikaanse Congres en andere critici, stellen dat Gilead onredelijke prijzen vraagt voor Sovaldi. Door analisten wordt Gilead Sciences als een veelbelovend groeiaandeel gepositioneerd. De marktomstandigheden voor de risicomijdende Behoudportefeuille waren gunstig in het eerste kwartaal. Het netto beleggingsresultaat bedroeg +2,1%. Het vermogen onder beheer lag eind maart 2014 op ruim € 4,3 miljoen. Het beleid in de portefeuille was gericht op een verdere opbouw van het belang van individuele obligaties in de portefeuille. Het deel van de portefeuille in individuele leningen, verdubbelde bijna naar 46%. Het deel van de portefeuille dat wordt belegd in beleggingsfondsen, daalde daardoor van 75% eind 2013, naar 52% aan het eind van het eerste kwartaal. De beheerder is van plan deze strategie voort te zetten in de rest van het jaar. Wel zal altijd een deel van de portefeuille in indexfondsen belegd blijven, om snel te kunnen handelen in onvoorziene omstandigheden. De positie in de obligaties van Emerging Markets werd volledig afgebouwd. Het vertrouwen van beleggers in de Emerging Markets bereikte in het eerste kwartaal een dieptepunt met de problemen in ondermeer China, Turkije en de Krim. De beheerder speelde hierop in door de posities in Emerging Markets- obligaties te verkopen. De posities in Europese staatsleningen bleven nagenoeg onveranderd en bedroegen eind maart 20% van de portefeuille. De beleggingen in zogeheten high yieldleningen lagen op bijna 15%. De positie in liquide middelen was minimaal, gegeven de sterke performance van de obligatiemarkten. In het eerste kwartaal werden 9 nieuwe obligaties aangekocht. Daarmee komt het aantal individuele obligaties uit op 20. Dit komt de spreiding in de portefeuille ten goede. Het betrof vooral emissies van zowel bedrijfsleningen van banken, als niet financiële instellingen. Veelal was sprake van coupures van € 100.000, derhalve uitgiftes voor de institutionele markt. Ook werd (semi) overheidspapier gekocht. Er werd vooral gekocht in het middellange segment van de rentecurve (looptijden varieerden van 2021 tot 2026). Daarnaast werd in de bancaire sector (beperkt) ingespeeld op de uitgifte van achtergestelde leningen. Wij vinden de risico’s zeker opwegen tegen de rendementen, nu de bankenunie een feit is en de Asset Quality Review, voordat de ECB de rol van toezichthouder overneemt, de grotere banken er toe aanzet om schoon schip te maken. De coupon van de Danske banklening bedraagt 5,75%; de coupon van de Rabocertificaten zelfs 6,5%. Wij verwachten ook in het nieuwe kwartaal dat er emissies van dit papier zullen blijven plaatsvinden. Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer, In de onderstaande tabelBeleggen treft uBehoud een per volledig overzicht van de Stroeve Beheerd 31 maart 2014 verdeling over de verschillende obligatiecategorieën aan: Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer, Stroeve Beheerd Beleggen Behoud per 31 maart 2014 4,4% 0,9% 1,2% 5,0% 4,7% Bedrijfswaarden (via indexbeleggingen) 18,7% Bedrijfswaarden High Yield (via index) Bedrijfswaarden Individueel 15,6% 15,2% Europese Staatsleningen (via index) Garantienote 100% Liquiditeiten 34,3% Rabo certificaten Var. Achtergestelde lening Var.rentende lening We zagen voorts dat een belangrijk deel van de emissies plaatsvond door debiteuren uit Zuid- Europese landen. Nu het vertrouwen in een goede afloop daar is teruggekeerd, is het voor beleggers aantrekkelijk om te profiteren van de hogere rendementen in die regio. Het beleid in 2014 zal onveranderd erop gericht blijven om te profiteren van aantrekkelijke obligatie emissies met een coupure van € 100.000 nominaal. Deze minimale inschrijving is vaak voor de individuele particuliere belegger te groot, tenminste als men op een verantwoorde manier met het debiteurenrisico van een enkele specifieke lening wil omgaan. De nadruk in het fonds zal onveranderd liggen op een verdere spreiding van debiteuren. Daarmee kan het fonds additionele toegevoegde waarde leveren. De doelstelling is om eind 2014 tenminste 75% van de portefeuille in individuele leningen te beleggen. Stroeve & Lemberger gaat ervan uit dat met het (zeer geleidelijk) aantrekken van de economische groei in Europa, er op termijn een normalisatie van het rentebeleid van de ECB, de Europese Centrale Bank, zal plaatsvinden. Evenwel, de normalisatie van het rentebeleid wordt vooralsnog op de lage baan geschoven nu de inflatie fors is gedaald tot 0,5% 13 beleggingsbeleid Beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen Behoud beleggingsbeleid in maart, ruim beneden het gewenste niveau van juist onder 2%. Dit betekent dat waar in de VS een eerste renteverhoging door de Federal Reserve medio 2015 wordt voorzien, de ECB Risicopremies (in basispunten) Bedrijfsobligaties in euro’s Non-Fin. Financials Niveau eind Dec 2013 Niveau eind Maart 2014 Wijziging in 2013 All 83 81 2 AAA 42 46 -4 AA 45 41 4 A 61 60 1 BBB 111 108 3 All 106 99 7 AAA 30 35 -5 AA 57 52 5 A 85 80 5 BBB 192 176 16 Sen. 71 67 4 14 Sub. 216 202 Corporate All 93 89 4 iTraxx XO / CDX HY 283 290 -7 Bron: Commerzbank 14 waarschijnlijk pas in 2016 zal volgen. De korte rente (bv de rente op spaarrekeningen) zal de komende jaren nog wel laag blijven. In eerste instantie kan die zelfs nog dalen, als de ECB maatregelen neemt om de kans op deflatie te verminderen. Aan het lange einde van de rentecurve, waar het beleid van de centrale bank vooralsnog niet ingrijpt, kan in de loop van 2014 sprake zijn van een andere ontwikkeling. Als de flight naar safety, op basis van de ontwikkelingen in Oekraïne, voorbijgaat en als de ECB succesvol is met haar anti-deflatiebeleid, dan zou de lange rente in Europa de stijging die er in de VS aankomt kunnen volgen, zij het op gepaste afstand. Wij zullen als beheerder van het obligatiefonds actief inspelen op de mogelijke veranderingen in de marktomstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld door het aankopen van obligaties die profiteren van een stijgende lange rente of van het oplopen van het renteverschil tussen kort- en langlopende obligaties. We hebben in 2013, toen de rente tijdelijk steeg tussen mei en september, kunnen zien dat deze obligaties een goed rendement op kunnen leveren. De belangstelling voor deze obligaties duurt, ondanks de recente rentedaling, onverminderd voort. Produktinformatie De twee fondsen van Stroeve Beheerd Beleggen, Groei en Behoud, bieden in combinatie op eenvoudige wijze en tegen lage kosten toegang tot alle beleggingsmogelijkheden. Met de fondsen Stroeve Beheerd Beleggen, FundShare SBB Groei en FundShare SBB Behoud, staat het eigen beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer centraal. Met FundShare (www.fundshare.nl) heeft Stroeve & Lemberger een platform en een partner gevonden om dit te realiseren. FundShare heeft een state-of-the-art infrastructuur, zodat de kosten van beleggen laag zijn en dat de nieuwe fondsen volledig transparant zijn. Stroeve & Lemberger heeft daarbij gekozen om niet voor ieder risicoprofiel een afzonderlijk fonds op te richten, maar voor een tweetal fondsen, een risicovol en een risicomijdend fonds. Iedere belegger kan dan een eigen keuze maken voor ieder gewenst risicoprofiel, door een combinatie van deze twee fondsen. Dit heeft als voordeel dat u meer flexibel bent en kunt schuiven afhankelijk van uw behoefte, uw risicobeleving of de vooruitzichten voor financiële markten. Stroeve & Lemberger beschikt over een vergunning van de AFM. Op de website van www.stroevelemberger. nl treft u bij Stroeve Beheer Beleggen alle informatie aan over de 2 nieuwe fondsen. Dat betreft de prospectus, de Factsheet en de Essentiele Beleggers Informatie (EBi). Stroeve Beheerd Beleggen Groei SBB Groei kent een offensief profiel, gericht op een zo hoog mogelijk rendement. SBB Groei belegt in meerdere beleggingscategorieën zoals aandelen in Europa en Amerika, Emerging Markets-aandelenfondsen, vastgoedbeleggingsfondsen, grondstoffenfondsen en goud. De portefeuille wordt actief beheerd en daarbij vindt een brede spreiding plaats om de risico’s te beperken. Afhankelijk van onze marktvisie, scenarioanalyse en relatieve waardering zullen activa, regio’s of valuta binnen de portefeuille een groter tactisch gewicht krijgen ten opzicht van de strategische (normale) allocatie en wordt ingespeeld op de financiële marktomstandigheden. De nadruk zal in dit fonds evenwel altijd liggen op het beleggen in aandelen en aandelenfondsen. Na uitvoerige analyse van macro-economische indicatoren en trends zoals ‘flow of funds’, wordt daarbij ook gekeken naar bottom-up-signalen, door analyse van bedrijfsresultaten en naar de waardering van individuele aandelen uit diverse regio’s. In de regio’s Europa en de VS wordt veelal direct in aandelen belegd, bij beleggingen in Emerging Markets en in grondstoffen wordt gebruik gemaakt van de specifieke expertise van fondsmanagers. Stroeve Beheerd Beleggen Behoud De voornaamste doelstelling van SBB Behoud is een buffer te vormen die bescherming biedt in tijden dat aandelenmarkten slecht presteren. Een andere belangrijke doelstelling is om inkomen te genereren met de beleggingen. Een strakke risicobeheersing staat voorop. Dit betekent dat wij in tijden van lage effectieve rendementen op leningen ons niet volledig kunnen richten op riskante obligaties in het zogeheten ‘high yield’-segment, of op obligaties uit de Emerging Markets om een hoger rendement te behalen. In een breder gespreide portefeuille vinden wij beleggingen in deze categorieën, mits begrensd, wel acceptabel. SBB Behoud belegt in staatsobligaties, maar ook in bedrijfs- en bancaire obligaties, waarbij de keuze afhankelijk is van de aantrekkelijkheid van de risicoopslag (‘spreads’), afgezet tegen de additionele (debiteuren) risico’s. Ook kan worden belegd in zogeheten ‘Inflation-linked bonds’ en in variabel rentende leningen. Een voordeel van SBB Behoud is dat we voor onze cliënten veelal in individuele namen, vermogenstitels, kunnen beleggen, dus ook in ‘institutionele’ obligaties met coupures van meer dan €100.000,- bij uitgifte kunnen handelen. Wij werken bij het beheer met een visie op de renteontwikkeling en op looptijden (‘modified duration’) en wij houden ook nauwlettend de vraag en aanbod-verhoudingen (‘flow of funds’) in het oog. Kort samengevat, het behoud van vermogen en een stabiel rendement staan voorop bij het beheer van dit fonds. Het juist risicoprofiel Met de twee fondsen van Stroeve Beheerd Beleggen kan door een combinatie van de fondsen Groei en Behoud ieder gewenst risicoprofiel worden gekozen. Portefeuillemanagement In 2014 heeft het portefeuillemanagement van de Fundshare Stroeve Beheerd Beleggenfondsen een wijzing ondergaan. Waar voorheen sprake was van een enkele portefeuillemanager voor beide fondsen is het toegenomen belang van de fondsen aanleiding om een team van beheerders te formeren. De algemene richting van het aan- en verkoopbeleid in de portefeuilles ligt bij Evert Zaat. Hij is binnen de directie van Stroeve en Lemberger verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Voor het Behoudfonds wordt het dagelijkse beleid mede bepaalt en uitgevoerd door Cok Inden. Voor het Groeifonds neemt Tom Stroeve die taak op zich. Wim Zwanenburg is adviseur van beide beleggingsfondsen. Bijgaand treft u meer informatie aan over de portefeuillemanagers. 15 beleggingsbeleid Stroeve Beheerd Beleggen en het FundShare-platform beleggingsbeleid Evert Zaat, macro-econoom en MSc. verzekeringskunde en financial planning, begeleidt zijn cliënten en stuurt het beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger aan. Evert’s leerscholen waren het Ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank. Al zo’n 20 jaar bekleedt hij leidinggevende functies. Evert heeft grote belangstelling voor Behavioral Finance, de psychologie van de particuliere belegger. Daarom staan transparantie en communicatiekracht voor hem centraal in dit vertrouwensvak. Hij ervaart het regelmatig ontmoeten van en uitleg geven aan zijn cliënten als een inspirerende must! Als echte professional hamert Evert op de belangrijkste opdracht aan vermogensbeheer: het in tact houden en beschermen van de reële waarde van de vermogens die wij beheren. Evert Zaat Directeur Cok Inden is een snel denkende en schakelende, door alle ontwikkelingen in het effectenvak gevormde praktijkman. Hij stond vele jaren lang met beide voeten op de beursvloer: van zijn start als pure beginner, tot functies als directeur en (mede) - eigenaar van meerdere hoekmansbedrijven. Op 43-jarige leeftijd neemt Cok afscheid van het hoekmansvak om zijn loopbaan als beleggingsadviseur voort te zetten. Eerst bij Theodoor Gilissen Bankiers en sinds 2006, als senior beleggingssadviseur, voor Stroeve & Lemberger. Cok Inden Senior vermogensadviseur Cok is verantwoordelijk voor de individuele beleggingsadvisering van Stroeve & Lembergercliënten. Hij werkt vaak samen met vermogende particulieren en ondernemers, dga’s die, geheel of gedeeltelijk, zelf de regie willen voeren over hun effectenbeleggingen en hem graag als klankbord wensen te gebruiken. Zijn devies luidt: “Ken je klant”. Cok - een mensenmens – verstaat dit als geen ander. Zijn inzichten en ideeën zijn van grote waarde voor iedere cliënt. Tom Stroeve, inmiddels als zevende generatie Stroeve werkzaam in het effectenvak, is sinds mei 2013 verbonden met Stroeve & Lemberger. Na zijn studie geschiedenis aan de UvA, kreeg Tom een gedegen opleiding in het beleggingsvak bij BinckBank. Tom was er actief als broker en coördinator van de Alex Academy, waar hij verantwoordelijk was voor alle klassikale- en onlinetrainingen. Is de keuze voor het beleggingsvak een kwestie van erfelijke belasting? “Nee”, zegt Tom, “het is zeker geen belasting, want het is elke dag weer een geweldige uitdaging om de beleggingen te kunnen en mogen optimaliseren met combinaties van verschillende beleggingsinstrumenten. Maar wellicht zit de beleggingsinteresse wel in mijn genen”. Tom heeft zijn diploma als DSI effectenhandelaar en DSI beleggingsadviseur. Wim Zwanenburg Senior Beleggingsstrateeg 16 Tom Stroeve Beleggingsadviseur De econoom Wim Zwanenburg is onze lead beleggingsstrateeg bij Stroeve & Lemberger. Een man met een helikopterview, een gepassioneerde professional en een zorgvuldige denker. Na zijn studie werkte hij enkele jaren in diverse beleggingsfuncties bij ABN Amro en Mees Pierson. Daarna was hij lid van meerdere beleggingscommissies van Bank Degroof. Als beleggingsstrateeg treedt Wim, namens Stroeve & Lemberger, regelmatig op bij BNR Nieuwsradio. Ook als deelnemer aan het analistenpanel bij het radioprogramma Voorkennis, geeft hij altijd goed geïnformeerd zijn mening. Met een zekere regelmaat schrijft hij ook columns voor www.iex.nl en andere websites. Wim’s specialiteit is fundamentele analyses op basis van kwantitatieve modellen en Behavioral Finance. Hij is altijd op zoek naar de rationele én de irrationele en emotionele drivers van koersbewegingen en waarde-ontwikkeling. Buiten zijn werk is Wim Zwanenburg actief in meerdere besturen. Wim Zwanenburg is te volgen op Twitter met @beurscommentaar. STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818 Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer www.stroevelemberger.nl [email protected] Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Weesp Nesland 1-V 1382 MZ Weesp T +31 (0) 294 492 592 F +31 (0) 294 492 593 Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Maastricht Posthoornstraat 69 6219 NV Maastricht T +31 (0) 43 354 1222 F +31 (0) 43 325 9309
© Copyright 2024 ExpyDoc