30 apr (pdf - 1MB) - Provincie Antwerpen

STENOGRAFISCHE NOTULEN
VAN DE PROVINCIERAAD
VAN ANTWERPEN
VERGADERING VAN
30 APRIL 2014
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
__________
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
__________
De vergadering wordt geopend te 14.36 uur.
Mevrouw de Gouverneur en de heer Provinciegriffier zijn aanwezig.
Tekenden de aanwezigheidslijst:
De heer
Mevrouw
Mevrouw
De heer
Mevrouw
De heer
Mevrouw
De heer
De heer
Mevrouw
De heer
Mevrouw
De heer
De heer
De heer
Mevrouw
Mevrouw
De heer
De heer
Mevrouw
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
Mevrouw
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
De heer
Mevrouw
De heer
Mevrouw
Mevrouw
ARBIB Abdelkarim
BAETEN Els
BAYRAKTAR Aysel
BELLENS Peter
BOCKX Greet
BOLLEN Ivo
BOONEN Nicole
BUNGENEERS Luc
CALUWÉ Ludwig
COLSON Mireille
CORLUY Bert
COTTENIE Christ'l
CUYT Rony
DE COCK Koen
DE HAES Jan
DE HERT Vera
DE LOBEL Hilde
DILLEN Koen
FEYAERTS Patrick
GENIETS Benedicte
GEUDENS Frank
GEYSEN Kris
GODDEN Jürgen
GOOSSENS Kris
HELSEN Koen
HENS Werner
HOFKENS Jan
HUIJBRECHTS Jan
JACQUES Ilse
JANSSEN Patrick
JANSSENS Eric
KERREMANS Koen
LEMMENS Luk
MARCIPONT Daniël
MEEUS Michel
MERCKX Kris
MICHIELSEN Inge
MINNEN Herman
MOREAU Livia
MUYSHONDT Tine
3
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Mevrouw
De heer
De heer
Mevrouw
De heer
De heer
De heer
De heer
Mevrouw
De heer
Mevrouw
Mevrouw
Mevrouw
De heer
Mevrouw
Mevrouw
Mevrouw
Mevrouw
Mevrouw
De heer
Mevrouw
De heer
Mevrouw
De heer
De heer
NAERT Nicole
PALINCKX Koen
PEETERS Bruno
PEETERS Marleen
RÖTTGER Rik
SCHOOFS Hans
SELS Frank
UGURLU Sener
VAN CLEEMPUT Loes
VAN EETVELT Roel
VAN GOOL Greet
VAN HAUTEGHEM Marleen
VAN HOFFELEN Karin
VAN HOVE Bart
VAN HOVE Katleen
VAN LANGENDONCK Gerda
VAN OLMEN Mien
VANALME An
VERHAERT Inga
VERHAEVEN Eddy
VERLINDEN Linda
VOLLEBERGH Steven
WECKHUYSEN Wendy
WILLEKENS Tim
ZANDER Jan
Verontschuldigd: Mevrouw AVONTROODT Yolande, mevrouw BRADT Sofie, de
heer CAALS Tom, mevrouw GIELEN Pascale, mevrouw HENDRICKX Iefke,
mevrouw STEVENS Lili en de heer VANDENDRIESSCHE Diederik,
4
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De raad is bijeen in openbare vergadering.
Mondelinge vragen
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Geachte collega’s,
Ik heb vastgesteld dat de mondelinge vragen op voorhand alleen worden meegedeeld aan de
leden van het Vast Bureau. Het is misschien een goed idee om die ook op te sturen naar alle
leden, dan zou mijn vraag nog korter kunnen geweest zijn.
Het is een vraag voor de opstelling van een reglement houdende de principes, regels en
controleprocedures in verband met de aanvaarding en toewijzing van gratis tickets voor
evenementen.
Deze vraag is het gevolg van het totaal ontoereikende mini-antwoord dat gedeputeerde
Bruno Peeters gegeven heeft op mijn tussenkomst over dit onderwerp op 23 januari, bij
het agendapunt 14/2 – Interpellatie in verband met de wenselijkheid van het bedingen van,
en eventuele regels voor het toewijzen van gratis tickets voor Tomorrowland en
gelijkaardige manifestaties, onder andere in het Sportpaleis.
Zoals men in het beknopt verslag kan lezen heeft de gedeputeerde mijn voorstel
afgewezen om een reglement op te stellen dat een verantwoording, principes en regels zou
uitwerken voor het beleid in deze materie. De gedeputeerde beperkte zich tot volgend
kort antwoord: “De tickets worden gebruikt voor netwerking, bijvoorbeeld het uitnodigen
van sponsors voor het G-Sportfonds. Ook raadsleden en sommige ambtenaren kunnen er
gebruik van maken.” Zijn besluit dat ‘het moeilijk is hiervoor een reglement op te stellen’
en dat ‘de provincieraad betere dingen te doen heeft’, komt er op neer dat de deputatie op
dit gebied geen verandering wenst maar een status quo. De huidige duistere en
ongereglementeerde situatie op dit gebied wordt verdedigd en behouden.
De PVDA+ kan hiermee niet akkoord gaan. Zij vraagt de deputatie een engagement om nog
dit jaar een reglement voor te leggen houdende de principes, regels en controleprocedures
in verband met de aanvaarding en toewijzing van gratis tickets voor evenementen, in eerste
instantie de grote en dure.
Onze fractie wil de deputatie daarvoor de nodige tijd gunnen, maar is toch van oordeel dat
er tegen het einde van 2014 een voorstel kan en moet voorliggen. Indien de deputatie zich,
in antwoord op deze vraag, hiertoe niet wil engageren zullen we in een volgende zitting een
motie voorleggen, en dan zullen we zien hoeveel raadsleden deze steunen.
Ter informatie bezorg ik u hier de link naar een recent artikel over dit onderwerp op mijn
blog http://bit.ly/1j2ARi9 onder de titel waarom ik 2 gratis tickets van Tomorrowland
weiger. Ik denk dat in mijn geval, en in dat van sommige anderen ook, als leden van de
commissie Recreatie het verantwoord zou geweest zijn dat te aanvaarden vanuit de functie
toezicht op een dossier waar we toch intensief rond gewerkt hebben. Maar ik heb het
geweigerd, vooral omdat er nog altijd geen regels voor deze materie zijn. Bovendien, en ik
heb er naar verwezen in dat artikel, omdat ik daar de gedeputeerde al enkele pistes voor
principes en modaliteiten voor dit reglement aanreik.
5
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Over dat van Tomorrowland denk ik dat het wel een serieuze aanleiding was. Ik heb het
eens uitgerekend: dit jaar, vorig jaar bij mijn weten was het niet het geval, heeft men ook
2 gratis kaarten aan de raadsleden aangeboden. Veronderstel dat ze die alle 72, plus hun
partner, aanvaarden, zou dat 12.000 EUR tickets vertegenwoordigen. Van de 48.000 EUR
tickets voor Tomorrowland die bedongen zijn, van welk type weten we niet, schiet er nog
36.000 EUR over die gaan verdeeld worden op een manier waarop wij geen enkel zicht
hebben.
Ik verwacht een klaar engagement van de deputatie. Dit zou dan trouwens in de lijn liggen
van de aankondiging van Luk Lemmens van een klein jaar geleden dat hij komaf ging maken
met de gratis tickets voor raadsleden voor de Nights of the Proms. Wij hebben daar
sindsdien niets meer van gehoord. Alleen een klaar reglement kan zorgen dat er een einde
komt aan vriendjespolitiek, ondoorzichtigheid, en subtiele beïnvloeding van politici, of op
zijn minst aan het vermoeden daarvan. Ook op het vlak van de politieke zeden is er
verandering nodig.
Ik dank u.
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, het is niet de eerste keer dat u mij
opnieuw dezelfde vraag stelt omdat u vindt dat ik daar niet op geantwoord heb, maar het is
vooral omdat u natuurlijk niet het antwoord hoort dat u graag wil horen.
Ik wil toch nog maar op dezelfde manier de toelichting geven zoals de vorige keer. Ik heb
ook de moeite gedaan, en ik moet u zeggen dat kost toch wel wat inspanning, om uw blog
eens diagonaal door te nemen. Daar staan toch wel dingen in die volgens mij niet helemaal
stroken met de waarheid, om het zacht uit te drukken. Het is dus niet zo dat tickets, die
wij bijvoorbeeld krijgen van de organisatoren van Tomorrowland en die ook contractueel
bepaald zijn, iets is dat wij hebben afgetrokken van de huurprijs. Het betalen van een
huurprijs is nog iets anders dan het toekennen van tickets. Hetzelfde geldt voor een aantal
andere zaken. Wij krijgen soms ook tickets als return in een overeenkomst met subsidies
die wij geven aan sportmanifestaties. Dan zit daar altijd een pakketje return in, in de vorm
van tickets.
Dat is, zoals ik al gezegd heb, om inderdaad zowel mensen die ergens iets te maken hebben
met de provincie, hetzij een provincieraadslid, hetzij een ambtenaar, eens te kunnen
uitnodigen naar evenementen om ook eventueel op een aangename manier te spreken over
dossiers die met de provincie te maken hebben, of die met het onderwerp te maken
hebben waarover de tickets gaan.
Dat noemt men netwerking. Dat is gebruikelijk overal, in heel onze samenleving, zowel in de
privé- als in de openbare sector. Wij begrijpen als deputatie dus niet goed wat daar mis
mee is.
Om een duidelijk antwoord nog eens te herhalen op uw vraag: we gaan ons als deputatie
niet bezighouden met de opmaak van een gedetailleerd reglement. Dat is volgens ons niet
toepasbaar, omdat ook de mensen die tickets verkrijgen elk jaar kunnen wijzigen. Het
hangt er een beetje van af over welke manifestatie het gaat. We hebben in die zin wel
stappen gezet dat wij voor het eerst alle provincieraadsleden de kans hebben gegeven om
6
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
tickets te verwerven om eens te gaan kijken in De Schorre wat Tomorrowland is. Dat is een
vorm van het creëren van een draagvlak binnen dit bestuur, ook omdat wij vinden dat de
provincieraad alles te maken heeft met De Schorre en met wat daar gebeurt. Zo kunnen we
de mensen de kans geven om daar eens kennis mee te maken.
Ik wil ook nog eens bevestigen dat het deze deputatie is die gekochte tickets, zoals van
The Nights of te Proms, afgeschaft heeft. Dat was wel een echte kost voor de provincie
om die te kopen. Maar de tickets die wij nu krijgen van Tomorrowland, of via de sport, of
via andere zaken waar wij bij betrokken zijn, zijn dingen die in een contract zitten of die
wij krijgen van de organisatoren waar wij nooit een zuivere financiële waarde kunnen
tegenover stellen.
Nogmaals, wij denken dat het echt onmogelijk is om een sluitend, gedetailleerd reglement
te maken om te bepalen wie welke tickets wanneer krijgt.
Dank u wel.
7
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
OPENBARE VERGADERING
De leden van de provincieraad
GRIFFIE
Departement Algemeen Beleid
datum 15 april 2014
kenmerk GF/PAURIHE
contactpersoon Ria Herremans | T 03 240 54 09
[email protected]
onderwerp Provincieraad
Mevrouw,
Mijnheer,
Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het
provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op woensdag 30 april
2014 om 14.30 uur.
U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in het Bernarduscentrum,
Lombardenvest 23 te 2000 Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de
agenda.
Met bijzondere hoogachting,
De voorzitter,
Kris Geysen
Postadres:
Koningin Elisabethlei 22
2018 Antwerpen
T 03 240 50 11
[email protected]
Bezoekadressen (van juni 2013 tot eind 2016) Administratie:
Provinciehuis aan de Singels (PaS)
Desguinlei 100 | 2018 Antwerpen
Deputatieleden en kabinetten: Parkhuis
Koningin Elisabethlei 18 | 2018 Antwerpen
8
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Agenda
OPENBARE VERGADERING
0. Provinciale overheid
0/1
Wijziging van artikel 15 van de statuten van 14 autonome
provinciebedrijven. Goedkeuring.
0/2
Beheersovereenkomsten met 14 autonome provinciebedrijven.
Goedkeuring.
0/3
Jaarlijkse rapportage met betrekking tot interne controle. Goedkeuring.
1. Cultuur
1/1
Erediensten. Antwerpen. Vraag tot opheffing van de erkenning van de
islamitische geloofsgemeenschap de Koepel - Stenenbrug 11 - 2140
Borgerhout (Antwerpen). Advies. Goedkeuring.
2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales
2/1
Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO):
huishoudelijk reglement. Goedkeuring.
2/2
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Algemene
vergadering 20 mei 2014. Agenda. Goedkeuring.
3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking
3/1
Provinciale initiatieven. ERSV-Platform. Vervanging van een raadslid.
Goedkeuring.
4. Financiën en logistiek
4/1
Provinciale overheidsopdrachten.
Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet.
Raamovereenkomst voor het verlenen van diensten van juridische aard
(2014-2018).
Plaatsing van de opdracht, gunningswijze en opdrachtdocumenten.
Goedkeuring.
9
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4/2
Afsluiting van een raamovereenkomst voor een verzekering alle
bouwplaatsrisico's voor verschillende bouwprojecten van de provincie
Antwerpen. Goedkeuring.
4/3
Provinciale Overheidsopdrachten.
Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet.
Opdracht voor catering in het PaS.
Bestek. Goedkeuring.
4/4
Provinciale overheidsopdrachten.
Mechelen. Provinciale scholen voor tuinbouw en techniek. Oprichten van
voorlopige klaslokalen. Ontwerp. Goedkeuring.
4/5
Provinciale overheidsopdrachten.
Antwerpen/Deurne. Provinciaal groendomein Rivierenhof.
Openluchttheater. Vernieuwen van de overkapping Studieopdracht met
uitvoering. Ontwerp. Goedkeuring.
4/6
Provinciale overheidsopdrachten.
Bornem/Hingene. Kasteel d'Ursel. Restauratie en renovatie. Masterplan
textilia. Ontwerp. Goedkeuring.
4/7
Provinciale overheidsopdrachten.
Mechelen. Provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker. Renovatie
van de sporthal. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring.
4/8
Provinciale overheidsopdrachten.
Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Fase 1: aanleggen van een
gescheiden rioleringsstelsel. Verrekening nr. 2. Goedkeuring.
4/9
Vastgoed. Mechelen. Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen. Innemingen 8
en 9 (Gemeenschapsonderwijs). Goedkeuring.
4/10
Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aankoop gronden vzw
Natuurpunt (innemingen 31 t/m 35 ). Goedkeuring.
4/11
Vastgoed. Sint-Amands. Veerhuis. Overdracht aan gemeente SintAmands. Goedkeuring.
4/12
Gerechtigden verhoogde tegemoetkoming. Vrijstellingen. Medewerking
kruispuntbank. Kennisname.
5. Onderwijs en jeugd
5/1
Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel. Vakbondsoverleg. Lokaal
Syndicaal Overlegcomité. Huishoudelijk reglement. Goedkeuring.
5/2
Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel. Rechtspositieregeling.
Goedkeuring.
10
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
5/3
Hervorming van adviesraad POA naar adviesraad educatie. Aanpassing
reglement. Goedkeuring.
5/4
Verschuiving van krediet voor het huurdersonderhoud van APB POA.
Goedkeuring.
5/5
Jeugddienst. Subsidie aan vzw Creatief Schrijven voor de organisatie van
Frappant TxT 2014-2015. Goedkeuring.
5/6
Jeugddienst. Subsidiereglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten
door jongeren’. Goedkeuring.
6. Energie, communicatie en ICT
6/1
CD. Overheidsopdracht. Raamovereenkomst voor het aanstellen van een
communicatiebureau voor de provincie Antwerpen. Wijze van gunnen en
lastenboek. Goedkeuring.
7. Recreatie, sport en toerisme
7/1
Autonoom Provinciebedrijf Sport. Uittreding provincie Antwerpen uit de
Interlokale Verenigingen Sportregio's. Goedkeuring.
8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid
9. Welzijn
9/1
Budget 2014. Verdeelkrediet - rekeningcombinatie
2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor
sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve
projecten. Goedkeuring.
9/2
Welzijn, Arbeidszorg. Reglement impulssubsidie arbeidszorg. Goedkeuring.
10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie
10/1
Budget 2014. Budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in
de sociale economie (R/N) (2014000471). Project Landschapsdokters van
vzw Natuurwerk en vzw Kempens Landschap. subsidie 2014. Goedkeuring.
11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid
11
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
12. Waterbeleid
13. Moties
14. Interpellaties
1e bijkomende agenda
14/1
Interpellatie in verband met personeelsbeleid en herfinanciering openbare
sector, ingediend door mevrouw Nicole Naert (PVDA+).
15. BESLOTEN VERGADERING
15/1
Personeel. Aanpassingen verlof voor opdracht en namenlijsten met
betrekking tot de transities. Goedkeuring.
12
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
0. Provinciale overheid
Nr. 0/1 van de agenda
Wijziging van artikel 15 van de statuten van 14 autonome
provinciebedrijven. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De statuten van navermelde autonome provinciebedrijven (APB) werden bij
ministerieel besluit gedeeltelijk goedgekeurd met uitzondering van de vaststelling
van artikel 15, eerste lid van de statuten, in zoverre dit artikel de situatie van de
vertegenwoordiging in rechte betreft.
Het betreft volgende APB’s:
Departement Ontwikkeling en Educatie (DOE)
 Provinciaal Vormingscentrum Malle (APB PVM)
 Provinciaal Onderwijs Antwerpen (APB POA)
 Inovant (APB INOV) (wijziging samenstelling raad van bestuur ipv oprichting)
Departement Cultuur (DCUL)
 Arenbergschouwburg provincie Antwerpen (APB APA)
 Fotomuseum (APB FM)
 Modemuseum (APB MOMU)
 Zilvermuseum (APB ZM)
Departement Vrije Tijd (DVT)
 Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer (APB PRZ)
 Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (APB PRDS)
Departement Leefmilieu (DLM)
 Provinciaal Instituut voor Hygiëne (APB PIH)
Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWEP)
 Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (APB PSES)
 Provinciaal Documentatiecentrum Atlas (APB PDA)
 Kamp C (APB KMPC)
 Hooibeekhoeve (APB HH)
Artikel 15 eerste lid van de statuten bepaalt dat het directiecomité het
provinciebedrijf vertegenwoordigt in en buiten rechte als eiser of als verweerder.
Artikel 229 van het provinciedecreet bepaalt evenwel dat de raad van bestuur het
autonoom provinciebedrijf vertegenwoordigt in rechte als eiser of verweerder.
Overwegende evenwel dat de raad van bestuur slechts maandelijks bij elkaar komt,
kan dit problemen opleveren bij gerechtsprocedures die bij hoogdringendheid
worden ingeleid en waarbij het APB een raadsman (vrouw) dient aan te stellen.
In overleg met het Agentschap Binnenlands Bestuur werd door de onderscheiden
raden van bestuur van deze autonome provinciebedrijven in vergadering van
27 maart 2014 goedkeuring gehecht aan de schrapping van artikel 15 en deze te
vervangen door:
13
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
“Artikel 15 – Vertegenwoordiging
De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te
verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.
Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid.
Hij vertegenwoordigt het bedrijf in en buiten rechte.
Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens
afwezigheid, een door hem gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder verdere
formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van
maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en
buiten gerechtelijke procedures; van de instelling van rechtsvorderingen wordt
mededeling gedaan aan de eerstvolgende raad van bestuur.”
Met deze formulering kunnen rechtsvorderingen die bij hoogdringendheid worden
ingesteld adequaat behandeld worden en wordt uw raad telkens geïnformeerd.
Uw raad gelieve navolgend besluit goed te keuren.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 219 en volgende van het provinciedecreet houdende de
modaliteiten en bepalingen van provinciale extern verzelfstandigde agentschappen;
Gelet op artikel 229 van het provinciedecreet houdende de bevoegdheden van de
raad van bestuur van een autonoom provinciebedrijf;
Gelet op de goedkeuring van de wijziging van artikel 15 van de statuten door de
onderscheiden raden van bestuur van de 14 autonome provinciebedrijven in
vergadering van 27 maart 2014;
Overwegende dat artikel 15 eerste lid van de statuten niet in overeenstemming is
met artikel 229 van het provinciedecreet;
Overwegende dat bij rechtsvorderingen, die bij hoogdringendheid worden ingeleid,
het autonoom provinciebedrijf snel en accuraat moet kunnen optreden;
Overwegende dat de voorzitter van de raad van bestuur bij de eerstvolgende
vergadering mededeling zal doen van de rechtsvorderingen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Artikel 15 van de statuten van de autonome provinciebedrijven Provinciaal
Vormingscentrum
Malle,
Provinciaal
Onderwijs
Antwerpen,
Inovant,
Arenbergschouwburg
Provincie
Antwerpen,
Fotomuseum,
Modemuseum,
Zilvermuseum,
Provinciaal
Recreatiecentrum
Zilvermeer,
Provinciaal
Recreatiedomein De Schorre, Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Provinciaal
14
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Secretariaat Europese Structuurfondsen, Provinciaal Documentatiecentrum Atlas,
Kamp C en Hooibeekhoeve wordt geschrapt en vervangen door:
“Artikel 15 – Vertegenwoordiging
De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te
verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.
Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid.
Hij vertegenwoordigt het bedrijf in en buiten rechte.
Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens
afwezigheid, een door hem gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder verdere
formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van
maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en
buiten gerechtelijke
procedures; van de instelling van rechtsvorderingen wordt mededeling gedaan aan
de eerstvolgende raad van bestuur.”
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
59 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
54 leden hebben ja gestemd;
5 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 54 stemmen ja, bij 5 onthoudingen.
Nr. 0/2 van de agenda
Beheersovereenkomsten met 14 autonome
provinciebedrijven. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Met ingang van 1 januari 2014
provinciebedrijven (APB) opgericht:
werden
onder
meer
volgende
autonome
Departement Ontwikkeling en Educatie (DOE)
 Provinciaal Vormingscentrum Malle (APB PVM)
 Provinciaal Onderwijs Antwerpen (APB POA)
 Inovant (APB INOV) (wijziging samenstelling raad van bestuur ipv oprichting)
Departement Cultuur (DCUL)
 Arenbergschouwburg provincie Antwerpen (APB APA)
 Fotomuseum (APB FM)
 Modemuseum (APB MOMU)
 Zilvermuseum (APB ZM)
Departement Vrije Tijd (DVT)
 Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer (APB PRZ)
 Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (APB PRDS)
15
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Departement Leefmilieu (DLM)
 Provinciaal Instituut voor Hygiëne (APB PIH)
Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWEP)
 Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (APB PSES)
 Provinciaal Documentatiecentrum Atlas (APB PDA)
 Kamp C (APB KMPC)
 Hooibeekhoeve (APB HH)
Het provinciedecreet bepaalt onder artikel 228 dat er tussen de provincie en het
APB, na onderhandeling, een beheersovereenkomst wordt gesloten.
In vergadering van 27 maart 2014 hebben de onderscheiden raden van bestuur
deze beheersovereenkomst goedgekeurd en worden ze heden aan uw raad ter
goedkeuring voorgelegd.
Deze beheersovereenkomst wordt gesloten met ingang van 1 januari 2014 voor een
periode die eindigt uiterlijk 6 maanden na de volledige vernieuwing van de
provincieraad, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en
ontbinding van de beheersovereenkomst.
Het
provinciedecreet
bepaalt
dat
de
beheersovereenkomst
volgende
aangelegenheden regelt:
- Concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen
en van de doelstellingen ervan;
- De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de
doelstellingen van het APB;
- Binnen de toekenningsvoorwaarden van de Vlaamse Regering vaststellen van
het bedrag aan presentiegelden en andere vergoedingen;
- Voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen
worden verworven en aangewend;
- Wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van
bestuur worden vastgesteld en berekend;
- Gedragsregels inzake dienstverlening door het APB;
- Voorwaarden waaronder het APB andere personen kan oprichten, erin kan
deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
- De informatieverstrekking door het APB aan de provincie;
- Rapportering door het APB aan provincie op basis van beleids- en
beheersrelevante indicatoren en kengetallen en een jaarlijks rapport over de
uitvoering van deze beheersovereenkomst;
- Maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit
hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van
geschillen;
- Omstandigheden waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd,
gewijzigd, geschorst en ontbonden
Het provinciedecreet legt op dat de beheersovereenkomst en de uitvoering ervan
jaarlijks worden geëvalueerd door de provincieraad. Dit zal gebeuren door
neerlegging van een jaarrapport met daarin tevens het financieel verslag van het
afgelopen jaar.
16
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De onderhandelingen over de beheersovereenkomst werden gevoerd tussen de
directie van het APB en de ondersteunende departementen. Het is een beschrijving
van de wederzijds aangegane engagementen en werd in 9 delen gestructureerd.
Deel 1 Algemene bepalingen
Partijen, duur, wijzigingen en interpretatie.
Deel 2 Situering samenwerkingsovereenkomst in beleidskader
Situering van het agentschap met missie en kernopdrachten, alsmede het wettelijk
kader.
Deel 3 Engagementen van het agentschap
Realisatie van de doelstellingen en actieplannen
- Doelstellingen en actieplannen.
Plannings- en rapporteringsdocumenten
-
Opsomming gevraagde documenten;
Beheer werkingsmiddelen en financiële transparantie;
Openbaarheid van bestuur;
Budgetplan en meerjarenplan;
Voorstel jaarlijks budgetplan;
Goedkeuring budgetplan en meerjarenplan;
Inhoudelijke en financiële rapportering aan deputatie;
Inhoud jaarrapport;
Tussentijdse inzage en informatieopvraging;
Verzending verplichte documenten aan Vlaamse Regering;
Legislatuurrapportering;
Voorstel bijdrage legislatuurnota.
Codes, standaarden en richtlijnen
-
Basisprincipes vanuit het provinciedecreet;
Engagement personeelsbeleid (toepassing rechtspositieregeling);
Engagement logistiek (goed huisvader);
Engagement ICT (zelfde codes als provincie);
Engagement communicatie (merkenarchitectuur volgen);
Engagement financiële processen (BBC voor ABP en wijze van boekhouding);
Engagement milieu (ISO14001);
Interne controle en interne audit (medewerking verlenen aan interne auditor);
Klachtenbehandeling.
Deel 4 Engagementen provincie
Financiering en ondersteuning algemeen
- Ter beschikking gestelde middelen (wijze van dotatie, raamcontracten….);
- Andere bronnen van inkomsten ( eigen inkomsten).
17
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Financiering in het kader van personeel
- Algemeen (loonkosten ten laste agentschap);
- Betalende HRM-dienstverlening (buiten loonkosten alle extralegale voordelen,
vorming, rekruteringskosten, presentiegelden….);
- Kosteloze HRM dienstverlening (adviezen, ondersteuning syndicaal overleg,
psychosociale bijstand…).
Financiering in het kader van logistieke voorzieningen
- Algemeen (basisvoorziening huisvesting);
- Inhoud
patrimoniumwerken
(huurdersonderhoud
voor
agentschap,
eigenaarsonderhoud ten laste provincie);
- Inhoud facilitaire voorzieningen (niet-verplichte afname van servicecontracten
– via raamcontracten, kosten ten laste van het agentschap);
- Inhoud verzekeringen (kosten ten laste van het agentschap);
- Infrastructuur en logistieke kosten die het agentschap moet bekostigen
(transport, nutsvoorzieningen, aanschaf roerende investeringen…);
- Kosteloze
infrastructurele
en
logistieke
dienstverlening
(archief,
vergaderaccommodatie, adviezen).
Financiering in het kader van ICT-voorzieningen
- Algemeen (jaarlijkse aanrekening van servicekost door DICT aan agentschap
en werken met standaarden van provincie);
- ICT-kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (backofficekosten,
eindapparatuur, op maat gemaakte applicaties….);
- Kosteloze ICT-dienstverlening (helpdesk, basissoftware).
Financiering in het kader van communicatievoorzieningen
- Communicatiekosten die het agentschap zelf moet bekostigen (drukwerk,
specifieke online applicaties, fotograaf, specifiek promotiemateriaal);
- Kosteloze communicatiedienstverlening (grafisch bureau, webruimte, intranet,
persteam, enquêteringstool …).
Financiering in het kader van financiële processen
- Algemeen (verplicht boekhoudpakket);
- Financiële kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (beheer klanten en
leveranciers, beheer bankrekeningen, licentiekosten, dwanginvorderingen …);
- Kosteloze financiële dienstverlening (adviezen).
Gegevensverstrekking aan het agentschap
- Provincie verbindt er zich toe alle nuttige gegevens te verstrekken voor het
kunnen uitoefen van de opdrachten.
Ondersteuning in het kader van het ISO14001
- Milieumanagement (behouden / behalen ISO14001 certificaat)
18
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Deel 5 Personeel van het agentschap
- Personeelsbeleid (mogelijkheid eigen salarisschaal en functies, bij voorrang
salarisschalen provincie);
- Statuut personeel (contractueel dienstverband, statutairen ter beschikking
gesteld door provincie worden gefactureerd aan het agentschap);
- Functionele en juridische werkgever (bij contractuelen is het agentschap
zowel de functionele als de juridische werkgever. Bij statutairen blijft de
provincie de juridische werkgever en wordt het agentschap enkel de
functionele);
- Overname personeel (bij ontbinding agentschap- termijn van 2 maanden –
rekening houden met personeelsformatie provincie);
- Terugkeergarantie (personeel in dienst van provincie met contract onbepaalde
duur dat overgaat naar agentschap heeft terugkeergarantie mits vacatures in
personeelsformatie).
Deel 6 Bestuur
- Geen presentiegelden en vergoedingen voor leden raad van bestuur
- Deelname in andere rechtspersoon (mogelijk maar provincie in kennis
stellen).
Deel 7 Externe audit
- Controle en externe audit (bedrijfsrevisor)
- Externe milieuaudit
Deel 8 Evaluatie, sanctionering en geschillenregeling
-
Evaluatie (jaarlijks)
Sanctie (deputatie)
Ontbinding en vereffening
Geschillen hoorrecht (eerst in deputatie-geen vergelijk-provincieraad)
Deel 9 Inwerkingtreding
De beheersovereenkomsten gelden voor de periode van 1 januari 2014 tot en met
31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en
ontbinding van deze overeenkomsten.
X
Deze beheersovereenkomsten zijn als bijlage te raadplegen in de toepassing
Sindala.
Uw raad gelieve navolgend besluit goed te keuren.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 228 van het provinciedecreet houdende de bepalingen met
betrekking tot het sluiten van een beheersovereenkomst tussen de provincie en de
autonome provinciebedrijven;
19
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Gelet op de goedkeuring van de opgestelde beheersovereenkomst door de
onderscheiden raden van bestuur van deze autonome provinciebedrijven in
vergadering van 27 maart 2014;
Overwegende dat de opgestelde beheersovereenkomst werd onderhandeld tussen
de directies van de onderscheiden autonome provinciebedrijven en de provincie
Antwerpen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedkeuring wordt gehecht aan de beheersovereenkomsten tussen de provincie
Antwerpen en de autonome provinciebedrijven Provinciaal Vormingscentrum Malle,
Provinciaal Onderwijs Antwerpen, Inovant, Arenbergschouwburg Provincie
Antwerpen,
Fotomuseum,
Modemuseum,
Zilvermuseum,
Provinciaal
Recreatiecentrum Zilvermeer, Provinciaal Recreatiedomein De Schorre, Provinciaal
Instituut voor Hygiëne, Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen,
Provinciaal Documentatiecentrum Atlas, Kamp C en Hooibeekhoeve.
De beheersovereenkomsten gelden voor de periode van 1 januari 2014 tot en met
31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en
ontbinding van deze overeenkomsten.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
60 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
53 leden hebben ja gestemd;
7 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 7 onthoudingen.
Nr. 0/3 van de agenda
Jaarlijkse rapportage met betrekking tot interne controle.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de zitting van de provincieraad van heden wordt gerapporteerd over de
organisatie en de werking van het systeem van interne controle, zoals vastgesteld
door de provinciegriffier. Deze heeft zijn besluit van 26/02/2013 aangepast in een
nieuw besluit d.d. 18/03/2014 dat is opgenomen en wordt toegelicht in het rapport
over het interne controlesysteem 2013 in bijlage.
Krachtens artikel 95 van het provinciedecreet zijn de provincies belast met de
interne controle van hun activiteiten:
20
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Interne controle is een geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn
om een redelijke zekerheid te verschaffen over:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
het bereiken van doelstellingen;
het naleven wetgeving en procedures;
de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie;
het efficiënt en economisch gebruik van middelen;
de bescherming van activa;
het voorkomen van fraude.
Artikel 96 maakt de provinciegriffier bevoegd om het interne controlesysteem vast
te stellen, na overleg met het managementteam. Het algemeen kader is
onderworpen aan de goedkeuring van de provincieraad.
Het interne controlesysteem bepaalt op welke wijze de interne controle wordt
georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen en -procedures
en de aanwijzing van de personeelsleden die ervoor verantwoordelijk zijn en de
rapporteringverplichtingen van de personeelsleden die bij het systeem van interne
controle betrokken zijn.
Het interne controlesysteem beantwoordt minstens aan het principe van
functiescheiding waar mogelijk en moet verenigbaar zijn met de continuïteit van de
werking van de provinciale diensten.
Onverminderd de opdrachten inzake interne controle die krachtens dit decreet of
door de provincieraad aan andere organen of personeelsleden zijn opgedragen,
staat de provinciegriffier krachtens artikel 97 in voor de organisatie en de werking
van het interne controlesysteem. Hij rapporteert daarover jaarlijks aan de
deputatie en aan de provincieraad. De provinciegriffier brengt het personeel op
de hoogte van het interne controlesysteem, alsook van de wijzigingen ervan.
Het verslag over de interne controle werd voorgelegd aan het Managementteam op
17 februari 2013.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 7 maart 2013.
Deze jaarlijkse rapportering aan de provincieraad situeert zich in het meerjarenplan
onder volgende prioritaire beleidsdoelstelling (PBDS) en actieplan (AP):
 PBDS We willen vanuit een klantenperspectief met een transparante
besluitvorming tot een gedragen beleid komen door een goede samenwerking
tussen politici en medewerkers op basis vaneen onderlinge dialoog. We
streven
zowel
in
de
beleidsvoorbereiding
als
uitvoering
naar
resultaatgerichtheid, duurzaamheid, gelijke kansen, kostenbewustzijn,
efficiënte interne processen en responsabilisering van onze medewerkers.
 AP We verbeteren de werking van de provincie door het uitwerken van interne
controlemaatregelen, door het uitwerken en aanbieden van tools om uniform
en organisatiebreed zicht te krijgen op de efficiëntie en effectiviteit van de
organisatie, door het geven van aanbevelingen die voortvloeien uit audits en
door het verstrekken van ad hoc advies over processen en systemen. Dit
moet ons toelaten om zicht te krijgen op het professionele en sociale niveau
dat we halen en ervoor zorgen dat we op onderbouwde wijze de organisatie in
de gewenste richting kunnen sturen.
21
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Het rapport en het besluit van de griffier staan op onderstaande locatie op het
intranet:
http://intranet.provant.be/group/guest/bestuur-enorganisatie/management/interne-controle/rapportage
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 3 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 95 van het Provinciedecreet dat de provincies belast met de interne
controle van hun activiteiten en op artikel 96 van het Provinciedecreet dat de
provinciegriffier bevoegd maakt om het interne controlesysteem vast te stellen, na
overleg met het managementteam en dat het interne controlesysteem onderwerpt
aan de goedkeuring van de provincieraad;
Gelet op de inhoud van het verslag aan de provincieraad met het bijhorende
toelichtingsrapport over de interne controle in 2013 waarin het decretale kader
wordt aangegeven, waarin een beschrijving wordt gegeven van de interne controleinitiatieven die reeds operationeel zijn, waarin de maatregelen en procedures van
het door de provinciegriffier vastgestelde interne controlesysteem zijn opgenomen
en de uiteenzetting van het COSO-ERM model voor de verdere uitbouw van het
systeem worden toegelicht;
Gelet op het besluit waarbij de provinciegriffier het interne controlesysteem formeel
vastlegt;
Gelet op de beslissing van de deputatie om het door de provinciegriffier
rechtsgeldig interne controlesysteem ter goedkeuring voor te leggen aan de
provincieraad;
BESLUIT:
Enig artikel:
Het door de provinciegriffier in zijn besluit van 18 maart 2014 vastgestelde systeem
van interne controle wordt goedgekeurd.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
60 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
59 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 1 onthouding.
22
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
1. Cultuur
Nr. 1/1 van de agenda
Erediensten. Antwerpen. Vraag tot opheffing van de erkenning
van de islamitische geloofsgemeenschap de Koepel –
Stenenbrug 11 - 2140 Borgerhout (Antwerpen).
Advies. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Met brief van 23 december 2013, ingekomen op het Provinciebestuur van
Antwerpen op 6 januari 2014, deelde Vlaams minister Geert Bourgeois aan de
deputatie van de provincie Antwerpen mede dat:
- hij met betrekking tot de erkende lokale islamitische geloofsgemeenschap De
Koepel – Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) de procedure had
opgestart tot eventuele intrekking (opheffing) van de erkenning van deze
geloofsgemeenschap, conform artikel 7 van het besluit van 30 september 2005
houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en
geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;
- deze erkende lokale islamitische geloofsgemeenschap tot op heden geen
(verkozen) comité had en dat hij het Executief van de Moslims van België (= het
representatief orgaan van de islamitische eredienst) had aangemaand opdat De
Koepel binnen een redelijke termijn en uiterlijk eind april 2014 zou overgaan tot de
installatie van een verkozen comité;
- hij graag het advies van de provincieraad van Antwerpen kreeg over de
voorgenomen opheffing van de erkenning;
- de provincieraad geacht wordt een (impliciet) gunstig advies te hebben
uitgebracht, wanneer de provincieraad zijn advies niet binnen een termijn van vier
maanden na dit verzoek heeft bezorgd aan de Vlaamse Regering.
Deze termijn van vier maanden is ingegaan op 7 januari 2014 en verstrijkt derhalve
op 7 mei 2014.
Vastgesteld wordt dat de islamitische geloofsgemeenschap De Koepel circa dertig
maanden na haar erkenning en na hiertoe reeds tweemaal door de Vlaamse
minister verzocht te zijn om dergelijk comité na verkiezingen te installeren, thans
nog steeds niet beschikt over een verkozen bestuur (comité), waardoor het niet
voldoet aan de toepasselijke regelgeving inzake de erkenning van plaatselijke kerkof geloofsgemeenschappen.
Het voornemen van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur,
Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand om de erkenning van De Koepel op te
heffen moet bijgevolg gunstig worden geadviseerd.
Gelet op wat voorafgaat stelt de deputatie uw raad voor om gunstig advies te
verlenen over de adviesvraag van 23 december 2013 van de Vlaamse minister van
Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand
betreffende de voorgenomen opheffing van de erkenning van de lokale islamitische
geloofsgemeenschap De Koepel – Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen).
23
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Eén exemplaar van het volledig dossier ligt ter inzage op de Griffie.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de brief van 23 december 2013 van de Vlaamse Overheid, ingekomen op
het provinciebestuur van Antwerpen op 6 januari 2014, waarbij de provincieraad
van Antwerpen verzocht wordt om advies uit te brengen over het voornemen van
de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering,
Toerisme en Vlaamse Rand om de erkenning van de lokale islamitische
geloofsgemeenschap De Koepel, Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)
op te heffen;
Gelet op artikel 7, §1 van het besluit van 30 september 2005 van de Vlaamse
Regering houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de
plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;
Gelet op het verslag en voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
Gunstig advies wordt verleend inzake het voornemen van de Vlaamse minister van
Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand om
de erkenning van de lokale islamitische geloofsgemeenschap De Koepel –
Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) op te heffen.
VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord.
De heer GEUDENS.- Collega’s,
Laat mij even eerst en vooral zeggen dat we nog altijd voorstander blijven van een absolute
scheiding van kerk en staat. Maar dat is wellicht voer voor de volgende regering om dat
toch wat meer in praktijk te brengen. Voor de rest heeft dat niets te maken met dit punt,
deze opmerking, maar ik kan het niet nalaten om af en toe toch te stellen dat we zover
zouden moeten geraken dat we geen enkele geloofsovertuiging, ook niet de vrijzinnigheid,
moeten verder subsidiëren. Dat heeft niets te maken met dit punt, in alle eerlijkheid, maar
het is een kapstok.
Ter zake, collega’s, is dit bestuur met handen en voeten gebonden aan de regelgeving, en
blijkbaar ook aan een zeer strikte timing die ter zake geldt. Ik wil u meteen ook de illusie
ontnemen dat als we anders zouden stemmen en het punt zouden afvoeren of uitstellen er
niets zou mee gebeuren. Neen, dan zou dit punt gewoon verder gaan. Het is toch een
beetje jammer dat dit dossier zo moet voorkomen, omdat door velen veel werk is geleverd
om dit dossier in orde te brengen. Er zijn heel wat goede stappen gezet, maar blijkbaar
ontbreken nog enkele substantiële elementen. Er is dan ook geen andere mogelijkheid, denk
ik, dan in te stemmen met wat voorligt. Niettemin zullen 3 leden van mijn fractie zich ter
zake onthouden, vooral om een signaal te geven dat wat goed zit in de feiten ook goed moet
komen in de praktijk. Wij willen dan ook de deputatie verzoeken om maximale steun te
24
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
verlenen om een positieve evolutie van dit concrete dossier te bewerkstelligen bij de
Vlaamse regering.
VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord.
De heer HUIJBRECHTS.- Dank u, voorzitter.
Collega’s,
Mijnheer Geudens, ik ga dezelfde kapstok gebruiken. Persoonlijk ben ik ook een
voorstander van de idee van een strikte scheiding tussen kerk en staat. Ik ben ervan
overtuigd dat de overheid best gevrijwaard wordt van levensbeschouwelijke inmenging, net
zoals ik ervan overtuigd ben dat diezelfde overheid zich best niet teveel bemoeit met de
interne keuken van de levensbeschouwingen in ons land. Deze persoonlijke benadering
stoelde ik jaren geleden op John Locke’s ‘Letter of Toleration’, een filosofisch traktaat
dat intussen al 325 jaar oud is, maar nog steeds brandend actueel blijkt te zijn. Locke
stelde dat geen enkele levensbeschouwing of belangengroep het recht op een monopolie
over de politieke organisatiebeginselen van de maatschappij mocht vorderen. Een echte
‘civil society’ moest er een zijn van conflicterende strekkingen en belangen. Zo kwam Locke
tot een normatieve verdediging van de levensbeschouwelijke tolerantie als grondslag van de
democratische ordening van een rechtstaat en de daaruit voortvloeiende scheiding der
machten.
In ons land is er geen sprake van een strikte scheiding tussen kerk en staat. Er is dus wel
degelijk een verband tussen het punt wat we vandaag gaan behandelen, mijnheer Geudens,
en die inleiding. De Belgische grondwet van 7 februari 1831 was een compromis tussen
katholieken en liberalen. Officieel is België een seculiere staat en huldigt men de scheiding
tussen kerk en staat als een fundamenteel beginsel. In de realiteit is dit echter een
beginsel ‘sui generis’ omdat de verhouding tussen kerk en staat bijzonder is. Men kent hier
geen strikte scheiding, geen staatsgodsdienst, maar zweert bij een relatieve scheiding en
wederzijdse ‘onafhankelijkheid’ van kerk en staat. Deze bijzondere regeling voorziet onder
meer in de autonomie van de kerk in haar werking maar ook bijvoorbeeld in de bereidheid
vanuit de overheid, ook de provinciale, om de financiële last van de grondwettelijk
gegarandeerde godsdienstvrijheid te dragen. En precies hier wringt het schoentje, want
een dossier als datgene wat vandaag voorligt was bij een stikte toepassing van het beginsel
van de scheiding tussen kerk en staat nooit op de agenda van deze raad gekomen.
Los van de motivering die we in de tekst van dit raadsbesluit terugvinden wil ik u toch nog
wat aanvullende informatie met betrekking tot De Koepel niet onthouden. En ik weet het,
één van de achtergronden in het dossier is een stuk geheim, namelijk het rapport van de
Staatsveiligheid waar wij absoluut geen zicht op krijgen. Ik zal wel de eerste zijn om te
geloven in alles wat de Staatsveiligheid schrijft, want ik ben zelf jarenlang een
studieobject geweest op die diensten, denk ik. Dus daar heb ik geen enkel probleem mee.
Maar er zijn toch een paar zaken die ik u niet wil onthouden.
De moskee ‘De Koepel’ is in januari 2010 opgenomen in de bredere werking van de vzw
Belgisch Islamitisch Centrum, die op hetzelfde adres Stenenbrug 11 te Borgerhout
gevestigd is. Wanneer men de werking van De Koepel en het BIC analyseert, stelt men vast
25
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
dat zich rond de moskee en de bekeerlingenorganisatie BIC een heel netwerk van
organisaties bevindt dat de activiteiten in en voor De Koepel organiseert en de sprekers
aanlevert. Centrale figuur in het netwerk is zonder twijfel de imam, maar de belangrijkste
organisatie in dit netwerk is de Al Mawada foundation. Ze organiseert op regelmatige basis
drukbezochte conferenties waar buitenlandse, vaak radicale, gastsprekers het woord
voeren.
Ik ga u een paar voorbeelden geven om te zien hoe zich dat situeert binnen dit middenveld.
- De Saoedische imam Mohamed Al-Arifi, spreker voor Al-Mawada die in december 2011
een conferentie bijwoonde. Al-Arifi verheerlijkte in het verleden Bin Laden op Al
Jazeera en vindt dat je vrouwen gerust mag slaan, zij het niet te hard en in het gelaat,
‘want’, dixit deze verlichte geest, ‘je slaat toch ook geen ezels of kamelen voor de kop’.
Al-Arifi mag intussen al diverse landen, waaronder Zwitserland, maar ook Koeweit, niet
langer binnen.
- De Maleisische Hussein Yé, spreker bij Al Mawada in april 2010. Hij beweerde
herhaaldelijk dat de aanslagen van 9/11 door de Joodse lobby georganiseerd werden,
noemt joden en christenen inferieur en verdedigt net als zijn collega Al-Arifi het slaan
van vrouwen.
- Bilal Philips uit Qatar, spreker voor Al Mawada in augustus 2010, werd door de VS
beschuldigd van betrokkenheid bij de bomaanslag op een van de WTC-torens in New
York in 1993.
- Remy Soekirman uit Nederland, gastspreker bij diverse gelegenheden, die door de
Nederlandse staatsveiligheid wordt bestempeld als een radicale salafist of
islamfundamentalist.
Verschillende personen die vermeld worden in de oprichtingsakte van Al Mawada, die dus
rechtstreekse banden heeft met De Koepel, blijken in ieder geval een extreem verleden te
hebben.
Het meest aangebrand is volgens mij Saïd Elkaouakibi, de ‘general manager’ van Al Mawada
en blijkens zijn facebookprofiel een groot bewonderaar van De Koepel-imam. Saïd
Elkaouakibi verdiende zijn extremistische sporen samen met onder meer Fouad Belkacem
in de Boomse moslimorganisatie El Islaah. In 2003 werd door enkele bestuursleden van
El Islaah “Jongeren voor Islam” opgericht. Oprichters en bestuursleden waren onder meer
diezelfde Saïd Elkaouakibi, Tarik Touhafi en Mohamed Chatouani. Alle drie werden
leidende figuren binnen Al Mawasa.
De betrokkenen bij Jongeren voor Islam weken kort na de oprichting uit naar Antwerpen,
meer specifiek naar Berchem. In een intern document van de Antwerpse lokale politie, met
als titel ‘Extremistische en terroristische groeperingen in Antwerpen’, staat Jongeren voor
Islam vermeld als een “salafistisch-religieuze groepering”. De leden sympathiseren met
Hamas, Hezbollah, islamitische Jihad en de Al Aqsa Martelarenbrigades. In 2006 maakte
Jongeren voor Islam het zo bont dat de toenmalige schepen van Samenlevingsopbouw
Chantal Pauwels de dienst Integratie van de stad de opdracht gaf een nota te maken over
de radicalisering bij bepaalde moslimgroepen. Jongeren voor Islam werd daar omschreven
als “een organisatie die aanleunt bij de salafisten, een neo-fundamentalistische strekking”.
Over El Kaouakibi schreef Knack op 16 december 2008: “Saïd El Kaouakibi wordt door
zowel de federale politie als de Staatsveiligheid omschreven als ‘gevaarlijk’. De broer van
26
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
de OCMW-voorzitter in Boom komt voor in de adressenbestanden van buitenlandse
terreurverdachten en wordt door de Belgische Staatsveiligheid in de gaten gehouden. Hij
is een vaste bezoeker van moskee El Fath op het Kiel in Hoboken. De imam daar en drie
andere moskeegangers werden indertijd opgepakt omdat ze een aanslag zouden gepland
hebben in de HST-tunnel in Antwerpen. Later zouden ze buiten vervolging worden gesteld
wegens een gebrek aan bewijzen.”
Ook de Nederlandstalige vaste imam van De Koepel is niet onbesproken. De Nederlandse
veiligheidsdienst AIVD noemt hem een streng salafistisch prediker met veel invloed onder
de moslimjongeren. Een artikel in het NRC-Handelsblad van 17 oktober 2007 over
salafisme, gebaseerd op anonieme getuigenissen, vermeldt “de Belgische populaire prediker
Sulayman lbn Haroen”. Een artikel van De Morgen van 21 januari 2012 bevestigt dat Van
Ael “enkele jaren terug beschuldigd werd van salafistische sympathieën”. Hij zou volgens
het artikel echter tot beter inzichten zijn gekomen. Dit kan echter betwijfeld worden,
gezien zijn innige samenwerking tot op de dag van vandaag met andere figuren uit militante
moslimmiddens als Elkaouakibi, Chatouani en Soekirman. Deze laatstgenoemde Remi
Soekirman is een vaste waarde bij De Koepel. In een Nederlandse studie ‘Salafisme: aard,
omvang en dreiging’ wordt Soekirman vermeld als “salafistisch prediker”.
Met dit alles in het achterhoofd hoeft het niet te verbazen dat Bruna Rodriguez, zus van
Brian De Mulder, naar aanleiding van de verklaringen die minister Bourgeois vorig jaar deed
over De Koepel op haar facebookpagina liet weten: “Het is in De Koepel dat Brian is
geradicaliseerd”.
Collega’s,
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 september 2005, houdende vaststelling van de
criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de
erkende erediensten stelt de ondertekening van enkele verbintenissen door de plaatselijke
geloofsgemeenschap als voorwaarde voor erkenning en financiering. En dit zijn andere
artikels dan diegene die in het ons voorliggende raadsbesluit voorkomen.
Meer specifiek staat in het punt 6° van artikel 4 het volgende te lezen:
“6° de verbintenis van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap om individuen die
handelen of oproepen om te handelen in strijd met de Grondwet en het Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden, te weren uit de
organisatie en werking van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap, overeenkomstig
artikel 2, §2, 11°;
7° de verbintenis, overeenkomstig artikel 2, §2, 12°, van de plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschap om, behoudens incidentele overmacht:
- in geen geval, op welk danige wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten, als
zij in strijd zijn met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de
mensen en de fundamentele vrijheden;
- individuen of verenigingen te weren uit gebruikte lokalen en plaatsen, wanneer die
personen oproepen of handelen in strijd met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.” Tot daar dit uitgebreide
citaat.
27
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Collega’s,
Alhoewel De Koepel naar de buitenwereld de indruk wekt gematigd te zijn is het naar mijn
aanvoelen duidelijk dat de moskee behoort tot een netwerk van organisaties waarvan een
aantal leidende figuren een doctrinaire, extremistische stempel hebben. Alleen hiervoor
dient naar ons aanvoelen de erkenning van De Koepel al te worden ingetrokken, aangezien
de moskee niet meer beantwoordt aan de voorwaarden zoals ze zijn gesteld in het
erkenningsbesluit.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Collega’s,
Ik denk dat u zich niet mag vergissen in de betekenis van het applaus voor al die laster die
men hier nog eens de gelegenheid geboden heeft door dit agendapunt om dat hier te
debiteren. Het is de voorzitter van de moskee zelf, die daarnet op al die onzin op een
ironische manier geantwoord heeft.
Alles dat u gedebiteerd hebt is zonder bron. Alle feiten, als er al vaststellingen waren,
dateren van voor oktober 2011, datum van officiële erkenning van die moskee.
Collega’s, het dossier hebben wij ter griffie kunnen inkijken. Ik weet niet hoeveel dat dit
gedaan hebben. Het is een kanjer van een dossier, maar ik kan u zeggen: de berg heeft een
muis gebaard, zelfs een muisje met symptomen van verkiezingskoorts en electorale
profileringsdrang.
Onze fractie is ontgoocheld en beschaamd over dit voorstel van besluit. Ontgoocheld
omdat de meerderheid, en dan zeker in het bijzonder de sp.a, geweigerd heeft om in te
gaan op mijn positief voorstel om dit besluit, waarvoor geen enkele inhoudelijke grond
bestaat, en zelfs geen administratief juridische, af te voeren van de agenda van deze
zitting, die de raad is voor de verkiezingen. Op die wijze hadden wij ertoe kunnen
bijdragen dat het debat in deze verkiezingscampagne gaat over de zaken die er echt toe
doen. Voor alle werkende mensen, ongeacht hun origine of filosofische overtuiging, namelijk
de dringende noodzaak om wat te doen aan de stuitende toename van de rijkdom van een
kleine toplaag ten koste van de aanvraag van sociale verworvenheden voor de grote
meerderheid, waarover wij elke dag berichten krijgen. Met dit overbodige en kwaadwillige
agendapunt 1/1 schuift de meerderheid een thema naar voor dat een deel van de werkende
mensen nog altijd verdeelt, voornamelijk als gevolg van jarenlange aanwakkering van
islamofobe en xenofobe gevoelens met behulp van leugen en laster, vooral door extreemrechts. Ik meen dat het de plicht is van alle democraten, alle progressieven, en zeker die
op socialisme beroepen, om daar tegen in te gaan in plaats van het voedsel te geven en een
tribune te bieden.
Ik ben beschaamd omdat men bij de goedkeuring van dit besluit minister Bourgeois en zijn
partijtop helpt om zich vlak voor de verkiezingen te profileren als diegenen die durven
optreden tegen de moskeeën en de islam, om zo nog wat extra stemmen af te snoepen van
de kiezers van extreem-rechts. Daar waar de minister van Binnenlandse Zaken, indien hij
eerlijk was geweest, al lang had moeten toegeven dat de verklaringen waarmee hij in juni
vorig jaar aankondigde dat hij de procedure voor opheffing van de erkenning van De Koepel
opstartte, gebaseerd was op valse beweringen en zelfs laster. Normaal had hij zich daar al
28
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
lang voor moeten excuseren. Namelijk zodra in januari dit jaar al de Staatsveiligheid zelf
de aantijgingen over een rol van De Koepel in radicalisering van jongeren zelf formeel
heeft weerlegd. Maar in plaats van excuses greep de minister een gemakkelijk op te lossen
en al lang aanslepend administratief probleempje aan om alsnog gemeenten en
provinciebestuur te dwingen tot een positief advies voor opheffing van de erkenning.
Collega’s, we mogen immers niet vergeten hoe deze zaak begonnen is. Toen was de moskee
al meer dan anderhalf jaar erkend, sinds oktober 2011, de laatste moskee die erkend is,
want daarna is de executieve in lopende zaken gegaan. Anderhalf jaar lang heeft minister
Bourgeois niets gedaan. Het hoefde ook niet, want omdat zij zelf van de executieve
vernomen hadden, nadat zij erkend waren, dat voor dat verkozen comité alleen mensen van
het werkingsgebied dat was opgegeven mochten verkozen worden- daarvoor waren zij daar
niet van op de hoogte- en kon de executieve, die dat moet aanvragen bij de minister, ook
niet meer optreden. Bourgeois weet dat goed genoeg. Bovendien hebben die mensen ook
nooit een cent subsidie gevraagd of gekregen, omdat zij wisten dat ze niet in orde waren.
Dus er was geen enkele aanleiding, en Bourgeois heeft dat dan ook anderhalf jaar niet
gedaan, om de erkenning van deze moskee te vragen. Maar dan ineens, in juni, was er
beroering rond de hele affaire, de heel pijnlijke affaire van de Belgische Syriëstrijders,
verklaart Bourgeois in de krant: “Ik ga de radicale moskeeën schrappen, want De Koepel is
het jongste jaar fel geradicaliseerd. Dat bevestigt ook het Kabinet van de Antwerpse
burgemeester De Wever. Men belijdt daar het salafisme, een fundamentalistische
stroming binnen de islam.” In een ander artikel verklaart de minister dat hij over het
gebedshuis De Koepel naar verluidt verontrustende informatie kreeg van de
Staatsveiligheid. Daar is het mee begonnen.
Van dan af treedt Bourgeois op in deze zaak met brieven aan de Executieve van Moslims
van België, EMB, of het waar is dat De Koepel in zekere mate zou radicaliseren en
toenadering zoeken naar bepaalde salafistisch georiënteerde organisaties en personen.
Verder ook vragen over vermeende banden met Hamas, enz.
Die aantijgingen zijn in een uitvoerige briefwisseling tussen de advocaat van De Koepel en
de Executieve van Belgische Moslims weerlegd. Maar nog belangrijker is dat de
Staatsveiligheid op 17 januari van dit jaar al een officieel verslag opstelt dat overduidelijk
is. Ik ga het u tonen. Daar kan u letterlijk lezen: “Onze dienst is niet op de hoogte van
specifieke, extremistische uitspraken of activiteiten binnen de moskee De Koepel die een
concrete inbreuk zouden inhouden op de erkenningscriteria voor plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschappen, zoals omschreven in het besluit van de Vlaamse regering van
30 september 2005.” Deze brief van 17 januari van de Staatsveiligheid, op onze provincie
toegekomen op 24 februari, de stempel bewijst het, wast De Koepel wit van al die
beschuldigingen die mijnheer Huijbrechts hier nog eens heeft proberen aan te wakkeren.
Die waren ook aanleiding tot het opstarten voor de procedure voor opheffing. Dit volstond
om met die procedure te stoppen. En het volstaat ook om het aan ons gevraagde advies te
verwerpen. In de marge wil ik opmerken dat de burgemeester van Antwerpen, die op
31 januari ook een positief advies voor opheffing heeft afgedwongen van zijn
gemeenteraad, beweerde dat hij omtrent het al dan niet staatsgevaarlijk zijn van De
Koepel van de bevoegde diensten nog geen sluitend antwoord had gekregen, noch in
ontkennende, noch in bevestigende zin.
29
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
U ziet aan de stempel dat deze brief van de Staatsveiligheid, die De Koepel formeel
vrijpleit en zegt dat er geen gronden zijn voor opheffing van de erkenning, bij onze
provincie is toegekomen op 24 februari. Het is niet geloofwaardig dat de burgemeester van
Antwerpen, die altijd, ook in die gemeenteraad, nog beweerde deze zaak op de voet te
volgen die brief al niet in dezelfde periode heeft ontvangen, of zich hierover op 30 maart
nog niet had laten informeren.
De vrijpleiting van radicalisme door de Staatsveiligheid had door iedereen die zich wilde
informeren op voorhand geweten kunnen zijn. De Koepel volgt immers de Malikitische
wetschool net als de meeste moskeeën in Marokko. Dat is een van de vier soennitische
scholen. Die is gematigd en neemt elementen van het soefisme en het volksgeloof over. De
Maliki hebben geen enkel uitstaan met de salafisten, laat staan met internetjihadi.
Integendeel, zij zetten zich daar tegen af, en propageren dat hier ook zo.
Alle preken van de Koepel, een moskee opgericht en bezocht door Belgische
Nederlandssprekende bekeerlingen, zijn in het Nederlands. Zij worden online uitgezonden.
Heel kort dan over het kleine administratieve probleem dat minister Bourgeois niet heeft
willen oplossen, maar integendeel artificieel opgeklopt: de afwezigheid tot nu toe van een
verkozen comité voor de moskee. Dat zullen al die bekeerlingen, vermits ze
Nederlandstalig zijn, en al die andere bezoekers die dat ook zijn, goed verstaan. Dit is
gewoon een stok zoeken om een hond te slaan. Dit probleempje was de minister al
anderhalf jaar bekend, en heel de tijd heeft hij er niets aan gedaan. Ik heb u uitgelegd
waarom.
De oorzaak van de administratieve blokkering is de wens van het bestuur van de vzw De
Koepel dat de gebiedsomschrijving, het werkingsgebied van de moskee, dat door de
aanvragers van de erkenning verkeerdelijk door henzelf was ingevuld als ‘stad Antwerpen’,
uit te breiden tot de provincie. De Executieve heeft het volop gesteund en het is wettelijk
perfect mogelijk. Doel van de vraag aan de minister om het werkingsgebied uit te breiden,
was mogelijk maken dat de nieuw bijgekomen leden, Belgische bekeerlingen die na de start
de feitelijke verantwoordelijken waren zoals die die hier zit, en die ook verkozen zijn in de
vzw De Koepel, dat die ook in het comité verkozen konden worden. Dat deden zij precies
om infiltratie door externe radicale elementen te voorkomen. Maar die
hoofdverantwoordelijken en bestuurders wonen wel in de provincie Antwerpen of OostVlaanderen, maar niet in de stad. Zoals gezegd is De Koepel over die bepaling maar
ingelicht nadat ze al erkend waren en door de Executieven.
Om dat punt recht te zetten is een hoop correspondentie gevoerd, ook in die kanjer te
lezen, tussen Bourgeois en de Executieve, de advocaat van De Koepel. De Executieve die
sinds oktober 2011 in lopende zaken was, naar de oordeel van de minister zelf verlamd,
daarom dat hij sindsdien ook al meer dan twee jaar lang geen enkele moskee nog heeft
erkend. De Koepel heeft in januari aan die Executieve gevraagd: richt tot de minister de
vraag tot uitbreiding van ons werkingsgebied naar de hele provincie Antwerpen. Maar de
Executieve konden gewoon niet stellen, en Bourgeois weet dat goed genoeg omdat ze in
lopende zaken is. Het is pas 1 of 2 weken geleden dat er opnieuw een Executieve verkozen
is die nu kan gaan optreden.
Nochtans, uitgerekend op 23 december, stuurt Bourgeois ineens een brief naar de
provincie en het gemeentebestuur dat die administratieve affaire binnen de 4 maanden in
30
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
orde moet komen. Hij had daar gerust nog een half jaar kunnen mee wachten. Hij wist ook
dat het niets kon uithalen vermits de Executieve niet kon optreden. Maar neen, door op
7 januari een brief aan provincie en gemeentebestuur te bezorgen kon hij deze besturen
dwingen om binnen de wel voorziene 4 maanden, voor 7 mei en voor de verkiezingen, ook een
maatregel tegen deze moskee te nemen.
Frank Geudens heeft daarnet gesproken over strikte regelgeving. Wel, mijnheer Geudens,
u kan mij geen bepaling citeren die zegt dat minister Bourgeois verplicht is om vanaf een
welbepaalde datum een moskee aan te manen om zich binnen de 4 maanden administratief
in orde te stellen. In plaats van dat op 6 januari te doen, had hij die brief even goed op
6 maart kunnen schrijven, of vorige week toen hij wist dat de Executieve er werk van kon
maken. Dan zouden die 4 maanden verstreken zijn na de verkiezingen. Maar dat was
blijkbaar niet de bedoeling.
Tot slot: dit besluit rammelt juridisch langs alle kanten en is dus ook op dat vlak van nul en
generlei waarde. In zijn brieven aan de Executieve gaf minister Bourgeois de opdracht “De
Koepel aan te manen uiterlijk eind april over te gaan tot de installatie van een verkozen
comité.” Het kan toch niet dat men ons, vandaag 30 april om 15 u al laat stemmen voor
opheffing van de erkenning, omdat er nog geen comité is, terwijl De Koepel formeel
vandaag nog 9 uren tijd heeft (tot 24 uur) om over te gaan tot de verkiezing ervan. Hoe
kunnen wij weten of zij dat vandaag nog wel of niet gaan doen? Bijvoorbeeld om 19 u of om
23 u? U maakt zich met het agendapunt niet alleen politiek verdacht, maar ook juridisch
belachelijk.
Tenslotte houdt dit besluit ook discriminaties in. Deze bepalingen in verband met de nood
aan een verkozen comité voor een geloofsgemeenschap gelden immers niet voor de andere
godsdiensten, ook niet voor de Grieks- en Russisch Orthodoxe wetsdiensten die ook onder
onze provincie vallen, en die onder een ander decreet vallen.
Schepen Philippe Heylen heeft daarover in de gemeenteraad zelf aangehaald dat voor
andere geloofsgemeenschappen wel al is toegestaan dat verkozenen van buiten het
werkingsgebied in het comité mochten komen. Dergelijke discriminaties kunnen op zich
volstaan voor elke democraat om dit voorstel te verwerpen.
Mijn besluit collega’s is duidelijk: dit is geen ‘rondje provincie’ maar een rondje
administratief moskeepesten en islambashen om sommigen toe te laten nog extra stemmen
te halen van mensen bij wie vooral extreem rechts islamofobe gevoelens heeft
aangestookt.
Ik vertrouw op uw democratische reflex, uw juridisch besef en uw streven naar goed
samenleven om dit punt te verwerpen.”
Ik dank u.
Applaus
VOORZITTER.- Mevrouw Bayraktar heeft het woord.
31
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Mevrouw BAYRAKTAR.- Ik wil heel even reageren op mijnheer Huijbrechts die hier
verhaaltjes komt vertellen, waarvoor hij als basis zijn voorgevoel neemt.
Ik kan ook vele verhalen vertellen, als ik mijn voorgevoel moet volgen. Wij leven in een
rechtstaat en de staat moet zijn werk doen.
Dit is een moskee die erkend is. Ik neem aan dat de staat zijn werk heeft gedaan voordat
hij de moskee heeft erkend. Dat is één zaak.
Een tweede zaak is dat de islam sowieso heel vaak stiefmoederlijk behandeld wordt. Maar
wat de bedoelingen zijn van de minister kan ik niet weten. Ik heb mij wel geïnformeerd bij
de Executieve. En er is inderdaad een voorstel geweest voor een gebiedsuitbreiding de
laatste 2 weken. Er is een briefwisseling geweest met de minister, met De Koepel. Ik neem
aan dat de minister niet zal overgaan tot de opheffing van de erkenning, aangezien het
administratief probleem zich toch gaat oplossen. Langs de andere kant weet ik dat als wij
dit vandaag van de agenda voeren, dat wij eigenlijk wel een positief advies geven. Wij
zitten dus een beetje gewrongen daartussen.
Daarom ga ik mij ook onthouden. Ik wacht eigenlijk op het antwoord van mijnheer Lemmens
daarop.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord.
Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Ik denk dat Kris Merckx heel goed heeft aangetoond dat dit
niet zomaar een punt is. Op de commissie werd het ook al aangedaan alsof dit maar gewoon
een technische kwestie is, want Geert Bourgeois heeft ons gevraagd om vast te stellen wat
mijnheer Bourgeois al reeds had vastgesteld. Dit is een mooie werking van de bureaucratie,
namelijk dat ze niet met de administratieve punten in orde zijn.
Dat dit een politiek dossier is waar ook onderling spelletjes worden gespeeld heeft
Kris Merckx daarjuist heel duidelijk aangetoond met de schetsing van de geschiedenis van
dit dossier.
Ik pleit er ook niet voor om dit punt te verdagen, om dezelfde reden als mevrouw
Bayraktar heeft aangehaald, omdat we het dan automatisch goedkeuren. Ik vind het wel
een belangrijk signaal dat de provincie kan geven als we ons hier gewoon allemaal op
onthouden, gewoon omdat we niet mee willen spelen in deze politieke carrousel.
VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord.
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Collega’s,
Dank u voor deze tussenkomsten allemaal. Ik moet u eerlijk zeggen dat als ik mijnheer
Huijbrechts heb gehoord, dan zat hij niet alleen in de fichebak van de Staatsveiligheid,
maar volgens mij werkte hij daar.
Ik heb ook de tussenkomst van mijnheer Merckx aanhoord. Ik had die in feite al gehoord
op de commissie, en gisteren op het Vast Bureau heb ik ook nog eens hetzelfde mogen
vernemen. Ik heb zowel op de commissie, als op het Vast Bureau proberen duidelijk te
maken dat dit voor ons een technisch dossier is.
32
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Over wat gaat het nu in feite? Al die tussenkomsten over de strikte scheiding van kerk en
staat, over alle wetgevingen daarrond, over de Staatsveiligheid, daar gaat het niet over.
Wij kregen op 23 december 2013 een schrijven, binnengekomen op 6 januari hier op de
provincie. Daar vroeg minister Bourgeois, net als hij aan de Stad heeft gevraagd, om een
advies te geven over de moskee De Koepel, over de lokale islamitische geloofsgemeenschap
De Koepel.
Om wat gaat dat nu in feite? Wel, deze erkende lokale islamitische geloofsgemeenschap
heeft nog steeds geen verkozen bestuur, nog steeds niet. Het verbaast mij dat een groot
democraat, zoals hij zichzelf noemt, mijnheer Merckx, verkiezingen maar een detail vindt.
Ik vraag mij af waarom u dan mee doet op 25 mei, als u dat allemaal maar een detail vindt.
Mijnheer Merckx, ik zal u vertellen dat dit belangrijk is, en alle andere
geloofsgemeenschappen die hebben dat.
Wat ik zeker niet neem is dat men zegt dat wij hier in de provincie, en dat ik namens mijn
partij, niet op een goede manier zou omgaan met deze geloofsgemeenschap. Men heeft dat
laten uitschijnen. Ik zit regelmatig samen met Mehmet Akif, met de Antwerp Islamic
Association,
met
Enzar,
met
At-Taqwa,
met
Huzur,
allemaal
erkende
geloofsgemeenschappen. Ik zit regelmatig samen met de mensen uit Russisch-orthodoxe
geloofsgemeenschap, met de mensen uit de Grieks-orthodoxe geloofsgemeenschap, met de
mensen van de Kathedraal. Daar werken wij op een zeer goede manier mee samen. Maar al
die geloofsgemeenschappen voldoen aan de wettelijke, decretale reglementering. Zo simpel
is dat.
Wat nu voorligt is de vraag om een advies. Wij kunnen niet anders dan vaststellen dat er
geen verkozen bestuur is. Vandaar dat dit advies als dusdanig voorligt. Wij zijn hier
wethouder. De deputatie moet rekening houden met de wetgeving, met de decreten. Dat
doen wij hier. Wij kunnen niet anders. Vandaar dat ik ook vraag om hier dit zo goed te
keuren.
Ik zal zelfs nog meer zeggen. Als de vraag komt van De Koepel hoe het nu technisch verder
moet rond gebiedsomschrijving, rond het verkiezen van een bestuur, dan zullen wij al onze
deskundigheid binnen de provincie ter beschikking stellen van deze moskee om hen te
helpen. Dat doen wij met iedereen. Elke geloofsgemeenschap zullen wij, waar wij bevoegd
voor zijn, helpen en ondersteunen waar het wettelijk nodig is.
Ik denk dat ik hier heel duidelijk ben geweest en ik vraag dan ook dit technisch dossier als
dusdanig goed te keuren.
Ik dank u.
Applaus
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Aan mijnheer Lemmens wil ik antwoorden dat wij uiteraard, en die
mensen ook, helemaal niet tegen verkiezingen zijn, absoluut niet. Zij vragen alleen dat zij
33
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
die verkiezingen kunnen organiseren die hun leden wensen zodanig dat diegenen die er
effectief op bezoek komen en lid van zijn zich kandidaat kunnen stellen. Zij hebben ook op
geen enkele manier al gezegd dat zij in orde zijn, en al subsidies vragen. Zij hebben alleen
gevraagd: laat ons deze administratieve vergissing, gelijk aan wie ze te wijten was, maar
die wij pas opgemerkt hebben na de erkenning, zo vlug mogelijk herstellen. Men heeft dat
in het begin niet gewild. Sinds het in lopende zaken zijn van de Executieve kon het ook niet.
Ik wil de collega’s danken die mijn kritiek en mijn analyse gevolgd zijn. Ik zou wel willen
zeggen dat de onthouding dan een slechte zaak is. Dit is werkelijk een overbodig
agendapunt dat er om politieke redenen gekomen is. Wij moeten duidelijk een signaal geven
dat wij niet meedoen aan het stimuleren van wantrouwen. In verband met mensen die tot
de islam behoren, als consequente antiracisten mogen wij daar geen enkele medewerking
aan verlenen. Ik wil voor de sp.a ook opmerken dat haar fractie, met Monica De Coninck
incluis, heel grote twijfels en wantrouwen geuit heeft tegenover het voorstel van de
burgemeester om een gelijkaardig advies goed te keuren als dat wat hier voorligt, er
rekening mee houden dat dit in de gemeenteraad nog veel gereserveerder was. Dat liet nog
toe dat in de komende maand er een oplossing zou komen. Aan dezelfde fractie, die zich
onthouden heeft in de gemeenteraad omdat ze gezegd heeft: wij konden geen dossier
inzien: het is ons hier ter plaatse vanavond voorgeschoteld. U hebt die kanjer kunnen
inkijken. U weet nu dat zij van de Staatsveiligheid volledig vrijgepleit zijn, en toch gaat
een deel van uw fractie dit hier mee goedkeuren. Dat vind ik een gebrek aan moed, een
gebrek aan consequentie in een progressieve, antiracistische houding. Het voornaamste
argument om tegen te stemmen dat is als we het van de agenda hadden afgevoerd het
impliciet zou ingehouden hebben dat wij positief advies voor de erkenning behouden.
Als dit nu niet gebeurt, en wij geven een positief advies voor opheffing, of wij onthouden
ons daarrond, dan zadelen wij die mensen op met heel veel werk om opnieuw heel die
erkenningsprocedure te doorlopen. Dat is inderdaad een rondje moskeepesten, in gang
gestoken door mensen die geen goede bedoelingen hadden.
Ik dank u.
VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord.
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, dit gaat niet over racisme. Dit gaat
over gelijkwaardigheid. Iedereen gelijk voor de wet. Hoe moet ik verantwoorden, mijnheer
Merckx, tegenover al die andere moskeeën, die de wet moeten volgen, dat zij dat niet
moeten doen. U moet mij dat maar eens uitleggen. Dit gaat over gelijkwaardigheid, niet
over racisme. Ik heb het u daarjuist gezegd. Ik ben op de beste voet met al andere
verenigingen die wij hier ook subsidiëren en ondersteunen. Ik heb daar de beste contacten
mee, omdat ik geloof in de vrijheid van godsdienstbeleving. Ik zal de wetten dan ook op dat
gebied zeer goed navolgen. Dit gaat niet over racisme, dit gaat over gelijkwaardigheid,
gelijke behandeling voor iedereen. Daar zou u ook moeten voor zijn.
Applaus
34
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
VOORZITTER.- Mevrouw Bayraktar heeft het woord.
Mevrouw BAYRAKTAR.- Ik wil even opmerken dat De Koepel inderdaad de dupe is
geworden van een samenloop van omstandigheden, waar zij ook niet de schuld van hebben.
En het is aan ons om zo goed mogelijk ons best te doen om dit probleem van de baan te
helpen, en om zo vlug mogelijk een oplossing te vinden. Enerzijds weet ik, met de laatste
ontwikkelingen, dat het ministerie niet verplicht is om ons advies te volgen. De minister kan
ook na de laatste ontwikkelingen niet overgaan tot de opheffing, en dat vermoed ik en hoop
ik ten zeerste. Langs de andere kant waardeer ik ook, geachte gedeputeerde, uw
ingesteldheid om proactief mee te werken. Wees er zeker van, als het zover moest komen,
wat ik niet hoop, dat ik de eerste zal zijn om aan uw deur te kloppen. Ik reken op uw woord.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Hove heeft het woord.
Mevrouw VAN HOVE.- Ik had eigenlijk graag nog twee dingen gezegd.
Enerzijds is het inderdaad een technische kwestie, en al het gezeur daarrond is gewoon
lucht.
Ten tweede, mijnheer Merckx, u hebt ons al meerdere malen verweten dat wij aan politiek
spel doen, maar ik vraag mij af wat u vandaag aan het doen bent. Want dit is gewoon een
goedkope stemmenronseling.
De heer MERCKX.- Mevrouw, ik ga u hier op antwoorden.
Ik heb uitgelegd dat ik dit debat hier liever niet zou gehad hebben. Daarom heb ik een
positief voorstel gedaan, omdat er over andere meer essentiële zaken moet gedebatteerd
worden in de crisistijd waarin wij leven. Maar uw deputatie, uw partij heeft dat geweigerd.
Sorry.
Ten tweede, het is nogal evident dat wij vinden dat iedereen, gelijk van welke kleur of
origine of geloofsovertuiging, zich aan de gestemde wetten dient te houden …
Mevrouw VAN HOVE.- Wat is dan uw probleem?
De heer MERCKX.- … en dat wij daar mee met u over waken. U weet ook dat het hier over
een administratieve niemendal gaat waar zij zelf geen schuld aan hebben …
Mevrouw VAN HOVE.- U mag ook niet door het rood rijden. U mag ook niet in een
tegengestelde richting in een straat gaan.
35
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De heer MERCKX.- Laat u mij uitspreken.
Tenslotte, voor dergelijke, kleine administratieve foutjes is het zeer courant en ook
menselijk –mijnheer Heylen heeft dat ook in de gemeenteraad in Antwerpen gezegd- dat
men daar tolerant en courant in is. Wel, dat wil men hier niet doen.
Ik wil zeggen aan Aysel: ik apprecieer uw tussenkomsten, maar u weet ook wat hier zwart
op wit staat. “De provincieraad geeft een positief advies voor opheffing van de erkenning.”
Wij zadelen die mensen men een stigma op, en met een zeer zware handicap. Ik vind dat we
dat niet mogen doen.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord.
Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Mevrouw Van Hove wil altijd graag beweren dat het altijd
zwart of wit is, en dat zijn de regels. Zoals mijnheer Merckx ook terecht aanhaalt, er
worden uitzonderingen gemaakt. Er wordt ook gekeken of dat het niet een administratieve
fout is die inderdaad in een politieke carrousel van spelletjes zit. Daarom zeggen wij ook:
laat ons hier gewoon niet aan mee doen, waar dat minister Bourgeois specifiek mee bezig is.
Wij vinden ook dat hier een beetje gevoelsmatig mee kan omgegaan worden. Wordt hier om
een advies gevraagd? Er wordt hier gezegd: we kunnen echt niet anders dan vaststellen
wat er al vastgesteld is. Dat is gewoon een politiek spelletje. Je kan evengoed het signaal
geven door te zeggen: hier gaan we gewoon niet aan meedoen, want we weten dat het
dossier ruimer is dan deze technische kwestie. Het is groter dan dat, en dat weten we ook
allemaal.
VOORZITTER.- De heer Verhaeven heeft het woord.
De heer VERHAEVEN.- Mijnheer Merckx, ik heb nog een vraag aan u.
Aan het begin van de provincieraad vroeg u om een reglement op te stellen voor tickets.
Dat betekent dat u reglementen tamelijk belangrijk vindt. Nu gaat u vragen om een
reglement niet te volgen. Dat begrijp ik niet goed.
De heer MERCKX.- U weet ook dat er geen enkel reglement bestaat, en ik heb dat ook
tegen mijnheer Geudens gezegd, dat stelt: de minister die vaststelt dat een moskee niet in
orde is moet binnen een half jaar na de erkenning, of binnen het jaar, of binnen twee jaar,
optreden. Minister Bourgeois heeft dat ook anderhalf jaar niet gedaan. Hij is dat maar
beginnen doen nadat hij die beweringen gelanceerd heeft, waarvoor hij zich zou moeten
excuseren, dat deze moskee waar Syriëstrijders gerekruteerd worden, waar radicale
salafisten de toon zetten. Dat is allemaal weerlegd. Minister Bourgeois, goed wetende dat
er een aanvraag was van januari voor de executieve zodra zij terug niet meer in lopende
zaken zou zijn, maar zou kunnen optreden, dat zij die gebiedsuitbreiding zou aanvragen,
dus vanaf vorige week of twee weken geleden, had zo kunnen handelen. Dan had hij de
regels gevolgd.
36
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord.
De heer GEUDENS.- Wij hebben er alle vertrouwen in dat het goed zit met dit dossier, en
goed zal komen. Maar ik kan er getuige van zijn dat deze provincie altijd heel onpartijdig,
heel efficiënt, heel deskundig is omgegaan met alle subsidiedossiers, niet alleen in deze
materie, maar ook in sport, cultuur, enz. Wij hebben daar een reputatie opgebouwd. Er is
nu een reglement dat zo voorligt. Mijnheer Merckx, ik vind niet dat we nu moeten zeggen:
het is bijna goed, laat ons het nu maar op een andere manier behandelen.
Laat ons het nu doen zoals afgesproken. Er zijn genoeg waarborgen gegeven door de
deputatie. Als iedereen de inspanning doet die hij zich voorgenomen heeft, dan komt het
allemaal in orde en spreken we er niet meer over.
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik zou willen vragen, mijnheer de voorzitter, of wij
tot de stemming kunnen overgaan. Ik denk niet dat we nog nader tot mekaar zullen komen.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
61 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
51 leden hebben ja gestemd;
2 leden hebben nee gestemd;
8 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 51 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 8 onthoudingen.
37
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales
Nr. 2/1 van de agenda
Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO):
huishoudelijk reglement. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Artikel 1.3.2 §8 VCRO bepaalt:
“De provinciale commissie voor ruimtelijke ordening stelt haar huishoudelijke
reglement op.
Dit reglement en zijn wijzigingen
provincieraad voorgelegd.”
worden
ter
goedkeuring
aan
de
Het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 - tot vaststelling van nadere
regels voor samenstelling, organisatie en werkwijze van de provinciale en
gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening - bepaalt in artikel 10:
“De commissie neemt haar huishoudelijk reglement met eenparigheid van
stemmen aan. Het kan ook slechts met eenparigheid van stemmen gewijzigd
worden.
Het huishoudelijk reglement regelt minstens:
1° de wijze van agenderen met inbegrip van de mogelijkheid van leden om
onderwerpen te laten agenderen;
2° de wijze van uitnodigen met inbegrip van de minimumtermijn die
gerespecteerd moet worden;
3° op welke manier leden vóór de vergadering kennis krijgen of kunnen
nemen van documenten die relevant zijn voor de onderwerpen die op de
vergadering behandeld worden;
4° de wijze van notuleren;
5° de wijze van formuleren
minderheidsstandpunten;
van
de
adviezen
met
inbegrip
van
6° de oprichting en werking van interne werkgroepen.”
In de procoro vergadering van 22 januari 2014 werd het huishoudelijk reglement
met eenparigheid van stemmen aangenomen.
Het huishoudelijk reglement wordt
provincieraad van 30 april 2014.
ter
Bijlage: huishoudelijk reglement
38
goedkeuring
voorgelegd
aan
de
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 1.3.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (B.S. 20.08.09);
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 (en wijzigingen) tot
vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de
werkwijze van de provinciale en gemeentelijk commissies voor ruimtelijke
ordening;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van
een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en
gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2013 betreffende de
benoeming van de leden van de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening
(PROCORO);
Gelet op het besluit van de Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk,
Ruimtelijke Ordening en Sport van 4 december 2013 houdende de goedkeuring van
de beslissing van de provincieraad van 24 oktober 2013 tot benoeming van de
leden van de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening;
Overwegende dat het huishoudelijk reglement in de procoro vergadering van
22 januari 2014 met eenparigheid van stemmen werd aangenomen;
Overwegende dat het huishoudelijk reglement ter goedkeuring moet worden
voorgelegd aan de provincieraad;
BESLUIT:
Enig artikel:
Er wordt goedkeuring gegeven aan het huishoudelijk reglement van de procoro.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
57 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
54 leden hebben ja gestemd;
3 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 3 onthoudingen.
39
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 2/2 van de agenda
Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK.
Algemene vergadering 20 mei 2014. Agenda.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De dienstverlenende vereniging IOK deelt mee dat haar algemene vergadering zal
doorgaan op dinsdag 20 mei 2014 om 11.00 uur in “Den Eyck”, Houtum 39,
2460 Kasterlee, met volgende agenda:
1. Statutaire benoemingen
 Benoeming kandidaat-bestuurder gemeente Dessel
 Benoeming kandidaat-bestuurder stad Turnhout
2. Goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2013
3. Verslag van de commissaris-revisor over het boekjaar 2013
4. Resultaatsbestemming 2013
5. Goedkeuring van de jaarrekeningen over het boekjaar 2013, afgesloten per
31 december 2013
6. Kwijting te geven afzonderlijk aan de bestuurders en de commissaris-revisor
over de uitoefening van hun mandaat in 2013
7. Varia
In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Ivo Bollen, raadslid, met
als plaatsvervanger mevrouw Nicole Boonen, raadslid, aan als provinciale
vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de dienstverlenende
vereniging IOK tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018.
De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de
Griffie.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende dat er op 20 mei 2014 een algemene vergadering wordt gehouden
vanwege de dienstverlenende vereniging IOK;
Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het
decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende
de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de
dienstverlenende vereniging IOK van 20 mei 2014.
De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten
van deze vergadering goed te keuren.
40
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
60 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
53 leden hebben ja gestemd;
7 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 7 onthoudingen.
41
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking
Nr. 3/1 van de agenda
Provinciale initiatieven. ERSV-Platform.
Vervanging van een raadslid. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In zitting van 6 februari 2013 heeft uw raad volgende raadsleden voorgedragen
voor de algemene vergadering en de raad van bestuur van ERSV, voor de RESOC’s
en het ERSV-Platform:
Algemene vergadering
Ludwig Caluwé, gedeputeerde (voorzitter)
Raad van bestuur
Eric Janssens
Ludwig Caluwé
Rik Röttger
RESOC-Antwerpen
Gerda Van Langendonck met als plaatsvervanger Eric Janssens
Ludwig Caluwé met als plaatsvervanger Koen De Cock
Greet Van Gool met als plaatsvervanger Sener Ugurlu
RESOC-Kempen
Kris Goossens met als plaatsvervanger Els Baeten
Peter Bellens met als plaatsvervanger Ivo Bollen
Werner Hens met als plaatsvervanger Frank Sels
RESOC-Mechelen
Eddy Verhaeven met als plaatsvervanger Christ’l Sotternie
Sofie Braadt met als plaatsvervanger Jürgen Goden
Rik Röttger met als plaatsvervanger Aysel Baraka
ERSV-Platform (lid raad van bestuur met raadgevende stem)
RESOC-Antwerpen
RESOC-Kempen
RESOC-Mechelen
: ·Iefke Hendrickx
: ·Michel Meeus
: Frank Geudens
******
Mevrouw Iefke Hendrickx, raadslid, wil zich in het ERSV-Platform graag permanent
laten vervangen door mevrouw Ilse Jacques, raadslid.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
42
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
BESLUIT:
Enig artikel:
Mevrouw
Ilse
Jacques,
raadslid,
wordt
voorgedragen
als
provinciaal
vertegenwoordiger in het ERSV-Platform ter voleindiging van het mandaat van
mevrouw Iefke Hendrickx, raadslid.
VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming.
Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Men gaat over tot de geheime stemming. 59 leden nemen eraan deel.
Er zijn 50 stemmen ja, 2 stemmen nee en 7 onthoudingen. Derhalve is het voorstel
goedgekeurd.
43
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
4. Financiën en logistiek
Nr. 4/1 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet.
Raamovereenkomst voor het verlenen van diensten
van juridische aard (2014-2018).
Plaatsing van de opdracht, gunningswijze
en opdrachtdocumenten.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Inleiding
In 2008 heeft de Juridische dienst (thans de Dienst Overheidsopdrachten en
Juridische ondersteuning) de huidige pool van advocaten met bijhorende
afsprakennota opgemaakt.
De Juridische dienst opteerde er toen voor om in afwachting van de
inwerkingtreding van de uitvoeringsbesluiten van de nieuwe regelgeving
overheidsopdrachten verder te werken op de oude werkwijze.
De verbetering die in 2008 werd doorgevoerd bestond erin om een selectie van
advocaten te maken die gespecialiseerd zijn in bepaalde rechtstakken en met hen
afspraken te maken over de werkwijze van opvolging van geschillen, uurtarieven en
kosten die zij mogen aanrekenen. Concreet betekende dit dat de reeds bestaande
‘pool’ wat ingeperkt werd tot maximum twee advocaten per materie en dat de
advocaten enkel nog zouden aangesteld worden in die materie waarin ze expertise
hebben. Dit alles met het oog op een optimalisatie van de juridische kwaliteitszorg.
De Juridische dienst lichtte de deputatie toen ook in van het feit dat deze pool in de
toekomst ook als basis kon dienen om een verdere marktbevraging te doen en dat
de afsprakennota geïncorporeerd kon worden in het bestek.
Gewijzigde situatie
De nieuwe wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten verplicht een marktraadpleging
voor aanstelling van advocaten in geschillen maar deze trad pas in werking in juli
2013. De wet stelt evenwel in artikel 18: “Deze wet is niet toepasselijk op
overheidsopdrachten voor diensten:[…] 5° inzake arbitrage en bemiddeling;”
Verder bepaalt de wet dat bij koninklijk besluit specifieke gunningsvoorschriften
toepasselijk kunnen worden gemaakt op de opdrachten voor juridische diensten
inzake geschillen, die beperkt zijn tot raadpleging en vertegenwoordiging voor
rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting, alsook tot
geschillenpreventie. (art. 33, §2)
Het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing
overheidsopdrachten in de klassieke sectoren specifieert in artikel 146
behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten de opdrachten
juridische diensten geplaatst worden via onderhandelingsprocedure
bekendmaking.
44
van
dat
voor
met
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Samengevat kan dus gesteld worden dat diensten inzake arbitrage en bemiddeling
niet onderworpen zijn aan de wetgeving overheidsopdrachten, in tegenstelling tot
juridische diensten waarbij zowel advies als vertegenwoordiging in geschillen wel
onderworpen is. Ondanks het feit dat juridische diensten onderworpen zijn aan de
wetgeving op de overheidsopdrachten zijn er verschillende uitzonderingsregelingen
voorhanden.
Zo vallen juridische diensten onder diensten in bijlage II B, wat impliceert dat:
 deze dus nooit onderhevig zijn aan Europese publicatie;
 deze mogen gegund worden met een onderhandelingsprocedure zonder
voorafgaande bekendmaking tot aan 200.000 EUR contractwaarde excl. btw.
Bovendien mogen opdrachten met betrekking tot juridische diensten inzake
geschillen
altijd
ongeacht
het
bedrag
gegund
worden
via
een
onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
De opdracht is onderverdeeld in zes percelen, zijnde:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
perceel
perceel
perceel
perceel
perceel
perceel
perceel
1:
2:
3:
4:
5:
6:
7:
bestuursrecht
sociaal en arbeidsrecht
overheidsopdrachtenrecht
ruimtelijke ordening
fiscaal recht
burgerlijk recht
onderwijs recht
De gevolgde procedure is de tweestapsprocedure, waarbij eerst overgegaan wordt
tot selectie van een aantal kandidaten, die zullen uitgenodigd worden om
uiteindelijk een offerte in te dienen.
De kandidaat-inschrijver dient per perceel het volledige team weer te geven aan de
hand van de volgende kwalitatieve selectiecriteria:
1.
De studie-, beroeps- en of academische kwalificaties van de dienstverlener
met betrekking tot voormelde materie(s): bij de beoordeling van deze
kwalificaties wordt rekening gehouden met het curriculum vitae van alle
teamleden die voor de uitvoering van deze opdracht zullen worden ingezet;
hierin
wordt
een
beschrijving
gegeven
van
de opleiding,
de
voorkeurmaterie(s), seminaries, publicaties, enz. van de teamleden.
Opmerking: indien het curriculum vitae het maximum van 2 pagina’s per
persoon overschrijdt, zal enkel rekening gehouden met pagina 1 en 2 van
het curriculum vitae en zullen de overige pagina’s niet in overweging
genomen worden bij de beoordeling.
2.
De relevante ervaring van de dienstverlener in het betrokken rechtsdomein:
bij de beoordeling van deze ervaring wordt rekening gehouden met alle
vergelijkbare en representatieve opdrachten uitgevoerd tijdens de laatste
3 jaar (door teamleden die voor de uitvoering van deze opdracht zullen
worden ingezet), waaruit een grondige ervaring en deskundigheid blijkt met
betrekking tot de voormelde materie(s). Zonder schending van het
beroepsgeheim kan dit aangetoond worden door opgave van de opdrachten
(procedures, adviezen, enz.) met vermelding van een samenvatting van de
45
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
precieze inhoud (dus niet de documenten in extenso toevoegen, enkel een
korte
samenvatting
geven,
uitvoeringsdatum
en
instanties/overheden/cliënten voor wie ze bestemd waren, evenals door
welke advoca(a)t(en) deze opdrachten behandeld werden). Telkens wordt
daarbij uitdrukkelijk vermeld of het gaat om een gerechtelijke procedure of
een adviesdossier. Deze opgave bevat maximum 20 pagina’s per perceel.
Opmerking: indien dit document het maximum van 20 pagina’s per
aanvraag tot deelneming overschrijdt, zal enkel rekening gehouden met
pagina 1 tot en met 20 en zullen de overige pagina’s niet in overweging
genomen worden bij de beoordeling.
3.
De relevante ervaring van de dienstverlener op het vlak van samenwerking
met publiekrechtelijke overheden: bij de beoordeling van deze ervaring
wordt rekening gehouden met alle vergelijkbare en representatieve
opdrachten uitgevoerd tijdens de laatste 3 jaar (door teamleden die voor de
uitvoering van deze opdracht zullen worden ingezet) waaruit ervaring blijkt
om samen te werken met publiekrechtelijke overheden. Zonder schending
van het beroepsgeheim kan dit aangetoond worden door opgave van
cliënten waarvoor de dienstverlener (meer bepaald een of meerdere van de
teamleden die worden opgegeven) vergelijkbare en representatieve
opdrachten heeft uitgevoerd gedurende de laatste 3 jaar.
Alle selectiecriteria worden kwalitatief beoordeeld. De aanbestedende overheid
weerhoudt de vijf beste deelnemers per perceel aan de hand van een kwalitatieve
beoordeling van de ingediende documenten.
Concreet worden de offertes beoordeeld op basis van volgende gunningscriteria:
1. Prijs en prijsvorming: 50%
2. Kwaliteit: 50 % op basis van een voorbeelddossier of een juridische
vraagstelling
De opdrachtdocumenten voorzien dat de gekozen dienstverleners (per perceel
maximum 3) geen exclusiviteit hebben voor de juridische dienstverlening en
voorziet geen gegarandeerde afname, zodat zonder probleem ingespeeld kan
worden op eventuele budgettaire beperkingen.
De totale waarde van de raamovereenkomst wordt over vier jaren geraamd op
800.000 euro exclusief btw.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 3 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdracht voor werken,
leveringen en diensten van 15 juni 2006;
Gelet op het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren
van 15 juli 2011;
Op voorstel van de deputatie,
46
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt het plaatsen van een overheidsopdracht voor de
raamovereenkomst van het verlenen van diensten van juridische aard (periode
2014-2018) goed en stelt als wijze van gunnen van deze opdracht de
onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast.
De provincieraad keurt de opdrachtdocumenten voor deze opdracht goed.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
60 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
59 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 1 onthouding.
Nr. 4/2 van de agenda
Afsluiting van een raamovereenkomst voor een
verzekering alle bouwplaatsrisico's voor verschillende
bouwprojecten van de provincie Antwerpen.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Situering:
Tot 2013 gaf de provincie Antwerpen voor een aantal bouwprojecten die grote of
specifieke risico’s met zich meebrachten de opdracht aan de gekozen aannemer om
een polis alle bouwplaatsrisico’s af te sluiten voor het project. Die verzekering
diende naast de risico’s van de aannemer ook de risico’s van de provincie als
bouwheer te verzekeren. De polis alle bouwplaatsrisico’s (ABR) biedt immers een
objectieve dekking van beschadigingen aan de werken, aan bestaande gebouwen
van de bouwheer en/of aan derden tijdens de bouw-, montage- en testtermijn en
tijdens de onderhoudstermijn.
De ervaring leerde echter dat de provincie stipt moest opvolgen of de aannemer
aan de verplichting had voldaan en dat de afhandeling van een schadedossier dan
toch nog veel tijd in beslag kon nemen en met discussie gepaard kon gaan.
In 2013 lanceerde de provincie Antwerpen twee pilootprojecten betreffende de
afsluiting van een polis alle bouwplaatsrisico’s als bouwheer: één voor het project
Campus Wetenschap en Techniek en één voor het project Provinciehuis.
De bedoeling was om door zelf een ABR-polis af te sluiten, niet enkel als verzekerde
maar ook als verzekeringsnemer (dus: als klant) te worden behandeld door de
47
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
betrokken verzekeringsmaatschappij. Een andere doelstelling was de doorlooptijd
van mogelijke bouwgeschillen op die manier te beperken.
De eerste ervaringen met de pilootprojecten zijn positief: zo is in het kader van de
ABR-polis van het project Provinciehuis een schadeprocedure afgesproken tussen
de APB-verzekeraar en de BA-verzekeraar van de afbraakaannemer die in eerste
orde moet tussenkomen bij schade aan derden (de omwonenden, de mensen die in
de buurt werken) door de afbraakwerken. Op die manier moeten we de aannemer
niet in gebreke stellen wanneer we kennis krijgen van een schadegeval van een
derde, maar kunnen we via zijn verzekeringsmakelaar het schadegeval bij zijn
BA-verzekeraar aanmelden. Ook krijgen we de garantie dat de BA-verzekeraar de
schadegevallen daadwerkelijk onderzoekt en de provincie verwittigt bij het afsluiten
van het schadedossier door afwijzing van het schadegeval of door vergoeding van
de derde.
Gelet op die goede ervaringen met de pilootprojecten, wil de dienst Infrastructuur
en Vastgoed een raamovereenkomst afsluiten met één verzekeraar teneinde bij
deze verzekeraar gedurende 4 jaar alle bouwprojecten te kunnen aanmelden voor
verzekering waarvoor zij een eigen ABR-verzekering wenst af te sluiten. De
uitvoeringsperiode van de opdracht is van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018.
Alle bouwprojecten die door de provincie Antwerpen in die periode worden
aangemeld bij de gekozen verzekeraar zullen onder de ABR-polis vallen. De polis
geldt tot het laatste aangemelde project is afgesloten (inclusief de
onderhoudsperiode).
Raming van de omvang van het contract:
Het betreft hier een raamovereenkomst: de raming van deze opdracht gebeurt met
het oog op budgetplanning en in het kader van de gunningsprocedure en houdt
geenszins een verplichting tot afname in. Er zal slechts een verzekeringspremie
verschuldigd zijn wanneer er een bouwproject wordt aangemeld voor verzekering.
Per aangemeld bouwproject zal de verzekeringspremie verschuldigd zijn op het
ogenblik van de aanvang van de desbetreffende werken.
De verzekeringspremie zal bestaan uit twee onderdelen:
- een premie voor de bouw-, montage- en testperiode;
- een premie voor de onderhoudsperiode.
De netto premies worden bekomen door toepassing van een door de kandidaatverzekeraars op te geven premietarief in promille (‰) op de waarde der werken
van het bouwproject.
Bij de aanvang van de werken wordt telkens een voorlopige premie vastgesteld op
basis van de geraamde waarde der werken. Na afloop van de werken wordt op
basis van de werkelijke waarde der werken de definitieve premie bepaald.
Bovenop elke netto premie is een wettelijke bijdrage ten belope van 0,49 %,
verschuldigd.
Het is de verzekeringsmakelaar Aon die de verzekeringspremies factureert aan de
provincie Antwerpen. Hij heft hierbij zijn makelaarsvergoeding van 2,85% op de
netto premie.
48
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Er
is
geen
btw
makelaarsvergoedingen.
verschuldigd
op
verzekeringspremies
noch
op
Op basis van de geraamde waarde der werken in de periode van 1 augustus 2014
tot en met 31 juli 2018 ten belope van 36.242.322,00 EUR (zie Lijst
abonnementspolis ABR – bijlage 3.3) wordt de totale waarde van deze opdracht,
inclusief de wettelijke bijdragen en de makelaarsvergoeding, geraamd op
115.000,00 EUR.
Omdat de geraamde waarde van de opdracht hoger ligt dan 85.000 euro, wordt het
bestek ter goedkeuring aan uw raad voorgelegd.
Overheidsopdracht
In toepassing van artikel 26 §1 1° a van de overheidsopdrachtenwet van 15 juni
2006 en van artikel 105 § 1 1° van het koninklijk besluit plaatsing
overheidsopdrachten
klassieke
sectoren
van
15
juli
2011,
kan
de
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gevoerd voor het
aanbesteden van deze opdracht. Dit heeft het grote voordeel dat er kan worden
onderhandeld met de gegadigde verzekeringsmaatschappijen.
In
samenspraak
met
verzekeringsmakelaar
Aon
stelt
de
dienst
Overheidsopdrachten en Juridische Ondersteuning voor om volgende zes
verzekeringsmaatschappijen uit te nodigen om een offerte in te dienen: Allianz
Belgium nv, Amlin Europe nv, Bâloise Belgium nv, Ethias nv, HDI-Gerling
Verzekeringen nv, Zurich Insurance plc.
De opdracht zal worden gegund op basis van drie gunningscriteria. Deze
gunningscriteria zijn de volgende, met het eraan toegekende gewicht:
 Prijs (premie)
 Waarborgen
 Dienstverlening
50 punten
40 punten
10 punten
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet,
Overwegende dat het aanwezen is om voor de bouwprojecten van het departement
Logistiek, dienst Infrastructuur en Vastgoed, die in de periode van 1 augustus 2014
tot en met 31 juli 2018 van start gaan, de mogelijkheid te hebben om een alle
bouwplaatsrisico’s - verzekering af te sluiten als bouwheer en dat daarvoor een
raamovereenkomst in de vorm van een abonnementsformule dient te worden
afgesloten;
Op voorstel van de deputatie,
49
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad beslist een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor het
afsluiten van een raamovereenkomst voor een verzekering alle bouwplaatsrisico’s
voor verschillende bouwprojecten van de provincie Antwerpen voor de periode van
1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018.
De provincieraad beslist dat gewerkt zal worden met een abonnementsformule
waarbij er slechts een premie is verschuldigd van zodra een bouwproject door de
provincie Antwerpen wordt aangemeld.
De omvang van de opdracht, inclusief de wettelijke bijdragen en
makelaarsvergoeding voor de verzekeringsmakelaar, wordt geraamd
115.000 EUR.
de
op
De provincieraad stelt als wijze van gunnen van deze opdracht
onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking vast.
de
De provincieraad keurt het bestek voor de afsluiting van een raamovereenkomst
voor een verzekering alle bouwplaatsrisico’s voor verschillende bouwprojecten van
de provincie Antwerpen goed.
De provincieraad keurt de voorgelegde lijst van aan te schrijven verzekeraars goed.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
58 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
57 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 1 onthouding.
De heer JANSSEN zegt dat hij ja heeft gestemd.
Nr. 4/3 van de agenda
Provinciale Overheidsopdrachten.
Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet.
Opdracht voor catering in het PaS.
Bestek. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Situering van de opdracht
In zitting van 6 november 2008 heeft de deputatie de opdracht voor de uitbating
van het personeelsrestaurant in het Provinciehuis, thans PaS, toegewezen aan de
nv Prorest Catering. Deze opdracht loopt af op 30 september 2014. Voor de
50
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
resterende periode van tijdelijke huisvesting in het PaS dient bijgevolg een nieuwe
opdracht in de markt geplaatst te worden.
Procedure
In vergadering van 27 maart 2014 heeft de provincieraad het plaatsen van deze
opdracht goedgekeurd en als wijze van gunnen de onderhandelingsprocedure met
bekendmaking vastgesteld.
De dienst Overheidsopdrachten en Juridische Ondersteuning en de Facilitaire dienst
hebben intussen in samenwerking met een gespecialiseerde firma het bestek
opgemaakt. Dit bestek wordt nu ter goedkeuring voorgelegd. De kandidaten die op
basis van de gepubliceerde selectieleidraad geselecteerd worden, zullen uitgenodigd
worden om op basis van dit bestek een offerte in te dienen.
Omvang en duur van de opdracht
De omvang van de opdracht is sterk afhankelijk van de duur en van de bijkomende
bestellingen. Voor de verwachte periode van 30 maanden, van 1 oktober 2014 tot
31 maart 2017, bedraagt de raming 600.000 euro incl. btw. Deze periode komt
overeen met de vermoedelijke periode van tijdelijke huisvesting in het PaS en kan
verlengd worden indien noodzakelijk.
Deze opdracht bestaat uit 2 posten: post 1 omvat de uitbating van het
personeelsrestaurant, post 2 het verzorgen van de catering in het VIP-restaurant,
de bereiding en bediening van broodjes en eventueel de catering van recepties in
het PaS. De cateraar krijgt hiervoor geen exclusiviteit toegekend.
Het bestek voorziet de evaluatie van de ingediende offertes aan de hand van de
gunningscriteria prijs (35 punten), kwaliteit (60 punten) en sociaal engagement
(5 punten).
Het gunningscriterium prijs wordt beoordeeld op basis van de personeelskosten, de
beheerskosten
en
de
foodkosten.
In
afwijking
van
de
dienstnota
overheidsopdrachten van 1 september 2013 en de onderliggende beslissing van
deputatie wordt de prijs op 35 punten gezet in plaats van 50 punten. Deze
afwijking wordt ons inzien gerechtvaardigd door het feit dat de kwaliteit van de
dienstverlening (en zeker het voedsel) dient te primeren op de prijs. Hierdoor
verzekeren we o.a. een beter aanbod en een betere kwaliteit van het aangeboden
voedsel.
Het gunningscriterium kwaliteit wordt beoordeeld op basis van de kwaliteit en
attractiviteit van het aanbod, de organisatie en kwaliteiten van het in te zetten
personeel, de opvolging van de kwaliteit, SLA’s, duurzaamheid en voedselveiligheid
en andere criteria zoals het voorstellen van investeringen en verbeteringen.
Het gunningscriterium sociaal engagement wordt beoordeeld aan de hand van
engagementen van de cateraar met betrekking tot inschakeling, opleiding en
diversiteit.
In het bestek wordt de nodige aandacht besteed aan gezonde voeding, het gebruik
van lokale producten, afvalbeheer, arbeidsvoorwaarden, controles, opvolging en
overleg.
51
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014.
De opdrachtdocumenten zijn digitaal beschikbaar.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 26 §2 van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006;
Gelet op het koninklijk besluit betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in
de klassieke sectoren van 15 juli 2011;
Overwegende dat het noodzakelijk is een opdracht voor cateringdiensten in het PaS
te plaatsen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt het voorgelegde bestek voor de overheidsopdracht voor het
verzorgen van de catering in het PaS goed, met een kostenraming van
600.000 EUR.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
59 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
58 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 58 stemmen ja, bij 1 onthouding.
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/4, 4/5, 4/6 en 4/8 met één stemming af
te handelen. De raad stemt ermee in.
Nr. 4/4 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Mechelen. Provinciale scholen voor tuinbouw en techniek.
Oprichten van voorlopige klaslokalen.
Ontwerp. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor het oprichten van voorlopige
klaslokalen in de provinciale scholen voor tuinbouw en techniek te Mechelen.
52
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Aan uw raad wordt thans voor goedkeuring het ontwerp voor deze werken
voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende
bijzonder bestek, samenvattende opmeting, kostenraming en plan.
Het ontwerp voorziet het oprichten van voorlopige klaslokalen in afwachting van de
ingebruikneming na restauratie van de lokalen in blokken C en D.
De kosten van deze werken worden geraamd op 200.000,00 EUR + 42.000,00 EUR
(21 % btw) = 242.000,00 EUR.
De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze
van gunnen van de werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met
bekendmaking vast te stellen, in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
van 15 juni 2006.
De bijlagen zijn elektronisch beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag in zitting van 10 april 2014 goed.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;
Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor het oprichten van
voorlopige klaslokalen in de provinciale scholen voor tuinbouw en techniek te
Mechelen;
Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het oprichten van
voorlopige klaslokalen in de provinciale scholen voor tuinbouw en techniek te
Mechelen, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt in
toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde
opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 als wijze van
gunnen van deze werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met
bekendmaking vast.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
53
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Nr. 4/5 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Antwerpen/Deurne. Provinciaal groendomein Rivierenhof.
Openluchttheater. Vernieuwen van de overkapping
Studieopdracht met uitvoering.
Ontwerp. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de meerjarenplanning werd een krediet voorzien voor het leveren en plaatsen
van een nieuwe overkapping van het openluchttheater in het provinciaal
groendomein Rivierenhof te Deurne, Antwerpen.
Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze leveringen voorgelegd, opgemaakt
door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek,
inventaris en kostenraming.
Het ontwerp voorziet in:
het opmaken van een ontwerp (incl. opmeting van de bestaande
staalstructuur);
het afbreken en afvoeren van het bestaande zeil;
het aanpassen van de bestaande structuur;
het opnieuw schilderen van de bestaande structuur met een zinkcoating;
het leveren en plaatsen van het nieuwe zeil.
In het bestek is voorzien dat er een maximum budget is van 180.000,00 EUR
(incl. btw).
De deputatie stelt aan uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als
wijze van gunnen van de leveringen de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure
met bekendmaking vast te stellen, in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
van 15 juni 2006.
Het ontwerp is digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;
Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van een krediet voor het leveren
en plaatsen van een nieuwe overkapping van het openluchttheater in het
provinciaal groendomein Rivierenhof te Deurne, Antwerpen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het leveren en plaatsen
van een nieuwe overkapping van het openluchttheater in het provinciaal
groendomein Rivierenhof te Deurne, Antwerpen, opgemaakt door de dienst
54
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Infrastructuur en Vastgoed, en stelt in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de
wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en
diensten van 15 juni 2006 als wijze van gunnen van deze leveringen de
vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/6 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Bornem/Hingene. Kasteel d'Ursel. Restauratie en renovatie.
Masterplan textilia. Ontwerp. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In zitting van 23 februari 2012 keurde de deputatie het ontwerp voor de restauratie
van de historische textielbespanningen – fase 1 (lokalen G1.1 en G2.1) in het
kasteel d’Ursel te Hingene, Bornem goed en werd beslist deze opdracht te gunnen
via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, na
prijsaanvraag aan zeven voorgestelde textielrestauratoren. Er werd evenwel geen
enkele offerte ingediend.
Bij navraag bij de aangeschreven kandidaten werden hiervoor volgende redenen
opgegeven:
- de
textielrestauratoren
vonden
het
in
het
bestek
opgenomen
behandelingsvoorstel voor kamer G1.1 ontoereikend en onrealistisch,
voornamelijk omdat deze kamer in de toekomst als bureau zou blijven
functioneren;
- de staat van de stukken was volgens hen overschat;
- de uitvoeringstermijn van 50 werkdagen was volgens hen veel te krap (om
die uitvoeringstermijn te kunnen respecteren zouden ze allen samen moeten
werken).
Het restauratiedossier werd nochtans opgemaakt in overleg met textielexperte
Frieda Sorber van het Modemuseum, Joke Bungeneers van dienst Erfgoed en
Madeleine Manderyck van Onroerend Erfgoed Vlaanderen. De bedoeling was om de
textielen niet hard te restaureren, maar om de huidige staat ervan zoveel mogelijk
te bewaren. Grotere lacunes zouden evenwel worden aangevuld.
De textielrestauratoren gingen echter uit van een ver doorgedreven restauratie. Als
gevolg hiervan werd geoordeeld dat de onderhandelingsprocedure diende stopgezet
te worden en dat eerst een masterplan diende opgesteld voor de textielen, nog
steeds uitgaande van een zo groot mogelijk respect voor de bewaarde stukken.
Echter werd nu ook de idee van reconstructie van de meest fragiele stoffen in
overweging genomen. Reconstructies zouden dan kunnen worden teruggeplaatst in
de kamers van het kasteel, terwijl de originele stukken deskundig verpakt zouden
worden en in situ bewaard blijven in een textielkamer.
In zitting van 10 april 2014 besliste de deputatie geen gevolg te geven aan
voormelde, gehouden prijsaanvraag.
55
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Rekening houdend met de opmerkingen van de restauratoren met betrekking tot
het toekomstig gebruik van de kamers zal de functie van enkele ruimtes op het
gelijkvloers veranderd worden. Het bureel van de beheerder verhuist naar de
westzijde (lokaal G1.1) terwijl de burelen van de medewerkers verhuizen naar de
oostzijde (lokalen G8.1 en G9.1). Op die manier wordt lokaal G2.1 minder belast.
De textielkamer zal, rekening houdende met een vlot parcours doorheen het
kasteel, ondergebracht worden in lokaal E6.3 op de eerste verdieping. Deze ruimte
zou in de toekomst enkel op afspraak te bezichtigen zijn.
Het masterplan werd opgesteld door:
Amke Maes, ingenieur-architect, dienst Infrastructuur en Vastgoed;
Joke Bungeneers, diensthoofd, dienst Erfgoed;
Koen De Vlieger-De Wilde, beheerder kasteel d’Ursel;
Frieda Sorber, textielexperte, ModeMuseum,
in overleg met Madeleine Manderyck, erfgoedconsulente bij Onroerend Erfgoed
Vlaanderen.
Thans wordt voor goedkeuring door uw raad hierbij het masterplan voor de textilia
voorgelegd.
Na goedkeuring van dit masterplan kan dan onmiddellijk worden overgegaan tot
een heraanbesteding van voornoemde fase 1. De meerjarenplanning voor de
textilia te Hingene werd in het masterplan immers samengedrukt omdat de
wandtextielen er van september tot november 2016 het onderwerp zullen vormen
van een thematentoonstelling, die aandacht heeft voor de herkomst, de productie,
de motieven en het gebruik van deze bespanningen. Op de tweede verdieping zal
tegelijk een tentoonstelling lopen over Giovanni Niccolo Servandoni, de architect die
het kasteel in 1765 zijn huidige uitzicht gaf. In 2016 wordt de 250ste verjaardag
van zijn overlijden herdacht met een reizende tentoonstelling in Parijs, Londen en
Hingene. De combinatie van beide tentoonstellingen is een pluspunt voor een
optimaal publieksbereik.
In september 2014 zal daarom ook de aangepaste meerjarenplanning voor
2015-2019 worden meegegeven bij de budgetopmaak 2015.
De deputatie stelt uw raad voor voornoemd masterplan goed te keuren.
De documenten zijn elektronisch beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag in zitting van 10 april 2014 goed.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan het masterplan voor de textilia bij de
restauratie en renovatie van het kasteel d’Ursel te Hingene, Bornem.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
56
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Nr. 4/8 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre.
Fase 1: aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel.
Verrekening nr. 2. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Uw raad keurde in vergadering van 25 oktober 2012 het ontwerp goed voor het
aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel bij het provinciaal recreatiedomein
De Schorre te Boom, opgemaakt door de ontwerper, nv Antea Belgium te Berchem,
Antwerpen en met de openbare aanbesteding als wijze van gunnen.
De kosten van deze werken werden geraamd op 243.151,78 EUR + 51.061,87 EUR
(21 % btw) = 294.213,65 EUR.
In zitting van 13 december 2012 besliste de deputatie deze werken te gunnen aan
nv Aannemingsbedrijf L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen, voor een bedrag van
263.665,47 EUR (incl. btw).
In zitting van 7 november 2013 hechtte de deputatie goedkeuring aan verrekening
nr. 1 van werken in meer bij deze opdracht voor een bedrag van 61.761,51 EUR
(incl. btw).
Thans wordt verrekening nr. 2 van werken in min en in meer voor goedkeuring aan
uw raad voorgelegd, omdat de bijkomende uitgave hierdoor meer dan 10% van het
opdrachtbedrag bedraagt, onder verwijzing naar de verantwoording van de externe
projectverantwoordelijke en de offerte van de opdrachtnemer voor een bedrag in
min van 86.576,02 EUR + 18.180,96 EUR (21% btw) = 104.756,98 EUR en in meer
van 77.555,08 EUR + 16.286,57 EUR (21% btw) = 93.841,65 EUR.
Voor deze verrekening wordt een bijbehorende verlenging van de contractuele
uitvoeringstermijn met drie werkdagen voorgesteld.
De bijlagen (offerte van de aannemer en verantwoordingsnota van de min- en
meerwerken) zijn elektronisch beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 27 juni
2013, betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel
43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan de werken in meer voor een bedrag van
93.841,65 EUR (incl. btw) opgenomen in verrekening nr. 2 bij de opdracht voor
fase 1: aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel bij het provinciaal
recreatiedomein De Schorre te Boom, opgedragen aan de nv Aannemingsbedrijf
57
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen, neemt kennis van de werken in min voor een
bedrag van 104.756,98 EUR (incl. btw) ingevolge deze verrekening, en stemt in
met een bijbehorende verlenging van de contractuele uitvoeringstermijn van drie
werkdagen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik de punten 4/4, 4/5, 4/6 en 4/8 samen voor ter stemming en de stemming is
geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
59 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
59 leden hebben ja gestemd.
De agendapunten 4/4, 4/5, 4/6 en 4/8 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja.
Nr. 4/7 van de agenda
Provinciale overheidsopdrachten.
Mechelen. Provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker.
Renovatie van de sporthal. Ontwerpopdracht.
Ontwerp. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor de ontwerpopdracht voor de
renovatie van de sporthal in het provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker
te Mechelen.
Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze diensten voorgelegd, opgemaakt
door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek,
inventaris en kostenraming.
De opdracht omvat de studieopdracht voor een volledige renovatie van de sporthal.
Het programma omvat onder meer een verbetering van de brandveiligheid, de
isolatie, de leesbaarheid en circulatie van de site, de verlichting, de sportvloeren, …
Hiervoor dient de ontwerper eerst een algemene voorstudie uit te werken voor de
site waarbij het gebouw volledig gescreend wordt en een reeks ingrepen kan
voorgesteld die passen in een groter kader van goed gebouwbeheer en die de site
niet hypothekeren voor toekomstig gebruik.
De kostenraming van deze diensten bedraagt 274 275,00 EUR + 57 597,75 EUR
(21 % btw) = 331 872,75 EUR.
De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze
van gunnen van de diensten de open offerteaanvraag vast te stellen.
Het ontwerp is digitaal beschikbaar.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 10 april 2014.
58
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet;
Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor de
ontwerpopdracht voor de renovatie van de sporthal in het provinciaal sport- en
recreatiecentrum De Nekker te Mechelen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor de ontwerpopdracht voor
de renovatie van de sporthal in het provinciaal sport- en recreatiecentrum De
Nekker te Mechelen, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt
als wijze van gunnen van deze diensten de open offerteaanvraag vast.
VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord.
De heer HELSEN.- Mevrouw de gouverneur,
Leden van de deputatie,
Collega’s,
Wij kunnen niet akkoord gaan met dit punt zoals het nu voorligt. Ik heb begrepen dat het
gaat over renovatie van heel het sportcomplex -er staat hier sporthal, maar het is eigenlijk
een sportzaal, een gymzaal, een kleine studie en een polyvalente zaal- voor een bedrag van
331.000 EUR. Inclusief aan studiekosten betekent dat een bouwkost van meer dan
3 miljoen. Daar kan je exact 2 nieuwe sporthallen voor bouwen. Het lijkt mij nogal zwaar
overschat.
Ik heb gezien in het dossier dat er 3 alternatieven worden gevraagd: lichte renovatie,
zware renovatie, middelzware renovatie. Dat komt mij nogal bekend voor van een ander
dossier, om het niet te noemen de herbouw van het Etnografisch en voormalig
Volkskundemuseum. We vinden dit toch wel overdreven. Ik denk dat voor de provincie op
dit vlak die raming veel te hoog ligt. Dat past natuurlijk in de stijl van het gouden zwembad
dat aanpalend is gelegen. Maar wij denken dat men de tering naar de nering moet zetten en
men moet zorgen dat dit gebouw in orde komt, maar dat het op een marktconforme wijze
moeten gebeuren aan een deftige prijs die geen 331.000 EUR studiekosten
vertegenwoordigt.
Ik zou graag de stemming apart hebben over dit punt 4/7.
VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord.
De heer VOLLEBERGH.- Over het gouden zwembad ga ik niets zeggen.
Ik sluit mij wel wat aan bij een stuk van de tussenkomst. Wij denken ook dat 331.000 EUR,
enkel voor de studie, wij zijn dan nog niet vertrokken, veel te hoog is. We mogen er toch
van uit gaan dat we dan minstens over 3 miljoen spreken, nog architectkosten erbij, een
totaal van minstens 4 miljoen EUR. Dat lijkt ons toch lichtjes een groot bedrag om vandaag
59
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
die studie goed te keuren. Ik neem wel aan dat u een studie wil doen om te zien waar we
willen uitkomen, maar dit wordt ons ook een beetje op onze boterham gegooid zonder enig
vooroverleg. Ik vind dat we toch op zijn minst een motivering nodig hebben waarin blijkt
waarom dat we die verbouwingen allemaal gaan doen, of waarom gaan we een nieuwbouw
zetten, wat zijn de noden juist, is er een tekort van gebruikers, is er een teveel van
gebruikers? Wij hebben daar eigenlijk te weinig informatie gekregen.
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Dit bedrag bestaat uit 2 delen. Ten eerste een
voorstudie: het is juist de bedoeling om in die voorstudie te bekijken welke werken er echt
noodzakelijk zijn, welke vernieuwbouw, nieuwbouw, renovatie nodig is op langere termijn.
Want ik moet u meegeven dat op dit ogenblik in de meerjarenbegroting slechts een bedrag
staat van 2 miljoen voor de eventuele renovatie van de sporthal. Het is juist de bedoeling
van die voorstudie om te kijken in welke mate welke werken noodzakelijk zijn. Er is een
hele opsomming gemaakt van dingen die eventueel zouden moeten gebeuren. Op dit ogenblik
zijn daar ook niet direct middelen voor. Wij zijn dus niet van plan van op korte termijn een
grote sporthal naast dat gouden zwembad te zetten. Mijnheer Helsen, ik wil er nog even
aan toevoegen dat u wel in de deputatie zat op het moment dat het gouden zwembad
gebouwd is. Dit even terzijde.
Dat is het eerste gedeelte. Die voorstudie is ongeveer 75.000 EUR. Dat is een normaal
bedrag. Normaal is het zo dat in het maximale scenario een voorstudie 5% bedraagt van
20% van het maximale bedrag van 7 miljoen EUR. Dan komen we aan 75.000 EUR.
Het 2de bedrag, ongeveer 200.000 EUR, is het geld dat we willen gebruiken voor een
ontwerp om eventueel die 2 miljoen te gebruiken voor de dringendste en noodzakelijkste
werken om die sporthal te vernieuwen. 10% bij een renovatie op 2 miljoen is een normaal
bedrag voor zo’n ontwerp.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
61 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
42 leden hebben ja gestemd;
13 leden hebben nee gestemd;
6 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 42 stemmen ja, bij 13 stemmen nee en 6 onthoudingen.
VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/9 tot en met 4/11 met één stemming af te
handelen. De raad stemt ermee in.
60
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Nr. 4/9 van de agenda
Vastgoed. Mechelen. Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen.
Innemingen 8 en 9 (Gemeenschapsonderwijs).
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In zitting van 1 augustus 2013 keurde uw college de onteigeningsstaat goed
waarop
de
vergoeding
van
de
grondwaarde,
verhoogd
met
wederbeleggingsvergoeding en wachtintresten en indien van toepassing verhoogd
met een vergoeding voor opstanden, berekend werd. In de schatting van inneming
8 echter was een fout geslopen, waardoor de grond ten onrechte geschat werd als
parkgebied, terwijl hij in wezen op het gewestplan ingekleurd staat als bouwgrond.
In zitting van 23 januari 2014 keurde uw college een aangepaste onteigeningsstaat
voor inneming 8 goed met behoud van de eerder goedgekeurde onteigeningsstaat
voor inneming 9, om deze situatie recht te trekken.
Een strook van 228m² van het perceel Mechelen, tweede afdeling, sectie B,
nummer 187 E werd op het onteigeningsplan aangeduid als inneming 8, een strook
van 754m² van het perceel Mechelen, tweede afdeling, sectie B, nummer 202 X
werd aangeduid als inneming 9. Beide percelen zijn eigendom van het
Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen. Voor de verwerving van deze innemingen
werd met brief van 3 februari 2014 een aanbod gedaan ten bedrage van
40.433,00 EUR voor inneming 8, conform het eerder aangehaalde besluit van
23 januari 2014, en 24.950,00 EUR voor inneming 9, zijnde de schattingsprijs. Het
totaal voor beide innemingen komt zo op 65.383,00 EUR. In aanvulling op de
geldelijke vergoeding voor de innemingen werden ook de randvoorwaarden in het
aanbod opgenomen die door uw college ook goedgekeurd werden in zitting van
23 januari laatstleden:
1. De school stelt ter hoogte van de toegang aan de Caputsteenstraat een stuk
grond ter beschikking ten behoeve van de toegang voor de brandweer. De
toegang voor de brandweer komt voor de gascabine. Voor de bijkomende
afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen
of klinkers. De provincie verzorgt deze afschuining.
2. Achteraan ter hoogte van het basketbalveld wordt een inham voorzien met een
aangepast poortprincipe zodat de toegang voor de brandweer vlotter verloopt.
De poort krijgt hier een breedte van 4m tot max 5m. Voor de bijkomende
afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen
of klinkers. Tussen poort en basketbalplein wordt een steenslagverharding
aangelegd. Ook deze werken vallen ten laste van de provincie.
3. De riolering wordt verplaatst tussen gebouw en afsluiting, enkel daar waar ze
onder het betonnen fietspad komt. De bestaande rioleringsdeksels kunnen
gerecupereerd worden. De uitvoeringswerken hiervan zijn ten laste van de
provincie.
4. De minimale afstand tussen draad en gebouw ter hoogte van het technisch
lokaal bedraagt 2m. Indien dit zonder meerkost kan, is dit in orde.
5. Indien de gasleiding onder het fietspad ligt zal deze verplaatst worden door de
provincie.
6. Ter hoogte van het cv-lokaal zullen 2 afneembare panelen voorzien worden in de
plaats van massieve afsluiting.
61
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
7. Er zal door de provincie een fietspoort voorzien worden van +/- 3m breed, plaats
nog te bepalen. In totaal worden er door de provincie 2 toegangspoorten
voorzien.
Met schrijven van 7 maart 2014 verklaarde Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen
zich middels een ondertekende verkoopbelofte akkoord met de verkoop van beide
innemingen aan de hierboven vermelde prijs en voorwaarden. Bijkomend
verklaarde Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen zich akkoord om de werken voor de
aanleg van de fietsostrade in afwachting van het verlijden van de akte al van start
te laten gaan op haar eigendommen.
Het bodemattest voor inneming 8 is blanco. Het bodemattest voor inneming 9 is
gunstig in die zin dat de grond wel is opgenomen in het grondeninformatieregister,
maar er geen bodemsanering wordt opgelegd wat betreft de strook die de provincie
aankoopt.
Krediet is beschikbaar op het budget 2014.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende dat voor de realisatie van de fietsostrade Antwerpen-Mechelen, vak
Vrouwvliet tot Caputsteenstraat in Mechelen enkele grondverwervingen nodig zijn;
Gelet op het onteigeningsplan;
Gelet op de akkoordverklaring van Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name
voor de aanleg van een fietspad, wordt machtiging verleend tot de aankoop jegens
Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen voor een deel van de percelen ten kadaster
gekend als Mechelen 2, sectie B, nummers 187 E en 202 X, groot respectievelijk
228m² en 754m² en gelegen in respectievelijk woongebied en parkgebied, zoals
aangeduid als inneming 8 en inneming 9 op onteigeningsplan 1, opgemaakt door
studiebureau Mebumar d.d. 16 april 2013, tegen de prijs van 40.433,00 EUR voor
inneming 8 en 24.950,00 EUR voor inneming 9, alle vergoedingen inbegrepen en
mits tegemoetkoming aan volgende randvoorwaarden:
1. De school stelt ter hoogte van de toegang aan de Caputsteenstraat een stuk
grond ter beschikking ten behoeve van de toegang voor de brandweer. De
toegang voor de brandweer komt voor de gascabine. Voor de bijkomende
afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen
of klinkers. De provincie verzorgt deze afschuining.
2. Achteraan ter hoogte van het basketbalveld wordt een inham voorzien met een
aangepast poortprincipe zodat de toegang voor de brandweer vlotter verloopt.
De poort krijgt hier een breedte van 4m tot max 5m. Voor de bijkomende
62
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
3.
4.
5.
6.
7.
afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen
of klinkers. Tussen poort en basketbalplein wordt een steenslagverharding
aangelegd. Ook deze werken vallen ten laste van de provincie.
De riolering wordt verplaatst tussen gebouw en afsluiting, enkel daar waar ze
onder het betonnen fietspad komt. De bestaande rioleringsdeksels kunnen
gerecupereerd worden. De uitvoeringswerken hiervan zijn ten laste van de
provincie.
De minimale afstand tussen draad en gebouw ter hoogte van het technisch
lokaal bedraagt 2m. Indien dit zonder meerkost kan, is dit in orde.
Indien de gasleiding onder het fietspad ligt zal deze verplaatst worden door de
provincie.
Ter hoogte van het cv-lokaal zullen 2 afneembare panelen voorzien worden in de
plaats van massieve afsluiting.
Er zal door de provincie een fietspoort voorzien worden van +/- 3m breed, plaats
nog te bepalen. In totaal worden er door de provincie 2 toegangspoorten
voorzien.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/10 van de agenda
Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5).
Aankoop gronden vzw Natuurpunt (innemingen 31 t/m 35 ).
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Op 28 maart 2013 hechtte uw raad voorlopige goedkeuring aan het
onteigeningsplan voor de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke
Nete in Mol met als doel de wateroverlast in de regio Mol-Balen aan te pakken.
In de raad van 25 april 2013, 26 september 2013 en 24 oktober 2013 werden
respectievelijk 17 verkoopbeloften goedgekeurd.
De percelen kadastraal gekend als Mol, 1 ste afdeling, sectie G, nummers 786/2,
790b, 791a, 792 en 793 a, met een totale oppervlakte van 1,6095 ha (inneming 31
t.e.m. 35 van het onteigeningsplan) zijn eigendom van de vzw Natuurpunt.
Volgens de onteigeningstabel goedgekeurd door de deputatie in zitting van
8 november 2012 werd de vergoeding voor inneming 31 t.e.m. 35 bepaald op
38.771,88 Euro.
Gelet op het feit dat de vzw Natuurpunt deze gronden zelf had aangekocht middels
aankoopsubsidies diende Minister Schauvliege haar akkoord te geven.
Bij ministerieel besluit van 10 maart 2014, zoals voorgebracht, werd deze
goedkeuring bekomen.
Het bodemattest is nog niet beschikbaar, maar vermoed wordt dat zich hier geen
problemen voordoen, mocht dit wel het geval zijn, zal hierover worden
teruggekoppeld.
63
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Krediet is voorzien in het budget 2014.
Aan uw raad wordt voorgesteld om machtiging te geven tot aankoop van
bovenvermelde innemingen 31 t.e.m. 35.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het onteigeningsplan van 20 februari 2013 voor de aanleg van een
overstromingsgebied langs de Scheppelijke Nete in Mol waaraan de provincieraad
op 28 maart 2013 voorlopige goedkeuring hechtte;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 2014;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name
de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete in Mol, wordt
machtiging verleend tot de aankoop van innemingen 31 t.e.m. 35 van het
onteigeningsplan van 20 februari 2013, eigendom van vzw Natuurpunt en
kadastraal gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer, 786/2, 790b, 791a, 792
en 793a met een totale oppervlakte van 1,6095 ha voor de prijs van
38.771,88 EUR, alle vergoedingen inbegrepen.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Nr. 4/11 van de agenda
Vastgoed. Sint-Amands. Veerhuis.
Overdracht aan gemeente Sint-Amands.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In 1982 kocht de provincie Antwerpen het zogenaamde “veerhuis” te Sint-Amands
van de vzw Verhaeren museum om het Emile Verhaerenmuseum te huisvesten.
Nadien verhuisde het Emile Verhaerenmuseum naar een nieuwe locatie in de Emile
Verhaerenstraat in Sint-Amands.
Sinds 1996 wordt het Veerhuis via een gebruiksovereenkomst ter beschikking
gesteld aan de gemeente Sint-Amands. Na de bestemming als Emile
Verhaerenmuseum werd het door de gemeente Sint-Amands gebruikt als toeristisch
infocentrum. Krachtens de gebruiksovereenkomst neemt de gemeente Sint-Amands
alle
onderhoud
ten
laste,
zowel
het
“huurdersonderhoud”
als
het
“eigenaarsonderhoud”.
64
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Het gebouw is momenteel in zeer slechte staat. De raming voor een renovatie
bedraagt 169.542,18 EUR (BTW incl.) en kan worden opgesplitst in 3 fases: het
dak, de gevels en het interieur. Omwille van deze renovatiekost en de nodige
garanties dat deze investering op termijn loont is de gemeente Sint-Amands
vragende partij om dit gebouw te verwerven. De gemeente Sint-Amands kan
bovendien slechts subsidies krijgen voor de renovatie als ze eigenaar is van het
gebouw.
Daar de provincie Antwerpen deze renovatiekost niet wenst te dragen en de
renovatiekost groter is dan de potentiële verkoopprijs wordt voorgesteld om het
gebouw gratis over te dragen aan de gemeente Sint-Amands.
Het schattingsverslag voor het gebouw bepaalt de waarde op 160.000 EUR. Het
gebouw werd in 1982 aangekocht voor 70.000 BEF.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt
machtiging verleend tot overdracht om niet aan de gemeente Sint-Amands van het
zogenaamde Veerhuis te Sint-Amands, ten kadaster gekend als 1e afdeling, sectie
B, nummer 62.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik de punten 4/9 tot en met 4/11 samen voor ter stemming en de stemming is
geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
61 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
61 leden hebben ja gestemd.
De agendapunten 4/9 tot en met 4/11 worden goedgekeurd met 61 stemmen ja.
Nr. 4/12 van de agenda
Gerechtigden verhoogde tegemoetkoming. Vrijstellingen.
Medewerking kruispuntbank. Kennisname.
Verslag van de deputatie
Met het oog op vrijstelling in de algemene provinciebelasting werd om de
medewerking verzocht van de kruispuntbank van de sociale zekerheid. Het
sectoraal comité van de sociale zekerheid heeft op 5 april 2011, gewijzigd op 4 juni
65
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
2013, een principebeslissing genomen om in te stemmen met het bezorgen van een
lijst met inwoners van de provincie Antwerpen die op 1 januari 2014 recht hebben
op verhoogde tegemoetkoming inzake de verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen onder de volgende voorwaarden:
De provincie kent aan één, meerdere of alle categorieën van gerechtigden op de
verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen een voordeel toe. Zij staaft dit aan de hand van een provinciaal
reglement.
De provincie bezorgt aan de kruispuntbank van de sociale zekerheid de lijst van de
personen die potentieel voor dat voordeel in aanmerking komen.
Op die lijst duidt de kruispuntbank van de sociale zekerheid enkel aan of de
betrokkene op het referentietijdstip al dan niet gerechtigd is op de verhoogde
tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen.
Tussen de kruispuntbank van de sociale zekerheid en de provincie Antwerpen wordt
een overeenkomst gesloten waarin melding wordt gemaakt van de voorwaarden
van deze beraadslaging. Alle provincieraadsleden worden in kennis gesteld van
deze overeenkomst en ontvangen er een afschrift van. De gevraagde
persoonsgegevens worden slechts meegedeeld nadat de kruispuntbank van de
sociale zekerheid een bewijs van deze in kennisstelling heeft ontvangen.
Uw raad wordt verzocht hiervan kennis te nemen.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het verslag van de bestendige deputatie,
Gelet op artikel 65 van de provinciewet,
Gelet op de goedkeuring van de algemene provinciebelasting in de provincieraad
van 6 december 2013,
BESLUIT:
Enig artikel:
Kennis wordt genomen van de beslissing van het sectoraal comité van de sociale
zekerheid en van de gezondheid, afdeling sociale zekerheid nr. 11/29 van 5 april
2011, gewijzigd op 4 juni 2013, tot mededeling van de persoonsgegevens door de
kruispuntbank van de sociale zekerheid met het oog op de automatische
toekenning van aanvullende voordelen aan inwoners die recht hebben op de
verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen.
VOORZITTER.- Dit is een kennisname.
Mevrouw Van Gool heeft het woord.
Mevrouw VAN GOOL.- Ik zit niet in de commissie Financiën. Ik wou wel opmerken dat dit
een heel goed punt is. Het is een automatische uitwisseling van gegevens. Vereenvoudiging
66
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
is altijd een goede zaak, zeker als het doelgroepen ten goede komt die het wat moeilijker
hebben. Ik had hier gewoon een vraagje bij. Geldt dit ook al vanaf dit jaar, want de
invulling van de provinciebelasting voor dit jaar zijn ondertussen verstuurd. Gebeurt die
uitwisseling nu al?
Ik lees ook dat de uitwisseling met de kruispuntbank nog altijd zal gebeuren op basis van
de gegevens die de provincie zelf aan de kruispuntbank bezorgd. Kan er in de toekomst
misschien naar een systeem gekeken worden waar die uitwisseling echt automatisch kan
gebeuren, en of de provincie een signaal krijgt voor die mensen die op een vrijstelling
aanspraak kunnen maken?
VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Er loopt gewoon door wat de voorbije jaren ook al van
toepassing was, zij het dat men het nu weer lichtelijk kan uitbreiden.
Kennis wordt genomen.
67
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
5. Onderwijs en jeugd
Nr. 5/1 van de agenda
Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel.
Vakbondsoverleg. Lokaal Syndicaal Overlegcomité.
Huishoudelijk reglement. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Binnen het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding overlegt de directie op
geregelde
tijdstippen
met
vertegenwoordigers
van
de
representatieve
vakorganisaties (COC, ACOD-Onderwijs en VSOA-Onderwijs) over aangelegenheden
die een repercussie kunnen hebben op de arbeidsomstandigheden en/of de
arbeidsvoorwaarden van het personeel binnen de instelling.
Op vraag van de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties in het
afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij
de provincie Antwerpen heeft de provincieraad in zitting van 27 mei 2010 voor dit
vakbondsoverleg een huishoudelijk reglement vastgesteld.
Aan de raad wordt thans een gewijzigde tekst ter goedkeuring voorgelegd.
Hierin wordt de tekst geactualiseerd aan de huidige organisatiestructuur van het
provinciaal onderwijs.
De gewijzigde tekst van het huishoudelijk reglement werd op 12 maart 2014
voorgelegd aan het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog
overlegcomité bij de provincie Antwerpen.
De raad gelieve goedkeuring te hechten aan het voorgebrachte ontwerp van
huishoudelijk reglement voor het lokaal syndicaal overlegcomité van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie op 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de agendering van het huishoudelijk reglement voor het lokaal syndicaal
overlegcomité van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding binnen het
afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij
de provincie Antwerpen in vergadering van 12 maart 2014;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie in zitting van 10 april 2014,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt navolgende tekst van het huishoudelijk reglement voor het
lokaal
syndicaal
overlegcomité
van
het
Provinciaal
Centrum
voor
Leerlingenbegeleiding:
68
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET LOKAAL SYNDICAAL OVERLEGCOMITÉ
AFDELING I:
ZETEL, VOORZITTERSCHAP EN SECRETARIAAT VAN HET LOKAAL SYNDICAAL OVERLEGCOMITÉ
Art.1
Er bestaat een Lokaal Syndicaal Overlegcomité (LSO) voor de personeelsleden van
het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding die ressorten onder het afzonderlijk
bijzonder onderhandelingscomité en het afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie
Antwerpen. De zetel van het LSO is gevestigd te 2018 Antwerpen, Markgravelei 86.
Art.2
Het LSO wordt voorgezeten door het departementshoofd van het departement
waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort. Als deze
verhinderd is, wordt het voorzitterschap waargenomen door de directeur van het
Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding.
Art.3
Het secretariaat van het LSO wordt waargenomen door een door de voorzitter
aangeduid personeelslid van het centrum.
AFDELING II:
SAMENSTELLING
Art.4
Het LSO bestaat uit een afvaardiging van het centrumbestuur en een afvaardiging
van de representatieve vakorganisaties.
Art.5
De afvaardiging van het centrumbestuur bestaat uit het departementshoofd van het
departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort en de
directeur van dit centrum.
Art.6
De vakbondsafvaardiging wordt vrij samengesteld door de representatieve
vakorganisaties met een maximum van drie leden per representatieve vakorganisatie.
Art.7
De afwezigheid van één of meer regelmatig uitgenodigde leden maakt de
onderhandelingen niet ongeldig.
Art.8
De leden kunnen zich laten bijstaan door technici en/of deskundigen.
AFDELING III:
BEVOEGDHEID VAN HET
LSO
Art.9
Het LSO is bevoegd om te onderhandelen over aangelegenheden die een
repercussie kunnen hebben op de arbeidsomstandigheden of de arbeidsvoorwaarden
van het personeel van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding.
AFDELING IV:
INFORMATIERECHT
Art.10
De leden van het LSO hebben een informatierecht met betrekking tot alle
personeelsaangelegenheden van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding.
Art.11
1°
2°
De leden van het LSO hebben ten minste recht op volgende inlichtingen:
de evolutie in de door het centrum begeleide scholen en de weerslag ervan op de
tewerkstelling,
de organisatie van het centrum die gevolgen kunnen hebben voor de
arbeidsomstandigheden en/of tewerkstelling.
AFDELING V:
Art.12
DATUM VAN DE VERGADERINGEN
Het LSO vergadert minimaal eenmaal per semester.
Art.13
De voorzitter bepaalt de data waarop vergaderd wordt, onverminderd het recht van
de leden om de voorzitter te vragen de vergadering bijeen te roepen. De
vakbondsafgevaardigden kunnen onder andere om een vergadering verzoeken bij
vragen ter verduidelijking en/of opmerkingen van personeelsleden.
69
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
AFDELING VI:
UITNODIGING VOOR DE VERGADERINGEN EN AGENDA
Art.14
De agenda wordt door de voorzitter vastgesteld. Elk lid heeft het recht via de
voorzitter een punt ter bespreking op de agenda te laten plaatsen.
Art.15
1°
2°
De uitnodiging vermeldt:
de dag en het aanvangsuur van de vergadering van het LSO.
de agenda, met vermelding van de te bespreken punten.
Art.16
De uitnodiging met de agenda wordt door de secretaris ten minste vijf werkdagen
voor de datum van de vergadering verzonden aan de leden, onverminderd de
mogelijkheid om met akkoord van de leden deze termijn te verkorten in dringende
gevallen.
AFDELING VII:
VERGADERINGEN
Art.17
De vergaderingen worden gehouden in de lokalen van het Provinciaal Centrum voor
Leerlingenbegeleiding.
Art.18
Elk lid kan tijdens de vergadering een bijkomend punt voor de agenda voorstellen.
Een dergelijk punt wordt in behandeling genomen indien de aanwezige leden daarmee
eenparig instemmen.
Art.19
De voorzitter doet dit reglement naleven, opent, leidt en sluit de debatten en
handhaaft de orde in de vergaderingen.
Art.20
De vergaderingen van het LSO zijn niet openbaar.
AFDELING VIII: DE NOTULEN
Art.21
De secretaris stelt de notulen van de vergadering op. De notulen worden
ondertekend door de voorzitter.
Art.22
Een afschrift van de notulen wordt door de secretaris verzonden aan de leden die
ze in de volgende vergadering goedkeuren.
Art.23
Een afschrift van de notulen wordt eveneens door de secretaris ter kennisneming
toegezonden aan de leden van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité en het
afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen.
AFDELING IX: HET ARCHIEF
Art.24
De agenda en de notulen worden op het personeelssecretariaat van het centrum
bewaard.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
60 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
60 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 60 stemmen ja.
70
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Nr. 5/2 van de agenda
Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel.
Rechtspositieregeling. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Door de oprichting van het APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen zijn vanaf
1 januari 2014 enkel nog de personeelsleden die binnen het Provinciaal Centrum
voor Leerlingenbegeleiding tewerkgesteld zijn en die geheel of gedeeltelijk een
salaristoelage ontvangen van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) van
de Vlaamse overheid, gesubsidieerd personeelslid van de provincie Antwerpen.
Ter vervanging van de rechtspositieregeling van het bestuurs-, onderwijzend en
ondersteunend personeel van de onderwijsinstellingen voor secundair onderwijs en
volwassenenonderwijs en het personeel van het centrum voor leerlingenbegeleiding
van de provincie Antwerpen, zoals vastgesteld door de provincieraad in zitting van
22 november 2012, wordt aan de provincieraad thans een rechtspositieregeling
voorgelegd
waarvan
de
tekst
is
aangepast
aan
deze
veranderde
organisatiestructuur van het provinciaal onderwijs.
Deze rechtspositieregeling werd op 12 maart 2014 voorgelegd aan het afzonderlijk
bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie
Antwerpen.
De raad gelieve goedkeuring te hechten aan het voorgebrachte ontwerp van
rechtspositieregeling voor het gesubsidieerd personeel van het Centrum voor
Leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie op 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de
personeel van
binnen het
overlegcomité
agendering van het rechtspositieregeling van het gesubsidieerd
het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen
afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog
bij de provincie Antwerpen in vergadering van 12 maart 2014;
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie in zitting van 10 april 2014,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedgekeurd wordt navolgende tekst van de rechtspositieregeling voor het
gesubsidieerd personeel van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding:
71
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET GESUBSIDIEERD PERSONEEL VAN
CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN
HET
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Toepassingsgebied
§1. Deze rechtspositieregeling is van toepassing op de personeelsleden van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding die geheel of gedeeltelijk een salaristoelage ontvangen
van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) van de Vlaamse overheid.
§2. Deze rechtspositieregeling is eveneens van toepassing op de in §1 vermelde
personeelsleden die een verlofstelsel genieten, in zoverre de bepalingen ervan met het
toegekende verlofstelsel verenigbaar zijn. Zij kunnen enkel rechten doen gelden op de
vergoedingen en voordelen die krachtens deze rechtspositieregeling aan de personeelsleden
worden toegekend als het recht niet uitsluitend ontstaat door activiteiten die vreemd zijn aan
de werking van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding.
§3. Deze rechtspositieregeling is niet van toepassing op hen die via een andere
rechtspositionele regeling, met een contract conform de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten, bij contract op zelfstandige basis of via een detachering, behoudens
uitdrukkelijke
verwijzing
in
de
arbeidsovereenkomst,
het
contract
of
de
detacheringsovereenkomst, prestaties leveren ten behoeve van het Provinciaal Centrum voor
Leerlingenbegeleiding.
Artikel 2 Definities
§1. Voor de toepassing van deze rechtspositieregeling wordt verwezen naar de definities van
het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden
van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding,
het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, de
uitvoeringsbesluiten hiervan en naar de onderwijsnormering in zijn geheel.
§2. Voor de toepassing van deze rechtspositieregeling oefent het departementshoofd van het
departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort de
bevoegdheden over hem of haar uit die aan de directeur worden toegekend, als deze zelf
handelt in de hoedanigheid van personeelslid.
§3. Bij verhindering of ontstentenis van de directeur oefent het personeelslid dat door de
provincie Antwerpen tijdelijk met de leiding van het Provinciaal Centrum voor
Leerlingenbegeleiding is belast, de bevoegdheden uit die aan de directeur zijn toegekend.
HOOFDSTUK 2 WERVING EN SELECTIE
Artikel 3 Aanstellende overheid
§1. De deputatie heeft het aanstellingsrecht voor alle ambten en mandaten bepaald in het
decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van
het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.
§2. In afwijking van §1 is de provinciegriffier bij afzonderlijk delegatiebesluit van de
deputatie bevoegd voor de aanstelling van de personeelsleden die geheel of gedeeltelijk
gesubsidieerd worden door het Vlaamse ministerie van Onderwijs en Vorming, met
uitzondering van het ambt van directeur.
§3. De aanstellende overheid is tevens bevoegd voor de vaste benoeming, de ter
beschikkingstelling
wegens
ontstentenis
van
betrekking,
de
reaffectatie,
de
wedertewerkstelling, de wijziging van affectatie, de mutatie, de pensionering, de tucht en
het ontslag, onverminderd de bevoegdheid van de reaffectatiecommissies inzake
reaffectaties en wedertewerkstellingen.
§4. Uitgezonderd de in §1 tot en met §3 vermelde aspecten van personeelsbeheer behoren
alle andere tot het dagelijkse personeelsbeheer.
§5. Bij tucht en ontslag wordt de in §3 bedoelde bevoegdheid bepaald door het ambt dat het
personeelslid bekleedt op het moment van het opstarten van de tucht- of ontslagprocedure.
De aanstellende overheid die bij het opstarten van de tucht- of ontslagprocedure bevoegd is,
blijft bevoegd tijdens de volledige duur van de procedure, ook als de hoedanigheid van het
personeelslid in de loop van de procedure wijzigt.
72
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Artikel 4 Openverklaring ambten en mandaten
Met inachtneming van de bepalingen van de onderwijswetgeving en van deze
rechtspositieregeling behandelt de aanstellende overheid de openverklaring van de ambten
en mandaten.
Artikel 5 Wervingsambten
§1. De directeur selecteert de kandidaten voor de aanstelling van bepaalde duur in een
wervingsambt.
§2. Aan het personeelslid wordt eerst een aanstelling voor doorlopende duur in vacante uren
aangeboden. Het personeelslid kan opteren voor niet-vacante uren. In dat geval tekent het
personeelslid een document waaruit deze keuze blijkt.
§3. Als verscheidene personeelsleden hun recht op een aanstelling voor doorlopende duur bij
samenloop laten gelden, dan wordt:
a) eerst de kandidaat aangesteld die op 30 juni van het vorige schooljaar is aangesteld in de
betrokken betrekking,
b) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub a), de kandidaat aangesteld
met de grootste ambtsanciënniteit bij de provincie Antwerpen,
c) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub b), de kandidaat aangesteld
met de grootste dienstanciënniteit bij de provincie Antwerpen.
§4. Als personeelsleden die geldig kandideerden voor vaste benoeming en/of uitbreiding van
vaste benoeming in open verklaarde vacante uren, gelijke aanspraken hebben ten aanzien
van de toe te kennen vaste benoeming wordt:
a) eerst de kandidaat benoemd in de open verklaarde vacante uren waarin betrokkene als
tijdelijke van doorlopende duur is aangesteld,
b) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub a), de kandidaat met de
grootste ambtsanciënniteit bij de provincie Antwerpen benoemd,
c) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub b), de kandidaat met de
grootste dienstanciënniteit bij de provincie Antwerpen benoemd.
Artikel 6 Directeur
§1. Om in aanmerking te komen voor het ambt van directeur dat zowel bij aanwerving als bij
bevordering wordt begeven, moeten de kandidaten voldoen aan de aanstellings- en
subsidiëringsvoorwaarden voor dit ambt en mogen zij als laatste evaluatie geen evaluatie
met de eindconclusie “onvoldoende” hebben verkregen. Als de kandidaat niet werd
geëvalueerd, wordt deze voorwaarde geacht voldaan te zijn.
§2. De aanstellende overheid stelt voor dit ambt de selectieprocedure vast.
§3. De aanstelling in dit ambt geschiedt steeds conform de bepalingen van artikel
44quinquies e.v. van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van
sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor
leerlingenbegeleiding.
Artikel 7 Bewijsstukken
§1. Elke aanstelling, benoeming of bevordering in dienst van de provincie Antwerpen gebeurt
onder voorbehoud van het inzenden van de vereiste bewijsstukken.
§2. De sollicitant moet staven dat hij of zij aan de gestelde aanstellings- en
subsidiëringsvoorwaarden voldoet. De sollicitant die wordt aangesteld, benoemd of
bevorderd moet deze bewijsstukken aan de aanstellende overheid voorleggen uiterlijk op het
ogenblik van de indiensttreding, behoudens andersluidende bepaling in de vacantverklaring.
§3. De kandidaat draagt de kosten die aan de voor te leggen bewijsstukken verbonden zijn.
Artikel 8 Eed
Elk personeelslid legt de overeenkomstig de onderwijswetgeving voorgeschreven eed af,
ongeacht of hij deze eed reeds vroeger in een andere hoedanigheid zou hebben afgelegd.
Artikel 9 Affectatie
Alle personeelsleden worden aangesteld en benoemd in dienst van de provincie Antwerpen.
Zij worden aan het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding geaffecteerd.
73
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
HOOFDSTUK 3 INTERNE MOBILITEIT
Artikel 10 Tijdelijk andere opdracht
§1. Alle personeelsleden kunnen vragen om met een andere opdracht belast te worden door
uiterlijk op 15 juni een verzoek daartoe in te dienen, gericht aan de aanstellende overheid,
onverminderd het recht van de aanstellende overheid om in het belang van de dienst, met
akkoord van betrokkene, een personeelslid tijdelijk met een andere opdracht te belasten.
§2. Een personeelslid kan enkel tijdelijk met een andere opdracht worden belast als aan de
wettelijk en decretaal bepaalde voorwaarden is voldaan en met gunstig advies van de
directeur.
§3. De tijdelijk andere opdracht gaat steeds in op 1 september van het daaropvolgende
schooljaar, onverminderd de mogelijkheid dat deze op een andere datum aanvangt in het
belang van de dienst.
HOOFDSTUK 4 RECHTEN EN PLICHTEN
Artikel 11 Ambtsuitoefening
§1. De personeelsleden zijn onderworpen aan het gezag van de deputatie, de
provinciegriffier, het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort en de directeur.
§2. Onverminderd zijn recht op vrije meningsuiting oefent het personeelslid zijn ambt op
loyale en integere wijze uit onder het gezag van de directeur die verantwoordelijk is voor de
gegeven opdracht.
§3. Het personeelslid vervult zijn ambt met openheid en zonder enige discriminatie
tegenover de begeleide scholen, de andere personeelsleden, de leerlingen, de ouders en het
publiek in het algemeen. Het personeelslid waakt erover geen enkel gegeven van
persoonlijke aard bekend te maken, tenzij aan de personen, bevoegd om ervan kennis te
nemen.
§4. Elk personeelslid is ertoe gehouden zijn diensttijd volledig aan zijn opdracht te besteden.
Zonder voorafgaande toelating van de directeur mag een personeelslid de uitoefening van
zijn opdracht niet opschorten.
§5. Het personeelslid moet bij elke aangelegenheid zorg dragen voor het provinciaal belang
en is ertoe gehouden zijn opdracht nauwgezet en zorgvuldig uit te voeren.
§6. Het personeelslid draagt met volledige inzet bij tot de goede werking van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding. In dit kader moet het personeelslid alle bij zijn
dienstuitoefening vastgestelde misbruiken, nalatigheden en overtredingen van wetten of
reglementen doen ophouden of het nodige ondernemen om deze te doen ophouden.
§7. Het personeelslid moet al wat de veiligheid van het personeel en van derden in het
gedrang brengt, elke nalatigheid op het werk die ongevallen zou kunnen teweegbrengen en
elk gebrek in de gebruikte materialen meedelen aan de directeur.
§8. Het personeelslid mag de hem ter beschikking gestelde middelen enkel gebruiken voor
de uitoefening van zijn ambt.
Het personeelslid mag geen misbruik maken van de communicatie- en informaticamiddelen
die in de school of het centrum voorhanden zijn. Het gebruik van communicatie- en
informaticatoepassingen en internetconsultaties is enkel toegestaan als dit gebruik duidelijk
en rechtstreeks verband houdt met de opdracht van het personeelslid inde school of het
centrum. De directeur beoordeelt de relevantie van het gebruik.
Misbruik van communicatie- en informaticamiddelen kan worden opgespoord door de
informaticadienst van de provincie Antwerpen in opdracht van de provinciegriffier. De
gegevens kunnen worden verstrekt aan de directeur, aan het departementshoofd van het
departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort, aan de
provinciegriffier en aan de deputatie. De door systeemmonitoring verkregen
gebruikersgegevens zullen enkel worden aangewend met het oog op de bewaking van de
goede werking van de provincie Antwerpen en de provinciale instellingen. Genoemde
inbreuken kunnen – overeenkomstig hun frequentie, aard en ernst gesanctioneerd worden.
Artikel 12 Arbeidsprestaties
§1. Behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepalingen wordt elk personeelslid geacht in
dienstactiviteit te zijn.
74
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
§2. Voor het personeel worden de te leveren prestaties door de directeur bepaald met
inachtneming van de aan het personeelslid toegekende ambtsbevoegdheid of opdracht, zo
dat zij in aanmerking komen voor salaristoelagen door de Vlaamse overheid, en rekening
houdend met de aard van het te vervullen ambt.
§3. De personeelsleden moeten de verplichtingen van hun ambt trouw na komen en de hun
toevertrouwde opdracht op een loyale wijze uitoefenen met inachtneming van de visie en
waarden van de provincie Antwerpen, eerbiediging van het pedagogisch concept van de door
hen begeleide scholen, alsook met inachtneming van de op hen van toepassing zijnde
regelgeving, gedragsregels en onderrichtingen.
§4. De directeur, alsook hij of zij die door de provincie Antwerpen tijdelijk met de leiding van
het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding is belast, moet bij een afwezigheid voor
meer dan één dag, uiterlijk de dag voor aanvang ervan, deze afwezigheid melden aan het
departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor
Leerlingenbegeleiding behoort, met opgave van het personeelslid dat de vervanging
waarneemt en met mededeling van de concrete plaats en tijdstippen waarop de vervanger
bereikbaar is. Zo mogelijk geeft betrokkene ook een telefoonnummer of Gsm-nummer op
voor dringende aangelegenheden.
Artikel 13 Geheimhoudingsplicht
Het is het personeelslid verboden feiten bekend te maken die betrekking hebben op het
intern beraad aangaande persoonsgebonden aangelegenheden en op het vertrouwelijk
karakter van dossiers.
Het intern beraad dat voorafgaat aan een beslissing kan ook niet na de beslissing openbaar
gemaakt worden.
Dit geldt eveneens voor een personeelslid dat zijn ambt heeft neergelegd.
Artikel 14 Giften en andere voordelen
Het personeelslid mag noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks, giften, beloningen of andere
voordelen vragen, eisen of aannemen die het loyaal uitoefenen van zijn ambt beïnvloeden of
zouden kunnen beïnvloeden.
Artikel 15 Ongewenst gedrag
Pesten, ongewenst seksueel gedrag en geweld op het werk zijn niet toegelaten.
Artikel 16 Mededeling gegevens
Elk personeelslid is ertoe gehouden alle gegevens te verstrekken over zijn burgerlijke stand,
de samenstelling van zijn gezin, zijn beroepsactiviteiten en al wat invloed kan hebben op zijn
rechtspositie en/of op zijn bezoldigingsregeling. Het personeelslid moet alle wijzigingen die
zich dienaangaande tijdens de loopbaan voordoen uit eigen beweging, onmiddellijk en
uiterlijk binnen een termijn van acht werkdagen, meedelen via het personeelssecretariaat
van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding.
Laattijdige, onjuiste of onvolledige mededeling van deze gegevens kan aanleiding geven tot
terugvordering met terugwerkende kracht van de in deze rechtspositieregeling bepaalde en
ten onrechte genoten voordelen. Zij kan ook aanleiding geven tot verlies van recht op de
toepasselijkheid met terugwerkende kracht van deze voordelen. Eén en ander onverminderd
de eventuele toepassing van ontslag of tuchtmaatregelen.
Artikel 17 Nevenactiviteiten
§1. Het personeelslid mag noch in persoon, noch via een tussenpersoon activiteiten
verrichten die:
a) verhinderen dat hij zijn plicht vervult
b) in strijd zijn met de waardigheid van zijn ambt
c) zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen
d) een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben
§2. Onverminderd §1 mag het personeelslid nevenactiviteiten en beroepsactiviteiten buiten
de diensturen cumuleren met de eigen beroepsactiviteiten, overeenkomstig de
onderwijsreglementering.
Het moet hiervan mededeling doen aan de aanstellende overheid die ervan kennis neemt en
die oordeelt of de activiteiten verenigbaar zijn met de bepalingen van §1.
75
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Wanneer een personeelslid een met zijn ambt verband houdend mandaat of ambtelijk
lidmaatschap wenst op te nemen, moet de aanstellende overheid hiervoor vooraf een
schriftelijke en steeds herroepbare machtiging verlenen.
HOOFDSTUK 5 PERSONEELSDOSSIER
Artikel 18 Samenstelling en inzage
§1. Het personeelslid heeft het recht om na schriftelijke aanvraag bij het centrumbestuur
inzage te nemen van het personeelsdossier dat op zijn naam is geopend en zich, zo
betrokkene dit verkiest, naar zijn keuze, te laten bijstaan door een raadsman.
§2. Het personeelslid kan langs hiërarchische weg schriftelijk bemerkingen aangaande de
inhoud van het personeelsdossier ter kennis brengen van de aanstellende overheid.
§3. Elk voor het personeelslid bezwarend stuk dat aan het personeelsdossier wordt
toegevoegd, moet aan betrokkene ter kennis worden gebracht. Deze kennisgeving geschiedt
hetzij aan het betrokken personeelslid in persoon die ter kennisname tekent, hetzij per
aangetekend schrijven dat wordt gericht aan het betrokken personeelslid.
§4. De tuchtbesluiten die lastens een personeelslid op basis van een tegen hem geopend
tuchtdossier worden genomen, worden eveneens aan het personeelsdossier toegevoegd.
§5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger van een representatieve
vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de
provincie Antwerpen.
HOOFDSTUK 6 VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN
Artikel 19 Vakantieregeling
§1. De vastbenoemde personeelsleden hebben vakantie tijdens de kerstvakantie,
uitgezonderd de eerste maandag en de tweede vrijdag van de kerstvakantie, tijdens de
paasvakantie en van 15 juli tot en met 15 augustus, alsook op de wettelijke en decretale
feestdagen.
De tijdelijke personeelsleden hebben vakantie tijdens de kerstvakantie, uitgezonderd de
eerste maandag en de tweede vrijdag van de kerstvakantie, tijdens de paasvakantie en van
15 juli tot en met 15 augustus, alsook op de wettelijke en decretale feestdagen, voor zover
deze periodes en feestdagen vallen binnen de aanstellingsperiode van het personeelslid.
Als de eerste maandag en/of de tweede vrijdag van de kerstvakantie respectievelijk gelijk
vallen met 24, 25, 26 of 31 december of met 1 of 2 januari, dan moeten de personeelsleden
hun prestaties leveren op de datum binnen de kerstvakantie die hierbij het dichtste aansluit.
§2. Boven de vakantiedagen bepaald in §1 hebben de personeelsleden recht op
21 werkdagen vakantie. Deze dagen moeten worden opgenomen tijdens de schoolvakanties
(herfst-, kerst-, krokus- en zomervakantie), met uitzondering van zeven werkdagen die
buiten de schoolvakanties, behalve in de maand juni, kunnen worden opgenomen.
Ze worden door de directeur vastgesteld in samenspraak met de betrokken personeelsleden
overeenkomstig de noodwendigheden binnen het centrum.
Bij onvolledige prestaties en/of bij aanstellingen kleiner dan een volledig schooljaar wordt
het aantal vakantiedagen in evenredige mate verminderd.
§3. In afwijking van §1 en §2 moet steeds minstens één lid van het personeel tijdens de
vakantieperiodes en de wettelijke en decretaal vastgelegde vrije dagen bereikbaar zijn. Het
principe “bereikbaar zijn” omvat niet de verplichting zich in het centrum of thuis te bevinden.
De permanentieregeling moet aan het departementshoofd van het departement waartoe het
Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort, worden gemeld uiterlijk
10 werkdagen voor de aanvang van de vakantieperiode of vrije dag met aanduiding van de
contactgegevens van diegene die de dienst verzekert.
§4. In afwijking van §1 en §2 is de directeur, alsook het personeelslid dat door de provincie
Antwerpen tijdelijk met de leiding van dit centrum is belast, ertoe gehouden vanaf
16 augustus tot en met 31 augustus arbeidsprestaties te leveren.
Artikel 20 Ziekteverlof
Elk personeelslid dat afwezig is wegens ziekte verwittigt zo spoedig mogelijk de directeur of
zijn aangestelde. Deze mededeling moet telefonisch gebeuren uiterlijk voor de aanvang van
76
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
de door het personeelslid te vervullen prestatie en bij voorkeur voor de aanvang van de
werkdag.
Het personeelslid dat gedurende de afwezigheid wegens ziekte niet op zijn gebruikelijk adres
verblijft, stelt hiervan onmiddellijk de directeur schriftelijk in kennis.
Artikel 21 Verlofstelsels
Elk personeelslid dat gebruik wenst te maken van een afwezigheid of een verlofstelsel zendt
hiertoe minstens één maand van tevoren, behoudens overmacht of tenzij anders voorzien in
de wetgeving, via de directeur, een schriftelijke aanvraag vergezeld van de nodige
bewijsstukken en documenten ter staving van zijn aanvraag. De aanvraag wordt door de
directeur voorzien van een advies en gedateerd en gehandtekend doorgezonden naar het
departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor
Leerlingenbegeleiding behoort.
Artikel 22 Omstandigheidsverlof en dienstvrijstelling
§1. Elk personeelslid heeft recht op omstandigheidsverlof ten belope van:
a) één werkdag bij zijn of haar huwelijk of het afleggen van een verklaring van wettelijke
samenwoning als het personeelslid niet behoort tot het administratief personeel
b) vier werkdagen bij zijn of haar huwelijk of het afleggen van een verklaring van wettelijke
samenwoning als het personeelslid behoort tot het administratief personeel
c) twee werkdagen bij het huwelijk van een kind van het personeelslid zelf of van de
echtgenoot of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner
d) de dag van het huwelijk van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad,
kinderen uitgezonderd, van het personeelslid zelf of van de echtgenoot of van de wettelijk of
feitelijk samenwonende partner
e) tien werkdagen naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of van de wettelijk of
feitelijk samenwonende partner
f) vier werkdagen bij het overlijden van de echtgenoot of van de wettelijk of feitelijk
samenwonende partner, dan wel van een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het
personeelslid of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner
g) twee werkdagen bij het overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of
van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het
personeelslid, ongeacht de graad van verwantschap
h) één werkdag bij het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het
personeelslid of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner die niet onder hetzelfde
dak woont als het personeelslid
i) één werkdag voor het bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad die
bijeengeroepen is door de vrederechter
j) de nodige duur bij de oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke
verschijning op aanmaning van een rechtscollege
k) de nodige tijd voor de uitoefening van het ambt van voorzitter, bijzitter of secretaris van
een stembureau of een stemopnemingsbureau
l) de duur van de zitting om deel uit te maken van de jury van het Hof van Assisen
§2. Het omstandigheidsverlof moet worden genomen op het ogenblik van de gebeurtenis of
ten minste ter gelegenheid van sommige omstandigheden die onmiddellijk uit de gebeurtenis
voortvloeien.
De vier dagen omstandigheidsverlof bij het overlijden van een bloedverwant in de eerste
graad moeten genomen worden van de dag van het overlijden tot de dag van de begrafenis
of op een latere datum om bij voorbeeld administratieve verplichtingen in orde te brengen.
In overleg bepalen de directeur en het personeelslid, wanneer de tien dagen
omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of samenwonende
partner, worden opgenomen, binnen een periode van vier maanden vanaf de bevalling.
§3. Elk personeelslid heeft maximaal vier werkdagen per burgerlijk jaar recht op verlof
wegens overmacht om aanwezig te zijn bij de volgende met het personeelslid onder
eenzelfde dak wonende personen die ziek zijn of aan wie een ongeval is overkomen:
a) de echtgenoot
b) de samenwonende partner
c) een bloed- of aanverwant van het personeelslid of van de samenwonende partner
d) een persoon, opgenomen met het oog op zijn adoptie of de uitoefening van een
77
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
pleegvoogdij
§4. De directeur verleent daarenboven in de volgende gevallen dienstvrijstelling voor de
hoogstnodige tijd:
a) voor deelname aan examens en selectieproeven georganiseerd door de provincie
Antwerpen en de ermee verbonden instellingen
b) bij verhoor door de aanstellende overheid
c) voor oproepingen door de sociale dienst
d) voor kennisneming van het tuchtdossier
e) bij oproep voor:
1) de arbeidsgeneeskundige dienst
2) de controlegeneesheer
3) de controlegeneesheer van het verzekeringsorganisme tegen arbeidsongevallen
f) voor andere door de deputatie bij algemene maatregel bepaalde gevallen
§5. Tenzij anders is bepaald, moet het personeelslid het verlof met volledige dagen nemen
en moeten de dagen niet aaneensluiten. Wanneer een personeelslid behalve in het
Provinciale Centrum voor Leerlingenbegeleiding ook in andere instellingen werkt gedurende
de dagen waarop hij verlof neemt, dan geldt dit verlof voor alle instellingen. Het totaal aantal
dagen verlof is beperkt tot het aantal dagen dat per verlof wordt bepaald.
§6. Het personeelslid meldt aan de directeur de omstandigheden die aanleiding geven tot het
verlof of de dienstvrijstelling. Als de directeur erom verzoekt, moet het personeelslid de
nodige bewijsstukken voorleggen. Voor het verlof wegens overmacht moet een personeelslid
altijd een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat de aanwezigheid van het personeelslid
absoluut vereist is.
§7. Tijdens de periodes dat het personeelslid afwezig is wegens omstandigheidsverlof, verlof
wegens overmacht of dienstvrijstelling staat het personeelslid in de stand dienstactiviteit.
Het personeelslid heeft recht op bezoldiging.
Artikel 23 Oproeping en wederoproeping militaire dienst
Bij oproeping of wederoproeping voor militaire dienst stelt het personeelslid de directeur
hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis, met toevoeging van een kopie van het
oproepingsbevel.
HOOFDSTUK 7 FUNCTIONEREN EN EVALUEREN
Artikel 24 Evaluatoren
§1. Ieder personeelslid heeft twee evaluatoren, een eerste en een tweede evaluator.
De eerste evaluator staat in voor de begeleiding en coaching van het personeelslid door het
voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken.
De tweede evaluator bewaakt het evaluatieproces en ondersteunt zowel het personeelslid als
de eerste evaluator. Hij kan nooit zelfstandig een formeel functionerings- of evaluatiegesprek
voeren met het te evalueren personeelslid. Hij kan ook de uiteindelijke beslissing van de
eerste evaluator niet wijzigen.
§2. Voor elk personeelslid worden de eerste evaluator en de tweede evaluator aangeduid
overeenkomstig de bepalingen dienaangaande in het decreet van 27 maart 1991 betreffende
de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de
gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.
Artikel 25 Functiebeschrijvingen
§1. Het personeelslid en de eerste evaluator leggen per ambt een geïndividualiseerde
functiebeschrijving vast. In deze functiebeschrijving worden de instellingspecifieke
doelstellingen, de namen en functies van de eerste en tweede evaluator, de rechten en
plichten inzake permanente vorming en nascholing, de taken en instellingsgebonden
opdrachten van het personeelslid en de wijze waarop het personeelslid deze taken en
opdrachten moet uitvoeren, vastgelegd rekening houdend met het door de provincieraad
vastgestelde juridisch kader.
§2. Een functiebeschrijving kan worden aangepast:
a) ingevolge afspraken die de eerste evaluator en het personeelslid maken tijdens een
functioneringsgesprek
b) na overleg tussen eerste evaluator en het personeelslid bij een belangrijke wijziging van
78
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
de opdracht van het personeelslid
c) bij aanvang van een nieuwe evaluatieperiode
Aan de functiebeschrijving kunnen, naar aanleiding van een functioneringsgesprek of op
basis van de afspraken gemaakt op het einde van een vorige evaluatieperiode, ook
persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen worden toegevoegd.
§3. De eerste evaluator ondertekent de functiebeschrijving. Het personeelslid ondertekent de
functiebeschrijving voor kennisname.
§4. Als de eerste evaluator en het personeelslid het niet eens raken over de
functiebeschrijving of bepaalde onderdelen ervan, beslist op verzoek de aanstellende
overheid na voorafgaandelijk de eerste evaluator en het betrokken personeelslid gehoord te
hebben.
Artikel 26 Functioneringsgesprekken
§1. Per evaluatiecyclus heeft de eerste evaluator met het personeelslid minimaal één
functioneringsgesprek.
§2. Van elk functioneringsgesprek wordt door de eerste evaluator een verslag gemaakt. Dit
verslag wordt ondertekend door de eerste evaluator en voor kennisname ondertekend door
het personeelslid.
§3. Als het personeelslid het verslag van het functioneringsgesprek weigert te ondertekenen
voor kennisname dan zal de evaluator het verslag aangetekend versturen naar het
personeelslid. Het bewijs van deze aangetekende zending geldt als bewijs dat het
personeelslid heeft kennis genomen van het verslag van het functioneringsgesprek.
Artikel 27 Evaluaties
§1. Elk personeelslid wordt minimaal om de vier schooljaren geëvalueerd op basis van de
vastgestelde, geïndividualiseerde functiebeschrijving. Er kan bij de evaluatie enkel rekening
worden gehouden met prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie voorafgaande
schooljaren. Een personeelslid voor wie geen functiebeschrijving werd opgesteld kan niet
worden geëvalueerd. In afwijking hiervan wordt een personeelslid na een evaluatie met
eindconclusie "onvoldoende", en voor zover deze niet leidt tot het ontslag, opnieuw
geëvalueerd na een periode van ten minste twaalf maanden effectieve prestaties vanaf het
ogenblik dat het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het personeelslid.
§2. Met het oog op de evaluatie wordt er een evaluatiegesprek gehouden tussen de eerste
evaluator en het personeelslid.
§3. Van het evaluatiegesprek wordt een evaluatieverslag opgesteld door de eerste evaluator.
Het evaluatieverslag beschrijft op zorgvuldige wijze het volledig functioneren van het
personeelslid ten opzichte van de functiebeschrijving en bevat steeds een eindconclusie. De
eindconclusie van een beoordeling is steeds “voldoende”, “voldoende met verbeterpunten” of
“onvoldoende”.
De eerste evaluator ondertekent en dateert het evaluatieverslag en legt het voor aan het
betrokken personeelslid. Het personeelslid ondertekent en dateert ter kennisneming en
bezorgt het onmiddellijk terug aan de eerste evaluator. De eerste evaluator bezorgt
onmiddellijk een kopie van dit evaluatieverslag aan het personeelslid. De eerste evaluator
bezorgt eveneens een kopie van het evaluatieverslag ter kennisneming aan de tweede
evaluator en aan de provincie Antwerpen.
Als het personeelslid het verslag van het evaluatiegesprek weigert te ondertekenen voor
kennisname dan zal de evaluator het verslag aangetekend versturen naar het personeelslid.
Het bewijs van deze aangetekende zending geldt als bewijs dat het personeelslid heeft
kennis genomen van het verslag van het evaluatiegesprek.
Als het evaluatieverslag de eindconclusie "onvoldoende" bevat, moet het op straffe van
nietigheid steeds de beroepsmogelijkheden bevatten.
Artikel 28 Evaluatiedossier
Het personeelslid heeft op elk ogenblik recht op inzage in zijn persoonlijk evaluatiedossier.
Hij kan tevens op zijn verzoek een kopie krijgen van zijn evaluatiedossier. Dit
evaluatiedossier bevindt zich in het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding en bevat
alle nodige en nuttige documenten die als beoordelingsgrond kunnen dienen. De toevoeging
van stukken aan het evaluatiedossier valt buiten het toepassingsgebied van artikel 18.
79
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
HOOFDSTUK 8 ONTSLAG
Artikel 29 Ontslaggevende overheid
De aanstellende overheid is bevoegd voor het ontslag zoals beschreven in het decreet van
27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het
gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.
Artikel 30 Ontslagprocedure
§1. De aanstellende overheid neemt kennis van de redenen tot ontslag en neemt hierop haar
beslissing na het betrokken personeelslid gehoord te hebben.
§2. Voor dit verhoor door de aanstellende overheid wordt het personeelslid opgeroepen bij
ter post aangetekende brief.
§3. Het personeelslid heeft het recht zich gedurende dit verhoor te laten bijstaan door een
raadsman.
§4. Het personeelslid heeft tevens het recht zijn of haar dossier in te zien en er kopie van te
krijgen na telefonische afspraak met het departementshoofd van het departement waartoe
het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort. Het personeelslid kan zich
tijdens deze consultatie laten bijstaan door een raadsman, die samen met het personeelslid
een verklaring van inzage en eventuele afgifte van kopie ondertekent met vermelding van
zijn of haar hoedanigheid en identiteitsgegevens.
§5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger van een representatieve
vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de
provincie Antwerpen.
HOOFDSTUK 9 TUCHT
Artikel 31 Tuchtoverheid en tuchtonderzoeker
§1. De aanstellende overheid oefent de tuchtmacht uit.
§2. Als de tuchtmacht wordt uitgeoefend door de deputatie is de provinciegriffier belast met
het tuchtonderzoek en het formuleren van een tuchtvoorstel aan de deputatie als
tuchtoverheid.
§3. Als de tuchtmacht wordt uitgeoefend door de provinciegriffier is het departementshoofd
van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort,
belast met het tuchtonderzoek en het formuleren van een tuchtvoorstel aan de
provinciegriffier als tuchtoverheid. Bij verhindering van voornoemd departementshoofd
belast de griffier een ander leidinggevend personeelslid van de provincie Antwerpen met het
tuchtonderzoek en het formuleren van een tuchtvoorstel.
§4. De tuchtonderzoeker en de provinciegriffier als tuchtoverheid worden bijgestaan door
een door hen aangeduide secretaris.
Artikel 32 Tuchtprocedure voor de tuchtonderzoeker
§1. De tuchtonderzoeker stelt een tuchtdossier op. De toevoeging van bezwarende stukken
aan het tuchtdossier valt buiten het toepassingsgebied van artikel 18.
Hij hoort het betrokken personeelslid vóór hij zijn advies aan de tuchtoverheid formuleert.
De tuchtonderzoeker kan getuigen horen op eigen initiatief en moet dit doen op verzoek van
het betrokken personeelslid. Als hij getuigen hoort, doet hij dit in aanwezigheid van het
betrokken personeelslid.
Het personeelslid wordt schriftelijk bij ter post aangetekende brief opgeroepen om gehoord
te worden.
§2. Van de verklaringen van het personeelslid, en eventuele getuigen, wordt proces-verbaal
opgemaakt.
§3. Vooraleer gehoord te worden heeft het personeelslid het recht het tuchtdossier in te zien
en er kopie van te krijgen na telefonische afspraak met de secretaris van de
tuchtonderzoeker. Het personeelslid kan zich bij het uitoefenen van het inzagerecht laten
bijstaan door een raadsman, die samen met het personeelslid een verklaring van inzage en
eventuele afgifte van kopie ondertekent met vermelding van zijn of haar hoedanigheid en
identiteitsgegevens.
§4. Tijdens het verhoor heeft het personeelslid het recht zich te laten bijstaan door een
80
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
raadsman.
§5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger van een representatieve
vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de
provincie Antwerpen.
§6. De tuchtonderzoeker formuleert een tuchtvoorstel aan de tuchtoverheid.
Artikel 33 Tuchtprocedure voor de tuchtoverheid
§1. De tuchtoverheid neemt kennis van het tuchtdossier en het tuchtvoorstel.
Zij hoort het betrokken personeelslid vóór zij een beslissing neemt.
De tuchtoverheid kan getuigen horen op eigen initiatief en moet dit doen op verzoek van het
betrokken personeelslid. Als zij getuigen hoort, doet zij dit in aanwezigheid van het
betrokken personeelslid.
Het personeelslid wordt schriftelijk bij ter post aangetekende brief opgeroepen om gehoord
te worden.
§2. Van de verklaringen van het personeelslid, en eventuele getuigen, wordt proces-verbaal
opgemaakt.
§3. Vooraleer gehoord te worden heeft het personeelslid recht het tuchtdossier in te zien en
er kopie van te krijgen na telefonische afspraak met de griffier als de deputatie aanstellende
overheid is, en met een door de provinciegriffier aangeduide secretaris als de griffier zelf
tuchtoverheid is. Het personeelslid kan zich bij het uitoefenen van het inzagerecht laten
bijstaan door een raadsman, die samen met het personeelslid een verklaring van inzage en
eventuele afgifte van kopie ondertekent met vermelding van zijn of haar hoedanigheid en
identiteitsgegevens.
§4. Tijdens het verhoor heeft het personeelslid het recht zich te laten bijstaan door een
raadsman.
§5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal
Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger een vertegenwoordiger van
een representatieve vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog
Overlegcomité bij de provincie Antwerpen.
§6. De tuchtoverheid neemt een gemotiveerd besluit.
HOOFDSTUK 10 BEZOLDIGINGEN EN PENSIOENEN
Artikel 34 Bezoldigingen
De bezoldiging van de personeelsleden gebeurt overeenkomstig de bepalingen aangaande de
subsidiëring van deze personeelsleden door de Vlaamse overheid. Zowel voor de volledig
gesubsidieerde prestaties als voor de gedeeltelijk gesubsidieerde en gedeeltelijk nietgesubsidieerde prestaties wordt de bezoldigingsregeling toegepast zoals vastgesteld door de
wetten, de decreten, de verordeningen en de besluiten betreffende het onderwijs in de
Vlaamse Gemeenschap.
Artikel 35 Rust- en overlevingspensioenen
De lopende en de toekomstige rust- en overlevingspensioenen worden uitbetaald en
geperekwateerd op basis van de bepalingen aangaande de subsidiëring door de Vlaamse
overheid. Deze bepaling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 september 1999.
Artikel 36 Bijzondere prestaties personeelsleden
De bijzondere prestaties die de personeelsleden occasioneel buiten de diensturen in opdracht
of met goedkeuring van de deputatie leveren, worden vergoed tegen een basisbedrag van
24 EUR per uur gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. Dit laatste bedrag volgt de
schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de wet van
1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de
overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden
gekoppeld.
81
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
HOOFDSTUK 11 VERGOEDINGEN EN VOORDELEN
Artikel 37 Woon-werkverkeer
De personeelsleden hebben recht op de volledige terugbetaling van de kosten verbonden aan
het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en/of met de fiets op de voorwaarden zoals
vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2011 betreffende de volledige ten
laste neming door de werkgever in de onderwijssector van de vervoerskosten voor het
openbaar vervoer naar en van het werk en de toekenning van een fietsvergoeding voor het
woon-werkverkeer.
Artikel 38 Reis- en verblijfskosten
§1. Het personeelslid kan aanspraak maken op vergoeding van kosten voor dienstopdrachten
na voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de directeur.
§2. De verplaatsingskosten die een personeelslid effectief maakt voor dienstopdrachten,
worden op verzoek terugbetaald. De werkelijk gedane uitgaven worden terugbetaald aan de
hand van de ingediende vervoersbewijzen. Als de verplaatsing met eigen vervoermiddelen
gebeurt, dan worden de tarieven gevolgd die gelden voor het personeel van de Vlaamse
Gemeenschap. Voor het toekennen van deze vergoedingen wordt de standplaats als
referentiepunt beschouwd.
§3. Het personeelslid dat een dienstreis maakt, heeft recht op vergoeding van de effectief
voor zichzelf gemaakte verblijfskosten. Het personeelslid dient voor al de gemaakte kosten
de originele bewijsstukken in.
Artikel 39 Nascholing
§1. Het personeelslid kan aanspraak maken op vergoeding van kosten die met nascholing
verband houden na voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de directeur.
§2. De werkelijk gedane uitgaven voor nascholing die een personeelslid maakt in functie van
de uitvoering van zijn opdracht, worden terugbetaald aan de hand van de ingediende
rekeningen.
Artikel 40 Materiële schade
§1. De door een plotse gebeurtenis veroorzaakte materiële schade aan schoeisel, kleding
en/of op het lichaam gedragen horloges, opgelopen tijdens de uitoefening van de dienst of
op de weg van en naar het werk, wordt aan het personeelslid vergoed als deze geen
nalatigheid kan ten laste gelegd worden én op voorwaarde dat deze ofwel geen vordering
tegenover derden kan doen gelden, ofwel na uitputting van zijn rechtsmiddelen geen
vergoeding van derden kan verkrijgen.
§2. De terugbetaling gebeurt op grond van een ‘voor echt en onvergolden’ verklaarde
schuldvordering.
§3. Bij hogervermelde materiële schade wordt slechts de venale waarde vergoed met een
maximum van 1.000 EUR per schadegeval.
Artikel 41 Hospitalisatieverzekering
§1. De provincie Antwerpen sluit een collectieve hospitalisatieverzekering af voor zijn
personeelsleden die onder het toepassingsgebied van deze rechtspositieregeling vallen en die
een opdracht hebben die tegelijkertijd voldoet aan volgende voorwaarden: a) een opdracht
van minstens 50% nodig voor een voltijdse opdracht b) een opdracht van minstens
6 maanden.
§2. Bij deze hospitalisatieverzekering kunnen op eigen kosten ook aansluiten:
a) de gepensioneerde personeelsleden
b) de gezinsleden van de actieve en gepensioneerde personeelsleden.
De premie voor de gepensioneerde personeelsleden wordt ten laste genomen door de
provincie Antwerpen voor het gedeelte dat voor de actieve personeelsleden wordt betaald.
HOOFDSTUK 12 INTELLECTUELE EIGENDOMS- EN VERMOGENSRECHTEN
Artikel 42 Intellectuele eigendomsrechten
§1. Het personeelslid draagt aan de provincie Antwerpen het geheel van de
vermogensrechten over op de werken waarvan het de (mede)auteur is en die het ter
82
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
uitvoering van zijn functie tot stand brengt.
§2. De vergoeding voor deze overdracht van rechten is begrepen in de bezoldiging van het
personeelslid.
§3. Het personeelslid verleent aan de provincie Antwerpen de toelating om de werken,
bedoeld in §1, onder de naam van de provincie Antwerpen aan het publiek mee te delen en
onder die naam te exploiteren. Deze toelating geldt voor een duur van 20 jaar vanaf de
datum van creatie van het werk.
Artikel 43 Vermogensrechten
Alle uitvindingen die door het personeelslid in de uitvoering van zijn functie worden gedaan
of die verkregen worden door middelen die door de provincie Antwerpen ter beschikking
worden gesteld, zijn het exclusieve eigendom van de provincie Antwerpen, zonder dat het
personeelslid een recht op vergoeding kan doen gelden.
HOOFDSTUK 13 SLOTBEPALINGEN
Artikel 44 Inwerkingtreding
§1. Deze rechtspositieregeling heeft uitwerking vanaf 1 mei 2014.
§2. Met ingang van 1 mei 2014 wordt de Rechtspositieregeling Provinciaal Onderwijs
Antwerpen, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 22 november 2012, opgeheven.
Artikel 45 Kennisgeving reglement – Naleving reglement
§1. Deze rechtspositieregeling wordt ter kennis gebracht van het personeel waarop deze
rechtspositieregeling van toepassing is.
§2. De personeelsleden verbinden zich tot de naleving van de op hen
toepasselijke bepalingen.
Artikel 46 Overgangsbepalingen
§1. De artikelen 65, 66 en 67 van het geldelijk statuut van het directie-, onderwijzend en
opvoedend hulppersoneel van de provinciale onderwijsinstellingen van de provincie
Antwerpen, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 14 december 1972, gewijzigd bij
besluit van de deputatie van 23 maart 1973, goedgekeurd bij K.B. van 27 april 1973, zoals
gewijzigd, blijven in overgangsstelsel behouden voor de personeelsleden die onder het
toepassingsgebied van voornoemd geldelijk statuut vielen.
§2. De algemene functiebeschrijvingen vastgesteld bij het reglement inzake
functiebeschrijvingen en evaluatie van het bestuurs-, onderwijzend en ondersteunend
personeel van de onderwijsinstellingen en het personeel van het Centrum voor
Leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen, goedgekeurd door de provincieraad in
vergadering van 22 april 2004, blijven in overgangsstelsel behouden.
§3. De tuchtprocedures die bij de inwerkingtreding van deze rechtspositieregeling reeds zijn
opgestart, worden verder gezet conform de bepalingen van hoofdstuk 9 van de
Rechtspositieregeling Provinciaal Onderwijs Antwerpen. De overheid die bij het opstarten van
de tuchtprocedure bevoegd is, blijft bevoegd tijdens de volledige duur van de procedure, ook
als de hoedanigheid van het personeelslid in de loop van de procedure wijzigt.
§4. De ontslagprocedures die bij de inwerkingtreding van deze rechtspositieregeling reeds
zijn opgestart, worden verder gezet conform de bepalingen van hoofdstuk 8 van de
Rechtspositieregeling Provinciaal Onderwijs Antwerpen. De overheid die bij het opstarten van
de ontslagprocedure bevoegd is, blijft bevoegd tijdens de volledige duur van de procedure,
ook als de hoedanigheid van het personeelslid in de loop van de procedure wijzigt.
Artikel 47 Vastbenoemde niet-gesubsidieerde personeelsleden
§1. Vastbenoemde personeelsleden die tewerkgesteld zijn binnen het Provinciaal Centrum
voor Leerlingenbegeleiding in een ambt met een salarisschaal van het onderwijs en hun
salaris niet rechtstreeks van de Vlaamse overheid ontvangen, vallen onder de
toepassingssfeer van onderhavige rechtspositieregeling.
Bedoelde personeelsleden bekleden deze ambten ten persoonlijke titel, zodat de ambten een
uitdovend karakter hebben.
§2. Wanneer een in §1 bedoeld personeelslid tewerkgesteld wordt binnen de provinciale
administratie, behoudt betrokkene de salarisschaal van het ambt waarin het personeelslid
83
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
vast benoemd is, terwijl zijn tewerkstellingsregime verder wordt beheerst door de
rechtspositieregeling die van toepassing is op de plaats van tewerkstelling.
Artikel 48 Aanduiding
Deze rechtspositieregeling kan worden aangeduid met “Rechtspositieregeling Provinciaal
CLB”.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
61 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
61 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 61 stemmen ja.
Nr. 5/3 van de agenda
Hervorming van adviesraad POA naar adviesraad educatie.
Aanpassing reglement. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
In zitting van 26 september 2013 werd het Autonoom Provinciebedrijf POA
opgericht, dat vanaf 1 januari 2014 ook effectief operationeel is.
Hierdoor is ook de adviesraad voor het Intern Verzelfstandigd Agentschap
Provinciaal Onderwijs Antwerpen aan een herziening toe.
Op vraag en voorstel van de deputatie wordt voorgesteld om niet alleen de naam
van de adviesraad IVA POA aan te passen, maar deze gelegenheid ook aan te
grijpen voor een hervorming. Bedoeling is om de adviesraad te verruimen tot een
adviesraad educatie, waar ook over APB Inovant en de AP Hogeschool kan
gerapporteerd worden.
Aan de raad wordt gevraagd om het aangepaste reglement van de adviesraad
educatie goed te keuren.
Het reglement van de adviesraad is elektronisch ter beschikking.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de oprichting van de adviesraad voor IVA POA en de goedkeuring van het
reglement voor deze adviesraad door de provincieraad in zitting van 6 februari
2013;
Gelet op de oprichting van het APB POA, in zitting van 26 september 2013
Overwegende dat er nood is aan een verbreding van de adviesraad voor IVA POA
tot een adviesraad educatie;
84
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De adviesraad voor het Intern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Onderwijs
Antwerpen wordt hervormd naar een adviesraad educatie. Het reglement voor de
adviesraad educatie wordt goedgekeurd.
VOORZITTER.- Er ligt een nieuw aangepast reglement op de banken.
Mevrouw Moreau heeft het woord.
Mevrouw MOREAU.- Mijnheer de voorzitter,
Collega’s,
Mevrouw de gouverneur,
Ik ben heel erg blij dat het aangepast is. Ik blijf een voorbehoud hebben over het gegeven
dat APB’s op dezelfde manier worden behandeld als AP, dat volledig zelfstandig is.
Ik zal mij daarom onthouden.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
62 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
61 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 61 stemmen ja, bij 1 onthouding.
Nr. 5/4 van de agenda
Verschuiving van krediet voor het huurdersonderhoud
van APB POA. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Tijdens de budgetopmaak werd aan de nieuw op te richten APB’s de keuze gelaten
om zelf in te staan voor huurdersonderhoud of om dit over te laten aan de dienst
Infrastructuur van de provincie Antwerpen.
APB POA opteerde in eerste instantie om zelf in te staan voor huurdersonderhoud.
Daarom ook werd er aan de dotatie aan APB POA een bedrag van 174.951 EUR
toegevoegd, bedoeld om de kosten voor het huurdersonderhoud te dragen. In een
latere fase heeft APB POA zich toch bedacht en kiest ze er voor om dit
huurdersonderhoud, net zoals voorgaande jaren, in handen te geven van de dienst
Infrastructuur.
85
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Om dit technisch mogelijk te maken, wordt er aan uw raad gevraagd om de dotatie
2014 aan APB POA met een bedrag van 174.951 EUR te verminderen en datzelfde
bedrag aan de werkingskosten van de dienst Infrastructuur toe te voegen.
Het gaat dus om een verschuiving binnen hetzelfde beleidsdomein, waar er binnen
exploitatie geschoven wordt tussen de dotatie aan APB POA en huurdersonderhoud.
Volgens de interne richtlijnen gaat dit om een interne kredietaanpassing die op
3 april 2014 ter goedkeuring aan de deputatie wordt voorgelegd.
Dezelfde ingreep werd ook voor het meerjarenplan gedaan.
Concreet gaat het om een verschuiving van 174.951 EUR van
BDS Kwalitatief sterk provinciaal onderwijs
AP We organiseren toekomstgerichte opleidingen op maat en in een onderwijs- en
leeromgeving conform de hedendaagse normen.
A Uitbetaling dotatie
Ramingsnummer: 2014000450
Naar
BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid
AP Overhead Departement Ontwikkeling en Educatie
A Overhead Provinciaal Onderwijs Antwerpen
Ramingsnummer: 2014001082
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014
De provincieraad van Antwerpen,
Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De verschuiving van een krediet van 174.951 EUR van de dotatie APB POA naar de
onderhoudskredieten van dienst Infrastructuur voor het huurdersonderhoud van
POA wordt goedgekeurd.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
62 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
62 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 62 stemmen ja.
86
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Nr. 5/5 van de agenda
Jeugddienst. Subsidie aan vzw Creatief Schrijven voor
de organisatie van Frappant TxT 2014-2015.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De provincie Antwerpen organiseert al sinds 2007 tweejaarlijks het txt-onstageconcours Frappant TXT. De wedstrijd zet jongeren tussen 18 en 30 jaar aan
tot schrijven en geeft hen de kans hun tekst op een podium te presenteren. De
wedstrijd bouwde ondertussen een sterk imago op en gaf – gedurende de vorige
edities – aan maar liefst 140 jongeren een professionele podiumkans.
Net zoals de vorige edities, stelt de jeugddienst voor om voor de volgende editie
van Frappant TXT 2014 – 2015 samen te werken met Creatief Schrijven vzw. Zij
zijn nog steeds de meest aangewezen partner voor de praktische en inhoudelijke
uitwerking van het txt-on-stageconcours.
De jeugddienst, die vanaf 2013 verantwoordelijk is voor de organisatie van de
Frappant-wedstrijden, wil daarom een overeenkomst afsluiten met Creatief
Schrijven vzw, Waalsekaai 15, 2000 Antwerpen. We bouwen daarbij enerzijds
verder op de eerdere afspraken en overeenkomsten tussen het provinciebestuur en
Creatief Schrijven vzw. Anderzijds wil de jeugddienst nieuwe klemtonen leggen en
een vernieuwde aanpak hanteren voor de nieuwe editie van Frappant TXT.
Met inspraak van jongeren en ex-finalisten van de vorige edities van Frappant TXT,
werd het concept kritisch geëvalueerd en bijgestuurd. Zo wordt diversiteit een
prioritaire doelstelling binnen het concours. Door in te zetten op een voortraject
waarin jongeren met een cultureel diverse achtergrond gestimuleerd worden in het
schrijven van eigen literaire teksten, door actief samen te werken met
ambassadeurs met een cultureel diverse achtergrond, door samen te werken met
verschillende expertisepartners en door een diverse samenstelling van de jury,
wordt er voor deze editie sterk ingezet op het bereiken van diversiteit onder de
deelnemers.
Ook wordt er aandacht geschonken aan het creëren van een veilige context voor de
deelnemers aan de hand van een meer laagdrempelige vorm van jureren en het
voorzien van een alternatief voor jongeren die het podiumaspect (on stage) als een
drempel ervaren.
Tevens wordt er sterk ingezet op een virale campagne en promotie, waarin we naar
zoveel mogelijk samenwerkingen zoeken met jonge creatievelingen en jonge
organisaties.
Ook het natraject van Frappant TXT zal meer aandacht krijgen als in vorige edities.
Om de doorstroom van de finalisten te vergroten, zal er gezocht worden naar
podium- en publicatiekansen op maat.
Er is in de meerjarenplanning een subsidie van 25.000 EUR voorzien voor de
uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst. De jeugddienst stelt voor om
een terugvorderbaar voorschot van 80% (20.000 EUR) toe te kennen en uit te
betalen in 2014 en het resterende saldo van 20% (5.000 EUR) pas toe te kennen
en uit te betalen in 2015 na een positieve evaluatie van Frappant TXT en een
gedetailleerd inhoudelijk en financieel verslag.
87
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
De jeugddienst beschikt voor de subsidie aan vzw Creatief Schrijven over een
budget
van
20.000
EUR
op
de
budgetraming
2014000660
2014/64900000/16/0750 - Subsidies Jeugdcultuur.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014;
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de meerjarenplanning 2014-2018 en het budget 2014;
Overwegende dat er een samenwerking wordt aangegaan voor de organisatie van
Frappant TxT 2014-2015;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Voor
de
organisatie
van
Frappant
Txt
2014-2015
wordt
samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de vzw Creatief schrijven
een
Artikel 2:
Voor de organisatie van Frappant TxT 2014-2015 ontvangt de vzw Creatief
Schrijven een subsidie van 25.000 EUR. Hiervan wordt 20.000 EUR betaald op het
budget 2014, het resterende bedrag van 5.000 EUR kan na evaluatie op het budget
2015 worden aangerekend.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
62 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
62 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 62 stemmen ja.
Nr. 5/6 van de agenda
Jeugddienst. Subsidiereglement ‘Bijzondere Bovenlokale
Cultuurprojecten door jongeren’. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Via het huidig subsidiereglement ‘subsidie van de provincie Antwerpen voor een
cultuurproject: Voor en door jongeren’ wil de provincie jongeren aanzetten tot
cultuurparticipatie en artistieke creativiteit. De provincie voorziet daarom
projectsubsidies aan verenigingen van jongeren die cultuurprojecten voor jongeren
organiseren in hun vrije tijd. Binnen het huidig reglement wordt er een onderscheid
gemaakt tussen een basissubsidie en een kostensubsidie. Een basissubsidie is een
maximum bedrag van 500 EUR en kan toegekend worden na advies van de
Jeugddienst. Een kostensubsidie bedraagt maximum 5.000 EUR voor artistiek
88
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
vernieuwende projecten en maximaal 2.500 EUR voor niet-vernieuwende projecten.
Voor de toekenning van de kostensubsidie wordt het advies ingeroepen van de
projectencommissie jeugd en cultuur.
Vanaf mei 2013 was de jeugddienst verantwoordelijk voor de administratieve
opvolging van de dossiers binnen het huidig subsidiereglement ‘subsidie van de
provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor en door jongeren’. Het
reglement leunde echter weinig aan bij het beleid dat we als jeugddienst voor ogen
hebben, maar ook binnen de visie die de provincie Antwerpen wil uitdragen. We
kwamen tot de constatatie dat de subsidieaanvragen vaak een weinig creatief of
vernieuwend karakter hadden en verre van bovenlokaal waren. We concludeerden
dat het reglement ervaren werd als te ruim, open en uitgebreid. Hierdoor dienden
veel organisaties en jongeren een aanvraag in, dat dan echter niet vaak leidde tot
een positief advies.
Er was nood aan een meer uitdagende oproep, maar tevens aan een
administratieve vereenvoudiging en een meer persoonlijke, intensieve en snelle
communicatie met de jongeren.
Met inspraak van jongeren, verschillende provinciale diensten, de provinciale
Jeugdraad en de huidige projectencommissie werd het reglement daarom kritisch
geëvalueerd en grondig hervormd tot een nieuw reglement met andere
invalshoeken en een vernieuwde aanpak.
Met dit nieuw subsidiereglement ‘bijzondere bovenlokale cultuurprojecten door
jongeren’ maken we de keuze om bewust en intensief in te zetten op een beperkt
aantal unieke cultuurprojecten door jongeren met een bovenlokaal impact. We
willen de geselecteerde organisaties naast een financiële ondersteuning van
maximum 5.000 EUR, een inhoudelijk begeleidingstraject aanbieden als
jeugddienst. Om originaliteit en creativiteit echt een kans te geven binnen deze
oproep, nodigen we alle jongerenorganisaties uit om hun project mondeling te
komen presenteren (indien ze voldoen aan de formele en inhoudelijke
voorwaarden). Op die manier hoeven we niet enkel een schriftelijk dossier te
beoordelen. Voor de beoordeling van de projecten zal een grote en diverse pool
samengesteld worden van experts binnen de jeugd- en cultuursector. Per
beoordelingsronde brengt een groep van minimum vier mensen een advies uit over
de schriftelijke aanvraagdossiers en de mondelinge presentaties. De projectjury
beoordeelt het project telkens op 5 punten: originaliteit (40%), jong artistiek talent
(20%), bovenlokaal karakter (20%), jong ondernemerschap (10%) en
laagdrempeligheid (10%).
De jeugddienst stelt voor om het reglement met de naam ‘Subsidie van de
provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor en door jongeren’, door de
provincieraad goedgekeurd op 24 november 2011 op te heffen en het nieuw
subsidiereglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’ goed te
keuren.
Het nieuwe reglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’
wordt digitaal als bijlage bijgevoegd.
De Jeugddienst beschikt voor de uitvoering van dit reglement over een budget van
90.000 EUR op het artikel 2014000660 - 2014/64900000/16/0750 - Subsidies
Jeugdcultuur.
89
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de meerjarenplanning 2014-2019;
Overwegende dat er een nieuw subsidiereglement
cultuurprojecten door jongeren’ wordt voorgesteld;
‘bijzondere
bovenlokale
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Artikel 1:
Het reglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’ wordt
goedgekeurd.
Artikel 2:
Het reglement ‘Subsidie van de provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor
en door jongeren’, door de provincieraad goedgekeurd op 24 november 2011,
wordt opgeheven.
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
61 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
61 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 61 stemmen ja.
90
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
6. Energie, communicatie en ICT
Nr. 6/1 van de agenda
CD. Overheidsopdracht. Raamovereenkomst voor
het aanstellen van een communicatiebureau voor
de provincie Antwerpen.
Wijze van gunnen en lastenboek. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Situering
In januari 2014 lanceerde provincie Antwerpen een nieuwe huisstijl. De lancering
vormde het sluitstuk van een grondige merkoefening. Deze nieuwe huisstijl was
geen eindpunt, maar betekende vooral het startschot voor een boeiend meerjarig
communicatietraject.
Uit een grootschalig imago-onderzoek in 2010 bleek dat provincie Antwerpen als
‘onpersoonlijk’, ‘oubollig’ en eerder ‘kil’ gepercipieerd werd, bovendien bleken heel
wat respondenten uit het onderzoek geen idee te hebben van wat een provincie nu
precies doet.
En toch is de provincie Antwerpen geen vaag, onbestemd begrip. Wat de veelheid
van onze provincie samenhoudt is ons éne, gemeenschappelijke doel: de inwoners
van onze provincie, in totaal meer dan 1.700.000 mensen, informeren,
enthousiasmeren en trotse inwoners van de provincie Antwerpen maken. We doen
dit rechtstreeks, maar vooral via de gemeenten en steden waarin al deze mensen
wonen.
Om onze identiteit en meerwaarde voor al deze partijen duidelijk(er) te maken,
willen we samenwerken met een communicatiebureau dat we niet louter als
leverancier maar vooral als strategische en creatieve partner zien en die samen met
de Communicatiedienst het merk provincie Antwerpen helpt uitbouwen.
Doelstelling(en) van de opdracht
In kwartaal 4 van 2014 wil de Communicatiedienst een raamovereenkomst afsluiten
met
een
communicatiebureau
dat
de
provincie
Antwerpen
in
haar
communicatieacties zowel strategisch als creatief ondersteund.
De samenwerking met een extern communicatiebureau heeft als doel:
1. Efficiëntieverhoging:
Eén leverancier voor alle (middel)grote communicatie-opdrachten, heeft als gevolg
een drastische afname van de procedures eigen aan geïsoleerde lastenboeken.
Hierdoor kan de Communicatiedienst sneller ‘schakelen’ en inspelen op
opportuniteiten die zich aandienen in de organisatie.
2. Verbeterde kwaliteit:
Vandaag doen we beroep op verschillende leveranciers die vaak ‘éénmalig’ hun
diensten leveren aan de provincie Antwerpen. Op vlak van communicatie leidt dit
veelal tot een weinig coherent verhaal, te wijten aan het feit dat elke nieuwe
leverancier zich eerst moet verdiepen in de problematiek, doelgroepen,
doelstellingen en cultuur van onze organisatie. Los van de financiële gevolgen
(want, zich ‘inwerken’ in de materie kost extra tijd en dus ook meer geld), heeft dit
91
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
ook z’n weerslag op de kwaliteit van de geleverde diensten. Het valt ons op dat er
zelden sprake is van ‘consistente’ communicatie.
3. Kostenbesparing:
De keuze voor een all-in budget heeft als gevolg een drastische afname van de
kosten eigen aan geïsoleerde leveranciers.
4. Verbeterde dienstverlening vanuit de communicatiedienst:
De strategische en creatieve meerwaarde van een communicatiebureau is een
complementaire
aanvulling
op
de
huidige
dienstverlening
vanuit
de
communicatiedienst. Hierdoor kunnen onze klanten een nog betere service krijgen.
De Communicatiedienst is dus op zoek naar een geschikte partner om deze
doelstellingen te bereiken. Hiervoor koos zij voor een onderhandelingsprocedure
met bekendmaking (en bijhorende aanvraag tot deelneming).
Wijze van gunnen
De Communicatiedienst koos in overleg met het aankoopteam van de Stafdienst
van het departement DLOG voor een onderhandelingsprocedure met bekendmaking
volgens art 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15/06/2006.
Een procedure met offerteaanvraag of aanbesteding is immers niet aangewezen
omdat het niet mogelijk is alle technische en inhoudelijke aspecten van de opdracht
ondubbelzinnig te formuleren in het bestek. De samenwerkingsmodaliteiten moeten
in gesprekken vastgelegd en verfijnd kunnen worden.
De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd tot het indienen van een offerte.
De kandidaten wordt gevraagd:
1. Hun visie op een ‘provinciegevoel’ van de provincie Antwerpen te geven en welke
stappen zij nodig achten om tot dit gevoel te komen.
2. Een aanzet tot een algemene communicatiecampagne voor de provincie
Antwerpen:
- een strategische rationale,
- een creatief concept uitgewerkt op 3 dragers en een voorstel tot baseline,
- een rationale voor de keuze van de communicatiedragers,
- een gedetailleerde prijsopgave.
3. Een aanzet tot een campagne voor een specifiek product:
- een strategisch inzicht,
- een creatief concept met één overkoepelende campagnelijn,
- een rationale voor de keuze van de communicatiedragers,
- een gedetailleerde prijsopgave.
Deze eerste strategische en creatieve voorstellen geven eerder een richting aan,
dan dat ze een finaal resultaat moeten zijn. Het is dan ook essentieel dat de
geselecteerde kandidaten hun voorstellen en hun persoonlijke visie komen
toelichten. De jury kan dan ook bijsturen waar nodig om dat een zo correct
mogelijke offerte te komen.
Het geraamde bedrag situeert zich tussen de 750.000 en 950.000 EUR over een
periode van 4 jaar.
92
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Dit geraamde bedrag is gebaseerd op het beschikbare budget in de
meerjarenplanning van 2014 dat de Communicatiedienst vrijhoudt voor dergelijke
opdrachten.
De gunningscriteria van de opdracht, samen met het hen toegekende gewicht, zijn:
(zie bestek)
 Prijs
50%
 Kwaliteit van de offerte
50%
De kosten voor dit project zijn voorzien in de begroting en de meerjarenplanning
van de Communicatiedienst onder het actieplan van het marketing programma.
Het volledige technische en administratieve lastenboek voor deze opdracht vindt uw
raad in de bijlage.
Uw raad wordt voorgesteld om goedkeuring te geven aan de lastvoorwaarden in het
bijgevoegde lastenboek en aan de onderhandelingsprocedure met bekendmaking
volgens art 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15 juni 2006 als
wijze van gunnen.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 3 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet;
Gelet op het artikel 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15 juni
2006;
Overwegende dat de Communicatiedienst de taak heeft een communicatiebeleid uit
te werken met als doel het merk provincie Antwerpen te versterken via allerlei
strategische en creatieve communicatieacties, om zo op consistente wijze de juiste
boodschap naar haar verschillende doelgroepen uit te dragen;
Overwegende dat voorgaande studies hebben uitgewezen dat er nood is aan een
consensus rond het versterken van de merkidentiteit van de provincie;
Op voorstel van de deputatie;
BESLUIT:
Enig artikel:
De lastvoorwaarden in het voorgelegde lastenboek voor het aanstellen van een
communicatiebureau voor de provincie Antwerpen – raamovereenkomst voor een
periode van maximum 4 jaar – worden goedgekeurd.
Als wijze van gunnen van deze opdracht wordt de onderhandelingsprocedure met
nationale bekendmaking vastgesteld op basis van artikel 26 §2 b) van de wet op de
overheidsopdrachten van 15 juni 2006.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord.
De heer VAN EETVELT.- Ik heb met dit punt om 3 redenen een probleem. Het gaat om een
opdracht voor het aanstellen van een externe partner voor de communicatie.
93
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Over het eerste punt hebben we gisteren in de commissie al uitvoerig kunnen debatteren.
Het komt er op neer dat het voor mij een heel duur contract is. Het gaat over een raming
van 750.000 tot 950.000 EUR, dat terwijl er net 2 miljoen is geïnvesteerd in de nieuwe
huisstijl die, zo werd ons toch voorgehouden, alles veel eenvoudiger moest maken. Waarbij
er zo op die manier het grootste deel van het creatieve proces toch gebeurd zou moeten
zijn, waardoor dat toch ook een deel van het creatieve proces gebeurd is en dus ook niet
meer voor betaald zou moeten worden.
Een tweede reden, en dan kijk ik naar de mensen van de N-VA, jullie zijn bij mijn weten
toch ook nog altijd voorstander van de afschaffing van de provincies. Binnenkort zal er een
nieuwe Vlaamse regering aantreden. Ik heb al begrepen dat jullie jezelf verklaren als de
grote overwinnaar van de verkiezingen.
Er is protest bij de N-VA-fractie.
De heer VAN EETVELT.- Jullie hebben toch al minstens 2 kandidaat minister-presidenten.
VOORZITTER.- We blijven bij ons punt.
De heer VAN EETVELT.- Natuurlijk, ik maak het verder af.
Ik denk dat als een aantal partijen samen gaan zitten die de afschaffing van de provincie
bepleiten, dat het ook mogelijk is dat het in het bestuursakkoord zal zitten waardoor dit
weer een contract is dat dan weer weggesmeten geld zal zijn, of toch de aanbesteding.
Dan nog een laatste reden, wat ik nog de belangrijkste reden vind. In de aanbesteding
wordt ook het creëren van een provinciegevoel naar voren geschoven. Dan kijk ik weer
terug naar jullie van de N-VA. Hoe kunnen jullie het aanscherpen van het provinciegevoel,
naar het voorbeeld van het Limburggevoel, bepleiten terwijl jullie dat niveau eigenlijk
willen afschaffen?
VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.
De heer WILLEKENS.- Een beetje gelijkaardig. Het is inderdaad in de commissie ook al
uitvoerig aan bod gekomen dat de 2 miljoen EUR die we betaald hebben voor dat nieuwe
logo als zaligmakend werd naar voren gebracht, en er beweerd werd dat het
allesomvattend was, dat we nu een eigen imago zouden hebben, een eigen huisstijl, noem
maar op. Al het werk zou bijna gebeurd zijn op voorhand. Terwijl we dan nu komen te
vernemen dat alsnog externen moeten gevonden worden, en ik citeer wat ik op de
commissie te horen kreeg: “omdat eigenlijk wij niet altijd mensen in huis hebben dat een
briefje kunnen schrijven”, bij wijze van spreken. Letterlijk: “Bij ons zijn niet op elke dienst
de mensen die dat juist kunnen invullen.”
Ik vind dat je als diensthoofd van een departement kiest: 1. wie daar zelf zit; 2. als dat
niet kan, en dat moet allemaal nog worden uitbesteed -als ik morgen als firma iets
aangeleverd krijg en ik moet het nog gaan invullen met de vraag van: kunnen jullie voor mij
nu een imago aanmeten of een juiste huisstijl terwijl je daar net 2 miljoen hebt voor
uitgegeven- dan stel ik mij daar vragen bij. Als je dat niet intern kan bolwerken om dat een
beetje invulling te geven en dan op zoek moet naar externen daar stel ik mij vragen bij. Als
94
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
we die 2 miljoen dan optellen met die 7 à 900.000 dan komen we bijna aan 3 miljoen EUR,
en dan kan u nog komen vertellen dat we dat sowieso hadden moeten doen, blijf ik erbij dat
dit niet het geval is. Het is een heel ander verhaal wanneer je alles toegeleverd krijgt dat
op voorhand gecreëerd is door een bureau.
VOORZITTER.- Mevrouw De Lobel heeft het woord.
Mevrouw DE LOBEL.- Ik wil even inpikken op dat Limburggevoel van de collega van open vld.
Ik kan u verzekeren dat het Limburggevoel niets te maken heeft met een provinciebestuur.
Ik heb lang genoeg in Limburg gewoond om te weten dat de Limburgers geen gouverneur en
geen provinciebestuur nodig hebben om zich Limburger te voelen. En een Antwerpenaar
heeft volgens mij een zeer sterk Antwerpen gevoel. Dat is iets wat met identiteit te
maken heeft en niets met een administratief niveau. Ik blijf erbij dat ik de provincie een
absoluut overbodig administratief en bestuurlijk niveau vind, maar ik ben fier een
Antwerpenaar te zijn, ook van de provincie Antwerpen.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik wil duidelijk stellen dat het om 2 verschillende
zaken gaat. Je hebt enerzijds de ontwikkeling van de huisstijl. Die is achter de rug. We
hebben samen afgesproken dat we in de loop van een zekere tijd de uitrol gaan doen van
dat logo. Dat heeft niet alleen met papier te maken. Dat heeft ook te maken met
bebording, met vlaggen, en dat soort dingen. We gingen dat niet allemaal in één keer doen.
Dat is dus de reden dat we dat gefaseerd hebben gedaan.
Ik heb ook uitgelegd dat dit iets is wat we al jaar en dag doen. Dit is onze
communicatietaak die we tot in het verleden altijd ad hoc hebben gedaan als er een
piekmoment is. We konden dat zelf even niet aan, dan gingen we de markt op en zochten we
naar een particulier bedrijf. Dat is altijd wat inwerktijd. Dat vergt tijd. Dat vergt energie.
Dat is niet altijd kostenefficiënt. Nu steken we dat in een raamakkoord met de bedoeling
om dat wat goedkoper te krijgen. Dat verschilt eigenlijk in niets met opdrachten die we
hier eerder deze raad trouwens hebben laten passeren, raamakkoorden rond juristen
bijvoorbeeld, waar je een poel wil maken. We hebben uiteraard heel knappe koppen zelf in
huis op de communicatiedienst, net zoals we dat op de juridische dienst, op de DIN
hebben, noem maar op. Maar af en toe zijn er piekmomenten, dat heb ik jullie gisteren ook
duidelijk gemaakt, en daarvoor moet dat dienen.
Los van de verkiezingen, en of je nu fan bent van de provincie of niet, hebben wij wel een
taak om onze gemeentebesturen, onze inwoners op tijd en stond te informeren over
dienstverlening die hen aanbelangt. Ik stel vast dat er een aantal mensen hier in deze zaal
blijkbaar vinden dat dit dan niet meer moet gebeuren. Laten we afspreken dat we het daar
dan over oneens zijn. En dat er provinciegevoel bestaat of dat het niet bestaat, dat durf ik
te betwijfelen. Ik hoor in Limburg altijd zeggen: schaf de provincie Limburg af. Dat gaat
niet, want dan is Limburg afgeschaft. Ik vind dat eigenlijk wel iets heel ferm. We zullen
zien hoever dat we geraken in de provincie Antwerpen. Maar ik ben ook mee trots om uit de
95
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
provincie Antwerpen te komen. Ik denk dat er zo nog een heel aantal mensen zijn, en die
ook niet verlegen zijn om daar het provinciebestuur aan te koppelen.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord.
De heer VAN EETVELT.- Ik wil toch nog even verdergaan op het eerste punt in ieder geval.
De reden waarom het vroeger nodig was en zoveel kon kosten begrijp ik, omdat er heel veel
verschillende deelmerken waren en dat het creatieve proces van de incorporatie van die
merken ook zijn prijs heeft. Nu is heel dat deel al gebeurd. Dat heeft 2 miljoen EUR
gekost voor de driehoek. Dan zou het toch logisch zijn, aangezien dat er een hele filosofie
achter die merken zit, en dat die merken ook geïncorporeerd zijn in het hoofdmerk, dat
heel dat creatief proces al niet meer moet gebeuren, want nieuwe uitgaven zijn alles van
nieuwe elementen van publiciteit. Dat brengt toch met zich mee dat daarin minder tijd
moet gestoken worden, dat die communicatie-elementen eenvoudiger en eenduidiger zijn
waardoor dat er minder tijd in kruipt. Dus dan kost dat toch minder, lijkt mij.
Misschien nog een aanvulling. Ik had graag ook een reactie gekregen van de N-VA over het
provinciegevoel en dat we het hier actief gaan promoten met ons bestuur.
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik zal herhalen wat ik gisteren heb gezegd. Het
klopt dat we met de ontwikkeling van een logo een aanzienlijke kost hadden; er zat ook een
hele huisstijl bij, er zat een merkenplatform bij. Daarmee weet je hoe bepaalde dingen
moet doen. Maar dat is één ding. Daarnaast heb je ook communicatiewerk. Soms komt dat
in pieken bij mekaar, waarbij je heel veel informatie moet uitdragen. Dat is heel divers. Ik
heb het gisteren al gezegd, dat kan zijn over een infosessie voor fietsostrades. Dat kan
iets rond een groepsaankoop zijn. Dat kan zijn dat er nog een folder moet uitgegeven
worden voor welzijn, of zo. Alle domeinen komen daar aan te pas. Soms moet je ook
nadenken over welk soort campagnes je opzet. Een fortengordelcampagne bijvoorbeeld is
helemaal wat anders dan een droge communicatie naar een gemeentebestuur over: “Beste
mensen van de Jeugddienst, er ligt een subsidiereglement, daar kan je op intekenen.” Het
is voor dat soort werk, en ze gaan natuurlijk dankbaar gebruik maken van een prima
huisstijl die we intussen hebben ontwikkeld.
De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, kort, voordat we verdwalen in het verhaal,
onderbuikverhaal van het provinciegevoel, en dergelijke, misschien een concreet voorstel.
Ze hebben daarstraks verteld –en ik geloof iedereen die hier iets vertelt natuurlijk- dat ik
fantastisch verhalen kan vertellen. Ik stel voor dat ik in die job een aanbod doe. Ik doe het
voor een kwart van de prijs. Bij dezen, proficiat.
VOORZITTER.- Maar dan kan u hier natuurlijk wel niet meer zetelen.
96
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik kijk uit naar uw offerte.
De heer HUIJBRECHTS.- Dan moet ik wel eerst mijn job bij de Staatsveiligheid opgeven,
natuurlijk.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord.
De heer VAN EETVELT.- Mevrouw Verhaert, ik heb het gevoel dat u een beetje, omdat we
toch over gevoelens bezig zijn, dat u een beetje langs mij heen blijft praten. In die zin dat
ik toch elke keer weer aanhaal dat het creatieve proces van het promoten van het merk, en
het werk dat daarin kruipt in alle vormen van communicatie, eenvoudiger zou moeten
gebeuren na het nieuwe draaiboek en de 2 miljoen die we daar aan uit hebben gegeven.
Als dat werk al gebeurd is, wat dat voorheen door externe partners elke keer weer
opnieuw moest gebeuren, zal het toch minder tijd in beslag nemen en dus ook minder
kosten. Vergeef mij dat ik er op blijf doorbomen.
VOORZITTER.- De heer Zander heeft het woord.
De heer ZANDER.- Iets heel concreet. Ze hebben bij ons op de gemeente, gemeente
Nijlen, ook een nieuw logo ontworpen. Voor een gemeenteraad heb ik gevraagd wat de
kostprijs daarvan was. Hier kost een logo 2 miljoen EUR. Voor de gemeente Nijlen inbegrepen aanpassingen, briefpapier, vlaggen gekocht, op de auto’s geplakt- was de totale
kostprijs 23.000 EUR. Vinden jullie dat nu echt zo normaal dat je 2 miljoen EUR betaald
hebt voor een stom logo, waar dat je er één had dat al bekend aan het geraken was? En nu
moet je nog eens een prijs betalen bovenop. Ik vind dat niet normaal, sorry.
VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord.
De heer WILLKENS.- Het komt daarnet ook ter sprake. Het werd ons voorgesteld dat we
een logo moeten hebben dat allesomvattend is, om vanaf te geraken van die submerken. We
krijgen gisteren op die commissie, en nu ook weer, te horen dat het eigenlijk is dat we
externe communicatie nodig hebben omdat al die submerken nog een keer een nieuwsbrief
gaan uitgeven, om dat dan te doen. Je moet het een klein beetje sturen en weten waar je
naartoe wil. Ofwel zeg je: het is allesomvattend en we gaan met een huisstijl naar buiten.
Dan is dat zo, en dan is het niet: nu gaan we nog vrijheid creëren. Het ergste blijf ik nog
altijd vinden, en daar gaat het hier over, dat u zou zeggen: neen, het is alleen inhoudelijk
dat we het moeten extern laten invullen. Met alle respect, maar ik kan daar niet bij. Als
morgen een wijkcomité een pamflet maakt weet dat wijkcomité wel echt waar het over
moet gaan, wat zij willen bereiken, en wat er moet instaan. Zij hebben daar geen extern
bureau nodig om te gaan vertellen wat zij eigenlijk willen zeggen.
97
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord.
Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Als u bewust dingen blijft verdraaien die anders
gezegd zijn, dan moet u dat vooral weten. Er is gisteren duidelijk gezegd dat wij heel veel
competentie, knappe koppen, in huis hebben. Die werken ook heel goed, heel hard, en af en
toe zijn er piekmomenten. Dan moeten wij beroep doen op een externe. Dat is niet, voor de
goede orde, om nieuwe submerken te ontwikkelen. Dat is niet, voor de goede orde, om
nieuwe invullingen te geven aan het logo of wat dan ook, want daar hebben we nu een klare
kijk op. We zijn daar goed in afgesproken, in afgesproken, nota bene, na een heel proces
met betrokkenheid van heel het provinciebestuur, maar ook personeelsleden. Dat was nog
nooit eerder gebeurd. Maar ik blijf zeggen dat er af toe heel veel dingen bij mekaar
komen, en krijgen we dat werk niet helemaal opgelost. Een alternatief, dat werd in de
commissie ook gezegd, is: is het te overwegen om extra volk aan te werven? Dat zouden we
kunnen doen op voorwaarde dat het een constante stroom was quod non. Het is af en toe.
We kunnen het ook niet helemaal voorspellen. Het is een raming die voorligt. We zullen zien
in hoever we er van moeten gebruik maken, ja dan neen. De bedoeling is inderdaad om het
goedkoper te maken, want in het verleden ging het keer op keer met verschillende bureaus.
De bedoeling is dat het nu in een raamcontract goedkoper wordt.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord.
De heer VAN EETVELT.- Dank u wel. We zullen dat element van de discussie dan afsluiten.
Als de meerderheid 950.000 EUR wil betalen voor een paar piekjes op te vangen, dan is het
haar verantwoordelijkheid.
Maar ik had toch ook nog graag een antwoord op het tweede deel van mijn vraag over dat
ons provinciebestuur actief het provinciegevoel wil gaan versterken. Ik begrijp dat
mijnheer Peeters en mijnheer Lemmens daar een beetje gewrongen zitten met hun
collegiale solidariteit. Als mijnheer De Haes misschien wil antwoorden.
VOORZITTER.- Mag ik iemand aanduiden, aub?
De heer Lemmens heeft het woord.
De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Van Eetvelt, we zullen wel zelf bepalen wie
er antwoordt. Als u dat nog gaat regelen, dat is heel fijn natuurlijk.
Wat betreft de provincies nemen alle partijen, naar aanleiding van de verkiezingen,
standpunten in. U kent het standpunt van mijn partij. Ondertussen hebben wij hier een
bestuursakkoord afgesloten. Werken wij hier in deze provincie, en willen wij ook zeggen
aan de mensen wat wij doen. Als wij binnen de provincie goed werk leveren rond
bijvoorbeeld de fietsostrades, dan willen wij dat ook kenbaar maken. Als er door collega
Peter Bellens van Welzijn positieve dingen worden gedaan, dat zijn er heel veel, dan willen
wij dat kenbaar maken. Zo geldt dat voor alle collega’s hier. Dus dit gaat niet over het
provinciegevoel. Nee, dit gaat uit respect voor alle mensen die hier aan onze provincie ook
werken, voor alle werknemers. Collega Verhaert heeft er daarjuist naar verwezen. Die
98
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
willen wij respecteren. Het werk dat zij doen dat willen wij ook op een positieve manier
naar buiten brengen.
Dank u.
VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord.
De heer VAN EETVELT.- Dat u uw verwezenlijkingen in de verf wil zetten, dat is natuurlijk
uw goed recht. Maar iets anders is nog wel altijd het actief promoten van het
provinciegevoel. Dat staat in de stukken dat het een van de doelstellingen wordt: het
provinciegevoel, met als voorbeeld het Limburggevoel, gaan we hier nastreven. Bent u daar
voorstander van?
VOORZITTER.- Ik denk, mijnheer Lemmens, dat dit nu het punt is. Het gaat nu over een
raamovereenkomst, maar niet over het provinciegevoel.
De heer VAN EETVELT.- Het staat in de stukken, voorzitter.
VOORZITTER.- Het gaat voor mij niet over het provinciegevoel. Het gaat hier over de
raamovereenkomst.
Kunnen we dan stemmen over dit punt?
Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
54 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
48 leden hebben ja gestemd;
6 leden hebben nee gestemd.
Goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 6 stemmen nee.
99
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
7. Recreatie, sport en toerisme
Nr. 7/1 van de agenda
Autonoom Provinciebedrijf Sport. Uittreding provincie
Antwerpen uit de Interlokale Verenigingen Sportregio's.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
De sportregiowerking van het Autonoom Provinciebedrijf (APB) Sport werd in
functie van het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke
samenwerking georganiseerd via de oprichting van interlokale verenigingen. De
provincie Antwerpen is toegetreden tot deze interlokale verenigingen door het
goedkeuren van de diverse oprichtingsovereenkomsten en het aanstellen van een
afgevaardigde en een plaatsvervanger namens de provincie Antwerpen in de
beheerscomités.
Om te voldoen aan de principes van de Vlaamse interne staatshervorming, dient de
regiowerking te evolueren van een structurele werking naar een projectmatig
vraaggestuurde werking. De huidige structurele werking onder de vorm van
interlokale verenigingen kan niet behouden blijven.
Vanuit het APB Sport wordt in overleg met de verschillende gemeenten een traject
opgestart om een projectmatig regionaal sportbeleid te stimuleren. Er werd
hiervoor een visie ontwikkeld gebaseerd op volgende krachtlijnen:
1. “In samenspraak met de steden en gemeenten stemmen we de structuur
van de sportregiowerking af op de resultaten/richtlijnen van het onderzoek
rond regioscreening. Op basis van deze screening wordt de provincie
Antwerpen onderverdeeld in een aantal geografische regio’s, bij voorkeur
afgestemd met andere beleidslijnen. Hierbij willen we gaan voor een nieuwe
samenwerkingsvorm met participatie van minstens 80% van de gemeenten
uit onze provincie.
2. Met dit samenwerkingsakkoord behouden we een minimum aan
structureel overleg met de gemeenten uit die regio om op regelmatige
tijdstippen informatie uit te wisselen, bovenlokale noden te detecteren,
intergemeentelijke samenwerking te stimuleren en het provinciaal beleid af
te stemmen op de gemeenten. We betrekken daarbij ook andere actoren
zoals het Bloso, de Stichting Vlaamse Schoolsport, Instituut voor
Sportbeheer, enz…
3. Daarnaast gaan we vooral voor een thematische, projectmatige aanpak
waarbij de provincie op vraag van de gemeenten optreedt als
regisseur/coördinator. Op basis van een gerichte behoeftedetectie bij de
gemeenten maken
we jaarlijks vraaggericht een portfolio van
intergemeentelijke sportproducten op. In functie van elk product maken we
afsprakennota’s op met gemeenten over de regiogrenzen heen. De
afsprakennota’s beschrijven de inhoud van het project, alsook de input
(financieel, personeel) van elke partner. Concrete producten kunnen zijn de
promotie en coördinatie van het sportvormingsaanbod, het stimuleren van
een
regionaal
G-sportbeleid,
samenwerking
rond
bovenlokale
sportinfrastructuur
en
het
faciliteren
van
een
regionaal
sportpromotieaanbod.
100
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
4. De provincie zal een sterkere rol opnemen naar het regionaal
G-sportbeleid. Momenteel worden sportregio’s adhv projectsubsidies
gestimuleerd om een regionale G-sportmedewerker in dienst te nemen.
Vanaf 2015 vallen deze projectsubsidies weg en wordt de werking
(incl. personeelskosten) overgenomen door de provincie.”
Op 17 maart 2014 stemde de raad van bestuur van het APB Sport in met een
veranderingstraject. Dit wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeenten en
gebaseerd op bovenstaande krachtlijnen. In januari 2015 wordt van start gegaan
met een vernieuwde sportregiowerking.
Naast dit veranderingstraject dat wordt opgestart, dient de provincie als partner uit
de verschillende interlokale verenigingen te treden.
Het provinciebestuur participeert momenteel nog aan de verschillende ILV
sportregio’s via een samenwerkingsovereenkomst. Conform deze overeenkomst
ondersteunt de provincie de sportregio’s met structurele middelen (3,5 VTE en
32.000 euro werkingssubsidie). Gelet op bovenstaande argumentatie, dient het
provinciebestuur uit de interlokale verenigingen te treden met ingang van 1 januari
2015.
Bij 6 ILV’s werd een samenwerking voor onbepaalde duur afgesloten: Antwerpse
Kempen, Dijle-Nete, Kempen, Midden-Provincie, Rivierenland en Zuiderkempen.
Conform artikel 3 uit de samenwerkingsovereenkomsten dient de opzeg 6 maanden
vooraf
gegeven
te
worden,
met
name
voor
1
juli
2014.
1 ILV (Noorderkempen) sloot een overeenkomst af van bepaalde duur tot
31/12/2014. Hier loopt de samenwerking sowieso af.
Het staat de gemeenten vrij om de ILV sportregio’s verder te zetten. Als
uittredende partner heeft de provincie geen recht op een vergoeding. De reserves
van de ILV Sportregio’s bedroegen op 31/12/2012 246.531 euro.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het decreet
samenwerking;
van
6
juli
2001
betreffende
de
intergemeentelijke
Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van
een lokaal sportbeleid;
Gelet op de besluiten van de provincieraad van 27 september 2007 betreffende de
vernieuwing en goedkeuring van de oprichtingsovereenkomsten van de Interlokale
Verenigingen Sportregio’s Midden-Provincie, Rivierenland, Antwerpse Kempen,
Kempen, Dijle-Nete, Zuiderkempen en Noorderkempen;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 23 januari 2014 betreffende de
verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met de Interlokale Vereniging
Sportregio Noorderkempen met 1 jaar;
101
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Overwegende dat de sportregiowerking in overeenstemming moet gebracht worden
met de principes uit de Vlaamse interne staatshervorming;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Met ingang op 1 januari 2015 treedt de provincie Antwerpen als partner uit de
Interlokale Verenigingen Sportregio’s Midden-Provincie, Rivierenland, Antwerpse
Kempen, Kempen, Dijle-Nete en Zuiderkempen.
VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord.
De heer HELSEN.- Voorzitter, ik ga toch de gelegenheid eventjes te baat nemen om te
betreuren dat die werking niet verder loopt. Dat de provincie dat niet verder ondersteunt.
We gaan het debat van de interne staatshervorming niet herdoen.
De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- komt tussen en zegt dat dit gebeurt wanneer de
provincie verdwijnt.
De heer HELSEN.- Nee, nee, dat is een discussie, mijnheer Caluwé, waarbij er een protocol
is voorgelegd door de Vlaamse regering dat te slikken is en waarbij staat dat er een aantal
taken van sport, en de meeste taken van sport, worden overgeheveld naar het Vlaamse
niveau. Alleen stel ik vast dat het Vlaamse niveau daar niets mee doet. Noch BLOSO, noch
een andere dienst op Vlaams niveau, van de 200 diensten die men daar rijk is, neemt die
taak op zich.
Wij gaan dat nu met de gemeenten zelf doen zoals dat beslist is, alleszins in mijn
sportregio. We zullen dan wel zien wat een volgende regering daar mee doet.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
61 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
53 leden hebben ja gestemd;
6 leden hebben nee gestemd;
2 leden hebben zich onthouden.
Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 6 stemmen nee en 2 onthoudingen.
102
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
9. Welzijn
Nr. 9/1 van de agenda
Budget 2014. Verdeelkrediet – rekeningcombinatie
2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 –
Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet:
verschillende innovatieve projecten.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Situering
Op het provinciaal budget 2014 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale
projecten, op rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer
2014000511.
Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis
van het reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en
gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 24 oktober 2013.
De deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan
innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector.
Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van
voorstellen aan de provincieraad.
Voorgesteld wordt 239.740 EUR ter beschikking te stellen om een aantal
innovatieve projecten een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of
meer.
Voorstel
Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten voorgesteld met de bedoeling
een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen, aan:
CAW De Kempen vzw, Hofkwartier 23, 2200 Herentals – project Lokaal
Welzijnsonthaal
Korte historiek
CAW De Kempen en OCMW Turnhout hebben al verschillende jaren een
samenwerking rond verschillende thema’s. In de voorbije jaren ontstond enerzijds
de opportuniteit voor het CAW om een nieuw CAW-huis te bouwen in Turnhout op
de oude fabriekssite van Janssen Pharmaceutica en was er de vraag van het OCMW
Turnhout om mee te werken aan het concept van het Sociaal Huis. Deze twee
elementen kwamen samen en ontwikkelden zich tot de idee om ambitieuzer te zijn
in de samenwerking. De vereniging start een proces om een concept te ontwikkelen
en om samen te bouwen aan een Welzijnsonthaal. Ondertussen heeft de vereniging
een kader en willen zij in aanloop van het nieuwbouwproject starten met
concretisering van het Welzijnsonthaal.
103
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Projectgegevens en kostenraming
Met dit project willen beide organisaties ‘onthaal’ uitbouwen als een
gemeenschappelijk kwaliteitsvolle methodiek met één uitgangspunt: de burger die
een vraag heeft rond welzijn.
De ambitie is om met dit project de burger één plaats aan te bieden waar hij of zij
terecht kan met alle welzijnsvragen. Het betreft hier een onafhankelijk
onthaaltraject, waarin gezocht wordt naar het meest gepaste hulpverleningsaanbod
onafhankelijk van het vervolgaanbod van het CAW of OCMW Turnhout. Het
gezamenlijk welzijnsonthaal moet een duidelijk toegangspoort zijn voor
hulpverlening.
De onthaalwerkgroep is er van overtuigd dat een sterke eerstelijns hulpverlening
vanuit een brede, integrale benadering ook een betere hulpverlening voor de
burger betekent. Een sterk uitgebouwde professionele eerstelijns hulpverlening kan
de noodzaak aan gespecialiseerde hulpverlening verminderen.
Centraal daarbij staat een sterk onthaal onafhankelijk van het aanbod CAW de
Kempen of OCMW Turnhout en het bredere hulpverleningsaanbod. Het
maatschappelijk werk van het Welzijnsonthaal heeft een herkenbaar kwaliteitslabel.
De werkgroep positioneert “onthaal” als concept wat maakt dat de
onthaalmedewerkers autonoom handelen los van de organisatie van oorsprong en
het eigen vervolgaanbod. De mogelijkheid om aan autonome vraagverheldering te
doen is een absolute voorwaarde om het onthaalconcept te realiseren. Op die
manier heeft de burger de garantie het meest gepaste hulpverleningsaanbod te
krijgen en niet het aanbod dat toevallig beschikbaar is in de eigen organisatie.
Belangrijk hierbij is het uitgangspunt dat de maatschappelijk werkers vertrekken
van uit een algemene en brede kijk. Ze bekijken de hulpvraag niet louter vanuit
één levensdomein maar bespreken de invloed van de hulpvraag op andere
levensdomeinen.
De complexiteit van stadsgrenzen/ stadregio als grens voor het OCMW en het
regionaal verhaal voor CAW is een feit. Doelstelling moet zijn in Turnhout een
traject rond onthaal te realiseren dat in de Turnhoutse context een winstsituatie
betekent en dat voor CAW een leerervaring vormt voor het organiseren van onthaal
op andere plaatsen.
De totale kosten worden geraamd op 152.800 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 50.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van
de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het
vernieuwende ligt in het initiëren van nieuwe samenwerkingsverbanden en
methodiek: intersectoraal vraaggestuurd onthaal. Innovatieve aspect ligt eveneens
in de publieke - private samenwerking. Aan de dienstverlening wordt hierdoor
gezamenlijk vorm gegeven.
104
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Emmaüs vzw – Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen, E. Tinellaan 1d, 2800
Mechelen – project Doorbreken van de cirkel van geweld in gezinnen
Korte historiek
Jeugdzorg Emmaüs stelt zich tot doel het bieden van kwalitatieve hulpverlening aan
kinderen/jongeren (van 0 tot 21j) en hun gezinnen. Als organisatie willen zij op een
wetenschappelijke onderbouwde manier bijdragen aan een zorgzame samenleving.
Binnen de afdelingen van Jeugdzorg Emmaüs worden kinderen, jongeren en hun
context begeleid via diverse werkvormen en zorgmodules. De kinderen/jongeren en
hun context zijn naar hen doorverwezen via het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg
en de Sociale dienst van de Jeugdrechtbank.
Projectgegevens en kostenraming
Met dit project wil de vereniging bijdragen aan het doorbreken van de
generationele overdracht van gezinsgeweld binnen de organisatie en binnen de
welzijnsvoorzieningen van de provincie Antwerpen. Jongeren wiens functioneren
vaak getekend is door het verleden wil de vereniging ondersteunen in het
installeren van een gewenst samen-leven. De preventieve kansen die zich
aandienen in het werken met kinderen/jongeren willen ze aangrijpen door een
kwalitatief begeleidingsaanbod te realiseren voor kwetsbare kinderen/jongeren.
Het zorgen voor de nodige expertise bij professionele medewerkers binnen de
welzijnssector door enerzijds het opleiden van een aantal gecertificeerde trainers
(langdurige verspreiding en kwaliteitsborging) en anderzijds door een
vormingsaanbod te voorzien laat een kwalitatieve implementatie toe.
Door het vormingsaanbod van geweldloos verzet open te stellen voor zowel
medewerkers voor de initiatiefnemers (Jeugdzorg Emmaüs, OLO en KDG) als deze
van andere diensten en sectoren binnen de provincie Antwerpen werkt het project
verbindend. De krachten worden gebundeld in de strijd tegen huiselijk geweld. Het
opleiden van trainers en het opnemen van deze modules in het aanbod van
Prakticum maakt dat de expertise verder verspreid wordt, ook na het project, en
steeds meer kinderen/jongeren ermee gebaat kunnen worden. Via betrokkenheid
van de Karel De Grote Hogeschool (KDG) is de uitdrukkelijke ambitie om het thema
‘intrafamiliaal geweld’ ook een plek te geven in de opleidingen maatschappelijk
werk als orthopedagogie.
Het is de bedoeling om bij de lancering van dit project via een open oproep
8 voorzieningen te selecteren die zich engageren om geweldloos verzet verder te
implementeren. De selectieprocedure dient neutraal te verlopen. De vereniging
vraagt de provincie hierin dat op te nemen vanuit een neutrale positie. Een cruciale
criteria dient te zijn dat voorzieningen een plan hebben naar duurzame
implementatie en kwaliteitsborging.
De totale kosten worden geraamd op 44.750 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.500 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het engagement voor dit project werd vorig jaar aangegaan. Het betreft hier de
verderzetting van dit aangegane engagement. Dit voor het tweede en laatste jaar.
105
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Gemeente en OCMW Zoersel, Handelslei 167, 2980 Zoersel – project Samen
naar een zorgstrategie 2020 voor de gemeente Zoersel
Korte historiek
De gemeente Zoersel is een heuse zorggemeente met een sterk uitgebreid aanbod
aan intramurale en extramurale zorg op het grondgebied.
Omdat er door gebruikers en vanuit het werkveld de nood aan afstemming en
coördinatie tussen de verschillende aanbieders van zorg en hulpverlening wordt
aangevoeld en dat de gemeente Zoersel tijdig wil inspelen op nieuwe en bestaande
noden in hun gemeente, is het de beleidsintentie van Zoersel om samen met alle
partners op het terrein te werken aan een globaal zorgstrategisch plan voor de
ganse gemeente. Deze beleidsintentie is opgenomen in de strategische nota van
gemeente en OCMW Zoersel 2014 – 2019. Daarbij ligt de focus op zowel het
residentiële als het ambulante zorgaanbod omdat het steeds belangrijker wordt dat
beide zorgvormen elkaar versterken en dat de ene vorm vaak in de andere
overloopt. Beide vormen van zorg vertonen immers alsmaar meer raakvlakken
zoals bijvoorbeeld psychiatrische thuiszorg, … .
Projectgegevens en kostenraming
In de strategische nota 2014-2019 van gemeente en OCMW Zoersel werd als
beleidsdoelstelling opgenomen: Zoersel is een zorgende gemeente met een sociaal
beleid dat niemand aan de kant laat staan en dat iedereen aanspreekt om te
participeren aan de maatschappij. Hierbij wordt gekozen om in samenwerking met
verschillende partners het zorgbeleid vorm te geven. De focus ligt daarbij op het
residentiële en ambulante zorgaanbod. Beide vormen van zorg vertonen steeds
meer raakvlakken. In Zoersel zijn verschillende residentiële zorginstellingen actief
in de ouderenzorg, psychiatrische zorg
en zorg voor mensen met een beperking, met daaraan verbonden vormen van
zelfstandig wonen.
Er bestaan reeds verschillende vormen van overleg binnen en tussen de instellingen
én gemeente en OCMW, maar er ontbreekt nog een gezamenlijke strategische
aanpak. De gemeente en OCMW Zoersel wil ook het ruimtelijk aspect betrekken in
het plannen van het zorgaanbod.
Momenteel worden er door de afzonderlijke instellingen/zorgaanbieders los van
elkaar aparte plannen opgesteld. Via een gemeentelijke en gemeenschappelijke
zorgstrategie wil de gemeente en OCMW Zoersel meewerken aan een welzijnsbeleid
dat wordt gekenmerkt door ontschotting en vermaatschappelijking van de zorg.
De coördinatie van het project berust bij een stuurgroep die bestaat uit de
OCMW-voorzitter, een vertegenwoordiger per residentiële sector (geestelijke
gezondheidszorg,
mensen
met
een
beperking
en
ouderenzorg),
een
vertegenwoordiger van SEL Amberes en een individuele zorgverstrekker. Een
projectteam bereidt het project voor en ondersteunt het. Het team rapporteert aan
de stuurgroep. Het bestaan uit medewerkers van gemeente en OCMW, de
procesbegeleider van de provincie en de externe ondersteuner van KINA.
De actoren maken deel uit van verschillende werkgroepen waar concrete en
relevante thema’s die door de stuurgroep werden geformuleerd verder worden
uitgewerkt. De werkgroepen koppelen hun resultaat terug naar de stuurgroep die
106
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
de inbreng verzamelt en vertaalt naar mogelijke acties op korte, middellange en
lange termijn. Voor deze acties definitief in het plan worden opgenomen, worden ze
voorgelegd aan de plenaire vergadering van alle werkgroepen.
De totale kosten worden geraamd op 27.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van
de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het
vernieuwende ligt in volgende elementen: een leemte in het aanbod opvullen en
nieuwe samenwerkingsverbanden initiëren. (1e in Vlaanderen die een
zorgstrategisch plan intersectoraal wil opmaken). Het provinciebestuur is binnen
ruimer kader van het project ook zeer nauw betrokken als procesbegeleider.
CAW Antwerpen vzw, Grote Steenweg 169, 2600 Berchem – project
Samenwerken aan netwerkontwikkeling
Korte historiek
CAW Antwerpen vzw is de nieuwe sociaal-werk organisatie die vanaf 1 januari 2014
gevormd werd door het samengaan van 3 Antwerpse CAW’s: De Mare, De Terp en
Metropool.
Onze sociale onderneming is in volle ontwikkeling. In 60 hulpverlenende teams
werken er meer dan 530 betaalde medewerkers, 400 vrijwilligers en zo’n 60- tal
artikel 60 medewerkers via het OCMW.
Projectgegevens en kostenraming
Met het project “Samenwerken aan netwerkontwikkeling” wil CAW Antwerpen een
vervolgproject opzetten om de opgebouwde expertise uit een vorig project van de
stad Antwerpen nl. Netwerkherstel Antwerpen (NHA) te consolideren en te
verruimen.
Omschrijving van het vorige project:
Het is aangetoond dat een goed sociaal netwerk het (dagelijkse) welzijn van
mensen bevordert en de nood aan professionele hulpverlening vermindert. De
eigen omgeving betrekken geldt als eerste aangewezen hulpbron bij een probleem.
Voor sommigen in de maatschappij is het echter zeer moeilijk of zelfs onmogelijk
om hun netwerk te activeren, herstellen of onderhouden (vb. personen die kampen
met eenzaamheid, isolement, sociale exclusie ten gevolge van een verslaving,
werkloosheid, instabiele huisvesting, ziekte, armoede.. ), waardoor een duurzaam
herstel bemoeilijkt wordt. Het gevolg is een stijgende druk op de hulpverlening. Om
deze reden is er in 2012 binnen het Stedelijk Overleg Drugs Antwerpen (SODA,
OCMW) een pilootproject opgezet om ervaring op te doen met netwerkontwikkeling
via de projectoproep van het federaal Fonds tot Bestrijding van de Verslavingen van
de FOD Volksgezondheid. Binnen het project ‘Netwerk Herstel Antwerpen’ is
gedurende twee jaar expertise opgedaan m.b.t. het praktisch vormgeven van
netwerktafels voor een specifieke doelgroep (nl personen met problematisch
middelengebruik) en zijn de eerste stappen gezet om de hulpverlening te
sensibiliseren en te vormen. Netwerk Herstel Antwerpen heeft een methodiek
107
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
ontwikkeld op maat van de hulpverleners, die hen stap per stap meeneemt in de
aanpak van netwerkontwikkeling.
Omschrijving van het nieuwe project:
CAW Antwerpen is zeer geïnteresseerd in deze aanpak. De projecttijd van NHA was
echter te kort om de overdracht naar het werkterrein, naar de hulpverleners zelf te
bestendigen. Daarom kiest CAW Antwerpen voor een nieuw project om deze
knowhow in het werkveld verder te ontwikkelen en te consolideren. In een eerste
fase wordt ingezet op de wijkteams van Antwerpen Noord en Deurne Zuid. Dit
betekent een verbreding van de werkcontext maar ook van de doelgroepen van het
project: waar het project van de stad zich enkele richtte op cliënten uit de
verslaafdenzorg wil de vereniging in het nieuwe project werken met een ruimere
doelgroep waaronder ook slachtoffers IFG en kwetsbare gezinnen.
De impulssubsidie zal ingezet worden om de aanpak en de expertise rond
netwerkherstel te verzilveren, verder te ontwikkelen en structureel te verankeren
binnen CAW Antwerpen.
De totale kosten worden geraamd op 74.239 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van
de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het
vernieuwende ligt in het initiëren van nieuwe samenwerkingsverbanden en
methodiek. Het project past perfect in het kader van 'vermaatschappelijking van de
zorg'. Een deel (ca. 50 %) van de personeelskosten wordt gesubsidieerd op
voorwaarde dat de methodiek en kennis wordt uitgedragen. Het project zal
bovendien nauw opgevolgd worden door een adviseur DWG.
Lokaal Welzijn vzw, Provinciebaan 40, 2230 Herselt – project Ruilwinkel
MOOI en Peuterspeelpunten FIJN
Korte historiek
De OCMW-besturen van de gemeenten Westerlo, Herselt en Hulshout en een
private partner hebben 2 vzw’s opgericht, namelijk vzw Lokaal Welzijn en vzw
Lokaal Werk. Onder vzw Lokaal Welzijn zit de dienst OpvoedingsOndersteuning
(OO) die sinds januari 2011 actief is. Ruilwinkel MOOI en peuterspeelpunten FIJN
zijn sinds oktober 2013 actief. Onder Lokaal Werk zit sinds september 2011
trajectbegeleiding en sinds september 2012 sociaal soepatelier InDeSoep en de
Voortoer.
In de Raad van Bestuur van vzw Lokaal Welzijn zetelen o.a. de voorzitters van de
OCMW’s van Westerlo, Herselt en Hulshout en de toezichthouder van de vzw’s. De
financiële middelen zijn echter onbestaande voor de werkingskosten van de
vzw Lokaal Welzijn.
Projectgegevens en kostenraming
MOOI richt zich naar de doelgroep van 0 tot 3 jaar en wil de armoedespiraal bij
jonge gezinnen doorbreken. De ruilwinkel is een unieke en originele actie tegen
kinderarmoede. MOOI is een open-huis voor alle inwoners met jonge kinderen van
de ruime regio rond de gemeenten Westerlo, Herselt en Hulshout zodat
108
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
stigmatisering vermeden wordt. De vereniging heeft klanten van Noord-Antwerpen
tot Limburg en Vlaams Brabant.
Door het organiseren van een materieel aanbod, steunt de vereniging de gezinnen
immaterieel door middel van het koffie- en speelhoekje wat ontmoeting
implementeert. Ontmoetingsplaatsen krijgen een belangrijke plaats in het nieuwe
decreet van de preventieve gezinszorg. De ruilwinkel geeft de ouders dus de
gelegenheid om sociale netwerken uit te breiden.
Op drie vaste voormiddagen per week organiseert de vereniging in elke gemeente
FIJN. Dit wil zeggen dat er voor elke ouder elke week de gelegenheid is om samen
met hun baby of peuter te komen spelen en andere ouders te ontmoeten. Voor de
kinderen betekent dit een grote meerwaarde in de voorbereiding naar de
kleuterschool. Alle kindjes krijgen vers fruit en de ouders 2 stempels voor MOOI.
Deze peuterspeelpunten hebben reeds bewezen krachtig te zijn door hun eenvoud.
Ook wordt er laagdrempelige informatie rond opvoeding voorzien door de
verantwoordelijke van de dienst OO. Enerzijds door een infohoekje met informatie
van andere organisaties en brochures met thema’s die de leeftijdsgroep typeren.
Anderzijds door de persoonlijke aanwezigheid en de nabijheid van de gesprekruimte
van de dienst OO.
De ruilwinkel kadert in een groter geheel. Door de samenwerking met de
verschillende partners en de fysieke aanwezigheid van de dienst OO met een
ruilwinkel én een ontmoetingsruimte in één gebouw kan dit concept uitgroeien tot
een Huis van het Kind. Voor Kind en Gezin is vzw Lokaal Welzijn klaar om het label
van een Huis van het Kind te ontvangen. Enkel voor de coördinatie van dit Huis zijn
geen financiële middelen beschikbaar en loopt het vast.
De totale kosten worden geraamd op 16.583 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het engagement voor dit project is vorig jaar aangegaan voor een periode van
3 jaar. Het betreft hier het opnemen van het genomen engagement voor het
2e jaar.
Karel de Grote Hogeschool vzw – Bind-Kracht, Brusselstraat 45, 2018
Antwerpen – project Interculturalisering van Bind-Kracht – Ontwikkelen
van nieuwe vorming en brochure over ‘Omgaan met cultureler diversiteit
en armoede’
Korte historiek
Op 1 september 2004 startte het project ‘Bind-Kracht – Armoede en Hulpverlening’
in het departement Sociaal-Agogisch Werk van de Karel de Grote Hogeschool. Het
werd een samenwerkingsverband tussen onderzoekers, praktijk-lectoren en
mensen in armoede met als doel de kwaliteit van de hulpverlening aan mensen in
armoede te verbeteren. Het eerste resultaat was het boek: ‘Bind-Kracht in
armoede. Leefwereld en hulpverlening’ (nu in 7de druk). Een ‘inzichtsboek’ over de
leefwereld en veerkracht van mensen in armoede en over versterkende en
verbindende hulpverleningsrelaties met hulpvragers in armoede.
109
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Sociologe Kristel Driessens en psychologe Tine Van Regenmortel vertaalden de
theoretische kaders uit hun doctoraatswerk naar de praktijk van de hulpverlening.
Ze werden daarin ondersteund door een leesgroep van Recht-Op (een Antwerpse
Vereniging waar Armen het woord nemen) en focusgroepen van hulpverleners en
vrijwilligers. Op basis van dit materiaal ontwikkelde de hogeschool vormings- en
trainingsprogramma voor hulpverleners en vrijwilligers. De werkinstrumenten
ontwikkeld voor deze vormingen werden gebundeld in een tweede boek:
‘Krachtgerichte hulpverlening in dialoog’, een reflectie- en methodenboek.
In september 2007 werd Bind-Kracht verankerd op de Karel de Grote Hogeschool
met een secretariaat, een website, een bovenbouw. De vereniging werkt
momenteel met 10 trainers (docenten van de hogeschool en zelfstandige trainers)
en 20 coaches (mensen in armoede die als vrijwilligers het cliëntperspectief in
vormingen en onderzoek binnenbrengen). Ze blijven hun vormingen inhoudelijk
voeden met nieuw onderzoeksmateriaal. Zo werkten ze naast het basispakket
verschillende thematische vormingen uit: over kwetsuren en krachten, de
basisschakelmethodiek, gehechtheid, krachtgerichte arbeidstrajectbegeleiding,
‘Bind-Kracht voor vrijwilligers’, ‘Bind-Kracht voor opvoeders’. De voorbije jaren
investeerden ze in nieuw onderzoek naar de specificiteit van hulpverleningsrelaties
met cliënten in armoede van een andere herkomst. De inzichten uit dit kwalitatieve
onderzoek zijn gebundeld in de publicatie ‘Gekleurde armoede en hulpverlening.
Sociaal werkers en cliënten aan het woord’.
Projectgegevens en kostenraming
Bind-Kracht zet zich als netwerk van onderzoekers, trainers en mensen in armoede
in voor de kwaliteitsverbetering van de hulpverlening aan personen in armoede via
actie-onderzoek, methodiekontwikkeling & vorming. De sterke interesse bij
presentatie van de onderzoeksresultaten in het provinciehuis en de snelle
verkleuring van de cliëntpopulaties bij welzijnsorganisaties in alle centrumsteden,
maakt dat Bind-Kracht op het thema van 'verkleurde armoede' wil inzetten, om
samen met hulpverleners te zoeken naar goede praktijken, die samen te
analyseren en er methodische handvatten uit te puren, die voor de ruime
hulpverlenerspraktijk bruikbaar en inzetbaar zijn.
Waar de vereniging in dit project aan willen werken, is de ontwikkeling van
ondersteunend materiaal voor hulpverleners die werken met mensen van een
andere etnische origine in armoede via het
1) interculturaliseren van inhouden en werkwijze van Bind-Kracht;
2) het ontwikkelen van een specifieke vorming over armoede en culturele
diversiteit;
3) uitwerken en voorstellen van een Bind-Krachtcahier met methodische
handvatten en goede praktijken voor het werkveld.
Momenteel is de vereniging in een eindfase beland waarin ze resultaten kunnen
valideren. Een Bind-Krachtcahier over 'Omgaan met culturele diversiteit en
armoede' wordt uitgewerkt, waarin theoretische kaders over integratie en
intercultureel werken vertaald worden naar de praktijk van het werken met een
maatschappelijk kwetsbaar divers publiek in de hulpverlening. Dit is vernieuwend.
Zelden werd de link gelegd tussen omgaan met culturele diversiteit en sociale
uitsluiting. Door de verbinding van de kaders van Bind-Kracht met theorieën over
interculturele communicatie, migratie en integratie en met ervaringen en
praktijkkennis van hulpverleners en cliënten, geeft de vereniging taal aan wat werkt
110
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
in de praktijk, waardoor hulpverleners methodische handvatten aangereikt krijgen
waarmee ze ook zelf aan de slag kunnen gaan.
Dit cahier zal de vereniging voorstellen in de loop van juni op een
studievoormiddag, waarbij ze in workshops ook zelf met het materiaal aan de slag
gaan.
De totale kosten worden geraamd op 56.928,44 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het engagement voor dit project werd aangegaan voor een periode van 3 jaar. Het
betreft hier het opnemen van het genomen engagement voor het 3e jaar.
CAW Antwerpen vzw, Grote Steenweg 169, 2600 Berchem – project
Opvoedingswinkel Mortsel
Korte historiek
CAW Antwerpen vzw is de nieuwe sociaal-werk organisatie die vanaf 1 januari 2014
gevormd werd door het samengaan van 3 Antwerpse CAW’s: De Mare, De Terp en
Metropool.
Onze sociale onderneming is in volle ontwikkeling. In 60 hulpverlenende teams
werken er meer dan 530 betaalde medewerkers, 400 vrijwilligers en zo’n 60-tal
artikel 60 medewerkers via het OCMW.
Projectgegevens en kostenraming
De opvoedingswinkel van Mortsel kadert in een plan om een netwerk van
opvoedingswinkels en opvoedingspunten uit te bouwen in de drie zorgregio's rond
de stad Antwerpen. Het initiatief voor deze uitbouw is genomen binnen de
samenwerking tussen DBC Openluchtopvoeding Brasschaat en CAW De Terp. Zo
werden in het verleden, met steun van de provincie, de opvoedingswinkels in
Zoersel en in Brasschaat gerealiseerd. De werking in Brasschaat wordt nu volledig
gefinancierd door OLO, de kosten voor de werking en het personeel in Zoersel
wordt door beide organisaties samen gedragen. Het project in Mortsel wordt
uitgevoerd door het CAW. Het CAW brengt ook haar ervaring in met de uitvoering
van de opvoedingswinkel in Antwerpen als centrumstad. Het project in Mortsel
startte in het voorjaar 2013.
In het kader van dit project en de toegekende impulssubsidie sloot de vereniging in
2013 een convenant af met de provincie, waarvan 2014 het tweede werkjaar is. De
subsidie wordt aangevraagd ter ondersteuning van een tweede halftijdse kracht.
De totale kosten worden geraamd op 84.100 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het engagement voor dit project werd vorig jaar aangegaan. Het betreft hier de
verderzetting van dit aangegane engagement.
111
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Thomas More Kempen vzw – Vonk3, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel – project
Toolbox tegen eenzaamheid
Korte historiek
Vonk3 (Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum Derde Leeftijd, www.vonk3.be) richt
zijn onderzoeks- en kennisactiviteiten op ouderen in al hun diversiteit met een
sterke focus op empowerment en sociale inclusie. De vereniging focust op de
kwaliteit van het leven, ongeacht de leeftijd, zonder de ogenschijnlijk negatieve
beelden van de ouderdom als afhankelijkheid en ziekte te negeren. Het is de
opdracht elke dimensie van ouder worden als uitdagend en waardevol te benaderen
met de focus op de mogelijkheden van ouderen.
Vonk3 vertrekt vanuit een multidisciplinaire teamsamenstelling met het oog op het
ontwikkelen van kwaliteitsvolle gerichte expertise. Dit garandeert een gerichte en
gespecialiseerde aanwezigheid van medewerkers en een snelle aanpak van externe
vragen door de medewerker met de beste expertise. Vonk3 heeft een sterke
verankering
met
koepelorganisaties,
instellingen
en
maatschappelijke
overlegstructuren die betrokken zijn bij de verschillende dimensies van het ouder
worden.
Projectgegevens en kostenraming
Bijna één op vier van de Vlaamse 65-plussers voelt zich eenzaam. Eenzaamheid is
niet alleen een
pijnlijke, negatieve ervaring die gepaard gaat met sterke gevoelens van gemis aan
contacten met
anderen. Het verhoogt ook het risico op fysieke en mentale gezondheidsproblemen.
Recent onderzoek toonde bovendien aan dat ouderen die zich niet goed sociaal
geïntegreerd voelen, een lagere levensverwachting kennen. De aanpak en preventie
van eenzaamheid bij ouderen is in het licht van de vergrijzing dan ook een
belangrijke thematiek. Door eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan, verhoogt niet
alleen het welbevinden van ouderen maar dalen ook de gezondheidskosten. Een
goed sociaal netwerk biedt bovendien een belangrijk potentieel aan mantelzorgers
in geval van zorgbehoefte. Verschillende lokale overheden en socialprofitorganisaties starten vanuit deze bezorgdheid projecten op rond de aanpak en
preventie van eenzaamheid bij ouderen (vb. huisbezoeken, koffiemomenten, …).
Goedbedoelde initiatieven kunnen door gebrek aan expertise in negatieve
neveneffecten resulteren en het probleem net versterken. Bovendien wordt er
zelden nagegaan of deze initiatieven ook effectief aan hun doelstelling tegemoet
komen, nl. eenzaamheid bij ouderen tegengaan. Vanuit deze nood wil dit project in
een eerste stap, i.s.m. Vormingplus Kempen, een “toolbox” aanmaken die lokale
overheden en social-profitorganisaties ondersteunt in het opzetten en evalueren
van hun project.
De “toolbox” bevat handvatten voor het opzetten van een goede praktijk in de
aanpak en preventie van eenzaamheid bij ouderen en integreert ook methodieken
om het project mee op te volgen en te evalueren. Op die manier wil dit project
lokale overheden en social-profitorganisaties ondersteunen in het opzetten van
goede praktijken, op maat van de ouderen, met een duurzaam karakter. Van de
toolbox worden 350 gratis exemplaren voorzien. De toolbox wordt bovendien ook
online aangeboden op een digitaal platform waar eindgebruikers ook ervaringen
112
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
kunnen uitwisselen. Parallel hiermee wil Vonk3 een vormingspakket voor lokale
overheden en non-profitorganisaties ontwikkelen op basis van deze toolbox.
Deskundigheidsbevordering van professionals en lokale opvolging is immers
cruciaal voor het welslagen van een project.
De totale kosten worden geraamd op 82.431 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 24.240 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van
de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het
vernieuwende ligt in zowel het opvullen van een leemte in het aanbod als in de
introductie van een nieuwe methodiek.
Duidelijke projectstructuur, duurzaam en kwaliteitsondersteunend. Dit project is
binnen het raam van vermaatschappelijking van de zorg, één van de thema's waar
DWG trouwens sterk op wil inzetten, een absolute meerwaarde: het thema past
perfect binnen enkele accenten van het provinciaal ouderenbeleid. Bovendien is er
een sterke betrokkenheid van DWG bij de ontwikkeling van de toolbox via
participatie aan een goed samengestelde gebruikerscommissie en regionale
stuurgroepen van lokale ouderenadviesraden. Daarnaast is DWG betrokken bij de
gezamenlijke bekendmaking, het gratis aanbod van toolbox en het digitaal forum.
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw, Gasstraat 12-14, 2060
Antwerpen – project Betaalbaar wonen voor maatschappelijk kwetsbare
gezinnen
Korte historiek
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad bouwt aan een solidaire, democratische en
interculturele samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft. In Antwerpse
wijken waar armoede en samenlevingsproblemen elkaar versterken, bevordert de
vereniging solidariteit tussen achtergestelde en niet-achtergestelde groepen zodat
verschillende gemeenschappen samen positieve impulsen kunnen geven aan de
kwaliteit van het samenleven. De vereniging steunt actief groepen die uitgesloten
worden van grondrechten en versterken hen zodat ze kunnen opkomen voor hun
rechten.
De potentiële doelgroep bestaat uit 130.000 bewoners, één vierde van alle
Antwerpenaren. Jaarlijks nemen 27.000 bewoners van diverse sociaaleconomische
en
etnische
achtergrond
deel
aan
één
of
meer
activiteiten
van
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. 4500 bewoners engageren zich op
regelmatige basis als actieve bewoner. 1300 daarvan zijn vrijwilliger van
Samenlevingsopbouw Antwerpen stad.
Projectgegevens en kostenraming
Binnen het team wonen van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad (SAS), is de
groep ‘Arm in Arm’ actief. Arm in Arm verenigt 15 gezinnen met 3 of meer kinderen
die allen slecht gehuisvest zijn op de private huurmarkt (te kleine woningen,
onveilig, ongezond, te duur). Alle gezinnen zijn ingeschreven op de wachtlijst van
de sociale huisvestingsmaatschappijen als kandidaat voor een sociale huurwoning.
Ze zullen, gezien de lange wachtlijst, de gezinsgrootte en het beperkte aanbod aan
grote woningen in Antwerpen nog minimaal 10 jaar moeten wachten. Een eigen
113
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
woning aankopen is gezien de financiële draagkracht van de gezinnen momenteel
geen optie.
Een intensief zoektraject van 5 maanden naar een betere woonst op de private
huurmarkt, bleef voor alle gezinnen zonder resultaat. De groep Arm in Arm heeft
besloten om, in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale
Woning (DIW) en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad een alternatief
woonsysteem uit te denken. DIW beschikt over een 100tal eengezinswoningen die
grondig gerenoveerd moeten worden, maar waarvan de renovatiekosten te hoog
oplopen om ze daarna nog rendabel sociaal te verhuren. In plaats van ze openbaar
te verkopen, wil DIW samen met Arm in Arm/ Samenlevingsopbouw Antwerpen
stad nadenken over een alternatieve, sociale bestemming voor deze panden.
In dit verband start de vereniging een pilootproject met 9 sociale, te renoveren
eengezinswoningen in Merksem. De vereniging denkt hierbij aan het oprichten van
een renovatie-/ woonorganisatie die de woningen verwerft van DIW, ze renoveert
en ze daarna aan de gezinnen van Arm in Arm verhuurt/verkoopt of huurkoop
mogelijk maakt. Indien de vereniging de optie kopen zou integreren, laten ze zich
inspireren door het CLT1 systeem (Community Land Trust). Rond mogelijke
verwervingsopties (erfpacht, inbreng in natura, aankoop, behoud eigendom bij
DIW, …), juridische organisatievorm (vzw, cvba-so, …) en beheerskwestie (bij DIW,
SVK, eigen beheer, …), moeten er nog knopen worden doorgehakt.
Bovendien wil de vereniging voor de renovatiewerken verschillende instrumenten
combineren: inzetten van competenties van toekomstige bewoners (opleidings- of
arbeidstrajecten); gezamenlijke aankoop van materialen (schaalvoordelen);
samenwerking met scholen die de woningen als praktijkwerf kunnen gebruiken;
aantrekken van privé-investeerders, …. De eerste contacten zijn gelegd, maar
moeten verder worden onderzocht en uitgewerkt.
Het komt er nu op aan om alle mogelijkheden verder uit te werken en de juiste
keuzes te maken. Tijdens dit denkproces laat de vereniging zich bijstaan door
experten, zodat ze niet alleen voor de 9 woningen van het pilootproject een
oplossing vinden, maar tot een formule en/of structuur komen die op termijn model
kan staan voor andere initiatieven.
De totale kosten worden geraamd op 110.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de
provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 50.000 EUR ter beschikking te
stellen.
Motivatie projectencommissie
Het project is vernieuwend en er is samenwerking met verschillende partners. Het
betreft hier een omvangrijk project.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 3 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005.
114
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget
2014, ingeschreven op het verdeelkrediet - rekeningcombinatie
2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale
projecten (R/V), voor een bedrag van 239.740 EUR, aan verschillende
belanghebbenden goed.
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Onze fractie gaat dit punt goedkeuren. In de commissie, en dat was
positief, hebben wij ook een bijlage gekregen die ons inlicht over het aantal afgewezen
projecten. Dat alarmeert mij toch sterk. Het gaat over 27 afgewezen projecten. Ik heb
die eens overlopen. Er zaten toch heel waardevolle initiatieven en projecten bij, en daar
wordt telkens op geantwoord: behoort tot de reguliere werking, valt niet onder
impulssubsidie, enz.
Maar ik vraag dat de dienst Welzijn, als die bekommerd is om al die provinciale
organisaties die die aanvragen doen, ons toch eens zou inlichten of die organisaties nu
ergens anders, meer bepaald bij het Vlaams ministerie van Welzijn, aan de bak komen.
Ofwel dat die daar aan hun lot worden overgelaten, zodanig dat wij ook vanuit de provincie
op dat vlak toch kunnen optreden.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, dat is echt niet mogelijk voor alle
projecten. Ik geef een voorbeeld. Als een vereniging een tussenkomst vraagt voor het
organiseren van een Sinterklaasfeest, dan kan ik die niet doorsturen naar Vlaanderen, want
ik neem aan dat daar geen reglement zal voor zijn voor een lokale vereniging die een
Sinterklaasfeest organiseert. Ik wil dat nakijken in die mate dat het kan, maar ik ben
vooral verantwoordelijk voor het kijken naar die aanvragen die komen en die vooral passen
in de nieuwe taakstelling van de provincie, voor het impulsbeleid. Heel wat verenigingen
weten dat nog niet, we zijn daar vorig jaar al wel wat mee gestart en we hebben dat al wat
intrede doen vinden. Maar een aantal verenigingen zijn een beetje hardleers en proberen
nog wat door de mazen van het net te glippen. Het is het impulsbeleid dat centraal staat,
en wij zeggen dat ook wel tegen die verenigingen waarom. Er is contact tussen de dienst
Welzijn en de aanvragers waarom dat zij niet in aanmerking kunnen komen. Ik kan
natuurlijk niet zeggen of dat daar een ander reglement is waar dat zij zich wel toe kunnen
wenden, tenzij het gaat over activiteiten waar dat de dienst zou van kunnen denken dat het
mogelijk is. Dan zullen zij zeker en vast door- of verder verwijzen naar een andere dienst,
maar voor een aantal projecten gaat dat niet, want daar is ook geen Vlaamse financiering
of subsidiëring voor.
115
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord.
De heer MERCKX.- Bij mijn weten was er bij die afgewezen projecten geen enkel voorstel
om een Sinterklaasfeest te financieren, wel een feest om vrijwilligers te belonen die in de
welzijnssector verdienstelijke zaken gedaan hadden. Van die 27 vermoed ik dat er toch wel
een belangrijk deel zullen zijn die vroeger wel aan subsidies konden geraken bij de
provincie.
Mijn vraag is vooral: worden die nu in de steek gelaten door het goede, rijke, betere
Vlaanderen, of worden die daar evengoed of beter bediend? Ik vind dat u ons daarover
informatie verschuldigd bent.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
De heer BELLENS, gedeputeerde.- In die mate dat ik dat kan, wil ik dat ook wel doen. De
afspraak was, vooral voor de georganiseerde verenigingen die een nominatieve subsidie
kregen vanwege de provincie, dat daarvoor de Vlaamse overheid de gelden bij ons heeft
weggenomen en het principe van de interne staatshervorming geldt dan dat die
teruggegeven worden aan die verenigingen door de Vlaamse overheid. In welke mate dat
het gebeurd daar heb ik geen zicht op. We willen dat wel navragen bij die verenigingen, of
dat zij effectief die gelden gekregen hebben. Maar dat is een verantwoordelijkheid van de
Vlaamse overheid. Bij ons zijn in ieder geval de gelden weggenomen. Op het Vlaamse niveau
geïnd. Zij moeten die verenigingen terug subsidiëren. Dat is de filosofie en het kader van
de interne staatshervorming. Dus ik denk voor die verenigingen die van ons een
nominatieve, structurele aanzienlijke subsidie kregen dat die in ieder geval opgevangen
zullen worden door de Vlaamse overheid. Dat wordt zo ook al bevestigd. Maar ik kan niet
uitsluiten dat er misschien hier en daar een aantal organisaties zijn, en verenigingen die
dat niet onmiddellijk krijgen, of die denken van: hoe zit dat nu. Dat willen wij wel navragen
aan de Vlaamse overheid en willen wij ook wel als tussenpersoon optreden. Daar hebben wij
eigenlijk geen verdere verantwoordelijkheid meer in vandaag.
VOORZITTER.- De heer Bollen heeft het woord.
De heer BOLLEN.- Ik zou even willen terug verwijzen naar wat ik gevraagd heb bij de
begrotings- en budgetbesprekingen. Toen heb ik gevraagd dat de deputatie ook een
overzicht zou geven in de loop van het einde van dit jaar. Dat gaat niet alleen over de
middelen van welzijn, ik heb hier ook verwezen naar de middelen rond sport. Welke
middelen zijn er naar Vlaanderen gegaan en komen die ook terug naar onze provincie? Ik
denk dat we dat toch gevraagd hebben, en daar is toen op geantwoord dat men dat ging
opvolgen.
VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord.
116
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik wil mij daar zeker proberen toe te engageren, maar
het probleem zit dikwijls hierin, mijnheer Bollen, dat de Vlaamse overheid hier die gelden
wegneemt, vooral bij de socio-culturele verenigingen, dat gegeven wordt aan de nationale
koepels van die verenigingen. Dan is het de verantwoordelijkheid van die koepel dat het
terecht komt. Dat is een interne afspraak binnen hun koepel dat het terugkomt naar de
provinciale organisaties van die koepels. Dat is een terechte opmerking die u maakt, maar
dat is interne keuken van die organisaties.
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
60 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
60 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 60 stemmen ja.
Nr. 9/2 van de agenda
Welzijn, Arbeidszorg. Reglement impulssubsidie arbeidszorg.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Arbeidszorg
Sommige personen kunnen omwille van een medische, mentale, psychische of
psychiatrische problematiek of maatschappelijke achterstelling niet werken onder
een arbeidscontract. Voor hen is er arbeidszorg. Dit is een vorm van onbetaalde
arbeid die bestaat in verschillende sectoren: de geestelijke gezondheidszorg, de
zorg voor personen met een beperking, het algemeen welzijnswerk en de sociale en
beschutte werkplaatsen.
Arbeidszorg en intersectoraal overleg
Het is dus geen sector, maar een werkvorm in verschillende sectoren. Elk van deze
sectoren heeft eigen overlegstructuren. Maar overleg over arbeidszorg over de
sectoren heen, bestond tot voor enkele jaren nauwelijks. Onder impuls van de
Provincies en de Provinciale Steunpunten Arbeidszorg, ontstond er intersectoraal
overleg tussen de arbeidszorginitiatieven over de sectoren heen. Dit past in de
opdracht van de Provincies op het vlak van netwerking.
Arbeidszorg in Vlaanderen
• In Vlaanderen zijn in totaal 6.067 arbeidszorgmedewerkers actief (2012)
• Verdeling per sector:
– 44 % Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
– 35 % Sociale Economie (SE)
– 13 % Sector Personen met een handicap
–
8 % Algemeen Welzijnswerk (AWW: OCMW’s en CAW’s)
117
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
•
Inkomensstatuut arbeidszorgmedewerkers:
– RVA:
30 %
– ziekte-uitkering:
31 %
– mindervaliden:
12 %
– leefloon:
7%
RVA voornamelijk in SE (55%), ziekte voornamelijk in GGZ (47%), mindervaliditeit
in Gehandicaptenzorg (34,2%) en leefloon in AWW (33,6%)
Arbeidszorg in de provincie Antwerpen
• In de provincie Antwerpen zijn in totaal 1.381 arbeidszorgmedewerkers
actief (2012)
• Verdeling per sector:
– 53 % Geestelijke gezondheidszorg
– 36 % Sociale Economie
– 11 % Algemeen Welzijnswerk (OCMW’s en CAW’s)
Hoewel bijna 1 Vlaming op 3 (29%) in de provincie Antwerpen woont, en er
verhoudingsgewijs wellicht nog meer mensen wonen met een MMPP-problematiek
(medische, mentale, psychisch of psychiatrische problemen) of maatschappelijke
achterstelling (cfr. grootstedelijke problematiek), telt onze provincie slechts 23%
van het aantal arbeidszorgmedewerkers. Er is een duidelijke, historisch gegroeide,
achterstand ten aanzien van Vlaanderen. Vandaar de noodzaak voor een Provinciaal
Reglement Impulssubsidie Arbeidszorg gericht op de groei van het aantal
arbeidszorgplaatsen.
Regelgeving
Momenteel bestaat slechts in 2 sectoren (sociale economie en VAPH) een
regelgeving die arbeidszorg expliciet erkent en financiert. Toch zijn aan deze
regelgeving en financiering een aantal knelpunten verbonden.
Arbeidszorgmedewerkers uit de geestelijke gezondheidszorg en de welzijnssector
blijven in de kou staan of zijn aangewezen op beperkte initiatieven met tijdelijke en
lokale middelen. Als arbeidszorg daadwerkelijk het laatste opvangnet wil zijn inzake
arbeid voor de allerzwakste doelgroep dan is er nood aan een globale regelgeving
die zich richt op alle burgers, zonder onderscheid van een “bevoegde” sector.
Financiering
De structurele financiering van arbeidszorginitiatieven is in geen geval toereikend
en de berekeningswijze binnen het meerbanenplan, met een financiering op basis
van gepresteerde uren gaat totaal voorbij aan de problematiek van de doelgroep.
Arbeidszorginitiatieven begeleiden hun medewerkers niet enkel op vlak van arbeid,
maar investeren ook sterk op het vlak van zorg. Daarom is de huidige
financieringsnorm van 1 VTE begeleider op 5 VTE arbeidszorgmedewerkers
(à 30u/week) niet toereikend. Gemiddeld blijkt dat een VTE arbeidszorgbegeleider
zo’n 11 tot 12 medewerkers onder zijn hoede heeft. Wil men ook de zorg voldoende
degelijk kunnen uitbouwen dan is dit ontoereikend.
Bovendien wordt enkel de loonkost van de begeleider gefinancierd. Dit betekent dat
de werkingskosten door de organisatie zelf moeten worden gedragen. Dit staat in
schril contrast met het rendement van de arbeidszorgmedewerkers dat quasi nihil
is.
Voorstel van decreet houdende ‘werk- en zorgtrajecten’ (W²-decreet)
Eind
januari
2014
werd
door
een
aantal
parlementairen
van
de
meerderheidsfracties een voorstel van W²-decreet ingediend. Dit is opgevat als een
118
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
aanbouwdecreet: tijdens deze legislatuur wordt er (indien het decreet nog tijdig
goedgekeurd wordt door het Vlaams Parlement, èn indien de volgende Vlaamse
Regering uitvoeringsbesluiten maakt) gewerkt aan de decretale verankering van de
activeringstrajecten en de trajecten maatschappelijke oriëntatie (trede 4 op de
participatieladder).
In de volgende legislatuur kan het decreet worden aangevuld met een juridisch
kader voor een aanbod van ‘arbeidsmatige activiteiten’ (trede 3, onder meer
arbeidszorg).
Concreet betekent dit dat de uitbouw van een juridisch kader voor arbeidszorg nog
ver af is.
Provinciaal impulsbeleid & interne staatshervorming
Met het Provinciaal Reglement Impulssubsidies Arbeidszorg spelen we voluit de rol
die de Provincies toekomt: het voeren van een impulsbeleid. Naast een beperkte
basissubsidie, kiezen we er voor om uitbreidingssubsidies te geven, beperkt in de
tijd, voor nieuwe arbeidszorgplaatsen die niet via andere kanalen gesubsidieerd of
gefinancierd worden.
Aan uw raad wordt voorgesteld het reglement impulssubsidie arbeidszorg goed te
keuren.
Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Gelet op het verslag van de deputatie;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Goedkeuring
arbeidszorg.
wordt
gehecht
aan
het
provinciaal
reglement
impulssubsidie
Reglement impulssubsidies Arbeidszorg
Goedgekeurd door de provincieraad op 30/04/2014
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1 - Doelgroep
De deputatie verleent subsidies aan arbeidszorginitiatieven in de provincie Antwerpen, onder
de voorwaarden gesteld in dit reglement.
Artikel 2 – Definities
a)
Arbeidszorg: arbeidsmatige activiteiten in een werkomgeving die ofwel op productie
ofwel op dienstverlening zijn gericht, voor mensen die niet, nog niet of niet meer
terechtkunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Arbeidszorg houdt rekening
met de mogelijkheden en beperkingen van personen en ondersteunt en begeleidt hen.
Deze arbeid kan aangeboden worden in een eigen atelier of bij derden. Het doel van
deze arbeidsmatige activiteiten is de kansen op maatschappelijke (re)integratie en
119
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
participatie bevorderen en bijdragen tot het maatschappelijk welzijn van de
arbeidszorgmedewerkers door latente functies van arbeid bereikbaar te maken:
zingeving, sociale contacten, structuur, ...
Arbeidszorginitiatief: alle rechtspersonen die arbeidszorg aanbieden en die voldoen aan
de criteria vermeld in bijlage.
Arbeidszorgmedewerker: is de persoon die met behoud van zijn sociale
zekerheidsstatuut
onbezoldigd
arbeidsmatige
activiteiten
verricht
in
een
arbeidszorginitiatief. Bij de berekening van het aantal arbeidszorgmedewerkers wordt
gewerkt met VTE (voltijdse equivalenten). Hierbij wordt uitgegaan van een voltijdse
week van 30 uur.
Ronde Tafel Arbeidszorg: de samenwerkings- en overlegstructuur die tot doel heeft het
overleg en de samenwerking tussen alle arbeidszorginitiatieven in Vlaanderen te
stimuleren en te coördineren, die optreedt als gesprekspartner van de hogere overheid
en waaraan zowel de vijf Vlaamse provincies deelnemen als de federaties van de
sectoren die arbeidszorg organiseren.
Arbeidszorgovereenkomst: een overeenkomst die wordt gesloten tussen een
arbeidszorgmedewerker en een arbeidszorginitiatief waarin de wederzijdse rechten en
plichten worden afgesproken.
Persoonlijk begeleidingsplan: een plan uitgaande van een arbeidszorginitiatief waarin de
persoonlijke begeleiding van de medewerker is beschreven zowel wat betreft het
arbeids- als het zorgaspect.
Registratiesysteem: het registratiesysteem dat ontwikkeld werd op initiatief van de
Ronde Tafel Arbeidszorg, en waarin de arbeidszorginitiatieven een reeks gegevens over
hun arbeidszorgmedewerkers registreren.
PEC-erkenning “Zorg”: beslissing genomen door de Provinciale Evaluatiecommissie
overeenkomstig het Decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams
Fonds voor de sociale integratie van personen met een handicap en het Besluit van de
Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap;
Hoofdstuk 2: Toekenningsvoorwaarden
Artikel 3 – Basissubsidie
Het arbeidszorginitiatief kan een basissubsidie aanvragen van 2.000 EUR.
Om in aanmerking te komen voor de basissubsidie moet het arbeidszorginitiatief op datum
van indiening van het aanvraagdossier aan de volgende voorwaarden voldoen:
a)
b)
c)
Haar werking hebben op het grondgebied van de provincie Antwerpen.
Voldoen aan de "criteria arbeidszorginitiatieven" die door de Ronde Tafel Arbeidszorg
zijn opgesteld. De lijst met criteria die als bijlage is toegevoegd maakt integraal deel uit
van het reglement. De in de lijst opgenomen streefdoelen zijn niet bindend.
Voor een aanvraag in jaar X, moet het arbeidszorginitiatief in orde zijn met de
registratie van zijn arbeidszorgmedewerkers in het registratiesysteem over het jaar X-1.
De aanvraag voor een basissubsidie moet jaarlijks hernieuwd worden.
Artikel 4 – Uitbreidingssubsidie
Het arbeidszorginitiatief kan een aanvraag doen voor een uitbreidingssubsidie.
Deze subsidie is bedoeld voor arbeidszorginitiatieven die een uitbreiding realiseren in het
aantal VTE arbeidszorgmedewerkers.
Bij een aanvraag in jaar X wordt per bijkomende VTE arbeidszorgmedewerker ten opzichte
van het jaar X-1 een subsidie gegeven van

12.000 EUR voor het jaar X

8.000 EUR voor het jaar X+1
120
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014

6.000 EUR voor het jaar X+2
De subsidie voor de uitbreiding die in jaar X gerealiseerd werd ten opzichte van jaar X-1,
wordt dus toegekend voor jaar X, jaar X+1 en jaar X+2, weliswaar degressief, en op
voorwaarde dat de gerealiseerde uitbreiding behouden blijft in het betrokken kalenderjaar.
De aanvraag kan betrekking hebben op een uitbreiding met 0,5 of 1 of 1,5 of 2 VTE
arbeidszorgmedewerkers
Het arbeidszorginitiatief
uitbreidingssubsidie.
kan
slechts
één
aanvraag
per
jaar
indienen
voor
een
De subsidies die in opeenvolgende jaren toegekend worden, kunnen gecumuleerd worden.
Om in aanmerking te komen voor de uitbreidingssubsidie moet het arbeidszorginitiatief aan
de volgende voorwaarden voldoen:
a) De voorwaarden gesteld voor de basissubsidie (zie artikel 3).
b) Op de datum van de aanvraag de registratie van de arbeidszorgmedewerkers in het
registratiesysteem volledig up-to-date hebben.
c) Zich engageren om de registratie van zijn arbeidszorgmedewerkers maandelijks up-todate houden.
d) Vermits de uitbreidingssubsidie degressief is en na 3 jaar stopt, zal het
arbeidszorginitiatief op zoek moeten gaan naar middelen om de gerealiseerde
uitbreiding te kunnen continueren. Bij de beoordeling van de aanvragen zal rekening
gehouden worden met de pistes die het arbeidszorginitiatief hiertoe ontwikkelt.
Enkel arbeidszorgmedewerkers waarvoor het arbeidszorginitiatief geen andere financiering
ontvangt, komen in aanmerking. Een nadere omschrijving hiervan wordt gegeven bij het
aanvraagformulier.
Artikel 5 - Kwaliteitsbewaking
Er zal bij de beoordeling van de subsidieaanvragen rekening gehouden worden met de
garanties die het arbeidszorginitiatief kan bieden inzake de kwaliteit van haar werking en van
de begeleiding van de arbeidszorgmedewerkers.
Hoofdstuk 3: Indienen van de aanvraag en beoordeling
Artikel 6 - Aanvraag
Aanvragen voor deze subsidie kunnen enkel gebeuren door indiening van het
aanvraagformulier.
Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de provinciale website of via eenvoudig telefonisch
verzoek en dient opgestuurd te worden naar Provinciebestuur, Dienst Welzijn en Gezondheid,
Boomgaardstraat 22, 2600 Antwerpen.
De aanvraag wordt per post ingediend en bij voorkeur ook digitaal.
De aanvraag dient bij het Provinciebestuur toe te komen uiterlijk op 31 maart van jaar X.1
De poststempel geldt als bewijs.
Het aanvraagdossier bestaat uit het volledig ingevulde aanvraagformulier, ondertekend
door de daartoe bevoegde persoon (handtekening met naam en functie).
De provincie kan steeds bijkomende informatie opvragen over het arbeidszorginitiatief, zijn
werking en zijn financiën.
1
Voor het jaar 2014 (het jaar waarin dit reglement in voege gaat), is 30 juni de uiterste
indieningsdatum.
121
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Hoofdstuk 4: Beoordeling, betaling, afrekening en controle
Artikel 7
De aanvraag wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen in:
a) De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de
aanwending van sommige toelagen.
b) Het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het
toestaan van reservevorming door subsidietrekkers.
Artikel 8 - Beoordeling
Een interne provinciale adviescommissie brengt aan de deputatie advies uit over de
aanvragen. De deputatie bepaalt het bedrag van de subsidie binnen de perken van de
kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie Antwerpen voorzien zijn.
Artikel 9 - Controle
Als het arbeidszorginitiatief een uitbreidingssubsidie aanvraagt in jaar X, moet het deze
uitbreiding van het aantal VTE arbeidszorgmedewerkers realiseren in jaar X ten opzichte van
jaar X-1. Dit zal als volgt gecontroleerd worden door de provinciale diensten:
a) via het registratiesysteem, op het moment van de aanvraag
b) via het registratiesysteem, periodiek tijdens jaar X, X+1 en X+2
c) via controlebezoeken ter plaatse
Indien tijdens of na afloop van elk betrokken kalenderjaar, uit het registratiesysteem en/of
uit een controlebezoek blijkt dat minder dan 80% van de uitbreiding van het aantal VTE
arbeidszorgmedewerkers gerealiseerd is, zal de provincie Antwerpen
a) verder geen subsidies meer uitbetalen voor deze niet-gerealiseerde uitbreiding
b) en/of overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitbetaalde
subsidiebedragen, op basis van art 7, 1° van de wet van 14 november 1983.
De provincie Antwerpen heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende
subsidie te controleren.
Artikel 10
Het toegekende subsidiebedrag wordt als volledig terugvorderbaar voorschot uitbetaald.
Artikel 11 - Afrekening
Ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor de subsidie werd
toegekend, zal de afrekening gebeuren op basis van het voorgelegde evaluatiedossier.
De tijdige afrekening betreffende jaar X is tevens een voorwaarde voor:
a) de uitbetaling van de uitbreidingssubsidie voor jaar X+1 en verder.
b) het indienen van een nieuwe aanvraag voor een basis- en/of uitbreidingssubsidie.
Het evaluatiedossier voor de basissubsidie bestaat uit:
a) een wettig ondertekende uitgavenstaat van het voorbije kalenderjaar, waaruit blijkt dat
de basissubsidie integraal werd aangewend voor gewone werkingsuitgaven
Het evaluatiedossier voor de uitbreidingssubsidie bestaat uit:
a) een wettig ondertekende uitgavenstaat, waaruit blijkt dat de uitbreidingssubsidie
integraal werd aangewend voor het realiseren van de uitbreiding (personeelskosten,
kosten in functie van kwaliteitsverbetering,...)
b) een kort verslag over de werking van het arbeidszorginitiatief in het betrokken
kalenderjaar, waarin onder meer duidelijk beschreven wordt welke acties ondernomen
122
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
c)
zijn in functie van de kwaliteit van de werking van het arbeidszorginitiatief en de
kwaliteit van de begeleiding
een beschrijving van de pistes die het arbeidszorginitiatief ontwikkeld heeft om de
gerealiseerde uitbreiding te kunnen continueren nadat de uitbreidingssubsidie van de
provincie is gestopt.
Het evaluatiedossier moet steeds ondertekend worden door de daartoe bevoegde persoon
(handtekening met naam en functie).
Artikel 12
Bij niet-naleving van de voorwaarden zoals genoemd in dit reglement of bij onjuiste,
onvolledige of laattijdig dossiers, zal de provincie Antwerpen overgaan tot de gehele of
gedeeltelijke terugvordering van uitbetaalde subsidiebedragen.
Artikel 13 - Betwistingen
Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan evenals alle
onvoorziene gevallen worden desgevallend éénmalig voor heroverweging voorgelegd aan de
deputatie mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier.
Dit reglement is van kracht vanaf 30/04/2014.
VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord.
Mevrouw VAN GOOL.- Dank u, voorzitter.
Ik wil eerst zeggen dat het een goed reglement is en dat het een goede zaak is dat er daar
een reglementering voor komt, omdat arbeidszorg een belangrijk aspect is in bijnatewerkstelling, maar toch een activering van mensen met een handicap.
Ik wil ook nog even terugkomen op de bekommernis die ik in de commissie ook meegegeven
heb. Hier ligt een reglement voor, en het is ook omdat het met één van de punten is dat het
arbeidszorginitiatief erover waakt dat de uitkering van de arbeidszorgmedewerker niet in
het gedrag komt. Dat is niet iets dat wij op provinciaal niveau kunnen regelen, omdat dat op
Vlaams niveau en federaal niveau geregeld moet worden. Er is nog altijd geen echt statuut
van de arbeidszorgmedewerker, terwijl er bijvoorbeeld wel een statuut is voor de
vrijwilliger. Dat maakt dat als een arbeidszorgmedewerker een vergoeding zou krijgen dat
strikt genomen in aanmerking zou kunnen komen voor zijn uitkering, er zelfs eventueel op
belast zou kunnen worden. Wat denk ik niet de bedoeling is als men niet die mensen wil
aansporen om een activiteit op te nemen. Het is ook een van de zaken die aangekaart is bij
de ronde tafel Arbeidszorg die recent gehouden is. Ik zou aan de gedeputeerde willen
vragen om dat ook zeker mee te nemen. Het zal nu niet meer geregeld kunnen worden, maar
het is toch ook een punt dat moet aangekaart worden bij de Vlaamse regering en federale
regering om daar een oplossing voor te bieden. Het zou jammer zijn dat een goed initiatief
eigenlijk in feite negatief zou kunnen worden omdat de mensen hun uitkering zouden
verliezen.
Dank u.
123
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
58 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
57 leden hebben ja gestemd;
1 lid heeft zich onthouden.
Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 1 onthouding.
124
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie
Nr. 10/1 van de agenda
Budget 2014. Budgetsleutel 0550/64900000/
Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N)
(2014000471). Project Landschapsdokters van
vzw Natuurwerk en vzw Kempens Landschap.
Subsidie 2014. Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Rapportage werkjaar 2013
In de zitting van 22 maart 2012 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed
als jaarlijkse ontwerpbegroting van het project voor de tewerkstelling van
8 arbeiders en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in
het goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie:
Loonkost arbeider
Loonkost begeleider
Werkingskosten
TOTAAL
Financiering
Vlaamse subsidie arbeider
Vlaamse subsidie begeleider
Betoelaging vanuit SINE
Cofinanciering gemeenten
Financiering Kempens Landschap
Cofinanciering provincie
Totaal
Bedrag/jaar
34.854 EUR
50.755 EUR
Aantal
8
1
8.833,08 EUR
13.249,32 EUR
10.200 EUR
8
1
4,5
Cfr goedgekeurde bedrag
Cfr. goedgekeurd bedrag
Totaal/jaar
278.832 EUR
50.755 EUR
66.000 EUR
395.587 EUR
70.665 EUR
13.249 EUR
45.900 EUR
80.000 EUR
10.000 EUR
175.773 EUR
395.587 EUR
Op 24 mei 2012 keurde de provincieraad het project en het meer jaren
engagement goed.
Voor de provincie Antwerpen betekent dit dat de jaarlijkse cofinanciering voor de
budgetjaren 2012 t/m 2015 principieel als volgt wordt:
Budgetjaar
2012
2013
2014
2015
Te voorziene provinciale cofinanciering
117.182 EUR
175.773 EUR
175.773 EUR
175.773 EUR
In zitting van 28 juni 2013 kende de deputatie een bedrag van 197.976 EUR toe
aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout voor het project
‘Landschapsdokters’, als subsidie 2013. Tegelijkertijd stemde de deputatie in met de
betaling van 197.976 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot van de subsidie
2013. De verhoging van dit subsidiebedrag kadert binnen de uitbreiding van het
project van 8 naar 13 deelnemende gemeenten vanaf maart 2013.
In zitting van 22 maart 2013 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed als
jaarlijkse ontwerpbegroting van het project voor de tewerkstelling van 11 arbeiders
en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in het
125
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie en welke uitbreiding van
tewerkstelling gevolg is van 5 extra deelnemende gemeenten aan het project:
Loonkost arbeider
Loonkost begeleider
Werkingskosten
TOTAAL
Financiering
Vlaamse subsidie arbeider
Vlaamse subsidie begeleider
Betoelaging vanuit SINE
Cofinanciering gemeenten
Financiering Kempens Landschap
Cofinanciering provincie
Totaal
Bedrag/jaar
34.854 EUR
50.755 EUR
Aantal
8.833,08 EUR
13.249,32 EUR
10.200 EUR
11
1
6,5
Cfr goedgekeurde bedrag
Cfr. goedgekeurd bedrag
11
1
Totaal/jaar
383.394 EUR
50.755 EUR
77.000 EUR
511.149 EUR
97.163 EUR
13.249 EUR
67.320 EUR
121.000 EUR
10.000 EUR
200.000 EUR
511.149 EUR
Voor de budgetjaren 2014 en 2015 komt de cofinanciering vanuit de provincie dan
principieel en jaarlijks neer op het hogervermelde bedrag van 202.416 EUR
Budgetjaar
2013
2014
2015
te voorziene provinciale cofinanciering
197.976 EUR
200.000 EUR
200.000 EUR
Natuurwerk
vzw
diende
recentelijk,
als
uitvoerder
van
het
project
Landschapsdokters, hun financieel en inhoudelijk rapport van de werking van het
project ‘Landschapsdokters’ voor de periode 2013 in, dit ter verantwoording van het
door hen ontvangen subsidiebedrag ter hoogte van 197.976 EUR.
Het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie geeft positief advies voor het rapport
2013 van Natuurwerk vzw. In dit kader adviseert het Provinciaal Steunpunt Sociale
Economie om voor 2014 een subsidiebedrag van 200.000 EUR toe te wijzen aan
Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie voor het project
“Landschapsdokters”, in samenwerking met de vzw Kempens Landschap.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op het verslag van de deputatie,
Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Ingestemd wordt met een bedrag van 200.000 EUR, als 100 % terugvorderbaar
voorschot 2014 aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als
subsidie sociale economie 2014 voor het project “Landschapsdokters” in
samenwerking met de vzw Kempens Landschap, vanuit het globale krediet van
126
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
950.000 EUR van het budget 2014, ingeschreven onder budgetsleutel
0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N).
VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen.
Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend.
Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming.
58 leden hebben deelgenomen aan de stemming;
58 leden hebben ja gestemd.
Goedgekeurd met 58 stemmen ja.
127
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
14. Interpellaties
Nr. 14/1 van de agenda
Interpellatie in verband met personeelsbeleid en
herfinanciering openbare sector,
ingediend door mevrouw Nicole Naert (PVDA+).
Interpellatie
De laatste jaren hoor je dikwijls zeggen:” We hebben het hier nog zo slecht niet in
vergelijking met andere landen. De crisis slaat hier toch minder toe”. Wel dat lijkt
zo. Het feit dat de gevolgen van de crisis hier wat afgeremd worden is vooral te
wijten aan de sociale verworvenheden in dit land. Dank zij de index, de sociale
zekerheid en vele openbare diensten- alle verworvenheden bevochten door de
arbeidersklasse-, onze grootouders en ouders - is er effectief een sociaal opvangnet
in dit land om de scherpste kantjes van deze crisis af te ronden.
Mijn interpellatie vandaag focust zich op één van deze verworvenheden nl. over de
openbare dienstverlening, waarvan onze provinciale diensten deel uitmaken.
Collega’s, vandaag betoogden een paar duizend ambtenaren van lokale besturen,
waaronder personeel van onze provincie, om de herfinanciering te eisen van de
lokale besturen. Zij leveren daarvoor geld of verlof in om goeie, betaalbare
openbare diensten te verdedigen. Wij kunnen dit niet aan ons voorbij laten gaan en
moeten afspreken hoe wij hun eisen kunnen ondersteunen.
We hebben redenen genoeg om deze actie te ondersteunen. Een paar voorbeelden
maar.
We beginnen al de eerste nadelige gevolgen te voelen van de besparingen,
opgelegd door de 3 -5-8 % besparingen in het meerjarenplan 2013-2015. Eén der
maatregelen was dat de langere afwezigheden slechts vervangen worden vanaf
zevende i.p.v. de vierde maand, zoals het vroeger was. Zwangerschapsverloven
duren meestal geen zes maanden en er is door de maatregel geen vervanging
voorzien. De gevolgen hebben we gemerkt bij het rapport over de uitvoering van
de operationele en financiële doelstellingen van budgetjaar 2013.
Zo was o.a. de stafdienst Algemeen beleid één der slachtoffers van de maatregel.
We lezen als toelichting bij het niet behalen van de doelstelling het volgende “
Wegens zwangerschap werd er in het eerste kwartaal geen opvolging gedaan van
de kwaliteitscontroles op de beheers- en boekhoudkundige inventaris. In het
tweede semester werden de controles terug uitgevoerd, maar kon de achterstand
(in de voorop gestelde aantallen) niet worden ingelopen. En dat was geen
alleenstaand feit: ook in andere commissies werd door de leidinggevende
ambtenaar verwezen naar het feit dat bv kwartaaldoelstellingen niet gehaald
werden wegens niet vervanging van personeel met zwangerschapsverlof. En
tenslotte liep ook de facilitaire dienst een ernstige achterstand op wegens niet
vervanging van een langdurige afwezigheid wegens ziekte.
Daarnaast worden wij ook als “Provincie” geconfronteerd met het pensioendossier.
In het eerste kwartaal 2013 hadden we reeds 805 contractuelen t.o.v.
926 statutairen. De ambtenaar waarschuwde toen al voor de nabije toekomst. In
2015 zullen meer contractuelen tewerkgesteld zijn dan statutairen. Daardoor
128
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
stijgen ook de kosten voor de tweede pensioenpijler en vanaf 2016 stijgen de
bijdragen naar de RSZPPO van 30% naar 41,5%.Want “Door de nieuwe wet van
24 oktober 2011 op de financiering van de ambtenarenpensioenen moeten de
lokale besturen de pensioenbijdrage op de totale loonmassa van hun statutaire
benoemden tegen 2016 van de huidige 30% naar 41,5% brengen.” We kunnen ons
afvragen of dit nog betaalbaar blijft.
Kan de bevoegde gedeputeerde ons reeds prognoses voorleggen over welke
bedragen dit zal gaan?
Met deze achtergrond ook nog de volgende vragen aan de verantwoordelijke
gedeputeerde om naar de volgende begroting toe bijkomende drastische
besparingsmaatregelen op personeel te vermijden:
1) “ Welke stappen onderneemt de deputatie bij de hogere overheden om een
betere financiering van het provinciefonds te bekomen” Naar aanleiding van
de vorige begrotingsbesprekingen en de door Vlaanderen opgelegde
supplementaire besparingen heeft de Vereniging voor Vlaamse provincies
ernstig geprotesteerd en geëist. Ik citeer: “ vraagt aan de leden van het
Vlaams parlement om:
- Uit de begrotingsopmaak 2014, met betrekking tot het provinciefonds, de
extra 26,4 miljoen EUR te schrappen.
- En‘ de Vlaamse Regering te verplichten om overleg aan te gaan met de
Vlaamse provincies over de totaliteit van de provinciale financiën‘.
Is er vooral van deze tweede vraag iets terecht gekomen en is er al een planning
naar de volgende begroting toe? Nu, in de nieuwsbrief van de Vereniging van
Vlaamse Provincies kunnen we opmaken dat de vereniging de communicatie tussen
Vlaanderen en de provincies als een “ gemiste kans” bestempelen.
Maar, hoe dan ook, binnen zes maanden staan we voor nieuwe
begrotingsbesprekingen. Het is dus tijd om bijkomende financiering te eisen. Het is
nu wel de moment, nog voor een nieuwe regeringsvorming, dat de lokale besturen
geld bijvragen aan de hogere overheid en zo haar eisen kenbaar maakt,
2) “We stellen nu al vast dat de maatregel om langdurige afwezigheden minder
dan zes maand niet te vervangen nefaste gevolgen heeft voor de werking
van de betrokken diensten. Overweegt de deputatie om althans op dat
gebied de klok terug te draaien naar de vorige regeling en vervanging te
voorzien voor alle afwezigheden langer dan drie maanden?”
Nicole Naert,
Provincieraadslid PVDA+.
129
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord.
Mevrouw NAERT.- Mevrouw de gouverneur,
Mijnheer de voorzitter,
Waarde collega’s,
De laatste jaren hoor je dikwijls zeggen: “We hebben het hier nog zo slecht niet in
vergelijking met andere landen. De crisis slaat hier toch minder toe.” Wel dat lijkt zo,
maar als dat is, is dat omdat we hier in dit land drie zaken hebben die door de
arbeidersklasse bevochten zijn, namelijk de index, de sociale zekerheid, maar ook goed
werkende en vele openbare diensten.
Vandaag in mijn interpellatie zou ik het meer bepaald over dat derde punt willen hebben:
de openbare dienstverlening, waarvan onze provinciale dienstverlening een deel van
uitmaakt.
Collega’s,
Misschien hadden we moeten meedoen vandaag, dan was gans dat punt over de koepel
sowieso misschien verschoven. Vandaag hebben een paar duizend personeelsleden van lokale
besturen betoogd hier in Antwerpen om de herfinanciering te vragen van deze openbare
sector. Deze mensen die gestaakt hebben, hebben daar geld voor ingeleverd. Anderen
hebben er verlof voor ingeleverd. Vermits dat het ook ons aangaat denk ik dat het
fantastisch is dat we van hieruit ook een steunbetuiging op de een of andere manier aan
hen geven.
Vandaar mijn tussenkomst daarvoor, en de interpellatie over de stand van zaken over de
herfinanciering van de provincie Antwerpen.
Collega’s,
We beginnen zo stilaan toch een aantal nadelige gevolgen te ondervinden van de
besparingen ons opgelegd door de 3-5-8% operatie in het meerjarenplan 2013-2015. Een
dezer maatregelen was dat langere afwezigheden slechts vervangen worden vanaf de 7 e, in
plaats vanaf de 4e maand. Iedereen zal het wel weten, zwangerschapsverloven duren
meestal geen 6 maanden, en er is door de maatregel geen vervanging meer voorzien. De
gevolgen hebben we nu al reeds gemerkt wanneer we een rapport kregen over de uitvoering
van de operationele en financiële doelstellingen van het budgetjaar 2013.
Zo was onder andere de Stafdienst Algemeen Beleid één der slachtoffers van de
maatregelen. We lezen als toelichting bij het niet behalen van de doelstelling het volgende:
“Wegens zwangerschap werd in het eerste kwartaal geen opvolging gedaan van de
kwaliteitscontroles op de beheers- en boekhoudkundige inventaris. In het tweede
semester werden de controles terug uitgevoerd, maar kon de achterstand, in de
vooropgestelde aantallen, niet worden ingelopen.” En dat was geen alleenstaand feit. Ook in
andere commissies werd door de leidinggevende ambtenaar verwezen naar het feit dat
bijvoorbeeld kwartaaldoelstellingen niet gehaald werden wegens niet vervanging van
personeel met zwangerschapsverlof. En tenslotte liep ook de Facilitaire dienst een
ernstige achterstand op wegens niet vervanging van een langdurige afwezigheid wegens
ziekte.
130
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
Een tweede punt dat ik wil aanhalen is dat ook onze provincie geconfronteerd wordt met
het pensioendossier. In het eerste kwartaal 2013 hadden we reeds 805 contractuelen ten
opzichte van 926 statutairen. De ambtenaar waarschuwde ons toen al voor de nabije
toekomst. In 2015 zullen meer contractuelen tewerkgesteld zijn dan statutairen. Daardoor
stijgen ook de kosten voor de tweede pensioenpijler en daarnaast komt daar nog bij dat de
bijdragen die naar de RSZPPO moeten betaald worden door de provincie vanaf 2016
opgetrokken worden van 30% naar 41%, ons opgelegd door de wet van 24 oktober 2011. We
kunnen ons afvragen of dat dit wel allemaal betaalbaar zal blijven.
Vandaar mijn eerste vraag aan de bevoegde gedeputeerde, mijnheer Peeters. Kunnen er
reeds prognoses voorgelegd worden over welke bedragen dit zal gaan?
Met deze situatie als achtergrond wil ik het volgende vragen aan de verantwoordelijke
gedeputeerde om naar de volgende begroting toe bijkomende drastische
besparingsmaatregelen te kunnen vermijden op personeel.
Welke stappen onderneemt de deputatie bij de hogere overheden, meer bepaald
Vlaanderen, om een betere financiering van het Provinciefonds te bekomen? Naar
aanleiding van de vorige begrotingsbesprekingen en door de door Vlaanderen opgelegde
supplementaire besparingen heeft de Vereniging voor Vlaamse Provincies ernstig
geprotesteerd en onze provincie heeft zich daarbij aangesloten en heeft het volgende
geëist. Ik citeer het: “Zij vraagt aan het Vlaams parlement om
- dit is al achter de rug, maar ik wou het toch nog even herhalen: uit de begrotingsopmaak
2014, met betrekking tot het provinciefonds, de extra 26,4 miljoen EUR te schrappen.
- en de Vlaamse regering te verplichten om overleg aan te gaan met de Vlaamse provincies
over de totaliteit van de provinciale financiën.”
Het is vooral op deze tweede vraag dat ik de vraag heb: is daar iets van terecht gekomen?
Ik moet eerlijk zeggen, toen ik deze interpellatie opmaakte kregen we juist de nieuwsbrief
van de Vereniging voor Vlaamse Provincies binnen gestuurd waarop toch een stuk stond dat
er op het vlak van communicatie tussen Vlaanderen en de provincies gemiste kansen waren.
Maar, hoe dan ook, binnen 6 maanden staan we voor nieuwe begrotingsbesprekingen. Het is
dus tijd om bijkomende financieringen te eisen. Men zal zeggen: ja maar, er is een nieuwe
regering. Maar goed, het is het moment met verkiezingen. Alle middenveldorganisaties
maken een memorandum op. We zouden dat ook kunnen doen naar Vlaanderen. De provincies
eisen dat er een betere financiering van het Provinciefonds komt.
Vandaar mijn vraag: worden daar stappen in die richting gezet?
Tenslotte mijn laatste vraag. We stellen nu al vast dat de maatregel om langdurige
afwezigheden, minder dan 6 maanden niet te vervangen, nefaste gevolgen heeft voor de
werking van de betrokken diensten. Overweegt de deputatie om althans op dat gebied de
klok terug te draaien naar de vorige regeling, en vervanging te voorzien voor alle
afwezigheden langer dan 3 maanden?
Ik dank u.
131
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mevrouw Naert, ik zou willen beginnen met te stellen
dat dit provinciebestuur in alle geval, tot nader order, vooral niet bespaard heeft op
personeel.
Als we kijken naar de 8% die we in 2015 zullen moeten behalen op de totale uitgaven van de
provincie, en we tellen daar nog eens de 7 miljoen bij die gekort is van het provinciefonds
dan komen we boven de 10% minder uitgaven. Als ik het lijstje maak van het aantal
personeelsleden dat via natuurlijke afvloeiing dit bestuur zal verlaten, ik druk daar wel op,
zonder naakte ontslagen, dan kom ik aan nauwelijks 3%. Ik denk wat dat betreft dat we
wat dit bestuur betreft echt niet kunnen stellen dat we vooral op personeel hebben
bespaard. Wij zullen ook ons uiterste best doen om dat in de toekomst zo te houden.
Dat betekent wel dat wij inderdaad een andere maatregel hebben genomen. Dat is die
verstrengde vervangingsregeling. U verwijst naar problemen die er zouden zijn ontstaan in
2013. Ik wil er u toch op wijzen dat die verstrengde vervangingsregeling pas ingegaan is op
het einde van 2013, en eigenlijk zijn beslag maar heeft gekregen dit jaar. Ik zie niet in hoe
dat dit kan te maken hebben met de voorbode die u gegeven heeft. Ik heb eerlijk gezegd
nog weinig echte acute problemen vanuit het personeel gekregen. Het is zelfs zo dat
mochten er toch problemen zijn in bepaalde functies, wat wij kritische functies noemen,
om de dienstverlening te garanderen aan het publiek, of aan de gemeenten, of aan wie dan
ook, dat wij telkens ook voorzien hebben dat in de deputatie kan beslist worden om af te
wijken van die verstrengde maatregel. Dus het is wel zo dat wij echt ons uiterste best
doen om de dienstverlening vanuit het provinciebestuur aan al onze partners te garanderen.
Tot op dit ogenblik denk ik dat wij daarin geslaagd zijn. Ik wil dan toch ook wel de
waardering van deze deputatie uitspreken naar ons personeel die dat tot nu toe zeer goed
gedaan hebben en daar heel goed aan meewerken.
Ik wil dan ook nog eens beklemtonen dat voorlopig uit niets blijkt uit de personeelspeiling,
die uitvoerig is toegelicht in de commissie, dat er wat dat betreft ontevredenheid zou zijn
bij ons personeel. Ik heb zopas vernomen dat er wat de staking betreft er
3 personeelsleden van heel ons provinciebestuur hebben deelgenomen. Ik denk niet dat wij
met een acuut probleem zitten wat dat betreft. Ik vraag mij trouwens af wat de timing van
die staking betreft, of dat het wel veel nut heeft op een moment dat de regeringen in
recessie zijn.
Wat de pensioenlast betreft, ook daar wil ik toch wel even de nadruk leggen dat wij in
vergelijking met vele andere lokale besturen, in vergelijking met vele gemeenten en
OCMW’s, heel goed voorbereid zijn op die pensioenlast die op ons afkomt. Er is 10 jaar
geleden een groot pensioenfonds aangelegd, in overleg ook met de vakbonden. Er is dan ook
een grote buffer op dit ogenblik van minstens 60 miljoen om in de toekomst die stijgende
responsabiliseringsbijdrage te betalen. Het gaat hier trouwens niet over een boete, maar
over responsabiliseringsbijdragen. Ik wil er ook op wijzen dat, in tegenstelling tot wat u
stelt, die stijging bij ons nog niet zo spectaculair is als u het voorstelt. Wij zitten in pool
2, en daar betalen wij weliswaar al een grotere bijdrage. Maar het verschil tussen nu en de
toekomst is wat dat betreft kleiner dan de cijfers die u geeft. Het is zelfs zo dat op dit
ogenblik, wat die responsabiliseringsbijdrage betreft voor het statutair personeel, wij dit
132
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
tot nu toe, maar dat zal waarschijnlijk niet zo blijven, kunnen betalen zelfs met de
opbrengst van die buffer. Wat dat betreft staan we er niet zo slecht voor, tenminste niet
in vergelijking met vele andere lokale besturen.
Het is anderzijds heel moeilijk te voorspellen hoe snel dat die responsabiliseringsbijdrage
zal oplopen. Dat heeft te maken met heel wat factoren, met het aantal statutairen dat we
nog in dienst hebben, met het aantal mensen dat op pensioen is, met hoelang dat die
mensen leven, met wijzigingen eventueel in de pensioenwetgeving, en ga zo maar door. Maar
er is denk ik door de bevoegde ambtenaars enkele maanden geleden daar in de commissie
over gezegd dat – maar dat is een hele ruwe schatting, u mag mij daar niet op vastpinnenwe toch wel 10 à 15 jaar verder kunnen met het systeem dat we nu hebben. Wanneer het
toch zo ver zou komen dat wij niet toekomen met die buffer, of met onze voorzieningen
daarvoor, dan vrees ik dat dan al lang ook vele andere lokale besturen dik in de problemen
zijn gekomen, en dat inderdaad hogere overheden dan al maatregelen zullen moeten nemen
om dat probleem op te lossen.
Ik wil er toch wel de nadruk op leggen dat wat dat betreft de provincie het op dit ogenblik
nog niet zo slecht doet, en dat ook de vakbonden dat beamen.
Wat het memorandum betreft van de VVP. Er is inderdaad een memorandum geweest, zoals
vele organisaties op het einde van legislaturen memoranda sturen. Wij wachten, samen met
u, af hoe de bevoegde overheid, in dit geval vooral de Vlaamse overheid, daarop zal
reageren. Persoonlijk vind ik het vooral belangrijk dat wij na de verkiezingen zo snel
mogelijk weten welke richting dat uit gaat. Maar u weet ook, dat is hier ook al een paar
keren gezegd, dat er een aantal politieke partijen zijn die het provinciebestuur, of het
bestuursniveau, in vraag stellen. Wij zullen moeten afwachten welk standpunt de Vlaamse
overheid daarin neemt. Maar ik hoop in alle geval dat als wij als provinciebestuur moeten
blijven doen wat we doen, en we denken nog altijd dat we dat goed doen of zo goed
mogelijk proberen te doen, dat wij dan ook de nodige middelen daarvoor zullen krijgen en
zullen voor kunnen genereren.
Dank u wel.
VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord.
Mevrouw NAERT.- Ik wil de gedeputeerde danken voor het vrij uitgebreid antwoord dat
wij gekregen hebben.
Het is een feit, ik heb vanmorgen mee betoogd. Ik betoogde samen met personeel van de
provincie. Er waren personeelsleden van de provincie aanwezig. Sommigen hebben daar
verlof voor genomen. Wat we ook gemerkt hebben in de discussies met de mensen van de
gemeenten, en daar heeft de gedeputeerde gelijk in, is dat de situatie van de gemeenten
en OCMW’s veel slechter is dan die van de provincie. Dat is duidelijk. De overgrote
meerderheid van de mensen die gestaakt hebben waren ook van de gemeenten. Maar dat
belet niet dat wij niet waakzaam moeten zijn, of dat er hier in de provincie ook zo’n
situaties kunnen komen. Dat was eigenlijk de essentie van mijn interpellatie.
133
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
U hebt antwoord gegeven over de pensioenlast. Dat zijn zeer interessante cijfers. Over
die zwangerschappen wil toch nog een ding zeggen. De zaken die wij gekregen hebben in de
commissies, de beoordeling van het budget 2013, als daar al gevolgen voor waren dan vraag
ik mij af wat de gevolgen gaan zijn voor 2014. Die gaan normaal nog erger zijn. Dus ik denk
dat het aangewezen is om deze maatregel toch even te evalueren en te herbekijken.
De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ja, dat is trouwens ook voorzien. Dat is afgesproken
dat wij ten laatste op het einde van dit jaar die verstrengde besparingsmaatregel zullen
evalueren om daar eventueel problemen die er zouden ontstaan zijn op te vangen. Ik druk
er nog eens op dat wij echt proberen wanneer er zich ‘noodsituaties’ voordoen, waarbij er
echt problemen komen, vooral in kleinere diensten, dat wij daar proberen in de mate van
het mogelijke een mouw aan te passen.
VOORZITTER.- Bij deze zijn we aan het einde gekomen van de openbare zitting. Ik dank
het publiek om naar hier te komen, en de zaal te verlaten zodat wij kunnen overgaan tot de
besloten vergadering.
De raad gaat in besloten vergadering om 16.32 uur.
134
VERGADERING VAN 30 APRIL 2014
15. BESLOTEN VERGADERING
Nr. 15/1 van de agenda
Personeel. Aanpassingen verlof voor opdracht en
namenlijsten met betrekking tot de transities.
Goedkeuring.
Verslag van de deputatie
Men gaat over tot de geheime stemming. 59 leden nemen eraan deel. Er zijn
58 stemmen ja en 1 stem nee. Derhalve is het voorstel goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten om 16.34 uur.
135