Bronnen: kaart- en GIS-materiaal Relatie landschap en archeologie

Verantwoording
Archeologische landschappenkaart Limburgs
Lössgebied
Programma Kenniskaart Archeologie
Smallepad 5
3811 MG Amersfoort
Postbus 1600
3800 BP Amersfoort
www.cultureelerfgoed.nl
Bronnen: kaart- en GIS-materiaal
Voor de Archeologische landschappenkaart Limburgs Lössgebied zijn
onderstaande bronnen gebruikt:
 LANMAP 2
Gebruikt voor de initiële ruwe begrenzing van de landschapsarcheologische
hoofdeenheden.
 Digitale Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000
- Gebruikt voor de gedetailleerde begrenzing van de
landschapsarcheologische hoofdeenheden.
- En gebruikt voor de identificatie en begrenzing van de landschapszones
binnen de hoofdeenheden.
 Geologische overzichtskaart van Zuid-Limburg 1:50.000
Rijks Geologische Dienst, Haarlem.
- Pré-Kwartair, 1984
- Oppervlaktekaart, 1988
Gebruikt voor het vaststellen van de grens tussen Zuidelijk
Maasterrassengebied (op kalksteen) en Noordelijk Maasterrassengebied (op
Tertiair zand en klei) en het vaststellen van de grens van de Rijnterrassen.
 Toelichtingen bij de Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Blad
Heerlen (62W oostelijke helft, 62O westelijke helft)
Rijks Geologische Dienst, Haarlem, 1980.
Relatie landschap en archeologie
Doel
Voor de archeologische landschappenkaart van het Limburgs lössgebied is
onderzocht of de onderscheiden landschapszones relevant zijn voor de bewoningen gebruiksgeschiedenis van het gebied en (daarmee) voor de aan- en
afwezigheid van archeologische vindplaatsen en de aard en datering daarvan.
Werkwijze
Om dit te kunnen vaststellen, zijn aan de landschapszones scores toegekend. De
scores geven aan of in de landschapszone bepaalde typen vindplaatsen zijn
vastgesteld dan wel worden verwacht. Daarbij is onderscheid gemaakt in vier
archeologische hoofdperioden, namelijk de periode van:
 jagers en verzamelaars
 vroege landbouwers
Pagina 1 van 2
 late landbouwers
 staatssamenlevingen.
Daarnaast is bij het toekennen van scores uitgegaan van vier hoofthema’s,
namelijk archeologische vindplaatsen die verband houden met:
1.
2.
3.
4.
wonen
begraven
economie, land- en watergebruik
rituele praktijken
Het toekennen van scores vond plaats op basis van expert judgement. Voor elke
landschapsarcheologische hoofdeenheid is per hoofdperiode een matrix ingevuld.
Resultaat
Het toekennen van scores volgens bovenstaande werkwijze is verwerkt in een
aantal matrixen die de relatie tussen landschapszones en archeologische
vindplaatsen (naar hoofdperiode en hoofdthema) inzichtelijk maken.
In een later stadium worden de matrixen getoetst aan de hand van regionale
archeologische syntheses en informatie uit Archis.
Pagina 2 van 2