STENOGRAFISCHE NOTULEN VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN __________ VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 __________ De vergadering wordt geopend te 14.36 uur. Mevrouw de Gouverneur en de heer Provinciegriffier zijn aanwezig. Tekenden de aanwezigheidslijst: De heer Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer De heer Mevrouw Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw ARBIB Abdelkarim BAETEN Els BAYRAKTAR Aysel BELLENS Peter BOCKX Greet BOLLEN Ivo BOONEN Nicole BUNGENEERS Luc CALUWÉ Ludwig COLSON Mireille CORLUY Bert COTTENIE Christ'l CUYT Rony DE COCK Koen DE HAES Jan DE HERT Vera DE LOBEL Hilde DILLEN Koen FEYAERTS Patrick GENIETS Benedicte GEUDENS Frank GEYSEN Kris GODDEN Jürgen GOOSSENS Kris HELSEN Koen HENS Werner HOFKENS Jan HUIJBRECHTS Jan JACQUES Ilse JANSSEN Patrick JANSSENS Eric KERREMANS Koen LEMMENS Luk MARCIPONT Daniël MEEUS Michel MERCKX Kris MICHIELSEN Inge MINNEN Herman MOREAU Livia MUYSHONDT Tine 3 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Mevrouw De heer De heer Mevrouw De heer De heer De heer De heer Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw De heer Mevrouw De heer Mevrouw De heer De heer NAERT Nicole PALINCKX Koen PEETERS Bruno PEETERS Marleen RÖTTGER Rik SCHOOFS Hans SELS Frank UGURLU Sener VAN CLEEMPUT Loes VAN EETVELT Roel VAN GOOL Greet VAN HAUTEGHEM Marleen VAN HOFFELEN Karin VAN HOVE Bart VAN HOVE Katleen VAN LANGENDONCK Gerda VAN OLMEN Mien VANALME An VERHAERT Inga VERHAEVEN Eddy VERLINDEN Linda VOLLEBERGH Steven WECKHUYSEN Wendy WILLEKENS Tim ZANDER Jan Verontschuldigd: Mevrouw AVONTROODT Yolande, mevrouw BRADT Sofie, de heer CAALS Tom, mevrouw GIELEN Pascale, mevrouw HENDRICKX Iefke, mevrouw STEVENS Lili en de heer VANDENDRIESSCHE Diederik, 4 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De raad is bijeen in openbare vergadering. Mondelinge vragen VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Geachte collega’s, Ik heb vastgesteld dat de mondelinge vragen op voorhand alleen worden meegedeeld aan de leden van het Vast Bureau. Het is misschien een goed idee om die ook op te sturen naar alle leden, dan zou mijn vraag nog korter kunnen geweest zijn. Het is een vraag voor de opstelling van een reglement houdende de principes, regels en controleprocedures in verband met de aanvaarding en toewijzing van gratis tickets voor evenementen. Deze vraag is het gevolg van het totaal ontoereikende mini-antwoord dat gedeputeerde Bruno Peeters gegeven heeft op mijn tussenkomst over dit onderwerp op 23 januari, bij het agendapunt 14/2 – Interpellatie in verband met de wenselijkheid van het bedingen van, en eventuele regels voor het toewijzen van gratis tickets voor Tomorrowland en gelijkaardige manifestaties, onder andere in het Sportpaleis. Zoals men in het beknopt verslag kan lezen heeft de gedeputeerde mijn voorstel afgewezen om een reglement op te stellen dat een verantwoording, principes en regels zou uitwerken voor het beleid in deze materie. De gedeputeerde beperkte zich tot volgend kort antwoord: “De tickets worden gebruikt voor netwerking, bijvoorbeeld het uitnodigen van sponsors voor het G-Sportfonds. Ook raadsleden en sommige ambtenaren kunnen er gebruik van maken.” Zijn besluit dat ‘het moeilijk is hiervoor een reglement op te stellen’ en dat ‘de provincieraad betere dingen te doen heeft’, komt er op neer dat de deputatie op dit gebied geen verandering wenst maar een status quo. De huidige duistere en ongereglementeerde situatie op dit gebied wordt verdedigd en behouden. De PVDA+ kan hiermee niet akkoord gaan. Zij vraagt de deputatie een engagement om nog dit jaar een reglement voor te leggen houdende de principes, regels en controleprocedures in verband met de aanvaarding en toewijzing van gratis tickets voor evenementen, in eerste instantie de grote en dure. Onze fractie wil de deputatie daarvoor de nodige tijd gunnen, maar is toch van oordeel dat er tegen het einde van 2014 een voorstel kan en moet voorliggen. Indien de deputatie zich, in antwoord op deze vraag, hiertoe niet wil engageren zullen we in een volgende zitting een motie voorleggen, en dan zullen we zien hoeveel raadsleden deze steunen. Ter informatie bezorg ik u hier de link naar een recent artikel over dit onderwerp op mijn blog http://bit.ly/1j2ARi9 onder de titel waarom ik 2 gratis tickets van Tomorrowland weiger. Ik denk dat in mijn geval, en in dat van sommige anderen ook, als leden van de commissie Recreatie het verantwoord zou geweest zijn dat te aanvaarden vanuit de functie toezicht op een dossier waar we toch intensief rond gewerkt hebben. Maar ik heb het geweigerd, vooral omdat er nog altijd geen regels voor deze materie zijn. Bovendien, en ik heb er naar verwezen in dat artikel, omdat ik daar de gedeputeerde al enkele pistes voor principes en modaliteiten voor dit reglement aanreik. 5 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Over dat van Tomorrowland denk ik dat het wel een serieuze aanleiding was. Ik heb het eens uitgerekend: dit jaar, vorig jaar bij mijn weten was het niet het geval, heeft men ook 2 gratis kaarten aan de raadsleden aangeboden. Veronderstel dat ze die alle 72, plus hun partner, aanvaarden, zou dat 12.000 EUR tickets vertegenwoordigen. Van de 48.000 EUR tickets voor Tomorrowland die bedongen zijn, van welk type weten we niet, schiet er nog 36.000 EUR over die gaan verdeeld worden op een manier waarop wij geen enkel zicht hebben. Ik verwacht een klaar engagement van de deputatie. Dit zou dan trouwens in de lijn liggen van de aankondiging van Luk Lemmens van een klein jaar geleden dat hij komaf ging maken met de gratis tickets voor raadsleden voor de Nights of the Proms. Wij hebben daar sindsdien niets meer van gehoord. Alleen een klaar reglement kan zorgen dat er een einde komt aan vriendjespolitiek, ondoorzichtigheid, en subtiele beïnvloeding van politici, of op zijn minst aan het vermoeden daarvan. Ook op het vlak van de politieke zeden is er verandering nodig. Ik dank u. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, het is niet de eerste keer dat u mij opnieuw dezelfde vraag stelt omdat u vindt dat ik daar niet op geantwoord heb, maar het is vooral omdat u natuurlijk niet het antwoord hoort dat u graag wil horen. Ik wil toch nog maar op dezelfde manier de toelichting geven zoals de vorige keer. Ik heb ook de moeite gedaan, en ik moet u zeggen dat kost toch wel wat inspanning, om uw blog eens diagonaal door te nemen. Daar staan toch wel dingen in die volgens mij niet helemaal stroken met de waarheid, om het zacht uit te drukken. Het is dus niet zo dat tickets, die wij bijvoorbeeld krijgen van de organisatoren van Tomorrowland en die ook contractueel bepaald zijn, iets is dat wij hebben afgetrokken van de huurprijs. Het betalen van een huurprijs is nog iets anders dan het toekennen van tickets. Hetzelfde geldt voor een aantal andere zaken. Wij krijgen soms ook tickets als return in een overeenkomst met subsidies die wij geven aan sportmanifestaties. Dan zit daar altijd een pakketje return in, in de vorm van tickets. Dat is, zoals ik al gezegd heb, om inderdaad zowel mensen die ergens iets te maken hebben met de provincie, hetzij een provincieraadslid, hetzij een ambtenaar, eens te kunnen uitnodigen naar evenementen om ook eventueel op een aangename manier te spreken over dossiers die met de provincie te maken hebben, of die met het onderwerp te maken hebben waarover de tickets gaan. Dat noemt men netwerking. Dat is gebruikelijk overal, in heel onze samenleving, zowel in de privé- als in de openbare sector. Wij begrijpen als deputatie dus niet goed wat daar mis mee is. Om een duidelijk antwoord nog eens te herhalen op uw vraag: we gaan ons als deputatie niet bezighouden met de opmaak van een gedetailleerd reglement. Dat is volgens ons niet toepasbaar, omdat ook de mensen die tickets verkrijgen elk jaar kunnen wijzigen. Het hangt er een beetje van af over welke manifestatie het gaat. We hebben in die zin wel stappen gezet dat wij voor het eerst alle provincieraadsleden de kans hebben gegeven om 6 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 tickets te verwerven om eens te gaan kijken in De Schorre wat Tomorrowland is. Dat is een vorm van het creëren van een draagvlak binnen dit bestuur, ook omdat wij vinden dat de provincieraad alles te maken heeft met De Schorre en met wat daar gebeurt. Zo kunnen we de mensen de kans geven om daar eens kennis mee te maken. Ik wil ook nog eens bevestigen dat het deze deputatie is die gekochte tickets, zoals van The Nights of te Proms, afgeschaft heeft. Dat was wel een echte kost voor de provincie om die te kopen. Maar de tickets die wij nu krijgen van Tomorrowland, of via de sport, of via andere zaken waar wij bij betrokken zijn, zijn dingen die in een contract zitten of die wij krijgen van de organisatoren waar wij nooit een zuivere financiële waarde kunnen tegenover stellen. Nogmaals, wij denken dat het echt onmogelijk is om een sluitend, gedetailleerd reglement te maken om te bepalen wie welke tickets wanneer krijgt. Dank u wel. 7 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN OPENBARE VERGADERING De leden van de provincieraad GRIFFIE Departement Algemeen Beleid datum 15 april 2014 kenmerk GF/PAURIHE contactpersoon Ria Herremans | T 03 240 54 09 [email protected] onderwerp Provincieraad Mevrouw, Mijnheer, Ik heb de eer u mede te delen dat ik bij toepassing van artikel 20 van het provinciedecreet beslist heb de provincieraad bijeen te roepen op woensdag 30 april 2014 om 14.30 uur. U gelieve deze vergadering, die plaats heeft in het Bernarduscentrum, Lombardenvest 23 te 2000 Antwerpen, bij te wonen. Als bijlage zend ik u de agenda. Met bijzondere hoogachting, De voorzitter, Kris Geysen Postadres: Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen T 03 240 50 11 [email protected] Bezoekadressen (van juni 2013 tot eind 2016) Administratie: Provinciehuis aan de Singels (PaS) Desguinlei 100 | 2018 Antwerpen Deputatieleden en kabinetten: Parkhuis Koningin Elisabethlei 18 | 2018 Antwerpen 8 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Agenda OPENBARE VERGADERING 0. Provinciale overheid 0/1 Wijziging van artikel 15 van de statuten van 14 autonome provinciebedrijven. Goedkeuring. 0/2 Beheersovereenkomsten met 14 autonome provinciebedrijven. Goedkeuring. 0/3 Jaarlijkse rapportage met betrekking tot interne controle. Goedkeuring. 1. Cultuur 1/1 Erediensten. Antwerpen. Vraag tot opheffing van de erkenning van de islamitische geloofsgemeenschap de Koepel - Stenenbrug 11 - 2140 Borgerhout (Antwerpen). Advies. Goedkeuring. 2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales 2/1 Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO): huishoudelijk reglement. Goedkeuring. 2/2 Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Algemene vergadering 20 mei 2014. Agenda. Goedkeuring. 3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking 3/1 Provinciale initiatieven. ERSV-Platform. Vervanging van een raadslid. Goedkeuring. 4. Financiën en logistiek 4/1 Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het verlenen van diensten van juridische aard (2014-2018). Plaatsing van de opdracht, gunningswijze en opdrachtdocumenten. Goedkeuring. 9 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 4/2 Afsluiting van een raamovereenkomst voor een verzekering alle bouwplaatsrisico's voor verschillende bouwprojecten van de provincie Antwerpen. Goedkeuring. 4/3 Provinciale Overheidsopdrachten. Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet. Opdracht voor catering in het PaS. Bestek. Goedkeuring. 4/4 Provinciale overheidsopdrachten. Mechelen. Provinciale scholen voor tuinbouw en techniek. Oprichten van voorlopige klaslokalen. Ontwerp. Goedkeuring. 4/5 Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen/Deurne. Provinciaal groendomein Rivierenhof. Openluchttheater. Vernieuwen van de overkapping Studieopdracht met uitvoering. Ontwerp. Goedkeuring. 4/6 Provinciale overheidsopdrachten. Bornem/Hingene. Kasteel d'Ursel. Restauratie en renovatie. Masterplan textilia. Ontwerp. Goedkeuring. 4/7 Provinciale overheidsopdrachten. Mechelen. Provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker. Renovatie van de sporthal. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring. 4/8 Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Fase 1: aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel. Verrekening nr. 2. Goedkeuring. 4/9 Vastgoed. Mechelen. Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen. Innemingen 8 en 9 (Gemeenschapsonderwijs). Goedkeuring. 4/10 Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aankoop gronden vzw Natuurpunt (innemingen 31 t/m 35 ). Goedkeuring. 4/11 Vastgoed. Sint-Amands. Veerhuis. Overdracht aan gemeente SintAmands. Goedkeuring. 4/12 Gerechtigden verhoogde tegemoetkoming. Vrijstellingen. Medewerking kruispuntbank. Kennisname. 5. Onderwijs en jeugd 5/1 Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel. Vakbondsoverleg. Lokaal Syndicaal Overlegcomité. Huishoudelijk reglement. Goedkeuring. 5/2 Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel. Rechtspositieregeling. Goedkeuring. 10 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 5/3 Hervorming van adviesraad POA naar adviesraad educatie. Aanpassing reglement. Goedkeuring. 5/4 Verschuiving van krediet voor het huurdersonderhoud van APB POA. Goedkeuring. 5/5 Jeugddienst. Subsidie aan vzw Creatief Schrijven voor de organisatie van Frappant TxT 2014-2015. Goedkeuring. 5/6 Jeugddienst. Subsidiereglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’. Goedkeuring. 6. Energie, communicatie en ICT 6/1 CD. Overheidsopdracht. Raamovereenkomst voor het aanstellen van een communicatiebureau voor de provincie Antwerpen. Wijze van gunnen en lastenboek. Goedkeuring. 7. Recreatie, sport en toerisme 7/1 Autonoom Provinciebedrijf Sport. Uittreding provincie Antwerpen uit de Interlokale Verenigingen Sportregio's. Goedkeuring. 8. Personeel, organisatieontwikkeling en veiligheid 9. Welzijn 9/1 Budget 2014. Verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring. 9/2 Welzijn, Arbeidszorg. Reglement impulssubsidie arbeidszorg. Goedkeuring. 10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie 10/1 Budget 2014. Budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N) (2014000471). Project Landschapsdokters van vzw Natuurwerk en vzw Kempens Landschap. subsidie 2014. Goedkeuring. 11. Milieu, natuur en Noord-Zuidbeleid 11 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 12. Waterbeleid 13. Moties 14. Interpellaties 1e bijkomende agenda 14/1 Interpellatie in verband met personeelsbeleid en herfinanciering openbare sector, ingediend door mevrouw Nicole Naert (PVDA+). 15. BESLOTEN VERGADERING 15/1 Personeel. Aanpassingen verlof voor opdracht en namenlijsten met betrekking tot de transities. Goedkeuring. 12 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 0. Provinciale overheid Nr. 0/1 van de agenda Wijziging van artikel 15 van de statuten van 14 autonome provinciebedrijven. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De statuten van navermelde autonome provinciebedrijven (APB) werden bij ministerieel besluit gedeeltelijk goedgekeurd met uitzondering van de vaststelling van artikel 15, eerste lid van de statuten, in zoverre dit artikel de situatie van de vertegenwoordiging in rechte betreft. Het betreft volgende APB’s: Departement Ontwikkeling en Educatie (DOE) Provinciaal Vormingscentrum Malle (APB PVM) Provinciaal Onderwijs Antwerpen (APB POA) Inovant (APB INOV) (wijziging samenstelling raad van bestuur ipv oprichting) Departement Cultuur (DCUL) Arenbergschouwburg provincie Antwerpen (APB APA) Fotomuseum (APB FM) Modemuseum (APB MOMU) Zilvermuseum (APB ZM) Departement Vrije Tijd (DVT) Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer (APB PRZ) Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (APB PRDS) Departement Leefmilieu (DLM) Provinciaal Instituut voor Hygiëne (APB PIH) Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWEP) Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (APB PSES) Provinciaal Documentatiecentrum Atlas (APB PDA) Kamp C (APB KMPC) Hooibeekhoeve (APB HH) Artikel 15 eerste lid van de statuten bepaalt dat het directiecomité het provinciebedrijf vertegenwoordigt in en buiten rechte als eiser of als verweerder. Artikel 229 van het provinciedecreet bepaalt evenwel dat de raad van bestuur het autonoom provinciebedrijf vertegenwoordigt in rechte als eiser of verweerder. Overwegende evenwel dat de raad van bestuur slechts maandelijks bij elkaar komt, kan dit problemen opleveren bij gerechtsprocedures die bij hoogdringendheid worden ingeleid en waarbij het APB een raadsman (vrouw) dient aan te stellen. In overleg met het Agentschap Binnenlands Bestuur werd door de onderscheiden raden van bestuur van deze autonome provinciebedrijven in vergadering van 27 maart 2014 goedkeuring gehecht aan de schrapping van artikel 15 en deze te vervangen door: 13 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN “Artikel 15 – Vertegenwoordiging De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken. Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid. Hij vertegenwoordigt het bedrijf in en buiten rechte. Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens afwezigheid, een door hem gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder verdere formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en buiten gerechtelijke procedures; van de instelling van rechtsvorderingen wordt mededeling gedaan aan de eerstvolgende raad van bestuur.” Met deze formulering kunnen rechtsvorderingen die bij hoogdringendheid worden ingesteld adequaat behandeld worden en wordt uw raad telkens geïnformeerd. Uw raad gelieve navolgend besluit goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 219 en volgende van het provinciedecreet houdende de modaliteiten en bepalingen van provinciale extern verzelfstandigde agentschappen; Gelet op artikel 229 van het provinciedecreet houdende de bevoegdheden van de raad van bestuur van een autonoom provinciebedrijf; Gelet op de goedkeuring van de wijziging van artikel 15 van de statuten door de onderscheiden raden van bestuur van de 14 autonome provinciebedrijven in vergadering van 27 maart 2014; Overwegende dat artikel 15 eerste lid van de statuten niet in overeenstemming is met artikel 229 van het provinciedecreet; Overwegende dat bij rechtsvorderingen, die bij hoogdringendheid worden ingeleid, het autonoom provinciebedrijf snel en accuraat moet kunnen optreden; Overwegende dat de voorzitter van de raad van bestuur bij de eerstvolgende vergadering mededeling zal doen van de rechtsvorderingen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Artikel 15 van de statuten van de autonome provinciebedrijven Provinciaal Vormingscentrum Malle, Provinciaal Onderwijs Antwerpen, Inovant, Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen, Fotomuseum, Modemuseum, Zilvermuseum, Provinciaal Recreatiecentrum Zilvermeer, Provinciaal Recreatiedomein De Schorre, Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Provinciaal 14 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Secretariaat Europese Structuurfondsen, Provinciaal Documentatiecentrum Atlas, Kamp C en Hooibeekhoeve wordt geschrapt en vervangen door: “Artikel 15 – Vertegenwoordiging De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken. Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid. Hij vertegenwoordigt het bedrijf in en buiten rechte. Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens afwezigheid, een door hem gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder verdere formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en buiten gerechtelijke procedures; van de instelling van rechtsvorderingen wordt mededeling gedaan aan de eerstvolgende raad van bestuur.” VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 54 leden hebben ja gestemd; 5 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 54 stemmen ja, bij 5 onthoudingen. Nr. 0/2 van de agenda Beheersovereenkomsten met 14 autonome provinciebedrijven. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Met ingang van 1 januari 2014 provinciebedrijven (APB) opgericht: werden onder meer volgende autonome Departement Ontwikkeling en Educatie (DOE) Provinciaal Vormingscentrum Malle (APB PVM) Provinciaal Onderwijs Antwerpen (APB POA) Inovant (APB INOV) (wijziging samenstelling raad van bestuur ipv oprichting) Departement Cultuur (DCUL) Arenbergschouwburg provincie Antwerpen (APB APA) Fotomuseum (APB FM) Modemuseum (APB MOMU) Zilvermuseum (APB ZM) Departement Vrije Tijd (DVT) Provinciaal Recreatiedomein Zilvermeer (APB PRZ) Provinciaal Recreatiedomein De Schorre (APB PRDS) 15 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Departement Leefmilieu (DLM) Provinciaal Instituut voor Hygiëne (APB PIH) Departement Welzijn, Economie en Plattelandsbeleid (DWEP) Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen (APB PSES) Provinciaal Documentatiecentrum Atlas (APB PDA) Kamp C (APB KMPC) Hooibeekhoeve (APB HH) Het provinciedecreet bepaalt onder artikel 228 dat er tussen de provincie en het APB, na onderhandeling, een beheersovereenkomst wordt gesloten. In vergadering van 27 maart 2014 hebben de onderscheiden raden van bestuur deze beheersovereenkomst goedgekeurd en worden ze heden aan uw raad ter goedkeuring voorgelegd. Deze beheersovereenkomst wordt gesloten met ingang van 1 januari 2014 voor een periode die eindigt uiterlijk 6 maanden na de volledige vernieuwing van de provincieraad, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst. Het provinciedecreet bepaalt dat de beheersovereenkomst volgende aangelegenheden regelt: - Concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan; - De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het APB; - Binnen de toekenningsvoorwaarden van de Vlaamse Regering vaststellen van het bedrag aan presentiegelden en andere vergoedingen; - Voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden verworven en aangewend; - Wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur worden vastgesteld en berekend; - Gedragsregels inzake dienstverlening door het APB; - Voorwaarden waaronder het APB andere personen kan oprichten, erin kan deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen; - De informatieverstrekking door het APB aan de provincie; - Rapportering door het APB aan provincie op basis van beleids- en beheersrelevante indicatoren en kengetallen en een jaarlijks rapport over de uitvoering van deze beheersovereenkomst; - Maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen; - Omstandigheden waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden Het provinciedecreet legt op dat de beheersovereenkomst en de uitvoering ervan jaarlijks worden geëvalueerd door de provincieraad. Dit zal gebeuren door neerlegging van een jaarrapport met daarin tevens het financieel verslag van het afgelopen jaar. 16 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De onderhandelingen over de beheersovereenkomst werden gevoerd tussen de directie van het APB en de ondersteunende departementen. Het is een beschrijving van de wederzijds aangegane engagementen en werd in 9 delen gestructureerd. Deel 1 Algemene bepalingen Partijen, duur, wijzigingen en interpretatie. Deel 2 Situering samenwerkingsovereenkomst in beleidskader Situering van het agentschap met missie en kernopdrachten, alsmede het wettelijk kader. Deel 3 Engagementen van het agentschap Realisatie van de doelstellingen en actieplannen - Doelstellingen en actieplannen. Plannings- en rapporteringsdocumenten - Opsomming gevraagde documenten; Beheer werkingsmiddelen en financiële transparantie; Openbaarheid van bestuur; Budgetplan en meerjarenplan; Voorstel jaarlijks budgetplan; Goedkeuring budgetplan en meerjarenplan; Inhoudelijke en financiële rapportering aan deputatie; Inhoud jaarrapport; Tussentijdse inzage en informatieopvraging; Verzending verplichte documenten aan Vlaamse Regering; Legislatuurrapportering; Voorstel bijdrage legislatuurnota. Codes, standaarden en richtlijnen - Basisprincipes vanuit het provinciedecreet; Engagement personeelsbeleid (toepassing rechtspositieregeling); Engagement logistiek (goed huisvader); Engagement ICT (zelfde codes als provincie); Engagement communicatie (merkenarchitectuur volgen); Engagement financiële processen (BBC voor ABP en wijze van boekhouding); Engagement milieu (ISO14001); Interne controle en interne audit (medewerking verlenen aan interne auditor); Klachtenbehandeling. Deel 4 Engagementen provincie Financiering en ondersteuning algemeen - Ter beschikking gestelde middelen (wijze van dotatie, raamcontracten….); - Andere bronnen van inkomsten ( eigen inkomsten). 17 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Financiering in het kader van personeel - Algemeen (loonkosten ten laste agentschap); - Betalende HRM-dienstverlening (buiten loonkosten alle extralegale voordelen, vorming, rekruteringskosten, presentiegelden….); - Kosteloze HRM dienstverlening (adviezen, ondersteuning syndicaal overleg, psychosociale bijstand…). Financiering in het kader van logistieke voorzieningen - Algemeen (basisvoorziening huisvesting); - Inhoud patrimoniumwerken (huurdersonderhoud voor agentschap, eigenaarsonderhoud ten laste provincie); - Inhoud facilitaire voorzieningen (niet-verplichte afname van servicecontracten – via raamcontracten, kosten ten laste van het agentschap); - Inhoud verzekeringen (kosten ten laste van het agentschap); - Infrastructuur en logistieke kosten die het agentschap moet bekostigen (transport, nutsvoorzieningen, aanschaf roerende investeringen…); - Kosteloze infrastructurele en logistieke dienstverlening (archief, vergaderaccommodatie, adviezen). Financiering in het kader van ICT-voorzieningen - Algemeen (jaarlijkse aanrekening van servicekost door DICT aan agentschap en werken met standaarden van provincie); - ICT-kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (backofficekosten, eindapparatuur, op maat gemaakte applicaties….); - Kosteloze ICT-dienstverlening (helpdesk, basissoftware). Financiering in het kader van communicatievoorzieningen - Communicatiekosten die het agentschap zelf moet bekostigen (drukwerk, specifieke online applicaties, fotograaf, specifiek promotiemateriaal); - Kosteloze communicatiedienstverlening (grafisch bureau, webruimte, intranet, persteam, enquêteringstool …). Financiering in het kader van financiële processen - Algemeen (verplicht boekhoudpakket); - Financiële kosten die het agentschap zelf moet bekostigen (beheer klanten en leveranciers, beheer bankrekeningen, licentiekosten, dwanginvorderingen …); - Kosteloze financiële dienstverlening (adviezen). Gegevensverstrekking aan het agentschap - Provincie verbindt er zich toe alle nuttige gegevens te verstrekken voor het kunnen uitoefen van de opdrachten. Ondersteuning in het kader van het ISO14001 - Milieumanagement (behouden / behalen ISO14001 certificaat) 18 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Deel 5 Personeel van het agentschap - Personeelsbeleid (mogelijkheid eigen salarisschaal en functies, bij voorrang salarisschalen provincie); - Statuut personeel (contractueel dienstverband, statutairen ter beschikking gesteld door provincie worden gefactureerd aan het agentschap); - Functionele en juridische werkgever (bij contractuelen is het agentschap zowel de functionele als de juridische werkgever. Bij statutairen blijft de provincie de juridische werkgever en wordt het agentschap enkel de functionele); - Overname personeel (bij ontbinding agentschap- termijn van 2 maanden – rekening houden met personeelsformatie provincie); - Terugkeergarantie (personeel in dienst van provincie met contract onbepaalde duur dat overgaat naar agentschap heeft terugkeergarantie mits vacatures in personeelsformatie). Deel 6 Bestuur - Geen presentiegelden en vergoedingen voor leden raad van bestuur - Deelname in andere rechtspersoon (mogelijk maar provincie in kennis stellen). Deel 7 Externe audit - Controle en externe audit (bedrijfsrevisor) - Externe milieuaudit Deel 8 Evaluatie, sanctionering en geschillenregeling - Evaluatie (jaarlijks) Sanctie (deputatie) Ontbinding en vereffening Geschillen hoorrecht (eerst in deputatie-geen vergelijk-provincieraad) Deel 9 Inwerkingtreding De beheersovereenkomsten gelden voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en ontbinding van deze overeenkomsten. X Deze beheersovereenkomsten zijn als bijlage te raadplegen in de toepassing Sindala. Uw raad gelieve navolgend besluit goed te keuren. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 228 van het provinciedecreet houdende de bepalingen met betrekking tot het sluiten van een beheersovereenkomst tussen de provincie en de autonome provinciebedrijven; 19 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Gelet op de goedkeuring van de opgestelde beheersovereenkomst door de onderscheiden raden van bestuur van deze autonome provinciebedrijven in vergadering van 27 maart 2014; Overwegende dat de opgestelde beheersovereenkomst werd onderhandeld tussen de directies van de onderscheiden autonome provinciebedrijven en de provincie Antwerpen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de beheersovereenkomsten tussen de provincie Antwerpen en de autonome provinciebedrijven Provinciaal Vormingscentrum Malle, Provinciaal Onderwijs Antwerpen, Inovant, Arenbergschouwburg Provincie Antwerpen, Fotomuseum, Modemuseum, Zilvermuseum, Provinciaal Recreatiecentrum Zilvermeer, Provinciaal Recreatiedomein De Schorre, Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Provinciaal Secretariaat Europese Structuurfondsen, Provinciaal Documentatiecentrum Atlas, Kamp C en Hooibeekhoeve. De beheersovereenkomsten gelden voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2019, met behoud van de mogelijkheid tot verlenging, schorsing en ontbinding van deze overeenkomsten. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 60 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 53 leden hebben ja gestemd; 7 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 7 onthoudingen. Nr. 0/3 van de agenda Jaarlijkse rapportage met betrekking tot interne controle. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de zitting van de provincieraad van heden wordt gerapporteerd over de organisatie en de werking van het systeem van interne controle, zoals vastgesteld door de provinciegriffier. Deze heeft zijn besluit van 26/02/2013 aangepast in een nieuw besluit d.d. 18/03/2014 dat is opgenomen en wordt toegelicht in het rapport over het interne controlesysteem 2013 in bijlage. Krachtens artikel 95 van het provinciedecreet zijn de provincies belast met de interne controle van hun activiteiten: 20 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Interne controle is een geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen over: 1. 2. 3. 4. 5. 6. het bereiken van doelstellingen; het naleven wetgeving en procedures; de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie; het efficiënt en economisch gebruik van middelen; de bescherming van activa; het voorkomen van fraude. Artikel 96 maakt de provinciegriffier bevoegd om het interne controlesysteem vast te stellen, na overleg met het managementteam. Het algemeen kader is onderworpen aan de goedkeuring van de provincieraad. Het interne controlesysteem bepaalt op welke wijze de interne controle wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen en -procedures en de aanwijzing van de personeelsleden die ervoor verantwoordelijk zijn en de rapporteringverplichtingen van de personeelsleden die bij het systeem van interne controle betrokken zijn. Het interne controlesysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en moet verenigbaar zijn met de continuïteit van de werking van de provinciale diensten. Onverminderd de opdrachten inzake interne controle die krachtens dit decreet of door de provincieraad aan andere organen of personeelsleden zijn opgedragen, staat de provinciegriffier krachtens artikel 97 in voor de organisatie en de werking van het interne controlesysteem. Hij rapporteert daarover jaarlijks aan de deputatie en aan de provincieraad. De provinciegriffier brengt het personeel op de hoogte van het interne controlesysteem, alsook van de wijzigingen ervan. Het verslag over de interne controle werd voorgelegd aan het Managementteam op 17 februari 2013. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 7 maart 2013. Deze jaarlijkse rapportering aan de provincieraad situeert zich in het meerjarenplan onder volgende prioritaire beleidsdoelstelling (PBDS) en actieplan (AP): PBDS We willen vanuit een klantenperspectief met een transparante besluitvorming tot een gedragen beleid komen door een goede samenwerking tussen politici en medewerkers op basis vaneen onderlinge dialoog. We streven zowel in de beleidsvoorbereiding als uitvoering naar resultaatgerichtheid, duurzaamheid, gelijke kansen, kostenbewustzijn, efficiënte interne processen en responsabilisering van onze medewerkers. AP We verbeteren de werking van de provincie door het uitwerken van interne controlemaatregelen, door het uitwerken en aanbieden van tools om uniform en organisatiebreed zicht te krijgen op de efficiëntie en effectiviteit van de organisatie, door het geven van aanbevelingen die voortvloeien uit audits en door het verstrekken van ad hoc advies over processen en systemen. Dit moet ons toelaten om zicht te krijgen op het professionele en sociale niveau dat we halen en ervoor zorgen dat we op onderbouwde wijze de organisatie in de gewenste richting kunnen sturen. 21 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Het rapport en het besluit van de griffier staan op onderstaande locatie op het intranet: http://intranet.provant.be/group/guest/bestuur-enorganisatie/management/interne-controle/rapportage Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 3 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 95 van het Provinciedecreet dat de provincies belast met de interne controle van hun activiteiten en op artikel 96 van het Provinciedecreet dat de provinciegriffier bevoegd maakt om het interne controlesysteem vast te stellen, na overleg met het managementteam en dat het interne controlesysteem onderwerpt aan de goedkeuring van de provincieraad; Gelet op de inhoud van het verslag aan de provincieraad met het bijhorende toelichtingsrapport over de interne controle in 2013 waarin het decretale kader wordt aangegeven, waarin een beschrijving wordt gegeven van de interne controleinitiatieven die reeds operationeel zijn, waarin de maatregelen en procedures van het door de provinciegriffier vastgestelde interne controlesysteem zijn opgenomen en de uiteenzetting van het COSO-ERM model voor de verdere uitbouw van het systeem worden toegelicht; Gelet op het besluit waarbij de provinciegriffier het interne controlesysteem formeel vastlegt; Gelet op de beslissing van de deputatie om het door de provinciegriffier rechtsgeldig interne controlesysteem ter goedkeuring voor te leggen aan de provincieraad; BESLUIT: Enig artikel: Het door de provinciegriffier in zijn besluit van 18 maart 2014 vastgestelde systeem van interne controle wordt goedgekeurd. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 60 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 1 onthouding. 22 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 1. Cultuur Nr. 1/1 van de agenda Erediensten. Antwerpen. Vraag tot opheffing van de erkenning van de islamitische geloofsgemeenschap de Koepel – Stenenbrug 11 - 2140 Borgerhout (Antwerpen). Advies. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Met brief van 23 december 2013, ingekomen op het Provinciebestuur van Antwerpen op 6 januari 2014, deelde Vlaams minister Geert Bourgeois aan de deputatie van de provincie Antwerpen mede dat: - hij met betrekking tot de erkende lokale islamitische geloofsgemeenschap De Koepel – Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) de procedure had opgestart tot eventuele intrekking (opheffing) van de erkenning van deze geloofsgemeenschap, conform artikel 7 van het besluit van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten; - deze erkende lokale islamitische geloofsgemeenschap tot op heden geen (verkozen) comité had en dat hij het Executief van de Moslims van België (= het representatief orgaan van de islamitische eredienst) had aangemaand opdat De Koepel binnen een redelijke termijn en uiterlijk eind april 2014 zou overgaan tot de installatie van een verkozen comité; - hij graag het advies van de provincieraad van Antwerpen kreeg over de voorgenomen opheffing van de erkenning; - de provincieraad geacht wordt een (impliciet) gunstig advies te hebben uitgebracht, wanneer de provincieraad zijn advies niet binnen een termijn van vier maanden na dit verzoek heeft bezorgd aan de Vlaamse Regering. Deze termijn van vier maanden is ingegaan op 7 januari 2014 en verstrijkt derhalve op 7 mei 2014. Vastgesteld wordt dat de islamitische geloofsgemeenschap De Koepel circa dertig maanden na haar erkenning en na hiertoe reeds tweemaal door de Vlaamse minister verzocht te zijn om dergelijk comité na verkiezingen te installeren, thans nog steeds niet beschikt over een verkozen bestuur (comité), waardoor het niet voldoet aan de toepasselijke regelgeving inzake de erkenning van plaatselijke kerkof geloofsgemeenschappen. Het voornemen van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand om de erkenning van De Koepel op te heffen moet bijgevolg gunstig worden geadviseerd. Gelet op wat voorafgaat stelt de deputatie uw raad voor om gunstig advies te verlenen over de adviesvraag van 23 december 2013 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de voorgenomen opheffing van de erkenning van de lokale islamitische geloofsgemeenschap De Koepel – Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen). 23 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Eén exemplaar van het volledig dossier ligt ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de brief van 23 december 2013 van de Vlaamse Overheid, ingekomen op het provinciebestuur van Antwerpen op 6 januari 2014, waarbij de provincieraad van Antwerpen verzocht wordt om advies uit te brengen over het voornemen van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand om de erkenning van de lokale islamitische geloofsgemeenschap De Koepel, Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) op te heffen; Gelet op artikel 7, §1 van het besluit van 30 september 2005 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten; Gelet op het verslag en voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Gunstig advies wordt verleend inzake het voornemen van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand om de erkenning van de lokale islamitische geloofsgemeenschap De Koepel – Stenenbrug 11 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) op te heffen. VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord. De heer GEUDENS.- Collega’s, Laat mij even eerst en vooral zeggen dat we nog altijd voorstander blijven van een absolute scheiding van kerk en staat. Maar dat is wellicht voer voor de volgende regering om dat toch wat meer in praktijk te brengen. Voor de rest heeft dat niets te maken met dit punt, deze opmerking, maar ik kan het niet nalaten om af en toe toch te stellen dat we zover zouden moeten geraken dat we geen enkele geloofsovertuiging, ook niet de vrijzinnigheid, moeten verder subsidiëren. Dat heeft niets te maken met dit punt, in alle eerlijkheid, maar het is een kapstok. Ter zake, collega’s, is dit bestuur met handen en voeten gebonden aan de regelgeving, en blijkbaar ook aan een zeer strikte timing die ter zake geldt. Ik wil u meteen ook de illusie ontnemen dat als we anders zouden stemmen en het punt zouden afvoeren of uitstellen er niets zou mee gebeuren. Neen, dan zou dit punt gewoon verder gaan. Het is toch een beetje jammer dat dit dossier zo moet voorkomen, omdat door velen veel werk is geleverd om dit dossier in orde te brengen. Er zijn heel wat goede stappen gezet, maar blijkbaar ontbreken nog enkele substantiële elementen. Er is dan ook geen andere mogelijkheid, denk ik, dan in te stemmen met wat voorligt. Niettemin zullen 3 leden van mijn fractie zich ter zake onthouden, vooral om een signaal te geven dat wat goed zit in de feiten ook goed moet komen in de praktijk. Wij willen dan ook de deputatie verzoeken om maximale steun te 24 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 verlenen om een positieve evolutie van dit concrete dossier te bewerkstelligen bij de Vlaamse regering. VOORZITTER.- De heer Huijbrechts heeft het woord. De heer HUIJBRECHTS.- Dank u, voorzitter. Collega’s, Mijnheer Geudens, ik ga dezelfde kapstok gebruiken. Persoonlijk ben ik ook een voorstander van de idee van een strikte scheiding tussen kerk en staat. Ik ben ervan overtuigd dat de overheid best gevrijwaard wordt van levensbeschouwelijke inmenging, net zoals ik ervan overtuigd ben dat diezelfde overheid zich best niet teveel bemoeit met de interne keuken van de levensbeschouwingen in ons land. Deze persoonlijke benadering stoelde ik jaren geleden op John Locke’s ‘Letter of Toleration’, een filosofisch traktaat dat intussen al 325 jaar oud is, maar nog steeds brandend actueel blijkt te zijn. Locke stelde dat geen enkele levensbeschouwing of belangengroep het recht op een monopolie over de politieke organisatiebeginselen van de maatschappij mocht vorderen. Een echte ‘civil society’ moest er een zijn van conflicterende strekkingen en belangen. Zo kwam Locke tot een normatieve verdediging van de levensbeschouwelijke tolerantie als grondslag van de democratische ordening van een rechtstaat en de daaruit voortvloeiende scheiding der machten. In ons land is er geen sprake van een strikte scheiding tussen kerk en staat. Er is dus wel degelijk een verband tussen het punt wat we vandaag gaan behandelen, mijnheer Geudens, en die inleiding. De Belgische grondwet van 7 februari 1831 was een compromis tussen katholieken en liberalen. Officieel is België een seculiere staat en huldigt men de scheiding tussen kerk en staat als een fundamenteel beginsel. In de realiteit is dit echter een beginsel ‘sui generis’ omdat de verhouding tussen kerk en staat bijzonder is. Men kent hier geen strikte scheiding, geen staatsgodsdienst, maar zweert bij een relatieve scheiding en wederzijdse ‘onafhankelijkheid’ van kerk en staat. Deze bijzondere regeling voorziet onder meer in de autonomie van de kerk in haar werking maar ook bijvoorbeeld in de bereidheid vanuit de overheid, ook de provinciale, om de financiële last van de grondwettelijk gegarandeerde godsdienstvrijheid te dragen. En precies hier wringt het schoentje, want een dossier als datgene wat vandaag voorligt was bij een stikte toepassing van het beginsel van de scheiding tussen kerk en staat nooit op de agenda van deze raad gekomen. Los van de motivering die we in de tekst van dit raadsbesluit terugvinden wil ik u toch nog wat aanvullende informatie met betrekking tot De Koepel niet onthouden. En ik weet het, één van de achtergronden in het dossier is een stuk geheim, namelijk het rapport van de Staatsveiligheid waar wij absoluut geen zicht op krijgen. Ik zal wel de eerste zijn om te geloven in alles wat de Staatsveiligheid schrijft, want ik ben zelf jarenlang een studieobject geweest op die diensten, denk ik. Dus daar heb ik geen enkel probleem mee. Maar er zijn toch een paar zaken die ik u niet wil onthouden. De moskee ‘De Koepel’ is in januari 2010 opgenomen in de bredere werking van de vzw Belgisch Islamitisch Centrum, die op hetzelfde adres Stenenbrug 11 te Borgerhout gevestigd is. Wanneer men de werking van De Koepel en het BIC analyseert, stelt men vast 25 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN dat zich rond de moskee en de bekeerlingenorganisatie BIC een heel netwerk van organisaties bevindt dat de activiteiten in en voor De Koepel organiseert en de sprekers aanlevert. Centrale figuur in het netwerk is zonder twijfel de imam, maar de belangrijkste organisatie in dit netwerk is de Al Mawada foundation. Ze organiseert op regelmatige basis drukbezochte conferenties waar buitenlandse, vaak radicale, gastsprekers het woord voeren. Ik ga u een paar voorbeelden geven om te zien hoe zich dat situeert binnen dit middenveld. - De Saoedische imam Mohamed Al-Arifi, spreker voor Al-Mawada die in december 2011 een conferentie bijwoonde. Al-Arifi verheerlijkte in het verleden Bin Laden op Al Jazeera en vindt dat je vrouwen gerust mag slaan, zij het niet te hard en in het gelaat, ‘want’, dixit deze verlichte geest, ‘je slaat toch ook geen ezels of kamelen voor de kop’. Al-Arifi mag intussen al diverse landen, waaronder Zwitserland, maar ook Koeweit, niet langer binnen. - De Maleisische Hussein Yé, spreker bij Al Mawada in april 2010. Hij beweerde herhaaldelijk dat de aanslagen van 9/11 door de Joodse lobby georganiseerd werden, noemt joden en christenen inferieur en verdedigt net als zijn collega Al-Arifi het slaan van vrouwen. - Bilal Philips uit Qatar, spreker voor Al Mawada in augustus 2010, werd door de VS beschuldigd van betrokkenheid bij de bomaanslag op een van de WTC-torens in New York in 1993. - Remy Soekirman uit Nederland, gastspreker bij diverse gelegenheden, die door de Nederlandse staatsveiligheid wordt bestempeld als een radicale salafist of islamfundamentalist. Verschillende personen die vermeld worden in de oprichtingsakte van Al Mawada, die dus rechtstreekse banden heeft met De Koepel, blijken in ieder geval een extreem verleden te hebben. Het meest aangebrand is volgens mij Saïd Elkaouakibi, de ‘general manager’ van Al Mawada en blijkens zijn facebookprofiel een groot bewonderaar van De Koepel-imam. Saïd Elkaouakibi verdiende zijn extremistische sporen samen met onder meer Fouad Belkacem in de Boomse moslimorganisatie El Islaah. In 2003 werd door enkele bestuursleden van El Islaah “Jongeren voor Islam” opgericht. Oprichters en bestuursleden waren onder meer diezelfde Saïd Elkaouakibi, Tarik Touhafi en Mohamed Chatouani. Alle drie werden leidende figuren binnen Al Mawasa. De betrokkenen bij Jongeren voor Islam weken kort na de oprichting uit naar Antwerpen, meer specifiek naar Berchem. In een intern document van de Antwerpse lokale politie, met als titel ‘Extremistische en terroristische groeperingen in Antwerpen’, staat Jongeren voor Islam vermeld als een “salafistisch-religieuze groepering”. De leden sympathiseren met Hamas, Hezbollah, islamitische Jihad en de Al Aqsa Martelarenbrigades. In 2006 maakte Jongeren voor Islam het zo bont dat de toenmalige schepen van Samenlevingsopbouw Chantal Pauwels de dienst Integratie van de stad de opdracht gaf een nota te maken over de radicalisering bij bepaalde moslimgroepen. Jongeren voor Islam werd daar omschreven als “een organisatie die aanleunt bij de salafisten, een neo-fundamentalistische strekking”. Over El Kaouakibi schreef Knack op 16 december 2008: “Saïd El Kaouakibi wordt door zowel de federale politie als de Staatsveiligheid omschreven als ‘gevaarlijk’. De broer van 26 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 de OCMW-voorzitter in Boom komt voor in de adressenbestanden van buitenlandse terreurverdachten en wordt door de Belgische Staatsveiligheid in de gaten gehouden. Hij is een vaste bezoeker van moskee El Fath op het Kiel in Hoboken. De imam daar en drie andere moskeegangers werden indertijd opgepakt omdat ze een aanslag zouden gepland hebben in de HST-tunnel in Antwerpen. Later zouden ze buiten vervolging worden gesteld wegens een gebrek aan bewijzen.” Ook de Nederlandstalige vaste imam van De Koepel is niet onbesproken. De Nederlandse veiligheidsdienst AIVD noemt hem een streng salafistisch prediker met veel invloed onder de moslimjongeren. Een artikel in het NRC-Handelsblad van 17 oktober 2007 over salafisme, gebaseerd op anonieme getuigenissen, vermeldt “de Belgische populaire prediker Sulayman lbn Haroen”. Een artikel van De Morgen van 21 januari 2012 bevestigt dat Van Ael “enkele jaren terug beschuldigd werd van salafistische sympathieën”. Hij zou volgens het artikel echter tot beter inzichten zijn gekomen. Dit kan echter betwijfeld worden, gezien zijn innige samenwerking tot op de dag van vandaag met andere figuren uit militante moslimmiddens als Elkaouakibi, Chatouani en Soekirman. Deze laatstgenoemde Remi Soekirman is een vaste waarde bij De Koepel. In een Nederlandse studie ‘Salafisme: aard, omvang en dreiging’ wordt Soekirman vermeld als “salafistisch prediker”. Met dit alles in het achterhoofd hoeft het niet te verbazen dat Bruna Rodriguez, zus van Brian De Mulder, naar aanleiding van de verklaringen die minister Bourgeois vorig jaar deed over De Koepel op haar facebookpagina liet weten: “Het is in De Koepel dat Brian is geradicaliseerd”. Collega’s, Het besluit van de Vlaamse regering van 30 september 2005, houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten stelt de ondertekening van enkele verbintenissen door de plaatselijke geloofsgemeenschap als voorwaarde voor erkenning en financiering. En dit zijn andere artikels dan diegene die in het ons voorliggende raadsbesluit voorkomen. Meer specifiek staat in het punt 6° van artikel 4 het volgende te lezen: “6° de verbintenis van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap om individuen die handelen of oproepen om te handelen in strijd met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden, te weren uit de organisatie en werking van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap, overeenkomstig artikel 2, §2, 11°; 7° de verbintenis, overeenkomstig artikel 2, §2, 12°, van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap om, behoudens incidentele overmacht: - in geen geval, op welk danige wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten, als zij in strijd zijn met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden; - individuen of verenigingen te weren uit gebruikte lokalen en plaatsen, wanneer die personen oproepen of handelen in strijd met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.” Tot daar dit uitgebreide citaat. 27 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Collega’s, Alhoewel De Koepel naar de buitenwereld de indruk wekt gematigd te zijn is het naar mijn aanvoelen duidelijk dat de moskee behoort tot een netwerk van organisaties waarvan een aantal leidende figuren een doctrinaire, extremistische stempel hebben. Alleen hiervoor dient naar ons aanvoelen de erkenning van De Koepel al te worden ingetrokken, aangezien de moskee niet meer beantwoordt aan de voorwaarden zoals ze zijn gesteld in het erkenningsbesluit. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Collega’s, Ik denk dat u zich niet mag vergissen in de betekenis van het applaus voor al die laster die men hier nog eens de gelegenheid geboden heeft door dit agendapunt om dat hier te debiteren. Het is de voorzitter van de moskee zelf, die daarnet op al die onzin op een ironische manier geantwoord heeft. Alles dat u gedebiteerd hebt is zonder bron. Alle feiten, als er al vaststellingen waren, dateren van voor oktober 2011, datum van officiële erkenning van die moskee. Collega’s, het dossier hebben wij ter griffie kunnen inkijken. Ik weet niet hoeveel dat dit gedaan hebben. Het is een kanjer van een dossier, maar ik kan u zeggen: de berg heeft een muis gebaard, zelfs een muisje met symptomen van verkiezingskoorts en electorale profileringsdrang. Onze fractie is ontgoocheld en beschaamd over dit voorstel van besluit. Ontgoocheld omdat de meerderheid, en dan zeker in het bijzonder de sp.a, geweigerd heeft om in te gaan op mijn positief voorstel om dit besluit, waarvoor geen enkele inhoudelijke grond bestaat, en zelfs geen administratief juridische, af te voeren van de agenda van deze zitting, die de raad is voor de verkiezingen. Op die wijze hadden wij ertoe kunnen bijdragen dat het debat in deze verkiezingscampagne gaat over de zaken die er echt toe doen. Voor alle werkende mensen, ongeacht hun origine of filosofische overtuiging, namelijk de dringende noodzaak om wat te doen aan de stuitende toename van de rijkdom van een kleine toplaag ten koste van de aanvraag van sociale verworvenheden voor de grote meerderheid, waarover wij elke dag berichten krijgen. Met dit overbodige en kwaadwillige agendapunt 1/1 schuift de meerderheid een thema naar voor dat een deel van de werkende mensen nog altijd verdeelt, voornamelijk als gevolg van jarenlange aanwakkering van islamofobe en xenofobe gevoelens met behulp van leugen en laster, vooral door extreemrechts. Ik meen dat het de plicht is van alle democraten, alle progressieven, en zeker die op socialisme beroepen, om daar tegen in te gaan in plaats van het voedsel te geven en een tribune te bieden. Ik ben beschaamd omdat men bij de goedkeuring van dit besluit minister Bourgeois en zijn partijtop helpt om zich vlak voor de verkiezingen te profileren als diegenen die durven optreden tegen de moskeeën en de islam, om zo nog wat extra stemmen af te snoepen van de kiezers van extreem-rechts. Daar waar de minister van Binnenlandse Zaken, indien hij eerlijk was geweest, al lang had moeten toegeven dat de verklaringen waarmee hij in juni vorig jaar aankondigde dat hij de procedure voor opheffing van de erkenning van De Koepel opstartte, gebaseerd was op valse beweringen en zelfs laster. Normaal had hij zich daar al 28 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 lang voor moeten excuseren. Namelijk zodra in januari dit jaar al de Staatsveiligheid zelf de aantijgingen over een rol van De Koepel in radicalisering van jongeren zelf formeel heeft weerlegd. Maar in plaats van excuses greep de minister een gemakkelijk op te lossen en al lang aanslepend administratief probleempje aan om alsnog gemeenten en provinciebestuur te dwingen tot een positief advies voor opheffing van de erkenning. Collega’s, we mogen immers niet vergeten hoe deze zaak begonnen is. Toen was de moskee al meer dan anderhalf jaar erkend, sinds oktober 2011, de laatste moskee die erkend is, want daarna is de executieve in lopende zaken gegaan. Anderhalf jaar lang heeft minister Bourgeois niets gedaan. Het hoefde ook niet, want omdat zij zelf van de executieve vernomen hadden, nadat zij erkend waren, dat voor dat verkozen comité alleen mensen van het werkingsgebied dat was opgegeven mochten verkozen worden- daarvoor waren zij daar niet van op de hoogte- en kon de executieve, die dat moet aanvragen bij de minister, ook niet meer optreden. Bourgeois weet dat goed genoeg. Bovendien hebben die mensen ook nooit een cent subsidie gevraagd of gekregen, omdat zij wisten dat ze niet in orde waren. Dus er was geen enkele aanleiding, en Bourgeois heeft dat dan ook anderhalf jaar niet gedaan, om de erkenning van deze moskee te vragen. Maar dan ineens, in juni, was er beroering rond de hele affaire, de heel pijnlijke affaire van de Belgische Syriëstrijders, verklaart Bourgeois in de krant: “Ik ga de radicale moskeeën schrappen, want De Koepel is het jongste jaar fel geradicaliseerd. Dat bevestigt ook het Kabinet van de Antwerpse burgemeester De Wever. Men belijdt daar het salafisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam.” In een ander artikel verklaart de minister dat hij over het gebedshuis De Koepel naar verluidt verontrustende informatie kreeg van de Staatsveiligheid. Daar is het mee begonnen. Van dan af treedt Bourgeois op in deze zaak met brieven aan de Executieve van Moslims van België, EMB, of het waar is dat De Koepel in zekere mate zou radicaliseren en toenadering zoeken naar bepaalde salafistisch georiënteerde organisaties en personen. Verder ook vragen over vermeende banden met Hamas, enz. Die aantijgingen zijn in een uitvoerige briefwisseling tussen de advocaat van De Koepel en de Executieve van Belgische Moslims weerlegd. Maar nog belangrijker is dat de Staatsveiligheid op 17 januari van dit jaar al een officieel verslag opstelt dat overduidelijk is. Ik ga het u tonen. Daar kan u letterlijk lezen: “Onze dienst is niet op de hoogte van specifieke, extremistische uitspraken of activiteiten binnen de moskee De Koepel die een concrete inbreuk zouden inhouden op de erkenningscriteria voor plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschappen, zoals omschreven in het besluit van de Vlaamse regering van 30 september 2005.” Deze brief van 17 januari van de Staatsveiligheid, op onze provincie toegekomen op 24 februari, de stempel bewijst het, wast De Koepel wit van al die beschuldigingen die mijnheer Huijbrechts hier nog eens heeft proberen aan te wakkeren. Die waren ook aanleiding tot het opstarten voor de procedure voor opheffing. Dit volstond om met die procedure te stoppen. En het volstaat ook om het aan ons gevraagde advies te verwerpen. In de marge wil ik opmerken dat de burgemeester van Antwerpen, die op 31 januari ook een positief advies voor opheffing heeft afgedwongen van zijn gemeenteraad, beweerde dat hij omtrent het al dan niet staatsgevaarlijk zijn van De Koepel van de bevoegde diensten nog geen sluitend antwoord had gekregen, noch in ontkennende, noch in bevestigende zin. 29 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN U ziet aan de stempel dat deze brief van de Staatsveiligheid, die De Koepel formeel vrijpleit en zegt dat er geen gronden zijn voor opheffing van de erkenning, bij onze provincie is toegekomen op 24 februari. Het is niet geloofwaardig dat de burgemeester van Antwerpen, die altijd, ook in die gemeenteraad, nog beweerde deze zaak op de voet te volgen die brief al niet in dezelfde periode heeft ontvangen, of zich hierover op 30 maart nog niet had laten informeren. De vrijpleiting van radicalisme door de Staatsveiligheid had door iedereen die zich wilde informeren op voorhand geweten kunnen zijn. De Koepel volgt immers de Malikitische wetschool net als de meeste moskeeën in Marokko. Dat is een van de vier soennitische scholen. Die is gematigd en neemt elementen van het soefisme en het volksgeloof over. De Maliki hebben geen enkel uitstaan met de salafisten, laat staan met internetjihadi. Integendeel, zij zetten zich daar tegen af, en propageren dat hier ook zo. Alle preken van de Koepel, een moskee opgericht en bezocht door Belgische Nederlandssprekende bekeerlingen, zijn in het Nederlands. Zij worden online uitgezonden. Heel kort dan over het kleine administratieve probleem dat minister Bourgeois niet heeft willen oplossen, maar integendeel artificieel opgeklopt: de afwezigheid tot nu toe van een verkozen comité voor de moskee. Dat zullen al die bekeerlingen, vermits ze Nederlandstalig zijn, en al die andere bezoekers die dat ook zijn, goed verstaan. Dit is gewoon een stok zoeken om een hond te slaan. Dit probleempje was de minister al anderhalf jaar bekend, en heel de tijd heeft hij er niets aan gedaan. Ik heb u uitgelegd waarom. De oorzaak van de administratieve blokkering is de wens van het bestuur van de vzw De Koepel dat de gebiedsomschrijving, het werkingsgebied van de moskee, dat door de aanvragers van de erkenning verkeerdelijk door henzelf was ingevuld als ‘stad Antwerpen’, uit te breiden tot de provincie. De Executieve heeft het volop gesteund en het is wettelijk perfect mogelijk. Doel van de vraag aan de minister om het werkingsgebied uit te breiden, was mogelijk maken dat de nieuw bijgekomen leden, Belgische bekeerlingen die na de start de feitelijke verantwoordelijken waren zoals die die hier zit, en die ook verkozen zijn in de vzw De Koepel, dat die ook in het comité verkozen konden worden. Dat deden zij precies om infiltratie door externe radicale elementen te voorkomen. Maar die hoofdverantwoordelijken en bestuurders wonen wel in de provincie Antwerpen of OostVlaanderen, maar niet in de stad. Zoals gezegd is De Koepel over die bepaling maar ingelicht nadat ze al erkend waren en door de Executieven. Om dat punt recht te zetten is een hoop correspondentie gevoerd, ook in die kanjer te lezen, tussen Bourgeois en de Executieve, de advocaat van De Koepel. De Executieve die sinds oktober 2011 in lopende zaken was, naar de oordeel van de minister zelf verlamd, daarom dat hij sindsdien ook al meer dan twee jaar lang geen enkele moskee nog heeft erkend. De Koepel heeft in januari aan die Executieve gevraagd: richt tot de minister de vraag tot uitbreiding van ons werkingsgebied naar de hele provincie Antwerpen. Maar de Executieve konden gewoon niet stellen, en Bourgeois weet dat goed genoeg omdat ze in lopende zaken is. Het is pas 1 of 2 weken geleden dat er opnieuw een Executieve verkozen is die nu kan gaan optreden. Nochtans, uitgerekend op 23 december, stuurt Bourgeois ineens een brief naar de provincie en het gemeentebestuur dat die administratieve affaire binnen de 4 maanden in 30 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 orde moet komen. Hij had daar gerust nog een half jaar kunnen mee wachten. Hij wist ook dat het niets kon uithalen vermits de Executieve niet kon optreden. Maar neen, door op 7 januari een brief aan provincie en gemeentebestuur te bezorgen kon hij deze besturen dwingen om binnen de wel voorziene 4 maanden, voor 7 mei en voor de verkiezingen, ook een maatregel tegen deze moskee te nemen. Frank Geudens heeft daarnet gesproken over strikte regelgeving. Wel, mijnheer Geudens, u kan mij geen bepaling citeren die zegt dat minister Bourgeois verplicht is om vanaf een welbepaalde datum een moskee aan te manen om zich binnen de 4 maanden administratief in orde te stellen. In plaats van dat op 6 januari te doen, had hij die brief even goed op 6 maart kunnen schrijven, of vorige week toen hij wist dat de Executieve er werk van kon maken. Dan zouden die 4 maanden verstreken zijn na de verkiezingen. Maar dat was blijkbaar niet de bedoeling. Tot slot: dit besluit rammelt juridisch langs alle kanten en is dus ook op dat vlak van nul en generlei waarde. In zijn brieven aan de Executieve gaf minister Bourgeois de opdracht “De Koepel aan te manen uiterlijk eind april over te gaan tot de installatie van een verkozen comité.” Het kan toch niet dat men ons, vandaag 30 april om 15 u al laat stemmen voor opheffing van de erkenning, omdat er nog geen comité is, terwijl De Koepel formeel vandaag nog 9 uren tijd heeft (tot 24 uur) om over te gaan tot de verkiezing ervan. Hoe kunnen wij weten of zij dat vandaag nog wel of niet gaan doen? Bijvoorbeeld om 19 u of om 23 u? U maakt zich met het agendapunt niet alleen politiek verdacht, maar ook juridisch belachelijk. Tenslotte houdt dit besluit ook discriminaties in. Deze bepalingen in verband met de nood aan een verkozen comité voor een geloofsgemeenschap gelden immers niet voor de andere godsdiensten, ook niet voor de Grieks- en Russisch Orthodoxe wetsdiensten die ook onder onze provincie vallen, en die onder een ander decreet vallen. Schepen Philippe Heylen heeft daarover in de gemeenteraad zelf aangehaald dat voor andere geloofsgemeenschappen wel al is toegestaan dat verkozenen van buiten het werkingsgebied in het comité mochten komen. Dergelijke discriminaties kunnen op zich volstaan voor elke democraat om dit voorstel te verwerpen. Mijn besluit collega’s is duidelijk: dit is geen ‘rondje provincie’ maar een rondje administratief moskeepesten en islambashen om sommigen toe te laten nog extra stemmen te halen van mensen bij wie vooral extreem rechts islamofobe gevoelens heeft aangestookt. Ik vertrouw op uw democratische reflex, uw juridisch besef en uw streven naar goed samenleven om dit punt te verwerpen.” Ik dank u. Applaus VOORZITTER.- Mevrouw Bayraktar heeft het woord. 31 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Mevrouw BAYRAKTAR.- Ik wil heel even reageren op mijnheer Huijbrechts die hier verhaaltjes komt vertellen, waarvoor hij als basis zijn voorgevoel neemt. Ik kan ook vele verhalen vertellen, als ik mijn voorgevoel moet volgen. Wij leven in een rechtstaat en de staat moet zijn werk doen. Dit is een moskee die erkend is. Ik neem aan dat de staat zijn werk heeft gedaan voordat hij de moskee heeft erkend. Dat is één zaak. Een tweede zaak is dat de islam sowieso heel vaak stiefmoederlijk behandeld wordt. Maar wat de bedoelingen zijn van de minister kan ik niet weten. Ik heb mij wel geïnformeerd bij de Executieve. En er is inderdaad een voorstel geweest voor een gebiedsuitbreiding de laatste 2 weken. Er is een briefwisseling geweest met de minister, met De Koepel. Ik neem aan dat de minister niet zal overgaan tot de opheffing van de erkenning, aangezien het administratief probleem zich toch gaat oplossen. Langs de andere kant weet ik dat als wij dit vandaag van de agenda voeren, dat wij eigenlijk wel een positief advies geven. Wij zitten dus een beetje gewrongen daartussen. Daarom ga ik mij ook onthouden. Ik wacht eigenlijk op het antwoord van mijnheer Lemmens daarop. VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord. Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Ik denk dat Kris Merckx heel goed heeft aangetoond dat dit niet zomaar een punt is. Op de commissie werd het ook al aangedaan alsof dit maar gewoon een technische kwestie is, want Geert Bourgeois heeft ons gevraagd om vast te stellen wat mijnheer Bourgeois al reeds had vastgesteld. Dit is een mooie werking van de bureaucratie, namelijk dat ze niet met de administratieve punten in orde zijn. Dat dit een politiek dossier is waar ook onderling spelletjes worden gespeeld heeft Kris Merckx daarjuist heel duidelijk aangetoond met de schetsing van de geschiedenis van dit dossier. Ik pleit er ook niet voor om dit punt te verdagen, om dezelfde reden als mevrouw Bayraktar heeft aangehaald, omdat we het dan automatisch goedkeuren. Ik vind het wel een belangrijk signaal dat de provincie kan geven als we ons hier gewoon allemaal op onthouden, gewoon omdat we niet mee willen spelen in deze politieke carrousel. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Collega’s, Dank u voor deze tussenkomsten allemaal. Ik moet u eerlijk zeggen dat als ik mijnheer Huijbrechts heb gehoord, dan zat hij niet alleen in de fichebak van de Staatsveiligheid, maar volgens mij werkte hij daar. Ik heb ook de tussenkomst van mijnheer Merckx aanhoord. Ik had die in feite al gehoord op de commissie, en gisteren op het Vast Bureau heb ik ook nog eens hetzelfde mogen vernemen. Ik heb zowel op de commissie, als op het Vast Bureau proberen duidelijk te maken dat dit voor ons een technisch dossier is. 32 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Over wat gaat het nu in feite? Al die tussenkomsten over de strikte scheiding van kerk en staat, over alle wetgevingen daarrond, over de Staatsveiligheid, daar gaat het niet over. Wij kregen op 23 december 2013 een schrijven, binnengekomen op 6 januari hier op de provincie. Daar vroeg minister Bourgeois, net als hij aan de Stad heeft gevraagd, om een advies te geven over de moskee De Koepel, over de lokale islamitische geloofsgemeenschap De Koepel. Om wat gaat dat nu in feite? Wel, deze erkende lokale islamitische geloofsgemeenschap heeft nog steeds geen verkozen bestuur, nog steeds niet. Het verbaast mij dat een groot democraat, zoals hij zichzelf noemt, mijnheer Merckx, verkiezingen maar een detail vindt. Ik vraag mij af waarom u dan mee doet op 25 mei, als u dat allemaal maar een detail vindt. Mijnheer Merckx, ik zal u vertellen dat dit belangrijk is, en alle andere geloofsgemeenschappen die hebben dat. Wat ik zeker niet neem is dat men zegt dat wij hier in de provincie, en dat ik namens mijn partij, niet op een goede manier zou omgaan met deze geloofsgemeenschap. Men heeft dat laten uitschijnen. Ik zit regelmatig samen met Mehmet Akif, met de Antwerp Islamic Association, met Enzar, met At-Taqwa, met Huzur, allemaal erkende geloofsgemeenschappen. Ik zit regelmatig samen met de mensen uit Russisch-orthodoxe geloofsgemeenschap, met de mensen uit de Grieks-orthodoxe geloofsgemeenschap, met de mensen van de Kathedraal. Daar werken wij op een zeer goede manier mee samen. Maar al die geloofsgemeenschappen voldoen aan de wettelijke, decretale reglementering. Zo simpel is dat. Wat nu voorligt is de vraag om een advies. Wij kunnen niet anders dan vaststellen dat er geen verkozen bestuur is. Vandaar dat dit advies als dusdanig voorligt. Wij zijn hier wethouder. De deputatie moet rekening houden met de wetgeving, met de decreten. Dat doen wij hier. Wij kunnen niet anders. Vandaar dat ik ook vraag om hier dit zo goed te keuren. Ik zal zelfs nog meer zeggen. Als de vraag komt van De Koepel hoe het nu technisch verder moet rond gebiedsomschrijving, rond het verkiezen van een bestuur, dan zullen wij al onze deskundigheid binnen de provincie ter beschikking stellen van deze moskee om hen te helpen. Dat doen wij met iedereen. Elke geloofsgemeenschap zullen wij, waar wij bevoegd voor zijn, helpen en ondersteunen waar het wettelijk nodig is. Ik denk dat ik hier heel duidelijk ben geweest en ik vraag dan ook dit technisch dossier als dusdanig goed te keuren. Ik dank u. Applaus VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Aan mijnheer Lemmens wil ik antwoorden dat wij uiteraard, en die mensen ook, helemaal niet tegen verkiezingen zijn, absoluut niet. Zij vragen alleen dat zij 33 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN die verkiezingen kunnen organiseren die hun leden wensen zodanig dat diegenen die er effectief op bezoek komen en lid van zijn zich kandidaat kunnen stellen. Zij hebben ook op geen enkele manier al gezegd dat zij in orde zijn, en al subsidies vragen. Zij hebben alleen gevraagd: laat ons deze administratieve vergissing, gelijk aan wie ze te wijten was, maar die wij pas opgemerkt hebben na de erkenning, zo vlug mogelijk herstellen. Men heeft dat in het begin niet gewild. Sinds het in lopende zaken zijn van de Executieve kon het ook niet. Ik wil de collega’s danken die mijn kritiek en mijn analyse gevolgd zijn. Ik zou wel willen zeggen dat de onthouding dan een slechte zaak is. Dit is werkelijk een overbodig agendapunt dat er om politieke redenen gekomen is. Wij moeten duidelijk een signaal geven dat wij niet meedoen aan het stimuleren van wantrouwen. In verband met mensen die tot de islam behoren, als consequente antiracisten mogen wij daar geen enkele medewerking aan verlenen. Ik wil voor de sp.a ook opmerken dat haar fractie, met Monica De Coninck incluis, heel grote twijfels en wantrouwen geuit heeft tegenover het voorstel van de burgemeester om een gelijkaardig advies goed te keuren als dat wat hier voorligt, er rekening mee houden dat dit in de gemeenteraad nog veel gereserveerder was. Dat liet nog toe dat in de komende maand er een oplossing zou komen. Aan dezelfde fractie, die zich onthouden heeft in de gemeenteraad omdat ze gezegd heeft: wij konden geen dossier inzien: het is ons hier ter plaatse vanavond voorgeschoteld. U hebt die kanjer kunnen inkijken. U weet nu dat zij van de Staatsveiligheid volledig vrijgepleit zijn, en toch gaat een deel van uw fractie dit hier mee goedkeuren. Dat vind ik een gebrek aan moed, een gebrek aan consequentie in een progressieve, antiracistische houding. Het voornaamste argument om tegen te stemmen dat is als we het van de agenda hadden afgevoerd het impliciet zou ingehouden hebben dat wij positief advies voor de erkenning behouden. Als dit nu niet gebeurt, en wij geven een positief advies voor opheffing, of wij onthouden ons daarrond, dan zadelen wij die mensen op met heel veel werk om opnieuw heel die erkenningsprocedure te doorlopen. Dat is inderdaad een rondje moskeepesten, in gang gestoken door mensen die geen goede bedoelingen hadden. Ik dank u. VOORZITTER.- De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, dit gaat niet over racisme. Dit gaat over gelijkwaardigheid. Iedereen gelijk voor de wet. Hoe moet ik verantwoorden, mijnheer Merckx, tegenover al die andere moskeeën, die de wet moeten volgen, dat zij dat niet moeten doen. U moet mij dat maar eens uitleggen. Dit gaat over gelijkwaardigheid, niet over racisme. Ik heb het u daarjuist gezegd. Ik ben op de beste voet met al andere verenigingen die wij hier ook subsidiëren en ondersteunen. Ik heb daar de beste contacten mee, omdat ik geloof in de vrijheid van godsdienstbeleving. Ik zal de wetten dan ook op dat gebied zeer goed navolgen. Dit gaat niet over racisme, dit gaat over gelijkwaardigheid, gelijke behandeling voor iedereen. Daar zou u ook moeten voor zijn. Applaus 34 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 VOORZITTER.- Mevrouw Bayraktar heeft het woord. Mevrouw BAYRAKTAR.- Ik wil even opmerken dat De Koepel inderdaad de dupe is geworden van een samenloop van omstandigheden, waar zij ook niet de schuld van hebben. En het is aan ons om zo goed mogelijk ons best te doen om dit probleem van de baan te helpen, en om zo vlug mogelijk een oplossing te vinden. Enerzijds weet ik, met de laatste ontwikkelingen, dat het ministerie niet verplicht is om ons advies te volgen. De minister kan ook na de laatste ontwikkelingen niet overgaan tot de opheffing, en dat vermoed ik en hoop ik ten zeerste. Langs de andere kant waardeer ik ook, geachte gedeputeerde, uw ingesteldheid om proactief mee te werken. Wees er zeker van, als het zover moest komen, wat ik niet hoop, dat ik de eerste zal zijn om aan uw deur te kloppen. Ik reken op uw woord. VOORZITTER.- Mevrouw Van Hove heeft het woord. Mevrouw VAN HOVE.- Ik had eigenlijk graag nog twee dingen gezegd. Enerzijds is het inderdaad een technische kwestie, en al het gezeur daarrond is gewoon lucht. Ten tweede, mijnheer Merckx, u hebt ons al meerdere malen verweten dat wij aan politiek spel doen, maar ik vraag mij af wat u vandaag aan het doen bent. Want dit is gewoon een goedkope stemmenronseling. De heer MERCKX.- Mevrouw, ik ga u hier op antwoorden. Ik heb uitgelegd dat ik dit debat hier liever niet zou gehad hebben. Daarom heb ik een positief voorstel gedaan, omdat er over andere meer essentiële zaken moet gedebatteerd worden in de crisistijd waarin wij leven. Maar uw deputatie, uw partij heeft dat geweigerd. Sorry. Ten tweede, het is nogal evident dat wij vinden dat iedereen, gelijk van welke kleur of origine of geloofsovertuiging, zich aan de gestemde wetten dient te houden … Mevrouw VAN HOVE.- Wat is dan uw probleem? De heer MERCKX.- … en dat wij daar mee met u over waken. U weet ook dat het hier over een administratieve niemendal gaat waar zij zelf geen schuld aan hebben … Mevrouw VAN HOVE.- U mag ook niet door het rood rijden. U mag ook niet in een tegengestelde richting in een straat gaan. 35 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN De heer MERCKX.- Laat u mij uitspreken. Tenslotte, voor dergelijke, kleine administratieve foutjes is het zeer courant en ook menselijk –mijnheer Heylen heeft dat ook in de gemeenteraad in Antwerpen gezegd- dat men daar tolerant en courant in is. Wel, dat wil men hier niet doen. Ik wil zeggen aan Aysel: ik apprecieer uw tussenkomsten, maar u weet ook wat hier zwart op wit staat. “De provincieraad geeft een positief advies voor opheffing van de erkenning.” Wij zadelen die mensen men een stigma op, en met een zeer zware handicap. Ik vind dat we dat niet mogen doen. VOORZITTER.- Mevrouw Van Cleemput heeft het woord. Mevrouw VAN CLEEMPUT.- Mevrouw Van Hove wil altijd graag beweren dat het altijd zwart of wit is, en dat zijn de regels. Zoals mijnheer Merckx ook terecht aanhaalt, er worden uitzonderingen gemaakt. Er wordt ook gekeken of dat het niet een administratieve fout is die inderdaad in een politieke carrousel van spelletjes zit. Daarom zeggen wij ook: laat ons hier gewoon niet aan mee doen, waar dat minister Bourgeois specifiek mee bezig is. Wij vinden ook dat hier een beetje gevoelsmatig mee kan omgegaan worden. Wordt hier om een advies gevraagd? Er wordt hier gezegd: we kunnen echt niet anders dan vaststellen wat er al vastgesteld is. Dat is gewoon een politiek spelletje. Je kan evengoed het signaal geven door te zeggen: hier gaan we gewoon niet aan meedoen, want we weten dat het dossier ruimer is dan deze technische kwestie. Het is groter dan dat, en dat weten we ook allemaal. VOORZITTER.- De heer Verhaeven heeft het woord. De heer VERHAEVEN.- Mijnheer Merckx, ik heb nog een vraag aan u. Aan het begin van de provincieraad vroeg u om een reglement op te stellen voor tickets. Dat betekent dat u reglementen tamelijk belangrijk vindt. Nu gaat u vragen om een reglement niet te volgen. Dat begrijp ik niet goed. De heer MERCKX.- U weet ook dat er geen enkel reglement bestaat, en ik heb dat ook tegen mijnheer Geudens gezegd, dat stelt: de minister die vaststelt dat een moskee niet in orde is moet binnen een half jaar na de erkenning, of binnen het jaar, of binnen twee jaar, optreden. Minister Bourgeois heeft dat ook anderhalf jaar niet gedaan. Hij is dat maar beginnen doen nadat hij die beweringen gelanceerd heeft, waarvoor hij zich zou moeten excuseren, dat deze moskee waar Syriëstrijders gerekruteerd worden, waar radicale salafisten de toon zetten. Dat is allemaal weerlegd. Minister Bourgeois, goed wetende dat er een aanvraag was van januari voor de executieve zodra zij terug niet meer in lopende zaken zou zijn, maar zou kunnen optreden, dat zij die gebiedsuitbreiding zou aanvragen, dus vanaf vorige week of twee weken geleden, had zo kunnen handelen. Dan had hij de regels gevolgd. 36 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 VOORZITTER.- De heer Geudens heeft het woord. De heer GEUDENS.- Wij hebben er alle vertrouwen in dat het goed zit met dit dossier, en goed zal komen. Maar ik kan er getuige van zijn dat deze provincie altijd heel onpartijdig, heel efficiënt, heel deskundig is omgegaan met alle subsidiedossiers, niet alleen in deze materie, maar ook in sport, cultuur, enz. Wij hebben daar een reputatie opgebouwd. Er is nu een reglement dat zo voorligt. Mijnheer Merckx, ik vind niet dat we nu moeten zeggen: het is bijna goed, laat ons het nu maar op een andere manier behandelen. Laat ons het nu doen zoals afgesproken. Er zijn genoeg waarborgen gegeven door de deputatie. Als iedereen de inspanning doet die hij zich voorgenomen heeft, dan komt het allemaal in orde en spreken we er niet meer over. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Ik zou willen vragen, mijnheer de voorzitter, of wij tot de stemming kunnen overgaan. Ik denk niet dat we nog nader tot mekaar zullen komen. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 51 leden hebben ja gestemd; 2 leden hebben nee gestemd; 8 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 51 stemmen ja, bij 2 stemmen nee en 8 onthoudingen. 37 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 2. Ruimtelijke ordening, mobiliteit en intercommunales Nr. 2/1 van de agenda Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO): huishoudelijk reglement. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Artikel 1.3.2 §8 VCRO bepaalt: “De provinciale commissie voor ruimtelijke ordening stelt haar huishoudelijke reglement op. Dit reglement en zijn wijzigingen provincieraad voorgelegd.” worden ter goedkeuring aan de Het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 - tot vaststelling van nadere regels voor samenstelling, organisatie en werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening - bepaalt in artikel 10: “De commissie neemt haar huishoudelijk reglement met eenparigheid van stemmen aan. Het kan ook slechts met eenparigheid van stemmen gewijzigd worden. Het huishoudelijk reglement regelt minstens: 1° de wijze van agenderen met inbegrip van de mogelijkheid van leden om onderwerpen te laten agenderen; 2° de wijze van uitnodigen met inbegrip van de minimumtermijn die gerespecteerd moet worden; 3° op welke manier leden vóór de vergadering kennis krijgen of kunnen nemen van documenten die relevant zijn voor de onderwerpen die op de vergadering behandeld worden; 4° de wijze van notuleren; 5° de wijze van formuleren minderheidsstandpunten; van de adviezen met inbegrip van 6° de oprichting en werking van interne werkgroepen.” In de procoro vergadering van 22 januari 2014 werd het huishoudelijk reglement met eenparigheid van stemmen aangenomen. Het huishoudelijk reglement wordt provincieraad van 30 april 2014. ter Bijlage: huishoudelijk reglement 38 goedkeuring voorgelegd aan de VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 1.3.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (B.S. 20.08.09); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 (en wijzigingen) tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijk commissies voor ruimtelijke ordening; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening; Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2013 betreffende de benoeming van de leden van de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening (PROCORO); Gelet op het besluit van de Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport van 4 december 2013 houdende de goedkeuring van de beslissing van de provincieraad van 24 oktober 2013 tot benoeming van de leden van de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening; Overwegende dat het huishoudelijk reglement in de procoro vergadering van 22 januari 2014 met eenparigheid van stemmen werd aangenomen; Overwegende dat het huishoudelijk reglement ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de provincieraad; BESLUIT: Enig artikel: Er wordt goedkeuring gegeven aan het huishoudelijk reglement van de procoro. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 57 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 54 leden hebben ja gestemd; 3 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 3 onthoudingen. 39 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Nr. 2/2 van de agenda Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging IOK. Algemene vergadering 20 mei 2014. Agenda. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De dienstverlenende vereniging IOK deelt mee dat haar algemene vergadering zal doorgaan op dinsdag 20 mei 2014 om 11.00 uur in “Den Eyck”, Houtum 39, 2460 Kasterlee, met volgende agenda: 1. Statutaire benoemingen Benoeming kandidaat-bestuurder gemeente Dessel Benoeming kandidaat-bestuurder stad Turnhout 2. Goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2013 3. Verslag van de commissaris-revisor over het boekjaar 2013 4. Resultaatsbestemming 2013 5. Goedkeuring van de jaarrekeningen over het boekjaar 2013, afgesloten per 31 december 2013 6. Kwijting te geven afzonderlijk aan de bestuurders en de commissaris-revisor over de uitoefening van hun mandaat in 2013 7. Varia In zitting van 28 november 2013 duidde uw raad de heer Ivo Bollen, raadslid, met als plaatsvervanger mevrouw Nicole Boonen, raadslid, aan als provinciale vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de dienstverlenende vereniging IOK tijdens de periode 1 januari 2014 – oktober 2018. De agenda en de bijhorende stukken van deze vergadering liggen ter inzage op de Griffie. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat er op 20 mei 2014 een algemene vergadering wordt gehouden vanwege de dienstverlenende vereniging IOK; Gelet op artikel 5 van het decreet van 22 december 2006 tot wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de omzendbrief 2013/5 van Vlaams minister Geert Bourgeois betreffende de wijzigingen aan het decreet intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IOK van 20 mei 2014. De provinciale vertegenwoordiger wordt opgedragen de vermelde agendapunten van deze vergadering goed te keuren. 40 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 60 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 53 leden hebben ja gestemd; 7 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 7 onthoudingen. 41 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 3. Economie, landbouw, innovatie en internationale samenwerking Nr. 3/1 van de agenda Provinciale initiatieven. ERSV-Platform. Vervanging van een raadslid. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 6 februari 2013 heeft uw raad volgende raadsleden voorgedragen voor de algemene vergadering en de raad van bestuur van ERSV, voor de RESOC’s en het ERSV-Platform: Algemene vergadering Ludwig Caluwé, gedeputeerde (voorzitter) Raad van bestuur Eric Janssens Ludwig Caluwé Rik Röttger RESOC-Antwerpen Gerda Van Langendonck met als plaatsvervanger Eric Janssens Ludwig Caluwé met als plaatsvervanger Koen De Cock Greet Van Gool met als plaatsvervanger Sener Ugurlu RESOC-Kempen Kris Goossens met als plaatsvervanger Els Baeten Peter Bellens met als plaatsvervanger Ivo Bollen Werner Hens met als plaatsvervanger Frank Sels RESOC-Mechelen Eddy Verhaeven met als plaatsvervanger Christ’l Sotternie Sofie Braadt met als plaatsvervanger Jürgen Goden Rik Röttger met als plaatsvervanger Aysel Baraka ERSV-Platform (lid raad van bestuur met raadgevende stem) RESOC-Antwerpen RESOC-Kempen RESOC-Mechelen : ·Iefke Hendrickx : ·Michel Meeus : Frank Geudens ****** Mevrouw Iefke Hendrickx, raadslid, wil zich in het ERSV-Platform graag permanent laten vervangen door mevrouw Ilse Jacques, raadslid. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. 42 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; BESLUIT: Enig artikel: Mevrouw Ilse Jacques, raadslid, wordt voorgedragen als provinciaal vertegenwoordiger in het ERSV-Platform ter voleindiging van het mandaat van mevrouw Iefke Hendrickx, raadslid. VOORZITTER.- Dit is een geheime stemming. Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Men gaat over tot de geheime stemming. 59 leden nemen eraan deel. Er zijn 50 stemmen ja, 2 stemmen nee en 7 onthoudingen. Derhalve is het voorstel goedgekeurd. 43 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 4. Financiën en logistiek Nr. 4/1 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het verlenen van diensten van juridische aard (2014-2018). Plaatsing van de opdracht, gunningswijze en opdrachtdocumenten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Inleiding In 2008 heeft de Juridische dienst (thans de Dienst Overheidsopdrachten en Juridische ondersteuning) de huidige pool van advocaten met bijhorende afsprakennota opgemaakt. De Juridische dienst opteerde er toen voor om in afwachting van de inwerkingtreding van de uitvoeringsbesluiten van de nieuwe regelgeving overheidsopdrachten verder te werken op de oude werkwijze. De verbetering die in 2008 werd doorgevoerd bestond erin om een selectie van advocaten te maken die gespecialiseerd zijn in bepaalde rechtstakken en met hen afspraken te maken over de werkwijze van opvolging van geschillen, uurtarieven en kosten die zij mogen aanrekenen. Concreet betekende dit dat de reeds bestaande ‘pool’ wat ingeperkt werd tot maximum twee advocaten per materie en dat de advocaten enkel nog zouden aangesteld worden in die materie waarin ze expertise hebben. Dit alles met het oog op een optimalisatie van de juridische kwaliteitszorg. De Juridische dienst lichtte de deputatie toen ook in van het feit dat deze pool in de toekomst ook als basis kon dienen om een verdere marktbevraging te doen en dat de afsprakennota geïncorporeerd kon worden in het bestek. Gewijzigde situatie De nieuwe wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten verplicht een marktraadpleging voor aanstelling van advocaten in geschillen maar deze trad pas in werking in juli 2013. De wet stelt evenwel in artikel 18: “Deze wet is niet toepasselijk op overheidsopdrachten voor diensten:[…] 5° inzake arbitrage en bemiddeling;” Verder bepaalt de wet dat bij koninklijk besluit specifieke gunningsvoorschriften toepasselijk kunnen worden gemaakt op de opdrachten voor juridische diensten inzake geschillen, die beperkt zijn tot raadpleging en vertegenwoordiging voor rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting, alsook tot geschillenpreventie. (art. 33, §2) Het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren specifieert in artikel 146 behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten de opdrachten juridische diensten geplaatst worden via onderhandelingsprocedure bekendmaking. 44 van dat voor met VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Samengevat kan dus gesteld worden dat diensten inzake arbitrage en bemiddeling niet onderworpen zijn aan de wetgeving overheidsopdrachten, in tegenstelling tot juridische diensten waarbij zowel advies als vertegenwoordiging in geschillen wel onderworpen is. Ondanks het feit dat juridische diensten onderworpen zijn aan de wetgeving op de overheidsopdrachten zijn er verschillende uitzonderingsregelingen voorhanden. Zo vallen juridische diensten onder diensten in bijlage II B, wat impliceert dat: deze dus nooit onderhevig zijn aan Europese publicatie; deze mogen gegund worden met een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking tot aan 200.000 EUR contractwaarde excl. btw. Bovendien mogen opdrachten met betrekking tot juridische diensten inzake geschillen altijd ongeacht het bedrag gegund worden via een onderhandelingsprocedure met bekendmaking. De opdracht is onderverdeeld in zes percelen, zijnde: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. perceel perceel perceel perceel perceel perceel perceel 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: bestuursrecht sociaal en arbeidsrecht overheidsopdrachtenrecht ruimtelijke ordening fiscaal recht burgerlijk recht onderwijs recht De gevolgde procedure is de tweestapsprocedure, waarbij eerst overgegaan wordt tot selectie van een aantal kandidaten, die zullen uitgenodigd worden om uiteindelijk een offerte in te dienen. De kandidaat-inschrijver dient per perceel het volledige team weer te geven aan de hand van de volgende kwalitatieve selectiecriteria: 1. De studie-, beroeps- en of academische kwalificaties van de dienstverlener met betrekking tot voormelde materie(s): bij de beoordeling van deze kwalificaties wordt rekening gehouden met het curriculum vitae van alle teamleden die voor de uitvoering van deze opdracht zullen worden ingezet; hierin wordt een beschrijving gegeven van de opleiding, de voorkeurmaterie(s), seminaries, publicaties, enz. van de teamleden. Opmerking: indien het curriculum vitae het maximum van 2 pagina’s per persoon overschrijdt, zal enkel rekening gehouden met pagina 1 en 2 van het curriculum vitae en zullen de overige pagina’s niet in overweging genomen worden bij de beoordeling. 2. De relevante ervaring van de dienstverlener in het betrokken rechtsdomein: bij de beoordeling van deze ervaring wordt rekening gehouden met alle vergelijkbare en representatieve opdrachten uitgevoerd tijdens de laatste 3 jaar (door teamleden die voor de uitvoering van deze opdracht zullen worden ingezet), waaruit een grondige ervaring en deskundigheid blijkt met betrekking tot de voormelde materie(s). Zonder schending van het beroepsgeheim kan dit aangetoond worden door opgave van de opdrachten (procedures, adviezen, enz.) met vermelding van een samenvatting van de 45 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN precieze inhoud (dus niet de documenten in extenso toevoegen, enkel een korte samenvatting geven, uitvoeringsdatum en instanties/overheden/cliënten voor wie ze bestemd waren, evenals door welke advoca(a)t(en) deze opdrachten behandeld werden). Telkens wordt daarbij uitdrukkelijk vermeld of het gaat om een gerechtelijke procedure of een adviesdossier. Deze opgave bevat maximum 20 pagina’s per perceel. Opmerking: indien dit document het maximum van 20 pagina’s per aanvraag tot deelneming overschrijdt, zal enkel rekening gehouden met pagina 1 tot en met 20 en zullen de overige pagina’s niet in overweging genomen worden bij de beoordeling. 3. De relevante ervaring van de dienstverlener op het vlak van samenwerking met publiekrechtelijke overheden: bij de beoordeling van deze ervaring wordt rekening gehouden met alle vergelijkbare en representatieve opdrachten uitgevoerd tijdens de laatste 3 jaar (door teamleden die voor de uitvoering van deze opdracht zullen worden ingezet) waaruit ervaring blijkt om samen te werken met publiekrechtelijke overheden. Zonder schending van het beroepsgeheim kan dit aangetoond worden door opgave van cliënten waarvoor de dienstverlener (meer bepaald een of meerdere van de teamleden die worden opgegeven) vergelijkbare en representatieve opdrachten heeft uitgevoerd gedurende de laatste 3 jaar. Alle selectiecriteria worden kwalitatief beoordeeld. De aanbestedende overheid weerhoudt de vijf beste deelnemers per perceel aan de hand van een kwalitatieve beoordeling van de ingediende documenten. Concreet worden de offertes beoordeeld op basis van volgende gunningscriteria: 1. Prijs en prijsvorming: 50% 2. Kwaliteit: 50 % op basis van een voorbeelddossier of een juridische vraagstelling De opdrachtdocumenten voorzien dat de gekozen dienstverleners (per perceel maximum 3) geen exclusiviteit hebben voor de juridische dienstverlening en voorziet geen gegarandeerde afname, zodat zonder probleem ingespeeld kan worden op eventuele budgettaire beperkingen. De totale waarde van de raamovereenkomst wordt over vier jaren geraamd op 800.000 euro exclusief btw. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 3 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdracht voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006; Gelet op het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011; Op voorstel van de deputatie, 46 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt het plaatsen van een overheidsopdracht voor de raamovereenkomst van het verlenen van diensten van juridische aard (periode 2014-2018) goed en stelt als wijze van gunnen van deze opdracht de onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast. De provincieraad keurt de opdrachtdocumenten voor deze opdracht goed. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 60 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 59 stemmen ja, bij 1 onthouding. Nr. 4/2 van de agenda Afsluiting van een raamovereenkomst voor een verzekering alle bouwplaatsrisico's voor verschillende bouwprojecten van de provincie Antwerpen. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering: Tot 2013 gaf de provincie Antwerpen voor een aantal bouwprojecten die grote of specifieke risico’s met zich meebrachten de opdracht aan de gekozen aannemer om een polis alle bouwplaatsrisico’s af te sluiten voor het project. Die verzekering diende naast de risico’s van de aannemer ook de risico’s van de provincie als bouwheer te verzekeren. De polis alle bouwplaatsrisico’s (ABR) biedt immers een objectieve dekking van beschadigingen aan de werken, aan bestaande gebouwen van de bouwheer en/of aan derden tijdens de bouw-, montage- en testtermijn en tijdens de onderhoudstermijn. De ervaring leerde echter dat de provincie stipt moest opvolgen of de aannemer aan de verplichting had voldaan en dat de afhandeling van een schadedossier dan toch nog veel tijd in beslag kon nemen en met discussie gepaard kon gaan. In 2013 lanceerde de provincie Antwerpen twee pilootprojecten betreffende de afsluiting van een polis alle bouwplaatsrisico’s als bouwheer: één voor het project Campus Wetenschap en Techniek en één voor het project Provinciehuis. De bedoeling was om door zelf een ABR-polis af te sluiten, niet enkel als verzekerde maar ook als verzekeringsnemer (dus: als klant) te worden behandeld door de 47 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN betrokken verzekeringsmaatschappij. Een andere doelstelling was de doorlooptijd van mogelijke bouwgeschillen op die manier te beperken. De eerste ervaringen met de pilootprojecten zijn positief: zo is in het kader van de ABR-polis van het project Provinciehuis een schadeprocedure afgesproken tussen de APB-verzekeraar en de BA-verzekeraar van de afbraakaannemer die in eerste orde moet tussenkomen bij schade aan derden (de omwonenden, de mensen die in de buurt werken) door de afbraakwerken. Op die manier moeten we de aannemer niet in gebreke stellen wanneer we kennis krijgen van een schadegeval van een derde, maar kunnen we via zijn verzekeringsmakelaar het schadegeval bij zijn BA-verzekeraar aanmelden. Ook krijgen we de garantie dat de BA-verzekeraar de schadegevallen daadwerkelijk onderzoekt en de provincie verwittigt bij het afsluiten van het schadedossier door afwijzing van het schadegeval of door vergoeding van de derde. Gelet op die goede ervaringen met de pilootprojecten, wil de dienst Infrastructuur en Vastgoed een raamovereenkomst afsluiten met één verzekeraar teneinde bij deze verzekeraar gedurende 4 jaar alle bouwprojecten te kunnen aanmelden voor verzekering waarvoor zij een eigen ABR-verzekering wenst af te sluiten. De uitvoeringsperiode van de opdracht is van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018. Alle bouwprojecten die door de provincie Antwerpen in die periode worden aangemeld bij de gekozen verzekeraar zullen onder de ABR-polis vallen. De polis geldt tot het laatste aangemelde project is afgesloten (inclusief de onderhoudsperiode). Raming van de omvang van het contract: Het betreft hier een raamovereenkomst: de raming van deze opdracht gebeurt met het oog op budgetplanning en in het kader van de gunningsprocedure en houdt geenszins een verplichting tot afname in. Er zal slechts een verzekeringspremie verschuldigd zijn wanneer er een bouwproject wordt aangemeld voor verzekering. Per aangemeld bouwproject zal de verzekeringspremie verschuldigd zijn op het ogenblik van de aanvang van de desbetreffende werken. De verzekeringspremie zal bestaan uit twee onderdelen: - een premie voor de bouw-, montage- en testperiode; - een premie voor de onderhoudsperiode. De netto premies worden bekomen door toepassing van een door de kandidaatverzekeraars op te geven premietarief in promille (‰) op de waarde der werken van het bouwproject. Bij de aanvang van de werken wordt telkens een voorlopige premie vastgesteld op basis van de geraamde waarde der werken. Na afloop van de werken wordt op basis van de werkelijke waarde der werken de definitieve premie bepaald. Bovenop elke netto premie is een wettelijke bijdrage ten belope van 0,49 %, verschuldigd. Het is de verzekeringsmakelaar Aon die de verzekeringspremies factureert aan de provincie Antwerpen. Hij heft hierbij zijn makelaarsvergoeding van 2,85% op de netto premie. 48 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Er is geen btw makelaarsvergoedingen. verschuldigd op verzekeringspremies noch op Op basis van de geraamde waarde der werken in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018 ten belope van 36.242.322,00 EUR (zie Lijst abonnementspolis ABR – bijlage 3.3) wordt de totale waarde van deze opdracht, inclusief de wettelijke bijdragen en de makelaarsvergoeding, geraamd op 115.000,00 EUR. Omdat de geraamde waarde van de opdracht hoger ligt dan 85.000 euro, wordt het bestek ter goedkeuring aan uw raad voorgelegd. Overheidsopdracht In toepassing van artikel 26 §1 1° a van de overheidsopdrachtenwet van 15 juni 2006 en van artikel 105 § 1 1° van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011, kan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking worden gevoerd voor het aanbesteden van deze opdracht. Dit heeft het grote voordeel dat er kan worden onderhandeld met de gegadigde verzekeringsmaatschappijen. In samenspraak met verzekeringsmakelaar Aon stelt de dienst Overheidsopdrachten en Juridische Ondersteuning voor om volgende zes verzekeringsmaatschappijen uit te nodigen om een offerte in te dienen: Allianz Belgium nv, Amlin Europe nv, Bâloise Belgium nv, Ethias nv, HDI-Gerling Verzekeringen nv, Zurich Insurance plc. De opdracht zal worden gegund op basis van drie gunningscriteria. Deze gunningscriteria zijn de volgende, met het eraan toegekende gewicht: Prijs (premie) Waarborgen Dienstverlening 50 punten 40 punten 10 punten Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet, Overwegende dat het aanwezen is om voor de bouwprojecten van het departement Logistiek, dienst Infrastructuur en Vastgoed, die in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018 van start gaan, de mogelijkheid te hebben om een alle bouwplaatsrisico’s - verzekering af te sluiten als bouwheer en dat daarvoor een raamovereenkomst in de vorm van een abonnementsformule dient te worden afgesloten; Op voorstel van de deputatie, 49 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad beslist een overheidsopdracht in de markt te plaatsen voor het afsluiten van een raamovereenkomst voor een verzekering alle bouwplaatsrisico’s voor verschillende bouwprojecten van de provincie Antwerpen voor de periode van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2018. De provincieraad beslist dat gewerkt zal worden met een abonnementsformule waarbij er slechts een premie is verschuldigd van zodra een bouwproject door de provincie Antwerpen wordt aangemeld. De omvang van de opdracht, inclusief de wettelijke bijdragen en makelaarsvergoeding voor de verzekeringsmakelaar, wordt geraamd 115.000 EUR. de op De provincieraad stelt als wijze van gunnen van deze opdracht onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking vast. de De provincieraad keurt het bestek voor de afsluiting van een raamovereenkomst voor een verzekering alle bouwplaatsrisico’s voor verschillende bouwprojecten van de provincie Antwerpen goed. De provincieraad keurt de voorgelegde lijst van aan te schrijven verzekeraars goed. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 1 onthouding. De heer JANSSEN zegt dat hij ja heeft gestemd. Nr. 4/3 van de agenda Provinciale Overheidsopdrachten. Toepassing artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet. Opdracht voor catering in het PaS. Bestek. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering van de opdracht In zitting van 6 november 2008 heeft de deputatie de opdracht voor de uitbating van het personeelsrestaurant in het Provinciehuis, thans PaS, toegewezen aan de nv Prorest Catering. Deze opdracht loopt af op 30 september 2014. Voor de 50 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 resterende periode van tijdelijke huisvesting in het PaS dient bijgevolg een nieuwe opdracht in de markt geplaatst te worden. Procedure In vergadering van 27 maart 2014 heeft de provincieraad het plaatsen van deze opdracht goedgekeurd en als wijze van gunnen de onderhandelingsprocedure met bekendmaking vastgesteld. De dienst Overheidsopdrachten en Juridische Ondersteuning en de Facilitaire dienst hebben intussen in samenwerking met een gespecialiseerde firma het bestek opgemaakt. Dit bestek wordt nu ter goedkeuring voorgelegd. De kandidaten die op basis van de gepubliceerde selectieleidraad geselecteerd worden, zullen uitgenodigd worden om op basis van dit bestek een offerte in te dienen. Omvang en duur van de opdracht De omvang van de opdracht is sterk afhankelijk van de duur en van de bijkomende bestellingen. Voor de verwachte periode van 30 maanden, van 1 oktober 2014 tot 31 maart 2017, bedraagt de raming 600.000 euro incl. btw. Deze periode komt overeen met de vermoedelijke periode van tijdelijke huisvesting in het PaS en kan verlengd worden indien noodzakelijk. Deze opdracht bestaat uit 2 posten: post 1 omvat de uitbating van het personeelsrestaurant, post 2 het verzorgen van de catering in het VIP-restaurant, de bereiding en bediening van broodjes en eventueel de catering van recepties in het PaS. De cateraar krijgt hiervoor geen exclusiviteit toegekend. Het bestek voorziet de evaluatie van de ingediende offertes aan de hand van de gunningscriteria prijs (35 punten), kwaliteit (60 punten) en sociaal engagement (5 punten). Het gunningscriterium prijs wordt beoordeeld op basis van de personeelskosten, de beheerskosten en de foodkosten. In afwijking van de dienstnota overheidsopdrachten van 1 september 2013 en de onderliggende beslissing van deputatie wordt de prijs op 35 punten gezet in plaats van 50 punten. Deze afwijking wordt ons inzien gerechtvaardigd door het feit dat de kwaliteit van de dienstverlening (en zeker het voedsel) dient te primeren op de prijs. Hierdoor verzekeren we o.a. een beter aanbod en een betere kwaliteit van het aangeboden voedsel. Het gunningscriterium kwaliteit wordt beoordeeld op basis van de kwaliteit en attractiviteit van het aanbod, de organisatie en kwaliteiten van het in te zetten personeel, de opvolging van de kwaliteit, SLA’s, duurzaamheid en voedselveiligheid en andere criteria zoals het voorstellen van investeringen en verbeteringen. Het gunningscriterium sociaal engagement wordt beoordeeld aan de hand van engagementen van de cateraar met betrekking tot inschakeling, opleiding en diversiteit. In het bestek wordt de nodige aandacht besteed aan gezonde voeding, het gebruik van lokale producten, afvalbeheer, arbeidsvoorwaarden, controles, opvolging en overleg. 51 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014. De opdrachtdocumenten zijn digitaal beschikbaar. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 26 §2 van de wet op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006; Gelet op het koninklijk besluit betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 15 juli 2011; Overwegende dat het noodzakelijk is een opdracht voor cateringdiensten in het PaS te plaatsen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt het voorgelegde bestek voor de overheidsopdracht voor het verzorgen van de catering in het PaS goed, met een kostenraming van 600.000 EUR. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 58 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 58 stemmen ja, bij 1 onthouding. VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/4, 4/5, 4/6 en 4/8 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. Nr. 4/4 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Mechelen. Provinciale scholen voor tuinbouw en techniek. Oprichten van voorlopige klaslokalen. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor het oprichten van voorlopige klaslokalen in de provinciale scholen voor tuinbouw en techniek te Mechelen. 52 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Aan uw raad wordt thans voor goedkeuring het ontwerp voor deze werken voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, samenvattende opmeting, kostenraming en plan. Het ontwerp voorziet het oprichten van voorlopige klaslokalen in afwachting van de ingebruikneming na restauratie van de lokalen in blokken C en D. De kosten van deze werken worden geraamd op 200.000,00 EUR + 42.000,00 EUR (21 % btw) = 242.000,00 EUR. De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen, in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006. De bijlagen zijn elektronisch beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag in zitting van 10 april 2014 goed. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor het oprichten van voorlopige klaslokalen in de provinciale scholen voor tuinbouw en techniek te Mechelen; Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het oprichten van voorlopige klaslokalen in de provinciale scholen voor tuinbouw en techniek te Mechelen, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 als wijze van gunnen van deze werken de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. 53 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Nr. 4/5 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Antwerpen/Deurne. Provinciaal groendomein Rivierenhof. Openluchttheater. Vernieuwen van de overkapping Studieopdracht met uitvoering. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de meerjarenplanning werd een krediet voorzien voor het leveren en plaatsen van een nieuwe overkapping van het openluchttheater in het provinciaal groendomein Rivierenhof te Deurne, Antwerpen. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze leveringen voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, inventaris en kostenraming. Het ontwerp voorziet in: het opmaken van een ontwerp (incl. opmeting van de bestaande staalstructuur); het afbreken en afvoeren van het bestaande zeil; het aanpassen van de bestaande structuur; het opnieuw schilderen van de bestaande structuur met een zinkcoating; het leveren en plaatsen van het nieuwe zeil. In het bestek is voorzien dat er een maximum budget is van 180.000,00 EUR (incl. btw). De deputatie stelt aan uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de leveringen de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast te stellen, in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006. Het ontwerp is digitaal beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van een krediet voor het leveren en plaatsen van een nieuwe overkapping van het openluchttheater in het provinciaal groendomein Rivierenhof te Deurne, Antwerpen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor het leveren en plaatsen van een nieuwe overkapping van het openluchttheater in het provinciaal groendomein Rivierenhof te Deurne, Antwerpen, opgemaakt door de dienst 54 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Infrastructuur en Vastgoed, en stelt in toepassing van artikel 26.§2.1°.d) van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 als wijze van gunnen van deze leveringen de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking vast. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/6 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Bornem/Hingene. Kasteel d'Ursel. Restauratie en renovatie. Masterplan textilia. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 23 februari 2012 keurde de deputatie het ontwerp voor de restauratie van de historische textielbespanningen – fase 1 (lokalen G1.1 en G2.1) in het kasteel d’Ursel te Hingene, Bornem goed en werd beslist deze opdracht te gunnen via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, na prijsaanvraag aan zeven voorgestelde textielrestauratoren. Er werd evenwel geen enkele offerte ingediend. Bij navraag bij de aangeschreven kandidaten werden hiervoor volgende redenen opgegeven: - de textielrestauratoren vonden het in het bestek opgenomen behandelingsvoorstel voor kamer G1.1 ontoereikend en onrealistisch, voornamelijk omdat deze kamer in de toekomst als bureau zou blijven functioneren; - de staat van de stukken was volgens hen overschat; - de uitvoeringstermijn van 50 werkdagen was volgens hen veel te krap (om die uitvoeringstermijn te kunnen respecteren zouden ze allen samen moeten werken). Het restauratiedossier werd nochtans opgemaakt in overleg met textielexperte Frieda Sorber van het Modemuseum, Joke Bungeneers van dienst Erfgoed en Madeleine Manderyck van Onroerend Erfgoed Vlaanderen. De bedoeling was om de textielen niet hard te restaureren, maar om de huidige staat ervan zoveel mogelijk te bewaren. Grotere lacunes zouden evenwel worden aangevuld. De textielrestauratoren gingen echter uit van een ver doorgedreven restauratie. Als gevolg hiervan werd geoordeeld dat de onderhandelingsprocedure diende stopgezet te worden en dat eerst een masterplan diende opgesteld voor de textielen, nog steeds uitgaande van een zo groot mogelijk respect voor de bewaarde stukken. Echter werd nu ook de idee van reconstructie van de meest fragiele stoffen in overweging genomen. Reconstructies zouden dan kunnen worden teruggeplaatst in de kamers van het kasteel, terwijl de originele stukken deskundig verpakt zouden worden en in situ bewaard blijven in een textielkamer. In zitting van 10 april 2014 besliste de deputatie geen gevolg te geven aan voormelde, gehouden prijsaanvraag. 55 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Rekening houdend met de opmerkingen van de restauratoren met betrekking tot het toekomstig gebruik van de kamers zal de functie van enkele ruimtes op het gelijkvloers veranderd worden. Het bureel van de beheerder verhuist naar de westzijde (lokaal G1.1) terwijl de burelen van de medewerkers verhuizen naar de oostzijde (lokalen G8.1 en G9.1). Op die manier wordt lokaal G2.1 minder belast. De textielkamer zal, rekening houdende met een vlot parcours doorheen het kasteel, ondergebracht worden in lokaal E6.3 op de eerste verdieping. Deze ruimte zou in de toekomst enkel op afspraak te bezichtigen zijn. Het masterplan werd opgesteld door: Amke Maes, ingenieur-architect, dienst Infrastructuur en Vastgoed; Joke Bungeneers, diensthoofd, dienst Erfgoed; Koen De Vlieger-De Wilde, beheerder kasteel d’Ursel; Frieda Sorber, textielexperte, ModeMuseum, in overleg met Madeleine Manderyck, erfgoedconsulente bij Onroerend Erfgoed Vlaanderen. Thans wordt voor goedkeuring door uw raad hierbij het masterplan voor de textilia voorgelegd. Na goedkeuring van dit masterplan kan dan onmiddellijk worden overgegaan tot een heraanbesteding van voornoemde fase 1. De meerjarenplanning voor de textilia te Hingene werd in het masterplan immers samengedrukt omdat de wandtextielen er van september tot november 2016 het onderwerp zullen vormen van een thematentoonstelling, die aandacht heeft voor de herkomst, de productie, de motieven en het gebruik van deze bespanningen. Op de tweede verdieping zal tegelijk een tentoonstelling lopen over Giovanni Niccolo Servandoni, de architect die het kasteel in 1765 zijn huidige uitzicht gaf. In 2016 wordt de 250ste verjaardag van zijn overlijden herdacht met een reizende tentoonstelling in Parijs, Londen en Hingene. De combinatie van beide tentoonstellingen is een pluspunt voor een optimaal publieksbereik. In september 2014 zal daarom ook de aangepaste meerjarenplanning voor 2015-2019 worden meegegeven bij de budgetopmaak 2015. De deputatie stelt uw raad voor voornoemd masterplan goed te keuren. De documenten zijn elektronisch beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag in zitting van 10 april 2014 goed. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het masterplan voor de textilia bij de restauratie en renovatie van het kasteel d’Ursel te Hingene, Bornem. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. 56 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Nr. 4/8 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Boom. Provinciaal recreatiedomein De Schorre. Fase 1: aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel. Verrekening nr. 2. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Uw raad keurde in vergadering van 25 oktober 2012 het ontwerp goed voor het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel bij het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom, opgemaakt door de ontwerper, nv Antea Belgium te Berchem, Antwerpen en met de openbare aanbesteding als wijze van gunnen. De kosten van deze werken werden geraamd op 243.151,78 EUR + 51.061,87 EUR (21 % btw) = 294.213,65 EUR. In zitting van 13 december 2012 besliste de deputatie deze werken te gunnen aan nv Aannemingsbedrijf L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen, voor een bedrag van 263.665,47 EUR (incl. btw). In zitting van 7 november 2013 hechtte de deputatie goedkeuring aan verrekening nr. 1 van werken in meer bij deze opdracht voor een bedrag van 61.761,51 EUR (incl. btw). Thans wordt verrekening nr. 2 van werken in min en in meer voor goedkeuring aan uw raad voorgelegd, omdat de bijkomende uitgave hierdoor meer dan 10% van het opdrachtbedrag bedraagt, onder verwijzing naar de verantwoording van de externe projectverantwoordelijke en de offerte van de opdrachtnemer voor een bedrag in min van 86.576,02 EUR + 18.180,96 EUR (21% btw) = 104.756,98 EUR en in meer van 77.555,08 EUR + 16.286,57 EUR (21% btw) = 93.841,65 EUR. Voor deze verrekening wordt een bijbehorende verlenging van de contractuele uitvoeringstermijn met drie werkdagen voorgesteld. De bijlagen (offerte van de aannemer en verantwoordingsnota van de min- en meerwerken) zijn elektronisch beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het besluit van de provincieraad, genomen in vergadering van 27 juni 2013, betreffende de invulling van het begrip dagelijks bestuur in de zin van artikel 43.§2.9° en 11° van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan de werken in meer voor een bedrag van 93.841,65 EUR (incl. btw) opgenomen in verrekening nr. 2 bij de opdracht voor fase 1: aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel bij het provinciaal recreatiedomein De Schorre te Boom, opgedragen aan de nv Aannemingsbedrijf 57 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN L. Janssens te Wilrijk, Antwerpen, neemt kennis van de werken in min voor een bedrag van 104.756,98 EUR (incl. btw) ingevolge deze verrekening, en stemt in met een bijbehorende verlenging van de contractuele uitvoeringstermijn van drie werkdagen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 4/4, 4/5, 4/6 en 4/8 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 59 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 59 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 4/4, 4/5, 4/6 en 4/8 worden goedgekeurd met 59 stemmen ja. Nr. 4/7 van de agenda Provinciale overheidsopdrachten. Mechelen. Provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker. Renovatie van de sporthal. Ontwerpopdracht. Ontwerp. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In de meerjarenplanning werd krediet voorzien voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de sporthal in het provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker te Mechelen. Aan uw raad wordt thans het ontwerp voor deze diensten voorgelegd, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en omvattende bijzonder bestek, inventaris en kostenraming. De opdracht omvat de studieopdracht voor een volledige renovatie van de sporthal. Het programma omvat onder meer een verbetering van de brandveiligheid, de isolatie, de leesbaarheid en circulatie van de site, de verlichting, de sportvloeren, … Hiervoor dient de ontwerper eerst een algemene voorstudie uit te werken voor de site waarbij het gebouw volledig gescreend wordt en een reeks ingrepen kan voorgesteld die passen in een groter kader van goed gebouwbeheer en die de site niet hypothekeren voor toekomstig gebruik. De kostenraming van deze diensten bedraagt 274 275,00 EUR + 57 597,75 EUR (21 % btw) = 331 872,75 EUR. De deputatie stelt uw raad voor voornoemd ontwerp goed te keuren en als wijze van gunnen van de diensten de open offerteaanvraag vast te stellen. Het ontwerp is digitaal beschikbaar. De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 10 april 2014. 58 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43.§2.11° van het provinciedecreet; Gelet op de inschrijving in de meerjarenplanning van krediet voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de sporthal in het provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker te Mechelen; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad hecht goedkeuring aan het ontwerp voor de ontwerpopdracht voor de renovatie van de sporthal in het provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker te Mechelen, opgemaakt door de dienst Infrastructuur en Vastgoed, en stelt als wijze van gunnen van deze diensten de open offerteaanvraag vast. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Mevrouw de gouverneur, Leden van de deputatie, Collega’s, Wij kunnen niet akkoord gaan met dit punt zoals het nu voorligt. Ik heb begrepen dat het gaat over renovatie van heel het sportcomplex -er staat hier sporthal, maar het is eigenlijk een sportzaal, een gymzaal, een kleine studie en een polyvalente zaal- voor een bedrag van 331.000 EUR. Inclusief aan studiekosten betekent dat een bouwkost van meer dan 3 miljoen. Daar kan je exact 2 nieuwe sporthallen voor bouwen. Het lijkt mij nogal zwaar overschat. Ik heb gezien in het dossier dat er 3 alternatieven worden gevraagd: lichte renovatie, zware renovatie, middelzware renovatie. Dat komt mij nogal bekend voor van een ander dossier, om het niet te noemen de herbouw van het Etnografisch en voormalig Volkskundemuseum. We vinden dit toch wel overdreven. Ik denk dat voor de provincie op dit vlak die raming veel te hoog ligt. Dat past natuurlijk in de stijl van het gouden zwembad dat aanpalend is gelegen. Maar wij denken dat men de tering naar de nering moet zetten en men moet zorgen dat dit gebouw in orde komt, maar dat het op een marktconforme wijze moeten gebeuren aan een deftige prijs die geen 331.000 EUR studiekosten vertegenwoordigt. Ik zou graag de stemming apart hebben over dit punt 4/7. VOORZITTER.- De heer Vollebergh heeft het woord. De heer VOLLEBERGH.- Over het gouden zwembad ga ik niets zeggen. Ik sluit mij wel wat aan bij een stuk van de tussenkomst. Wij denken ook dat 331.000 EUR, enkel voor de studie, wij zijn dan nog niet vertrokken, veel te hoog is. We mogen er toch van uit gaan dat we dan minstens over 3 miljoen spreken, nog architectkosten erbij, een totaal van minstens 4 miljoen EUR. Dat lijkt ons toch lichtjes een groot bedrag om vandaag 59 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN die studie goed te keuren. Ik neem wel aan dat u een studie wil doen om te zien waar we willen uitkomen, maar dit wordt ons ook een beetje op onze boterham gegooid zonder enig vooroverleg. Ik vind dat we toch op zijn minst een motivering nodig hebben waarin blijkt waarom dat we die verbouwingen allemaal gaan doen, of waarom gaan we een nieuwbouw zetten, wat zijn de noden juist, is er een tekort van gebruikers, is er een teveel van gebruikers? Wij hebben daar eigenlijk te weinig informatie gekregen. VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Dit bedrag bestaat uit 2 delen. Ten eerste een voorstudie: het is juist de bedoeling om in die voorstudie te bekijken welke werken er echt noodzakelijk zijn, welke vernieuwbouw, nieuwbouw, renovatie nodig is op langere termijn. Want ik moet u meegeven dat op dit ogenblik in de meerjarenbegroting slechts een bedrag staat van 2 miljoen voor de eventuele renovatie van de sporthal. Het is juist de bedoeling van die voorstudie om te kijken in welke mate welke werken noodzakelijk zijn. Er is een hele opsomming gemaakt van dingen die eventueel zouden moeten gebeuren. Op dit ogenblik zijn daar ook niet direct middelen voor. Wij zijn dus niet van plan van op korte termijn een grote sporthal naast dat gouden zwembad te zetten. Mijnheer Helsen, ik wil er nog even aan toevoegen dat u wel in de deputatie zat op het moment dat het gouden zwembad gebouwd is. Dit even terzijde. Dat is het eerste gedeelte. Die voorstudie is ongeveer 75.000 EUR. Dat is een normaal bedrag. Normaal is het zo dat in het maximale scenario een voorstudie 5% bedraagt van 20% van het maximale bedrag van 7 miljoen EUR. Dan komen we aan 75.000 EUR. Het 2de bedrag, ongeveer 200.000 EUR, is het geld dat we willen gebruiken voor een ontwerp om eventueel die 2 miljoen te gebruiken voor de dringendste en noodzakelijkste werken om die sporthal te vernieuwen. 10% bij een renovatie op 2 miljoen is een normaal bedrag voor zo’n ontwerp. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 42 leden hebben ja gestemd; 13 leden hebben nee gestemd; 6 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 42 stemmen ja, bij 13 stemmen nee en 6 onthoudingen. VOORZITTER.- Ik stel voor de agendapunten 4/9 tot en met 4/11 met één stemming af te handelen. De raad stemt ermee in. 60 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Nr. 4/9 van de agenda Vastgoed. Mechelen. Fiets-o-strade Antwerpen-Mechelen. Innemingen 8 en 9 (Gemeenschapsonderwijs). Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 1 augustus 2013 keurde uw college de onteigeningsstaat goed waarop de vergoeding van de grondwaarde, verhoogd met wederbeleggingsvergoeding en wachtintresten en indien van toepassing verhoogd met een vergoeding voor opstanden, berekend werd. In de schatting van inneming 8 echter was een fout geslopen, waardoor de grond ten onrechte geschat werd als parkgebied, terwijl hij in wezen op het gewestplan ingekleurd staat als bouwgrond. In zitting van 23 januari 2014 keurde uw college een aangepaste onteigeningsstaat voor inneming 8 goed met behoud van de eerder goedgekeurde onteigeningsstaat voor inneming 9, om deze situatie recht te trekken. Een strook van 228m² van het perceel Mechelen, tweede afdeling, sectie B, nummer 187 E werd op het onteigeningsplan aangeduid als inneming 8, een strook van 754m² van het perceel Mechelen, tweede afdeling, sectie B, nummer 202 X werd aangeduid als inneming 9. Beide percelen zijn eigendom van het Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen. Voor de verwerving van deze innemingen werd met brief van 3 februari 2014 een aanbod gedaan ten bedrage van 40.433,00 EUR voor inneming 8, conform het eerder aangehaalde besluit van 23 januari 2014, en 24.950,00 EUR voor inneming 9, zijnde de schattingsprijs. Het totaal voor beide innemingen komt zo op 65.383,00 EUR. In aanvulling op de geldelijke vergoeding voor de innemingen werden ook de randvoorwaarden in het aanbod opgenomen die door uw college ook goedgekeurd werden in zitting van 23 januari laatstleden: 1. De school stelt ter hoogte van de toegang aan de Caputsteenstraat een stuk grond ter beschikking ten behoeve van de toegang voor de brandweer. De toegang voor de brandweer komt voor de gascabine. Voor de bijkomende afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen of klinkers. De provincie verzorgt deze afschuining. 2. Achteraan ter hoogte van het basketbalveld wordt een inham voorzien met een aangepast poortprincipe zodat de toegang voor de brandweer vlotter verloopt. De poort krijgt hier een breedte van 4m tot max 5m. Voor de bijkomende afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen of klinkers. Tussen poort en basketbalplein wordt een steenslagverharding aangelegd. Ook deze werken vallen ten laste van de provincie. 3. De riolering wordt verplaatst tussen gebouw en afsluiting, enkel daar waar ze onder het betonnen fietspad komt. De bestaande rioleringsdeksels kunnen gerecupereerd worden. De uitvoeringswerken hiervan zijn ten laste van de provincie. 4. De minimale afstand tussen draad en gebouw ter hoogte van het technisch lokaal bedraagt 2m. Indien dit zonder meerkost kan, is dit in orde. 5. Indien de gasleiding onder het fietspad ligt zal deze verplaatst worden door de provincie. 6. Ter hoogte van het cv-lokaal zullen 2 afneembare panelen voorzien worden in de plaats van massieve afsluiting. 61 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 7. Er zal door de provincie een fietspoort voorzien worden van +/- 3m breed, plaats nog te bepalen. In totaal worden er door de provincie 2 toegangspoorten voorzien. Met schrijven van 7 maart 2014 verklaarde Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen zich middels een ondertekende verkoopbelofte akkoord met de verkoop van beide innemingen aan de hierboven vermelde prijs en voorwaarden. Bijkomend verklaarde Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen zich akkoord om de werken voor de aanleg van de fietsostrade in afwachting van het verlijden van de akte al van start te laten gaan op haar eigendommen. Het bodemattest voor inneming 8 is blanco. Het bodemattest voor inneming 9 is gunstig in die zin dat de grond wel is opgenomen in het grondeninformatieregister, maar er geen bodemsanering wordt opgelegd wat betreft de strook die de provincie aankoopt. Krediet is beschikbaar op het budget 2014. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Overwegende dat voor de realisatie van de fietsostrade Antwerpen-Mechelen, vak Vrouwvliet tot Caputsteenstraat in Mechelen enkele grondverwervingen nodig zijn; Gelet op het onteigeningsplan; Gelet op de akkoordverklaring van Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name voor de aanleg van een fietspad, wordt machtiging verleend tot de aankoop jegens Gemeenschapsonderwijs Vlaanderen voor een deel van de percelen ten kadaster gekend als Mechelen 2, sectie B, nummers 187 E en 202 X, groot respectievelijk 228m² en 754m² en gelegen in respectievelijk woongebied en parkgebied, zoals aangeduid als inneming 8 en inneming 9 op onteigeningsplan 1, opgemaakt door studiebureau Mebumar d.d. 16 april 2013, tegen de prijs van 40.433,00 EUR voor inneming 8 en 24.950,00 EUR voor inneming 9, alle vergoedingen inbegrepen en mits tegemoetkoming aan volgende randvoorwaarden: 1. De school stelt ter hoogte van de toegang aan de Caputsteenstraat een stuk grond ter beschikking ten behoeve van de toegang voor de brandweer. De toegang voor de brandweer komt voor de gascabine. Voor de bijkomende afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen of klinkers. De provincie verzorgt deze afschuining. 2. Achteraan ter hoogte van het basketbalveld wordt een inham voorzien met een aangepast poortprincipe zodat de toegang voor de brandweer vlotter verloopt. De poort krijgt hier een breedte van 4m tot max 5m. Voor de bijkomende 62 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 3. 4. 5. 6. 7. afschuining moet het type verharding nog gekozen worden – beton – grasdallen of klinkers. Tussen poort en basketbalplein wordt een steenslagverharding aangelegd. Ook deze werken vallen ten laste van de provincie. De riolering wordt verplaatst tussen gebouw en afsluiting, enkel daar waar ze onder het betonnen fietspad komt. De bestaande rioleringsdeksels kunnen gerecupereerd worden. De uitvoeringswerken hiervan zijn ten laste van de provincie. De minimale afstand tussen draad en gebouw ter hoogte van het technisch lokaal bedraagt 2m. Indien dit zonder meerkost kan, is dit in orde. Indien de gasleiding onder het fietspad ligt zal deze verplaatst worden door de provincie. Ter hoogte van het cv-lokaal zullen 2 afneembare panelen voorzien worden in de plaats van massieve afsluiting. Er zal door de provincie een fietspoort voorzien worden van +/- 3m breed, plaats nog te bepalen. In totaal worden er door de provincie 2 toegangspoorten voorzien. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/10 van de agenda Vastgoed. Mol. Scheppelijke Nete (A.7.29.5). Aankoop gronden vzw Natuurpunt (innemingen 31 t/m 35 ). Goedkeuring. Verslag van de deputatie Op 28 maart 2013 hechtte uw raad voorlopige goedkeuring aan het onteigeningsplan voor de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete in Mol met als doel de wateroverlast in de regio Mol-Balen aan te pakken. In de raad van 25 april 2013, 26 september 2013 en 24 oktober 2013 werden respectievelijk 17 verkoopbeloften goedgekeurd. De percelen kadastraal gekend als Mol, 1 ste afdeling, sectie G, nummers 786/2, 790b, 791a, 792 en 793 a, met een totale oppervlakte van 1,6095 ha (inneming 31 t.e.m. 35 van het onteigeningsplan) zijn eigendom van de vzw Natuurpunt. Volgens de onteigeningstabel goedgekeurd door de deputatie in zitting van 8 november 2012 werd de vergoeding voor inneming 31 t.e.m. 35 bepaald op 38.771,88 Euro. Gelet op het feit dat de vzw Natuurpunt deze gronden zelf had aangekocht middels aankoopsubsidies diende Minister Schauvliege haar akkoord te geven. Bij ministerieel besluit van 10 maart 2014, zoals voorgebracht, werd deze goedkeuring bekomen. Het bodemattest is nog niet beschikbaar, maar vermoed wordt dat zich hier geen problemen voordoen, mocht dit wel het geval zijn, zal hierover worden teruggekoppeld. 63 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Krediet is voorzien in het budget 2014. Aan uw raad wordt voorgesteld om machtiging te geven tot aankoop van bovenvermelde innemingen 31 t.e.m. 35. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het onteigeningsplan van 20 februari 2013 voor de aanleg van een overstromingsgebied langs de Scheppelijke Nete in Mol waaraan de provincieraad op 28 maart 2013 voorlopige goedkeuring hechtte; Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 2014; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name de aanleg van een retentiebekken langs de Scheppelijke Nete in Mol, wordt machtiging verleend tot de aankoop van innemingen 31 t.e.m. 35 van het onteigeningsplan van 20 februari 2013, eigendom van vzw Natuurpunt en kadastraal gekend als Mol, 1ste afdeling, sectie G, nummer, 786/2, 790b, 791a, 792 en 793a met een totale oppervlakte van 1,6095 ha voor de prijs van 38.771,88 EUR, alle vergoedingen inbegrepen. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Nr. 4/11 van de agenda Vastgoed. Sint-Amands. Veerhuis. Overdracht aan gemeente Sint-Amands. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In 1982 kocht de provincie Antwerpen het zogenaamde “veerhuis” te Sint-Amands van de vzw Verhaeren museum om het Emile Verhaerenmuseum te huisvesten. Nadien verhuisde het Emile Verhaerenmuseum naar een nieuwe locatie in de Emile Verhaerenstraat in Sint-Amands. Sinds 1996 wordt het Veerhuis via een gebruiksovereenkomst ter beschikking gesteld aan de gemeente Sint-Amands. Na de bestemming als Emile Verhaerenmuseum werd het door de gemeente Sint-Amands gebruikt als toeristisch infocentrum. Krachtens de gebruiksovereenkomst neemt de gemeente Sint-Amands alle onderhoud ten laste, zowel het “huurdersonderhoud” als het “eigenaarsonderhoud”. 64 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Het gebouw is momenteel in zeer slechte staat. De raming voor een renovatie bedraagt 169.542,18 EUR (BTW incl.) en kan worden opgesplitst in 3 fases: het dak, de gevels en het interieur. Omwille van deze renovatiekost en de nodige garanties dat deze investering op termijn loont is de gemeente Sint-Amands vragende partij om dit gebouw te verwerven. De gemeente Sint-Amands kan bovendien slechts subsidies krijgen voor de renovatie als ze eigenaar is van het gebouw. Daar de provincie Antwerpen deze renovatiekost niet wenst te dragen en de renovatiekost groter is dan de potentiële verkoopprijs wordt voorgesteld om het gebouw gratis over te dragen aan de gemeente Sint-Amands. Het schattingsverslag voor het gebouw bepaalt de waarde op 160.000 EUR. Het gebouw werd in 1982 aangekocht voor 70.000 BEF. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, wordt machtiging verleend tot overdracht om niet aan de gemeente Sint-Amands van het zogenaamde Veerhuis te Sint-Amands, ten kadaster gekend als 1e afdeling, sectie B, nummer 62. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik de punten 4/9 tot en met 4/11 samen voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd. De agendapunten 4/9 tot en met 4/11 worden goedgekeurd met 61 stemmen ja. Nr. 4/12 van de agenda Gerechtigden verhoogde tegemoetkoming. Vrijstellingen. Medewerking kruispuntbank. Kennisname. Verslag van de deputatie Met het oog op vrijstelling in de algemene provinciebelasting werd om de medewerking verzocht van de kruispuntbank van de sociale zekerheid. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid heeft op 5 april 2011, gewijzigd op 4 juni 65 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 2013, een principebeslissing genomen om in te stemmen met het bezorgen van een lijst met inwoners van de provincie Antwerpen die op 1 januari 2014 recht hebben op verhoogde tegemoetkoming inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen onder de volgende voorwaarden: De provincie kent aan één, meerdere of alle categorieën van gerechtigden op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een voordeel toe. Zij staaft dit aan de hand van een provinciaal reglement. De provincie bezorgt aan de kruispuntbank van de sociale zekerheid de lijst van de personen die potentieel voor dat voordeel in aanmerking komen. Op die lijst duidt de kruispuntbank van de sociale zekerheid enkel aan of de betrokkene op het referentietijdstip al dan niet gerechtigd is op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Tussen de kruispuntbank van de sociale zekerheid en de provincie Antwerpen wordt een overeenkomst gesloten waarin melding wordt gemaakt van de voorwaarden van deze beraadslaging. Alle provincieraadsleden worden in kennis gesteld van deze overeenkomst en ontvangen er een afschrift van. De gevraagde persoonsgegevens worden slechts meegedeeld nadat de kruispuntbank van de sociale zekerheid een bewijs van deze in kennisstelling heeft ontvangen. Uw raad wordt verzocht hiervan kennis te nemen. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de bestendige deputatie, Gelet op artikel 65 van de provinciewet, Gelet op de goedkeuring van de algemene provinciebelasting in de provincieraad van 6 december 2013, BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de beslissing van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, afdeling sociale zekerheid nr. 11/29 van 5 april 2011, gewijzigd op 4 juni 2013, tot mededeling van de persoonsgegevens door de kruispuntbank van de sociale zekerheid met het oog op de automatische toekenning van aanvullende voordelen aan inwoners die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. VOORZITTER.- Dit is een kennisname. Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Ik zit niet in de commissie Financiën. Ik wou wel opmerken dat dit een heel goed punt is. Het is een automatische uitwisseling van gegevens. Vereenvoudiging 66 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 is altijd een goede zaak, zeker als het doelgroepen ten goede komt die het wat moeilijker hebben. Ik had hier gewoon een vraagje bij. Geldt dit ook al vanaf dit jaar, want de invulling van de provinciebelasting voor dit jaar zijn ondertussen verstuurd. Gebeurt die uitwisseling nu al? Ik lees ook dat de uitwisseling met de kruispuntbank nog altijd zal gebeuren op basis van de gegevens die de provincie zelf aan de kruispuntbank bezorgd. Kan er in de toekomst misschien naar een systeem gekeken worden waar die uitwisseling echt automatisch kan gebeuren, en of de provincie een signaal krijgt voor die mensen die op een vrijstelling aanspraak kunnen maken? VOORZITTER.- De heer Caluwé heeft het woord. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Er loopt gewoon door wat de voorbije jaren ook al van toepassing was, zij het dat men het nu weer lichtelijk kan uitbreiden. Kennis wordt genomen. 67 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 5. Onderwijs en jeugd Nr. 5/1 van de agenda Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel. Vakbondsoverleg. Lokaal Syndicaal Overlegcomité. Huishoudelijk reglement. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Binnen het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding overlegt de directie op geregelde tijdstippen met vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties (COC, ACOD-Onderwijs en VSOA-Onderwijs) over aangelegenheden die een repercussie kunnen hebben op de arbeidsomstandigheden en/of de arbeidsvoorwaarden van het personeel binnen de instelling. Op vraag van de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen heeft de provincieraad in zitting van 27 mei 2010 voor dit vakbondsoverleg een huishoudelijk reglement vastgesteld. Aan de raad wordt thans een gewijzigde tekst ter goedkeuring voorgelegd. Hierin wordt de tekst geactualiseerd aan de huidige organisatiestructuur van het provinciaal onderwijs. De gewijzigde tekst van het huishoudelijk reglement werd op 12 maart 2014 voorgelegd aan het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen. De raad gelieve goedkeuring te hechten aan het voorgebrachte ontwerp van huishoudelijk reglement voor het lokaal syndicaal overlegcomité van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie op 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de agendering van het huishoudelijk reglement voor het lokaal syndicaal overlegcomité van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding binnen het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen in vergadering van 12 maart 2014; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie in zitting van 10 april 2014, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt navolgende tekst van het huishoudelijk reglement voor het lokaal syndicaal overlegcomité van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding: 68 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET LOKAAL SYNDICAAL OVERLEGCOMITÉ AFDELING I: ZETEL, VOORZITTERSCHAP EN SECRETARIAAT VAN HET LOKAAL SYNDICAAL OVERLEGCOMITÉ Art.1 Er bestaat een Lokaal Syndicaal Overlegcomité (LSO) voor de personeelsleden van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding die ressorten onder het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité en het afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen. De zetel van het LSO is gevestigd te 2018 Antwerpen, Markgravelei 86. Art.2 Het LSO wordt voorgezeten door het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort. Als deze verhinderd is, wordt het voorzitterschap waargenomen door de directeur van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Art.3 Het secretariaat van het LSO wordt waargenomen door een door de voorzitter aangeduid personeelslid van het centrum. AFDELING II: SAMENSTELLING Art.4 Het LSO bestaat uit een afvaardiging van het centrumbestuur en een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties. Art.5 De afvaardiging van het centrumbestuur bestaat uit het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort en de directeur van dit centrum. Art.6 De vakbondsafvaardiging wordt vrij samengesteld door de representatieve vakorganisaties met een maximum van drie leden per representatieve vakorganisatie. Art.7 De afwezigheid van één of meer regelmatig uitgenodigde leden maakt de onderhandelingen niet ongeldig. Art.8 De leden kunnen zich laten bijstaan door technici en/of deskundigen. AFDELING III: BEVOEGDHEID VAN HET LSO Art.9 Het LSO is bevoegd om te onderhandelen over aangelegenheden die een repercussie kunnen hebben op de arbeidsomstandigheden of de arbeidsvoorwaarden van het personeel van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. AFDELING IV: INFORMATIERECHT Art.10 De leden van het LSO hebben een informatierecht met betrekking tot alle personeelsaangelegenheden van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Art.11 1° 2° De leden van het LSO hebben ten minste recht op volgende inlichtingen: de evolutie in de door het centrum begeleide scholen en de weerslag ervan op de tewerkstelling, de organisatie van het centrum die gevolgen kunnen hebben voor de arbeidsomstandigheden en/of tewerkstelling. AFDELING V: Art.12 DATUM VAN DE VERGADERINGEN Het LSO vergadert minimaal eenmaal per semester. Art.13 De voorzitter bepaalt de data waarop vergaderd wordt, onverminderd het recht van de leden om de voorzitter te vragen de vergadering bijeen te roepen. De vakbondsafgevaardigden kunnen onder andere om een vergadering verzoeken bij vragen ter verduidelijking en/of opmerkingen van personeelsleden. 69 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN AFDELING VI: UITNODIGING VOOR DE VERGADERINGEN EN AGENDA Art.14 De agenda wordt door de voorzitter vastgesteld. Elk lid heeft het recht via de voorzitter een punt ter bespreking op de agenda te laten plaatsen. Art.15 1° 2° De uitnodiging vermeldt: de dag en het aanvangsuur van de vergadering van het LSO. de agenda, met vermelding van de te bespreken punten. Art.16 De uitnodiging met de agenda wordt door de secretaris ten minste vijf werkdagen voor de datum van de vergadering verzonden aan de leden, onverminderd de mogelijkheid om met akkoord van de leden deze termijn te verkorten in dringende gevallen. AFDELING VII: VERGADERINGEN Art.17 De vergaderingen worden gehouden in de lokalen van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Art.18 Elk lid kan tijdens de vergadering een bijkomend punt voor de agenda voorstellen. Een dergelijk punt wordt in behandeling genomen indien de aanwezige leden daarmee eenparig instemmen. Art.19 De voorzitter doet dit reglement naleven, opent, leidt en sluit de debatten en handhaaft de orde in de vergaderingen. Art.20 De vergaderingen van het LSO zijn niet openbaar. AFDELING VIII: DE NOTULEN Art.21 De secretaris stelt de notulen van de vergadering op. De notulen worden ondertekend door de voorzitter. Art.22 Een afschrift van de notulen wordt door de secretaris verzonden aan de leden die ze in de volgende vergadering goedkeuren. Art.23 Een afschrift van de notulen wordt eveneens door de secretaris ter kennisneming toegezonden aan de leden van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité en het afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen. AFDELING IX: HET ARCHIEF Art.24 De agenda en de notulen worden op het personeelssecretariaat van het centrum bewaard. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 60 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 60 stemmen ja. 70 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Nr. 5/2 van de agenda Provinciaal CLB. Gesubsidieerd personeel. Rechtspositieregeling. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Door de oprichting van het APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen zijn vanaf 1 januari 2014 enkel nog de personeelsleden die binnen het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding tewerkgesteld zijn en die geheel of gedeeltelijk een salaristoelage ontvangen van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) van de Vlaamse overheid, gesubsidieerd personeelslid van de provincie Antwerpen. Ter vervanging van de rechtspositieregeling van het bestuurs-, onderwijzend en ondersteunend personeel van de onderwijsinstellingen voor secundair onderwijs en volwassenenonderwijs en het personeel van het centrum voor leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen, zoals vastgesteld door de provincieraad in zitting van 22 november 2012, wordt aan de provincieraad thans een rechtspositieregeling voorgelegd waarvan de tekst is aangepast aan deze veranderde organisatiestructuur van het provinciaal onderwijs. Deze rechtspositieregeling werd op 12 maart 2014 voorgelegd aan het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog overlegcomité bij de provincie Antwerpen. De raad gelieve goedkeuring te hechten aan het voorgebrachte ontwerp van rechtspositieregeling voor het gesubsidieerd personeel van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie op 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de personeel van binnen het overlegcomité agendering van het rechtspositieregeling van het gesubsidieerd het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité/afzonderlijk hoog bij de provincie Antwerpen in vergadering van 12 maart 2014; Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie in zitting van 10 april 2014, BESLUIT: Enig artikel: Goedgekeurd wordt navolgende tekst van de rechtspositieregeling voor het gesubsidieerd personeel van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding: 71 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET GESUBSIDIEERD PERSONEEL VAN CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN HET HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsgebied §1. Deze rechtspositieregeling is van toepassing op de personeelsleden van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding die geheel of gedeeltelijk een salaristoelage ontvangen van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) van de Vlaamse overheid. §2. Deze rechtspositieregeling is eveneens van toepassing op de in §1 vermelde personeelsleden die een verlofstelsel genieten, in zoverre de bepalingen ervan met het toegekende verlofstelsel verenigbaar zijn. Zij kunnen enkel rechten doen gelden op de vergoedingen en voordelen die krachtens deze rechtspositieregeling aan de personeelsleden worden toegekend als het recht niet uitsluitend ontstaat door activiteiten die vreemd zijn aan de werking van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. §3. Deze rechtspositieregeling is niet van toepassing op hen die via een andere rechtspositionele regeling, met een contract conform de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, bij contract op zelfstandige basis of via een detachering, behoudens uitdrukkelijke verwijzing in de arbeidsovereenkomst, het contract of de detacheringsovereenkomst, prestaties leveren ten behoeve van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Artikel 2 Definities §1. Voor de toepassing van deze rechtspositieregeling wordt verwezen naar de definities van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, de uitvoeringsbesluiten hiervan en naar de onderwijsnormering in zijn geheel. §2. Voor de toepassing van deze rechtspositieregeling oefent het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort de bevoegdheden over hem of haar uit die aan de directeur worden toegekend, als deze zelf handelt in de hoedanigheid van personeelslid. §3. Bij verhindering of ontstentenis van de directeur oefent het personeelslid dat door de provincie Antwerpen tijdelijk met de leiding van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding is belast, de bevoegdheden uit die aan de directeur zijn toegekend. HOOFDSTUK 2 WERVING EN SELECTIE Artikel 3 Aanstellende overheid §1. De deputatie heeft het aanstellingsrecht voor alle ambten en mandaten bepaald in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. §2. In afwijking van §1 is de provinciegriffier bij afzonderlijk delegatiebesluit van de deputatie bevoegd voor de aanstelling van de personeelsleden die geheel of gedeeltelijk gesubsidieerd worden door het Vlaamse ministerie van Onderwijs en Vorming, met uitzondering van het ambt van directeur. §3. De aanstellende overheid is tevens bevoegd voor de vaste benoeming, de ter beschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling, de wijziging van affectatie, de mutatie, de pensionering, de tucht en het ontslag, onverminderd de bevoegdheid van de reaffectatiecommissies inzake reaffectaties en wedertewerkstellingen. §4. Uitgezonderd de in §1 tot en met §3 vermelde aspecten van personeelsbeheer behoren alle andere tot het dagelijkse personeelsbeheer. §5. Bij tucht en ontslag wordt de in §3 bedoelde bevoegdheid bepaald door het ambt dat het personeelslid bekleedt op het moment van het opstarten van de tucht- of ontslagprocedure. De aanstellende overheid die bij het opstarten van de tucht- of ontslagprocedure bevoegd is, blijft bevoegd tijdens de volledige duur van de procedure, ook als de hoedanigheid van het personeelslid in de loop van de procedure wijzigt. 72 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Artikel 4 Openverklaring ambten en mandaten Met inachtneming van de bepalingen van de onderwijswetgeving en van deze rechtspositieregeling behandelt de aanstellende overheid de openverklaring van de ambten en mandaten. Artikel 5 Wervingsambten §1. De directeur selecteert de kandidaten voor de aanstelling van bepaalde duur in een wervingsambt. §2. Aan het personeelslid wordt eerst een aanstelling voor doorlopende duur in vacante uren aangeboden. Het personeelslid kan opteren voor niet-vacante uren. In dat geval tekent het personeelslid een document waaruit deze keuze blijkt. §3. Als verscheidene personeelsleden hun recht op een aanstelling voor doorlopende duur bij samenloop laten gelden, dan wordt: a) eerst de kandidaat aangesteld die op 30 juni van het vorige schooljaar is aangesteld in de betrokken betrekking, b) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub a), de kandidaat aangesteld met de grootste ambtsanciënniteit bij de provincie Antwerpen, c) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub b), de kandidaat aangesteld met de grootste dienstanciënniteit bij de provincie Antwerpen. §4. Als personeelsleden die geldig kandideerden voor vaste benoeming en/of uitbreiding van vaste benoeming in open verklaarde vacante uren, gelijke aanspraken hebben ten aanzien van de toe te kennen vaste benoeming wordt: a) eerst de kandidaat benoemd in de open verklaarde vacante uren waarin betrokkene als tijdelijke van doorlopende duur is aangesteld, b) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub a), de kandidaat met de grootste ambtsanciënniteit bij de provincie Antwerpen benoemd, c) als geen toepassing kan worden gemaakt van de regeling sub b), de kandidaat met de grootste dienstanciënniteit bij de provincie Antwerpen benoemd. Artikel 6 Directeur §1. Om in aanmerking te komen voor het ambt van directeur dat zowel bij aanwerving als bij bevordering wordt begeven, moeten de kandidaten voldoen aan de aanstellings- en subsidiëringsvoorwaarden voor dit ambt en mogen zij als laatste evaluatie geen evaluatie met de eindconclusie “onvoldoende” hebben verkregen. Als de kandidaat niet werd geëvalueerd, wordt deze voorwaarde geacht voldaan te zijn. §2. De aanstellende overheid stelt voor dit ambt de selectieprocedure vast. §3. De aanstelling in dit ambt geschiedt steeds conform de bepalingen van artikel 44quinquies e.v. van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. Artikel 7 Bewijsstukken §1. Elke aanstelling, benoeming of bevordering in dienst van de provincie Antwerpen gebeurt onder voorbehoud van het inzenden van de vereiste bewijsstukken. §2. De sollicitant moet staven dat hij of zij aan de gestelde aanstellings- en subsidiëringsvoorwaarden voldoet. De sollicitant die wordt aangesteld, benoemd of bevorderd moet deze bewijsstukken aan de aanstellende overheid voorleggen uiterlijk op het ogenblik van de indiensttreding, behoudens andersluidende bepaling in de vacantverklaring. §3. De kandidaat draagt de kosten die aan de voor te leggen bewijsstukken verbonden zijn. Artikel 8 Eed Elk personeelslid legt de overeenkomstig de onderwijswetgeving voorgeschreven eed af, ongeacht of hij deze eed reeds vroeger in een andere hoedanigheid zou hebben afgelegd. Artikel 9 Affectatie Alle personeelsleden worden aangesteld en benoemd in dienst van de provincie Antwerpen. Zij worden aan het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding geaffecteerd. 73 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN HOOFDSTUK 3 INTERNE MOBILITEIT Artikel 10 Tijdelijk andere opdracht §1. Alle personeelsleden kunnen vragen om met een andere opdracht belast te worden door uiterlijk op 15 juni een verzoek daartoe in te dienen, gericht aan de aanstellende overheid, onverminderd het recht van de aanstellende overheid om in het belang van de dienst, met akkoord van betrokkene, een personeelslid tijdelijk met een andere opdracht te belasten. §2. Een personeelslid kan enkel tijdelijk met een andere opdracht worden belast als aan de wettelijk en decretaal bepaalde voorwaarden is voldaan en met gunstig advies van de directeur. §3. De tijdelijk andere opdracht gaat steeds in op 1 september van het daaropvolgende schooljaar, onverminderd de mogelijkheid dat deze op een andere datum aanvangt in het belang van de dienst. HOOFDSTUK 4 RECHTEN EN PLICHTEN Artikel 11 Ambtsuitoefening §1. De personeelsleden zijn onderworpen aan het gezag van de deputatie, de provinciegriffier, het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort en de directeur. §2. Onverminderd zijn recht op vrije meningsuiting oefent het personeelslid zijn ambt op loyale en integere wijze uit onder het gezag van de directeur die verantwoordelijk is voor de gegeven opdracht. §3. Het personeelslid vervult zijn ambt met openheid en zonder enige discriminatie tegenover de begeleide scholen, de andere personeelsleden, de leerlingen, de ouders en het publiek in het algemeen. Het personeelslid waakt erover geen enkel gegeven van persoonlijke aard bekend te maken, tenzij aan de personen, bevoegd om ervan kennis te nemen. §4. Elk personeelslid is ertoe gehouden zijn diensttijd volledig aan zijn opdracht te besteden. Zonder voorafgaande toelating van de directeur mag een personeelslid de uitoefening van zijn opdracht niet opschorten. §5. Het personeelslid moet bij elke aangelegenheid zorg dragen voor het provinciaal belang en is ertoe gehouden zijn opdracht nauwgezet en zorgvuldig uit te voeren. §6. Het personeelslid draagt met volledige inzet bij tot de goede werking van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. In dit kader moet het personeelslid alle bij zijn dienstuitoefening vastgestelde misbruiken, nalatigheden en overtredingen van wetten of reglementen doen ophouden of het nodige ondernemen om deze te doen ophouden. §7. Het personeelslid moet al wat de veiligheid van het personeel en van derden in het gedrang brengt, elke nalatigheid op het werk die ongevallen zou kunnen teweegbrengen en elk gebrek in de gebruikte materialen meedelen aan de directeur. §8. Het personeelslid mag de hem ter beschikking gestelde middelen enkel gebruiken voor de uitoefening van zijn ambt. Het personeelslid mag geen misbruik maken van de communicatie- en informaticamiddelen die in de school of het centrum voorhanden zijn. Het gebruik van communicatie- en informaticatoepassingen en internetconsultaties is enkel toegestaan als dit gebruik duidelijk en rechtstreeks verband houdt met de opdracht van het personeelslid inde school of het centrum. De directeur beoordeelt de relevantie van het gebruik. Misbruik van communicatie- en informaticamiddelen kan worden opgespoord door de informaticadienst van de provincie Antwerpen in opdracht van de provinciegriffier. De gegevens kunnen worden verstrekt aan de directeur, aan het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort, aan de provinciegriffier en aan de deputatie. De door systeemmonitoring verkregen gebruikersgegevens zullen enkel worden aangewend met het oog op de bewaking van de goede werking van de provincie Antwerpen en de provinciale instellingen. Genoemde inbreuken kunnen – overeenkomstig hun frequentie, aard en ernst gesanctioneerd worden. Artikel 12 Arbeidsprestaties §1. Behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepalingen wordt elk personeelslid geacht in dienstactiviteit te zijn. 74 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 §2. Voor het personeel worden de te leveren prestaties door de directeur bepaald met inachtneming van de aan het personeelslid toegekende ambtsbevoegdheid of opdracht, zo dat zij in aanmerking komen voor salaristoelagen door de Vlaamse overheid, en rekening houdend met de aard van het te vervullen ambt. §3. De personeelsleden moeten de verplichtingen van hun ambt trouw na komen en de hun toevertrouwde opdracht op een loyale wijze uitoefenen met inachtneming van de visie en waarden van de provincie Antwerpen, eerbiediging van het pedagogisch concept van de door hen begeleide scholen, alsook met inachtneming van de op hen van toepassing zijnde regelgeving, gedragsregels en onderrichtingen. §4. De directeur, alsook hij of zij die door de provincie Antwerpen tijdelijk met de leiding van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding is belast, moet bij een afwezigheid voor meer dan één dag, uiterlijk de dag voor aanvang ervan, deze afwezigheid melden aan het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort, met opgave van het personeelslid dat de vervanging waarneemt en met mededeling van de concrete plaats en tijdstippen waarop de vervanger bereikbaar is. Zo mogelijk geeft betrokkene ook een telefoonnummer of Gsm-nummer op voor dringende aangelegenheden. Artikel 13 Geheimhoudingsplicht Het is het personeelslid verboden feiten bekend te maken die betrekking hebben op het intern beraad aangaande persoonsgebonden aangelegenheden en op het vertrouwelijk karakter van dossiers. Het intern beraad dat voorafgaat aan een beslissing kan ook niet na de beslissing openbaar gemaakt worden. Dit geldt eveneens voor een personeelslid dat zijn ambt heeft neergelegd. Artikel 14 Giften en andere voordelen Het personeelslid mag noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks, giften, beloningen of andere voordelen vragen, eisen of aannemen die het loyaal uitoefenen van zijn ambt beïnvloeden of zouden kunnen beïnvloeden. Artikel 15 Ongewenst gedrag Pesten, ongewenst seksueel gedrag en geweld op het werk zijn niet toegelaten. Artikel 16 Mededeling gegevens Elk personeelslid is ertoe gehouden alle gegevens te verstrekken over zijn burgerlijke stand, de samenstelling van zijn gezin, zijn beroepsactiviteiten en al wat invloed kan hebben op zijn rechtspositie en/of op zijn bezoldigingsregeling. Het personeelslid moet alle wijzigingen die zich dienaangaande tijdens de loopbaan voordoen uit eigen beweging, onmiddellijk en uiterlijk binnen een termijn van acht werkdagen, meedelen via het personeelssecretariaat van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Laattijdige, onjuiste of onvolledige mededeling van deze gegevens kan aanleiding geven tot terugvordering met terugwerkende kracht van de in deze rechtspositieregeling bepaalde en ten onrechte genoten voordelen. Zij kan ook aanleiding geven tot verlies van recht op de toepasselijkheid met terugwerkende kracht van deze voordelen. Eén en ander onverminderd de eventuele toepassing van ontslag of tuchtmaatregelen. Artikel 17 Nevenactiviteiten §1. Het personeelslid mag noch in persoon, noch via een tussenpersoon activiteiten verrichten die: a) verhinderen dat hij zijn plicht vervult b) in strijd zijn met de waardigheid van zijn ambt c) zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen d) een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben §2. Onverminderd §1 mag het personeelslid nevenactiviteiten en beroepsactiviteiten buiten de diensturen cumuleren met de eigen beroepsactiviteiten, overeenkomstig de onderwijsreglementering. Het moet hiervan mededeling doen aan de aanstellende overheid die ervan kennis neemt en die oordeelt of de activiteiten verenigbaar zijn met de bepalingen van §1. 75 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Wanneer een personeelslid een met zijn ambt verband houdend mandaat of ambtelijk lidmaatschap wenst op te nemen, moet de aanstellende overheid hiervoor vooraf een schriftelijke en steeds herroepbare machtiging verlenen. HOOFDSTUK 5 PERSONEELSDOSSIER Artikel 18 Samenstelling en inzage §1. Het personeelslid heeft het recht om na schriftelijke aanvraag bij het centrumbestuur inzage te nemen van het personeelsdossier dat op zijn naam is geopend en zich, zo betrokkene dit verkiest, naar zijn keuze, te laten bijstaan door een raadsman. §2. Het personeelslid kan langs hiërarchische weg schriftelijk bemerkingen aangaande de inhoud van het personeelsdossier ter kennis brengen van de aanstellende overheid. §3. Elk voor het personeelslid bezwarend stuk dat aan het personeelsdossier wordt toegevoegd, moet aan betrokkene ter kennis worden gebracht. Deze kennisgeving geschiedt hetzij aan het betrokken personeelslid in persoon die ter kennisname tekent, hetzij per aangetekend schrijven dat wordt gericht aan het betrokken personeelslid. §4. De tuchtbesluiten die lastens een personeelslid op basis van een tegen hem geopend tuchtdossier worden genomen, worden eveneens aan het personeelsdossier toegevoegd. §5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de provincie Antwerpen. HOOFDSTUK 6 VERLOVEN EN AFWEZIGHEDEN Artikel 19 Vakantieregeling §1. De vastbenoemde personeelsleden hebben vakantie tijdens de kerstvakantie, uitgezonderd de eerste maandag en de tweede vrijdag van de kerstvakantie, tijdens de paasvakantie en van 15 juli tot en met 15 augustus, alsook op de wettelijke en decretale feestdagen. De tijdelijke personeelsleden hebben vakantie tijdens de kerstvakantie, uitgezonderd de eerste maandag en de tweede vrijdag van de kerstvakantie, tijdens de paasvakantie en van 15 juli tot en met 15 augustus, alsook op de wettelijke en decretale feestdagen, voor zover deze periodes en feestdagen vallen binnen de aanstellingsperiode van het personeelslid. Als de eerste maandag en/of de tweede vrijdag van de kerstvakantie respectievelijk gelijk vallen met 24, 25, 26 of 31 december of met 1 of 2 januari, dan moeten de personeelsleden hun prestaties leveren op de datum binnen de kerstvakantie die hierbij het dichtste aansluit. §2. Boven de vakantiedagen bepaald in §1 hebben de personeelsleden recht op 21 werkdagen vakantie. Deze dagen moeten worden opgenomen tijdens de schoolvakanties (herfst-, kerst-, krokus- en zomervakantie), met uitzondering van zeven werkdagen die buiten de schoolvakanties, behalve in de maand juni, kunnen worden opgenomen. Ze worden door de directeur vastgesteld in samenspraak met de betrokken personeelsleden overeenkomstig de noodwendigheden binnen het centrum. Bij onvolledige prestaties en/of bij aanstellingen kleiner dan een volledig schooljaar wordt het aantal vakantiedagen in evenredige mate verminderd. §3. In afwijking van §1 en §2 moet steeds minstens één lid van het personeel tijdens de vakantieperiodes en de wettelijke en decretaal vastgelegde vrije dagen bereikbaar zijn. Het principe “bereikbaar zijn” omvat niet de verplichting zich in het centrum of thuis te bevinden. De permanentieregeling moet aan het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort, worden gemeld uiterlijk 10 werkdagen voor de aanvang van de vakantieperiode of vrije dag met aanduiding van de contactgegevens van diegene die de dienst verzekert. §4. In afwijking van §1 en §2 is de directeur, alsook het personeelslid dat door de provincie Antwerpen tijdelijk met de leiding van dit centrum is belast, ertoe gehouden vanaf 16 augustus tot en met 31 augustus arbeidsprestaties te leveren. Artikel 20 Ziekteverlof Elk personeelslid dat afwezig is wegens ziekte verwittigt zo spoedig mogelijk de directeur of zijn aangestelde. Deze mededeling moet telefonisch gebeuren uiterlijk voor de aanvang van 76 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 de door het personeelslid te vervullen prestatie en bij voorkeur voor de aanvang van de werkdag. Het personeelslid dat gedurende de afwezigheid wegens ziekte niet op zijn gebruikelijk adres verblijft, stelt hiervan onmiddellijk de directeur schriftelijk in kennis. Artikel 21 Verlofstelsels Elk personeelslid dat gebruik wenst te maken van een afwezigheid of een verlofstelsel zendt hiertoe minstens één maand van tevoren, behoudens overmacht of tenzij anders voorzien in de wetgeving, via de directeur, een schriftelijke aanvraag vergezeld van de nodige bewijsstukken en documenten ter staving van zijn aanvraag. De aanvraag wordt door de directeur voorzien van een advies en gedateerd en gehandtekend doorgezonden naar het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort. Artikel 22 Omstandigheidsverlof en dienstvrijstelling §1. Elk personeelslid heeft recht op omstandigheidsverlof ten belope van: a) één werkdag bij zijn of haar huwelijk of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning als het personeelslid niet behoort tot het administratief personeel b) vier werkdagen bij zijn of haar huwelijk of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning als het personeelslid behoort tot het administratief personeel c) twee werkdagen bij het huwelijk van een kind van het personeelslid zelf of van de echtgenoot of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner d) de dag van het huwelijk van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad, kinderen uitgezonderd, van het personeelslid zelf of van de echtgenoot of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner e) tien werkdagen naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner f) vier werkdagen bij het overlijden van de echtgenoot of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner, dan wel van een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner g) twee werkdagen bij het overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid, ongeacht de graad van verwantschap h) één werkdag bij het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van het personeelslid of van de wettelijk of feitelijk samenwonende partner die niet onder hetzelfde dak woont als het personeelslid i) één werkdag voor het bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad die bijeengeroepen is door de vrederechter j) de nodige duur bij de oproeping als getuige voor een rechtscollege of persoonlijke verschijning op aanmaning van een rechtscollege k) de nodige tijd voor de uitoefening van het ambt van voorzitter, bijzitter of secretaris van een stembureau of een stemopnemingsbureau l) de duur van de zitting om deel uit te maken van de jury van het Hof van Assisen §2. Het omstandigheidsverlof moet worden genomen op het ogenblik van de gebeurtenis of ten minste ter gelegenheid van sommige omstandigheden die onmiddellijk uit de gebeurtenis voortvloeien. De vier dagen omstandigheidsverlof bij het overlijden van een bloedverwant in de eerste graad moeten genomen worden van de dag van het overlijden tot de dag van de begrafenis of op een latere datum om bij voorbeeld administratieve verplichtingen in orde te brengen. In overleg bepalen de directeur en het personeelslid, wanneer de tien dagen omstandigheidsverlof naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, worden opgenomen, binnen een periode van vier maanden vanaf de bevalling. §3. Elk personeelslid heeft maximaal vier werkdagen per burgerlijk jaar recht op verlof wegens overmacht om aanwezig te zijn bij de volgende met het personeelslid onder eenzelfde dak wonende personen die ziek zijn of aan wie een ongeval is overkomen: a) de echtgenoot b) de samenwonende partner c) een bloed- of aanverwant van het personeelslid of van de samenwonende partner d) een persoon, opgenomen met het oog op zijn adoptie of de uitoefening van een 77 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN pleegvoogdij §4. De directeur verleent daarenboven in de volgende gevallen dienstvrijstelling voor de hoogstnodige tijd: a) voor deelname aan examens en selectieproeven georganiseerd door de provincie Antwerpen en de ermee verbonden instellingen b) bij verhoor door de aanstellende overheid c) voor oproepingen door de sociale dienst d) voor kennisneming van het tuchtdossier e) bij oproep voor: 1) de arbeidsgeneeskundige dienst 2) de controlegeneesheer 3) de controlegeneesheer van het verzekeringsorganisme tegen arbeidsongevallen f) voor andere door de deputatie bij algemene maatregel bepaalde gevallen §5. Tenzij anders is bepaald, moet het personeelslid het verlof met volledige dagen nemen en moeten de dagen niet aaneensluiten. Wanneer een personeelslid behalve in het Provinciale Centrum voor Leerlingenbegeleiding ook in andere instellingen werkt gedurende de dagen waarop hij verlof neemt, dan geldt dit verlof voor alle instellingen. Het totaal aantal dagen verlof is beperkt tot het aantal dagen dat per verlof wordt bepaald. §6. Het personeelslid meldt aan de directeur de omstandigheden die aanleiding geven tot het verlof of de dienstvrijstelling. Als de directeur erom verzoekt, moet het personeelslid de nodige bewijsstukken voorleggen. Voor het verlof wegens overmacht moet een personeelslid altijd een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat de aanwezigheid van het personeelslid absoluut vereist is. §7. Tijdens de periodes dat het personeelslid afwezig is wegens omstandigheidsverlof, verlof wegens overmacht of dienstvrijstelling staat het personeelslid in de stand dienstactiviteit. Het personeelslid heeft recht op bezoldiging. Artikel 23 Oproeping en wederoproeping militaire dienst Bij oproeping of wederoproeping voor militaire dienst stelt het personeelslid de directeur hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis, met toevoeging van een kopie van het oproepingsbevel. HOOFDSTUK 7 FUNCTIONEREN EN EVALUEREN Artikel 24 Evaluatoren §1. Ieder personeelslid heeft twee evaluatoren, een eerste en een tweede evaluator. De eerste evaluator staat in voor de begeleiding en coaching van het personeelslid door het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken. De tweede evaluator bewaakt het evaluatieproces en ondersteunt zowel het personeelslid als de eerste evaluator. Hij kan nooit zelfstandig een formeel functionerings- of evaluatiegesprek voeren met het te evalueren personeelslid. Hij kan ook de uiteindelijke beslissing van de eerste evaluator niet wijzigen. §2. Voor elk personeelslid worden de eerste evaluator en de tweede evaluator aangeduid overeenkomstig de bepalingen dienaangaande in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. Artikel 25 Functiebeschrijvingen §1. Het personeelslid en de eerste evaluator leggen per ambt een geïndividualiseerde functiebeschrijving vast. In deze functiebeschrijving worden de instellingspecifieke doelstellingen, de namen en functies van de eerste en tweede evaluator, de rechten en plichten inzake permanente vorming en nascholing, de taken en instellingsgebonden opdrachten van het personeelslid en de wijze waarop het personeelslid deze taken en opdrachten moet uitvoeren, vastgelegd rekening houdend met het door de provincieraad vastgestelde juridisch kader. §2. Een functiebeschrijving kan worden aangepast: a) ingevolge afspraken die de eerste evaluator en het personeelslid maken tijdens een functioneringsgesprek b) na overleg tussen eerste evaluator en het personeelslid bij een belangrijke wijziging van 78 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 de opdracht van het personeelslid c) bij aanvang van een nieuwe evaluatieperiode Aan de functiebeschrijving kunnen, naar aanleiding van een functioneringsgesprek of op basis van de afspraken gemaakt op het einde van een vorige evaluatieperiode, ook persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen worden toegevoegd. §3. De eerste evaluator ondertekent de functiebeschrijving. Het personeelslid ondertekent de functiebeschrijving voor kennisname. §4. Als de eerste evaluator en het personeelslid het niet eens raken over de functiebeschrijving of bepaalde onderdelen ervan, beslist op verzoek de aanstellende overheid na voorafgaandelijk de eerste evaluator en het betrokken personeelslid gehoord te hebben. Artikel 26 Functioneringsgesprekken §1. Per evaluatiecyclus heeft de eerste evaluator met het personeelslid minimaal één functioneringsgesprek. §2. Van elk functioneringsgesprek wordt door de eerste evaluator een verslag gemaakt. Dit verslag wordt ondertekend door de eerste evaluator en voor kennisname ondertekend door het personeelslid. §3. Als het personeelslid het verslag van het functioneringsgesprek weigert te ondertekenen voor kennisname dan zal de evaluator het verslag aangetekend versturen naar het personeelslid. Het bewijs van deze aangetekende zending geldt als bewijs dat het personeelslid heeft kennis genomen van het verslag van het functioneringsgesprek. Artikel 27 Evaluaties §1. Elk personeelslid wordt minimaal om de vier schooljaren geëvalueerd op basis van de vastgestelde, geïndividualiseerde functiebeschrijving. Er kan bij de evaluatie enkel rekening worden gehouden met prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie voorafgaande schooljaren. Een personeelslid voor wie geen functiebeschrijving werd opgesteld kan niet worden geëvalueerd. In afwijking hiervan wordt een personeelslid na een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende", en voor zover deze niet leidt tot het ontslag, opnieuw geëvalueerd na een periode van ten minste twaalf maanden effectieve prestaties vanaf het ogenblik dat het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het personeelslid. §2. Met het oog op de evaluatie wordt er een evaluatiegesprek gehouden tussen de eerste evaluator en het personeelslid. §3. Van het evaluatiegesprek wordt een evaluatieverslag opgesteld door de eerste evaluator. Het evaluatieverslag beschrijft op zorgvuldige wijze het volledig functioneren van het personeelslid ten opzichte van de functiebeschrijving en bevat steeds een eindconclusie. De eindconclusie van een beoordeling is steeds “voldoende”, “voldoende met verbeterpunten” of “onvoldoende”. De eerste evaluator ondertekent en dateert het evaluatieverslag en legt het voor aan het betrokken personeelslid. Het personeelslid ondertekent en dateert ter kennisneming en bezorgt het onmiddellijk terug aan de eerste evaluator. De eerste evaluator bezorgt onmiddellijk een kopie van dit evaluatieverslag aan het personeelslid. De eerste evaluator bezorgt eveneens een kopie van het evaluatieverslag ter kennisneming aan de tweede evaluator en aan de provincie Antwerpen. Als het personeelslid het verslag van het evaluatiegesprek weigert te ondertekenen voor kennisname dan zal de evaluator het verslag aangetekend versturen naar het personeelslid. Het bewijs van deze aangetekende zending geldt als bewijs dat het personeelslid heeft kennis genomen van het verslag van het evaluatiegesprek. Als het evaluatieverslag de eindconclusie "onvoldoende" bevat, moet het op straffe van nietigheid steeds de beroepsmogelijkheden bevatten. Artikel 28 Evaluatiedossier Het personeelslid heeft op elk ogenblik recht op inzage in zijn persoonlijk evaluatiedossier. Hij kan tevens op zijn verzoek een kopie krijgen van zijn evaluatiedossier. Dit evaluatiedossier bevindt zich in het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding en bevat alle nodige en nuttige documenten die als beoordelingsgrond kunnen dienen. De toevoeging van stukken aan het evaluatiedossier valt buiten het toepassingsgebied van artikel 18. 79 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN HOOFDSTUK 8 ONTSLAG Artikel 29 Ontslaggevende overheid De aanstellende overheid is bevoegd voor het ontslag zoals beschreven in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding. Artikel 30 Ontslagprocedure §1. De aanstellende overheid neemt kennis van de redenen tot ontslag en neemt hierop haar beslissing na het betrokken personeelslid gehoord te hebben. §2. Voor dit verhoor door de aanstellende overheid wordt het personeelslid opgeroepen bij ter post aangetekende brief. §3. Het personeelslid heeft het recht zich gedurende dit verhoor te laten bijstaan door een raadsman. §4. Het personeelslid heeft tevens het recht zijn of haar dossier in te zien en er kopie van te krijgen na telefonische afspraak met het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort. Het personeelslid kan zich tijdens deze consultatie laten bijstaan door een raadsman, die samen met het personeelslid een verklaring van inzage en eventuele afgifte van kopie ondertekent met vermelding van zijn of haar hoedanigheid en identiteitsgegevens. §5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de provincie Antwerpen. HOOFDSTUK 9 TUCHT Artikel 31 Tuchtoverheid en tuchtonderzoeker §1. De aanstellende overheid oefent de tuchtmacht uit. §2. Als de tuchtmacht wordt uitgeoefend door de deputatie is de provinciegriffier belast met het tuchtonderzoek en het formuleren van een tuchtvoorstel aan de deputatie als tuchtoverheid. §3. Als de tuchtmacht wordt uitgeoefend door de provinciegriffier is het departementshoofd van het departement waartoe het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding behoort, belast met het tuchtonderzoek en het formuleren van een tuchtvoorstel aan de provinciegriffier als tuchtoverheid. Bij verhindering van voornoemd departementshoofd belast de griffier een ander leidinggevend personeelslid van de provincie Antwerpen met het tuchtonderzoek en het formuleren van een tuchtvoorstel. §4. De tuchtonderzoeker en de provinciegriffier als tuchtoverheid worden bijgestaan door een door hen aangeduide secretaris. Artikel 32 Tuchtprocedure voor de tuchtonderzoeker §1. De tuchtonderzoeker stelt een tuchtdossier op. De toevoeging van bezwarende stukken aan het tuchtdossier valt buiten het toepassingsgebied van artikel 18. Hij hoort het betrokken personeelslid vóór hij zijn advies aan de tuchtoverheid formuleert. De tuchtonderzoeker kan getuigen horen op eigen initiatief en moet dit doen op verzoek van het betrokken personeelslid. Als hij getuigen hoort, doet hij dit in aanwezigheid van het betrokken personeelslid. Het personeelslid wordt schriftelijk bij ter post aangetekende brief opgeroepen om gehoord te worden. §2. Van de verklaringen van het personeelslid, en eventuele getuigen, wordt proces-verbaal opgemaakt. §3. Vooraleer gehoord te worden heeft het personeelslid het recht het tuchtdossier in te zien en er kopie van te krijgen na telefonische afspraak met de secretaris van de tuchtonderzoeker. Het personeelslid kan zich bij het uitoefenen van het inzagerecht laten bijstaan door een raadsman, die samen met het personeelslid een verklaring van inzage en eventuele afgifte van kopie ondertekent met vermelding van zijn of haar hoedanigheid en identiteitsgegevens. §4. Tijdens het verhoor heeft het personeelslid het recht zich te laten bijstaan door een 80 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 raadsman. §5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de provincie Antwerpen. §6. De tuchtonderzoeker formuleert een tuchtvoorstel aan de tuchtoverheid. Artikel 33 Tuchtprocedure voor de tuchtoverheid §1. De tuchtoverheid neemt kennis van het tuchtdossier en het tuchtvoorstel. Zij hoort het betrokken personeelslid vóór zij een beslissing neemt. De tuchtoverheid kan getuigen horen op eigen initiatief en moet dit doen op verzoek van het betrokken personeelslid. Als zij getuigen hoort, doet zij dit in aanwezigheid van het betrokken personeelslid. Het personeelslid wordt schriftelijk bij ter post aangetekende brief opgeroepen om gehoord te worden. §2. Van de verklaringen van het personeelslid, en eventuele getuigen, wordt proces-verbaal opgemaakt. §3. Vooraleer gehoord te worden heeft het personeelslid recht het tuchtdossier in te zien en er kopie van te krijgen na telefonische afspraak met de griffier als de deputatie aanstellende overheid is, en met een door de provinciegriffier aangeduide secretaris als de griffier zelf tuchtoverheid is. Het personeelslid kan zich bij het uitoefenen van het inzagerecht laten bijstaan door een raadsman, die samen met het personeelslid een verklaring van inzage en eventuele afgifte van kopie ondertekent met vermelding van zijn of haar hoedanigheid en identiteitsgegevens. §4. Tijdens het verhoor heeft het personeelslid het recht zich te laten bijstaan door een raadsman. §5. Kunnen als raadsman optreden een advocaat, een personeelslid van het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding of een vertegenwoordiger een vertegenwoordiger van een representatieve vakorganisatie die is vertegenwoordigd in het Afzonderlijk Hoog Overlegcomité bij de provincie Antwerpen. §6. De tuchtoverheid neemt een gemotiveerd besluit. HOOFDSTUK 10 BEZOLDIGINGEN EN PENSIOENEN Artikel 34 Bezoldigingen De bezoldiging van de personeelsleden gebeurt overeenkomstig de bepalingen aangaande de subsidiëring van deze personeelsleden door de Vlaamse overheid. Zowel voor de volledig gesubsidieerde prestaties als voor de gedeeltelijk gesubsidieerde en gedeeltelijk nietgesubsidieerde prestaties wordt de bezoldigingsregeling toegepast zoals vastgesteld door de wetten, de decreten, de verordeningen en de besluiten betreffende het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. Artikel 35 Rust- en overlevingspensioenen De lopende en de toekomstige rust- en overlevingspensioenen worden uitbetaald en geperekwateerd op basis van de bepalingen aangaande de subsidiëring door de Vlaamse overheid. Deze bepaling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 september 1999. Artikel 36 Bijzondere prestaties personeelsleden De bijzondere prestaties die de personeelsleden occasioneel buiten de diensturen in opdracht of met goedkeuring van de deputatie leveren, worden vergoed tegen een basisbedrag van 24 EUR per uur gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. Dit laatste bedrag volgt de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. 81 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN HOOFDSTUK 11 VERGOEDINGEN EN VOORDELEN Artikel 37 Woon-werkverkeer De personeelsleden hebben recht op de volledige terugbetaling van de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en/of met de fiets op de voorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2011 betreffende de volledige ten laste neming door de werkgever in de onderwijssector van de vervoerskosten voor het openbaar vervoer naar en van het werk en de toekenning van een fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer. Artikel 38 Reis- en verblijfskosten §1. Het personeelslid kan aanspraak maken op vergoeding van kosten voor dienstopdrachten na voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de directeur. §2. De verplaatsingskosten die een personeelslid effectief maakt voor dienstopdrachten, worden op verzoek terugbetaald. De werkelijk gedane uitgaven worden terugbetaald aan de hand van de ingediende vervoersbewijzen. Als de verplaatsing met eigen vervoermiddelen gebeurt, dan worden de tarieven gevolgd die gelden voor het personeel van de Vlaamse Gemeenschap. Voor het toekennen van deze vergoedingen wordt de standplaats als referentiepunt beschouwd. §3. Het personeelslid dat een dienstreis maakt, heeft recht op vergoeding van de effectief voor zichzelf gemaakte verblijfskosten. Het personeelslid dient voor al de gemaakte kosten de originele bewijsstukken in. Artikel 39 Nascholing §1. Het personeelslid kan aanspraak maken op vergoeding van kosten die met nascholing verband houden na voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de directeur. §2. De werkelijk gedane uitgaven voor nascholing die een personeelslid maakt in functie van de uitvoering van zijn opdracht, worden terugbetaald aan de hand van de ingediende rekeningen. Artikel 40 Materiële schade §1. De door een plotse gebeurtenis veroorzaakte materiële schade aan schoeisel, kleding en/of op het lichaam gedragen horloges, opgelopen tijdens de uitoefening van de dienst of op de weg van en naar het werk, wordt aan het personeelslid vergoed als deze geen nalatigheid kan ten laste gelegd worden én op voorwaarde dat deze ofwel geen vordering tegenover derden kan doen gelden, ofwel na uitputting van zijn rechtsmiddelen geen vergoeding van derden kan verkrijgen. §2. De terugbetaling gebeurt op grond van een ‘voor echt en onvergolden’ verklaarde schuldvordering. §3. Bij hogervermelde materiële schade wordt slechts de venale waarde vergoed met een maximum van 1.000 EUR per schadegeval. Artikel 41 Hospitalisatieverzekering §1. De provincie Antwerpen sluit een collectieve hospitalisatieverzekering af voor zijn personeelsleden die onder het toepassingsgebied van deze rechtspositieregeling vallen en die een opdracht hebben die tegelijkertijd voldoet aan volgende voorwaarden: a) een opdracht van minstens 50% nodig voor een voltijdse opdracht b) een opdracht van minstens 6 maanden. §2. Bij deze hospitalisatieverzekering kunnen op eigen kosten ook aansluiten: a) de gepensioneerde personeelsleden b) de gezinsleden van de actieve en gepensioneerde personeelsleden. De premie voor de gepensioneerde personeelsleden wordt ten laste genomen door de provincie Antwerpen voor het gedeelte dat voor de actieve personeelsleden wordt betaald. HOOFDSTUK 12 INTELLECTUELE EIGENDOMS- EN VERMOGENSRECHTEN Artikel 42 Intellectuele eigendomsrechten §1. Het personeelslid draagt aan de provincie Antwerpen het geheel van de vermogensrechten over op de werken waarvan het de (mede)auteur is en die het ter 82 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 uitvoering van zijn functie tot stand brengt. §2. De vergoeding voor deze overdracht van rechten is begrepen in de bezoldiging van het personeelslid. §3. Het personeelslid verleent aan de provincie Antwerpen de toelating om de werken, bedoeld in §1, onder de naam van de provincie Antwerpen aan het publiek mee te delen en onder die naam te exploiteren. Deze toelating geldt voor een duur van 20 jaar vanaf de datum van creatie van het werk. Artikel 43 Vermogensrechten Alle uitvindingen die door het personeelslid in de uitvoering van zijn functie worden gedaan of die verkregen worden door middelen die door de provincie Antwerpen ter beschikking worden gesteld, zijn het exclusieve eigendom van de provincie Antwerpen, zonder dat het personeelslid een recht op vergoeding kan doen gelden. HOOFDSTUK 13 SLOTBEPALINGEN Artikel 44 Inwerkingtreding §1. Deze rechtspositieregeling heeft uitwerking vanaf 1 mei 2014. §2. Met ingang van 1 mei 2014 wordt de Rechtspositieregeling Provinciaal Onderwijs Antwerpen, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 22 november 2012, opgeheven. Artikel 45 Kennisgeving reglement – Naleving reglement §1. Deze rechtspositieregeling wordt ter kennis gebracht van het personeel waarop deze rechtspositieregeling van toepassing is. §2. De personeelsleden verbinden zich tot de naleving van de op hen toepasselijke bepalingen. Artikel 46 Overgangsbepalingen §1. De artikelen 65, 66 en 67 van het geldelijk statuut van het directie-, onderwijzend en opvoedend hulppersoneel van de provinciale onderwijsinstellingen van de provincie Antwerpen, vastgesteld door de provincieraad in zitting van 14 december 1972, gewijzigd bij besluit van de deputatie van 23 maart 1973, goedgekeurd bij K.B. van 27 april 1973, zoals gewijzigd, blijven in overgangsstelsel behouden voor de personeelsleden die onder het toepassingsgebied van voornoemd geldelijk statuut vielen. §2. De algemene functiebeschrijvingen vastgesteld bij het reglement inzake functiebeschrijvingen en evaluatie van het bestuurs-, onderwijzend en ondersteunend personeel van de onderwijsinstellingen en het personeel van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de provincie Antwerpen, goedgekeurd door de provincieraad in vergadering van 22 april 2004, blijven in overgangsstelsel behouden. §3. De tuchtprocedures die bij de inwerkingtreding van deze rechtspositieregeling reeds zijn opgestart, worden verder gezet conform de bepalingen van hoofdstuk 9 van de Rechtspositieregeling Provinciaal Onderwijs Antwerpen. De overheid die bij het opstarten van de tuchtprocedure bevoegd is, blijft bevoegd tijdens de volledige duur van de procedure, ook als de hoedanigheid van het personeelslid in de loop van de procedure wijzigt. §4. De ontslagprocedures die bij de inwerkingtreding van deze rechtspositieregeling reeds zijn opgestart, worden verder gezet conform de bepalingen van hoofdstuk 8 van de Rechtspositieregeling Provinciaal Onderwijs Antwerpen. De overheid die bij het opstarten van de ontslagprocedure bevoegd is, blijft bevoegd tijdens de volledige duur van de procedure, ook als de hoedanigheid van het personeelslid in de loop van de procedure wijzigt. Artikel 47 Vastbenoemde niet-gesubsidieerde personeelsleden §1. Vastbenoemde personeelsleden die tewerkgesteld zijn binnen het Provinciaal Centrum voor Leerlingenbegeleiding in een ambt met een salarisschaal van het onderwijs en hun salaris niet rechtstreeks van de Vlaamse overheid ontvangen, vallen onder de toepassingssfeer van onderhavige rechtspositieregeling. Bedoelde personeelsleden bekleden deze ambten ten persoonlijke titel, zodat de ambten een uitdovend karakter hebben. §2. Wanneer een in §1 bedoeld personeelslid tewerkgesteld wordt binnen de provinciale administratie, behoudt betrokkene de salarisschaal van het ambt waarin het personeelslid 83 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN vast benoemd is, terwijl zijn tewerkstellingsregime verder wordt beheerst door de rechtspositieregeling die van toepassing is op de plaats van tewerkstelling. Artikel 48 Aanduiding Deze rechtspositieregeling kan worden aangeduid met “Rechtspositieregeling Provinciaal CLB”. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 61 stemmen ja. Nr. 5/3 van de agenda Hervorming van adviesraad POA naar adviesraad educatie. Aanpassing reglement. Goedkeuring. Verslag van de deputatie In zitting van 26 september 2013 werd het Autonoom Provinciebedrijf POA opgericht, dat vanaf 1 januari 2014 ook effectief operationeel is. Hierdoor is ook de adviesraad voor het Intern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Onderwijs Antwerpen aan een herziening toe. Op vraag en voorstel van de deputatie wordt voorgesteld om niet alleen de naam van de adviesraad IVA POA aan te passen, maar deze gelegenheid ook aan te grijpen voor een hervorming. Bedoeling is om de adviesraad te verruimen tot een adviesraad educatie, waar ook over APB Inovant en de AP Hogeschool kan gerapporteerd worden. Aan de raad wordt gevraagd om het aangepaste reglement van de adviesraad educatie goed te keuren. Het reglement van de adviesraad is elektronisch ter beschikking. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de oprichting van de adviesraad voor IVA POA en de goedkeuring van het reglement voor deze adviesraad door de provincieraad in zitting van 6 februari 2013; Gelet op de oprichting van het APB POA, in zitting van 26 september 2013 Overwegende dat er nood is aan een verbreding van de adviesraad voor IVA POA tot een adviesraad educatie; 84 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De adviesraad voor het Intern Verzelfstandigd Agentschap Provinciaal Onderwijs Antwerpen wordt hervormd naar een adviesraad educatie. Het reglement voor de adviesraad educatie wordt goedgekeurd. VOORZITTER.- Er ligt een nieuw aangepast reglement op de banken. Mevrouw Moreau heeft het woord. Mevrouw MOREAU.- Mijnheer de voorzitter, Collega’s, Mevrouw de gouverneur, Ik ben heel erg blij dat het aangepast is. Ik blijf een voorbehoud hebben over het gegeven dat APB’s op dezelfde manier worden behandeld als AP, dat volledig zelfstandig is. Ik zal mij daarom onthouden. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 62 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 61 stemmen ja, bij 1 onthouding. Nr. 5/4 van de agenda Verschuiving van krediet voor het huurdersonderhoud van APB POA. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Tijdens de budgetopmaak werd aan de nieuw op te richten APB’s de keuze gelaten om zelf in te staan voor huurdersonderhoud of om dit over te laten aan de dienst Infrastructuur van de provincie Antwerpen. APB POA opteerde in eerste instantie om zelf in te staan voor huurdersonderhoud. Daarom ook werd er aan de dotatie aan APB POA een bedrag van 174.951 EUR toegevoegd, bedoeld om de kosten voor het huurdersonderhoud te dragen. In een latere fase heeft APB POA zich toch bedacht en kiest ze er voor om dit huurdersonderhoud, net zoals voorgaande jaren, in handen te geven van de dienst Infrastructuur. 85 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Om dit technisch mogelijk te maken, wordt er aan uw raad gevraagd om de dotatie 2014 aan APB POA met een bedrag van 174.951 EUR te verminderen en datzelfde bedrag aan de werkingskosten van de dienst Infrastructuur toe te voegen. Het gaat dus om een verschuiving binnen hetzelfde beleidsdomein, waar er binnen exploitatie geschoven wordt tussen de dotatie aan APB POA en huurdersonderhoud. Volgens de interne richtlijnen gaat dit om een interne kredietaanpassing die op 3 april 2014 ter goedkeuring aan de deputatie wordt voorgelegd. Dezelfde ingreep werd ook voor het meerjarenplan gedaan. Concreet gaat het om een verschuiving van 174.951 EUR van BDS Kwalitatief sterk provinciaal onderwijs AP We organiseren toekomstgerichte opleidingen op maat en in een onderwijs- en leeromgeving conform de hedendaagse normen. A Uitbetaling dotatie Ramingsnummer: 2014000450 Naar BDS Niet in doelstellingen te vatten beleid AP Overhead Departement Ontwikkeling en Educatie A Overhead Provinciaal Onderwijs Antwerpen Ramingsnummer: 2014001082 Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014 De provincieraad van Antwerpen, Overwegende de voorgestelde vermeerderingen en verminderingen van kredieten; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De verschuiving van een krediet van 174.951 EUR van de dotatie APB POA naar de onderhoudskredieten van dienst Infrastructuur voor het huurdersonderhoud van POA wordt goedgekeurd. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 62 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 62 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 62 stemmen ja. 86 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Nr. 5/5 van de agenda Jeugddienst. Subsidie aan vzw Creatief Schrijven voor de organisatie van Frappant TxT 2014-2015. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De provincie Antwerpen organiseert al sinds 2007 tweejaarlijks het txt-onstageconcours Frappant TXT. De wedstrijd zet jongeren tussen 18 en 30 jaar aan tot schrijven en geeft hen de kans hun tekst op een podium te presenteren. De wedstrijd bouwde ondertussen een sterk imago op en gaf – gedurende de vorige edities – aan maar liefst 140 jongeren een professionele podiumkans. Net zoals de vorige edities, stelt de jeugddienst voor om voor de volgende editie van Frappant TXT 2014 – 2015 samen te werken met Creatief Schrijven vzw. Zij zijn nog steeds de meest aangewezen partner voor de praktische en inhoudelijke uitwerking van het txt-on-stageconcours. De jeugddienst, die vanaf 2013 verantwoordelijk is voor de organisatie van de Frappant-wedstrijden, wil daarom een overeenkomst afsluiten met Creatief Schrijven vzw, Waalsekaai 15, 2000 Antwerpen. We bouwen daarbij enerzijds verder op de eerdere afspraken en overeenkomsten tussen het provinciebestuur en Creatief Schrijven vzw. Anderzijds wil de jeugddienst nieuwe klemtonen leggen en een vernieuwde aanpak hanteren voor de nieuwe editie van Frappant TXT. Met inspraak van jongeren en ex-finalisten van de vorige edities van Frappant TXT, werd het concept kritisch geëvalueerd en bijgestuurd. Zo wordt diversiteit een prioritaire doelstelling binnen het concours. Door in te zetten op een voortraject waarin jongeren met een cultureel diverse achtergrond gestimuleerd worden in het schrijven van eigen literaire teksten, door actief samen te werken met ambassadeurs met een cultureel diverse achtergrond, door samen te werken met verschillende expertisepartners en door een diverse samenstelling van de jury, wordt er voor deze editie sterk ingezet op het bereiken van diversiteit onder de deelnemers. Ook wordt er aandacht geschonken aan het creëren van een veilige context voor de deelnemers aan de hand van een meer laagdrempelige vorm van jureren en het voorzien van een alternatief voor jongeren die het podiumaspect (on stage) als een drempel ervaren. Tevens wordt er sterk ingezet op een virale campagne en promotie, waarin we naar zoveel mogelijk samenwerkingen zoeken met jonge creatievelingen en jonge organisaties. Ook het natraject van Frappant TXT zal meer aandacht krijgen als in vorige edities. Om de doorstroom van de finalisten te vergroten, zal er gezocht worden naar podium- en publicatiekansen op maat. Er is in de meerjarenplanning een subsidie van 25.000 EUR voorzien voor de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst. De jeugddienst stelt voor om een terugvorderbaar voorschot van 80% (20.000 EUR) toe te kennen en uit te betalen in 2014 en het resterende saldo van 20% (5.000 EUR) pas toe te kennen en uit te betalen in 2015 na een positieve evaluatie van Frappant TXT en een gedetailleerd inhoudelijk en financieel verslag. 87 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN De jeugddienst beschikt voor de subsidie aan vzw Creatief Schrijven over een budget van 20.000 EUR op de budgetraming 2014000660 2014/64900000/16/0750 - Subsidies Jeugdcultuur. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014; De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de meerjarenplanning 2014-2018 en het budget 2014; Overwegende dat er een samenwerking wordt aangegaan voor de organisatie van Frappant TxT 2014-2015; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Voor de organisatie van Frappant Txt 2014-2015 wordt samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de vzw Creatief schrijven een Artikel 2: Voor de organisatie van Frappant TxT 2014-2015 ontvangt de vzw Creatief Schrijven een subsidie van 25.000 EUR. Hiervan wordt 20.000 EUR betaald op het budget 2014, het resterende bedrag van 5.000 EUR kan na evaluatie op het budget 2015 worden aangerekend. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 62 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 62 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 62 stemmen ja. Nr. 5/6 van de agenda Jeugddienst. Subsidiereglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Via het huidig subsidiereglement ‘subsidie van de provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor en door jongeren’ wil de provincie jongeren aanzetten tot cultuurparticipatie en artistieke creativiteit. De provincie voorziet daarom projectsubsidies aan verenigingen van jongeren die cultuurprojecten voor jongeren organiseren in hun vrije tijd. Binnen het huidig reglement wordt er een onderscheid gemaakt tussen een basissubsidie en een kostensubsidie. Een basissubsidie is een maximum bedrag van 500 EUR en kan toegekend worden na advies van de Jeugddienst. Een kostensubsidie bedraagt maximum 5.000 EUR voor artistiek 88 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 vernieuwende projecten en maximaal 2.500 EUR voor niet-vernieuwende projecten. Voor de toekenning van de kostensubsidie wordt het advies ingeroepen van de projectencommissie jeugd en cultuur. Vanaf mei 2013 was de jeugddienst verantwoordelijk voor de administratieve opvolging van de dossiers binnen het huidig subsidiereglement ‘subsidie van de provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor en door jongeren’. Het reglement leunde echter weinig aan bij het beleid dat we als jeugddienst voor ogen hebben, maar ook binnen de visie die de provincie Antwerpen wil uitdragen. We kwamen tot de constatatie dat de subsidieaanvragen vaak een weinig creatief of vernieuwend karakter hadden en verre van bovenlokaal waren. We concludeerden dat het reglement ervaren werd als te ruim, open en uitgebreid. Hierdoor dienden veel organisaties en jongeren een aanvraag in, dat dan echter niet vaak leidde tot een positief advies. Er was nood aan een meer uitdagende oproep, maar tevens aan een administratieve vereenvoudiging en een meer persoonlijke, intensieve en snelle communicatie met de jongeren. Met inspraak van jongeren, verschillende provinciale diensten, de provinciale Jeugdraad en de huidige projectencommissie werd het reglement daarom kritisch geëvalueerd en grondig hervormd tot een nieuw reglement met andere invalshoeken en een vernieuwde aanpak. Met dit nieuw subsidiereglement ‘bijzondere bovenlokale cultuurprojecten door jongeren’ maken we de keuze om bewust en intensief in te zetten op een beperkt aantal unieke cultuurprojecten door jongeren met een bovenlokaal impact. We willen de geselecteerde organisaties naast een financiële ondersteuning van maximum 5.000 EUR, een inhoudelijk begeleidingstraject aanbieden als jeugddienst. Om originaliteit en creativiteit echt een kans te geven binnen deze oproep, nodigen we alle jongerenorganisaties uit om hun project mondeling te komen presenteren (indien ze voldoen aan de formele en inhoudelijke voorwaarden). Op die manier hoeven we niet enkel een schriftelijk dossier te beoordelen. Voor de beoordeling van de projecten zal een grote en diverse pool samengesteld worden van experts binnen de jeugd- en cultuursector. Per beoordelingsronde brengt een groep van minimum vier mensen een advies uit over de schriftelijke aanvraagdossiers en de mondelinge presentaties. De projectjury beoordeelt het project telkens op 5 punten: originaliteit (40%), jong artistiek talent (20%), bovenlokaal karakter (20%), jong ondernemerschap (10%) en laagdrempeligheid (10%). De jeugddienst stelt voor om het reglement met de naam ‘Subsidie van de provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor en door jongeren’, door de provincieraad goedgekeurd op 24 november 2011 op te heffen en het nieuw subsidiereglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’ goed te keuren. Het nieuwe reglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’ wordt digitaal als bijlage bijgevoegd. De Jeugddienst beschikt voor de uitvoering van dit reglement over een budget van 90.000 EUR op het artikel 2014000660 - 2014/64900000/16/0750 - Subsidies Jeugdcultuur. 89 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de meerjarenplanning 2014-2019; Overwegende dat er een nieuw subsidiereglement cultuurprojecten door jongeren’ wordt voorgesteld; ‘bijzondere bovenlokale Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Artikel 1: Het reglement ‘Bijzondere Bovenlokale Cultuurprojecten door jongeren’ wordt goedgekeurd. Artikel 2: Het reglement ‘Subsidie van de provincie Antwerpen voor een cultuurproject: Voor en door jongeren’, door de provincieraad goedgekeurd op 24 november 2011, wordt opgeheven. VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 61 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 61 stemmen ja. 90 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 6. Energie, communicatie en ICT Nr. 6/1 van de agenda CD. Overheidsopdracht. Raamovereenkomst voor het aanstellen van een communicatiebureau voor de provincie Antwerpen. Wijze van gunnen en lastenboek. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering In januari 2014 lanceerde provincie Antwerpen een nieuwe huisstijl. De lancering vormde het sluitstuk van een grondige merkoefening. Deze nieuwe huisstijl was geen eindpunt, maar betekende vooral het startschot voor een boeiend meerjarig communicatietraject. Uit een grootschalig imago-onderzoek in 2010 bleek dat provincie Antwerpen als ‘onpersoonlijk’, ‘oubollig’ en eerder ‘kil’ gepercipieerd werd, bovendien bleken heel wat respondenten uit het onderzoek geen idee te hebben van wat een provincie nu precies doet. En toch is de provincie Antwerpen geen vaag, onbestemd begrip. Wat de veelheid van onze provincie samenhoudt is ons éne, gemeenschappelijke doel: de inwoners van onze provincie, in totaal meer dan 1.700.000 mensen, informeren, enthousiasmeren en trotse inwoners van de provincie Antwerpen maken. We doen dit rechtstreeks, maar vooral via de gemeenten en steden waarin al deze mensen wonen. Om onze identiteit en meerwaarde voor al deze partijen duidelijk(er) te maken, willen we samenwerken met een communicatiebureau dat we niet louter als leverancier maar vooral als strategische en creatieve partner zien en die samen met de Communicatiedienst het merk provincie Antwerpen helpt uitbouwen. Doelstelling(en) van de opdracht In kwartaal 4 van 2014 wil de Communicatiedienst een raamovereenkomst afsluiten met een communicatiebureau dat de provincie Antwerpen in haar communicatieacties zowel strategisch als creatief ondersteund. De samenwerking met een extern communicatiebureau heeft als doel: 1. Efficiëntieverhoging: Eén leverancier voor alle (middel)grote communicatie-opdrachten, heeft als gevolg een drastische afname van de procedures eigen aan geïsoleerde lastenboeken. Hierdoor kan de Communicatiedienst sneller ‘schakelen’ en inspelen op opportuniteiten die zich aandienen in de organisatie. 2. Verbeterde kwaliteit: Vandaag doen we beroep op verschillende leveranciers die vaak ‘éénmalig’ hun diensten leveren aan de provincie Antwerpen. Op vlak van communicatie leidt dit veelal tot een weinig coherent verhaal, te wijten aan het feit dat elke nieuwe leverancier zich eerst moet verdiepen in de problematiek, doelgroepen, doelstellingen en cultuur van onze organisatie. Los van de financiële gevolgen (want, zich ‘inwerken’ in de materie kost extra tijd en dus ook meer geld), heeft dit 91 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN ook z’n weerslag op de kwaliteit van de geleverde diensten. Het valt ons op dat er zelden sprake is van ‘consistente’ communicatie. 3. Kostenbesparing: De keuze voor een all-in budget heeft als gevolg een drastische afname van de kosten eigen aan geïsoleerde leveranciers. 4. Verbeterde dienstverlening vanuit de communicatiedienst: De strategische en creatieve meerwaarde van een communicatiebureau is een complementaire aanvulling op de huidige dienstverlening vanuit de communicatiedienst. Hierdoor kunnen onze klanten een nog betere service krijgen. De Communicatiedienst is dus op zoek naar een geschikte partner om deze doelstellingen te bereiken. Hiervoor koos zij voor een onderhandelingsprocedure met bekendmaking (en bijhorende aanvraag tot deelneming). Wijze van gunnen De Communicatiedienst koos in overleg met het aankoopteam van de Stafdienst van het departement DLOG voor een onderhandelingsprocedure met bekendmaking volgens art 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15/06/2006. Een procedure met offerteaanvraag of aanbesteding is immers niet aangewezen omdat het niet mogelijk is alle technische en inhoudelijke aspecten van de opdracht ondubbelzinnig te formuleren in het bestek. De samenwerkingsmodaliteiten moeten in gesprekken vastgelegd en verfijnd kunnen worden. De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd tot het indienen van een offerte. De kandidaten wordt gevraagd: 1. Hun visie op een ‘provinciegevoel’ van de provincie Antwerpen te geven en welke stappen zij nodig achten om tot dit gevoel te komen. 2. Een aanzet tot een algemene communicatiecampagne voor de provincie Antwerpen: - een strategische rationale, - een creatief concept uitgewerkt op 3 dragers en een voorstel tot baseline, - een rationale voor de keuze van de communicatiedragers, - een gedetailleerde prijsopgave. 3. Een aanzet tot een campagne voor een specifiek product: - een strategisch inzicht, - een creatief concept met één overkoepelende campagnelijn, - een rationale voor de keuze van de communicatiedragers, - een gedetailleerde prijsopgave. Deze eerste strategische en creatieve voorstellen geven eerder een richting aan, dan dat ze een finaal resultaat moeten zijn. Het is dan ook essentieel dat de geselecteerde kandidaten hun voorstellen en hun persoonlijke visie komen toelichten. De jury kan dan ook bijsturen waar nodig om dat een zo correct mogelijke offerte te komen. Het geraamde bedrag situeert zich tussen de 750.000 en 950.000 EUR over een periode van 4 jaar. 92 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Dit geraamde bedrag is gebaseerd op het beschikbare budget in de meerjarenplanning van 2014 dat de Communicatiedienst vrijhoudt voor dergelijke opdrachten. De gunningscriteria van de opdracht, samen met het hen toegekende gewicht, zijn: (zie bestek) Prijs 50% Kwaliteit van de offerte 50% De kosten voor dit project zijn voorzien in de begroting en de meerjarenplanning van de Communicatiedienst onder het actieplan van het marketing programma. Het volledige technische en administratieve lastenboek voor deze opdracht vindt uw raad in de bijlage. Uw raad wordt voorgesteld om goedkeuring te geven aan de lastvoorwaarden in het bijgevoegde lastenboek en aan de onderhandelingsprocedure met bekendmaking volgens art 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15 juni 2006 als wijze van gunnen. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 3 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op artikel 43 §2 11° van het provinciedecreet; Gelet op het artikel 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15 juni 2006; Overwegende dat de Communicatiedienst de taak heeft een communicatiebeleid uit te werken met als doel het merk provincie Antwerpen te versterken via allerlei strategische en creatieve communicatieacties, om zo op consistente wijze de juiste boodschap naar haar verschillende doelgroepen uit te dragen; Overwegende dat voorgaande studies hebben uitgewezen dat er nood is aan een consensus rond het versterken van de merkidentiteit van de provincie; Op voorstel van de deputatie; BESLUIT: Enig artikel: De lastvoorwaarden in het voorgelegde lastenboek voor het aanstellen van een communicatiebureau voor de provincie Antwerpen – raamovereenkomst voor een periode van maximum 4 jaar – worden goedgekeurd. Als wijze van gunnen van deze opdracht wordt de onderhandelingsprocedure met nationale bekendmaking vastgesteld op basis van artikel 26 §2 b) van de wet op de overheidsopdrachten van 15 juni 2006. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Ik heb met dit punt om 3 redenen een probleem. Het gaat om een opdracht voor het aanstellen van een externe partner voor de communicatie. 93 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Over het eerste punt hebben we gisteren in de commissie al uitvoerig kunnen debatteren. Het komt er op neer dat het voor mij een heel duur contract is. Het gaat over een raming van 750.000 tot 950.000 EUR, dat terwijl er net 2 miljoen is geïnvesteerd in de nieuwe huisstijl die, zo werd ons toch voorgehouden, alles veel eenvoudiger moest maken. Waarbij er zo op die manier het grootste deel van het creatieve proces toch gebeurd zou moeten zijn, waardoor dat toch ook een deel van het creatieve proces gebeurd is en dus ook niet meer voor betaald zou moeten worden. Een tweede reden, en dan kijk ik naar de mensen van de N-VA, jullie zijn bij mijn weten toch ook nog altijd voorstander van de afschaffing van de provincies. Binnenkort zal er een nieuwe Vlaamse regering aantreden. Ik heb al begrepen dat jullie jezelf verklaren als de grote overwinnaar van de verkiezingen. Er is protest bij de N-VA-fractie. De heer VAN EETVELT.- Jullie hebben toch al minstens 2 kandidaat minister-presidenten. VOORZITTER.- We blijven bij ons punt. De heer VAN EETVELT.- Natuurlijk, ik maak het verder af. Ik denk dat als een aantal partijen samen gaan zitten die de afschaffing van de provincie bepleiten, dat het ook mogelijk is dat het in het bestuursakkoord zal zitten waardoor dit weer een contract is dat dan weer weggesmeten geld zal zijn, of toch de aanbesteding. Dan nog een laatste reden, wat ik nog de belangrijkste reden vind. In de aanbesteding wordt ook het creëren van een provinciegevoel naar voren geschoven. Dan kijk ik weer terug naar jullie van de N-VA. Hoe kunnen jullie het aanscherpen van het provinciegevoel, naar het voorbeeld van het Limburggevoel, bepleiten terwijl jullie dat niveau eigenlijk willen afschaffen? VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLEKENS.- Een beetje gelijkaardig. Het is inderdaad in de commissie ook al uitvoerig aan bod gekomen dat de 2 miljoen EUR die we betaald hebben voor dat nieuwe logo als zaligmakend werd naar voren gebracht, en er beweerd werd dat het allesomvattend was, dat we nu een eigen imago zouden hebben, een eigen huisstijl, noem maar op. Al het werk zou bijna gebeurd zijn op voorhand. Terwijl we dan nu komen te vernemen dat alsnog externen moeten gevonden worden, en ik citeer wat ik op de commissie te horen kreeg: “omdat eigenlijk wij niet altijd mensen in huis hebben dat een briefje kunnen schrijven”, bij wijze van spreken. Letterlijk: “Bij ons zijn niet op elke dienst de mensen die dat juist kunnen invullen.” Ik vind dat je als diensthoofd van een departement kiest: 1. wie daar zelf zit; 2. als dat niet kan, en dat moet allemaal nog worden uitbesteed -als ik morgen als firma iets aangeleverd krijg en ik moet het nog gaan invullen met de vraag van: kunnen jullie voor mij nu een imago aanmeten of een juiste huisstijl terwijl je daar net 2 miljoen hebt voor uitgegeven- dan stel ik mij daar vragen bij. Als je dat niet intern kan bolwerken om dat een beetje invulling te geven en dan op zoek moet naar externen daar stel ik mij vragen bij. Als 94 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 we die 2 miljoen dan optellen met die 7 à 900.000 dan komen we bijna aan 3 miljoen EUR, en dan kan u nog komen vertellen dat we dat sowieso hadden moeten doen, blijf ik erbij dat dit niet het geval is. Het is een heel ander verhaal wanneer je alles toegeleverd krijgt dat op voorhand gecreëerd is door een bureau. VOORZITTER.- Mevrouw De Lobel heeft het woord. Mevrouw DE LOBEL.- Ik wil even inpikken op dat Limburggevoel van de collega van open vld. Ik kan u verzekeren dat het Limburggevoel niets te maken heeft met een provinciebestuur. Ik heb lang genoeg in Limburg gewoond om te weten dat de Limburgers geen gouverneur en geen provinciebestuur nodig hebben om zich Limburger te voelen. En een Antwerpenaar heeft volgens mij een zeer sterk Antwerpen gevoel. Dat is iets wat met identiteit te maken heeft en niets met een administratief niveau. Ik blijf erbij dat ik de provincie een absoluut overbodig administratief en bestuurlijk niveau vind, maar ik ben fier een Antwerpenaar te zijn, ook van de provincie Antwerpen. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik wil duidelijk stellen dat het om 2 verschillende zaken gaat. Je hebt enerzijds de ontwikkeling van de huisstijl. Die is achter de rug. We hebben samen afgesproken dat we in de loop van een zekere tijd de uitrol gaan doen van dat logo. Dat heeft niet alleen met papier te maken. Dat heeft ook te maken met bebording, met vlaggen, en dat soort dingen. We gingen dat niet allemaal in één keer doen. Dat is dus de reden dat we dat gefaseerd hebben gedaan. Ik heb ook uitgelegd dat dit iets is wat we al jaar en dag doen. Dit is onze communicatietaak die we tot in het verleden altijd ad hoc hebben gedaan als er een piekmoment is. We konden dat zelf even niet aan, dan gingen we de markt op en zochten we naar een particulier bedrijf. Dat is altijd wat inwerktijd. Dat vergt tijd. Dat vergt energie. Dat is niet altijd kostenefficiënt. Nu steken we dat in een raamakkoord met de bedoeling om dat wat goedkoper te krijgen. Dat verschilt eigenlijk in niets met opdrachten die we hier eerder deze raad trouwens hebben laten passeren, raamakkoorden rond juristen bijvoorbeeld, waar je een poel wil maken. We hebben uiteraard heel knappe koppen zelf in huis op de communicatiedienst, net zoals we dat op de juridische dienst, op de DIN hebben, noem maar op. Maar af en toe zijn er piekmomenten, dat heb ik jullie gisteren ook duidelijk gemaakt, en daarvoor moet dat dienen. Los van de verkiezingen, en of je nu fan bent van de provincie of niet, hebben wij wel een taak om onze gemeentebesturen, onze inwoners op tijd en stond te informeren over dienstverlening die hen aanbelangt. Ik stel vast dat er een aantal mensen hier in deze zaal blijkbaar vinden dat dit dan niet meer moet gebeuren. Laten we afspreken dat we het daar dan over oneens zijn. En dat er provinciegevoel bestaat of dat het niet bestaat, dat durf ik te betwijfelen. Ik hoor in Limburg altijd zeggen: schaf de provincie Limburg af. Dat gaat niet, want dan is Limburg afgeschaft. Ik vind dat eigenlijk wel iets heel ferm. We zullen zien hoever dat we geraken in de provincie Antwerpen. Maar ik ben ook mee trots om uit de 95 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN provincie Antwerpen te komen. Ik denk dat er zo nog een heel aantal mensen zijn, en die ook niet verlegen zijn om daar het provinciebestuur aan te koppelen. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Ik wil toch nog even verdergaan op het eerste punt in ieder geval. De reden waarom het vroeger nodig was en zoveel kon kosten begrijp ik, omdat er heel veel verschillende deelmerken waren en dat het creatieve proces van de incorporatie van die merken ook zijn prijs heeft. Nu is heel dat deel al gebeurd. Dat heeft 2 miljoen EUR gekost voor de driehoek. Dan zou het toch logisch zijn, aangezien dat er een hele filosofie achter die merken zit, en dat die merken ook geïncorporeerd zijn in het hoofdmerk, dat heel dat creatief proces al niet meer moet gebeuren, want nieuwe uitgaven zijn alles van nieuwe elementen van publiciteit. Dat brengt toch met zich mee dat daarin minder tijd moet gestoken worden, dat die communicatie-elementen eenvoudiger en eenduidiger zijn waardoor dat er minder tijd in kruipt. Dus dan kost dat toch minder, lijkt mij. Misschien nog een aanvulling. Ik had graag ook een reactie gekregen van de N-VA over het provinciegevoel en dat we het hier actief gaan promoten met ons bestuur. VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Ik zal herhalen wat ik gisteren heb gezegd. Het klopt dat we met de ontwikkeling van een logo een aanzienlijke kost hadden; er zat ook een hele huisstijl bij, er zat een merkenplatform bij. Daarmee weet je hoe bepaalde dingen moet doen. Maar dat is één ding. Daarnaast heb je ook communicatiewerk. Soms komt dat in pieken bij mekaar, waarbij je heel veel informatie moet uitdragen. Dat is heel divers. Ik heb het gisteren al gezegd, dat kan zijn over een infosessie voor fietsostrades. Dat kan iets rond een groepsaankoop zijn. Dat kan zijn dat er nog een folder moet uitgegeven worden voor welzijn, of zo. Alle domeinen komen daar aan te pas. Soms moet je ook nadenken over welk soort campagnes je opzet. Een fortengordelcampagne bijvoorbeeld is helemaal wat anders dan een droge communicatie naar een gemeentebestuur over: “Beste mensen van de Jeugddienst, er ligt een subsidiereglement, daar kan je op intekenen.” Het is voor dat soort werk, en ze gaan natuurlijk dankbaar gebruik maken van een prima huisstijl die we intussen hebben ontwikkeld. De heer HUIJBRECHTS.- Voorzitter, kort, voordat we verdwalen in het verhaal, onderbuikverhaal van het provinciegevoel, en dergelijke, misschien een concreet voorstel. Ze hebben daarstraks verteld –en ik geloof iedereen die hier iets vertelt natuurlijk- dat ik fantastisch verhalen kan vertellen. Ik stel voor dat ik in die job een aanbod doe. Ik doe het voor een kwart van de prijs. Bij dezen, proficiat. VOORZITTER.- Maar dan kan u hier natuurlijk wel niet meer zetelen. 96 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- Ik kijk uit naar uw offerte. De heer HUIJBRECHTS.- Dan moet ik wel eerst mijn job bij de Staatsveiligheid opgeven, natuurlijk. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Mevrouw Verhaert, ik heb het gevoel dat u een beetje, omdat we toch over gevoelens bezig zijn, dat u een beetje langs mij heen blijft praten. In die zin dat ik toch elke keer weer aanhaal dat het creatieve proces van het promoten van het merk, en het werk dat daarin kruipt in alle vormen van communicatie, eenvoudiger zou moeten gebeuren na het nieuwe draaiboek en de 2 miljoen die we daar aan uit hebben gegeven. Als dat werk al gebeurd is, wat dat voorheen door externe partners elke keer weer opnieuw moest gebeuren, zal het toch minder tijd in beslag nemen en dus ook minder kosten. Vergeef mij dat ik er op blijf doorbomen. VOORZITTER.- De heer Zander heeft het woord. De heer ZANDER.- Iets heel concreet. Ze hebben bij ons op de gemeente, gemeente Nijlen, ook een nieuw logo ontworpen. Voor een gemeenteraad heb ik gevraagd wat de kostprijs daarvan was. Hier kost een logo 2 miljoen EUR. Voor de gemeente Nijlen inbegrepen aanpassingen, briefpapier, vlaggen gekocht, op de auto’s geplakt- was de totale kostprijs 23.000 EUR. Vinden jullie dat nu echt zo normaal dat je 2 miljoen EUR betaald hebt voor een stom logo, waar dat je er één had dat al bekend aan het geraken was? En nu moet je nog eens een prijs betalen bovenop. Ik vind dat niet normaal, sorry. VOORZITTER.- De heer Willekens heeft het woord. De heer WILLKENS.- Het komt daarnet ook ter sprake. Het werd ons voorgesteld dat we een logo moeten hebben dat allesomvattend is, om vanaf te geraken van die submerken. We krijgen gisteren op die commissie, en nu ook weer, te horen dat het eigenlijk is dat we externe communicatie nodig hebben omdat al die submerken nog een keer een nieuwsbrief gaan uitgeven, om dat dan te doen. Je moet het een klein beetje sturen en weten waar je naartoe wil. Ofwel zeg je: het is allesomvattend en we gaan met een huisstijl naar buiten. Dan is dat zo, en dan is het niet: nu gaan we nog vrijheid creëren. Het ergste blijf ik nog altijd vinden, en daar gaat het hier over, dat u zou zeggen: neen, het is alleen inhoudelijk dat we het moeten extern laten invullen. Met alle respect, maar ik kan daar niet bij. Als morgen een wijkcomité een pamflet maakt weet dat wijkcomité wel echt waar het over moet gaan, wat zij willen bereiken, en wat er moet instaan. Zij hebben daar geen extern bureau nodig om te gaan vertellen wat zij eigenlijk willen zeggen. 97 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VOORZITTER.- Mevrouw Verhaert heeft het woord. Mevrouw VERHAERT, gedeputeerde.- Als u bewust dingen blijft verdraaien die anders gezegd zijn, dan moet u dat vooral weten. Er is gisteren duidelijk gezegd dat wij heel veel competentie, knappe koppen, in huis hebben. Die werken ook heel goed, heel hard, en af en toe zijn er piekmomenten. Dan moeten wij beroep doen op een externe. Dat is niet, voor de goede orde, om nieuwe submerken te ontwikkelen. Dat is niet, voor de goede orde, om nieuwe invullingen te geven aan het logo of wat dan ook, want daar hebben we nu een klare kijk op. We zijn daar goed in afgesproken, in afgesproken, nota bene, na een heel proces met betrokkenheid van heel het provinciebestuur, maar ook personeelsleden. Dat was nog nooit eerder gebeurd. Maar ik blijf zeggen dat er af toe heel veel dingen bij mekaar komen, en krijgen we dat werk niet helemaal opgelost. Een alternatief, dat werd in de commissie ook gezegd, is: is het te overwegen om extra volk aan te werven? Dat zouden we kunnen doen op voorwaarde dat het een constante stroom was quod non. Het is af en toe. We kunnen het ook niet helemaal voorspellen. Het is een raming die voorligt. We zullen zien in hoever we er van moeten gebruik maken, ja dan neen. De bedoeling is inderdaad om het goedkoper te maken, want in het verleden ging het keer op keer met verschillende bureaus. De bedoeling is dat het nu in een raamcontract goedkoper wordt. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Dank u wel. We zullen dat element van de discussie dan afsluiten. Als de meerderheid 950.000 EUR wil betalen voor een paar piekjes op te vangen, dan is het haar verantwoordelijkheid. Maar ik had toch ook nog graag een antwoord op het tweede deel van mijn vraag over dat ons provinciebestuur actief het provinciegevoel wil gaan versterken. Ik begrijp dat mijnheer Peeters en mijnheer Lemmens daar een beetje gewrongen zitten met hun collegiale solidariteit. Als mijnheer De Haes misschien wil antwoorden. VOORZITTER.- Mag ik iemand aanduiden, aub? De heer Lemmens heeft het woord. De heer LEMMENS, gedeputeerde.- Mijnheer Van Eetvelt, we zullen wel zelf bepalen wie er antwoordt. Als u dat nog gaat regelen, dat is heel fijn natuurlijk. Wat betreft de provincies nemen alle partijen, naar aanleiding van de verkiezingen, standpunten in. U kent het standpunt van mijn partij. Ondertussen hebben wij hier een bestuursakkoord afgesloten. Werken wij hier in deze provincie, en willen wij ook zeggen aan de mensen wat wij doen. Als wij binnen de provincie goed werk leveren rond bijvoorbeeld de fietsostrades, dan willen wij dat ook kenbaar maken. Als er door collega Peter Bellens van Welzijn positieve dingen worden gedaan, dat zijn er heel veel, dan willen wij dat kenbaar maken. Zo geldt dat voor alle collega’s hier. Dus dit gaat niet over het provinciegevoel. Nee, dit gaat uit respect voor alle mensen die hier aan onze provincie ook werken, voor alle werknemers. Collega Verhaert heeft er daarjuist naar verwezen. Die 98 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 willen wij respecteren. Het werk dat zij doen dat willen wij ook op een positieve manier naar buiten brengen. Dank u. VOORZITTER.- De heer Van Eetvelt heeft het woord. De heer VAN EETVELT.- Dat u uw verwezenlijkingen in de verf wil zetten, dat is natuurlijk uw goed recht. Maar iets anders is nog wel altijd het actief promoten van het provinciegevoel. Dat staat in de stukken dat het een van de doelstellingen wordt: het provinciegevoel, met als voorbeeld het Limburggevoel, gaan we hier nastreven. Bent u daar voorstander van? VOORZITTER.- Ik denk, mijnheer Lemmens, dat dit nu het punt is. Het gaat nu over een raamovereenkomst, maar niet over het provinciegevoel. De heer VAN EETVELT.- Het staat in de stukken, voorzitter. VOORZITTER.- Het gaat voor mij niet over het provinciegevoel. Het gaat hier over de raamovereenkomst. Kunnen we dan stemmen over dit punt? Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 54 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 48 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben nee gestemd. Goedgekeurd met 48 stemmen ja, bij 6 stemmen nee. 99 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 7. Recreatie, sport en toerisme Nr. 7/1 van de agenda Autonoom Provinciebedrijf Sport. Uittreding provincie Antwerpen uit de Interlokale Verenigingen Sportregio's. Goedkeuring. Verslag van de deputatie De sportregiowerking van het Autonoom Provinciebedrijf (APB) Sport werd in functie van het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking georganiseerd via de oprichting van interlokale verenigingen. De provincie Antwerpen is toegetreden tot deze interlokale verenigingen door het goedkeuren van de diverse oprichtingsovereenkomsten en het aanstellen van een afgevaardigde en een plaatsvervanger namens de provincie Antwerpen in de beheerscomités. Om te voldoen aan de principes van de Vlaamse interne staatshervorming, dient de regiowerking te evolueren van een structurele werking naar een projectmatig vraaggestuurde werking. De huidige structurele werking onder de vorm van interlokale verenigingen kan niet behouden blijven. Vanuit het APB Sport wordt in overleg met de verschillende gemeenten een traject opgestart om een projectmatig regionaal sportbeleid te stimuleren. Er werd hiervoor een visie ontwikkeld gebaseerd op volgende krachtlijnen: 1. “In samenspraak met de steden en gemeenten stemmen we de structuur van de sportregiowerking af op de resultaten/richtlijnen van het onderzoek rond regioscreening. Op basis van deze screening wordt de provincie Antwerpen onderverdeeld in een aantal geografische regio’s, bij voorkeur afgestemd met andere beleidslijnen. Hierbij willen we gaan voor een nieuwe samenwerkingsvorm met participatie van minstens 80% van de gemeenten uit onze provincie. 2. Met dit samenwerkingsakkoord behouden we een minimum aan structureel overleg met de gemeenten uit die regio om op regelmatige tijdstippen informatie uit te wisselen, bovenlokale noden te detecteren, intergemeentelijke samenwerking te stimuleren en het provinciaal beleid af te stemmen op de gemeenten. We betrekken daarbij ook andere actoren zoals het Bloso, de Stichting Vlaamse Schoolsport, Instituut voor Sportbeheer, enz… 3. Daarnaast gaan we vooral voor een thematische, projectmatige aanpak waarbij de provincie op vraag van de gemeenten optreedt als regisseur/coördinator. Op basis van een gerichte behoeftedetectie bij de gemeenten maken we jaarlijks vraaggericht een portfolio van intergemeentelijke sportproducten op. In functie van elk product maken we afsprakennota’s op met gemeenten over de regiogrenzen heen. De afsprakennota’s beschrijven de inhoud van het project, alsook de input (financieel, personeel) van elke partner. Concrete producten kunnen zijn de promotie en coördinatie van het sportvormingsaanbod, het stimuleren van een regionaal G-sportbeleid, samenwerking rond bovenlokale sportinfrastructuur en het faciliteren van een regionaal sportpromotieaanbod. 100 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 4. De provincie zal een sterkere rol opnemen naar het regionaal G-sportbeleid. Momenteel worden sportregio’s adhv projectsubsidies gestimuleerd om een regionale G-sportmedewerker in dienst te nemen. Vanaf 2015 vallen deze projectsubsidies weg en wordt de werking (incl. personeelskosten) overgenomen door de provincie.” Op 17 maart 2014 stemde de raad van bestuur van het APB Sport in met een veranderingstraject. Dit wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeenten en gebaseerd op bovenstaande krachtlijnen. In januari 2015 wordt van start gegaan met een vernieuwde sportregiowerking. Naast dit veranderingstraject dat wordt opgestart, dient de provincie als partner uit de verschillende interlokale verenigingen te treden. Het provinciebestuur participeert momenteel nog aan de verschillende ILV sportregio’s via een samenwerkingsovereenkomst. Conform deze overeenkomst ondersteunt de provincie de sportregio’s met structurele middelen (3,5 VTE en 32.000 euro werkingssubsidie). Gelet op bovenstaande argumentatie, dient het provinciebestuur uit de interlokale verenigingen te treden met ingang van 1 januari 2015. Bij 6 ILV’s werd een samenwerking voor onbepaalde duur afgesloten: Antwerpse Kempen, Dijle-Nete, Kempen, Midden-Provincie, Rivierenland en Zuiderkempen. Conform artikel 3 uit de samenwerkingsovereenkomsten dient de opzeg 6 maanden vooraf gegeven te worden, met name voor 1 juli 2014. 1 ILV (Noorderkempen) sloot een overeenkomst af van bepaalde duur tot 31/12/2014. Hier loopt de samenwerking sowieso af. Het staat de gemeenten vrij om de ILV sportregio’s verder te zetten. Als uittredende partner heeft de provincie geen recht op een vergoeding. De reserves van de ILV Sportregio’s bedroegen op 31/12/2012 246.531 euro. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het decreet samenwerking; van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid; Gelet op de besluiten van de provincieraad van 27 september 2007 betreffende de vernieuwing en goedkeuring van de oprichtingsovereenkomsten van de Interlokale Verenigingen Sportregio’s Midden-Provincie, Rivierenland, Antwerpse Kempen, Kempen, Dijle-Nete, Zuiderkempen en Noorderkempen; Gelet op het besluit van de provincieraad van 23 januari 2014 betreffende de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met de Interlokale Vereniging Sportregio Noorderkempen met 1 jaar; 101 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Overwegende dat de sportregiowerking in overeenstemming moet gebracht worden met de principes uit de Vlaamse interne staatshervorming; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Met ingang op 1 januari 2015 treedt de provincie Antwerpen als partner uit de Interlokale Verenigingen Sportregio’s Midden-Provincie, Rivierenland, Antwerpse Kempen, Kempen, Dijle-Nete en Zuiderkempen. VOORZITTER.- De heer Helsen heeft het woord. De heer HELSEN.- Voorzitter, ik ga toch de gelegenheid eventjes te baat nemen om te betreuren dat die werking niet verder loopt. Dat de provincie dat niet verder ondersteunt. We gaan het debat van de interne staatshervorming niet herdoen. De heer CALUWÉ, gedeputeerde.- komt tussen en zegt dat dit gebeurt wanneer de provincie verdwijnt. De heer HELSEN.- Nee, nee, dat is een discussie, mijnheer Caluwé, waarbij er een protocol is voorgelegd door de Vlaamse regering dat te slikken is en waarbij staat dat er een aantal taken van sport, en de meeste taken van sport, worden overgeheveld naar het Vlaamse niveau. Alleen stel ik vast dat het Vlaamse niveau daar niets mee doet. Noch BLOSO, noch een andere dienst op Vlaams niveau, van de 200 diensten die men daar rijk is, neemt die taak op zich. Wij gaan dat nu met de gemeenten zelf doen zoals dat beslist is, alleszins in mijn sportregio. We zullen dan wel zien wat een volgende regering daar mee doet. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 61 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 53 leden hebben ja gestemd; 6 leden hebben nee gestemd; 2 leden hebben zich onthouden. Goedgekeurd met 53 stemmen ja, bij 6 stemmen nee en 2 onthoudingen. 102 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 9. Welzijn Nr. 9/1 van de agenda Budget 2014. Verdeelkrediet – rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 – Subsidies voor sociale projecten (R/V) - Aanwending krediet: verschillende innovatieve projecten. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Situering Op het provinciaal budget 2014 is krediet voorzien voor de subsidiëring van sociale projecten, op rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511. Van dit krediet wordt een deel voorbehouden om subsidies toe te kennen op basis van het reglement impulssubsidie – innovatieve projecten in de welzijns- en gezondheidssector, door de raad goedgekeurd in vergadering van 24 oktober 2013. De deputatie kan impulssubsidies tot maximum 10.000 EUR toekennen aan innovatieve projecten in de welzijns- of gezondheidssector. Impulssubsidies – innovatieve projecten vanaf 10.000 EUR zijn het voorwerp van voorstellen aan de provincieraad. Voorgesteld wordt 239.740 EUR ter beschikking te stellen om een aantal innovatieve projecten een provinciale impulssubsidie te verlenen van 10.000 EUR of meer. Voorstel Aan uw raad worden volgende innovatieve projecten voorgesteld met de bedoeling een provinciale impulssubsidie van 10.000 EUR of meer te verlenen, aan: CAW De Kempen vzw, Hofkwartier 23, 2200 Herentals – project Lokaal Welzijnsonthaal Korte historiek CAW De Kempen en OCMW Turnhout hebben al verschillende jaren een samenwerking rond verschillende thema’s. In de voorbije jaren ontstond enerzijds de opportuniteit voor het CAW om een nieuw CAW-huis te bouwen in Turnhout op de oude fabriekssite van Janssen Pharmaceutica en was er de vraag van het OCMW Turnhout om mee te werken aan het concept van het Sociaal Huis. Deze twee elementen kwamen samen en ontwikkelden zich tot de idee om ambitieuzer te zijn in de samenwerking. De vereniging start een proces om een concept te ontwikkelen en om samen te bouwen aan een Welzijnsonthaal. Ondertussen heeft de vereniging een kader en willen zij in aanloop van het nieuwbouwproject starten met concretisering van het Welzijnsonthaal. 103 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Projectgegevens en kostenraming Met dit project willen beide organisaties ‘onthaal’ uitbouwen als een gemeenschappelijk kwaliteitsvolle methodiek met één uitgangspunt: de burger die een vraag heeft rond welzijn. De ambitie is om met dit project de burger één plaats aan te bieden waar hij of zij terecht kan met alle welzijnsvragen. Het betreft hier een onafhankelijk onthaaltraject, waarin gezocht wordt naar het meest gepaste hulpverleningsaanbod onafhankelijk van het vervolgaanbod van het CAW of OCMW Turnhout. Het gezamenlijk welzijnsonthaal moet een duidelijk toegangspoort zijn voor hulpverlening. De onthaalwerkgroep is er van overtuigd dat een sterke eerstelijns hulpverlening vanuit een brede, integrale benadering ook een betere hulpverlening voor de burger betekent. Een sterk uitgebouwde professionele eerstelijns hulpverlening kan de noodzaak aan gespecialiseerde hulpverlening verminderen. Centraal daarbij staat een sterk onthaal onafhankelijk van het aanbod CAW de Kempen of OCMW Turnhout en het bredere hulpverleningsaanbod. Het maatschappelijk werk van het Welzijnsonthaal heeft een herkenbaar kwaliteitslabel. De werkgroep positioneert “onthaal” als concept wat maakt dat de onthaalmedewerkers autonoom handelen los van de organisatie van oorsprong en het eigen vervolgaanbod. De mogelijkheid om aan autonome vraagverheldering te doen is een absolute voorwaarde om het onthaalconcept te realiseren. Op die manier heeft de burger de garantie het meest gepaste hulpverleningsaanbod te krijgen en niet het aanbod dat toevallig beschikbaar is in de eigen organisatie. Belangrijk hierbij is het uitgangspunt dat de maatschappelijk werkers vertrekken van uit een algemene en brede kijk. Ze bekijken de hulpvraag niet louter vanuit één levensdomein maar bespreken de invloed van de hulpvraag op andere levensdomeinen. De complexiteit van stadsgrenzen/ stadregio als grens voor het OCMW en het regionaal verhaal voor CAW is een feit. Doelstelling moet zijn in Turnhout een traject rond onthaal te realiseren dat in de Turnhoutse context een winstsituatie betekent en dat voor CAW een leerervaring vormt voor het organiseren van onthaal op andere plaatsen. De totale kosten worden geraamd op 152.800 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 50.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het vernieuwende ligt in het initiëren van nieuwe samenwerkingsverbanden en methodiek: intersectoraal vraaggestuurd onthaal. Innovatieve aspect ligt eveneens in de publieke - private samenwerking. Aan de dienstverlening wordt hierdoor gezamenlijk vorm gegeven. 104 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Emmaüs vzw – Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen, E. Tinellaan 1d, 2800 Mechelen – project Doorbreken van de cirkel van geweld in gezinnen Korte historiek Jeugdzorg Emmaüs stelt zich tot doel het bieden van kwalitatieve hulpverlening aan kinderen/jongeren (van 0 tot 21j) en hun gezinnen. Als organisatie willen zij op een wetenschappelijke onderbouwde manier bijdragen aan een zorgzame samenleving. Binnen de afdelingen van Jeugdzorg Emmaüs worden kinderen, jongeren en hun context begeleid via diverse werkvormen en zorgmodules. De kinderen/jongeren en hun context zijn naar hen doorverwezen via het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en de Sociale dienst van de Jeugdrechtbank. Projectgegevens en kostenraming Met dit project wil de vereniging bijdragen aan het doorbreken van de generationele overdracht van gezinsgeweld binnen de organisatie en binnen de welzijnsvoorzieningen van de provincie Antwerpen. Jongeren wiens functioneren vaak getekend is door het verleden wil de vereniging ondersteunen in het installeren van een gewenst samen-leven. De preventieve kansen die zich aandienen in het werken met kinderen/jongeren willen ze aangrijpen door een kwalitatief begeleidingsaanbod te realiseren voor kwetsbare kinderen/jongeren. Het zorgen voor de nodige expertise bij professionele medewerkers binnen de welzijnssector door enerzijds het opleiden van een aantal gecertificeerde trainers (langdurige verspreiding en kwaliteitsborging) en anderzijds door een vormingsaanbod te voorzien laat een kwalitatieve implementatie toe. Door het vormingsaanbod van geweldloos verzet open te stellen voor zowel medewerkers voor de initiatiefnemers (Jeugdzorg Emmaüs, OLO en KDG) als deze van andere diensten en sectoren binnen de provincie Antwerpen werkt het project verbindend. De krachten worden gebundeld in de strijd tegen huiselijk geweld. Het opleiden van trainers en het opnemen van deze modules in het aanbod van Prakticum maakt dat de expertise verder verspreid wordt, ook na het project, en steeds meer kinderen/jongeren ermee gebaat kunnen worden. Via betrokkenheid van de Karel De Grote Hogeschool (KDG) is de uitdrukkelijke ambitie om het thema ‘intrafamiliaal geweld’ ook een plek te geven in de opleidingen maatschappelijk werk als orthopedagogie. Het is de bedoeling om bij de lancering van dit project via een open oproep 8 voorzieningen te selecteren die zich engageren om geweldloos verzet verder te implementeren. De selectieprocedure dient neutraal te verlopen. De vereniging vraagt de provincie hierin dat op te nemen vanuit een neutrale positie. Een cruciale criteria dient te zijn dat voorzieningen een plan hebben naar duurzame implementatie en kwaliteitsborging. De totale kosten worden geraamd op 44.750 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 30.500 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het engagement voor dit project werd vorig jaar aangegaan. Het betreft hier de verderzetting van dit aangegane engagement. Dit voor het tweede en laatste jaar. 105 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Gemeente en OCMW Zoersel, Handelslei 167, 2980 Zoersel – project Samen naar een zorgstrategie 2020 voor de gemeente Zoersel Korte historiek De gemeente Zoersel is een heuse zorggemeente met een sterk uitgebreid aanbod aan intramurale en extramurale zorg op het grondgebied. Omdat er door gebruikers en vanuit het werkveld de nood aan afstemming en coördinatie tussen de verschillende aanbieders van zorg en hulpverlening wordt aangevoeld en dat de gemeente Zoersel tijdig wil inspelen op nieuwe en bestaande noden in hun gemeente, is het de beleidsintentie van Zoersel om samen met alle partners op het terrein te werken aan een globaal zorgstrategisch plan voor de ganse gemeente. Deze beleidsintentie is opgenomen in de strategische nota van gemeente en OCMW Zoersel 2014 – 2019. Daarbij ligt de focus op zowel het residentiële als het ambulante zorgaanbod omdat het steeds belangrijker wordt dat beide zorgvormen elkaar versterken en dat de ene vorm vaak in de andere overloopt. Beide vormen van zorg vertonen immers alsmaar meer raakvlakken zoals bijvoorbeeld psychiatrische thuiszorg, … . Projectgegevens en kostenraming In de strategische nota 2014-2019 van gemeente en OCMW Zoersel werd als beleidsdoelstelling opgenomen: Zoersel is een zorgende gemeente met een sociaal beleid dat niemand aan de kant laat staan en dat iedereen aanspreekt om te participeren aan de maatschappij. Hierbij wordt gekozen om in samenwerking met verschillende partners het zorgbeleid vorm te geven. De focus ligt daarbij op het residentiële en ambulante zorgaanbod. Beide vormen van zorg vertonen steeds meer raakvlakken. In Zoersel zijn verschillende residentiële zorginstellingen actief in de ouderenzorg, psychiatrische zorg en zorg voor mensen met een beperking, met daaraan verbonden vormen van zelfstandig wonen. Er bestaan reeds verschillende vormen van overleg binnen en tussen de instellingen én gemeente en OCMW, maar er ontbreekt nog een gezamenlijke strategische aanpak. De gemeente en OCMW Zoersel wil ook het ruimtelijk aspect betrekken in het plannen van het zorgaanbod. Momenteel worden er door de afzonderlijke instellingen/zorgaanbieders los van elkaar aparte plannen opgesteld. Via een gemeentelijke en gemeenschappelijke zorgstrategie wil de gemeente en OCMW Zoersel meewerken aan een welzijnsbeleid dat wordt gekenmerkt door ontschotting en vermaatschappelijking van de zorg. De coördinatie van het project berust bij een stuurgroep die bestaat uit de OCMW-voorzitter, een vertegenwoordiger per residentiële sector (geestelijke gezondheidszorg, mensen met een beperking en ouderenzorg), een vertegenwoordiger van SEL Amberes en een individuele zorgverstrekker. Een projectteam bereidt het project voor en ondersteunt het. Het team rapporteert aan de stuurgroep. Het bestaan uit medewerkers van gemeente en OCMW, de procesbegeleider van de provincie en de externe ondersteuner van KINA. De actoren maken deel uit van verschillende werkgroepen waar concrete en relevante thema’s die door de stuurgroep werden geformuleerd verder worden uitgewerkt. De werkgroepen koppelen hun resultaat terug naar de stuurgroep die 106 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 de inbreng verzamelt en vertaalt naar mogelijke acties op korte, middellange en lange termijn. Voor deze acties definitief in het plan worden opgenomen, worden ze voorgelegd aan de plenaire vergadering van alle werkgroepen. De totale kosten worden geraamd op 27.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het vernieuwende ligt in volgende elementen: een leemte in het aanbod opvullen en nieuwe samenwerkingsverbanden initiëren. (1e in Vlaanderen die een zorgstrategisch plan intersectoraal wil opmaken). Het provinciebestuur is binnen ruimer kader van het project ook zeer nauw betrokken als procesbegeleider. CAW Antwerpen vzw, Grote Steenweg 169, 2600 Berchem – project Samenwerken aan netwerkontwikkeling Korte historiek CAW Antwerpen vzw is de nieuwe sociaal-werk organisatie die vanaf 1 januari 2014 gevormd werd door het samengaan van 3 Antwerpse CAW’s: De Mare, De Terp en Metropool. Onze sociale onderneming is in volle ontwikkeling. In 60 hulpverlenende teams werken er meer dan 530 betaalde medewerkers, 400 vrijwilligers en zo’n 60- tal artikel 60 medewerkers via het OCMW. Projectgegevens en kostenraming Met het project “Samenwerken aan netwerkontwikkeling” wil CAW Antwerpen een vervolgproject opzetten om de opgebouwde expertise uit een vorig project van de stad Antwerpen nl. Netwerkherstel Antwerpen (NHA) te consolideren en te verruimen. Omschrijving van het vorige project: Het is aangetoond dat een goed sociaal netwerk het (dagelijkse) welzijn van mensen bevordert en de nood aan professionele hulpverlening vermindert. De eigen omgeving betrekken geldt als eerste aangewezen hulpbron bij een probleem. Voor sommigen in de maatschappij is het echter zeer moeilijk of zelfs onmogelijk om hun netwerk te activeren, herstellen of onderhouden (vb. personen die kampen met eenzaamheid, isolement, sociale exclusie ten gevolge van een verslaving, werkloosheid, instabiele huisvesting, ziekte, armoede.. ), waardoor een duurzaam herstel bemoeilijkt wordt. Het gevolg is een stijgende druk op de hulpverlening. Om deze reden is er in 2012 binnen het Stedelijk Overleg Drugs Antwerpen (SODA, OCMW) een pilootproject opgezet om ervaring op te doen met netwerkontwikkeling via de projectoproep van het federaal Fonds tot Bestrijding van de Verslavingen van de FOD Volksgezondheid. Binnen het project ‘Netwerk Herstel Antwerpen’ is gedurende twee jaar expertise opgedaan m.b.t. het praktisch vormgeven van netwerktafels voor een specifieke doelgroep (nl personen met problematisch middelengebruik) en zijn de eerste stappen gezet om de hulpverlening te sensibiliseren en te vormen. Netwerk Herstel Antwerpen heeft een methodiek 107 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN ontwikkeld op maat van de hulpverleners, die hen stap per stap meeneemt in de aanpak van netwerkontwikkeling. Omschrijving van het nieuwe project: CAW Antwerpen is zeer geïnteresseerd in deze aanpak. De projecttijd van NHA was echter te kort om de overdracht naar het werkterrein, naar de hulpverleners zelf te bestendigen. Daarom kiest CAW Antwerpen voor een nieuw project om deze knowhow in het werkveld verder te ontwikkelen en te consolideren. In een eerste fase wordt ingezet op de wijkteams van Antwerpen Noord en Deurne Zuid. Dit betekent een verbreding van de werkcontext maar ook van de doelgroepen van het project: waar het project van de stad zich enkele richtte op cliënten uit de verslaafdenzorg wil de vereniging in het nieuwe project werken met een ruimere doelgroep waaronder ook slachtoffers IFG en kwetsbare gezinnen. De impulssubsidie zal ingezet worden om de aanpak en de expertise rond netwerkherstel te verzilveren, verder te ontwikkelen en structureel te verankeren binnen CAW Antwerpen. De totale kosten worden geraamd op 74.239 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het vernieuwende ligt in het initiëren van nieuwe samenwerkingsverbanden en methodiek. Het project past perfect in het kader van 'vermaatschappelijking van de zorg'. Een deel (ca. 50 %) van de personeelskosten wordt gesubsidieerd op voorwaarde dat de methodiek en kennis wordt uitgedragen. Het project zal bovendien nauw opgevolgd worden door een adviseur DWG. Lokaal Welzijn vzw, Provinciebaan 40, 2230 Herselt – project Ruilwinkel MOOI en Peuterspeelpunten FIJN Korte historiek De OCMW-besturen van de gemeenten Westerlo, Herselt en Hulshout en een private partner hebben 2 vzw’s opgericht, namelijk vzw Lokaal Welzijn en vzw Lokaal Werk. Onder vzw Lokaal Welzijn zit de dienst OpvoedingsOndersteuning (OO) die sinds januari 2011 actief is. Ruilwinkel MOOI en peuterspeelpunten FIJN zijn sinds oktober 2013 actief. Onder Lokaal Werk zit sinds september 2011 trajectbegeleiding en sinds september 2012 sociaal soepatelier InDeSoep en de Voortoer. In de Raad van Bestuur van vzw Lokaal Welzijn zetelen o.a. de voorzitters van de OCMW’s van Westerlo, Herselt en Hulshout en de toezichthouder van de vzw’s. De financiële middelen zijn echter onbestaande voor de werkingskosten van de vzw Lokaal Welzijn. Projectgegevens en kostenraming MOOI richt zich naar de doelgroep van 0 tot 3 jaar en wil de armoedespiraal bij jonge gezinnen doorbreken. De ruilwinkel is een unieke en originele actie tegen kinderarmoede. MOOI is een open-huis voor alle inwoners met jonge kinderen van de ruime regio rond de gemeenten Westerlo, Herselt en Hulshout zodat 108 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 stigmatisering vermeden wordt. De vereniging heeft klanten van Noord-Antwerpen tot Limburg en Vlaams Brabant. Door het organiseren van een materieel aanbod, steunt de vereniging de gezinnen immaterieel door middel van het koffie- en speelhoekje wat ontmoeting implementeert. Ontmoetingsplaatsen krijgen een belangrijke plaats in het nieuwe decreet van de preventieve gezinszorg. De ruilwinkel geeft de ouders dus de gelegenheid om sociale netwerken uit te breiden. Op drie vaste voormiddagen per week organiseert de vereniging in elke gemeente FIJN. Dit wil zeggen dat er voor elke ouder elke week de gelegenheid is om samen met hun baby of peuter te komen spelen en andere ouders te ontmoeten. Voor de kinderen betekent dit een grote meerwaarde in de voorbereiding naar de kleuterschool. Alle kindjes krijgen vers fruit en de ouders 2 stempels voor MOOI. Deze peuterspeelpunten hebben reeds bewezen krachtig te zijn door hun eenvoud. Ook wordt er laagdrempelige informatie rond opvoeding voorzien door de verantwoordelijke van de dienst OO. Enerzijds door een infohoekje met informatie van andere organisaties en brochures met thema’s die de leeftijdsgroep typeren. Anderzijds door de persoonlijke aanwezigheid en de nabijheid van de gesprekruimte van de dienst OO. De ruilwinkel kadert in een groter geheel. Door de samenwerking met de verschillende partners en de fysieke aanwezigheid van de dienst OO met een ruilwinkel én een ontmoetingsruimte in één gebouw kan dit concept uitgroeien tot een Huis van het Kind. Voor Kind en Gezin is vzw Lokaal Welzijn klaar om het label van een Huis van het Kind te ontvangen. Enkel voor de coördinatie van dit Huis zijn geen financiële middelen beschikbaar en loopt het vast. De totale kosten worden geraamd op 16.583 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 10.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het engagement voor dit project is vorig jaar aangegaan voor een periode van 3 jaar. Het betreft hier het opnemen van het genomen engagement voor het 2e jaar. Karel de Grote Hogeschool vzw – Bind-Kracht, Brusselstraat 45, 2018 Antwerpen – project Interculturalisering van Bind-Kracht – Ontwikkelen van nieuwe vorming en brochure over ‘Omgaan met cultureler diversiteit en armoede’ Korte historiek Op 1 september 2004 startte het project ‘Bind-Kracht – Armoede en Hulpverlening’ in het departement Sociaal-Agogisch Werk van de Karel de Grote Hogeschool. Het werd een samenwerkingsverband tussen onderzoekers, praktijk-lectoren en mensen in armoede met als doel de kwaliteit van de hulpverlening aan mensen in armoede te verbeteren. Het eerste resultaat was het boek: ‘Bind-Kracht in armoede. Leefwereld en hulpverlening’ (nu in 7de druk). Een ‘inzichtsboek’ over de leefwereld en veerkracht van mensen in armoede en over versterkende en verbindende hulpverleningsrelaties met hulpvragers in armoede. 109 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Sociologe Kristel Driessens en psychologe Tine Van Regenmortel vertaalden de theoretische kaders uit hun doctoraatswerk naar de praktijk van de hulpverlening. Ze werden daarin ondersteund door een leesgroep van Recht-Op (een Antwerpse Vereniging waar Armen het woord nemen) en focusgroepen van hulpverleners en vrijwilligers. Op basis van dit materiaal ontwikkelde de hogeschool vormings- en trainingsprogramma voor hulpverleners en vrijwilligers. De werkinstrumenten ontwikkeld voor deze vormingen werden gebundeld in een tweede boek: ‘Krachtgerichte hulpverlening in dialoog’, een reflectie- en methodenboek. In september 2007 werd Bind-Kracht verankerd op de Karel de Grote Hogeschool met een secretariaat, een website, een bovenbouw. De vereniging werkt momenteel met 10 trainers (docenten van de hogeschool en zelfstandige trainers) en 20 coaches (mensen in armoede die als vrijwilligers het cliëntperspectief in vormingen en onderzoek binnenbrengen). Ze blijven hun vormingen inhoudelijk voeden met nieuw onderzoeksmateriaal. Zo werkten ze naast het basispakket verschillende thematische vormingen uit: over kwetsuren en krachten, de basisschakelmethodiek, gehechtheid, krachtgerichte arbeidstrajectbegeleiding, ‘Bind-Kracht voor vrijwilligers’, ‘Bind-Kracht voor opvoeders’. De voorbije jaren investeerden ze in nieuw onderzoek naar de specificiteit van hulpverleningsrelaties met cliënten in armoede van een andere herkomst. De inzichten uit dit kwalitatieve onderzoek zijn gebundeld in de publicatie ‘Gekleurde armoede en hulpverlening. Sociaal werkers en cliënten aan het woord’. Projectgegevens en kostenraming Bind-Kracht zet zich als netwerk van onderzoekers, trainers en mensen in armoede in voor de kwaliteitsverbetering van de hulpverlening aan personen in armoede via actie-onderzoek, methodiekontwikkeling & vorming. De sterke interesse bij presentatie van de onderzoeksresultaten in het provinciehuis en de snelle verkleuring van de cliëntpopulaties bij welzijnsorganisaties in alle centrumsteden, maakt dat Bind-Kracht op het thema van 'verkleurde armoede' wil inzetten, om samen met hulpverleners te zoeken naar goede praktijken, die samen te analyseren en er methodische handvatten uit te puren, die voor de ruime hulpverlenerspraktijk bruikbaar en inzetbaar zijn. Waar de vereniging in dit project aan willen werken, is de ontwikkeling van ondersteunend materiaal voor hulpverleners die werken met mensen van een andere etnische origine in armoede via het 1) interculturaliseren van inhouden en werkwijze van Bind-Kracht; 2) het ontwikkelen van een specifieke vorming over armoede en culturele diversiteit; 3) uitwerken en voorstellen van een Bind-Krachtcahier met methodische handvatten en goede praktijken voor het werkveld. Momenteel is de vereniging in een eindfase beland waarin ze resultaten kunnen valideren. Een Bind-Krachtcahier over 'Omgaan met culturele diversiteit en armoede' wordt uitgewerkt, waarin theoretische kaders over integratie en intercultureel werken vertaald worden naar de praktijk van het werken met een maatschappelijk kwetsbaar divers publiek in de hulpverlening. Dit is vernieuwend. Zelden werd de link gelegd tussen omgaan met culturele diversiteit en sociale uitsluiting. Door de verbinding van de kaders van Bind-Kracht met theorieën over interculturele communicatie, migratie en integratie en met ervaringen en praktijkkennis van hulpverleners en cliënten, geeft de vereniging taal aan wat werkt 110 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 in de praktijk, waardoor hulpverleners methodische handvatten aangereikt krijgen waarmee ze ook zelf aan de slag kunnen gaan. Dit cahier zal de vereniging voorstellen in de loop van juni op een studievoormiddag, waarbij ze in workshops ook zelf met het materiaal aan de slag gaan. De totale kosten worden geraamd op 56.928,44 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 20.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het engagement voor dit project werd aangegaan voor een periode van 3 jaar. Het betreft hier het opnemen van het genomen engagement voor het 3e jaar. CAW Antwerpen vzw, Grote Steenweg 169, 2600 Berchem – project Opvoedingswinkel Mortsel Korte historiek CAW Antwerpen vzw is de nieuwe sociaal-werk organisatie die vanaf 1 januari 2014 gevormd werd door het samengaan van 3 Antwerpse CAW’s: De Mare, De Terp en Metropool. Onze sociale onderneming is in volle ontwikkeling. In 60 hulpverlenende teams werken er meer dan 530 betaalde medewerkers, 400 vrijwilligers en zo’n 60-tal artikel 60 medewerkers via het OCMW. Projectgegevens en kostenraming De opvoedingswinkel van Mortsel kadert in een plan om een netwerk van opvoedingswinkels en opvoedingspunten uit te bouwen in de drie zorgregio's rond de stad Antwerpen. Het initiatief voor deze uitbouw is genomen binnen de samenwerking tussen DBC Openluchtopvoeding Brasschaat en CAW De Terp. Zo werden in het verleden, met steun van de provincie, de opvoedingswinkels in Zoersel en in Brasschaat gerealiseerd. De werking in Brasschaat wordt nu volledig gefinancierd door OLO, de kosten voor de werking en het personeel in Zoersel wordt door beide organisaties samen gedragen. Het project in Mortsel wordt uitgevoerd door het CAW. Het CAW brengt ook haar ervaring in met de uitvoering van de opvoedingswinkel in Antwerpen als centrumstad. Het project in Mortsel startte in het voorjaar 2013. In het kader van dit project en de toegekende impulssubsidie sloot de vereniging in 2013 een convenant af met de provincie, waarvan 2014 het tweede werkjaar is. De subsidie wordt aangevraagd ter ondersteuning van een tweede halftijdse kracht. De totale kosten worden geraamd op 84.100 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 25.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het engagement voor dit project werd vorig jaar aangegaan. Het betreft hier de verderzetting van dit aangegane engagement. 111 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Thomas More Kempen vzw – Vonk3, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel – project Toolbox tegen eenzaamheid Korte historiek Vonk3 (Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum Derde Leeftijd, www.vonk3.be) richt zijn onderzoeks- en kennisactiviteiten op ouderen in al hun diversiteit met een sterke focus op empowerment en sociale inclusie. De vereniging focust op de kwaliteit van het leven, ongeacht de leeftijd, zonder de ogenschijnlijk negatieve beelden van de ouderdom als afhankelijkheid en ziekte te negeren. Het is de opdracht elke dimensie van ouder worden als uitdagend en waardevol te benaderen met de focus op de mogelijkheden van ouderen. Vonk3 vertrekt vanuit een multidisciplinaire teamsamenstelling met het oog op het ontwikkelen van kwaliteitsvolle gerichte expertise. Dit garandeert een gerichte en gespecialiseerde aanwezigheid van medewerkers en een snelle aanpak van externe vragen door de medewerker met de beste expertise. Vonk3 heeft een sterke verankering met koepelorganisaties, instellingen en maatschappelijke overlegstructuren die betrokken zijn bij de verschillende dimensies van het ouder worden. Projectgegevens en kostenraming Bijna één op vier van de Vlaamse 65-plussers voelt zich eenzaam. Eenzaamheid is niet alleen een pijnlijke, negatieve ervaring die gepaard gaat met sterke gevoelens van gemis aan contacten met anderen. Het verhoogt ook het risico op fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Recent onderzoek toonde bovendien aan dat ouderen die zich niet goed sociaal geïntegreerd voelen, een lagere levensverwachting kennen. De aanpak en preventie van eenzaamheid bij ouderen is in het licht van de vergrijzing dan ook een belangrijke thematiek. Door eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan, verhoogt niet alleen het welbevinden van ouderen maar dalen ook de gezondheidskosten. Een goed sociaal netwerk biedt bovendien een belangrijk potentieel aan mantelzorgers in geval van zorgbehoefte. Verschillende lokale overheden en socialprofitorganisaties starten vanuit deze bezorgdheid projecten op rond de aanpak en preventie van eenzaamheid bij ouderen (vb. huisbezoeken, koffiemomenten, …). Goedbedoelde initiatieven kunnen door gebrek aan expertise in negatieve neveneffecten resulteren en het probleem net versterken. Bovendien wordt er zelden nagegaan of deze initiatieven ook effectief aan hun doelstelling tegemoet komen, nl. eenzaamheid bij ouderen tegengaan. Vanuit deze nood wil dit project in een eerste stap, i.s.m. Vormingplus Kempen, een “toolbox” aanmaken die lokale overheden en social-profitorganisaties ondersteunt in het opzetten en evalueren van hun project. De “toolbox” bevat handvatten voor het opzetten van een goede praktijk in de aanpak en preventie van eenzaamheid bij ouderen en integreert ook methodieken om het project mee op te volgen en te evalueren. Op die manier wil dit project lokale overheden en social-profitorganisaties ondersteunen in het opzetten van goede praktijken, op maat van de ouderen, met een duurzaam karakter. Van de toolbox worden 350 gratis exemplaren voorzien. De toolbox wordt bovendien ook online aangeboden op een digitaal platform waar eindgebruikers ook ervaringen 112 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 kunnen uitwisselen. Parallel hiermee wil Vonk3 een vormingspakket voor lokale overheden en non-profitorganisaties ontwikkelen op basis van deze toolbox. Deskundigheidsbevordering van professionals en lokale opvolging is immers cruciaal voor het welslagen van een project. De totale kosten worden geraamd op 82.431 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 24.240 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project behoort qua opzet, inhoud of omvang niet tot de reguliere activiteit van de organisatie en overstijgt de normale mogelijkheden van de organisatie. Het vernieuwende ligt in zowel het opvullen van een leemte in het aanbod als in de introductie van een nieuwe methodiek. Duidelijke projectstructuur, duurzaam en kwaliteitsondersteunend. Dit project is binnen het raam van vermaatschappelijking van de zorg, één van de thema's waar DWG trouwens sterk op wil inzetten, een absolute meerwaarde: het thema past perfect binnen enkele accenten van het provinciaal ouderenbeleid. Bovendien is er een sterke betrokkenheid van DWG bij de ontwikkeling van de toolbox via participatie aan een goed samengestelde gebruikerscommissie en regionale stuurgroepen van lokale ouderenadviesraden. Daarnaast is DWG betrokken bij de gezamenlijke bekendmaking, het gratis aanbod van toolbox en het digitaal forum. Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw, Gasstraat 12-14, 2060 Antwerpen – project Betaalbaar wonen voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen Korte historiek Samenlevingsopbouw Antwerpen stad bouwt aan een solidaire, democratische en interculturele samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft. In Antwerpse wijken waar armoede en samenlevingsproblemen elkaar versterken, bevordert de vereniging solidariteit tussen achtergestelde en niet-achtergestelde groepen zodat verschillende gemeenschappen samen positieve impulsen kunnen geven aan de kwaliteit van het samenleven. De vereniging steunt actief groepen die uitgesloten worden van grondrechten en versterken hen zodat ze kunnen opkomen voor hun rechten. De potentiële doelgroep bestaat uit 130.000 bewoners, één vierde van alle Antwerpenaren. Jaarlijks nemen 27.000 bewoners van diverse sociaaleconomische en etnische achtergrond deel aan één of meer activiteiten van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. 4500 bewoners engageren zich op regelmatige basis als actieve bewoner. 1300 daarvan zijn vrijwilliger van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad. Projectgegevens en kostenraming Binnen het team wonen van Samenlevingsopbouw Antwerpen stad (SAS), is de groep ‘Arm in Arm’ actief. Arm in Arm verenigt 15 gezinnen met 3 of meer kinderen die allen slecht gehuisvest zijn op de private huurmarkt (te kleine woningen, onveilig, ongezond, te duur). Alle gezinnen zijn ingeschreven op de wachtlijst van de sociale huisvestingsmaatschappijen als kandidaat voor een sociale huurwoning. Ze zullen, gezien de lange wachtlijst, de gezinsgrootte en het beperkte aanbod aan grote woningen in Antwerpen nog minimaal 10 jaar moeten wachten. Een eigen 113 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN woning aankopen is gezien de financiële draagkracht van de gezinnen momenteel geen optie. Een intensief zoektraject van 5 maanden naar een betere woonst op de private huurmarkt, bleef voor alle gezinnen zonder resultaat. De groep Arm in Arm heeft besloten om, in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning (DIW) en Samenlevingsopbouw Antwerpen stad een alternatief woonsysteem uit te denken. DIW beschikt over een 100tal eengezinswoningen die grondig gerenoveerd moeten worden, maar waarvan de renovatiekosten te hoog oplopen om ze daarna nog rendabel sociaal te verhuren. In plaats van ze openbaar te verkopen, wil DIW samen met Arm in Arm/ Samenlevingsopbouw Antwerpen stad nadenken over een alternatieve, sociale bestemming voor deze panden. In dit verband start de vereniging een pilootproject met 9 sociale, te renoveren eengezinswoningen in Merksem. De vereniging denkt hierbij aan het oprichten van een renovatie-/ woonorganisatie die de woningen verwerft van DIW, ze renoveert en ze daarna aan de gezinnen van Arm in Arm verhuurt/verkoopt of huurkoop mogelijk maakt. Indien de vereniging de optie kopen zou integreren, laten ze zich inspireren door het CLT1 systeem (Community Land Trust). Rond mogelijke verwervingsopties (erfpacht, inbreng in natura, aankoop, behoud eigendom bij DIW, …), juridische organisatievorm (vzw, cvba-so, …) en beheerskwestie (bij DIW, SVK, eigen beheer, …), moeten er nog knopen worden doorgehakt. Bovendien wil de vereniging voor de renovatiewerken verschillende instrumenten combineren: inzetten van competenties van toekomstige bewoners (opleidings- of arbeidstrajecten); gezamenlijke aankoop van materialen (schaalvoordelen); samenwerking met scholen die de woningen als praktijkwerf kunnen gebruiken; aantrekken van privé-investeerders, …. De eerste contacten zijn gelegd, maar moeten verder worden onderzocht en uitgewerkt. Het komt er nu op aan om alle mogelijkheden verder uit te werken en de juiste keuzes te maken. Tijdens dit denkproces laat de vereniging zich bijstaan door experten, zodat ze niet alleen voor de 9 woningen van het pilootproject een oplossing vinden, maar tot een formule en/of structuur komen die op termijn model kan staan voor andere initiatieven. De totale kosten worden geraamd op 110.000 EUR. Voorgesteld wordt vanuit de provincie Antwerpen – dienst Welzijn en Gezondheid 50.000 EUR ter beschikking te stellen. Motivatie projectencommissie Het project is vernieuwend en er is samenwerking met verschillende partners. Het betreft hier een omvangrijk project. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 3 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het provinciedecreet van 30 november 2005. 114 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: De provincieraad keurt de voorgebrachte aanwending van het krediet op het budget 2014, ingeschreven op het verdeelkrediet - rekeningcombinatie 2014/64900000/21/0909 Ramingsnummer 2014000511 - Subsidies voor sociale projecten (R/V), voor een bedrag van 239.740 EUR, aan verschillende belanghebbenden goed. VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Onze fractie gaat dit punt goedkeuren. In de commissie, en dat was positief, hebben wij ook een bijlage gekregen die ons inlicht over het aantal afgewezen projecten. Dat alarmeert mij toch sterk. Het gaat over 27 afgewezen projecten. Ik heb die eens overlopen. Er zaten toch heel waardevolle initiatieven en projecten bij, en daar wordt telkens op geantwoord: behoort tot de reguliere werking, valt niet onder impulssubsidie, enz. Maar ik vraag dat de dienst Welzijn, als die bekommerd is om al die provinciale organisaties die die aanvragen doen, ons toch eens zou inlichten of die organisaties nu ergens anders, meer bepaald bij het Vlaams ministerie van Welzijn, aan de bak komen. Ofwel dat die daar aan hun lot worden overgelaten, zodanig dat wij ook vanuit de provincie op dat vlak toch kunnen optreden. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- Mijnheer Merckx, dat is echt niet mogelijk voor alle projecten. Ik geef een voorbeeld. Als een vereniging een tussenkomst vraagt voor het organiseren van een Sinterklaasfeest, dan kan ik die niet doorsturen naar Vlaanderen, want ik neem aan dat daar geen reglement zal voor zijn voor een lokale vereniging die een Sinterklaasfeest organiseert. Ik wil dat nakijken in die mate dat het kan, maar ik ben vooral verantwoordelijk voor het kijken naar die aanvragen die komen en die vooral passen in de nieuwe taakstelling van de provincie, voor het impulsbeleid. Heel wat verenigingen weten dat nog niet, we zijn daar vorig jaar al wel wat mee gestart en we hebben dat al wat intrede doen vinden. Maar een aantal verenigingen zijn een beetje hardleers en proberen nog wat door de mazen van het net te glippen. Het is het impulsbeleid dat centraal staat, en wij zeggen dat ook wel tegen die verenigingen waarom. Er is contact tussen de dienst Welzijn en de aanvragers waarom dat zij niet in aanmerking kunnen komen. Ik kan natuurlijk niet zeggen of dat daar een ander reglement is waar dat zij zich wel toe kunnen wenden, tenzij het gaat over activiteiten waar dat de dienst zou van kunnen denken dat het mogelijk is. Dan zullen zij zeker en vast door- of verder verwijzen naar een andere dienst, maar voor een aantal projecten gaat dat niet, want daar is ook geen Vlaamse financiering of subsidiëring voor. 115 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VOORZITTER.- De heer Merckx heeft het woord. De heer MERCKX.- Bij mijn weten was er bij die afgewezen projecten geen enkel voorstel om een Sinterklaasfeest te financieren, wel een feest om vrijwilligers te belonen die in de welzijnssector verdienstelijke zaken gedaan hadden. Van die 27 vermoed ik dat er toch wel een belangrijk deel zullen zijn die vroeger wel aan subsidies konden geraken bij de provincie. Mijn vraag is vooral: worden die nu in de steek gelaten door het goede, rijke, betere Vlaanderen, of worden die daar evengoed of beter bediend? Ik vind dat u ons daarover informatie verschuldigd bent. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. De heer BELLENS, gedeputeerde.- In die mate dat ik dat kan, wil ik dat ook wel doen. De afspraak was, vooral voor de georganiseerde verenigingen die een nominatieve subsidie kregen vanwege de provincie, dat daarvoor de Vlaamse overheid de gelden bij ons heeft weggenomen en het principe van de interne staatshervorming geldt dan dat die teruggegeven worden aan die verenigingen door de Vlaamse overheid. In welke mate dat het gebeurd daar heb ik geen zicht op. We willen dat wel navragen bij die verenigingen, of dat zij effectief die gelden gekregen hebben. Maar dat is een verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid. Bij ons zijn in ieder geval de gelden weggenomen. Op het Vlaamse niveau geïnd. Zij moeten die verenigingen terug subsidiëren. Dat is de filosofie en het kader van de interne staatshervorming. Dus ik denk voor die verenigingen die van ons een nominatieve, structurele aanzienlijke subsidie kregen dat die in ieder geval opgevangen zullen worden door de Vlaamse overheid. Dat wordt zo ook al bevestigd. Maar ik kan niet uitsluiten dat er misschien hier en daar een aantal organisaties zijn, en verenigingen die dat niet onmiddellijk krijgen, of die denken van: hoe zit dat nu. Dat willen wij wel navragen aan de Vlaamse overheid en willen wij ook wel als tussenpersoon optreden. Daar hebben wij eigenlijk geen verdere verantwoordelijkheid meer in vandaag. VOORZITTER.- De heer Bollen heeft het woord. De heer BOLLEN.- Ik zou even willen terug verwijzen naar wat ik gevraagd heb bij de begrotings- en budgetbesprekingen. Toen heb ik gevraagd dat de deputatie ook een overzicht zou geven in de loop van het einde van dit jaar. Dat gaat niet alleen over de middelen van welzijn, ik heb hier ook verwezen naar de middelen rond sport. Welke middelen zijn er naar Vlaanderen gegaan en komen die ook terug naar onze provincie? Ik denk dat we dat toch gevraagd hebben, en daar is toen op geantwoord dat men dat ging opvolgen. VOORZITTER.- De heer Bellens heeft het woord. 116 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 De heer BELLENS, gedeputeerde.- Ik wil mij daar zeker proberen toe te engageren, maar het probleem zit dikwijls hierin, mijnheer Bollen, dat de Vlaamse overheid hier die gelden wegneemt, vooral bij de socio-culturele verenigingen, dat gegeven wordt aan de nationale koepels van die verenigingen. Dan is het de verantwoordelijkheid van die koepel dat het terecht komt. Dat is een interne afspraak binnen hun koepel dat het terugkomt naar de provinciale organisaties van die koepels. Dat is een terechte opmerking die u maakt, maar dat is interne keuken van die organisaties. VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 60 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 60 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 60 stemmen ja. Nr. 9/2 van de agenda Welzijn, Arbeidszorg. Reglement impulssubsidie arbeidszorg. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Arbeidszorg Sommige personen kunnen omwille van een medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek of maatschappelijke achterstelling niet werken onder een arbeidscontract. Voor hen is er arbeidszorg. Dit is een vorm van onbetaalde arbeid die bestaat in verschillende sectoren: de geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor personen met een beperking, het algemeen welzijnswerk en de sociale en beschutte werkplaatsen. Arbeidszorg en intersectoraal overleg Het is dus geen sector, maar een werkvorm in verschillende sectoren. Elk van deze sectoren heeft eigen overlegstructuren. Maar overleg over arbeidszorg over de sectoren heen, bestond tot voor enkele jaren nauwelijks. Onder impuls van de Provincies en de Provinciale Steunpunten Arbeidszorg, ontstond er intersectoraal overleg tussen de arbeidszorginitiatieven over de sectoren heen. Dit past in de opdracht van de Provincies op het vlak van netwerking. Arbeidszorg in Vlaanderen • In Vlaanderen zijn in totaal 6.067 arbeidszorgmedewerkers actief (2012) • Verdeling per sector: – 44 % Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) – 35 % Sociale Economie (SE) – 13 % Sector Personen met een handicap – 8 % Algemeen Welzijnswerk (AWW: OCMW’s en CAW’s) 117 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN • Inkomensstatuut arbeidszorgmedewerkers: – RVA: 30 % – ziekte-uitkering: 31 % – mindervaliden: 12 % – leefloon: 7% RVA voornamelijk in SE (55%), ziekte voornamelijk in GGZ (47%), mindervaliditeit in Gehandicaptenzorg (34,2%) en leefloon in AWW (33,6%) Arbeidszorg in de provincie Antwerpen • In de provincie Antwerpen zijn in totaal 1.381 arbeidszorgmedewerkers actief (2012) • Verdeling per sector: – 53 % Geestelijke gezondheidszorg – 36 % Sociale Economie – 11 % Algemeen Welzijnswerk (OCMW’s en CAW’s) Hoewel bijna 1 Vlaming op 3 (29%) in de provincie Antwerpen woont, en er verhoudingsgewijs wellicht nog meer mensen wonen met een MMPP-problematiek (medische, mentale, psychisch of psychiatrische problemen) of maatschappelijke achterstelling (cfr. grootstedelijke problematiek), telt onze provincie slechts 23% van het aantal arbeidszorgmedewerkers. Er is een duidelijke, historisch gegroeide, achterstand ten aanzien van Vlaanderen. Vandaar de noodzaak voor een Provinciaal Reglement Impulssubsidie Arbeidszorg gericht op de groei van het aantal arbeidszorgplaatsen. Regelgeving Momenteel bestaat slechts in 2 sectoren (sociale economie en VAPH) een regelgeving die arbeidszorg expliciet erkent en financiert. Toch zijn aan deze regelgeving en financiering een aantal knelpunten verbonden. Arbeidszorgmedewerkers uit de geestelijke gezondheidszorg en de welzijnssector blijven in de kou staan of zijn aangewezen op beperkte initiatieven met tijdelijke en lokale middelen. Als arbeidszorg daadwerkelijk het laatste opvangnet wil zijn inzake arbeid voor de allerzwakste doelgroep dan is er nood aan een globale regelgeving die zich richt op alle burgers, zonder onderscheid van een “bevoegde” sector. Financiering De structurele financiering van arbeidszorginitiatieven is in geen geval toereikend en de berekeningswijze binnen het meerbanenplan, met een financiering op basis van gepresteerde uren gaat totaal voorbij aan de problematiek van de doelgroep. Arbeidszorginitiatieven begeleiden hun medewerkers niet enkel op vlak van arbeid, maar investeren ook sterk op het vlak van zorg. Daarom is de huidige financieringsnorm van 1 VTE begeleider op 5 VTE arbeidszorgmedewerkers (à 30u/week) niet toereikend. Gemiddeld blijkt dat een VTE arbeidszorgbegeleider zo’n 11 tot 12 medewerkers onder zijn hoede heeft. Wil men ook de zorg voldoende degelijk kunnen uitbouwen dan is dit ontoereikend. Bovendien wordt enkel de loonkost van de begeleider gefinancierd. Dit betekent dat de werkingskosten door de organisatie zelf moeten worden gedragen. Dit staat in schril contrast met het rendement van de arbeidszorgmedewerkers dat quasi nihil is. Voorstel van decreet houdende ‘werk- en zorgtrajecten’ (W²-decreet) Eind januari 2014 werd door een aantal parlementairen van de meerderheidsfracties een voorstel van W²-decreet ingediend. Dit is opgevat als een 118 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 aanbouwdecreet: tijdens deze legislatuur wordt er (indien het decreet nog tijdig goedgekeurd wordt door het Vlaams Parlement, èn indien de volgende Vlaamse Regering uitvoeringsbesluiten maakt) gewerkt aan de decretale verankering van de activeringstrajecten en de trajecten maatschappelijke oriëntatie (trede 4 op de participatieladder). In de volgende legislatuur kan het decreet worden aangevuld met een juridisch kader voor een aanbod van ‘arbeidsmatige activiteiten’ (trede 3, onder meer arbeidszorg). Concreet betekent dit dat de uitbouw van een juridisch kader voor arbeidszorg nog ver af is. Provinciaal impulsbeleid & interne staatshervorming Met het Provinciaal Reglement Impulssubsidies Arbeidszorg spelen we voluit de rol die de Provincies toekomt: het voeren van een impulsbeleid. Naast een beperkte basissubsidie, kiezen we er voor om uitbreidingssubsidies te geven, beperkt in de tijd, voor nieuwe arbeidszorgplaatsen die niet via andere kanalen gesubsidieerd of gefinancierd worden. Aan uw raad wordt voorgesteld het reglement impulssubsidie arbeidszorg goed te keuren. Dit verslag werd door de deputatie goedgekeurd op 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Gelet op het verslag van de deputatie; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Goedkeuring arbeidszorg. wordt gehecht aan het provinciaal reglement impulssubsidie Reglement impulssubsidies Arbeidszorg Goedgekeurd door de provincieraad op 30/04/2014 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1 - Doelgroep De deputatie verleent subsidies aan arbeidszorginitiatieven in de provincie Antwerpen, onder de voorwaarden gesteld in dit reglement. Artikel 2 – Definities a) Arbeidszorg: arbeidsmatige activiteiten in een werkomgeving die ofwel op productie ofwel op dienstverlening zijn gericht, voor mensen die niet, nog niet of niet meer terechtkunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Arbeidszorg houdt rekening met de mogelijkheden en beperkingen van personen en ondersteunt en begeleidt hen. Deze arbeid kan aangeboden worden in een eigen atelier of bij derden. Het doel van deze arbeidsmatige activiteiten is de kansen op maatschappelijke (re)integratie en 119 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN b) c) d) e) f) g) h) participatie bevorderen en bijdragen tot het maatschappelijk welzijn van de arbeidszorgmedewerkers door latente functies van arbeid bereikbaar te maken: zingeving, sociale contacten, structuur, ... Arbeidszorginitiatief: alle rechtspersonen die arbeidszorg aanbieden en die voldoen aan de criteria vermeld in bijlage. Arbeidszorgmedewerker: is de persoon die met behoud van zijn sociale zekerheidsstatuut onbezoldigd arbeidsmatige activiteiten verricht in een arbeidszorginitiatief. Bij de berekening van het aantal arbeidszorgmedewerkers wordt gewerkt met VTE (voltijdse equivalenten). Hierbij wordt uitgegaan van een voltijdse week van 30 uur. Ronde Tafel Arbeidszorg: de samenwerkings- en overlegstructuur die tot doel heeft het overleg en de samenwerking tussen alle arbeidszorginitiatieven in Vlaanderen te stimuleren en te coördineren, die optreedt als gesprekspartner van de hogere overheid en waaraan zowel de vijf Vlaamse provincies deelnemen als de federaties van de sectoren die arbeidszorg organiseren. Arbeidszorgovereenkomst: een overeenkomst die wordt gesloten tussen een arbeidszorgmedewerker en een arbeidszorginitiatief waarin de wederzijdse rechten en plichten worden afgesproken. Persoonlijk begeleidingsplan: een plan uitgaande van een arbeidszorginitiatief waarin de persoonlijke begeleiding van de medewerker is beschreven zowel wat betreft het arbeids- als het zorgaspect. Registratiesysteem: het registratiesysteem dat ontwikkeld werd op initiatief van de Ronde Tafel Arbeidszorg, en waarin de arbeidszorginitiatieven een reeks gegevens over hun arbeidszorgmedewerkers registreren. PEC-erkenning “Zorg”: beslissing genomen door de Provinciale Evaluatiecommissie overeenkomstig het Decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de sociale integratie van personen met een handicap en het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; Hoofdstuk 2: Toekenningsvoorwaarden Artikel 3 – Basissubsidie Het arbeidszorginitiatief kan een basissubsidie aanvragen van 2.000 EUR. Om in aanmerking te komen voor de basissubsidie moet het arbeidszorginitiatief op datum van indiening van het aanvraagdossier aan de volgende voorwaarden voldoen: a) b) c) Haar werking hebben op het grondgebied van de provincie Antwerpen. Voldoen aan de "criteria arbeidszorginitiatieven" die door de Ronde Tafel Arbeidszorg zijn opgesteld. De lijst met criteria die als bijlage is toegevoegd maakt integraal deel uit van het reglement. De in de lijst opgenomen streefdoelen zijn niet bindend. Voor een aanvraag in jaar X, moet het arbeidszorginitiatief in orde zijn met de registratie van zijn arbeidszorgmedewerkers in het registratiesysteem over het jaar X-1. De aanvraag voor een basissubsidie moet jaarlijks hernieuwd worden. Artikel 4 – Uitbreidingssubsidie Het arbeidszorginitiatief kan een aanvraag doen voor een uitbreidingssubsidie. Deze subsidie is bedoeld voor arbeidszorginitiatieven die een uitbreiding realiseren in het aantal VTE arbeidszorgmedewerkers. Bij een aanvraag in jaar X wordt per bijkomende VTE arbeidszorgmedewerker ten opzichte van het jaar X-1 een subsidie gegeven van 12.000 EUR voor het jaar X 8.000 EUR voor het jaar X+1 120 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 6.000 EUR voor het jaar X+2 De subsidie voor de uitbreiding die in jaar X gerealiseerd werd ten opzichte van jaar X-1, wordt dus toegekend voor jaar X, jaar X+1 en jaar X+2, weliswaar degressief, en op voorwaarde dat de gerealiseerde uitbreiding behouden blijft in het betrokken kalenderjaar. De aanvraag kan betrekking hebben op een uitbreiding met 0,5 of 1 of 1,5 of 2 VTE arbeidszorgmedewerkers Het arbeidszorginitiatief uitbreidingssubsidie. kan slechts één aanvraag per jaar indienen voor een De subsidies die in opeenvolgende jaren toegekend worden, kunnen gecumuleerd worden. Om in aanmerking te komen voor de uitbreidingssubsidie moet het arbeidszorginitiatief aan de volgende voorwaarden voldoen: a) De voorwaarden gesteld voor de basissubsidie (zie artikel 3). b) Op de datum van de aanvraag de registratie van de arbeidszorgmedewerkers in het registratiesysteem volledig up-to-date hebben. c) Zich engageren om de registratie van zijn arbeidszorgmedewerkers maandelijks up-todate houden. d) Vermits de uitbreidingssubsidie degressief is en na 3 jaar stopt, zal het arbeidszorginitiatief op zoek moeten gaan naar middelen om de gerealiseerde uitbreiding te kunnen continueren. Bij de beoordeling van de aanvragen zal rekening gehouden worden met de pistes die het arbeidszorginitiatief hiertoe ontwikkelt. Enkel arbeidszorgmedewerkers waarvoor het arbeidszorginitiatief geen andere financiering ontvangt, komen in aanmerking. Een nadere omschrijving hiervan wordt gegeven bij het aanvraagformulier. Artikel 5 - Kwaliteitsbewaking Er zal bij de beoordeling van de subsidieaanvragen rekening gehouden worden met de garanties die het arbeidszorginitiatief kan bieden inzake de kwaliteit van haar werking en van de begeleiding van de arbeidszorgmedewerkers. Hoofdstuk 3: Indienen van de aanvraag en beoordeling Artikel 6 - Aanvraag Aanvragen voor deze subsidie kunnen enkel gebeuren door indiening van het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is te verkrijgen via de provinciale website of via eenvoudig telefonisch verzoek en dient opgestuurd te worden naar Provinciebestuur, Dienst Welzijn en Gezondheid, Boomgaardstraat 22, 2600 Antwerpen. De aanvraag wordt per post ingediend en bij voorkeur ook digitaal. De aanvraag dient bij het Provinciebestuur toe te komen uiterlijk op 31 maart van jaar X.1 De poststempel geldt als bewijs. Het aanvraagdossier bestaat uit het volledig ingevulde aanvraagformulier, ondertekend door de daartoe bevoegde persoon (handtekening met naam en functie). De provincie kan steeds bijkomende informatie opvragen over het arbeidszorginitiatief, zijn werking en zijn financiën. 1 Voor het jaar 2014 (het jaar waarin dit reglement in voege gaat), is 30 juni de uiterste indieningsdatum. 121 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Hoofdstuk 4: Beoordeling, betaling, afrekening en controle Artikel 7 De aanvraag wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen in: a) De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. b) Het provinciaal reglement van 16 december 2010 betreffende de subsidiëringen en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers. Artikel 8 - Beoordeling Een interne provinciale adviescommissie brengt aan de deputatie advies uit over de aanvragen. De deputatie bepaalt het bedrag van de subsidie binnen de perken van de kredieten die op het goedgekeurde budget van de provincie Antwerpen voorzien zijn. Artikel 9 - Controle Als het arbeidszorginitiatief een uitbreidingssubsidie aanvraagt in jaar X, moet het deze uitbreiding van het aantal VTE arbeidszorgmedewerkers realiseren in jaar X ten opzichte van jaar X-1. Dit zal als volgt gecontroleerd worden door de provinciale diensten: a) via het registratiesysteem, op het moment van de aanvraag b) via het registratiesysteem, periodiek tijdens jaar X, X+1 en X+2 c) via controlebezoeken ter plaatse Indien tijdens of na afloop van elk betrokken kalenderjaar, uit het registratiesysteem en/of uit een controlebezoek blijkt dat minder dan 80% van de uitbreiding van het aantal VTE arbeidszorgmedewerkers gerealiseerd is, zal de provincie Antwerpen a) verder geen subsidies meer uitbetalen voor deze niet-gerealiseerde uitbreiding b) en/of overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitbetaalde subsidiebedragen, op basis van art 7, 1° van de wet van 14 november 1983. De provincie Antwerpen heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de verleende subsidie te controleren. Artikel 10 Het toegekende subsidiebedrag wordt als volledig terugvorderbaar voorschot uitbetaald. Artikel 11 - Afrekening Ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor de subsidie werd toegekend, zal de afrekening gebeuren op basis van het voorgelegde evaluatiedossier. De tijdige afrekening betreffende jaar X is tevens een voorwaarde voor: a) de uitbetaling van de uitbreidingssubsidie voor jaar X+1 en verder. b) het indienen van een nieuwe aanvraag voor een basis- en/of uitbreidingssubsidie. Het evaluatiedossier voor de basissubsidie bestaat uit: a) een wettig ondertekende uitgavenstaat van het voorbije kalenderjaar, waaruit blijkt dat de basissubsidie integraal werd aangewend voor gewone werkingsuitgaven Het evaluatiedossier voor de uitbreidingssubsidie bestaat uit: a) een wettig ondertekende uitgavenstaat, waaruit blijkt dat de uitbreidingssubsidie integraal werd aangewend voor het realiseren van de uitbreiding (personeelskosten, kosten in functie van kwaliteitsverbetering,...) b) een kort verslag over de werking van het arbeidszorginitiatief in het betrokken kalenderjaar, waarin onder meer duidelijk beschreven wordt welke acties ondernomen 122 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 c) zijn in functie van de kwaliteit van de werking van het arbeidszorginitiatief en de kwaliteit van de begeleiding een beschrijving van de pistes die het arbeidszorginitiatief ontwikkeld heeft om de gerealiseerde uitbreiding te kunnen continueren nadat de uitbreidingssubsidie van de provincie is gestopt. Het evaluatiedossier moet steeds ondertekend worden door de daartoe bevoegde persoon (handtekening met naam en functie). Artikel 12 Bij niet-naleving van de voorwaarden zoals genoemd in dit reglement of bij onjuiste, onvolledige of laattijdig dossiers, zal de provincie Antwerpen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van uitbetaalde subsidiebedragen. Artikel 13 - Betwistingen Betwistingen na beslissing betreffende dit reglement, de toepassing ervan evenals alle onvoorziene gevallen worden desgevallend éénmalig voor heroverweging voorgelegd aan de deputatie mits duidelijke motivatie en het aanbrengen van nieuwe elementen in het dossier. Dit reglement is van kracht vanaf 30/04/2014. VOORZITTER.- Mevrouw Van Gool heeft het woord. Mevrouw VAN GOOL.- Dank u, voorzitter. Ik wil eerst zeggen dat het een goed reglement is en dat het een goede zaak is dat er daar een reglementering voor komt, omdat arbeidszorg een belangrijk aspect is in bijnatewerkstelling, maar toch een activering van mensen met een handicap. Ik wil ook nog even terugkomen op de bekommernis die ik in de commissie ook meegegeven heb. Hier ligt een reglement voor, en het is ook omdat het met één van de punten is dat het arbeidszorginitiatief erover waakt dat de uitkering van de arbeidszorgmedewerker niet in het gedrag komt. Dat is niet iets dat wij op provinciaal niveau kunnen regelen, omdat dat op Vlaams niveau en federaal niveau geregeld moet worden. Er is nog altijd geen echt statuut van de arbeidszorgmedewerker, terwijl er bijvoorbeeld wel een statuut is voor de vrijwilliger. Dat maakt dat als een arbeidszorgmedewerker een vergoeding zou krijgen dat strikt genomen in aanmerking zou kunnen komen voor zijn uitkering, er zelfs eventueel op belast zou kunnen worden. Wat denk ik niet de bedoeling is als men niet die mensen wil aansporen om een activiteit op te nemen. Het is ook een van de zaken die aangekaart is bij de ronde tafel Arbeidszorg die recent gehouden is. Ik zou aan de gedeputeerde willen vragen om dat ook zeker mee te nemen. Het zal nu niet meer geregeld kunnen worden, maar het is toch ook een punt dat moet aangekaart worden bij de Vlaamse regering en federale regering om daar een oplossing voor te bieden. Het zou jammer zijn dat een goed initiatief eigenlijk in feite negatief zou kunnen worden omdat de mensen hun uitkering zouden verliezen. Dank u. 123 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VOORZITTER.- Zijn daar nog tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 57 leden hebben ja gestemd; 1 lid heeft zich onthouden. Goedgekeurd met 57 stemmen ja, bij 1 onthouding. 124 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 10. Europa, plattelandsbeleid en sociale economie Nr. 10/1 van de agenda Budget 2014. Budgetsleutel 0550/64900000/ Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N) (2014000471). Project Landschapsdokters van vzw Natuurwerk en vzw Kempens Landschap. Subsidie 2014. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Rapportage werkjaar 2013 In de zitting van 22 maart 2012 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed als jaarlijkse ontwerpbegroting van het project voor de tewerkstelling van 8 arbeiders en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in het goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie: Loonkost arbeider Loonkost begeleider Werkingskosten TOTAAL Financiering Vlaamse subsidie arbeider Vlaamse subsidie begeleider Betoelaging vanuit SINE Cofinanciering gemeenten Financiering Kempens Landschap Cofinanciering provincie Totaal Bedrag/jaar 34.854 EUR 50.755 EUR Aantal 8 1 8.833,08 EUR 13.249,32 EUR 10.200 EUR 8 1 4,5 Cfr goedgekeurde bedrag Cfr. goedgekeurd bedrag Totaal/jaar 278.832 EUR 50.755 EUR 66.000 EUR 395.587 EUR 70.665 EUR 13.249 EUR 45.900 EUR 80.000 EUR 10.000 EUR 175.773 EUR 395.587 EUR Op 24 mei 2012 keurde de provincieraad het project en het meer jaren engagement goed. Voor de provincie Antwerpen betekent dit dat de jaarlijkse cofinanciering voor de budgetjaren 2012 t/m 2015 principieel als volgt wordt: Budgetjaar 2012 2013 2014 2015 Te voorziene provinciale cofinanciering 117.182 EUR 175.773 EUR 175.773 EUR 175.773 EUR In zitting van 28 juni 2013 kende de deputatie een bedrag van 197.976 EUR toe aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout voor het project ‘Landschapsdokters’, als subsidie 2013. Tegelijkertijd stemde de deputatie in met de betaling van 197.976 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot van de subsidie 2013. De verhoging van dit subsidiebedrag kadert binnen de uitbreiding van het project van 8 naar 13 deelnemende gemeenten vanaf maart 2013. In zitting van 22 maart 2013 keurde de deputatie volgende financiële tabel goed als jaarlijkse ontwerpbegroting van het project voor de tewerkstelling van 11 arbeiders en 1 omkaderingspersoneelslid, tewerkgesteld bij de vzw Natuurwerk in het 125 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN goedgekeurde kader van lokale diensteneconomie en welke uitbreiding van tewerkstelling gevolg is van 5 extra deelnemende gemeenten aan het project: Loonkost arbeider Loonkost begeleider Werkingskosten TOTAAL Financiering Vlaamse subsidie arbeider Vlaamse subsidie begeleider Betoelaging vanuit SINE Cofinanciering gemeenten Financiering Kempens Landschap Cofinanciering provincie Totaal Bedrag/jaar 34.854 EUR 50.755 EUR Aantal 8.833,08 EUR 13.249,32 EUR 10.200 EUR 11 1 6,5 Cfr goedgekeurde bedrag Cfr. goedgekeurd bedrag 11 1 Totaal/jaar 383.394 EUR 50.755 EUR 77.000 EUR 511.149 EUR 97.163 EUR 13.249 EUR 67.320 EUR 121.000 EUR 10.000 EUR 200.000 EUR 511.149 EUR Voor de budgetjaren 2014 en 2015 komt de cofinanciering vanuit de provincie dan principieel en jaarlijks neer op het hogervermelde bedrag van 202.416 EUR Budgetjaar 2013 2014 2015 te voorziene provinciale cofinanciering 197.976 EUR 200.000 EUR 200.000 EUR Natuurwerk vzw diende recentelijk, als uitvoerder van het project Landschapsdokters, hun financieel en inhoudelijk rapport van de werking van het project ‘Landschapsdokters’ voor de periode 2013 in, dit ter verantwoording van het door hen ontvangen subsidiebedrag ter hoogte van 197.976 EUR. Het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie geeft positief advies voor het rapport 2013 van Natuurwerk vzw. In dit kader adviseert het Provinciaal Steunpunt Sociale Economie om voor 2014 een subsidiebedrag van 200.000 EUR toe te wijzen aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie voor het project “Landschapsdokters”, in samenwerking met de vzw Kempens Landschap. Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 10 april 2014. De provincieraad van Antwerpen, Gelet op het verslag van de deputatie, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet; Op voorstel van de deputatie, BESLUIT: Enig artikel: Ingestemd wordt met een bedrag van 200.000 EUR, als 100 % terugvorderbaar voorschot 2014 aan Natuurwerk vzw, Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, als subsidie sociale economie 2014 voor het project “Landschapsdokters” in samenwerking met de vzw Kempens Landschap, vanuit het globale krediet van 126 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 950.000 EUR van het budget 2014, ingeschreven onder budgetsleutel 0550/64900000/Subsidiëring van projecten in de sociale economie (R/N). VOORZITTER.- Zijn daar tussenkomsten over? Geen. Dan leg ik dit punt voor ter stemming en de stemming is geopend. Heeft iedereen zijn stem uitgebracht? Einde van de stemming. 58 leden hebben deelgenomen aan de stemming; 58 leden hebben ja gestemd. Goedgekeurd met 58 stemmen ja. 127 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN 14. Interpellaties Nr. 14/1 van de agenda Interpellatie in verband met personeelsbeleid en herfinanciering openbare sector, ingediend door mevrouw Nicole Naert (PVDA+). Interpellatie De laatste jaren hoor je dikwijls zeggen:” We hebben het hier nog zo slecht niet in vergelijking met andere landen. De crisis slaat hier toch minder toe”. Wel dat lijkt zo. Het feit dat de gevolgen van de crisis hier wat afgeremd worden is vooral te wijten aan de sociale verworvenheden in dit land. Dank zij de index, de sociale zekerheid en vele openbare diensten- alle verworvenheden bevochten door de arbeidersklasse-, onze grootouders en ouders - is er effectief een sociaal opvangnet in dit land om de scherpste kantjes van deze crisis af te ronden. Mijn interpellatie vandaag focust zich op één van deze verworvenheden nl. over de openbare dienstverlening, waarvan onze provinciale diensten deel uitmaken. Collega’s, vandaag betoogden een paar duizend ambtenaren van lokale besturen, waaronder personeel van onze provincie, om de herfinanciering te eisen van de lokale besturen. Zij leveren daarvoor geld of verlof in om goeie, betaalbare openbare diensten te verdedigen. Wij kunnen dit niet aan ons voorbij laten gaan en moeten afspreken hoe wij hun eisen kunnen ondersteunen. We hebben redenen genoeg om deze actie te ondersteunen. Een paar voorbeelden maar. We beginnen al de eerste nadelige gevolgen te voelen van de besparingen, opgelegd door de 3 -5-8 % besparingen in het meerjarenplan 2013-2015. Eén der maatregelen was dat de langere afwezigheden slechts vervangen worden vanaf zevende i.p.v. de vierde maand, zoals het vroeger was. Zwangerschapsverloven duren meestal geen zes maanden en er is door de maatregel geen vervanging voorzien. De gevolgen hebben we gemerkt bij het rapport over de uitvoering van de operationele en financiële doelstellingen van budgetjaar 2013. Zo was o.a. de stafdienst Algemeen beleid één der slachtoffers van de maatregel. We lezen als toelichting bij het niet behalen van de doelstelling het volgende “ Wegens zwangerschap werd er in het eerste kwartaal geen opvolging gedaan van de kwaliteitscontroles op de beheers- en boekhoudkundige inventaris. In het tweede semester werden de controles terug uitgevoerd, maar kon de achterstand (in de voorop gestelde aantallen) niet worden ingelopen. En dat was geen alleenstaand feit: ook in andere commissies werd door de leidinggevende ambtenaar verwezen naar het feit dat bv kwartaaldoelstellingen niet gehaald werden wegens niet vervanging van personeel met zwangerschapsverlof. En tenslotte liep ook de facilitaire dienst een ernstige achterstand op wegens niet vervanging van een langdurige afwezigheid wegens ziekte. Daarnaast worden wij ook als “Provincie” geconfronteerd met het pensioendossier. In het eerste kwartaal 2013 hadden we reeds 805 contractuelen t.o.v. 926 statutairen. De ambtenaar waarschuwde toen al voor de nabije toekomst. In 2015 zullen meer contractuelen tewerkgesteld zijn dan statutairen. Daardoor 128 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 stijgen ook de kosten voor de tweede pensioenpijler en vanaf 2016 stijgen de bijdragen naar de RSZPPO van 30% naar 41,5%.Want “Door de nieuwe wet van 24 oktober 2011 op de financiering van de ambtenarenpensioenen moeten de lokale besturen de pensioenbijdrage op de totale loonmassa van hun statutaire benoemden tegen 2016 van de huidige 30% naar 41,5% brengen.” We kunnen ons afvragen of dit nog betaalbaar blijft. Kan de bevoegde gedeputeerde ons reeds prognoses voorleggen over welke bedragen dit zal gaan? Met deze achtergrond ook nog de volgende vragen aan de verantwoordelijke gedeputeerde om naar de volgende begroting toe bijkomende drastische besparingsmaatregelen op personeel te vermijden: 1) “ Welke stappen onderneemt de deputatie bij de hogere overheden om een betere financiering van het provinciefonds te bekomen” Naar aanleiding van de vorige begrotingsbesprekingen en de door Vlaanderen opgelegde supplementaire besparingen heeft de Vereniging voor Vlaamse provincies ernstig geprotesteerd en geëist. Ik citeer: “ vraagt aan de leden van het Vlaams parlement om: - Uit de begrotingsopmaak 2014, met betrekking tot het provinciefonds, de extra 26,4 miljoen EUR te schrappen. - En‘ de Vlaamse Regering te verplichten om overleg aan te gaan met de Vlaamse provincies over de totaliteit van de provinciale financiën‘. Is er vooral van deze tweede vraag iets terecht gekomen en is er al een planning naar de volgende begroting toe? Nu, in de nieuwsbrief van de Vereniging van Vlaamse Provincies kunnen we opmaken dat de vereniging de communicatie tussen Vlaanderen en de provincies als een “ gemiste kans” bestempelen. Maar, hoe dan ook, binnen zes maanden staan we voor nieuwe begrotingsbesprekingen. Het is dus tijd om bijkomende financiering te eisen. Het is nu wel de moment, nog voor een nieuwe regeringsvorming, dat de lokale besturen geld bijvragen aan de hogere overheid en zo haar eisen kenbaar maakt, 2) “We stellen nu al vast dat de maatregel om langdurige afwezigheden minder dan zes maand niet te vervangen nefaste gevolgen heeft voor de werking van de betrokken diensten. Overweegt de deputatie om althans op dat gebied de klok terug te draaien naar de vorige regeling en vervanging te voorzien voor alle afwezigheden langer dan drie maanden?” Nicole Naert, Provincieraadslid PVDA+. 129 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Mevrouw de gouverneur, Mijnheer de voorzitter, Waarde collega’s, De laatste jaren hoor je dikwijls zeggen: “We hebben het hier nog zo slecht niet in vergelijking met andere landen. De crisis slaat hier toch minder toe.” Wel dat lijkt zo, maar als dat is, is dat omdat we hier in dit land drie zaken hebben die door de arbeidersklasse bevochten zijn, namelijk de index, de sociale zekerheid, maar ook goed werkende en vele openbare diensten. Vandaag in mijn interpellatie zou ik het meer bepaald over dat derde punt willen hebben: de openbare dienstverlening, waarvan onze provinciale dienstverlening een deel van uitmaakt. Collega’s, Misschien hadden we moeten meedoen vandaag, dan was gans dat punt over de koepel sowieso misschien verschoven. Vandaag hebben een paar duizend personeelsleden van lokale besturen betoogd hier in Antwerpen om de herfinanciering te vragen van deze openbare sector. Deze mensen die gestaakt hebben, hebben daar geld voor ingeleverd. Anderen hebben er verlof voor ingeleverd. Vermits dat het ook ons aangaat denk ik dat het fantastisch is dat we van hieruit ook een steunbetuiging op de een of andere manier aan hen geven. Vandaar mijn tussenkomst daarvoor, en de interpellatie over de stand van zaken over de herfinanciering van de provincie Antwerpen. Collega’s, We beginnen zo stilaan toch een aantal nadelige gevolgen te ondervinden van de besparingen ons opgelegd door de 3-5-8% operatie in het meerjarenplan 2013-2015. Een dezer maatregelen was dat langere afwezigheden slechts vervangen worden vanaf de 7 e, in plaats vanaf de 4e maand. Iedereen zal het wel weten, zwangerschapsverloven duren meestal geen 6 maanden, en er is door de maatregel geen vervanging meer voorzien. De gevolgen hebben we nu al reeds gemerkt wanneer we een rapport kregen over de uitvoering van de operationele en financiële doelstellingen van het budgetjaar 2013. Zo was onder andere de Stafdienst Algemeen Beleid één der slachtoffers van de maatregelen. We lezen als toelichting bij het niet behalen van de doelstelling het volgende: “Wegens zwangerschap werd in het eerste kwartaal geen opvolging gedaan van de kwaliteitscontroles op de beheers- en boekhoudkundige inventaris. In het tweede semester werden de controles terug uitgevoerd, maar kon de achterstand, in de vooropgestelde aantallen, niet worden ingelopen.” En dat was geen alleenstaand feit. Ook in andere commissies werd door de leidinggevende ambtenaar verwezen naar het feit dat bijvoorbeeld kwartaaldoelstellingen niet gehaald werden wegens niet vervanging van personeel met zwangerschapsverlof. En tenslotte liep ook de Facilitaire dienst een ernstige achterstand op wegens niet vervanging van een langdurige afwezigheid wegens ziekte. 130 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 Een tweede punt dat ik wil aanhalen is dat ook onze provincie geconfronteerd wordt met het pensioendossier. In het eerste kwartaal 2013 hadden we reeds 805 contractuelen ten opzichte van 926 statutairen. De ambtenaar waarschuwde ons toen al voor de nabije toekomst. In 2015 zullen meer contractuelen tewerkgesteld zijn dan statutairen. Daardoor stijgen ook de kosten voor de tweede pensioenpijler en daarnaast komt daar nog bij dat de bijdragen die naar de RSZPPO moeten betaald worden door de provincie vanaf 2016 opgetrokken worden van 30% naar 41%, ons opgelegd door de wet van 24 oktober 2011. We kunnen ons afvragen of dat dit wel allemaal betaalbaar zal blijven. Vandaar mijn eerste vraag aan de bevoegde gedeputeerde, mijnheer Peeters. Kunnen er reeds prognoses voorgelegd worden over welke bedragen dit zal gaan? Met deze situatie als achtergrond wil ik het volgende vragen aan de verantwoordelijke gedeputeerde om naar de volgende begroting toe bijkomende drastische besparingsmaatregelen te kunnen vermijden op personeel. Welke stappen onderneemt de deputatie bij de hogere overheden, meer bepaald Vlaanderen, om een betere financiering van het Provinciefonds te bekomen? Naar aanleiding van de vorige begrotingsbesprekingen en door de door Vlaanderen opgelegde supplementaire besparingen heeft de Vereniging voor Vlaamse Provincies ernstig geprotesteerd en onze provincie heeft zich daarbij aangesloten en heeft het volgende geëist. Ik citeer het: “Zij vraagt aan het Vlaams parlement om - dit is al achter de rug, maar ik wou het toch nog even herhalen: uit de begrotingsopmaak 2014, met betrekking tot het provinciefonds, de extra 26,4 miljoen EUR te schrappen. - en de Vlaamse regering te verplichten om overleg aan te gaan met de Vlaamse provincies over de totaliteit van de provinciale financiën.” Het is vooral op deze tweede vraag dat ik de vraag heb: is daar iets van terecht gekomen? Ik moet eerlijk zeggen, toen ik deze interpellatie opmaakte kregen we juist de nieuwsbrief van de Vereniging voor Vlaamse Provincies binnen gestuurd waarop toch een stuk stond dat er op het vlak van communicatie tussen Vlaanderen en de provincies gemiste kansen waren. Maar, hoe dan ook, binnen 6 maanden staan we voor nieuwe begrotingsbesprekingen. Het is dus tijd om bijkomende financieringen te eisen. Men zal zeggen: ja maar, er is een nieuwe regering. Maar goed, het is het moment met verkiezingen. Alle middenveldorganisaties maken een memorandum op. We zouden dat ook kunnen doen naar Vlaanderen. De provincies eisen dat er een betere financiering van het Provinciefonds komt. Vandaar mijn vraag: worden daar stappen in die richting gezet? Tenslotte mijn laatste vraag. We stellen nu al vast dat de maatregel om langdurige afwezigheden, minder dan 6 maanden niet te vervangen, nefaste gevolgen heeft voor de werking van de betrokken diensten. Overweegt de deputatie om althans op dat gebied de klok terug te draaien naar de vorige regeling, en vervanging te voorzien voor alle afwezigheden langer dan 3 maanden? Ik dank u. 131 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN VOORZITTER.- De heer Peeters heeft het woord. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Mevrouw Naert, ik zou willen beginnen met te stellen dat dit provinciebestuur in alle geval, tot nader order, vooral niet bespaard heeft op personeel. Als we kijken naar de 8% die we in 2015 zullen moeten behalen op de totale uitgaven van de provincie, en we tellen daar nog eens de 7 miljoen bij die gekort is van het provinciefonds dan komen we boven de 10% minder uitgaven. Als ik het lijstje maak van het aantal personeelsleden dat via natuurlijke afvloeiing dit bestuur zal verlaten, ik druk daar wel op, zonder naakte ontslagen, dan kom ik aan nauwelijks 3%. Ik denk wat dat betreft dat we wat dit bestuur betreft echt niet kunnen stellen dat we vooral op personeel hebben bespaard. Wij zullen ook ons uiterste best doen om dat in de toekomst zo te houden. Dat betekent wel dat wij inderdaad een andere maatregel hebben genomen. Dat is die verstrengde vervangingsregeling. U verwijst naar problemen die er zouden zijn ontstaan in 2013. Ik wil er u toch op wijzen dat die verstrengde vervangingsregeling pas ingegaan is op het einde van 2013, en eigenlijk zijn beslag maar heeft gekregen dit jaar. Ik zie niet in hoe dat dit kan te maken hebben met de voorbode die u gegeven heeft. Ik heb eerlijk gezegd nog weinig echte acute problemen vanuit het personeel gekregen. Het is zelfs zo dat mochten er toch problemen zijn in bepaalde functies, wat wij kritische functies noemen, om de dienstverlening te garanderen aan het publiek, of aan de gemeenten, of aan wie dan ook, dat wij telkens ook voorzien hebben dat in de deputatie kan beslist worden om af te wijken van die verstrengde maatregel. Dus het is wel zo dat wij echt ons uiterste best doen om de dienstverlening vanuit het provinciebestuur aan al onze partners te garanderen. Tot op dit ogenblik denk ik dat wij daarin geslaagd zijn. Ik wil dan toch ook wel de waardering van deze deputatie uitspreken naar ons personeel die dat tot nu toe zeer goed gedaan hebben en daar heel goed aan meewerken. Ik wil dan ook nog eens beklemtonen dat voorlopig uit niets blijkt uit de personeelspeiling, die uitvoerig is toegelicht in de commissie, dat er wat dat betreft ontevredenheid zou zijn bij ons personeel. Ik heb zopas vernomen dat er wat de staking betreft er 3 personeelsleden van heel ons provinciebestuur hebben deelgenomen. Ik denk niet dat wij met een acuut probleem zitten wat dat betreft. Ik vraag mij trouwens af wat de timing van die staking betreft, of dat het wel veel nut heeft op een moment dat de regeringen in recessie zijn. Wat de pensioenlast betreft, ook daar wil ik toch wel even de nadruk leggen dat wij in vergelijking met vele andere lokale besturen, in vergelijking met vele gemeenten en OCMW’s, heel goed voorbereid zijn op die pensioenlast die op ons afkomt. Er is 10 jaar geleden een groot pensioenfonds aangelegd, in overleg ook met de vakbonden. Er is dan ook een grote buffer op dit ogenblik van minstens 60 miljoen om in de toekomst die stijgende responsabiliseringsbijdrage te betalen. Het gaat hier trouwens niet over een boete, maar over responsabiliseringsbijdragen. Ik wil er ook op wijzen dat, in tegenstelling tot wat u stelt, die stijging bij ons nog niet zo spectaculair is als u het voorstelt. Wij zitten in pool 2, en daar betalen wij weliswaar al een grotere bijdrage. Maar het verschil tussen nu en de toekomst is wat dat betreft kleiner dan de cijfers die u geeft. Het is zelfs zo dat op dit ogenblik, wat die responsabiliseringsbijdrage betreft voor het statutair personeel, wij dit 132 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 tot nu toe, maar dat zal waarschijnlijk niet zo blijven, kunnen betalen zelfs met de opbrengst van die buffer. Wat dat betreft staan we er niet zo slecht voor, tenminste niet in vergelijking met vele andere lokale besturen. Het is anderzijds heel moeilijk te voorspellen hoe snel dat die responsabiliseringsbijdrage zal oplopen. Dat heeft te maken met heel wat factoren, met het aantal statutairen dat we nog in dienst hebben, met het aantal mensen dat op pensioen is, met hoelang dat die mensen leven, met wijzigingen eventueel in de pensioenwetgeving, en ga zo maar door. Maar er is denk ik door de bevoegde ambtenaars enkele maanden geleden daar in de commissie over gezegd dat – maar dat is een hele ruwe schatting, u mag mij daar niet op vastpinnenwe toch wel 10 à 15 jaar verder kunnen met het systeem dat we nu hebben. Wanneer het toch zo ver zou komen dat wij niet toekomen met die buffer, of met onze voorzieningen daarvoor, dan vrees ik dat dan al lang ook vele andere lokale besturen dik in de problemen zijn gekomen, en dat inderdaad hogere overheden dan al maatregelen zullen moeten nemen om dat probleem op te lossen. Ik wil er toch wel de nadruk op leggen dat wat dat betreft de provincie het op dit ogenblik nog niet zo slecht doet, en dat ook de vakbonden dat beamen. Wat het memorandum betreft van de VVP. Er is inderdaad een memorandum geweest, zoals vele organisaties op het einde van legislaturen memoranda sturen. Wij wachten, samen met u, af hoe de bevoegde overheid, in dit geval vooral de Vlaamse overheid, daarop zal reageren. Persoonlijk vind ik het vooral belangrijk dat wij na de verkiezingen zo snel mogelijk weten welke richting dat uit gaat. Maar u weet ook, dat is hier ook al een paar keren gezegd, dat er een aantal politieke partijen zijn die het provinciebestuur, of het bestuursniveau, in vraag stellen. Wij zullen moeten afwachten welk standpunt de Vlaamse overheid daarin neemt. Maar ik hoop in alle geval dat als wij als provinciebestuur moeten blijven doen wat we doen, en we denken nog altijd dat we dat goed doen of zo goed mogelijk proberen te doen, dat wij dan ook de nodige middelen daarvoor zullen krijgen en zullen voor kunnen genereren. Dank u wel. VOORZITTER.- Mevrouw Naert heeft het woord. Mevrouw NAERT.- Ik wil de gedeputeerde danken voor het vrij uitgebreid antwoord dat wij gekregen hebben. Het is een feit, ik heb vanmorgen mee betoogd. Ik betoogde samen met personeel van de provincie. Er waren personeelsleden van de provincie aanwezig. Sommigen hebben daar verlof voor genomen. Wat we ook gemerkt hebben in de discussies met de mensen van de gemeenten, en daar heeft de gedeputeerde gelijk in, is dat de situatie van de gemeenten en OCMW’s veel slechter is dan die van de provincie. Dat is duidelijk. De overgrote meerderheid van de mensen die gestaakt hebben waren ook van de gemeenten. Maar dat belet niet dat wij niet waakzaam moeten zijn, of dat er hier in de provincie ook zo’n situaties kunnen komen. Dat was eigenlijk de essentie van mijn interpellatie. 133 PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN U hebt antwoord gegeven over de pensioenlast. Dat zijn zeer interessante cijfers. Over die zwangerschappen wil toch nog een ding zeggen. De zaken die wij gekregen hebben in de commissies, de beoordeling van het budget 2013, als daar al gevolgen voor waren dan vraag ik mij af wat de gevolgen gaan zijn voor 2014. Die gaan normaal nog erger zijn. Dus ik denk dat het aangewezen is om deze maatregel toch even te evalueren en te herbekijken. De heer PEETERS, gedeputeerde.- Ja, dat is trouwens ook voorzien. Dat is afgesproken dat wij ten laatste op het einde van dit jaar die verstrengde besparingsmaatregel zullen evalueren om daar eventueel problemen die er zouden ontstaan zijn op te vangen. Ik druk er nog eens op dat wij echt proberen wanneer er zich ‘noodsituaties’ voordoen, waarbij er echt problemen komen, vooral in kleinere diensten, dat wij daar proberen in de mate van het mogelijke een mouw aan te passen. VOORZITTER.- Bij deze zijn we aan het einde gekomen van de openbare zitting. Ik dank het publiek om naar hier te komen, en de zaal te verlaten zodat wij kunnen overgaan tot de besloten vergadering. De raad gaat in besloten vergadering om 16.32 uur. 134 VERGADERING VAN 30 APRIL 2014 15. BESLOTEN VERGADERING Nr. 15/1 van de agenda Personeel. Aanpassingen verlof voor opdracht en namenlijsten met betrekking tot de transities. Goedkeuring. Verslag van de deputatie Men gaat over tot de geheime stemming. 59 leden nemen eraan deel. Er zijn 58 stemmen ja en 1 stem nee. Derhalve is het voorstel goedgekeurd. De vergadering wordt gesloten om 16.34 uur. 135
© Copyright 2025 ExpyDoc