W10 Discontinuïteit van somatische medicatie tijdens de eerste

W10
Discontinuïteit van somatische medicatie tijdens
de eerste week van psychiatrische ziekenhuisopname
Hoofdauteur: H. Abdullah – Koolmees
Mede-auteurs: H. Gardarsdottir, L.J. Stoker, J. Vuyk*, A.C.G. Egberts, E.R. Heerdink
Onderzoeksinstelling: Universiteit Utrecht, Altrecht GGZ
Doel: Discontinuïteit van somatische medicatie tijdens de eerste week van psychiatrische
ziekenhuisopname bepalen.
Methode: We hebben een retrospectieve cross-over follow-up studie uitgevoerd in patiënten die werden
opgenomen bij de GGZ instelling Altrecht tussen 2007-2009, hadden minimaal één prescriptie voor orale
antidiabetica,insulines,lipideverlagende medicatie,cumarines,plaatjesaggregatieremmers cardiovasculaire
of maagdarm-medicatie in de drie maanden voor opname. Data van Altrecht werd gekoppeld aan
medicatiegegevens van Achmea Health Database. Er was sprake van discontinuïteit van de somatische
medicatie als deze was afgeleverd tijdens de drie maanden voorafgaand aan de ziekenhuisopname maar
niet voorgeschreven tijdens de eerste week van de ziekenhuisopname (indexdatum). De discontinuïteit op
de indexdatum werd vergeleken met de discontinuïteit op drie controlemomenten op 3, 6, en 9 maanden
ervoor.
Resultaten: 471 patiënten gebruikten tenminste één somatisch geneesmiddel. Gemiddelde leeftijd was
57,6 jaar (standaard deviatie: 16,7) en waarvan 59,0% vrouwen. Bij 38,9% van de patiënten werd het
somatische middel gediscontinueerd op indexdatum en bij 21,6 – 24,3% op de controlemomenten.
Relatief risico voor discontinuïteit was 1,9 (1,6–2,3) bij opname en het hoogst voor gebruikers van
maagdarm medicatie (2,3, 1,8-3,0).
Conclusies: Discontinuïteit van de somatische medicatie was in de eerste week van psychiatrische
ziekenhuisopname hoger dan in het jaar ervoor. Continuïteit van de somatische zorg is belangrijk in acute
psychiatrische situaties. Meer onderzoek is nodig naar gebruikspatronen voor, tijdens en na
psychiatrische ziekenhuisopname en of deze patronen intentioneel of niet intentioneel zijn.
contactpersoon
Universiteit Utrecht
Mw. H. Abdullah – Koolmees
Postbus 80082
3508 TB Utrecht
tel: 030-2537324
e-m: [email protected]