Boerenzwaluw De Boerenzwaluw doet zijn naam eer aan, weinig soorten zijn zo sterk verbonden met het boerenbedrijf als deze vogel. De Boerenzwaluw is zo met mensen vertrouwd dat ze vrijwel uitsluitend binnen gebouwen leeft. De soort heeft een voorkeur voor stallen waarin dieren worden gehouden zoals melkveehouderijen en gemengde bedrijven, en waar vrij in en uit kan worden gevlogen. Het voedsel bestaat bij voorkeur uit grotere insecten, die binnen een afstand van 500 meter rond Foto: Ger Tik de broedplaats worden gevangen. Bedrijven op kleigrond zijn meer in trek dan bedrijven op zand- of veengrond omdat klei een belangrijk bestanddeel is voor de nestbouw. Boerenzwaluwen zijn bijzonder trouw aan hun broedplaats, vrijwel alle ouders keren terug naar hun oude broedplaats. Per jaar worden twee tot drie broedsels grootgebracht. Van de jongen vestigt 80% zich binnen 2,5 km van de geboorteplaats. Onze vogels overwinteren vooral in West- en Centraal Afrika. De overlevingskans in het overwinteringsgebied is sterk afhankelijk van regenval. Bij droogte kan er massale sterfte optreden bij vooral jonge dieren. De Boerenzwaluw keert vanaf begin april terug naar ons land, de vogels vertrekken weer omstreeks september. Verspreiding De Boerenzwaluw is een algemene broedvogel in ons land. De grootste aantallen worden gevonden in varkensstallen en rundveebedrijven in laaggelegen, vochtige gebieden nabij open water. De intensieve veehouderij is bij de Boerenzwaluw niet erg in trek vanwege de vaak gesloten stallen en onvoldoende variatie in insectenaanbod. Gebieden met veel bio-industrie als Noord-Brabant, Limburg en delen van Gelderland kennen dan ook lage dichtheden. Aantallen en trends De landelijke populatie wordt grofweg op 100.000 à 200.000 broedparen geschat. In Noord-Holland werd het aantal broedparen in 1990 geschat op 7.500 tot 10.000 paar. Sinds de jaren zeventig is er een duidelijke afname merkbaar, ook in de ons omringende landen. In Vlaanderen, Denemarken, Engeland en sommige delen van Duitsland wordt de afname sinds de jaren zeventig op 60- 80% geschat. Hoewel precieze cijfers van Nederland ontbreken is wel duidelijk dat ook in ons land de aantallen drastisch zijn gedaald. Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: [email protected] 1 Bedreiging Veranderingen in de landbouw en veeteelt zijn de laatste decennia sterk ten nadele van de Boerenzwaluw geweest. Schaalvergroting, bedrijfsbeëindigingen, verdwijnen van kleine boerderijtjes, schuurtjes en open mestvaalten en de omschakeling naar ligboxstallen resulteren in verlies aan nestplaatsen en voedselaanbod Daarnaast worden er steeds strengere hygiënische eisen aan boeren opgelegd, waardoor zwaluwen in toenemende mate uit ruimten geweerd zullen worden Het verplichte gebruik van insecticiden in de stallen werkt ook ten nadele van de Boerenzwaluw Beheer Boerenzwaluwen hebben het gehele seizoen behoefte aan nestmateriaal, dat vooral bestaat uit stro en modder. Per seizoen worden twee a drie broedsels volbracht, waarbij van verschillende nesten gebruik wordt gemaakt. Vaak worden bestaande nesten opgeknapt, ook worden nieuwe nesten gebouwd. Ook is materiaal nodig om het nest tussentijds te onderhouden. Om voldoende in bouwstoffen te voorzien kunnen in de nabijheid van nestplaatsen modderpoelen gecreëerd worden, dit is vooral van belang in droge perioden. Ook de Huiszwaluw zal van deze maatregel profiteren. Huiszwaluwen nestelen, in tegenstelling tot boerenzwaluwen, aan de buitenkant van gebouwen (vaak net onder de dakrand) en gebruiken hetzelfde “metselmateriaal” als boerenzwaluwen. Boerenzwaluwen nestelen liefst op donkere plekken, plekken met te veel licht worden gemeden. Graag wordt genesteld op een randje ter ondersteuning van het nest. Nestelen kan op geschikte plekken worden gestimuleerd door hier latjes aan te brengen waarop het nest kan worden gebouwd. Daarnaast is het van groot belang dat boerenzwaluwen vrij in en uit kunnen vliegen, deuren en/of vensters mogen nooit geheel worden afgesloten. Experimenten met het aanbrengen van nestkasjes met een open front onder bruggen geven tot nu toe wissenlende resultaten. De resultaten uit de Eempolder zijn erg succesvol (33 kastjes werden door boerenzwaluwen bezet en 18 door witte kwikstaarten). Mogelijke maatregelen Er wordt een financiële bijdrage verstrekt voor maatregelen die tot doel hebben de nestgelegenheid van boerenzwaluwen te verbeteren. Hierbij valt te denken aan: Het aanleggen van modderpoelen in de nestelperiode. Het creëren van nestgelegenheid door het aanbrengen van voorzieningen op daarvoor geschikte plaatsen (latjes, open nestkastje onder bruggen en kustnesten) Richtlijnen voor ecologische monitoring Bij het aanleggen van een modderpoel is het belangrijk de volgende dingen te noteren: - De grootte en diepte van de modderpoel. - De mate van gebruik door boerenzwaluwen en huiszwaluwen (hoeveel wordt er gebruik van gemaakt), en een telling van de bezette nesten in de omgeving. Een telling van de bezette nesten is ook van belang wanneer er nestgelegenheid is gecreëerd door het aanbrengen van voorzieningen. De broedparen worden geïnventariseerd door regelmatig de nestlocaties te controleren in de periode mei – aug. Als methode wordt de landelijke methode van SOVON gebruikt. Zie hiervoor de Handleiding Broedvogel Monitoring Project van het SOVON. Status Boerenzwaluw Internationaal Nationaal Provinciaal Conventie van Bern bijlage 2 (strikt beschermd) Rode Lijst (gevoelig) Landelijke doelsoort Monitorsoort Landelijke natuurmeetnetten Rode Lijst (kwetsbaar) Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: [email protected] 2
© Copyright 2024 ExpyDoc