WMO-werkplaats Flevoland Lectoraat Klantenperspectief in ondersteuning en zorg Windesheim Flevoland te Almere Polder Post Nr. 2, september 2014 In deze polderpost nummer 2 brengen we u weer op de hoogte van de ontwikkelingen van de WMO-werkplaats Flevoland. In den Haag staan alle lichten op groen, dus iedereen is volop aan de gang met de verdere uitwerking van de uitvoering van de WMO. Belangrijk blijft de aansluiting bij de praktijk. Het thema ‘netwerkontwikkeling’ als fundament van Welzijn Nieuwe Stijl staat hierbij centraal. Netwerkontwikkeling betreft de aandacht voor de rol van het sociale netwerk van iemand die zorg, hulp of steun nodig heeft. Daarbij gaat het in het sociale netwerk om afblijven en/of er aan deelnemen en/of het (mee) opbouwen, versterken, onderhouden of afbouwen ervan. In de WMO-werkplaats Flevoland geven we hier handen en voeten aan door leren-on-the-job trajecten waar het wederzijds leren centraal staat. Leren-on-the-job trajecten Op basis van vraagarticulatie is duidelijk geworden dat de behoefte aan een dergelijk leren-on-the-job-traject op dit moment vooral bij de leden van de wijkteams aanwezig is. Het traject heeft zich vervolgens ontwikkeld tot een ‘Training wijkwerkers’ met het volgende programma:    Eén bijeenkomst vraagarticulatie (2 uur) op basis van de vraag: Welke behoefte aan scholing leeft er bij het betreffende wijkteam? Twee bijeenkomsten training (2 dagdelen) op basis van het boek ‘Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn’ en de resultaten van de vraagarticulatie. Acht bijeenkomsten leren-on-the-job (8 x 2 uur) voor verdieping op basis van behoefte van de teamleden. Deze verdieping omvat tevens actie-onderzoek ten behoeve van het ontwikkelen/aanscherpen van hulpmiddelen/handvatten voor het betreffende handelingsrepertoire. In dit deel is er dus sprake van een wederzijds leren. Inhoudelijk staan we stil bij de volgende vragen en onderwerpen: De betekenis van professioneel handelen in een verzorgingsstaat, participatiestaat en waarborgstaat. Wat is de betekenis van zelfbeschikking, eigen kracht en eigen regievoering en wat betekent de paradigmashift; voor jezelf en de klant? Welke invloed heeft dit op het professioneel handelen? Vervolgens zijn we bezig geweest met handelingsvraagstukken. Hoe nodig je de burger uit tot eigen regie? Aan de hand van bestaand informatiemateriaal is onderzocht of dit al dan niet nu gedaan wordt en wat goede criteria zijn. Daarnaast staan we stil bij netwerkontwikkeling. Concreet is er gekeken naar de kracht van een netwerk. De kracht van een netwerk wordt bepaald door: 1. Zelfredzaamheid of het individuele vermogen om algemene dagelijkse levensverrichtingen (adl) zelfstandig te doen 2. Samenredzaamheid of het collectieve vermogen om adl zonder professionele inmenging uit te voeren Wijkwerkers zijn over het algemeen bewust van het belang om aan te sluiten, maar hoe doe je dat? Uit de oefening die we tijdens de bijeenkomst in het wijkteam bespraken blijkt dat er nog niet altijd gekeken wordt met de ogen van “eigen kracht”, maar met de ogen van de professional die gericht is op probleemoplossing door “professionele kracht”. In de vorm van actieonderzoek gaan we aan het werk om het scherper krijgen van concrete handvatten voor de beschreven generieke competenties. We gaan bijeenkomsten beleggen en studenten/student-assistenten maken filmpjes van gesprekken. Deze gesprekken worden in bijeenkomsten geanalyseerd. Verder wordt elke cliënt/burger na elk contact gevraagd een vragenlijst in te vullen en te zenden naar het lectoraat. De informatie wordt door onderzoekers van het lectoraat verzameld en 1x per 2 maanden besproken met het team tijdens een bijeenkomst. Het beoogde resultaat is handvatten (bv in de vorm van gesprekskaarten)voor persoonsgerichte en omgevingsgerichte netwerkondersteuning. Daarnaast wordt in de praktijk de samenredzaamheidsmeter toegepast en besproken. Beoogd resultaat is kracht netwerk beter in beeld krijgen en houden. Het traject beoogt biedt kortom handvatten tot het uitbreiden van het handelingsrepertoire en maakt tevens gebruik van al ontwikkelende kennis. Vervolg Op dit moment wordt gezocht naar een goede vorm voor het cultuurdragerschap en de train-de-trainer-setting. Onder cultuurdragers verstaan we mensen die in staat zijn de kennis en kunde vanuit de setting van het sociale wijkteam over te dragen naar de zorg en welzijnsorganisaties. De door de cultuurdragers uitgevoerde ‘trainingen’/ activiteiten moeten vooral leiden tot een goede verbinding van het werk van de wijkteams met dat van de vrijwilligers-, welzijns- en zorgorganisaties. Verder is inmiddels duidelijk geworden dat er bij de wijkteams in Flevoland een dusdanig grote behoefte aan het traject bestaat dat we nu afspraken hebben voor het trainen van totaal ten minste 19 wijkteams Flevoland. Uiteraard staan we open voor vragen of het onderzoeken van mogelijkheden voor het doen van trajecten in de regio. Lineke Verkooijen Hanna Ploeg Lector KIOZ Projectcoördinatie