Bekijk de tussenstand (april 2014)

Wmo-werkplaats Utrecht
Tussenstand praktijkprojecten – april 2014
Transitie en transformatie
Inmiddels voeren drie studentgroepen in nauw overleg met het projectteam de 0-meting uit (voor de
transitie). In deze meting wordt met drie groepen cliënten gesproken (5 x psychische beperking, 5 x
verstandelijke beperking en 5 x dementie) over hun huidige situatie. Tevens worden vijf cliënten van
De Tussenvoorziening (maatschappelijke opvang) in het onderzoek meegenomen. Van elke cliënt
wordt tevens de belangrijkste mantelzorger en professional gesproken. Na de transitie zullen deze
cliënten, mantelzorgers en professionals opnieuw worden bevraagd op dezelfde onderwerpen,
namelijk het ondersteuningsarrangement, participatie, zelfredzaamheid en mogelijk sociaal isolement..
Naast dit kwalitatieve deel is een minidataset ontwikkeld waarin middels een beperkt aantal vragen
eveneens informatie wordt verzameld ten aanzien van bovengenoemde onderwerpen. Op dit moment
word deze minidataset zo breed mogelijk uitgezet zodat gegevens van een grote groep cliënten in
kaart kan worden gebracht. Zie ook www.wmowerkplaatsutrecht.nl voor de oproep en meer informatie.
Gebruikers van de voedselbank en maatschappelijke participatie
Het toenemend beroep op zelfredzaamheid van burgers dat vanuit de overheid gedaan wordt, gaat
gepaard met een veranderend samenspel tussen diverse (professionele en vrijwillige) partijen in het
sociale domein. De samenwerking tussen voedselbanken en buurtgerichte teams is daar een
voorbeeld van, maar roept diverse vragen op. Allereerst zijn dat praktijkgerichte vragen: Hoe
ontwikkelt de samenwerking tussen de teams en de vrijwilligers en gebruikers van de voedselbanken
zich? Doen zich knelpunten voor? Wat zijn ontwikkelpunten en kansen? Ten tweede rijzen meer
fundamentele vragen over de eigen aard van, en verhouding tussen vrijwilligers(organisaties) en
professionele hulpverlening. Elk hebben hun eigen vertrekpunten en logica, en deze kunnen soms
met elkaar botsen. Waar voor de buurtgerichte teams bijvoorbeeld zelfredzaamheid en autonomie
kernwoorden zijn, werken veel vrijwilligers vanuit barmhartigheid en mededogen.
Momenteel vindt vooronderzoek plaats gericht op één buurtteam van U-centraal en de voedselbank
waarin een netwerkanalyse wordt uitgevoerd samen met de betrokken professionals en vrijwilligers.
De resultaten hiervan zullen onder meer worden gebruikt voor de tweede fase van het onderzoek dat
een meer ontwikkelingsgericht karakter zal krijgen. Centraal hierin staat: de monitoring, evaluatie en
disseminatie van de ondersteuning van vrijwilligers van voedselbanken door buurtteams in Utrecht.
Zie de website van Wmo-werkplaats Utrecht voor de managementsamenvatting van het onderzoek
naar de Utrechtse voedselbank en haar deelnemers dat in oktober 2013 is afgerond.
De kanteling in de praktijk
Dit project beoogt gemeenten en betrokken partijen handvatten te geven in de vorm van innovatieve
werkwijzen en deskundigheidsbevordering om de Kanteling verder vorm te geven. Inmiddels zijn twee
deelprojecten in dit project opgenomen. In beide projecten werken gemeente, zorg- en welzijnspartijen
aan een gekantelde entree op de Wmo. Vraagverkenning en –verheldering staan daarbij op het
programma maar ook de wijze waarop men wil samenwerken.
- Deelproject Entree Nieuwegein
De nadruk ligt in dit project op de implementatie van een gekantelde wijze van vraagverheldering. Op
basis van een in een eerdere pilot ontwikkelde vragenlijst worden medewerkers van Movactor getraind
in het voeren van een zogenaamd Keukentafelgesprek, een vraag verhelderend gesprek in het kader
van de Wmo. Gericht op het aanspreken van de eigen kracht en regie van de burger/cliënt, het
inzetten van een eigen netwerk van de burger/klant en het samenwerken met andere organisaties. De
training Het Gesprek is gezamenlijk ontwikkeld door de HU (Wmo-werkplaats Utrecht),
HanzeHogeschool (Wmo-werkplaats Groningen) en Movisie, en bestaat uit 4 dagdelen. Hij wordt
zowel in Noord-Nederland als in Nieuwegein een keer uitgevoerd als pilot, waarna de training wordt
verbeterd en aangevuld met een train-de-trainersaanbod. De pilot in het noorden is inmiddels
afgerond, die in Nieuwegein is halverwege, het train-de-trainersdeel is nog in ontwikkeling.
Doel is de beide trainingen uiteindelijk aan te bieden aan gemeenten en/of organisaties die
verantwoordelijk zijn voor de gekantelde vraagverheldering. Ze zullen worden uitgevoerd door trainers
van de regionale Wmo-werkplaatsen en Movisie.
- Deelproject Integrale Toegang Oudewater
Onder leiding van een projectleider van Stade-advies levert Wmo-werkplaats Utrecht een bijdrage aan
de ontwikkeling van de pilot ‘integrale toegang tot het sociale domein’ in de gemeente Oudewater. We
maken daarbij gebruik van de prototypen wijkteams die ontwikkeld zijn in het project Integraal
Wijkgericht Werken van de Wmo-werkplaats Utrecht.
Innovaties in integraal wijkgericht werken
Met dit onderzoek wil de Wmo-werkplaats Utrecht een bijdrage leveren aan de ondersteuning en
ontwikkeling van integraal wijkgericht werken in de uitvoeringspraktijk aan de vernieuwing van het
bacheloronderwijs. Het onderzoeksrapport van fase 1 is klaar. De conclusie bevat vier vragen die bij
de keuze van wijkteams beantwoord moeten worden. Er zijn drie modellen toegevoegd van drie
verschillende varianten van integraal wijkgericht werken die uit het onderzoek naar voren komen. De
onderzoeksrapportage is te vinden op de website van de Wmo-werkplaats Utrecht.
In de komende periode zal het onderzoek zich richten op de volgende drie thema's:
- samenwerking tussen formele en informele dienstverlening;
- kwaliteiten van sociale professionals in integrale wijkteams en de aansturing van integrale
wijkteams;
- de rol van burgers.
Samenspel formele en informele zorg
Het project richten zich specifiek op de informele zorg rond volwassenen met dementie, NAH en lichte
verstandelijke beperkingen. Er zal onderzocht worden welke algemene vormen van ondersteuning van
mantelzorgers en vrijwilligers van deze groepen van belang zijn, en welke vormen specifiek voor
subgroepen gelden.
Een literatuurstudie naar het begrippenkader en naar de verschillende werkwijzen in de contextuele
manier van werken is afgerond en gepresenteerd. Dit document wordt in de ontwikkelwerkplaatsen
gebruikt bij de casusbesprekingen. Ten behoeve van deze casusbesprekingen worden tevens
invullijsten door mantelzorgers, steunend netwerk en vrijwilligers ingevuld. De werkwijze van de
professionals wordt in de groepen systematisch besproken op vroeg signalering, inventarisatie
netwerk, werkwijze en samenwerkende organisaties. De eindmeting zal moeten uitwijzen of dit
daadwerkelijk heeft geleid tot een verbetering van co creatie.
Er zijn enkele deelonderzoeken gestart over
- het in beeld brengen van mantelzorg bij LVB;
- professionele competenties om vrijwilligers bij dagbesteding voor mensen met dementie te
ondersteunen;
- ontwikkelen van een scholing (in samenwerking met organisaties uit het project) in zinvolle
activiteiten aan vrijwilligers die al gekoppeld zijn aan de doelgroepen NAH/LVB en dementie;
- onderzoek naar 'best practices' van vrijwilligers die al langere tijd bij mensen met NAH werken;
- vroegsignalering van belasting mantelzorgers bij dementie.
Er zijn inmiddels 3 studiedagen geweest met verschillende thema’s zoals: samenwerkende
organisaties en netwerkstrategieën. Op 18 maart heeft een studiedag plaatsgevonden met het thema,
in dialoog met transitiemanagers en beleidmakers. Alle documenten zijn te vinden op
www.hersenletselenmantelzorg.nl evenals de nieuwsbrieven, verslag en foto's van studiedagen.