Download Sectorplan Zorg Haaglanden

Sectorplan Zorg
Regio Haaglanden
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt
Inhoudsopgave
Raamwerk Sectorplannen Zorg .................................................................................................... 3
1. De sector zorg en welzijn in beeld ........................................................................................... 9
1.1 Analyse van de arbeidsmarkt .............................................................................................. 9
1.2 Het arbeidsmarktbeleid ..................................................................................................... 17
1.3 Samenwerking ................................................................................................................... 18
2. Doelstellingen van het sectorplan ......................................................................................... 20
3. Uitwerking van het Thema Scholing ...................................................................................... 22
Thema 1: Ontwikkeling van competenties van medewerkers ............................................ 24
Thema 2: Gekwalificeerde Scholing op hogere / andere kwalificatie................................. 28
4. Uitvoering ............................................................................................................................... 32
4.1 Aanvraagprocedure ........................................................................................................... 32
4.2 Organisatie en coördinatie ................................................................................................ 32
4.3 Administratie ..................................................................................................................... 33
4.4 Tijdsplanning ...................................................................................................................... 33
4.5 Liquiditeitsprognose .......................................................................................................... 34
5. Begroting................................................................................................................................. 35
5.1 Begroting per maatregel .................................................................................................... 35
5.2 Financieringsplan ............................................................................................................... 35
5.3 Totaalbegroting Sectorplan ............................................................................................... 35
Bijlage 1 Dit doet Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt ........................................................... 36
Bijlage 2 Factsheet regio Haaglanden ......................................................................................... 40
Bijlage 3 Onderbouwing tarieven................................................................................................ 43
Bijlage 4 Antwoorden vragenbrief………………………………………………………………………………………….46
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
2/50
Raamwerk Sectorplannen Zorg
1. Inleiding
In 2013 is door het ministerie van SZW de subsidieregeling ‘Cofinanciering Sectorplannen’
geïntroduceerd. Het betreft een generieke regeling, die beoogt maatwerk in sectorplannen
mogelijk te maken. Sectorplannen zijn bedoeld voor het oplossen van arbeidsmarktknelpunten
op het niveau van een sector, branche of arbeidsmarktregio. De 1e tranche van de regeling is
opengesteld van 1 oktober tot en met 31 december 2013. In deze 1e tranche zijn door partijen
in de zorg 8 sectorplannen ingediend bij SZW, 2 landelijke plannen en 6 regionale plannen.
Inmiddels is ook de 2e tranche opengesteld. Deze loopt van 1 april tot en met 31 mei 2014.
Voor deze tranche zijn voor de zorg verschillende plannen in voorbereiding, zowel landelijke
als regionale.
De 8 ingediende zorgplannen voor de 1e tranche worden op dit moment nog beoordeeld door
SZW. In het kader daarvan zijn door SZW aan alle 8 aanvragers aanvullende vragen gesteld,
waaruit afgeleid kan worden dat de ingediende plannen op essentiële onderdelen nog
ontoereikend zijn. Dit heeft er toe geleid dat de minister van SZW en de staatssecretaris van
VWS gezamenlijk betrokken partijen (sociale partners en vertegenwoordigers van regionale
werkverbanden in de zorg) hebben uitgenodigd voor overleg over de sectorplannen. Op 11
maart 2014 heeft dit overleg plaatsgevonden. Uitkomst van dat overleg is dat een werkgroep,
waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn, aan de slag gaat om een raamwerk te
maken, dat als uitgangspunt kan dienen voor de sectorplannen in de zorg, zowel voor de reeds
ingediende plannen in de 1e tranche als de nog in te dienen plannen voor de 2e tranche.
Omdat de tijd dringt en de maatregelen uit de sectorplannen zo snel mogelijk uitgevoerd
moeten worden, dient het raamwerk er binnen een maand na het bovenstaande overleg te
liggen.
Dit raamwerk dient niet gezien te worden als een integraal sectorplan voor de gehele zorg,
maar fungeert als kader voor de plannen uit de 1e tranche, die met name betrekking hebben
op de langdurige zorg, en de nog in te dienen plannen voor de 2e tranche. Voor de plannen uit
de 1e tranche fungeert het daarmee ook als uitgangspunt voor de beantwoording van de
vragen die door SZW zijn gesteld. Overigens worden met dit raamwerk niet alle door SZW
gestelde vragen volledig beantwoord. Dit raamwerk heeft betrekking op de samenhang tussen
de arbeidsmarktanalyse en de in te zetten maatregelen, op de afstemming tussen de
verschillende plannen in de zorg, op het openstellen van de maatregelen in de plannen en op
de garantstelling.
Met dit raamwerk wordt het mogelijk dat de zorg volop gebruik maakt van de subsidieregeling
´Cofinanciering Sectorplannen´. Daarvoor wordt door het zorgveld zelf € 100 miljoen
uitgetrokken, aangevuld met € 100 miljoen vanuit het ministerie van SZW. Daarmee kunnen
niet alle (negatieve) arbeidsmarktgevolgen voor werkgevers en werknemers van de
hervormingen in de (langdurige) zorg voor werkgevers en werknemers worden opgevangen,
maar het kan daar wel een wezenlijke bijdrage aan leveren.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
3/50
2. Arbeidsmarktanalyse en maatregelen
Uit de arbeidsmarktanalyse moet blijken wat de arbeidsmarktknelpunten zijn en of de
maatregelen waarvoor cofinanciering wordt gevraagd een oplossing bieden voor de
geconstateerde arbeidsmarktknelpunten. Uit de hieronder beschreven uitdagingen volgen ook
de arbeidsmarktknelpunten waar zowel de landelijke branches als de arbeidsmarktregio’s met
maatregelen bijdragen aan een oplossing daarvan. De maatregelen in de sectorplannen staan
voor alle instellingen in de sector, branche of arbeidsmarktregio open. De in gang gezette
hervormingen in zowel de cure als de care, ondersteund door de afgesloten akkoorden tussen
kabinet en veldpartijen, hebben de komende jaren aanzienlijke effecten op zowel werkgevers
als werknemers. Drie uitdagingen staan daarbij centraal en vragen om gerichte maatregelen.
1. Verlies werkgelegenheid: in de AER is becijferd dat op macroniveau tot en met 2015
36.000 banen verloren gaan in de care (exclusief de alfahulpen). In feite gaan meer
banen verloren, omdat de 36.000 het saldo van plussen en minnen is. Het verlies aan
werkgelegenheid wordt onder andere veroorzaakt door de bezuiniging van 40% op de
huishoudelijke hulp. Dit betreft vooral de onderkant van de arbeidsmarkt, waarvoor
binnen de zorg niet of nauwelijks andere mogelijkheden zijn. Echter ook door de
bezuiniging van 25% op begeleiding en 15% op verzorging raken werknemers hun baan
kwijt. Daarnaast dreigt door de extramuralisatie verlies aan werk voor zowel de
ondersteunende diensten als het cliëntgebonden personeel, werkzaam in een
intramurale setting. Het precieze aantal medewerkers waarvoor in de zorg geen baan
meer zal zijn, is niet exact te bepalen, ook omdat het financiële beeld nog niet vast
staat. Echter is wel duidelijk dat het om tienduizenden mensen zal gaan. Het is zaak
voor deze werknemers passende arbeid te vinden. Voor de werkgever is dit ook van
belang om de kosten van ontslag te beperken.
2. Transities op microniveau: als gevolg van de hervormingen in de langdurige zorg zullen
de komende jaren veel werknemers te maken krijgen met een transitie. In de AER is
becijferd dat het kan gaan om 200.000 werknemers (inclusief het bovengenoemde
verlies aan banen op macroniveau). Twee factoren spelen hierbij een centrale rol. Ten
eerste zal een groter deel van de zorg via gemeentelijke aanbestedingstrajecten
verlopen, waardoor werkgelegenheid van de ene werkgever overgaat naar een andere
werkgever. Ten tweede dient de zorg op een andere manier verleend te worden
(extramuralisering, meer nadruk op zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk, meer
werken in wijkteams, nieuwe zorgconcepten). Veel werknemers hebben op dit
moment niet de vereiste competenties om deze nieuwe manier van zorg verlenen
adequaat uit te voeren, waardoor voor hen het verlies van werk dreigt.
Naast de transities in de langdurige zorg, zijn ook de veranderingen in de curatieve
zorg van belang. Daarbij gaat het onder andere om concentratie van ziekenhuiszorg,
verplaatsing van tweedelijns ziekenhuiszorg naar de eerstelijn en de introductie van de
basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ. Nieuwe functies worden hierdoor gecreëerd en
voor bestaande functies zijn aanvullende competenties vereist. Werknemers zullen
hierin mee moeten gaan, anders dreigt verlies van werk.
3. Jongeren behouden voor de zorg: door de hervormingen en bezuinigingen zijn de
baankansen in de zorg voor jongeren de komende jaren niet rooskleurig. Er zijn
beduidend minder vacatures en als jongeren al een baan vinden is het een flexibele
baan die weinig zekerheid biedt. De jongeren zijn echter ook hard nodig in de zorg,
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
4/50
vanwege de op termijn weer toenemende vraag naar zorg en het gegeven dat de
vervangingsvraag de komende jaren zal toenemen als gevolg van pensionering.
Bij deze uitdagingen dient men zich te realiseren dat er sprake is van sectorale en regionale
diversiteit. Dit zijn niet de enige uitdagingen voor de arbeidsmarkt in de zorg, maar de
komende jaren wel de belangrijkste. In het kader van de sectorplannen is het belangrijk om
focus aan te brengen in de te nemen maatregelen. Anders dreigt versnippering en is de
effectiviteit van de maatregelen in het geding.
Om die reden beperken de sectorplannen in de zorg zich tot de volgende maatregelen:
1. Mobiliteits- en Van-werk-naar-werktrajecten voor personeel dat boventallig dreigt te
worden.
2. Scholing van werknemers, van wie de functie verloren dreigt te gaan, maar die in staat
zijn om een andere functie binnen de zorg adequaat uit te voeren, mits ze daarvoor
aanvullende scholing krijgen. Het gaat daarbij om scholing gericht op
competentieontwikkeling en vaardigheden, om opscholing en om scholing gericht op
versterking van de arbeidsmarktpositie.
3. Instroomtrajecten voor jongeren: hierbij gaat het onder andere om innovatieve
beroepspraktijkvorming, begeleidingskosten van werkgevers bij stages met uitzicht op
een baan van jongeren met een afgeronde opleiding onder de voorwaarden genoemd
in de regeling, waarbij oudere vakkrachten benut kunnen worden in een coachende
rol.
De consequentie hiervan is dat de reeds ingediende plannen opgeschoond dienen te worden.
In de zin dat maatregelen die niet te herleiden zijn tot bovengenoemde maatregelen uit de
sectorplannen gehaald worden. Voor de nog in te dienen sectorplannen heeft het dezelfde
consequentie. Ook deze plannen bevatten alleen maatregelen die daar onder te brengen zijn.
3. Taakverdeling tussen landelijke en regionale maatregelen
De maatregelen waar de sectorplannen in de zorg zich op gaan focussen komen in alle voor de
1e en 2e tranche ingediende en in te dienen plannen voor, zowel in de landelijke als de
regionale plannen. Dit geeft voor een ieder onduidelijkheid. Voor SZW omdat niet duidelijk is
welke werknemers en werkgevers met welke plannen geholpen worden, voor de aanvragers
omdat niet duidelijk is op welke werkgevers ze zich moeten richten, voor de werkgevers omdat
niet duidelijk is bij welk plan ze zich het beste kunnen aansluiten. Het is belangrijk om voor een
ieder duidelijkheid hierin te creëren.
Dit raamwerk voorziet erin dat de Mobiliteits- en Van-werk-naar-werk-trajecten door de
sectorplannen op landelijk niveau gedekt worden en de maatregelen gericht op Scholing en
Instroom jongeren door de regionale sectorplannen. Daar hoort ook een verdeling van het
beschikbare budget van € 100 miljoen (inclusief overhead) bij, € 32,5 miljoen voor de
Mobiliteits- en Van-werk-naar-werk-trajecten en € 67,5 miljoen voor Scholing en Instroom
jongeren gezamenlijk. Deze bedragen hebben betrekking op de sectorplannen uit zowel de 1e
als de 2e tranche.
De consequentie hiervan is dat de sectorplannen herverkaveld dienen te worden. Maatregelen
gericht op Scholing en Instroom jongeren in de landelijke plannen dienen zoveel mogelijk
overgeheveld te worden naar de regionale plannen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
5/50
Maatregelen gericht op Mobiliteits- en Van-werk-naar-werk-trajecten in de regionale plannen
dienen overgeheveld te worden naar de landelijke plannen. Een één-op-één-overheveling is
niet altijd mogelijk, ook niet gezien de beperkte tijd die er voor dit raamwerk is en de hoogte
van de in te zetten middelen. Uitgangspunt bij zowel de landelijke als de regionale plannen is
dat ze open staan voor alle zorginstellingen in de branche, respectievelijk de regio.
Ten behoeve van de verdeling van de beschikbare middelen zijn verdere afspraken gemaakt
over de verdeling van de landelijke middelen over de betrokken branches en de regionale
middelen over de betrokken regio’s. Wat betreft de landelijke plannen wordt er voor gekozen
om alles onder te brengen in het plan van het A&O-fonds VVT. Daarmee heeft dat plan
betrekking op de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg, op de Gehandicaptenzorg en op de
Geestelijke Gezondheidszorg. De globale verdeling tussen de drie sectoren is daarbij als volgt:
62% voor de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg, 25% voor de Gehandicaptenzorg en 13%
voor de Geestelijke Gezondheidszorg.
De verdeling van de beschikbare middelen voor de regionale plannen over de regio’s is
opgenomen in onderstaande tabel.
Tabel 1: verdeling financiële middelen over de regio’s
Regionaal werkverband
Care2care
deRotterdamseZorg.nl
SIGRA
Transvorm
Utrecht Zorg
VBZ-KAM
Ventura Plus
Viazorg
WGV Zorg en Welzijn
WGV Zorg en Welzijn ZHZ
WZW
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
Arbeidsmarktregio’s
Holland Rijnland
Midden-Holland
Rijnmond
Groot Amsterdam
Zaanstreek Waterland
Helmond de Peel
Midden Brabant
Noordoost Brabant
West-Brabant
Zuid-oost Brabant
Midden Utrecht
Oost Utrecht
Gooi en Vechtstreek
Zuid Kennemerland
Friesland
Zeeland
Achterhoek
IJsselvechtstreek
Stedendriehoek
Twente
Drechtsteden
Gorinchem
Food Valley
Midden-Gelderland
Rivierenland
Zuid-Gelderland
Bedrag (*1.000)
€ 3.102
€ 4.709
€ 4.556
€ 9.957
€ 6.165
€ 2.875
€ 2.634
€ 1.555
€ 7.907
€ 1.608
€ 4.622
6/50
Regionaal werkverband
Zorg aan Zet
Zorgplein Noord
Zowelwerk
ZorgZijn Werkt
ZWplus
TOTAAL
Arbeidsmarktregio’s
Midden Limburg
Noord Limburg
Zuid Limburg
Drenthe
Groningen
Flevoland
Haaglanden
Zuid-Holland Centraal
Noord Holland Noord
Bedrag (*1.000)
€ 4.572
€ 4.349
€ 1.574
€ 4.868
€ 2.449
€ 67.500
4. Garantstelling
Aanvragende partijen in de zorg zijn niet in staat om te voldoen aan de vereiste garantstelling
conform artikel 2.2 van de Regeling ‘Cofinanciering sectorplannen’. Op basis van de aan te
vragen cofinanciering is een totale garantstelling van € 80 miljoen vereist. Afgesproken wordt
dat het samenwerkingsverband, conform de regeling, garant staat, maar dat het financiële
risico daarvan door VWS afgedekt wordt onder de volgende voorwaarden:
 Er komt een stuurgroep met alle betrokken partijen waarin de uitvoering van de plannen
nauwlettend wordt gevolgd.
 Indien er minder activiteiten/trajecten uitgevoerd dreigen te worden, wordt dit tijdig
gemeld en wordt de aanvraag, in overleg met SZW, door de betrokken aanvrager naar
beneden bijgesteld.
 VWS stelt zich garant jegens SZW voor terugvorderingen die het gevolg zijn van het feit
dat minder dan 60% van de aangevraagde activiteiten uitgevoerd zijn in de
subsidieperiode, conform artikel 5.1 derde lid van de regeling.
 Elk bedrag dat VWS daadwerkelijk betaalt in het kader van de garantstelling, wordt in
mindering gebracht op het Budgettair Kader Zorg, onderdeel langdurige zorg, van 2017.
De precieze invulling daarvan vindt plaats na overleg met de betrokken
brancheorganisaties.
5. Tot slot
Met dit raamwerk hebben betrokken partijen nadere uitgangspunten geformuleerd ten
aanzien van de sectorplannen in de zorg, zodat de uitvoering van de plannen zo snel mogelijk
gestart kan worden. Het raamwerk zal voor wat betreft de reeds ingediende plannen gebruikt
worden voor bijstelling van de plannen (opschoning en herverkaveling) en tevens voor de
beantwoording van een deel van de vragen die door SZW zijn gesteld. Voor wat betreft de nog
in te dienen plannen in de 2e tranche dient het raamwerk als vertrekpunt. In de korte
tijdspanne die er voor dit raamwerk beschikbaar was, konden echter niet alle relevante zaken
tot in detail worden uitgewerkt. Dit betekent dat bij de uitvoering van de plannen nog zaken
geregeld moeten worden. Om die reden wordt er een stuurgroep geformeerd, bestaande uit
alle betrokken partijen, die oplossingen kan bieden voor opkomende knelpunten bij de
uitvoering van de sectorplannen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
7/50
6. Ondertekening
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
8/50
1. De sector zorg en welzijn in beeld
1.1 Analyse van de arbeidsmarkt
In de sector zorg en welzijn in regio Haaglanden werkten in 2012 circa 69.480 mensen (bron:
CBS, PGGM, bewerking Etil). Dit is circa 17% van de totale werkgelegenheid in de regio. De
sector is daarmee de op een na grootste sector in Haaglanden. De grootste sector binnen de
regio is overheid en onderwijs (20%). Andere belangrijke sectoren zijn zakelijke dienstverlening
(14%) en handel en reparatie (14%).
Tabel 1.1: Werknemers in de sector zorg en WJK Haaglanden, 2009 en 2012
Zorg en Welzijn
2009
2012
Aantal medewerkers Nederland
1.178.600
1.267.210
Aantal medewerkers regio Haaglanden
65.100
69.480
Gemiddeld aantal uren per week regio
Haaglanden
25,2
26,3
Gemiddelde leeftijd medewerkers regio
Haaglanden
40,6
40,5
Bron CBS, PGGM, bewerking Etil
Tabel 1.2: Werknemers in de sector zorg en WJK naar branche, Haaglanden, 2012*
Branches
Ziekenhuizen
Aantal
werknemers
2012
Deeltij
d Gemiddelde
factor
leeftijd
Aandeel
55+
Aandeel Aandeel
Aandeel
35- vrouwen allochtonen
12.380
0,80
40,7
14%
34%
79%
24%
GGZ
6.790
0,80
42,9
20%
29%
71%
22%
Gehandicaptenzorg
5.820
0,74
39,1
13%
41%
82%
17%
21.420
0,65
42,8
21%
27%
89%
32%
Zorg overig
Jeugdzorg
8.140
0,74
40,5
14%
34%
77%
24%
2.510
0,89
37,3
9%
48%
81%
26%
Kinderopvang
7.210
0,72
33,8
7%
60%
95%
27%
WMD
Totaal zorg en WJK
Haaglanden
Totaal alle sectoren
Haaglanden
Totaal zorg en WJK
Nederland
Totaal alle sectoren
Nederland
5.210
0,75
41,1
17%
33%
72%
36%
69.480
0,73
40,5
16%
35%
83%
27%
494.510
0,82
39,7
15%
37%
47%
28%
1.267.210
0,71
40,8
16%
34%
84%
15%
7.332.890
0,80
39,5
15%
37%
47%
18%
VVT
* Voor de kenmerken van werknemers is gebruik gemaakt van gegevens over 2010.
Bron: CBS, PGGM, bewerking Etil
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
9/50
Figuur 1.1: Samenstelling aantal banen zorg en WJK naar branche, 2012
In tabel 1.2 en figuur 1.1 is de bijdrage van de VVT branche voor wat betreft de
werkgelegenheid duidelijk zichtbaar, terwijl juist deze branche ingrijpend geraakt wordt door
hervormingen en bezuinigingen. Om zorg en welzijn ook in de toekomst betaalbaar te houden
voert het kabinet een ingrijpende wijziging van het stelsel door en worden forse bezuinigingen
opgelegd. Deze stelselwijzigingen en bezuinigingen hebben op korte termijn enorme personele
gevolgen voor de sector. Tegelijk met de gevolgen van dit beleid heeft de sector op
middellange en langere termijn te maken met belangrijke kwalitatieve en kwantitatieve
ontwikkelingen.
Op hoofdlijnen zijn er 4 ontwikkelingen die in samenhang met elkaar dienen te worden
aangepakt:
1. Opvangen bezuinigingen
Op de rijksbegroting wordt structureel meer dan 5 miljard op zorg en welzijn bezuinigd. De
caresector (langdurige zorg) wordt daarbij zeer hard getroffen maar ook de cure, de jeugdzorg,
de welzijnssector en de kinderopvang hebben te maken met omvangrijke bezuinigingen en de
gevolgen van vraagvermindering door verhogingen van eigen bijdragen en uitgavenplafonds.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
10/50
Tabel 1.3: Uitbreidingsvraag branches zorg en WJK, Haaglanden, 2013-2017
Werkveld
GGZ
Personele regionale
Gevolgen
(uitbreidingsvraag)
+200
Gehandicaptenzorg
+70
Ziekenhuizen
VVT
+20
-1.370
Jeugdzorg
Kinderopvang
Welzijn
TOTAAL
-400
-770
-960
-2.960
Toelichting
Als gevolg van de extramuralisering eerst sterke
afname in werkgelegenheid in 2014 en 2015,
daarna beperkte groei
Als gevolg van de extramuralisering eerst sterke
afname in werkgelegenheid in 2014 en 2015,
daarna beperkte groei
Beperkte groei
Als gevolg van de extramuralisering en het
schrappen van de hulp bij het huishouden
Als gevolg van bezuinigen en efficiencykortingen
Als gevolg van de verhogingen eigen bijdrage
Als gevolg van bezuinigen en efficiencykortingen
Bron: Etil
De totale uitbreidingsvraag voor de sector zorg en WJK in de regio Haaglanden is gedurende de
periode 2013-2017 negatief met 2.960 personen. In het jaar 2015 is de (negatieve) invloed van
de beleidsmaatregelen voor de langdurige zorg en ondersteuning sterk zichtbaar. In de GGZ,
Gehandicaptenzorg en Ziekenhuizen wordt op termijn uitbreiding verwacht ten opzichte van
2013. Voor het merendeel van de branches geldt echter dat op korte termijn een teruggang in
personeel onvermijdelijk is. Tevens is de positieve uitbreidingsvraag dusdanig laag dat het
eindsaldo negatief blijft. In feite gaan meer banen verloren, omdat de genoemde 2.960 het
saldo van plussen en minnen is.
In de VVT is de afname van de uitbreidingsvraag de komende jaren het sterkst zichtbaar. Bij de
interpretatie van deze ontwikkeling is het van belang om te realiseren dat er in de VVT
meerdere beleidsmaatregelen door elkaar heen spelen. Zo is er in de langdurige zorg vanaf
2015 sprake van een verschuiving van intramurale naar extramurale zorg. Hierdoor nemen de
middelen voor de thuiszorg toe, terwijl de middelen in de verpleging en verzorging juist sterk
afnemen. Daarbij wordt in de thuiszorg ook de huishoudelijke hulp verleend. Hierop wordt in
het regeerakkoord met ingang van 2015 juist sterk bezuinigd (40%).
Bovenstaande bevindingen worden op hoofdlijnen ondersteund door landelijk onderzoeken en
rapportages:

Het Landelijk Onderzoek Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (OAZW)
Het OAZW heeft maart 2012 een landelijke toekomstverkenning opgesteld voor VOV
personeel.“Arbeidsmarktprognoses van VOVpersoneel in Zorg en Welzijn 2011-2015,”
waarin de komende tekorten vooral centraal stonden. Opgeteld verwacht het OAZW dat in
2017 in Zorg en Welzijn 30.000 mensen met een VOV-kwalificatie ‘over’ zullen zijn op de
arbeidsmarkt. Dit betreft zowel medewerkers die boventallig zijn geworden als ook
leerlingen die na afronding van de opleiding geen baan zullen krijgen. Er is echter geen
sprake van een gelijkmatige daling van de vraag. In 2015 neemt de vraag met ruim 42.000
personen af ten opzichte van het jaar ervoor om vervolgens weer licht toe te nemen. Deze
sterke daling is het gevolg van beleidsmaatregelen in het Regeerakkoord die in dat jaar
worden ingevoerd.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
11/50
Voor de meeste VOV-kwalificaties neemt de vraag over de periode 2012-2017 af. De vraag
naar zorghulp (niveau 1) neemt het sterkst af (gemiddeld 6,2% per jaar). Dit is het gevolg
van de budgettaire korting op huishoudelijke hulp. Ook de vraag naar helpende zorg en
welzijn (niveau 2) en verzorgende (niveau 3) neemt sterk af. Voor Verzorgende (niveau 3)
is op dit moment in regio Haaglanden het beeld wisselend; een aantal werkgevers geeft
aan dat er nu juist behoefte ontstaat aan dit kwalificatieniveau, terwijl bij anderen de
vraag op korte termijn juist laag is. Niet voor alle kwalificaties neemt de uitbreidingsvraag
af. Zo neemt de vraag naar verpleegkundigen (niveau 4 en 5) toe.
Binnen dit landelijk onderzoeksprogramma is daarnaast eind 2013 een Regionaal
Tabellenboek opgesteld. In dit Tabellenboek wordt voor de 28 subregio’s relevante
arbeidsmarktinformatie gepresenteerd in een tiental tabellen. In regio Haaglanden zag de
werkgelegenheid naar branche er in 2012 als volgt uit:
Tabel 1.4: werkgelegenheid naar branche in FTE, 2012
Branche
Ziekenhuizen
Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT)
Gehandicaptenzorg
Jeugdzorg
Kinderopvang
Welzijn en maatschappelijke dienstverlening (WMD)
Overige zorg
TOTAAL
Aantal FTE
9.700
5.500
13.300
4.200
2.200
4.800
3.900
6.000
49.600
Zichtbaar is dat in de regio Haaglanden VVT de grootste bron van werkgelegenheid is
binnen de zorg- en welzijnssector, terwijl juist in die branche de komende jaren flink
gekrompen wordt en de gevolgen van de extramuralisering groot zijn.
 Gezamenlijk regionaal arbeidsmarktonderzoek door RegioPlus
Eind 2013 zijn in opdracht van RegioPlus 28 regionale arbeidsmarktonderzoeken opgesteld
(RegioPortretten), mede aan de hand van data vanuit het OAZW). In aanvulling hierop is
tevens aan regionale zorg- en welzijnsorganisaties gevraagd in hoeverre zij zich, voor hun
eigen organisatie, herkennen in de doorrekening van de huidige situatie. Hierna volgt een
samenvatting van de bevindingen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
12/50
Samenvatting
Dit betreft een samenvatting van de arbeidsmarktrapportage voor de werkgeversvereniging
ZorgZijn Werkt. De arbeidsmarktrapportage is gebaseerd op:


de kwantitatieve arbeidsmarktprognose voor 2013-2017 voortkomend uit het
gezamenlijk regionaal arbeidsmarktonderzoek door RegioPlus;
23 interviews met zorg- en welzijnswerkgevers om het beeld vanuit de kwantitatieve
prognose aan te vullen.
De belangrijkste uitkomsten zijn als volgt:
1. Krimp groter dan verwacht
De kwantitatieve prognose laat een krimp zien van de werkgelegenheid door
beleidsmatige en/of economische veranderingen van 2.960 personen. Werkgevers zelf
houden echter rekening met mogelijk een nog sterkere krimp. Daarnaast lijkt volgens
hen de vervangingsvraag, zoals deze is ingeschat door het onderzoeksbureau, te hoog:
veel tijdelijke contracten zijn inmiddels opgezegd en de crisis beperkt de uitstroom, of,
zoals een werkgever het zegt: “de arbeidsmarkt zit op slot.” De grotere krimp in de
personeelsbehoefte en de lagere vervangingsvraag resulteren in een kleinere
wervingsbehoefte en daarmee een ruimere arbeidsmarkt.
2. Onduidelijkheid overheerst
Veel financiële en inhoudelijke kaders voor de komende periode zijn onduidelijk
waardoor personeelsplanning zelfs voor dit jaar lastig is. Op dit moment hebben
werkgevers bijna geen externe vacatures, maar ook (nog) geen formele
boventalligheid. Zij vrezen dit echter wel en werken hard om dit te voorkomen.
3. Krimp op alle niveaus bij zorgkwalificaties, maar vooral op lagere niveaus
De krimp gaat bijna op alle functieniveaus plaatsvinden, maar vooral op de lagere
niveaus. Vooral Zorghulp niveau 1 en Helpende Zorg en Welzijn niveau 2 hebben het
moeilijk op de arbeidsmarkt. Alleen wat betreft Verpleegkundige (niveau 4 en 5) wordt
een (licht) positieve uitbreidingsvraag verwacht. De verandering in de gemiddeld
hogere zorgzwaarte is de belangrijkste oorzaak voor deze tendens. Voor Verzorgende
(niveau 3) is op dit moment het beeld wisselend; een aantal werkgevers geeft aan dat
er nu een ruimere arbeidsmarkt is en bij andere is een krapte zichtbaar.
4. Leer-werktrajecten worden minder aangeboden
Werkgevers willen graag een leerbedrijf blijven, maar de ruimte voor het aanbieden
van leer-werktrajecten lijkt gemiddeld genomen kleiner te worden. Ook al wil een
aantal werkgevers hetzelfde aantal of meer leerwerktrajecten blijven aanbieden, het
merendeel ziet het aantal toch verminderen. Als leer-werktrajecten aangeboden
worden, dan is dat vaak voor eigen medewerkers om ze door te scholen naar een
volgend niveau om hen zo te kunnen behouden.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
13/50
Kijkend naar de regionale uitbreidingsvraag per VOV-kwalificatie zien we de hoogste negatieve
uitbreidingsvraag terug op niveau 1 en 2. Voor een deel van deze medewerkers biedt
doorscholing naar een hoger niveau mogelijkheden tot behoud voor de huidige werkgever,
dan wel voor de sector. Voor een deel is ontslag onvermijdelijk. Ook opscholing van niveau 3
naar 4 en van niveau 4 naar 5 biedt mogelijkheden en maakt dat de interne mobiliteit (ook op
onderliggende niveaus) bevorderd wordt. Opscholing vormt dan ook 1 van de thema’s van het
sectorplan. De grootste behoefte ligt echter bij competentie verbeterende maatregelen.
Tabel 1.5: Uitbreidingsvraag werknemers met een VOV-kwalificatie, Haaglanden, 2013-2017
werknemers
(VOV) 2012
werknemers
(VOV) 2017
Abs. ontw.
2012-2017
% Ontw.
2012-2017
Verpleegkundige (niveau 5)
2.910
3.190
280
10%
Verpleegkundige (niveau 4)
7.900
8.090
190
2%
Verzorgende (niveau 3)
9.620
9.000
-620
-6%
Helpende zorg en welzijn (niveau 2)
1.990
1.830
-160
-8%
Zorghulp (niveau 1)
3.710
2.920
-780
-21%
Sociaal pedagogische hulpverlening (niveau 5)
4.960
4.710
-250
-5%
Sociaal cultureel werker (niveau 5)
610
560
-50
-8%
Sociaal cultureel werker (niveau 4)
180
170
-20
-8%
Maatschappelijk werk en dienstverlening (niveau 5)
2.120
1.940
-180
-8%
Sociaal maatschappelijke dienstverlening (niveau 4)
210
200
-10
-7%
Pedagogiek (niveau 5)
1.390
1.310
-80
-6%
SAW (niveau 4)
5.020
4.720
-310
-6%
SAW (niveau 3)
1.990
1.880
-100
-5%
42.620
40.530
-2.080
-5%
Totaal VOV-personeel
Bron: Etil

Arbeidsmarktrapporten UWV en ROA
In 2013 brachten UWV en ROA landelijke onderzoeksrapporten uit met
arbeidsmarktprognoses naar 2014 resp. 2018. Beide onderzoeksrapporten bevestigen dat
de zorgsector als banenmotor van Nederland hapert als gevolg van de vele bezuinigingen
en de komende jaren zal krimpen. Aanvullend op de AER verwacht de ROA (2013) dat op
zeer specifieke functies tekorten kunnen ontstaan. Voorbeelden die worden genoemd zijn
artsen, doktersassistentes, medisch analisten en medisch laboranten.
Relatie met de maatregelen in dit sectorplan
Om nog meer ontslagen te voorkomen focussen de maatregelen in dit sectorplan zich op het
zoveel als mogelijk behouden van personeel door:
 medewerkers te ondersteunen om hun competenties verder te ontwikkelen. Hiervoor is
thema 1 (ontwikkeling van competenties) opgenomen.
 medewerkers voor te bereiden op de hogere/andere kwalificaties die noodzakelijk zijn.
Hiervoor is thema 2 (scholing op hogere/andere kwalificaties) opgenomen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
14/50
2.Gevolgen extramuralisering
Een belangrijk onderdeel van de kabinetsplannen is er op gericht meer verantwoordelijkheid
voor zorg en welzijn te leggen bij burgers -en hun sociale omgeving- zelf. In samenhang
daarmee zal het aantal intramurale plaatsen in de Verzorging, de GGZ en (Verstandelijk)
Gehandicaptenzorg fors afnemen en de extramurale zorg (thuiszorg) toenemen.
Onderstaand overzicht bevat een doorrekening van het aantal medewerkers in de
arbeidsmarktregio Haaglanden waarvoor de extramuralisering in ieder geval consequenties zal
hebben.
Tabel 1.6: Doorberekening gevolgen extramuralisering
Werkveld
GGZ
Gehandicaptenzorg
Verpleging en Verzorging
TOTAAL
Betrokken medewerkers regio Haaglanden
extramuralisering
1.475
2.370
3.960
7.535
De werkzaamheden van deze medewerkers zullen (onder andere als gevolg van
aanbestedingen) anders worden gefinancierd of op een andere plek of bij een andere
werkgever moeten worden aangeboden. Dit vraagt om andere kwaliteiten en competenties,
maar vooral ook om een andere 'mindset' van betrokken medewerkers. Activiteiten gericht op
mobiliteit in samenhang met scholing zijn voor deze groep medewerkers van groot belang.
Relatie met de maatregelen in dit sectorplan
 Om medewerkers te ondersteunen om hun competenties verder te ontwikkelen is
maatregel 1 (ontwikkeling van competenties) opgenomen.
 Om medewerkers voor te bereiden op de hogere/anderekwalificaties die noodzakelijk zijn
is maatregel 2 (scholing op hogere/andere kwalificaties) opgenomen.
3.Veranderende zorgvraag
De komende jaren verandert de zorgvraag sterk door de vergrijzing en technologische
ontwikkelingen. De zorgvraag wordt complexer en klantgerichtheid en vraaggestuurd werken
worden steeds belangrijker. Onder invloed van de groeiende rol van mantel- en informele zorg
verschuiven verantwoordelijkheden en rolpatronen. Het omgaan met nieuwe technologieën
vraagt van de medewerkers om specifieke vaardigheden. Vanwege deze grote veranderingen
is een competentiegerichte ontwikkeling van nieuwe en zittende medewerkers noodzakelijk.
Relatie met de maatregelen in dit sectorplan
 Om medewerkers te ondersteunen om hun competenties verder te ontwikkelen is thema
1 (ontwikkeling van competenties) opgenomen.
 Om medewerkers voor te bereiden op de hogere kwalificaties die noodzakelijk zijn is
thema 2 (scholing op hogere kwalificaties) opgenomen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
15/50
4.Vergrijzing en ontgroening
Tegelijk met de huidige bezuinigingen werpen op de middellange en lange termijn de
vergrijzing en ontgroening van de arbeidsmarkt (binnen en buiten de sector) hun schaduw
vooruit. Dit betekent dat op middellange en lange termijn grote aantallen medewerkers de
zorg zullen verlaten en er een enorme vervangingsvraag ontstaat. De sector zorg en welzijn zal
de concurrentieslag moeten aangaan met andere sectoren om voldoende (kwalitatieve)
medewerkers aan te kunnen trekken.
Als we kijken naar de leeftijdsopbouw van de huidige medewerkers in Haaglanden in Zorg en
Welzijn zien we dat op dit moment 15,8 procent 55 jaar of ouder is (2010, Azw.info.nl).
Uitgaande van een pensioenleeftijd van 65 jaar is in 2025 deze gehele groep met pensioen.
Werkgevers beamen het belang om mogelijkheden te blijven bieden tot instroom voor
jongeren. Gezien de beschikbare middelen in de subsidieregeling ‘Cofinanciering
Sectorplannen’, ligt de focus van dit plan echter op maatregelen met als doel het zittend
personeel zoveel als mogelijk te behouden. Voor de (nieuwe) instroom van jongeren wordt het
reguliere opleidingsbeleid zoveel als mogelijk gecontinueerd of wordt gezocht naar mogelijk
andere stimuleringsmaatregelen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
16/50
1.2 Het arbeidsmarktbeleid
Door een aantal oorzaken (onder andere deeltijdarbeid) wordt de arbeidsmarkt voor Zorg en
Welzijn, meer nog dan in andere sectoren, op (sub)regionaal niveau bepaald. Alleen op
regionaal niveau kunnen werkbare afspraken hierover worden gemaakt tussen werkgevers,
werknemers en opleidingen en kan maatwerk worden geleverd.
Daarnaast is ook de brede sectorale (brancheoverstijgende) benadering van groot belang. De
transitie in de sector zorg en welzijn hebben tot gevolg dat medewerkers en organisaties
steeds meer transmuraal werkzaam zullen zijn. De veranderende arbeidsmarkt vraagt om
nieuwe en onorthodoxe oplossingen en ideeën. Dit kan alleen worden bereikt als de sector
-branche overstijgend- als geheel met elkaar samenwerkt.
Het regionale en branche overstijgende arbeidsmarktbeleid voor de sector zorg en welzijn in
de arbeidsmarktregio Haaglanden wordt ontwikkeld en uitgevoerd door Werkgeversvereniging
ZorgZijn Werkt. Voor en met de aangesloten organisaties werkt ZorgZijn Werkt aan de
regionale aanpak van vraagstukken op het gebied van strategisch arbeidsmarktbeleid, HRMbeleid, opleiding en imago. Bij Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt zijn 51 zorg- en
welzijnsorganisaties aangesloten. In totaal werken bij deze organisaties ruim 36.200 mensen
(26.426 FTE). Dit is circa 53% van het totaal aantal medewerkers in Zorg en Welzijn in regio
Haaglanden. In bijlage 1 is een beknopt overzicht opgenomen van de activiteiten die door
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt worden uitgevoerd.
De kracht van ZorgZijn Werkt is dat zij aangesloten organisaties concrete en praktische
ondersteuning kan bieden bij het oplossen van personele vraagstukken, maar daarnaast ook
de sector kan bijstaan in strategische en beleidsmatige vraagstukken.
Ondersteunende activiteiten
Zoals uit de bijlage blijkt is Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt op een breed terrein actief.
Een aantal concrete activiteiten zijn binnen het kader van dit sectorplan van bijzonder belang,
omdat zij bij de ontwikkeling, ondersteuning en uitvoering van het sectorplan een belangrijke
rol vervullen. Het betreft:

Arbeidsmarktonderzoek en arbeidsmarktpublicaties
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt volgt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de
opleidingsmarkt op de voet door het doen van onderzoek naar ontwikkelingen op het
gebied van vacatures, personeelsformatie, instroom in opleiding en arbeidsreserves.
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt maakt hiervoor gebruik van haar eigen
rapportagesystemen en maakt daarnaast gebruik van de regioportretten en landelijke
arbeidsmarktprogramma’s. Daarnaast worden de cijfers van regionale
onderwijsinstellingen op regelmatige basis opgevraagd om ook uitspraken te kunnen doen
over de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt

Regionale zorg en welzijn vacaturesite zorgenwelzijnplein.nl
Met maandelijks ongeveer 60.000 unieke bezoekers en gemiddeld circa 2.000 geplaatste
vacatures per jaar (2012-2013) is de site zorgenwelzijnplein.nl dé centrale marktplaats
voor Zorg en Welzijn in Haaglanden. Doordat het merendeel van de regionale vacatures in
de sector zorg en welzijn via zorgenwelzijnplein.nl worden gepresenteerd bestaat er grote
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
17/50
transparantie aan de vraagzijde op basis waarvan activiteiten kunnen worden geïnitieerd
of uitgevoerd.

Regionale netwerken
Tevens is Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt als vertegenwoordiger van haar leden
actief in diverse netwerken, waaronder het business platform Sociale Ondernemers
Haaglanden (SOH). Een uniek platform waarbij managers uit het onderwijs, de overheid en
uit het zorg en welzijn werkveld elkaar opzoeken om kennis uit te wisselen en te
netwerken. Tevens initieert ZorgZijn Werkt zelf enkele netwerken voor zorg- en
welzijnsprofessionals, waaronder het communicatienetwerk en het netwerk mobiliteit.
Ook neemt de vereniging actief deel aan netwerken vanuit regionale brancheverenigingen
(Zorgscala VVT), netwerken gericht op de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt (STRONG)
en netwerken vanuit de overheid (RPA).

Servicepunten Zorg & Welzijn
In regio Haaglanden is het Arbeidsmarktplatform Zorg en Welzijn actief, bestaande uit
vertegenwoordigers van de 3 O’s : ondernemingen, onderwijs en overheid. Mede op
verzoek van het Arbeidsmarktplatform heeft Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt het
initiatief genomen om te komen tot een regionaal gedragen actieplan, het zogenaamde
ZorgZijn Werkt Akkoord. Momenteel worden voorbereidingen getroffen met als doel het
akkoord voor het einde van het jaar te bekrachtigen middels de ondertekening van
belanghebbende regionale partijen. Het akkoord heeft als doel duurzame afspraken te
maken ten behoeve van de regionale arbeidsmarkt.

Samenwerking binnen RegioPlus
Werkgeversvereniging maakt samen met 15 regionale werkgeversorganisaties onderdeel
uit van het landelijk dekkend samenwerkingsverband RegioPlus. Door afstemming,
kennisdeling informatie-uitwisseling vindt intensieve gezamenlijke monitoring van opzet,
ontwikkelingen en resultaten van de sectorplannen plaats.
1.3 Samenwerking
De basis voor dit plan is gebaseerd op samenwerking in de regio. Deze samenwerking vindt
plaats op verschillende niveaus:

Samenwerking tussen werkgevers uit verschillende branches
Op regionaal niveau werken de werkgevers vanuit alle branches (Ziekenhuizen, Verpleging
en Verzorging, Gehandicaptenzorg, Thuiszorg, Geestelijke Gezondheidszorg,
Eerstelijnszorg, Jeugdzorg, Welzijn en Kinderopvang) met elkaar samen om het regionale
arbeidsmarktbeleid voor de sector zorg en welzijn vorm te geven. De overtuiging bestaat
dat de arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn sterk regionaal is bepaald. Activiteiten op
het gebied van instroom en opleiding kunnen het beste op regionaal niveau plaatsvinden.
Door de enorme transitie waarin de sector verkeert is de deze samenwerking de komende
jaren nog belangrijker. De grenzen tussen de eerstelijnszorg en tweedelijnszorg en cure en
care vervagen en alle werkvelden hebben te maken met vergrijzing van het
personeelsbestand en de mismatch tussen competenties van huidige medewerkers en de
competenties die de arbeidsmarkt in de toekomst vraagt.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
18/50

Samenwerking met andere partijen op strategisch niveau
De sector zorg en welzijn staat voor één van de grootste uitdagingen ooit. Door de
bezuinigingen en stelselwijzigingen zal de sector de komende jaren een volledig andere
aanblik krijgen. Met minder mensen zal meer en andere zorg geleverd moeten worden.
Tegelijk zal de vraag naar complexere zorg toenemen. Daarbij dienen zich talloze vragen
aan: welke competenties hebben de medewerkers in Zorg en Welzijn nodig? Op welke
niveaus? Hoeveel medewerkers heeft de sector nodig? En vooral ook: hoe kan worden
voorkomen dat de reorganisaties, die nu bij vrijwel alle zorgorganisaties op de rol staan,
doorslaan waardoor de sector voor jaren ‘uit het lood’ komt te staan.
De sector is zich er van bewust dat een dergelijke omvangrijke transitie alleen in
samenwerking met andere partijen gestalte kan krijgen. Doel is dat een groot aantal
werkgevers, werknemersorganisaties, vertegenwoordigers van de MBO en HBO
opleidingen en vertegenwoordigers van gemeenten betrokken worden en zijn bij de
uitvoering van het sectorplan. In voorbereiding naar het sectorplan is dan ook een
actieteam tot stand gebracht, grotendeels bestaande uit vertegenwoordigers van de
genoemde partijen.

Samenwerking werknemersorganisaties en zorgorganisaties (werkgevers)
De werknemersorganisatie CNV Publieke Zaak ondersteunt de voorgenomen maatregelen
en activiteiten zoals die in dit sectorplan zijn uitgewerkt. Ten behoeve van dit sectorplan
vormen zij samen met de zorgorganisaties een samenwerkingsverband. Tevens is in een
later stadium ook werknemersorganisatie NU’91 aangesloten. Werknemersorganisatie
CNV Publieke Zaak en zorgorganisaties hebben gezamenlijk Werkgeversvereniging ZorgZijn
Werkt aangewezen om in regio Haaglanden als aanvrager voor de cofinanciering te
fungeren.
Concrete resultaten én versterking van de regionale samenwerkingsstructuur
Doel van dit sectorplan is op de eerste plaats een concrete en substantiële bijdrage aan de
problematiek leveren. Daartoe worden in dit sectorplan per maatregel concrete aantallen en
taakstellingen genoemd. Tegelijk -en in samenhang daarmee- wil dit sectorplan ook de
werkgelegenheids- en opleidingsstructuur van de sector in regio Haaglanden versterken.
Doordat per maatregel partijen bij elkaar worden gebracht wordt een basis gelegd voor de
verdere samenwerking in de regio. Het sectorplan biedt daarmee voor de regio de kans om
ook de problemen die op middellange en langere termijn op de sector afkomen beter op te
vangen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
19/50
2. Doelstellingen van het sectorplan
De effecten van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de sector zoals beschreven in
hoofdstuk 1 zijn enorm.
De centrale doelstelling van dit sectorplan is derhalve een substantiële bijdrage te leveren aan
het op een evenwichtige wijze opvangen van de enorme personele veranderingen die in
enkele jaren op de sector afkomen. Tegelijk -en in samenhang daarmee- wil dit sectorplan de
basis leggen voor de samenhangende versterking van de werkgelegenheids- en
opleidingsstructuur van de sector in regio Haaglanden zodat ook een sterke basis wordt gelegd
om de problemen die op middellange en langere termijn op de sector afkomen te kunnen
opvangen.
Bovenstaande kwalitatieve doelstellingen wil de sector bereiken door het uitvoeren van
concrete maatregelen en acties op het thema mobiliteitsactiviteiten1 en scholing.
Er zullen verschuivingen plaatsvinden binnen de financiering van de huidige extramurale
AWBZ, met name naar de WMO en zorgverzekeringswet. De invloed van deze maatregelen
zullen vooral te merken zijn in Geestelijke Gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg en VV&T
(langdurige zorg). In regio Haaglanden worden 7.535 medewerkers in de langdurige zorg
geraakt door de gevolgen van de extramuralisering. Omdat de benodigde competenties voor
het verlenen van intra- naar extramurale zorg sterk verschillen, heeft deze verschuiving ook
gevolgen voor de toekomstige samenstelling van personeel. De benodigde competenties, en
daarmee ook de benodigde kwalificaties, zijn wezenlijk anders . Dit heeft onder andere als
gevolg dat de vraag naar lager gekwalificeerd VOV-personeel de komende jaren afneemt. Deze
afname is het sterkst op niveau 1 (-6,2%) en niveau 2 (-1,5%). Voor een deel van deze
medewerkers is doorscholing naar een kansrijker niveau mogelijk; bijvoorbeeld doorscholing
van niveau 2 naar 3. Daarnaast is bijscholing om aan te sluiten op de benodigde competenties
noodzakelijk.
De kwantitatieve prognose laat in regio Haaglanden een krimp zien van de werkgelegenheid
door beleidsmatige en/of economische veranderingen van 2.960 personen. Gezien de
afspraken omtrent de landelijke en regionale afstemming inzake de maatregelen, focussen wij
ons in dit plan op de doelgroep waar gezien de gevolgen van de extramuralisering andere
competenties en kwalificaties van worden verwacht en waar bij- en/of doorscholing
noodzakelijk is.
In voorbereiding op het sectorplan hebben wij bij regionale zorgwerkgevers in de langdurige
zorg gevraagd de scholingsbehoefte te inventariseren om zo een realistische inschatting te
kunnen maken van de noodzakelijke maatregelen2. Aan deze inventarisatie hebben 13
werkgevers deelgenomen: 8 VVT, 3 GGZ en 2 Gehandicaptenzorg. Hieruit bleek dat 93% van
de scholingsactiviteiten is gericht op de ontwikkeling van competenties en 7% op scholing naar
hogere kwalificaties.
1Zoals
landelijk overeengekomen worden mobiliteitsactiviteiten uitgevoerd door de landelijke brancheorganisaties
Actiz, GZ Nederland en VGN. Derhalve zullen deze activiteiten hier niet verder worden toegelicht (zie hiervoor ook
de toelichting in het raamwerk).
2
Ondanks de focus op de langdurige zorg, staat de regeling ook open voor andere branches die aanspraak willen
maken op scholingsactiviteiten passend binnen de effecten van de arbeidsmarktanalyse.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
20/50
De berekening van het aantal nodige trajecten is gebaseerd op de verdeling voortkomend uit
deze steekproef. Kijkend naar de dekkingsgraad en de verdeling van werkgelegenheid per
branche in regio Haaglanden is de steekproef representatief te noemen.
Idealiter zouden wij middels dit sectorplan alle medewerkers die te maken krijgen met de
gevolgen van extramuralisering de mogelijkheid bieden tot passende bijscholing. Gezien de
beschikbare regionale middelen is dit echter niet mogelijk. Op basis van het voor de regio
beschikbare bedrag en de uitkomsten van de steekproef, is het beschikbare bedrag naar
verhouding verdeeld over de maatregelen.
Doelstelling
Het doel van dit sectorplan is in de arbeidsmarktregio Haaglanden tenminste 3.825
medewerkers te trainen en te ondersteunen om hun competentie te verhogen en
weerbaarheid op de arbeidsmarkt te verhogen. Daarnaast worden tenminste 310
medewerkers (inclusief jongeren) geschoold en gericht op een hoger niveau waardoor zij beter
aansluiten bij de vraag en in de toekomst behouden kunnen worden voor de sector.
Schematisch kunnen de maatregelen als volgt in beeld worden gebracht:
Tabel 2.1: Schematische weergave aantal betrokken medewerkers per thema
Subdoelen
Thema 1:
Ontwikkeling van competentie van medewerkers
Thema 2:
Scholing op hogere kwalificaties
Totaal
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
doelgroep
vakkrachten
vakkrachten +
jongeren
Aantal
3.825
310
4.135
21/50
3. Uitwerking van het Thema Scholing
Onder invloed van demografische en technologische ontwikkelingen zal de zorg de komende
jaren fundamenteel veranderen. Er worden steeds meer mensen oud en die mensen worden
ook steeds ouder. Dit brengt complexe zorgvragen met zich mee en een sterke toename van
ouderdomsziektes zoals hartfalen, dementie en beroerten. Naast deze demografische
invloeden verandert de zorgvraag als gevolg van technologische verbeteringen in de
gezondheidszorg. De toenemende technologische mogelijkheden maken betere, complexere
en langere behandelingen mogelijk.
Behalve demografische en technologische factoren zijn tal van sociaal-maatschappelijke en
sociaaleconomische factoren van invloed op de veranderende zorgvraag. De patiënt wordt
steeds meer centraal gesteld en als cliënt of klant benaderd; er wordt steeds meer zorg op
maat geleverd. De zorg om de cliënt heen wordt steeds meer vanuit de gedachte van
ketenzorg georganiseerd. De cliënt heeft hierbij steeds meer een actieve regierol.
Ook de marktwerking is van invloed op de zorgvraag, de concurrentie neemt toe, nieuwe
spelers betreden de markt en het zorgaanbod wordt pluriformer van aard. De traditionele rol
van patiënt verschuift naar de rol van consument. Ook de populatie ouderen is aan het
veranderen; de huidige en toekomstige ouderen zijn langer vitaal, beter en sneller
geïnformeerd, weten wat ze willen, zeggen wat ze willen en beschikken over voldoende
financiën om te krijgen wat ze willen.
Van medewerkers in de sector zorg en welzijn wordt verwacht dat zij bereid en in staat zijn in
te spelen op de veranderende omstandigheden. Flexibiliteit en inzicht in de eigen
competenties zijn daarbij een kritische factor. Zijn medewerkers in staat om zich aan te passen
aan de veranderende omstandigheden? Zijn medewerkers zich bewust van hun kwaliteiten en
hebben ze een goed beeld van de wijze waarop zij deze kwaliteiten (nog) beter kunnen
benutten? Dat kan zijn binnen de bestaande organisatie, maar ook daarbuiten. Dat vraagt
zelfkennis en zicht op de eigen competentie maar ook kennis van de omgeving en de
ontwikkelingen binnen de sector.
In tabel 1.3 zien we dat in regio Haaglanden de komende jaren ongeveer 2.960 medewerkers
hun baan verliezen. In feite gaan meer banen verloren, omdat het genoemde aantal het saldo
van plussen en minnen is. Tevens ligt de verwachting van werkgevers nog hoger. Gezien de
landelijke focus op arbeidsmarktmobiliteit en van werk naar werk-trajecten, focussen wij onze
maatregelen op kwaliteit verhogende activiteiten, met als doel medewerkers duurzaam te
behouden voor de sector.
Zoals in tabel 1.6 aangegeven worden in regio Haaglanden 7.535 medewerkers in de
langdurige zorg geraakt door de gevolgen van de extramuralisering. Dit betreft ongeveer een
kwart van het aantal mensen dat in 2012 werkzaam was in de langdurige zorg in regio
Haaglanden. Voor het merendeel -ongeveer 93%- is bijscholing op competenties noodzakelijk.
Deze maatregelen worden toegelicht onder thema 1. Voor ongeveer 7% is opscholing naar een
ander kwalificatieniveau noodzakelijk (en haalbaar) om aan de veranderende functie-eisen te
kunnen voldoen. Deze maatregelen worden nader toegelicht onder thema 2.
Deze percentages komen voort uit een regionale steekproef. Gezien de beschikbare middelen
is het niet mogelijk alle medewerkers onder te brengen in het sectorplan. Op basis van
informatie voortkomend uit de steekproef, de arbeidsmarktanalyse en landelijke bevindingen,
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
22/50
hebben wij getracht een zo representatief mogelijk regionaal sectorplan tot stand te brengen,
waarbij de uitvoering zich focust op kwaliteit verhogende scholingsmaatregelen. Het knelpunt
dat hiermee wordt aangepakt is de (dreigende) mismatch tussen gevraagde en aanwezige
competenties waardoor (meer) baanverlies en kwaliteitsverlies dreigt.
Gezien de beperkte middelen en het doel om zoveel mogelijk medewerkers te behouden voor
de sector vormt instroom in ons sectorplan geen aparte maatregel. Waar van toepassing zijn
jongeren wel betrokken bij scholingsactiviteiten, maar niet met als doel het bevorderen van
nieuwe instroom. De ontwikkelde scholingsactiviteiten worden actief gedeeld met het
regionale onderwijs en kunnen zodoende wel input vormen voor op te leiden jongeren. Tevens
zal in het tot stand te brengen regionaal ZorgZijn Werkt akkoord de aansluiting tussen de
arbeidsmarkt en het onderwijs ook een van de aandachtspunten vormen.
Hoofdlijnen en uitgangspunten
In dit hoofdstuk worden het thema competentieontwikkeling en scholing naar hogere
kwalificaties door middel van concrete maatregelen verder uitgewerkt. De beschrijving van de
maatregelen biedt de hoofdlijnen (kaders) voor de uitwerking van concrete initiatieven en
trajecten in de regio. Voor deze opzet is gekozen om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten bij
de concrete vragen en wensen die op regionaal niveau, op subregionaal niveau of op
plaatselijk niveau spelen.
Centraal bij de formulering van deze hoofdlijnen staan de bepalingen zoals die zijn opgenomen
in de 'Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 augustus 2013,
2013-0000110985, tot cofinanciering van sectorplannen (regeling cofinanciering
sectorplannen)' zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 14 augustus 2013.
Daarnaast zijn bij de uitwerking van de hoofdlijnen een aantal andere belangrijke
uitgangspunten gehanteerd:

Conform de doelstelling van dit sectorplan moeten de maatregelen een concrete en
substantiële bijdrage aan de problematiek leveren. Daartoe worden per maatregel
concrete aantallen en taakstellingen genoemd.

Naast de kwantitatieve doelstelling leveren de maatregelen ook een belangrijke
kwalitatieve bijdrage aan een samenhangende werkgelegenheids- en opleidingsstructuur
van de sector. Doordat per maatregel partijen bij elkaar worden gebracht wordt een basis
gelegd voor de verdere samenwerking in de regio.

Bij de voorbereiding, uitvoering en ondersteuning van de maatregelen worden
medewerkers van Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt ingezet en worden de
instrumenten als arbeidsmarktrapportages en de vacaturesite zorgenwelzijnplein.nl in
ruime mate gebruikt. De kosten die gemoeid zijn met de inzet van deze medewerkers en
instrumenten worden niet meegerekend in de begroting, anders dan via de in de regeling
opgenomen bekostiging van overhead. Derhalve kunnen de sectormiddelen volledig
worden benut voor de uitvoering en realisatie van de concrete doelen.

Per arbeidsmarktregio worden nadrukkelijk alle branches actief betrokken bij de
voorbereiding en uitvoering van de maatregelen. Door de sector brede aanpak wordt
tevens een bijdrage geleverd aan de versterking van de regionale samenwerking tussen de
zorgbranches in de regio.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
23/50
Thema 1:
Ontwikkeling van competenties van medewerkers
De veranderingen in de sector hebben grote gevolgen voor de zorgvragers en de zorg- en
welzijnsorganisaties maar zeker ook voor de zorgmedewerkers. De organisatie van de zorg
verandert in steeds meer thuiszorg of ambulante zorg. Daarnaast is de cliënt in steeds meer
situaties de kritische ervaringsdeskundige en bepaalt samen met de professional welk product
of dienst nodig wordt geacht. Dat betekent dat er een grote vraag komt naar medewerkers die
meer verantwoordelijkheid kunnen dragen en delen, zich bewust zijn van hun positie in de
keten en als ketenregisseur op kunnen treden. Vakkrachten in de toekomst zullen moeten
beschikken over competenties als goede contactuele eigenschappen, goed kunnen
samenwerken met een diversiteit aan belanghebbenden, een brede visie hebben op de
kwaliteit van leven van de cliënt en problemen pragmatisch kunnen oplossen.
Om een bijdrage te leveren aan de versterking van de competenties van medewerkers worden
binnen het kader van deze maatregel vakkrachten ondersteund bij hun ontwikkeling waardoor
zij beter voorbereid zijn op de opkomst van de ‘participatiemaatschappij’. Door in te zetten op
de ontwikkeling van deze nieuwe competenties en medewerkers te ondersteunen bij de
verandering van hun positie en rol kunnen ze daarmee behouden blijven voor de sector.
Bij dit thema -ontwikkeling van competenties van medewerkers- zijn in de regio Haaglanden
ten minste 3.825 medewerkers betrokken. De organisatie en uitvoering van de activiteiten zal
aan de hand van de volgende hoofdlijnen (kaders) plaatsvinden:
Hoofdlijnen (kaders) van de maatregel
- Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt coördineert de activiteiten gericht op
competentieontwikkeling bij betrokken zorgorganisaties in de regio. Een belangrijk
onderdeel daarbij is de uitvoering van een competentiescan om leerbaarheid en
ontwikkelvragen inzichtelijk te maken. Door middel van de competentiescan krijgen
medewerkers beter inzicht in hun kennis, ervaring en ambities en worden medewerkers
gestimuleerd en in de gelegenheid gesteld te werken aan de verdere ontwikkeling van hun
competentie. Ook wordt dit instrument ingezet om te toetsen of medewerkers voldoen aan
de kennis en kunde die (in de toekomst) gevraagd wordt en waar ontwikkelpunten liggen.
Het instrument zal met name worden ingezet voor medewerkers die boventallig dreigen te
worden, maar nadrukkelijk staat het instrument ook open voor stimulering van vrijwillige
mobiliteit. De uitvoering van de competentiescans vormen mede de basis voor de
uitwerking en uitvoering van de competentieprogramma's (zie volgende onderdeel).
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
24/50
Maatregel 1: Uitvoering competentiescans
In de regio Haaglanden zullen tenminste 700 medewerkers een competentiescan volgen. De
gemiddelde kosten bedragen € 300,- per medewerker. Derhalve bedragen de totale kosten €
210.000,-. Voor de onderbouwing van de tarieven verwijzen we naar bijlage 3.
- In regio Haaglanden worden diverse activiteiten ondernomen op het gebied van
competentieontwikkeling. Omdat het hier niet alleen kennis maar vooral ook vaardigheden
en houdingsaspecten betreft, spreken we niet over een klassieke scholing, maar over
ontwikkel- en competentie bevorderende activiteiten. Bij deze activiteiten worden
medewerkers ondersteund en gestimuleerd bij belangrijke nieuwe vaardigheden en
houdingsaspecten op gebieden als; samenwerken, communiceren, ondernemerschap,
klantgericht werken en kennis over ketenzorg en wet en regelgeving. Belangrijke thema's
daarbij zijn:
* Paradigmaverschuiving:
Het gaat hierbij om de ontwikkeling van de zorg in de richting van meer eigen regie door de
cliënt, grotere inzet van informele zorg, versterken van zelfredzaamheid, verschuiving van
zorgen 'voor' naar zorgen 'dat'. Deze activiteiten richten zich op het laten aansluiten van
competenties en gedrag van medewerkers bij deze ontwikkeling.
* Van intra- naar extramuraal:
Mensen zullen langer thuis (moeten) blijven wonen en thuiszorg nodig hebben. Thuiszorg
vraagt geheel andere competenties dan intramurale zorg. De activiteiten richten zich op het
ondersteunen van deze ontwikkeling.
* Zelfsturende teams (zelforganisatie):
De ontwikkeling naar meer autonomie door verantwoordelijkheden lager bij medewerkers
te leggen is volop in gang. Deze ontwikkeling zal de komende jaren noodzakelijk blijven om
te kunnen voldoen aan de complexere zorgvraag en daarbij vereiste professionaliteit en
sluit aan bij de behoefte van de medewerkers zelf.
* Functieverandering:
De transitie naar een participatiemaatschappij betekent verschuiving binnen functies,
andere functies en ook de opkomst van nieuwe functies. Activiteiten richten zich op het
opdoen van de benodigde competenties, vaardigheden en inzichten voor
functieveranderingen. Daarbij is de informatie-uitwisseling en verdiepte kennismaking
tussen branches een belangrijk element. De transities in de sector zorg en welzijn hebben
tot gevolg dat medewerkers meer transmuraal gaan werken en meer contact zullen
(moeten) hebben met professionals uit andere domeinen. Regievoering, coördinatie en
afstemming met andere zorgprofessionals, de cliënt en diens verzorgers/mantelzorgers zijn
daarin belangrijke thema's. Derhalve vormt de uitwisseling tussen medewerkers van
ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke
gezondheidszorg, jeugdzorg, en welzijnswerk een belangrijk onderdeel van deze
activiteiten.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
25/50
- Om zoveel mogelijk medewerkers te kunnen bereiken worden in de regio Haaglanden in
samenwerking met zorgorganisaties en onderwijsorganisaties 3 scholingsprogramma’s
onderscheiden en uitgevoerd. Het betreft:
Maatregel 2: Een trainingsprogramma van gemiddeld 2 dagen(8 - 32 uur)
Het doel is in de regio Haaglanden 2.105 medewerkers in de sector met een training te
bereiken. De gemiddelde kosten bedragen € 500,- per medewerker. Er wordt daarbij
uitgegaan van € 250,- per dag (€ 125,- per dagdeel) gebaseerd op diverse offertes van
externe partijen. De bedragen zijn getoetst bij werkgevers. Derhalve bedragen de totale
kosten inclusief verletkosten € 1.667.500,-.
Maatregel 3: Een bijscholingsprogramma van gemiddeld 8 dagen (32 - 120 uur)
Het doel is in de regio Haaglanden 1.000 medewerkers in de sector met een
bijscholingsprogramma te bereiken. Er wordt daarbij uitgegaan van € 250,- per dag (€ 125,per dagdeel) gebaseerd op diverse offertes van externe partijen. De bedragen zijn getoetst
bij werkgevers. Derhalve bedragen de gemiddelde kosten voor een programma van 8
dagen € 2.000,- per medewerker. De totale kosten voor 1.000 deelnemers bedragen
inclusief verletkosten € 3.339.925,-.
Maatregel 4: Een opleidingsprogramma van gemiddeld 16 dagen (120 – 160 uur)
Het doel is in de regio Haaglanden 20 medewerkers in de sector met een
opleidingsprogramma te bereiken. Er wordt daarbij uitgegaan van € 250,- per dag (€ 125,per dagdeel) gebaseerd op diverse offertes van externe partijen. De bedragen zijn getoetst
bij werkgevers. Derhalve bedragen de gemiddelde kosten voor een programma van 16
dagen € 4.000,- per medewerker. De totale kosten voor 20 deelnemers inclusief verletkosten
bedragen € 144.000,-.
Voor de onderbouwing van de tarieven verwijzen we naar bijlage 3.
- Een belangrijke doelstelling van het ontwikkelingstraject is dat het niet beperkt blijft tot
een eenmalige investering maar dat medewerkers blijvend worden ondersteund bij het
toepassen van de nieuw ontwikkelde competenties d.m.v. coachingsgesprekken, intervisie
en werkbegeleiding. Door HRM medewerkers van zorgorganisaties vanaf het begin te
betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van de scholingstrajecten wordt hier aandacht
aan besteed.
- Uitgangspunt is dat de trajecten als deze ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd zijn steeds
opnieuw uitgezet kunnen worden. Tevens kunnen onderdelen uit het ontwikkeltraject
ingepast worden in het reguliere onderwijs.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
26/50
Thema 1.
Ontwikkeling van competenties van medewerkers
Resultaat:
Tenminste 700 medewerkers hebben een competentiescan gevolgd. Tenminste 3.125
medewerkers hebben deelgenomen aan een programma gericht op de ontwikkeling van de
eigen competenties. Zorgorganisaties werken met elkaar samen aan de ontwikkeling van
medewerkers. Hierdoor wordt de onderlinge samenhang en structuur versterkt. Tevens wordt
de samenwerking tussen zorgorganisaties en onderwijs versterkt.
Kosten:
De totale kosten van de maatregel bedragen € 5.361.425,-.
Subsidie:
De gevraagde subsidie bedraagt € 2.680.712,50,-.
Looptijd:
2 jaar (startend per 1 juni 2014)
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
27/50
Thema 2
Gekwalificeerde Scholing op hogere / andere kwalificatie
Als gevolg van de veranderingen in de zorg is er behoefte aan meer hoger gekwalificeerde
vakkrachten. De toename van complexe en gedifferentieerde zorgvragen en de verschuiving
naar langer thuis wonen, vraagt ook meer gespecialiseerde vakkrachten die cliënten daarin
kunnen ondersteunen. Dat vakkrachten zich scholen naar een hoger niveau is ook nodig om de
kans op werk in de toekomst te vergroten. Door medewerkers op- of om te scholen voor die
beroepen waar tekorten zijn of worden verwacht wordt de mismatch tussen vraag en aanbod
verkleind.
Een belangrijk aandachtspunt hierbij vormt ook de instroom van jongeren. Het aantal jongeren
in de regio Haaglanden dat kiest voor een beroepsopleiding voor Zorg en Welzijn is in de
afgelopen jaren sterk toegenomen. Een belangrijke bijdrage daaraan heeft de sector zelf
geleverd door een actief beleid gericht op de verbetering van de beeldvorming en imago van
het werken in de zorg. De groei van de werkgelegenheid in de sector (circa 3% per jaar) maakte
dit ook noodzakelijk. Slechts twee jaar geleden was er bijvoorbeeld nog sprake van een
werkgelegenheidsimpuls in de langdurige zorg waardoor met name in de ouderenzorg en
gehandicaptenzorg het aantal arbeidsplaatsen sterk is toegenomen. Inmiddels is er sprake van
een omslag en is er sprake van een krimp. In dat veranderende perspectief is de behoefte van
instellingen aan nieuwe instroom beperkt en is het aantal stageplaatsen (Beroeps Praktijk
Vorming) sterk verminderd. Tegelijk met bovenstaande ontwikkeling kiezen nog een groeiend
aantal jongeren (mede ook vanwege de economische recessie) voor een beroepsopleiding of
studie in Zorg en Welzijn. Deze instroom is voor de sector ook van groot belang. Om de sector
nu en in de toekomst dynamisch te houden en te voorkomen dat een sterke vergrijzing van het
personeelbestand optreedt is een voortdurende instroom van jongeren en nieuw talent
noodzakelijk. Daarbij komt dat op termijn rekening dient te worden gehouden met een
toenemende zorgvraag en dat vanwege de vergrijzing van het huidige personeelsbestand over
enige tijd (vanaf 2017) een omvangrijke vervangingsvraag ontstaat. De instroom van jongeren
vormt gezien de beperkte middelen geen maatregel binnen dit sectorplan, maar heeft
desalniettemin de aandacht van werkgevers. Voor de instroom van jongeren wordt het
reguliere opleidingsbeleid zoveel als mogelijk gecontinueerd of wordt gezocht naar mogelijk
andere stimuleringsmaatregelen. Tevens vormt de doorstroom van zittende medewerkers
mogelijkheden tot nieuwe instroom.
Binnen het kader van deze maatregel worden 310 vakkrachten geschoold naar een hoger
niveau waardoor ze beter aansluiten bij de vraag en behouden kunnen blijven voor de sector.
Het betreffen extra opscholingstrajecten, dus extra ten opzichte van de trajecten die zonder
subsidie gerealiseerd zouden worden.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
28/50
Hoofdlijnen (kaders) van de maatregel
De organisatie en uitvoering van de activiteiten zal aan de hand van de volgende hoofdlijnen
plaatsvinden:
- Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt inventariseert de behoefte bij zorgorganisaties aan
een extra scholingsimpuls gericht op de om- en bijscholing van zittende medewerkers. Een
belangrijk onderdeel daarbij kan ook zijn de uitvoering van een competentiescan.(Zie
hiervoor de omschrijving bij maatregel 1).
- In samenwerking met zorgwerkgevers en onderwijsorganisaties wordt in regio Haaglanden
een programma opgesteld gericht op de op- en omscholing van de zittende medewerkers
(en instroom van jongeren). Uitgangspunt is dat door de op- of omscholing de kansen van
de medewerkers op de arbeidsmarkt nu en in de toekomst worden vergroot en dat zij
kunnen worden ingezet in functies waar wel tekorten zijn of worden verwacht. Tevens
dienen de te ontwikkelen scholingsprogramma's bij te dragen aan de competentie die de
nieuwe manier van werken in de zorg vraagt. Doel is hieraan vorm te geven middels een
(verkorte) mbo- of hbo opleiding in de vorm van een BBL-/duaal leren constructie om het
niveau van de zittende medewerkers te verhogen. Belangrijke onderdelen daarin zijn:
*Scholing van helpende niveau 2 niveau naar verzorgende niveau 3IG of 3 IG/MMZ
* Scholing van verzorgende niveau 3 naar verzorgende niveau 3IG of 3 IG/MMZ
* Scholing van niveau 3 IG naar niveau 4
* Scholing van niveau 4 naar niveau 5
* Omscholing naar andere functie binnen de sector.
Deze maatregelen betreffen activiteiten gericht op het behoud van zittende medewerkers.
Voor deze medewerkers geldt dat hun huidige kwalificatieniveau onvoldoende aansluit op
de vraag, maar dat deze middels een (verkort) scholingstraject wel passend is te maken.
Zonder deze maatregelen zou het baanverlies onder medewerkers nog hoger liggen.
Waar van toepassing wordt middels een competentiescan (zie maatregel 1) vooraf de
leerbaarheid van de medewerker bekeken. Door de combinatie leren-en-werken blijven zij
gedurende hun opleiding behouden voor de arbeidsmarkt. De doorstroom van zittende
medewerkers naar hogere niveaus bevordert de mobiliteit en daarmee ook de (nieuwe)
instroom.
Maatregel 5: Opscholing op MBO – niveau (BBL-traject)
Het doel is dat in de regio 180 deelnemers starten met een mbo-opleiding waardoor hun
opleidingsniveau wordt verhoogd. We vragen conform de regeling cofinanciering aan voor
de loonkosten. Daarbij wordt rekening gehouden met een gemiddeld uurtarief van
€ 13,45,-. Een leerwerkcontract varieert van 28-36 uur per week. In de begroting zijn we
uitgegaan van het gemiddelde van 32 uur; voor de duur van de maximale 2 jaar. Zowel
vakkrachten als jongeren tot 27 jaar worden opgeschoold middels deze maatregel. We gaan
uit van 2 instroommomenten (sept. 2014 en feb. 2015).
Derhalve bedragen de totale kosten voor 180 deelnemers totaal € 8.057.088,-. Dit betreft
het totaal aantal loonkosten voor 2 jaar, gebaseerd op het wettelijk minimumloon, inclusief
het opslagpercentage van 32%. Hiervan is volgens de regeling 20% subsidiabel. De
subsidiabele kosten bedragen derhalve € 1.611.417,60.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
29/50
Maatregel 6: Opscholing op HBO-niveau
Het doel is dat in de regio 65 deelnemers starten met een duale hbo-opleiding waardoor
hun opleidingsniveau wordt verhoogd.
We vragen conform de regeling cofinanciering aan voor de loonkosten. Daarbij wordt
rekening gehouden met een gemiddeld uurtarief van € 13,45,-. Een leerwerkcontract
varieert in de zorg over het algemeen van 30-32 uur per week. In de begroting zijn we
uitgegaan van het gemiddelde van 30 uur; voor de duur van anderhalf jaar. Zowel
vakkrachten als jongeren tot 27 jaar worden opgeschoold middels deze maatregel. We gaan
uit van 30 uur aangezien dit het meest voorkomend is. Tevens gaan we uit van diverse
instroommomenten (passend binnen de looptijd van de regeling).
Derhalve bedragen de totale kosten voor 65 deelnemers totaal € 2.045.745,-. Dit betreft
het totaal aantal loonkosten voor 1,5 jaar, gebaseerd op het wettelijk minimumloon,
inclusief het opslagpercentage van 32%. Hiervan is volgens de regeling 20% subsidiabel. De
subsidiabele kosten bedragen derhalve € 409.149,-..
Maatregel 7: EVC-trajecten
Het doel is dat in de regio Haaglanden 65 deelnemers starten met een EVC traject
waardoor hun opleidingsniveau wordt verhoogd.
Trajecten worden verzorgd door een externe partij. De kosten zijn gebaseerd op offertes die
we hebben aangevraagd en het tarief is getoetst bij deelnemende werkgevers. De kosten
per EVC-traject bedragen € 1.200,-.
Derhalve bedragen de totale kosten voor 65 deelnemers € 78.000,-.
De activiteiten worden uitgevoerd door de opleiders (ROC's, Hogescholen) en zorgorganisaties.
Zorgorganisaties en opleider maken afspraken over onder andere de begeleiding van
deelnemers. Waar mogelijk worden oudere medewerkers ingezet in de begeleiding waardoor
zij inzetbaar blijven en hun kennis kunnen overdragen. Na afloop van de activiteiten vindt een
evaluatie plaats.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
30/50
Thema 2
Scholing op hogere kwalificaties
Resultaat:
Tenminste 310 deelnemers (bestaande uit zittende medewerkers) volgen een
scholingsprogramma waardoor het onderwijsniveau van deze medewerkers aansluit bij de
vraag en zij behouden kunnen blijven voor de sector. Zorgorganisaties en onderwijs werken
met elkaar samen aan de inhoud van vernieuwingsgerichte opleidingen.
Kosten:
De totale kosten van de maatregel bedragen € 10.180.833-.
Subsidie:
De gevraagde subsidie bedraagt € 2.059.566,60,-.
(20 % van de totale kosten van MBO-en HBO-scholing en 50% van EVC-trajecten)
Looptijd:
2 jaar (startend per 1 juni 2014).
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
31/50
4. Uitvoering
4.1 Aanvraagprocedure
Hoofdaanvrager van dit sectorplan is Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt. ZorgZijn Werkt is
het samenwerkingsverband van werkgevers in de sector zorg en welzijn in regio Haaglanden.
Bij Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt zijn 51 zorg- en welzijnsorganisaties aangesloten. In
totaal werken bij deze organisaties ruim 36.200 mensen (26.426 FTE). Dit is circa 53% van het
totaal aantal medewerkers in Zorg en Welzijn in regio Haaglanden. Voor en met de
aangesloten organisaties werkt Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt aan een regionale en
branche overstijgende aanpak van vraagstukken op het gebied van strategisch
arbeidsmarktbeleid, HRM-beleid, opleiding en imago. Jaarlijks wordt het activiteitenpakket van
ZorgZijn Werkt aangepast en geactualiseerd. In 2014 bestaat het activiteitenpakket met
producten en diensten uit 6 thema’s (zie bijlage 1).
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is een vereniging. De dagelijkse verantwoordelijkheid
voor het beleid ligt bij de vereniging onder toezicht van een raad van bestuur. De raad van
bestuur wordt gevormd door bestuurders afkomstig uit de sector zorg en welzijn in regio
Haaglanden. Bij de samenstelling is een evenredige spreiding over regio's en werkvelden
gerealiseerd.
ZorgZijn Werkt is één van de 16 regionale werkgeversverbanden die zich inzetten voor de
sector zorg en welzijn. Landelijk zijn deze 16 organisaties verenigd in RegioPlus. Via deze
structuur werken de regionale werkgeversverbanden nauw met elkaar samen en worden de
regionale ervaringen met elkaar uitgewisseld en op een krachtige wijze landelijk door vertaald.
Samenwerkingsovereenkomst
Binnen het kader van de aanvraagprocedure is een samenwerkingsovereenkomst voorbereid.
Deze samenwerkingsovereenkomst wordt ondertekend door vertegenwoordigers van
werkgevers en vertegenwoordigers van de vakorganisaties.
4.2 Organisatie en coördinatie
De organisatie en coördinatie van de activiteiten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt. De vereniging bestaat uit 10 medewerkers, waarvan 3
actief betrokken zijn bij de coördinatie en uitvoering van het sectorplan. De directeur en
operationeel manager vormen het eerste aanspreekpunt en monitoren de voortgang. Tevens
is een financieel administrateur betrokken bij de vraagstukken op het gebied van AO/IC.
Samenwerking binnen RegioPlus
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt maakt samen met 15 regionale werkgeversorganisaties
onderdeel uit van het landelijk dekkend samenwerkingsverband RegioPlus. Door afstemming,
kennisdeling informatie-uitwisseling vindt intensieve gezamenlijke monitoring van opzet,
ontwikkelingen en resultaten van de sectorplannen plaats.
Samenwerking met landelijke sectororganisatie
Om de inzet en samenwerking met de landelijke sectororganisaties inhoud te geven is op
initiatief van RegioPlus een landelijke 'actiecomité sectorplannen' gevormd. In dit actiecomité
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
32/50
zijn de brancheorganisaties Actiz, VGN, GGZ-Nederland, FCB, RegioPlus en een afvaardiging
vanuit de regio’s vertegenwoordigd.
4.3 Administratie
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is een professionele organisatie en heeft veel ervaring
met de begeleiding, de ondersteuning en de administratie van complexe projecten. Onlangs is
ZorgZijn Werkt onder andere betrokken geweest bij het succesvolle van-werk-naar-werk
project van het ministerie van SZW en werkt de vereniging onder RegioPlus al meerdere jaren
nauw samen met het ministerie van VWS, waar nu tevens een ander grootschalig project mee
loopt, namelijk het project ‘Waarschuwingsregister’.
Gezien de omvang en het specifieke karakter van sectorplannen zal Werkgeversvereniging
ZorgZijn Werkt, samen met de andere regionale werkgeversorganisaties aangesloten bij
RegioPlus eenzelfde, aparte administratie inrichten voor de activiteiten die verband houden
met dit sectorplan. De keuze voor een administratiesysteem heeft effect op het verlopen van
de geldstroom. De bedoeling is dat er gewerkt gaat worden op basis van bevoorschotting.
Momenteel wordt onderzoek gedaan naar een gemeenschappelijk webbased beheersysteem,
Sectorplan Administratie Beheer Applicatie (SABA-webportal) van Gilde BT. Deze organisatie
heeft een webbased administratie ontwikkeld en voert deze uit voor Sectorplan Hoveniers en
Sectorplan Uitzendbranche. De werkgever conformeert zich voorafgaand aan deelname aan
een maatregel dat hij zich houdt aan de (administratieve) verplichting conform de leidraad. In
het systeem is continue beheer en financiële management informatie beschikbaar, voor zowel
de individuele zorginstellingen als voor de regio's. De werkgever kan zich aanmelden via de
openbare portal. Voor de uitvoering en aansturing van deze activiteiten zal een projectleider
worden benoemd.
Conform de voorschriften in de 'Regeling cofinanciering sectorplannen' zal
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt er voor zorg dragen dat deze administratie een
inzichtelijke en controleerbare administratie betreft waarin alle, met betrekking tot de
uitvoering van het sectorplan en de in verband daarmee, gedane uitgaven en verworven
inkomsten zijn bijgehouden. Deze administratie bestaat uit een projectadministratie,
waaronder begrepen een financiële administratie en een administratie van de deelnemers per
maatregel inclusief een burgerservicenummer en/of een sociaal fiscaal nummer.
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt draagt er zorg voor dat alle noodzakelijke gegevens
tijdig, juist en volledig zijn vastgelegd en ten behoeve van de vaststelling van de subsidiabiliteit
zijn te verifiëren met bewijsstukken. Deze administratie is voor controle beschikbaar op één
locatie.
4.4 Tijdsplanning
Het sectorplan heeft een looptijd van twee jaar en loopt van 1 juni 2014 t/m 31 mei 2016.
Werkgevers die gebruik willen maken van de subsidieregeling kunnen zich vanaf 1 juni 2014
tot 16 juni 2014 melden bij Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt. Op basis van de omvang van
de organisatie (FTE) worden de regionale middelen naar verhouding toegekend aan de
werkgevers voor de plannen die passen binnen de maatregelen zoals geschetst in hoofdstuk 3.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
33/50
4.5 Liquiditeitsprognose
De liquiditeitsprognose is een overzicht van toekomstige ontvangsten en uitgaven.
Bijvoorbeeld per maand, over een periode van een jaar. De liquiditeitsprognose is een middel
om de liquiditeitsontwikkeling in de gaten te houden. We verwachten dat het merendeel van
maatregelen voornamelijk in het eerste jaar wordt ingezet. Met uitzondering van de maatregel
opscholing MBO, Opscholing HBO en EVC, verwachten we dat van het merendeel van de
maatregelen 90% ongeveer gelijkmatig verspreid over het eerste jaar wordt ingezet. Op basis
van het webbased administratiesysteem, genoemd in paragraaf 3, kan de liquiditeitsprognose
constant gemonitord en bijgesteld worden op basis van feitelijke bevindingen. Kwartaal 2 2014
wordt in het overzicht niet meegenomen, aangezien de startperiode in het laatste gedeelte
van dit kwartaal valt.
Tabel 4.1: liquiditeitsprognose
Maatregel
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Competentiescan
Training
Bijscholing
Opleiding
Opscholing MBO
Opscholing HBO
EVC
2014
Q3
18%
18%
18%
18%
10%
12%
12%
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
2014
Q4
18%
18%
18%
18%
9%
11%
11%
2015
Q1
18%
18%
18%
18%
9%
11%
11%
2015
Q2
18%
18%
18%
18%
9%
11%
11%
2015
Q3
18%
18%
18%
18%
9%
11%
11%
2015
Q4
5%
5%
5%
5%
9%
11%
11%
2016
Q1
5%
5%
5%
5%
9%
11%
11%
2016
Q2
%
%
%
%
9%
11%
11%
2016
Q3
0%
0%
0%
0%
9%
11%
11%
2016
Q4
0%
0%
0%
0%
9%
0%
0%
34/50
2017
Q1
0%
0%
0%
0%
9%
0%
0%
5. Begroting
5.1 Begroting per maatregel
Per maatregel is een afzonderlijke begroting uitgewerkt. In deze begrotingen is uitgegaan van
de beoogde activiteiten en de te verwachten aantallen deelnemers. De kosten voor overhead
zijn niet in deze begrotingen opgenomen aangezien deze conform de 'Regeling cofinanciering
Sectorplannen' (artikel 5.6) volgens de daarvoor geldende percentages worden vergoed.
5.2 Financieringsplan
Financiering door Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt
Alle kosten die samenhangen met de ontwikkeling en voorbereiding van dit sectorplan worden
door Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt gedragen.
Daarnaast worden door Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt bij de uitvoering diverse
medewerkers en instrumenten ingezet. Zie hiervoor onder andere de omschrijving in
hoofdstuk 1.
Financiering per maatregel
De financiering van de activiteiten verschilt per maatregel. Uitgangspunt is dat de kosten die
gemaakt worden voor de deelnemers aan trajecten door de deelnemende organisaties zelf
worden betaald. Per maatregel wordt voor elke deelnemende zorgorganisatie een
overeenkomst opgesteld op basis waarvan de overeengekomen subsidie naar de deelnemende
organisatie wordt doorgeleid.
5.3 Totaalbegroting Sectorplan
Van deze maatregelen maken 4.135 medewerkers gebruik. De verwachting is dat het
merendeel van de medewerkers unieke deelnemers betreft. We schatten in dat 80% unieke
deelnemers betreft. Dit komt neer op 3.308 unieke deelnemers.
Tabel 5.1: Overzicht kosten
Maatregel
1
2
3
4
5
6
7
Competentiescan
Trainingsprogramma
Bijscholingsprogramma
Opleidingsprogramma
Loonkosten leerwerkbaan BBL
Opleidingsbenodigdheden HBO
EVC
TOTAAL
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
Aantal
betrokken
medewerkers
700
2.105
1.000
20
180
65
65
4.135
Totale kosten
(exclusief
overhead)
€ 210.000,€ 1.667.500,€ 3.339.925,€ 144.000,€ 8.057.088,€ 2.045.745,€ 78.000,€ 15.542.258,-
Gevraagde subsidie
(exclusief overhead)
€ 105.000,€ 833.750,€ 1.669.962,50,€ 72.000,€ 1.611.417,60,€ 409.149,€ 39.000,€ 4.740.279,10,-
35/50
Bijlage 1 Dit doet Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt
Activiteitenpakket 2014
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is een samenwerkingsverband van werkgevers in de
sector zorg en welzijn in regio Haaglanden. Bij Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt zijn 51
zorg- en welzijnsorganisaties aangesloten. In totaal werken bij deze organisaties circa 36.200
mensen. Dit is circa 53 % van het totaal aantal medewerkers in zorg en welzijn in Haaglanden.
Voor en met de aangesloten organisaties werkt Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt aan een
regionale en branche overstijgende aanpak van vraagstukken op het gebied van strategisch
arbeidsmarktbeleid, HRM-beleid, opleiding en imago. Jaarlijks wordt het activiteitenpakket van
ZorgZijn Werkt aangepast en geactualiseerd. In 2014 bestaat het activiteitenpakket met
producten en diensten uit 6 thema’s.
1. Instroom en mobiliteit
Het bieden van zorg en welzijn is mensenwerk. Daarom is het hebben van voldoende en
gemotiveerde medewerkers met de juiste competenties hét centrale aandachtspunt in elke
zorg- en welzijnsorganisatie. Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt ondersteunt de
aangesloten organisaties hierbij door het bieden van concrete diensten, instrumenten en
voorzieningen.
- Zorgenwelzijnplein.nl
Zorgenwelzijnplein.nl dé site voor werken en leren in zorg en welzijn in regio Haaglanden; er is
meer te vinden dan alleen vacatures. Om goed aan te sluiten bij de wensen van de gebruikers
wordt Zorgenwelzijnplein.nl voortdurend vernieuwd en aangepast aan de nieuwste
ontwikkelingen op het gebied van (digitale) personeelsvoorziening en sociale media.
- Netwerkgroep mobiliteit
Al meerdere jaren coördineert en initieert Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt de
netwerkgroep mobiliteit, bestaande uit mobiliteitsfunctionarissen van aangesloten zorg- en
welzijnswerkgevers. De projectgroep komt regelmatig samen om kennis uit te wisselen,
branche overstijgende samenwerking te bevorderen en mobiliteitsvraagstukken aan te
pakken.
- E-portfolio’s
Momenteel is Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt in voorbereiding op aanpassingen van
zorgenwelzijnplein.nl, waarbij het streven is vanaf eind dit jaar te werken met E-portfolio’s.
Een E-portfolio helpt medewerkers bij de bewustwording over de eigen loopbaan. Om de
enorme veranderingen in de sector zorg en welzijn de komende jaren op te kunnen vangen via
mobiliteit kunnen E-portfolio’s een belangrijke rol spelen. Daarom krijgt de ontwikkeling,
introductie en begeleiding hiervan prioriteit. Medewerkers krijgen door een E-portfolio beter
inzicht in eigen kennis, ervaring en ambities. Een E-portfolio geeft werkgevers beter inzicht in
de beschikbare competenties en talenten.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
36/50
2. Beeldvorming en imago
Om nu en in de toekomst in de vraag naar personeel te kunnen voorzien is het nodig te
investeren in het imago van de sector. Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt ontwikkelt en
coördineert activiteiten om een realistisch en positief beeld van werken en leren in zorg en
welzijn uit te dragen.
- Organisatie van de Week van Zorg en Welzijn i.s.m. RegioPlus
De jaarlijkse Week van Zorg en Welzijn is een belangrijk evenement, waardoor vele duizenden
belangstellenden een kijkje achter de schermen kunnen nemen. Elke 3e week van maart wordt
het werken en leren in de sector in een waaier van activiteiten onder de aandacht gebracht.
Doel is op een zelfbewuste en strijdvaardige wijze te tonen dat de sector ondanks de vele
bezuinigingen werkt aan de toekomst van de zorg en dat 'tijdens de verbouwing' het werk
gewoon doorgaat. Voorafgaand en tijdens de week wordt een intensieve publiciteitscampagne
gevoerd. Een belangrijk onderdeel daarvan is de bezorging van zorg- en welzijnmagazine, voor
en door (toekomstige) zorg- en welzijnsmedewerkers.
- Voorlichting en promotie
Het is van belang dat Zorg en Welzijn zich op een professionele en aantrekkelijke wijze blijft
presenteren. Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt coördineert, ondersteunt en begeleidt de
presentatie van de sector op regionale bijeenkomsten en beurzen. Aangesloten organisaties
kunnen kosteloos gebruik maken van een breed palet aan promotie- en informatiemiddelen.
Tevens verzorgt Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt gastlessen bij onderwijsinstellingen om
leerlingen te informeren over de zorg- en welzijnssector en brengen wij elk jaar een
zogenaamde ‘Toekomstwijzer’ uit met arbeidsmarktinformatie voor potentiële zorg- en
welzijnsleerlingen.
3. Duurzame inzetbaarheid
De gemiddelde leeftijd van medewerkers in de sector stijgt. Inzetten op gezondheid, vitaliteit en
duurzame inzetbaarheid van medewerkers is daarom van het grootste belang. De activiteiten
van Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt in 2014 richten zich op gezonde, vitale en
gemotiveerde medewerkers.
- Organiseren van netwerken en bijeenkomsten
Door het organiseren en faciliteren van netwerken en bijeenkomsten voor HRM-professionals,
Arbocoördinatoren en Ergocoachcoördinatoren worden zorgaanbieders ondersteund,
gestimuleerd en geënthousiasmeerd om een actief beleid te voeren op inzetbaarheid.
- Kennis delen, verbinden en enthousiasmeren
Een belangrijke rol van Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is het verspreiden van informatie
en publicaties over nieuwe ontwikkelingen en ‘best practices’ omtrent duurzame
inzetbaarheid, vitaliteit en arbeidsproductiviteit. Deze verspreiding vindt plaats via on- en
offline media.
4. Aansluiting beroepsonderwijs en beroepspraktijk
Door de grote veranderingen in de sector is de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de
beroepspraktijk in iedere regio een belangrijk item. Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt
ondersteunt en neemt initiatieven om de aansluiting onderwijs en praktijk op kwalitatief en
kwantitatief niveau te verbeteren.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
37/50
- Ontwikkelen en ondersteuning van een regionale structuur voor opleiden
De centrale missie van Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is het realiseren van een
evenwichtige en adequate personeelsvoorziening in de sector zorg en welzijn. Het opleiden
van voldoende medewerkers voor nu en in de toekomst, die bovendien over de juiste
kwalificaties beschikken, is daarbij essentieel. Om dit te realiseren ontwikkelt
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt een reeks van initiatieven. Belangrijke onderdelen
daarvan zijn:
- Het samenstellen en verspreiden van rapportages over belangrijke ontwikkelingen op het
gebied van opleiden op regionaal niveau. Waar mogelijk vormen deze rapportages de input
voor concrete afspraken en taakstellingen op het gebied van arbeidsmarkt en opleiden in de
regio;
- Het organiseren en/of ondersteunen van regionaal overleg op strategisch en/of uitvoerend
niveau tussen werkgevers en opleidingsorganisaties om afstemming en uitwisseling tot stand
te brengen of concrete knelpunten en problemen op te lossen;
- Het ondersteunen van concrete projecten en initiatieven die op regionaal niveau een bijdrage
leveren aan de oplossing van concrete knelpunten.
Met haar inzet sluit Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt aan bij de wensen en verwachtingen
van de aangesloten werkgevers.
5. Strategisch arbeidsmarktbeleid
Hoeveel nieuwe medewerkers hebben Zorg en Welzijn nu en in de toekomst nodig? En welke
competenties moeten deze medewerkers hebben? Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt doet
onderzoek naar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de regio en verzamelt informatie die
zorg- en welzijnsorganisaties ondersteunen bij de beleidsbepaling.
- Ontwikkelen en uitvoeren (regionaal) arbeidsmarktonderzoek
Jaarlijks doet Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt in samenwerking met collega
werkgeversorganisaties onderzoek naar ontwikkelingen op het gebied van vacatures,
personeelsformatie, instroom in opleiding en arbeidsreserves. Waar nodig worden
deelonderzoeken of inventarisaties op regionaal niveau door Werkgeversvereniging ZorgZijn
Werkt zelf uitgevoerd. De onderzoeksgegevens vormen de basis voor arbeidsmarktanalyses.
6. Belangenbehartiging
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is een samenwerkingsverband van werkgevers in zorg en
welzijn in regio Haaglanden. In 2014 vult Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt haar rol als
werkgeverssamenwerkingsverband krachtig in door het actief behartigen van de belangen van
de aangesloten organisaties op alle thema’s uit haar werkplan.
- Bijeenkomsten, netwerken en strategische overleggen
Een belangrijke rol van Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt is het organiseren en faciliteren
van bijeenkomsten waar vertegenwoordigers van zorg- en welzijnsorganisaties elkaar kunnen
ontmoeten. Vaak vormen deze bijeenkomsten de aanzet voor een gezamenlijk initiatief. Zo
vindt regelmatig een HRM-overleg plaats (bestaande uit de HR-managers van aangesloten
leden). Daarnaast organiseren wij jaarlijks een kennisdag voor leden waarbij een actueel
arbeidsmarktthema centraal staat. Daarnaast vindt 5 keer per jaar een netwerkavond van de
SOH buisinessclub plaats waarbij managers uit onderwijs, overheid en sociale ondernemers
bijeenkomen. Tevens vertegenwoordigd Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt haar leden in
diverse netwerken.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
38/50
- Publicaties
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt brengt minimaal eens per jaar het managers magazine
uit met actuele thema’s en arbeidsmarktinformatie voor managers van zorg- en
welzijnsorganisaties. Daarnaast brengen wij voorafgaand aan de Open Week van Zorg en
Welzijn een magazine voor (toekomstige) zorg- en welzijnsorganisaties uit en brengen wij
jongeren op de hoogte van ontwikkelingen in de sector via de ‘Toekomstwijzer’. Tevens
brengen wij minimaal eens per jaar een arbeidsmarktanalyse uit. Naast deze hard copy
publicaties, houdt Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt geïnteresseerden per digitale
nieuwsbrief en via de sites zorgzijnwerkt.nl en zorgenwelzijnplein.nl op de hoogte van
arbeidsmarkt gerelateerde ontwikkelingen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
39/50
Bijlage 2 Factsheet regio Haaglanden
Werkgelegenheid
In de sector zorg en welzijn in regio Haaglanden werken eind 2012 circa 69.480 mensen.
Tabel 1: Werknemers in de sector zorg en WJK Haaglanden, 2009 en 2012
Zorg en Welzijn
2009
2012
Aantal medewerkers Nederland
1.178.600
1.267.210
Aantal medewerkers regio Haaglanden
65.100
69.480
Gemiddeld aantal uren per week regio
Haaglanden
25,2
26,3
Gemiddelde leeftijd medewerkers regio
Haaglanden
40,6
40,5
Bron CBS, PGGM, bewerking Etil
Als gevolg van de economische crisis is de totale werkgelegenheid in de regio Haaglanden
gedurende de periode 2008-2012 met ongeveer 2% afgenomen. De werkgelegenheid in de
sector zorg en WJK is stabiel gebleven. Voor 2014 gaan we uit van een verdere afname van de
totale werkgelegenheid. Het aandeel zorg en WJK blijkt zowel in 2008 als 2012 op 17% uit te
komen. De sector zorg en WJK is daarmee de op een na grootste sector in Haaglanden.
De grootste sector binnen de regio is overheid en onderwijs (20%). Andere belangrijke
sectoren zijn zakelijke dienstverlening (14%) en handel en reparatie (14%).
Figuur 1: Verdeling totale aantal arbeidsplaatsen naar sector, Haaglanden, 2008 en 2012
In de sector zorg en WJK werken veel werknemers in deeltijd. In Haaglanden ligt de
deeltijdfactor op 0,73 fte; in heel Nederland op 0,71 fte. Vergeleken met alle sectoren in
Haaglanden ligt de deeltijdfactor in de sector zorg en WJK wel lager. Van alle werknemers in de
sector zorg en WJK in Haaglanden is 83% vrouw. Gemiddeld zijn de werknemers 40,5 jaar oud.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
40/50
In de GGZ is men gemiddeld het oudst (42,9 jaar) en in de kinderopvang het jongst (33,8 jaar).
Verder is 27% van alle werknemers in de zorg en WJK in Haaglanden allochtoon.
Tabel 2: Werknemers in de sector zorg en WJK naar branche, Haaglanden, 2012
Branches
Ziekenhuizen
Aantal
werknemers
2012
Deeltij
d Gemiddelde
factor
leeftijd
Aandeel
55+
Aandeel Aandeel
Aandeel
35- vrouwen allochtonen
12.380
0,80
40,7
14%
34%
79%
24%
GGZ
6.790
0,80
42,9
20%
29%
71%
22%
Gehandicaptenzorg
5.820
0,74
39,1
13%
41%
82%
17%
21.420
0,65
42,8
21%
27%
89%
32%
Zorg overig
Jeugdzorg
8.140
0,74
40,5
14%
34%
77%
24%
2.510
0,89
37,3
9%
48%
81%
26%
Kinderopvang
7.210
0,72
33,8
7%
60%
95%
27%
WMD
Totaal zorg en WJK
Haaglanden
Totaal alle sectoren
Haaglanden
Totaal zorg en WJK
Nederland
Totaal alle sectoren
Nederland
5.210
0,75
41,1
17%
33%
72%
36%
69.480
0,73
40,5
16%
35%
83%
27%
494.510
0,82
39,7
15%
37%
47%
28%
1.267.210
0,71
40,8
16%
34%
84%
15%
7.332.890
0,80
39,5
15%
37%
47%
18%
VVT
In regio Haaglanden werken de meeste zorg- en welzijnsmedewerkers in de VVT.
Figuur 2: Samenstelling aantal banen zorg en WJK naar branche, 2012
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
41/50
Berekening gevolgen van beleid- en bezuinigingsmaatregelen per werkveld, regio
Haaglanden (peildatum juli 2013)
Op basis van de beleids- en bezuinigingsmaatregelen berekenen we de volgende gevolgen voor
de werkgelegenheid in de zorgsector.
Tabel 3: Uitbreidingsvraag branches zorg en WJK, Haaglanden, 2013-2017
Werkveld
GGZ
Personele regionale
Gevolgen
(uitbreidingsvraag)
+200
Gehandicaptenzorg
+70
Ziekenhuizen
VVT
+20
-1.370
Jeugdzorg
Kinderopvang
Welzijn
TOTAAL
-400
-770
-960
-2.960
Toelichting
Als gevolg van de extramuralisering eerst sterke
afname in werkgelegenheid in 2014 en 2015,
daarna beperkte groei
Als gevolg van de extramuralisering eerst sterke
afname in werkgelegenheid in 2014 en 2015,
daarna beperkte groei
Beperkte groei
Als gevolg van de extramuralisering en het
schrappen van de hulp bij het huishouden
Als gevolg van bezuinigen en efficiencykortingen
Als gevolg van de verhogingen eigen bijdrage
Als gevolg van bezuinigen en efficiencykortingen
Bron: Etil
Naast het verlies van banen zijn er ook banen die wellicht niet verloren gaan maar als gevolg
van de extramuralisering van Zorg Zwaarte Pakketten 1 t/m 4 wel van intramuraal naar
extramuraal verschuiven. Dit treft vooral de werkvelden VV&T, GGZ en (Verstandelijke)
Gehandicaptenzorg.
Tabel 4: Doorberekening gevolgen extramuralisering
Werkveld
GGZ
Gehandicaptenzorg
Verpleging en Verzorging
TOTAAL
Betrokken medewerkers regio Haaglanden
extramuralisering
1.475
2.370
3.960
7.535
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
42/50
Bijlage 3 Onderbouwing tarieven
THEMA 1
Ontwikkeling van competenties van medewerkers
Er wordt cofinanciering aangevraagd voor de scholingskosten en verletkosten.
Trainingen worden verzorgd door een externe docent of een hiervoor toegeruste interne
docent. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten werkgevers voor intern verzorgde
scholingen meer administratieve handelingen verrichten dan voor extern ingekochte
scholingen. Aangezien er in regio Haaglanden meer nodig is dan wordt aangevraagd gaat
Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt er vanuit dat werkgevers met name externe kosten
zullen declareren. Tarieven zijn gebaseerd op offertes die door meerdere bij RegioPlus
aangesloten organisaties zijn aangevraagd en getoetst bij werkgevers. Van drie regio’s zijn
deze tarieven vergeleken en vastgesteld.
Maatregel 1: Uitvoering competentiescans
De gemiddelde kosten bedragen € 300,- Gebaseerd op diverse offertes van externe partijen.
De bedragen zijn getoetst bij werkgevers.
Maatregel 2: Trainingsprogramma van gemiddeld 2 dagen (0-32 uur)
Opleidingskosten:
Gemiddeld € 500,- . We gaan uit van € 250 per dag (€ 125 per dagdeel). Gebaseerd op diverse
offertes van externe partijen. De bedragen zijn getoetst bij werkgevers.3
Verletkosten:
We hanteren een gemiddeld uurtarief van € 25 (incl. eindejaarsuitkering en 32% sociale
lasten). Gebaseerd op een gemiddelde schaal CAO VVT (45/6) en is getoetst bij werkgevers.
Maatregel 3: Bijscholingsprogramma van gemiddeld 8 dagen (32-120 uur)
Opleidingskosten: Gemiddeld € 2000,- . We gaan uit van € 250 per dag (€ 125 per dagdeel).
Gebaseerd op diverse offertes van externe partijen. De bedragen zijn getoetst bij werkgevers.
Verletkosten:
We hanteren een gemiddeld uurtarief van € 25 (incl. eindejaarsuitkering en 32% sociale
lasten).Gebaseerd op een gemiddelde schaal CAO VVT (45/6) en is getoetst bij werkgevers.
Maatregel 4: Opleidingsprogramma van gemiddeld 16 dagen (120 - 160 uur)
Opleidingskosten:
Gemiddeld € 4.000,- . We gaan uit van € 250 per dag (€ 125 per dagdeel). Gebaseerd op
diverse offertes van externe partijen. De bedragen zijn getoetst bij werkgevers.
Verletkosten:
We hanteren een gemiddeld uurtarief van € 25 (incl. eindejaarsuitkering en 32% sociale
lasten). Gebaseerd op een gemiddelde schaal CAO VVT (45/6) en is getoetst bij werkgevers.
3
Omdat er meer subsidie werd aangevraagd dan beschikbaar en de verwachting is dat niet alle
werkgevers voor kortdurende trajecten volledige verletkosten gaan opvoeren gezien de bijkomende
administratieve lasten, hebben we de verletkosten voor deze maatregelen (2 en3) verlaagd tot de totale
kosten binnen het, voor de regio Haaglanden, beschikbare bedrag paste. Tevens zijn voor maatregel 1
geen verletkosten opgenomen.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
43/50
THEMA 2 Kwalificerende scholing (op-/omscholing)
Medewerkers worden geschoold in de functies waar tekorten zijn/verwacht worden
verbreding noodzakelijk door transities in de zorg en vergroten daarmee hun kansen op de
arbeidsmarkt. De meerwaarde voor zorgorganisaties is dat zij hiermee een goed gekwalificeerd
personeelbestand hebben, aansluitend aan de zorgbehoefte. De betreffende medewerker
krijgt een leerwerkcontract bij de werkgever en wordt opgeleid naar een hoger niveau (niveau
3, 4 of 5; incidenteel niveau 2) zodat men kan doorgroeien naar functies die wel beschikbaar
zijn of in de toekomst komen (binnen de eigen organisaties of een andere organisatie).
Hiermee verkleinen we tevens de mismatch tussen vraag een aanbod en beperken we de op
middellange termijn te verwachten tekorten in de zorg.
Bij op-/omscholen op niveau 2, 3, 4 of 5 geldt de regeling BBL.
Maatregel 5 Opscholing op MBO-niveau (BBL-trajecten)
Er wordt cofinanciering voor de loonkosten aangevraagd, BBL-leerlingen kunnen immers geen
verantwoordelijke diensten draaien. Leerlingen staan overgepland zodat zij het vak in de
praktijk kunnen leren van een gediplomeerde collega. Leerlingen leveren geen geld op (zij
draaien immers geen productie) en dus kosten zij de organisatie geld. In tijden van bezuinigen
worden die mensen die geld opleveren (productie maken) behouden en wordt er gekort op
medewerkers die geen productie draaien (waaronder leerlingen). Dit leidt tot afname van het
aantal leerwerkbanen. Door de subsidie kunnen we leerwerkbanen behouden.
Dit staat los van de subsidieregeling Praktijkleren. Deze is bestemd voor de begeleiding van
leerlingen (inzet praktijkbegeleiders).
Loonkosten
Rekening houdend met de mogelijkheid van een verhoging van het minimumuurloon in 2015
en de verwachting dat er meer BBL-trajecten plaatsvinden in de VVT dan in de andere
branches komen we uit op een gemiddeld uurtarief € 13,45,-. Hiervan is 20% subsidiabel.
Uurloon BBL is als volgt berekend:
Branche
VVT
GHZ
GGZ
ZKH
Minimumuurloon
per 1/1/2014
(23 jaar en ouder)
€ 9,52
€ 9,52
€ 9,52
€ 9,52
Eindejaarsuitkering
Sociale
lasten
Totaal
uurloon
5,7%
7,05%
6,25%
8,33%
32%
32%
32%
32%
€ 13,284
€ 13,45
€ 13,35
€ 13,61
20% van
het
uurloon
€ 2,66
€ 2,69
€ 2,67
€ 2,72
Een leerwerkcontract varieert van 28-36 uur per week. In de begroting zijn we uitgegaan van
het gemiddelde van 32 uur; voor de duur van de maximale 2 jaar.
Zowel vakkrachten als jongeren tot 27 jaar worden opgeschoold middels deze maatregel. We
gaan uit van 2 instroommomenten (sept 2014 en feb 2015).
4
Bij de begroting van het uurtarief is rekening gehouden met een verhoging van het minimumuurloon in
2015.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
44/50
Maatregel 6 Opscholing op HBO-niveau (duaal leren)
Er wordt cofinanciering aangevraagd voor duale opleidingstrajecten op HBO niveau. Er wordt
overeenkomstig met de regeling cofinanciering voor de loonkosten aangevraagd. Voor het
uurloon voor duale opleidingen wordt dezelfde berekening gehanteerd als voor BBL.
Zowel vakkrachten als jongeren tot 27 jaar worden opgeschoold middels deze maatregel.
Een leerwerkcontract varieert van 30-32 uur per week. In de begroting zijn we uitgegaan van
het meest voorkomende van 30 uur; voor de duur van anderhalf jaar.
Maatregel 7 EVC-trajecten
Er wordt cofinanciering aangevraagd voor de kosten van het EVC-traject.
Middels EVC-trajecten worden verworven competenties van medewerkers aangetoond
waardoor ze inzetbaar zijn op een hogere of bredere functie en waarmee de eigenwaarde
wordt verhoogd en ze uiteindelijk een betere/stabielere positie hebben op de arbeidsmarkt.
Trajecten worden verzorgd door een externe partij. De kosten zijn gebaseerd op offertes die
we hebben aangevraagd en het tarief is vervolgens getoetst bij de deelnemende werkgevers.
Kosten EVC-traject : € 1.200,- per deelnemer.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
45/50
Bijlage 4 Antwoorden vragenbrief
1. Kunt u aantonen dat het samenwerkingsverband voldoet aan de eisen van artikel 2.1
lid 1 dan wel artikel 2.1 lid 2 van de regeling?
Zie gewijzigde overeenkomst.
2. In uw samenwerkingsovereenkomst is de samenwerking slechts gericht op het
opstellen van een plan en niet op de uitvoering van het plan. Kunt u de
samenwerkingsovereenkomst aanpassen?
Zie gewijzigde overeenkomst.
3. Niet is gebleken dat ZorgZijn Werkt (hierna: ZZW) een hoofdaanvrager is in de zin van
artikel 2.2 lid 4 van de regeling kan optreden als hoofdaanvrager? Kunt u conform
artikel 2.2 lid 7 van de Regeling expliciet aantonen dat u beschikt over liquide
middelen ter hoogte van 80% van het aangevraagde subsidiebedrag en dat het
samenwerkingsverband zich garant stelt voor ten minste 80% van het aangevraagde
subsidiebedrag?
Zie raamwerk en gewijzigde overeenkomst..
4. Het samenwerkingsverband en de uitvoeringsovereenkomst die met de deelnemende
organisaties is gesloten hangen samen. De machtiging waarin ZZW als hoofdaanvrager
wordt aangewezen door de in het samenwerkingsverband deelnemende organisaties
daartoe wordt gemachtigd is nog niet voldoende duidelijk. Als u uw aanvraag wilt
handhaven dient u dit te bevestigen.
De uitvoeringsovereenkomsten worden op basis van de gewijzigde aanpak herzien.
5. Uw arbeidsmarktanalyse sluit aan bij landelijke ontwikkelingen en hervormingen in uw
sector, er is dynamiek en de komende jaren worden personele overschotten verwacht.
U houdt in uw analyse rekening met verschuivingen in de organisatie van de zorg en
veranderende competenties die nodig zullen zijn. Toch blijft uw arbeidsmarktanalyse
te algemeen. Daarmee is niet duidelijk of en in welke mate de maatregelen waar u
cofinanciering voor aanvraagt bijdragen aan de oplossing van de specifieke knelpunten
in uw branche. Ook ie niet duidelijk hoe uw plan zich verhoudt tot de andere plannen
die in de zorgsector zijn ingediend of ingediend gaan worden, zowel op regionaal als
op landelijk niveau. Welk deel van de totale problematiek gaat u met uw sectorplan
oplossen?
Ik verzoek u focus aan te brengen in uw arbeidsmarktanalyse, waarbij u aangeeft wat
de grootste knelpunten zijn in uw arbeidsmarktregio en in welke subbranche(s) doen
zich deze knelpunten voor.
Ik verzoek u om op basis van een eigen branche analyse aan te geven waar de
verschuivingen zich gaan voor doen op de korte en op de wat langere termijn, zowel in
omvang (groei-/krimp werkgelegenheid) als functiespecifieke ontwikkelingen.
Ik verzoek u aan te geven op welke wijze u de knelpunten wilt oplossen en wat daarbij
uw concrete doelen zijn in kwalitatieve en kwantitatieve zin.
Zie raamwerk en aangepast plan.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
46/50
6. U vraagt specifiek voor 7 ouderenzorginstellingen cofinanciering aan in uw sectorplan.
Kunt u uw analyse specificeren voor deze deelbranche en daarbij aangeven waarom
het aantal deelnemende organisaties hiertoe is beperkt?
Niet meer van toepassing gezien gewijzigde aanpak.
Maatregelen
7. De aansluiting van alle maatregelen bij de arbeidsmarktanalyse, de uitwerking en
onderbouwing zijn op dit moment niet voldoende. De behoefte aan maatregelen is
geïnventariseerd bij de individuele deelnemende zorginstellingen en zijn niet terug te
voeren tot de arbeidsmarktanalyse. Wij verzoeken u de maatregelen specifiek,
meetbaar, uitvoerbaar en realistisch/resultaatgericht op t schrijven. Tevens verzoeken
wij u om een onderbouwing van de aantallen per maatregel, uitgesplitst naar
subbranche en kwalificatieniveau en aan te geven hoe de maatregel een bijdrage
levert aan één van de knelpunten die in uw analyse is/wordt beschreven.
De maatregelen, bijbehorende kosten en aantallen zijn gewijzigd aan de hand van de
gewijzigde aanpak. Zie aangepast plan en begroting.
8. Met betrekking tot de diverse maatregelen is het niet helder wat de sector al doet en
welke maatregelen of intensiveringen van maatregelen aanvullend zijn ten opzichte
van reguliere activiteiten, die ook zonder sectorplan zouden worden uitgevoerd.
Zie raamwerk en aangepast plan.
Maatregelen gericht op gezondheid
9. 150 medewerkers worden preventief getraind ter bevordering van hun inzetbaarheid,
50 van hen krijgen een gezondheidscheck. Kunt u dit beperkte aantal - en de noodzaak
van deze activiteit onderbouwen?
De maatregelen gericht op gezondheid zijn, wegens de regionale focus op scholing,
geschrapt uit het sectorplan.
Maatregelen gericht op mobiliteit
10. Er zijn volgens de analyse 3.600 mensen boventallig. Waarom wordt dan slechts voor
528 personen een van werk naar werk-traject aangeboden? Binnen deze 528 wordt bij
63 volstaan met een sollicitatietraining. Is dit voor deze mensen voldoende? Voor 3
van deze 63 is er externe coaching. Waarom?
De maatregelen gericht op mobiliteit zijn, wegens de regionale focus op scholing,
geschrapt uit het sectorplan.
Maatregelen gericht op scholing
1. Er worden 622 vakkrachten geschoold naar een hoger niveau en voor 2.186
medewerkers zijn activiteiten gericht op competentie ontwikkeling beschikbaar. Kunt
u deze aantallen in het licht van uw analyse onderbouwen? Kunt u aangeven om welke
scholingsinstrumenten het gaat, wat doet men precies bij welk traject, wat zijn de
resultaten?
De maatregelen, bijbehorende kosten en aantallen zijn gewijzigd aan de hand van de
gewijzigde aanpak. Zie aangepast plan, onderbouwing tarieven en begroting.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
47/50
2. U geeft voort aan dat in de scholingsmaatregel 135 BBL trajecten betrokken zijn. Kunt
u aangeven welke medewerkers (functie) tot de doelgroep van deze maatregel
behoren? Daarnaast wijs ik u erop voor zover mogelijk scholing onder te brengen in
reguliere BBL-opleidingen.
De maatregelen, bijbehorende kosten en aantallen zijn gewijzigd aan de hand van de
gewijzigde aanpak. Zie aangepast plan, onderbouwing tarieven en begroting.
Maatregelen gericht op instroom jongeren
3. Gezien het hoge aantal boventalligen in diverse zorgbranches en verwachte personele
overschotten komende 2 à 3 jaren waarvoor mobiliteit naar andere functies binnen of
zelfs buiten de zorgsector nodig is, verzoek ik u de maatregel gericht op het
bevorderen van nieuwe instroom van jongeren nader te onderbouwen. Kunt u
aangeven hoe de verwachtingen precies zijn rond het aanbod van jongeren in de
opleidingen voor de zorgsector en de verwachte uitbreidingsvraag op termijn
(uitgesplitst naar branche en naar benodigd kwalificatieniveau)?
Gezien de gewijzigde aanpak en focus is dit niet meer aan de orde. Het plan focust zich
op behoud van zittende medewerkers middels scholing. Waar van toepassing zijn er
ook jongeren bij de maatregelen betrokken, maar niet met nieuwe instroom als doel.
4. De instroom van jongeren is beperkt in aantal: 24 werkervaringsplaatsen en 12 BBL. In
de begroting wordt voor 18 mensen begeleidingskosten opgevoerd. Niet duidelijk is
welke 18 dit betreft (BBL 0f werkervaringsplaatsen) en waaruit de begeleiding bestaat.
Welke rol spelen daarnaast 30 opleidingsplaatsen in deze maatregel?
Gezien de gewijzigde aanpak en focus is dit niet meer aan de orde. Het plan focust zich
op behoud van zittende medewerkers middels scholing. Waar van toepassing zijn er
ook jongeren bij de maatregelen betrokken, maar niet met nieuwe instroom als doel.
5. Bij slechts 60 van de 174 stages wordt een stagevergoeding gevraagd. Waarom dit
aantal? Wat is de grondslag voor de stagevergoeding, welk type contract wordt
gesloten met de jongere? Een stagevergoeding te voldoen door de werkgever komt
niet in aanmerking voor cofinanciering op basis van de Regeling Cofinanciering
Sectorplannen, omdat dit geen arbeidsovereenkomst betreft.
Gezien de gewijzigde aanpak en focus is dit niet meer aan de orde. Het plan focust zich
op behoud van zittende medewerkers middels scholing. Waar van toepassing zijn er
ook jongeren bij de maatregelen betrokken, maar niet met nieuwe instroom als doel.
6. Kunt u aantonen hoe de structurele maatregelen na afloop van de tijdelijke
cofinanciering zullen worden voortgezet?
Zie raamwerk en aangepast plan. De te ontwikkelen en reeds ontwikkelde
scholingsactiviteiten worden ingebed in het scholingsbeleid ten behoeve van nieuwe
instroom en doorstroom van personeel.
Uitvoering, voorwaarden en handhaving
7. De wijze van uitvoering, de voorwaarden voor deelname van een werkgever aan het
sectorplan en de handhaving van deze voorwaarden zijn vrij summier weergegeven in
uw sectorplan. Kunt u aangeven hoe de uitvoering per maatregel vorm krijgt en hoe
geldstromen (voor elke maatregel) vanuit de hoofdaanvrager en naar betrokken
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
48/50
derden organisaties (trainers, leveranciers) lopen?
Dit wordt nog nader toegelicht in de aan te passen uitvoeringsovereenkomsten.
8. Graag ontvangen we antwoord op de vraag hoe u kunt borgen dat de maatregelen in
het sectorplan openstaan voor alle instellingen in de regio/sector combinatie of
branche waar uw sectorplan betrekking op heeft?
Zie raamwerk en aangepast plan.
9. Er zijn naast uw sectorplan ook landelijke sectorplannen ingediend die in uw regio
kunnen worden uitgevoerd. Een eventuele samenloop kant tot gevolg hebben dat een
of meerdere deelnemers aan uw regionale maatregelen (binnen de projectperiode)
ook deelnemen aan andere maatregelen. Deze samenloop wordt gelet op de
uitvoering van maatregelen en projectadministratie niet wenselijk geacht. Ook kan
daardoor op deelnemersniveau sprake zijn van dubbelfinanciering, iets wat voor de
Regeling wordt uitgesloten. Wij verzoeken u daarom duidelijk aan te geven hoe dit
regionale plan rekening houdt met andere (landelijke) sectorplannen in de zorg. Kunt u
aangeven hoe geborgd wordt dat er geen onwenselijke samenloop ontstaat en/of
sprake is van dubbelfinanciering van deelnemers
Zie raamwerk en aangepast plan.
Begroting
Onderstaande vragen zijn niet meer van toepassing, gezien de gewijzigde aanpak. De
maatregelen, bijbehorende kosten en aantallen zijn gewijzigd aan de hand van de
gewijzigde aanpak. Zie aangepast plan, onderbouwing tarieven en begroting.
Beantwoording van vraag 10 t/m 15 komt daarmee te vervallen.
10. De trajectkosten en -prijzen dienen nader te worden onderbouwd. Kunt u de inhoud
van de trajecten specificeren? De prijzen dienen uit een transparante
offerteprocedure of benchmark te blijken. U wordt verzocht van de onderstaande
posten een nadere onderbouwing te geven:
o Van Werk naar Werk trajecten à € 3.184,o Externe coaching à €5.000,- per medewerker (3 personen)
o Scholingstrajecten t.b.v. hogere kwalificaties à €2.156,o Overig: Trainingskosten, lesmateriaal en scholingskosten à € 320,70
11. Het aantal van 60 eenheden advieskosten t.b.v. aanpak flexibilisering in de begroting
komt niet overeen met het aantal van 25 deelnemers genoemd in het plan van
aanpak.
12. Het aantal van 40 trainingen tot senior maatje in de begroting komt niet overeen met
het aantal van 60 deelnemers genoemd in het plan van aanpak.
13. In maatregelen scholing en instroom is de financiering van BBL trajecten betrokken.
a. Ik verzoek u de berekening hiervan in de begroting meer inzichtelijk te maken.
Dit is niet steeds het geval.
b. Voorts voert u materiële kosten 12 leerling-plaatsen à €19.610,- op. Deze zijn
niet subsidiabel. NB. Met betrekking tot de BBL trajecten en de loonkosten van
de deelnemers is niet duidelijk of uw invulling van de maatregel voldoet aan
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
49/50
de regeling, De subsidiabele loonkosten van de leerling op de BBL plek zijn
gemaximeerd tot 20% van het wettelijk minimumloon (jeugdloon),
vermeerderd met een opslag van 32%.
14. U wordt verzocht de berekening van onderstaande aantallen verlet- en overige uren,
genoemd onder personeelskosten nader te onderbouwen. Deze aantallen betreffen
onder meer de begeleidingsuren die nodig zijn bij ontwikkel- en adviesgesprekken en
kunnen niet steeds met het aantal deelnemers worden aangesloten. Ook wordt u
verzocht de hoogte (tarieven) van de verletkosten en begeleidingskosten te
onderbouwen. Het gaat om de volgende uren aantallen:
o 51.010, verlet arbeidsmarktbemiddeling
o 4.000 uur, overig/verbreding functieniveau 1 medewerkers
o 12.965 uur, mentor t.b.v. verpleegkundigen ouderenzorg
o 1.872 uur, faciliteren interne mobiliteit à € 23,o 1.200 uur, begeleidingskosten advies/ontwikkeltraject
o 78.244 uur, afwezigheid uren scholing hoger niveau
o 25.900 uur begeleidingskosten (scholing)
15. Kunt u de onder ’overig’ opgenomen kosten voor het vitaliteitprogramma
verduidelijken? Wat gaat men in dit programma precies doen?
Graag ontvangen we een herziene begroting waarin duidelijk beschreven is per maatregel, het
aantal toepassingen, de kosten per toepassing en de onderbouwing van de kosten.
Sectorplan Regio Haaglanden 1e tranche
50/50