Informatie over agenderingsmogelijkheden voor AB-leden Inleiding Hoe kunnen bestuurscommissieleden onderwerpen agenderen, wat en wanneer wel of niet, en hoe ziet de uitwerking daarvan er uit? Hieronder wordt e.e.a. uiteengezet. Reglementaire basis Er zijn de volgende mogelijkheden voor commissieleden tot agendering: 1. Initiatiefvoorstel: een eigen ontwerpbeslissing die buiten de agenda valt, ter besluitvorming door het AB – reglement van orde AB art. 33. 2. Agenderingsverzoek: verzoek van een commissielid om, bij vaststelling van de agenda in de vergadering, een onderwerp daar aan toe te voegen – reglement van orde AB art. 9.2, verordening op de voorbereidende commissies art. 11.1. 3. Bespreking van TK-stukken: verzoek om een ter kennisneming aangeboden stuk inhoudelijk te behandelen – verordening op de voorbereidende commissies art. 12. 4. Motie vreemd aan de orde van de dag: behandeling van een motie over een nietgeagendeerd onderwerp – nieuw in gewijzigd reglement van orde AB art. 31.4. Praktische uitwerking Ad 1, initiatiefvoorstel a) AB-lid dient het voorstel schriftelijk in bij de voorzitter (in de praktijk bij Bestuursondersteuning, [email protected], ten behoeve van de voorzitter, waarbij gebruik wordt gemaakt van het format initiatiefvoorstel). b) Bij aankondiging of indiening van een initiatiefvoorstel wordt door Bestuursondersteuning, na overleg met secretaris en voorzitter, met de indiener afgestemd hoe het behandelingstraject er uit gaat zien. Centraal daarin staan: - tijdige behandeling t.b.v. pre-advisering in Staf en DB. - behandeling in een voorbereidende commissie incl. preadvies DB. DB-lid en directeur worden hierbij betrokken. c) Voor een goede praktijk betekent dit dat een initiatiefvoorstel, met gebruik van het juiste format, beschikbaar moet zijn uiterlijk op woensdag 12.00 uur 5 weken voor de betreffende commissievergadering. Traject: de week daarna als initiatiefvoorstel in de Staf, week daarna concept-preadvies in de Staf, week daarna preadvies in het DB en verzending van initiatiefvoorstel plus preadvies met de overige agendastukken naar de voorbereidende commissie. d) NB: het hierna gestelde geldt op grond van het reglement van orde als de indiener van een initiatiefvoorstel ondanks afstemming geen preadvies wil en rechtstreeks met het voorstel naar het AB gaat. De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, behalve wanneer de schriftelijke oproep hiervoor al is verzonden. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daarop volgende vergadering geplaatst. e) Bij vaststelling van de agenda wordt in stemming gebracht of het initiatiefvoorstel in die vergadering wordt behandeld. f) De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij het algemeen bestuur oordeelt dat: a. het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp wordt behandeld. b. het voorstel eerst wordt behandeld in een voorbereidende commissie. c. er eerst advies wordt gevraagd aan het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur bepaalt vervolgens in welke vergadering het voorstel wordt geagendeerd. g) Het algemeen bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel. Ad 2, agenderingsverzoek a) AB-lid of commissielid dient een verzoek schriftelijk in bij de voorzitter (in de praktijk bij Bestuursondersteuning, [email protected], ten behoeve van de voorzitter, waarbij gebruik wordt gemaakt van het format agenderingsverzoek). b) Bij aankondiging of indiening van een agenderingsverzoek bij Bestuursondersteuning voorafgaand aan de commissievergadering wordt door Bestuursondersteuning met de indiener afgestemd hoe het behandelingstraject er uit gaat zien (zie hiervoor bij 1b en c). Bestuursondersteuning bekijkt of het onderwerp niet sowieso voor binnenkort op de termijnagenda staat. DB-lid en directeur / sds worden betrokken. c) NB: het hierna gestelde geldt op grond van het reglement van orde en de verordening op de voorbereidende commissies als de indiener van een agenderingsverzoek dat niet vooraf bij Bestuursondersteuning meldt maar rechtstreeks met het verzoek naar de vergadering van het AB of de voorbereidende commissie gaat. Het lid dient het verzoek tot het plaatsen van een onderwerp op de agenda voor de voorbereidende commissie of het algemeen bestuur uiterlijk bij aanvang van de vergadering in bij de voorzitter. d) In beide gevallen, zowel AB als voorbereidende commissie, kan de vergadering een onderwerp dat men onvoldoende voorbereid acht, besluiten niet te behandelen. In dat geval kan de vergadering aan het DB-lid nadere inlichtingen of advies vragen; ook kan men het onderwerp verwijzen naar een volgende vergadering van de voorbereidende commissie. e) Een dergelijk voorstel tot toevoeging van onderwerpen aan de agenda, ter vergadering, is een voorstel waarover vervolgens zonder uitgebreid debat wordt beslist. Hier geldt dezelfde opmerking als hierboven, behandeling zonder preadvies van het DB en (bij agenderingsverzoeken direct in het AB) zonder voorafgaande behandeling in een voorbereidende commissie, is met het oog op een goede voorbereiding van de andere leden af te raden. Ad 3, bespreking van tk-stukken a) Bij tk-stukken gaat het om door het DB, als bevoegd orgaan, reeds vastgestelde besluiten dan wel bekend gemaakte informatie. De tk-stukken worden bekend gemaakt via de dagmail, vermeld (maar niet op papier meegezonden) op de agenda van de betreffende commissie, en gepubliceerd op internet. b) Het lid van de voorbereidende commissie dient bij de voorzitter van de vergadering een verzoek in om in de volgende vergadering een tk-stuk inhoudelijk te behandelen. Dit gebeurt in de vergadering van de commissie waaraan de stukken ter kennis waren gebracht. c) Dit verzoek wordt schriftelijk inhoudelijk gemotiveerd. Het commissielid levert bij ‘piepen’ van tk-stukken zelf informatie aan, met daarin nadrukkelijk de bedoeling van de agendering, evt. in overleg met de bestuursadviseur van Bestuursondersteuning (in gevallen dat het vooral gaat om uitleg van het hoe en waarom van door het DB genomen besluiten, zijn schriftelijke vragen aan het DB vaak een alternatief). De informatie wordt verwerkt in een reguliere commissieflap. d) De flap voor een ‘gepiept’ en dus te agenderen tk-stuk wordt door de betrokken bestuursadviseur geagendeerd ter behandeling in de staf vóórdat de agenda van de commissievergadering wordt gepubliceerd. Daarin zit zowel het doel van de agendering als ook ruimte voor bestuurlijke achtergrond en reactie. e) Dit betekent dat de commissieflap over een gepiept tk-stuk beschikbaar moet zijn uiterlijk op woensdag 12.00 uur 3 weken voor de betreffende commissievergadering. Ad 4, motie vreemd aan de orde van de dag a) AB-lid stuurt motie vreemd aan de orde van de dag bij voorkeur al vooraf, via Bestuursondersteuning, aan de overige leden, ter voorbereiding. b) AB-lid kondigt motie vreemd aan de orde van de dag formeel aan bij de vaststelling van de agenda. c) De vergadering beslist over de toevoeging van de motie aan de agenda (zie ook bij 2d). d) Behandeling van de motie vreemd aan de orde van de dag, dus bespreking en stemming, gebeurt na behandeling van alle andere geagendeerde onderwerpen.
© Copyright 2024 ExpyDoc