Pen s ioen Mijn Nr. 5 Juni 2014 In deze pensioenkrant: Samengaan met Stichting Notarieel Pensioenfonds • Samengaan met Stichting Notarieel Pensioenfonds •Toeslagbeleid • Financiële positie van het pensioenfonds • Bestuursmodel onder de loep • Is uw pensioen voldoende? • Werk mee aan wetenschappelijk onderzoek • Afkoop kleine pensioenen • Anja weet het Mr. A.J.A. Marks, werkgeversvoorzitter 1 2 3 4 5 6 7 8 Recentelijk heeft u een informatiebrief ontvangen over het voornemen van het bestuur van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN) om samen te gaan met Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF). Wij gingen met bestuursvoorzitter Stijn Marks in gesprek over de achtergrond van dit voornemen en de gevolgen voor de deelnemers van ons pensioenfonds. Aanleiding Stijn Marks: “De krimpende markt voor het notariaat heeft geleid tot een sterke afname van het aantal actieve deelnemers van ons pensioenfonds. Eind 2013 telde ons pensioenfonds iets minder dan 6.000 actieve deelnemers. Een forse daling in vergelijking met de bijna 10.000 actieve deelnemers van eind 2008. Deze daling heeft gevolgen voor de premieinkomsten en de kosten van de pensioenregeling per deelnemer”. “Daarnaast is het uitvoeren van pensioenregelingen en het beheren van pensioenvermogen de laatste jaren steeds complexer geworden”, legt Stijn Marks uit. “Er worden door toezichthouders De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verdergaande eisen gesteld aan de besturen van pensioenfondsen. Met name voor kleine pensioenfondsen zijn deze toenemende eisen moeilijk te behappen”. “Zowel de krimpende markt in het notariaat als de toenemende eisen vanuit de toezichthouders hebben ertoe geleid dat het bestuur zich intensief heeft gebogen over de toekomstbestendigheid van ons pensioenfonds. Wij hebben onszelf de vraag gesteld: Is het voor ons pensioenfonds nog mogelijk en wenselijk om zelfstandig door te gaan”? deelnemers. Er zou dan bijvoorbeeld nooit meer sprake zijn van toeslagverlening. Bij een pensioenfonds blijft deze mogelijkheid bij gunstige financiële ontwikkelingen wél bestaan. De krimpende markt in het notariaat en de toenemende toezichtseisen dwingen ons om op zoek te gaan naar versterking. Binnen de beroepsgroep bestaat ook een ander pensioenfonds, namelijk SNPF. Voor ons was het een logische keuze om de mogelijkheden voor samenwerking met dit pensioenfonds nader te onderzoeken. Bij alle keuzes is rekening gehouden met de belangen van de deelnemers. Daarnaast hebben we ook geluisterd naar de wens van de deelnemers om een eigen pensioenfonds voor de beroepsgroep vast te houden. Deze wens werd uitgesproken in het risicobereidsonderzoek dat heeft plaatsgevonden in 2012 onder de deelnemers van SBMN. Na alle alternatieven te hebben afgewogen, bleef SNPF over als de beste partij om mogelijk mee samen te gaan. Verschillende mogelijkheden onderzocht “Allereerst heeft het bestuur verschillende mogelijkheden onderzocht”, vertelt Stijn Marks. Er is gezocht naar een soortgelijk pensioenfonds met een soortgelijke deelnemersgroep. Deze was er niet. ABP kwam als pensioenfonds het dichtst in de buurt. Een groot nadeel om samen te gaan met ABP is dat je als pensioenfonds dan opgaat in de massa. De stem van de deelnemers van SBMN zou dan verdwijnen. Dat wilden wij niet. Een andere mogelijkheid was liquidatie van het pensioenfonds en de pensioengelden onderbrengen bij een verzekeraar. Ook deze optie was niet in het voordeel van de Na alle alternatieven te hebben afgewogen, bleef SNPF over als de beste partij om mogelijk mee samen te gaan. 1 Mijn Pensioen Overeenkomsten met SNPF “Er zijn verschillende overeenkomsten met SNPF die de beslissing om samen te gaan ondersteunen”, vertelt Stijn Marks. “Zo komt de financiële positie van beide pensioenfondsen met elkaar overeen. De dekkingsgraad van SBMN lag medio maart op 108,9%, die van SNPF op 109,2%. Daarnaast voeren beide pensioenfondsen een middelloonregeling uit, met uiteraard wel wat verschillen. De beleggingsmix en het beleggingsbeleid komen van beide pensioenfondsen aardig overeen en we opereren in dezelfde bedrijfstak. Overigens hebben beide pensioenfondsen hun administratie ondergebracht bij TKP Pensioen”. Beroepspensioenfonds versus bedrijfstakpensioenfonds “Een groot verschil tussen SNPF en SBMN is het soort pensioenfonds”, legt Stijn Marks uit. “SNPF is een beroepspensioenfonds dat bestaat uit zowel werknemers als werkgevers. SBMN is een bedrijfstakpensioenfonds dat alleen uit medewerkers in het notariaat bestaat. Bij een samengaan wordt het nieuwe pensioenfonds een bedrijfstakpensioenfonds met een paritair bestuur. Wat merken de deelnemers? “Allereerst proberen wij door een samengaan met SNPF efficiënter te opereren, zodat er meer geld overblijft voor de pensioenen van de deelnemers”, vertelt Stijn Marks. “De continuïteit van de pensioenregeling moet worden gewaarborgd”. “Het samengaan van beide fondsen in één pensioenfonds heeft geen gevolgen voor de al opgebouwde pensioenen en ingegane pensioenuitkeringen”, vervolgt Stijn Marks. “Of de pensioenregeling bij het samengaan verandert, staat nog niet vast. Dat is afhankelijk van de keuzes die de sociale partners maken. Deze keuzes worden in de komende maanden door de Bond van Medewerkers in het Notariaat en de door de KNB samengestelde werkgeverscommissie gezamenlijk bepaald”. Samengaan heeft geen gevolgen voor de al opgebouwde pensioenen en ingegane pensioenuitkeringen. met DNB plaatsgevonden. Ook DNB staat in beginsel positief tegenover een samengaan van beide fondsen”. Bij elke keuzemogelijkheid zijn de belangen van de deelnemers, zowel jong als oud, zorgvuldig afgewogen. “De projectgroep Samengaan SBMN & SNPF onderzoekt de komende maanden de (verschillende) mogelijkheden van samengaan en de keuzes die daarbij gemaakt moeten worden”. Tot slot “Uiteraard blijven wij onze deelnemers in de komende maanden informeren”, zo besluit Stijn Marks zijn verhaal. “Daarnaast willen wij graag iedereen uitnodigen om zijn of haar mening met ons te delen op de poll die wij publiceren op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.” Besluitvormingsproces Stijn Marks: “Het bestuur van SBMN heeft inmiddels ingestemd met het voornemen tot samengaan. De deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan zijn op de hoogte gebracht van het voornemen. In een tussentijds advies heeft het verantwoordingsorgaan laten weten een positieve houding te hebben. Daarnaast hebben ook de eerste gesprekken Toeslagbeleid Zoals bekend heeft Stichting Bedrijfspensioenfonds voor Medewerkers in het Notariaat reeds twee keer een pensioenverlaging moeten doorvoeren, namelijk per 1 januari 2011 en per 1 april 2013. Ook heeft het fonds al enige jaren moeten besluiten dat geen toeslag gegeven kan worden. Het pensioenreglement kent geen bepalingen dat gemiste toeslagen in goede tijden met terugwerkende kracht alsnog toegekend worden. Ook over het met terugwerkende kracht corrigeren van pensioenverlagingen zijn geen bepalingen in het pensioenreglement opgenomen. Als de financiële situatie van het pensioenfonds verbetert, krijgt het fonds weer mogelijkheden om een toeslag te verlenen. Naast de ‘gewone toeslagverlening’, die kan worden verstrekt op basis van het reguliere toeslagbeleid, mag het fonds volgens het reglement ook besluiten om een hogere toeslag toe te kennen, voor zover dat niet in strijd is met wet- en regelgeving. Dit betreft dan een losstaand besluit, dat buiten het reguliere toeslagbeleid valt. Of, en in welke situaties het bestuur in de toekomst gebruik maakt van zo’n losstaand besluit valt niet te zeggen. 2 Financiële positie van het pensioenfonds UFR-methodiek Eind 2013 waren de vijf jaren van het korte termijn herstelplan verstreken. gemiddelde wordt genomen en de De UFR-methodiek, waarbij voor de berekening van de rente een driemaands Dankzij goede beleggingsrendementen, de toepassing van de UFR-methodiek lange rente naar boven is bijgesteld, heeft ervoor gezorgd dat de dekkings- (zie kader) voor het berekenen van de rentetermijnstructuur en de twee door- graad minder gevoelig is voor markt- gevoerde pensioenverlagingen, is de dekkingsgraad van het pensioenfonds schommelingen in de rente. omhoog gegaan. “Gezien het herstel van de financiële positie van ons pensioenfonds hoeven we de pensioenen in 2014 niet nogmaals te verlagen”, aldus Hans van der Werf, bestuurslid namens de werknemers en lid van de Beleggingscommissie. Hoewel het pensioenfonds er veel beter voorstaat dan enige tijd geleden, is het nog te vroeg om te juichen. “We zijn er nog niet”, verduidelijkt Hans van der Werf. “Het lange termijn herstelplan loopt nog door. Om die reden is het nog niet mogelijk om dit jaar een toeslag te verlenen op de opgebouwde en ingegane pensioenen. Het lange termijn herstelplan bepaalt dat de dekkingsgraad dan minimaal 113% moet zijn. Dat percentage kan worden gehaald, maar we zijn daarvoor wel afhankelijk van goede beleggingsrendementen en een stijgende rente. Daarnaast zijn we ook afhankelijk van de nieuwe regels van het Financieel Toetsingskader die nu voorliggen. Die regels schrijven voor dat pensioenfondsen genoeg buffers moeten aanhouden voor de jongeren binnen hun deelnemerspopulatie”. Beleggingsbeleid Over de wijze waarop het pensioenfonds het beste kan beleggen, is Hans van der Werf helder: “Een pensioenfonds mag niet teveel risico’s nemen. Anders gezegd: je moet belegginsrisico’s altijd tegen de achtergrond houden van de verplichtingen. Onze beleggingen zijn ondergebracht bij Aegon. Er wordt circa 65% in obligaties en circa 35% in aandelen belegd, percentages die – afhankelijk van de marktontwikkelingen – licht kunnen variëren. Een pensioenfonds heeft een lange termijn gedachte, daar moet je rekening mee houden. Stabiliteit haal je uit de obligaties. Daarmee houd je grip op je financiële situatie. Zakelijke waarden, aandelen dus, zijn bedoeld om op de langere termijn voor meerwaarde te zorgen. Een beetje risico nemen is dan ook de uitkomst”. “We zitten er samen met onze beleggingsadviseurs bovenop”. Monitoren “Om de belangen van de deelnemers zo goed mogelijk te bewaken, volgen we als bestuur de marktontwikkelingen op de voet”, zo vervolgt Hans van der Werf zijn verhaal. “We zitten er samen met onze beleggingsadviseurs bovenop. We monitoren zowel de beleggingsmix als de rente. Op dit moment zijn de aandelen stabiel en daalt de rente licht. Deze rentedaling vangen wij op met renteafdekking om te voorkomen dat de dekkingsgraad fors daalt. Het bijsturen M.J. van der Werf, bestuurslid namens de werknemers van het beleid gebeurt altijd in overleg met de beleggingscommissie en het bestuur. Natuurlijk kunnen zich altijd nog onverwachte zaken voordoen, maar daar heeft iedereen in de markt dan mee te maken”. Beoogde fusie Met het oog op de beoogde fusie met SNPF, vertelt Hans van der Werf: “Het is de bedoeling dat er een beleggingscommissie komt met vertegenwoordigers van SNPF en SBMN en externe adviseurs. De dekkingsgraad van beide pensioenfondsen is momenteel vrijwel gelijk. Ook de allocatie van de beleggingen (verdeling van o.a. landen, sectoren, en categorieën waarin wordt belegd), komt redelijk overeen. Het is in dit stadium vooral zaak om bij elkaar in de pas te blijven lopen en waar mogelijk gezamenlijk bij te sturen”. Verloop dekkingsgraad Dekkingsgraad 112,00 % 110,00% 108,00% Het pensioenfonds sloot het jaar 106,00% 2013 af met een dekkingsgraad van 104,00% 106,7%. In de grafiek hiernaast ziet 103,00% u het verloop over de afgelopen 100,00% 12 maanden. In de grafiek is de 98,00% blauwe lijn de dekkingsgraad en de 96,00% rode lijn de minimaal vereiste 94,00% dekkingsgraad volgens toezichthouder 92,00% De Nederlandsche Bank. apr-13 mei-13 jun-13 jul-13 aug-13 sep-13 okt-13 nov-13 dec-13 jan-14 feb-14 mrt-14 apr-14 3 Mijn Pensioen Bestuursmodel onder de lo Op 7 augustus 2013 is de Wet ‘Versterking bestuur ep pensioenfondsen’ in werking getreden. Deze wet moet de deskundigheid van het bestuur van pensioenfondsen vergroten en intern toezicht versterken. Alle pensioenfondsen moeten uiterlijk op 1 juli 2014 aan de voorschriften uit deze wet tegemoet komen. Huidig bestuursmodel Het bestuur van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN) is wat we noemen paritair samengesteld. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de kant van de werkgevers en van de kant van de werknemers. Het bestuur legt minimaal één keer per jaar verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan. Naast een verantwoordingsorgaan bestaat er ook een deelnemersraad met vertegenwoordigers van werknemers en gepensioneerden. Deze deelnemersraad heeft het recht om (gevraagd en ongevraagd) advies uit te brengen aan het bestuur. Wet ‘Versterking bestuur pensioenfondsen’ De Wet ‘Versterking bestuur pensioenfondsen’ schrijft voor dat alle pensioenfondsen een keuze moeten maken uit een vijftal bestuursmodellen. Hieronder de belangrijkste punten uit de wet: • Vaste plek voor pensioengerechtigden Pensioengerechtigden krijgen een vaste plek in de pensioenfondsbesturen. Zij kunnen echter geen meerderheid vormen. • Intern toezicht Bedrijfstakpensioenfondsen worden verplicht een permanente Raad van Toezicht in te stellen. Hiermee vervalt de visitatiecommissie. Deze raad ziet toe op de bestuursprocessen en risicobeheersing door het bestuur. •Verantwoordingsorgaan De huidige deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan komen te vervallen. Hiervoor in de plaats komt in de paritaire modellen een verantwoordings orgaan ‘nieuwe stijl’. Deze raad heeft bijna dezelfde bevoegdheden als het huidige verantwoordingsorgaan, aangevuld met een aantal nieuwe bevoegdheden. Wel is de samenstelling anders. 4 Wijzigingen in huidig bestuursmodel Het bestuur is op dit moment in gesprek met het bestuur van Stichting Notarieel Pensioenfonds over een eventueel samengaan. Een samengaan van beide pensioenfondsen in één pensioenfonds leidt in ieder geval tot een nieuwe bestuurssamenstelling en mogelijk ook een volledig nieuw bestuursmodel. Uit het oogpunt van continuïteit en efficiency heeft het bestuur besloten nu geen grote wijzigingen door te voeren in het huidige bestuursmodel, maar te kiezen voor het paritaire model (dat het meest lijkt op het huidige model) en alleen de noodzakelijke wettelijke wijzigingen in acht te nemen. Per 1 juli 2014 wordt ter versterking van het intern toezicht een raad van toezicht opgericht, bestaande uit externe deskundigen. De werving en personele invulling vindt momenteel plaats. Gaat het samengaan met SNPF niet door, dan zal opnieuw worden bekeken welk bestuursmodel past bij Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Is uw pensioen voldoende? Regel uw inkomen goed voor later Onlangs heeft u uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) ontvangen. Het UPO wordt ieder jaar verzonden aan alle actieve deelnemers. Het pensioenoverzicht geeft u een overzicht van het pensioen dat u opbouwt bij Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN). Tevens helpt het pensioenoverzicht u om te zien wat uw inkomen wordt als u met pensioen gaat. Als u met pensioen gaat wilt u natuurlijk genoeg inkomen hebben om van te leven. Het is daarom goed om even stil te staan bij uw verwachte inkomen voor later. U kunt dan, wanneer nodig, bijsturen. Stel uzelf de volgende vragen: Wat heb ik? Wat heb ik nodig? Wat kan ik zelf doen? Wat heb ik? Het UPO is het vertrekpunt om inzicht te krijgen in uw inkomen als u met pensioen gaat. Het pensioenoverzicht geeft inzicht in uw inkomen bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. Maar u ziet ook wat uw partner krijgt als u komt te overlijden. Als u en/of uw partner meerdere pensioenregelingen heeft/hebben, kunt u de bedragen uit de verschillende pensioenoverzichten eenvoudig bij elkaar optellen. Let op: de bedragen in het UPO zijn bruto bedragen. Als u inlogt op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl vindt u in de pensioenplanner ook de netto bedragen. Wat heb ik nodig? Of uw pensioen genoeg is voor later, kunt u alleen zelf bepalen. Want wat is genoeg? Dit hangt af van wat u na uw pensionering wilt en welk inkomen u daarvoor denkt nodig te hebben. Bepaal daarom voor uzelf hoeveel inkomen u nodig heeft als u met pensioen gaat. En vergelijk dit met het inkomen dat u krijgt als u met pensioen gaat. Is uw pensioeninkomen voldoende? Wat kan ik zelf doen? Afhankelijk van de vorige vraag en van uw wensen, zijn er verschillende mogelijkheden: 1. Extra geld opzij leggen Op het UPO wordt uw fiscale ruimte vermeld (Factor A). Laat de fiscale ruimte het toe, dan kunt u extra geld inleggen om extra pensioen op te bouwen. Dit kan bijvoorbeeld door deel te nemen aan bank sparen of een lijfrenteverzekering af te sluiten. Oriënteer u goed op de voor- en nadelen van deze opties voordat u een keuze maakt. 2. Keuzemogelijkheden bij pensionering De pensioenregeling van SBMN biedt verschillende keuzemogelijkheden bij pensionering. Voorbeelden zijn: eerder met pensioen gaan, deeltijdpensioen, uitruilen van partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen, en een zogeheten hoog-laag pensioen. De consequenties van deze keuzes kunt u doorrekenen in de pensioenplanner op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl. Let op: Gebeurtenissen die van invloed zijn op uw pensioen Allerlei gebeurtenissen in het leven kunnen van invloed zijn op uw pensioen. Denk hierbij aan samenwonen, trouwen, kinderen, scheiden, werkloosheid, minder werken, nieuwe baan. In alle gevallen is het verstandig om uw pensioen (opnieuw) te bekijken. Op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl kunt u hier meer informatie over vinden. Gebruik de pensioenplanner op de website om diverse keuzemogelijkheden door te rekenen. Heeft u vragen, aarzel niet om contact met ons op te nemen. E-mail [email protected] Telefoon (050) 582 98 58 5 Mijn Pensioen Onderzoekster Annemarie van Hekken doet promotieonderzoek naar de effectiviteit van pensioencommunicatie: “Uit onderzoek naar gezondheidscommunicatie blijkt dat gezondheidscommunicatie die gericht is op ‘goed gedrag’ (bijvoorbeeld regelmatig bewegen of jezelf insmeren met zonnebrandcrème) beter werkt als duidelijk is wat er kan gebeuren als je dat gedrag niet vertoont. Ook blijkt de communicatie meer resultaat op te leveren als mensen een duidelijke opdracht krijgen. Verder blijkt het zelfvertrouwen (“ik kan het doen, het lukt me”) en het verwachte resultaat (“als ik het doe, levert het me ook wat op”) verschil uit te maken bij communicatie. Werk mee aan wetenschappelijk onderzoek Het doel van dit onderzoek is om te kijken of de conclusies uit gezondheidscommunicatie ook opgaan voor pensioencommunicatie. Heeft het zin om accent te leggen op wat er mis kan gaan als je niet af en toe naar je pensioensituatie kijkt? En werkt het als je mensen een concrete opdracht geeft en werkt aan hun zelfvertrouwen?” Bijna alle pensioenfondsen staan voor dezelfde vraag: hoe krijgen we mensen zover dat ze af en toe eens kijken naar hun pensioensituatie? Ook voor Stichting Bedrijfspensioenfonds voor Medewerkers in het Notariaat speelt deze vraag. In maart dit jaar is een breed wetenschappelijk onderzoek vanuit de Radboud Universiteit gestart naar de effectiviteit van pensioencommunicatie. Ons pensioenfonds doet samen met 15 andere pensioenfondsen aan dit onderzoek mee. Kans op een week Portugal Tijdens het onderzoek worden alle communicatiemiddelen van de deelnemende fondsen geanalyseerd. Daarnaast worden deelnemers opgeroepen om een online enquête in te vullen met vragen over hun houding ten aanzien van pensioen. Ook u kunt meedoen. Bent u bang dat u straks minder pensioen krijgt dan u nodig heeft of maakt u zich geen enkele zorgen? Vindt u het moeilijk 6 om naar uw eigen pensioensituatie te kijken of juist makkelijk? Deze en andere vragen staan in de vragenlijst. Het doel is te onderzoeken of er een verband bestaat tussen bepaalde vormen van pensioencommunicatie en de houding en het gedrag van mensen. Het onderzoek wordt drie achtereenvolgende jaren uitgevoerd. Onder iedereen die de vragenlijst invult, verloot de onderzoekster ieder jaar een week in een vakantiehuis in Portugal. Op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl vindt u een link naar de enquête. Deelname is anoniem Doet u mee, dan blijven uw gegevens anoniem. De onderzoekster bewaart geen naam of adresgegevens, maar alleen uw e-mailadres. Dit adres wordt uitsluitend gebruikt om u uit te nodigen voor het onderzoek het jaar daarop en voor een bericht als u de week in Portugal gewonnen heeft. Afkoop van kleine pensioenen alleen voor gewezen deelnemers In komende maanden start het pensioenfonds met een inhaalactie voor afkoop van kleine pensioenen. In dit artikel staan we uitgebreid stil bij deze inhaalactie. Wat is afkoop? Voor wie geldt afkoop? Waarom de inhaalactie? Wat zijn de gevolgen van afkoop? Wat is afkoop? Afkoop betekent dat u uw pensioen in één keer krijgt uitbetaald. Later, als u gepensioneerd bent, ontvangt u dan geen pensioen meer van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN). Dat geldt ook voor een eventueel partnerpensioen. Met een klein pensioen wordt een pensioen bedoeld dat minder is dan de wettelijke afkoopgrens. De wettelijke afkoopgrens is vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken. Voor dit jaar (2014) bedraagt de afkoopgrens € 458,06 bruto per jaar. Afkoop geldt niet voor pensioen Waarom de inhaalactie? SBMN kent circa 7.800 gewezen deelnemers met een pensioen onder de wettelijke afkoopgrens. De voornaamste reden voor de inhaalactie voor afkoop van kleine pensioenen is dat het beheer van kleine pensioenen relatief duur is. De inhaalactie stelt SBMN in staat om haar administratieve lasten te beperken. Daarnaast vragen veel oud deelnemers om afkoop. “Liever nu een leuk bedrag dan over een groot aantal jaren iedere maand een heel klein bedrag”. Doordat de dekkingsgraad laag was, liet de financiële positie van het pensioenfonds afkoop niet toe. Nu is de dekkingsgraad wel hoog genoeg en kan de inhaalactie beginnen. Afkoop kan alleen plaatsvinden als u uit dienst bent en niet meer actief deelneemt in de pensioenregeling van SBMN. SBMN kan vanaf twee jaar na de uitdiensttredingsdatum uw pensioen afkopen als het opgebouwde ouderdomspensioen onder de wettelijke afkoopgrens ligt. Hoe vindt de afkoopactie plaats? Alle gewezen deelnemers met een klein pensioen onder de wettelijke afkoopgrens ontvangen in de komende maand een brief van SBMN. In deze brief staat beschreven hoe hoog het pensioen is en wat u krijgt als u kiest voor afkoop. Wilt u afkopen, dan treft u in de bijlage van de brief een antwoordkaart aan. Door het invullen en ondertekenen van de antwoordkaart geeft u aan dat u uw pensioen wilt afkopen en binnenkort het bedrag op uw rekening wilt laten overmaken. Heeft u als gewezen deelnemer in het verleden over twee (korte) periodes pensioen opgebouwd bij SBMN? Dan worden beide pensioenpotjes bij elkaar opgeteld en wordt bepaald of u wel of niet onder de afkoopgrens valt. Wat zijn de gevolgen van afkoop? Als u afkoopt, ontvangt u van SBMN geen ouderdomspensioen meer als u met pensioen gaat. Uw eventuele partner ontvangt geen partnerpensioen als u zou overlijden. De uitbetaling van het afkoopbedrag kan van actieve deelnemers en gepensioneerden effect hebben op eventuele toeslagen. Het afkoop-bedrag dat u op uw rekening ontvangt, wordt gezien als extra inkomen. Hierdoor kan het zijn dat uw eventuele toeslagen, zoals een AOW-toeslag voor een partner jonger dan de AOW-leeftijd, of een zorgtoeslag, worden verlaagd. Maakt u als gewezen deelnemer geen gebruik van de afkoopregeling, dan blijft uw klein pensioen bij SBMN staan. U blijft recht houden op uw pensioenaanspraak. Eén keer in de vijf jaar ontvangt u een overzicht van uw pensioenaanspraken. Verandert u van baan en heeft u een pensioen bij SBMN opgebouwd? Dan kunt u ervoor kiezen om uw pensioen mee te nemen naar uw nieuwe werkgever. Dit heet waardeoverdracht. Dit verzoek moet u wel binnen zes maanden na verandering van baan bij uw nieuwe pensioenfonds indienen. 7 Mijn Pensioen Anja weet het Stel uw vragen aan de pensioendeskundige Dossier: Arbeidsongeschiktheid Dossier: Scheiden en pensionering Beste Anja, Beste Anja, Ik heb een paar vragen over arbeidsongeschiktheid en pensioen. Als ik arbeidsongeschikt word, krijgt het fonds dan automatisch bericht? Moet ik als deelnemer zelf actie ondernemen? Zo ja, wat dan? Zo nee, hoe gaat dat dan in zijn werk? Bouw ik nog pensioen op? Ik ben in 1987 gescheiden van mijn partner, die pensioen heeft opgebouwd bij Bpf Notariaat. Mijn ex-partner is afgelopen maand 65 jaar geworden. Waarom krijg ik niet automatisch bericht als mijn ex-partner met pensioen gaat? Ik heb toch recht op een deel van zijn pensioen? Als u arbeidsongeschikt wordt, krijgt het pensioenfonds hier automatisch bericht over van het UWV. Daar kan enige tijd overheen gaan. Het pensioenfonds kent voor arbeidsongeschiktheid een aantal richtlijnen. Is een deelnemer na 1 januari 1999 arbeidsongeschikt geworden, dan is er sprake van premievrije voortzetting over de laatstgenoten pensioengrondslag van de deelneming, eventueel gecorrigeerd met de gemiddelde parttimefactor. Gedurende de periode dat een uitkering wordt ontvangen van het UWV, vindt de voortzetting plaats op basis van de volgende arbeidsongeschiktheidspercentages: • 35% - 45% • 45% - 65% • 65% > 25% voortzetting; 50% voortzetting; 100% voortzetting. Mijn zwager is arbeidsongeschikt geworden voor 1-1-1999. Zit hier nog verschil in? Deelnemers die voor 1 januari 1999 arbeidsongeschikt zijn geworden, hebben een premievrije voortzetting van het pensioen tot het moment dat de deelnemer in kwestie revalideert, en uiterlijk tot de 65-jarige leeftijd. Daarnaast komen zij in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het fonds. Echtscheidingen tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 vallen onder het arrest van de Hoge Raad, het zogeheten Boon/Van Loon-arrest. Dit arrest verdeelt het ouderdomspensioen en het partnerpensioen (nabestaandenpensioen). Bij de berekening wordt gekeken naar het pensioen dat vanaf de indiensttredingsdatum tot de echtscheidingsdatum is opgebouwd. U krijgt geen bericht van het pensioenfonds omdat het pensioen in principe door uw ex-partner zelf uitgekeerd moet worden aan u, zolang u beiden leeft. Het is gebruikelijk dat het pensioen in maandelijkse termijnen wordt overgemaakt naar u, als ex-partner. Mochten er over de betalingen andere afspraken zijn gemaakt tussen u en uw ex-partner, dan is dat ook mogelijk. Uw ex-partner kan het pensioenfonds machtigen om de maandelijkse betaling te verzorgen. In dat geval wordt iedere maand het deel van u ingehouden op het netto ouderdomspensioen van uw ex-partner. Het pensioen dat uw ex-partner aan u betaalt is fiscaal aftrekbaar en kan dus bij de Belastingdienst worden opgeven. Het pensioen dat u dan ontvangt, dient u als inkomen op te geven bij de Belastingdienst. Voor meer informatiehierover kunt u terecht bij de Belastingdienst. Mochten u en uw ex-partner dit willen, dan kan uw ex-partner contact opnemen met het pensioenfonds. Met vriendelijke groet, Anja Door uw echtscheiding heeft u altijd recht op een partnerpensioen. Mocht uw ex-partner komen te overlijden, dan krijgt u automatisch een aanvraagformulier voor een partnerpensioenuitkering thuisgestuurd. Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat. Redactie afdeling Communicatie [email protected] Telefoon (050) 582 98 58 Met vriendelijke groet, Anja 8
© Copyright 2024 ExpyDoc