Archeologen op school

Archeologen op school
Persmoment 24 oktober 2014
Archeologen op school
Tijdens de voorbereidende graafwerken voor de bouw van een nieuwe vleugel op de
terreinen van de Sint-Maartens Bovenschool kwamen archeologische resten aan het
licht die de moeite waard zijn om van naderbij te onderzoeken.
De zogenaamde toevalsvondst werd, zoals wettelijk voorgeschreven, correct gemeld
aan de Archeologische Dienst Waasland (ADW). Tijdens het werfbezoek merkte de
ADW onmiddellijk de restanten op van het voormalige Wilhelmietenklooster dat op
deze locatie heeft gestaan. Bij nadere controle werden in de gele zandige moederbodem ook aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van waterputten. Snelle actie
werd ondernomen. Het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid
werd op de hoogte gebracht. Sinds maandag 20 oktober worden de archeologische
resten onderzocht door een terreinequipe van het Agentschap.
Definitieve onderzoeksresultaten zijn nog niet gekend, maar toch bestaat er reeds
meer duidelijkheid over de interpretatie ervan.
Drie ijzertijdwaterputten en resten van het Wilhelmieten-
Archeologen op school
Drie ijzertijdwaterputten
De drie waterputten waren in de bodem ingegraven tot op grondwaterniveau. Er werden voorlopig geen restanten aangetroffen van de beschoeiing die de waterputschachten verstevigde. Werden de beschoeiingen, na opgave van de waterputten, volledig
verwijderd of is het organisch materiaal (takken, plankjes,…) weggerot? Na opgave
raakten de waterputten volledig opgevuld met zandslib, organisch materiaal (resulterend in de donkere kleur) en afval.
In één van de waterputten werd een opvallende hoeveelheid gebroken keramiek aangetroffen. Op basis van het aardewerk kunnen de waterputten in de ijzertijd gedateerd
worden (meer dan 2000 jaar geleden). Onderzoek van staalnames uit de vullingspakketten (met minuscuul bewaarde resten van stuifmeel, zaden en vruchten) zal ons
toelaten een beeld te schetsen van het landgebruik, de aanwezigheid van bos en voedingsgewoontes.
Gelijkaardige waterputten uit de ijzertijd werden de afgelopen jaren ook aangetroffen
bij archeologisch onderzoek op het nabijgelegen Viergemeet te Beveren en op de sites
Farnèselaan en Pauwstraat te Melsele.
Het samenbrengen van al deze onderzoeksresulaten zal ons een helderdere kijk geven
op de veranderende leefomstandigheden van onze verre voorouders in de ijzertijd.
klooster onder de Sint-Maartens Bovenschool te Beveren.
Archeologen op school
Wilhelmietenklooster
Het klooster werd gesticht in ca. 1439 als hospitaal van de Trinitariërs, in 1461 overgenomen door de orde van de Wilhelmieten en opgeheven onder Jozef II in 1783.
Nadien werd het kloostercomplex grotendeels afgebroken. De kloosterkapel bleef
gedeeltelijk bestaan en werd grondig verbouwd.
Van dit klooster werden, in de zijwanden van de bouwput, de uitbraaksporen van de
fundamenten aangetroffen. Blijkbaar is men bij de afbraak van het kloostergebouw
zeer grondig te werk gegaan en werden alle bakstenen hergebruikt in nieuwe gebouwen.
Op een grondplan uit 1786 kunnen de restanten die nu aan het licht gekomen zijn,
herkend worden als de overblijfselen van de keuken, de gastenkamers en de kloostergang.
Het terreinonderzoek wordt de komende dagen afgerond. De onderzoekers kunnen
dan de opgravingsresultaten verder analyseren en labo-onderzoek opstarten om op
die manier een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan de vroegste geschiedenis van Beveren.
Deze persmap wordt u aangeboden door de Archeologische Dienst Waasland,
Regentiestraat 63 te Sint-Niklaas, 03 778 20 50, [email protected].
U kan ons ook vinden op www.a-d-w.be of www.facebook.com/Archeologische Dienst Waasland.
Persmoment 24 oktober 2014