Mijn pensioen juni 2014 - (BPF) Medewerkers in het

Pen­
s
ioen­­­­­­
Mijn
Nr. 5 Juni 2014
In deze pen­sioen­­­­­­krant:
Samengaan met
Stichting Notarieel
Pensioenfonds
• Samengaan met Stichting Notarieel
Pensioenfonds
•Toeslagbeleid
• Financiële positie van het
pensioenfonds
• Bestuursmodel onder de loep
• Is uw pensioen voldoende?
• Werk mee aan wetenschappelijk
onderzoek
• Afkoop kleine pensioenen
• Anja weet het
Mr. A.J.A. Marks, werkgeversvoorzitter
1
2
3
4
5
6
7
8
Recentelijk heeft u een informatiebrief ontvangen over het voornemen van
het bestuur van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het
Notariaat (SBMN) om samen te gaan met Stichting Notarieel Pensioenfonds
(SNPF). Wij gingen met bestuursvoorzitter Stijn Marks in gesprek over de
achtergrond van dit voornemen en de gevolgen voor de deelnemers van
ons pensioenfonds.
Aanleiding
Stijn Marks: “De krimpende markt voor het
notariaat heeft geleid tot een sterke afname van
het aantal actieve deelnemers van ons
pensioenfonds. Eind 2013 telde ons pensioenfonds iets minder dan 6.000 actieve deelnemers. Een forse daling in vergelijking met de
bijna 10.000 actieve deelnemers van eind 2008.
Deze daling heeft gevolgen voor de premieinkomsten en de kosten van de pensioenregeling per deelnemer”.
“Daarnaast is het uitvoeren van pensioenregelingen en het beheren van pensioenvermogen de laatste jaren steeds complexer
geworden”, legt Stijn Marks uit. “Er worden door
toezichthouders De Nederlandsche Bank (DNB)
en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
verdergaande eisen gesteld aan de besturen
van pensioenfondsen. Met name voor kleine
pensioenfondsen zijn deze toenemende eisen
moeilijk te behappen”.
“Zowel de krimpende markt in het notariaat
als de toenemende eisen vanuit de toezichthouders hebben ertoe geleid dat het bestuur
zich intensief heeft gebogen over de toekomstbestendigheid van ons pensioenfonds. Wij
hebben onszelf de vraag gesteld: Is het voor ons
pensioenfonds nog mogelijk en wenselijk om
zelfstandig door te gaan”?
deelnemers. Er zou dan bijvoorbeeld nooit
meer sprake zijn van toeslagverlening. Bij
een pensioenfonds blijft deze mogelijkheid
bij gunstige financiële ontwikkelingen wél
bestaan.
De krimpende markt in het notariaat en de
toenemende toezichtseisen dwingen ons
om op zoek te gaan naar versterking.
Binnen de beroepsgroep bestaat ook een ander
pensioenfonds, namelijk SNPF. Voor ons was het
een logische keuze om de mogelijkheden voor
samenwerking met dit pensioenfonds nader te
onderzoeken. Bij alle keuzes is rekening
gehouden met de belangen van de deelnemers.
Daarnaast hebben we ook geluisterd naar de
wens van de deelnemers om een eigen
pensioenfonds voor de beroepsgroep vast
te houden. Deze wens werd uitgesproken in
het risicobereidsonderzoek dat heeft plaatsgevonden in 2012 onder de deelnemers
van SBMN. Na alle alternatieven te hebben
afgewogen, bleef SNPF over als de beste partij
om mogelijk mee samen te gaan.
Verschillende mogelijkheden onderzocht
“Allereerst heeft het bestuur verschillende
mogelijkheden onderzocht”, vertelt Stijn Marks.
Er is gezocht naar een soortgelijk pensioenfonds met een soortgelijke deelnemersgroep.
Deze was er niet. ABP kwam als pensioenfonds
het dichtst in de buurt. Een groot nadeel
om samen te gaan met ABP is dat je als
pensioenfonds dan opgaat in de massa. De
stem van de deelnemers van SBMN zou dan
verdwijnen. Dat wilden wij niet.
Een andere mogelijkheid was liquidatie van
het pensioenfonds en de pensioengelden
onderbrengen bij een verzekeraar. Ook
deze optie was niet in het voordeel van de
Na alle alternatieven te hebben
afgewogen, bleef SNPF over als de beste
partij om mogelijk mee samen te gaan.
1
Mijn Pen­sioen­­­­­­
Overeenkomsten met SNPF
“Er zijn verschillende overeenkomsten met
SNPF die de beslissing om samen te gaan
ondersteunen”, vertelt Stijn Marks. “Zo komt de
financiële positie van beide pensioenfondsen
met elkaar overeen. De dekkingsgraad van
SBMN lag medio maart op 108,9%, die van SNPF
op 109,2%. Daarnaast voeren beide pensioenfondsen een middelloonregeling uit, met
uiteraard wel wat verschillen. De beleggingsmix
en het beleggingsbeleid komen van beide
pensioenfondsen aardig overeen en we
opereren in dezelfde bedrijfstak. Overigens
hebben beide pensioenfondsen hun
administratie ondergebracht bij TKP Pensioen”.
Beroepspensioenfonds versus bedrijfstakpensioenfonds
“Een groot verschil tussen SNPF en SBMN is
het soort pensioenfonds”, legt Stijn Marks uit.
“SNPF is een beroepspensioenfonds dat bestaat
uit zowel werknemers als werkgevers. SBMN
is een bedrijfstakpensioenfonds dat alleen uit
medewerkers in het notariaat bestaat. Bij een
samengaan wordt het nieuwe pensioenfonds
een bedrijfstakpensioenfonds met een paritair
bestuur.
Wat merken de deelnemers?
“Allereerst proberen wij door een samengaan
met SNPF efficiënter te opereren, zodat er meer
geld overblijft voor de pensioenen van de deelnemers”, vertelt Stijn Marks. “De continuïteit
van de pensioenregeling moet worden
gewaarborgd”.
“Het samengaan van beide fondsen in één
pensioenfonds heeft geen gevolgen voor de al
opgebouwde pensioenen en ingegane
pensioenuitkeringen”, vervolgt Stijn Marks. “Of
de pensioenregeling bij het samengaan
verandert, staat nog niet vast. Dat is afhankelijk
van de keuzes die de sociale partners maken.
Deze keuzes worden in de komende maanden
door de Bond van Medewerkers in het Notariaat
en de door de KNB samengestelde werkgeverscommissie gezamenlijk bepaald”.
Samengaan heeft geen gevolgen
voor de al opgebouwde pensioenen
en ingegane pensioenuitkeringen.
met DNB plaatsgevonden. Ook DNB staat in
beginsel positief tegenover een samengaan
van beide fondsen”.
Bij elke keuzemogelijkheid zijn de
belangen van de deelnemers, zowel jong
als oud, zorgvuldig afgewogen.
“De projectgroep Samengaan SBMN & SNPF
onderzoekt de komende maanden de (verschillende) mogelijkheden van samengaan en de
keuzes die daarbij gemaakt moeten worden”.
Tot slot
“Uiteraard blijven wij onze deelnemers in de
komende maanden informeren”, zo besluit Stijn
Marks zijn verhaal. “Daarnaast willen wij graag
iedereen uitnodigen om zijn of haar mening
met ons te delen op de poll die wij publiceren
op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.”
Besluitvormingsproces
Stijn Marks: “Het bestuur van SBMN heeft
inmiddels ingestemd met het voornemen
tot samengaan. De deelnemersraad en het
verantwoordingsorgaan zijn op de hoogte
gebracht van het voornemen. In een tussentijds
advies heeft het verantwoordingsorgaan
laten weten een positieve houding te hebben.
Daarnaast hebben ook de eerste gesprekken
Toeslagbeleid
Zoals bekend heeft Stichting Bedrijfspensioenfonds voor Medewerkers in het Notariaat
reeds twee keer een pensioenverlaging moeten doorvoeren, namelijk per 1 januari 2011
en per 1 april 2013. Ook heeft het fonds al enige jaren moeten besluiten dat geen toeslag
gegeven kan worden.
Het pensioenreglement kent geen bepalingen dat gemiste toeslagen in goede tijden
met terugwerkende kracht alsnog toegekend worden. Ook over het met terugwerkende
kracht corrigeren van pensioenverlagingen zijn geen bepalingen in het pensioenreglement opgenomen.
Als de financiële situatie van het pensioenfonds verbetert, krijgt het fonds weer
mogelijkheden om een toeslag te verlenen. Naast de ‘gewone toeslagverlening’, die kan
worden verstrekt op basis van het reguliere toeslagbeleid, mag het fonds volgens het
reglement ook besluiten om een hogere toeslag toe te kennen, voor zover dat niet in
strijd is met wet- en regelgeving. Dit betreft dan een losstaand besluit, dat buiten het
reguliere toeslagbeleid valt. Of, en in welke situaties het bestuur in de toekomst gebruik
maakt van zo’n losstaand besluit valt niet te zeggen.
2
Financiële positie
van het pensioenfonds
UFR-methodiek
Eind 2013 waren de vijf jaren van het korte termijn herstelplan verstreken.
gemiddelde wordt genomen en de
De UFR-methodiek, waarbij voor de
berekening van de rente een driemaands
Dankzij goede beleggingsrendementen, de toepassing van de UFR-methodiek
lange rente naar boven is bijgesteld,
heeft ervoor gezorgd dat de dekkings-
(zie kader) voor het berekenen van de rentetermijnstructuur en de twee door-
graad minder gevoelig is voor markt-
gevoerde pensioenverlagingen, is de dekkingsgraad van het pensioenfonds
schommelingen in de rente.
omhoog gegaan. “Gezien het herstel van de financiële positie van ons
pensioenfonds hoeven we de pensioenen in 2014 niet nogmaals te verlagen”,
aldus Hans van der Werf, bestuurslid namens de werknemers en lid van de
Beleggingscommissie.
Hoewel het pensioenfonds er veel beter
voorstaat dan enige tijd geleden, is het nog
te vroeg om te juichen. “We zijn er nog niet”,
verduidelijkt Hans van der Werf. “Het lange
termijn herstelplan loopt nog door. Om die
reden is het nog niet mogelijk om dit jaar
een toeslag te verlenen op de opgebouwde
en ingegane pensioenen. Het lange termijn
herstelplan bepaalt dat de dekkingsgraad dan
minimaal 113% moet zijn. Dat percentage kan
worden gehaald, maar we zijn daarvoor wel
afhankelijk van goede beleggingsrendementen
en een stijgende rente. Daarnaast zijn we
ook afhankelijk van de nieuwe regels van het
Financieel Toetsingskader die nu voorliggen.
Die regels schrijven voor dat pensioenfondsen
genoeg buffers moeten aanhouden voor de
jongeren binnen hun deelnemerspopulatie”.
Beleggingsbeleid
Over de wijze waarop het pensioenfonds het
beste kan beleggen, is Hans van der Werf
helder: “Een pensioenfonds mag niet teveel
risico’s nemen. Anders gezegd: je moet
belegginsrisico’s altijd tegen de achtergrond
houden van de verplichtingen. Onze
beleggingen zijn ondergebracht bij Aegon. Er
wordt circa 65% in obligaties en circa 35% in
aandelen belegd, percentages die – afhankelijk
van de marktontwikkelingen – licht kunnen
variëren. Een pensioenfonds heeft een lange
termijn gedachte, daar moet je rekening mee
houden. Stabiliteit haal je uit de obligaties.
Daarmee houd je grip op je financiële situatie.
Zakelijke waarden, aandelen dus, zijn bedoeld
om op de langere termijn voor meerwaarde te
zorgen. Een beetje risico nemen is dan ook de
uitkomst”.
“We zitten er samen met
onze beleggingsadviseurs
bovenop”.
Monitoren
“Om de belangen van de deelnemers zo goed
mogelijk te bewaken, volgen we als bestuur de
marktontwikkelingen op de voet”, zo vervolgt
Hans van der Werf zijn verhaal. “We zitten er
samen met onze beleggingsadviseurs bovenop.
We monitoren zowel de beleggingsmix als de
rente. Op dit moment zijn de aandelen stabiel
en daalt de rente licht. Deze rentedaling vangen
wij op met renteafdekking om te voorkomen
dat de dekkingsgraad fors daalt. Het bijsturen
M.J. van der Werf,
bestuurslid namens
de werknemers
van het beleid gebeurt altijd in overleg met de
beleggingscommissie en het bestuur. Natuurlijk
kunnen zich altijd nog onverwachte zaken voordoen, maar daar heeft iedereen in de markt dan
mee te maken”.
Beoogde fusie
Met het oog op de beoogde fusie met SNPF,
vertelt Hans van der Werf: “Het is de bedoeling
dat er een beleggingscommissie komt met
vertegenwoordigers van SNPF en SBMN en
externe adviseurs. De dekkingsgraad van beide
pensioenfondsen is momenteel vrijwel gelijk.
Ook de allocatie van de beleggingen (verdeling
van o.a. landen, sectoren, en categorieën waarin
wordt belegd), komt redelijk overeen. Het is in
dit stadium vooral zaak om bij elkaar in de pas
te blijven lopen en waar mogelijk gezamenlijk
bij te sturen”.
Verloop dekkingsgraad
Dekkingsgraad
112,00 %
110,00%
108,00%
Het pensioenfonds sloot het jaar
106,00%
2013 af met een dekkingsgraad van
104,00%
106,7%. In de grafiek hiernaast ziet
103,00%
u het verloop over de afgelopen
100,00%
12 maanden. In de grafiek is de
98,00%
blauwe lijn de dekkingsgraad en de
96,00%
rode lijn de minimaal vereiste
94,00%
dekkingsgraad volgens toezichthouder
92,00%
De Nederlandsche Bank.
apr-13
mei-13
jun-13
jul-13
aug-13
sep-13
okt-13
nov-13
dec-13
jan-14
feb-14
mrt-14
apr-14
3
Mijn Pen­sioen­­­­­­
Bestuursmodel onder de lo
Op 7 augustus 2013 is de Wet ‘Versterking bestuur
ep
pensioenfondsen’ in werking getreden. Deze wet
moet de deskundigheid van het bestuur van pensioenfondsen vergroten en intern toezicht versterken. Alle pensioenfondsen
moeten uiterlijk op 1 juli 2014 aan de voorschriften uit deze wet tegemoet
komen.
Huidig bestuursmodel
Het bestuur van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat
(SBMN) is wat we noemen paritair samengesteld. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de kant van de werkgevers
en van de kant van de werknemers. Het
bestuur legt minimaal één keer per jaar
verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan. Naast een verantwoordingsorgaan
bestaat er ook een deelnemersraad met
vertegenwoordigers van werknemers en
gepensioneerden. Deze deelnemersraad heeft
het recht om (gevraagd en ongevraagd) advies
uit te brengen aan het bestuur.
Wet ‘Versterking bestuur pensioenfondsen’
De Wet ‘Versterking bestuur pensioenfondsen’
schrijft voor dat alle pensioenfondsen een
keuze moeten maken uit een vijftal bestuursmodellen. Hieronder de belangrijkste punten
uit de wet:
•
Vaste plek voor pensioengerechtigden
Pensioengerechtigden krijgen een vaste
plek in de pensioenfondsbesturen. Zij
kunnen echter geen meerderheid vormen.
• Intern toezicht
Bedrijfstakpensioenfondsen worden
verplicht een permanente Raad van
Toezicht in te stellen. Hiermee vervalt de
visitatiecommissie. Deze raad ziet toe op
de bestuursprocessen en risicobeheersing
door het bestuur.
•Verantwoordingsorgaan
De huidige deelnemersraad en het
verantwoordingsorgaan komen te
vervallen. Hiervoor in de plaats komt in de
paritaire modellen een verantwoordings orgaan ‘nieuwe stijl’. Deze raad heeft bijna
dezelfde bevoegdheden als het huidige
verantwoordingsorgaan, aangevuld met
een aantal nieuwe bevoegdheden. Wel is
de samenstelling anders.
4
Wijzigingen in huidig bestuursmodel
Het bestuur is op dit moment in gesprek met
het bestuur van Stichting Notarieel Pensioenfonds over een eventueel samengaan. Een
samengaan van beide pensioenfondsen in
één pensioenfonds leidt in ieder geval tot een
nieuwe bestuurssamenstelling en mogelijk
ook een volledig nieuw bestuursmodel. Uit het
oogpunt van continuïteit en efficiency heeft
het bestuur besloten nu geen grote wijzigingen
door te voeren in het huidige bestuursmodel,
maar te kiezen voor het paritaire model (dat het
meest lijkt op het huidige model) en alleen de
noodzakelijke wettelijke wijzigingen in acht te
nemen.
Per 1 juli 2014 wordt ter versterking van het
intern toezicht een raad van toezicht opgericht,
bestaande uit externe deskundigen. De werving
en personele invulling vindt momenteel plaats.
Gaat het samengaan met SNPF niet door, dan
zal opnieuw worden bekeken welk bestuursmodel past bij Stichting Bedrijfspensioenfonds
voor medewerkers in het Notariaat.
Is uw pensioen voldoende?
Regel uw inkomen goed voor later
Onlangs heeft u uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) ontvangen. Het UPO wordt ieder jaar verzonden
aan alle actieve deelnemers. Het pensioenoverzicht geeft u een overzicht van het pensioen dat u
opbouwt bij Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN). Tevens helpt
het pensioenoverzicht u om te zien wat uw inkomen wordt als u met pensioen gaat.
Als u met pensioen gaat wilt u natuurlijk
genoeg inkomen hebben om van te leven. Het
is daarom goed om even stil te staan bij uw
verwachte inkomen voor later. U kunt dan,
wanneer nodig, bijsturen. Stel uzelf de volgende vragen: Wat heb ik? Wat heb ik nodig? Wat
kan ik zelf doen?
Wat heb ik?
Het UPO is het vertrekpunt om inzicht te krijgen
in uw inkomen als u met pensioen gaat. Het
pensioenoverzicht geeft inzicht in uw inkomen
bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.
Maar u ziet ook wat uw partner krijgt als u komt
te overlijden. Als u en/of uw partner meerdere
pensioenregelingen heeft/hebben, kunt u de
bedragen uit de verschillende pensioenoverzichten eenvoudig bij elkaar optellen.
Let op: de bedragen in het UPO zijn bruto bedragen.
Als u inlogt op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl
vindt u in de pensioenplanner ook de netto
bedragen.
Wat heb ik nodig?
Of uw pensioen genoeg is voor later, kunt u
alleen zelf bepalen. Want wat is genoeg? Dit
hangt af van wat u na uw pensionering wilt en
welk inkomen u daarvoor denkt nodig te
hebben. Bepaal daarom voor uzelf hoeveel
inkomen u nodig heeft als u met pensioen gaat.
En vergelijk dit met het inkomen dat u krijgt als
u met pensioen gaat. Is uw pensioeninkomen
voldoende?
Wat kan ik zelf doen?
Afhankelijk van de vorige vraag en van uw
wensen, zijn er verschillende mogelijkheden:
1. Extra geld opzij leggen
Op het UPO wordt uw fiscale ruimte
vermeld (Factor A). Laat de fiscale ruimte
het toe, dan kunt u extra geld inleggen om
extra pensioen op te bouwen. Dit kan
bijvoorbeeld door deel te nemen aan bank sparen of een lijfrenteverzekering af te
sluiten. Oriënteer u goed op de voor- en
nadelen van deze opties voordat u een
keuze maakt.
2.
Keuzemogelijkheden bij pensionering
De pensioenregeling van SBMN biedt
verschillende keuzemogelijkheden bij
pensionering. Voorbeelden zijn: eerder met
pensioen gaan, deeltijdpensioen, uitruilen
van partnerpensioen in een hoger ouderdomspensioen, en een zogeheten
hoog-laag pensioen. De consequenties van
deze keuzes kunt u doorrekenen in de
pensioenplanner op
www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.
Let op: Gebeurtenissen die van invloed zijn op
uw pensioen
Allerlei gebeurtenissen in het leven kunnen van
invloed zijn op uw pensioen. Denk hierbij aan
samenwonen, trouwen, kinderen, scheiden,
werkloosheid, minder werken, nieuwe baan. In
alle gevallen is het verstandig om uw pensioen
(opnieuw) te bekijken.
Op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl kunt u
hier meer informatie over vinden.
Gebruik de pensioenplanner op
de website om diverse keuzemogelijkheden door te rekenen.
Heeft u vragen, aarzel niet om contact met ons op te nemen.
E-mail [email protected]
Telefoon (050) 582 98 58
5
Mijn Pen­sioen­­­­­­
Onderzoekster Annemarie van
Hekken doet promotieonderzoek
naar de effectiviteit van pensioencommunicatie: “Uit
onderzoek naar gezondheidscommunicatie blijkt dat gezondheidscommunicatie die gericht is op
‘goed gedrag’ (bijvoorbeeld regelmatig bewegen of jezelf insmeren
met zonnebrandcrème) beter werkt
als duidelijk is wat er kan gebeuren
als je dat gedrag niet vertoont.
Ook blijkt de communicatie meer
resultaat op te leveren als mensen
een duidelijke opdracht krijgen.
Verder blijkt het zelfvertrouwen (“ik
kan het doen, het lukt me”) en het
verwachte resultaat (“als ik het doe,
levert het me ook wat op”) verschil
uit te maken bij communicatie.
Werk mee aan wetenschappelijk
onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om te
kijken of de conclusies uit gezondheidscommunicatie ook opgaan
voor pensioencommunicatie. Heeft
het zin om accent te leggen op wat
er mis kan gaan als je niet af en toe
naar je pensioensituatie kijkt? En
werkt het als je mensen een
concrete opdracht geeft en werkt
aan hun zelfvertrouwen?”
Bijna alle pensioenfondsen staan voor dezelfde
vraag: hoe krijgen we mensen zover dat ze af
en toe eens kijken naar hun pensioensituatie?
Ook voor Stichting Bedrijfspensioenfonds voor
Medewerkers in het Notariaat speelt deze vraag.
In maart dit jaar is een breed wetenschappelijk
onderzoek vanuit de Radboud Universiteit
gestart naar de effectiviteit van pensioencommunicatie. Ons pensioenfonds doet samen
met 15 andere pensioenfondsen aan dit
onderzoek mee.
Kans op een week Portugal
Tijdens het onderzoek worden alle
communicatiemiddelen van de deelnemende
fondsen geanalyseerd. Daarnaast worden
deelnemers opgeroepen om een online
enquête in te vullen met vragen over hun
houding ten aanzien van pensioen. Ook u kunt
meedoen. Bent u bang dat u straks minder
pensioen krijgt dan u nodig heeft of maakt u
zich geen enkele zorgen? Vindt u het moeilijk
6
om naar uw eigen pensioensituatie te kijken of
juist makkelijk? Deze en andere vragen staan in
de vragenlijst. Het doel is te onderzoeken of er
een verband bestaat tussen bepaalde vormen
van pensioencommunicatie en de houding en
het gedrag van mensen.
Het onderzoek wordt drie achtereenvolgende
jaren uitgevoerd. Onder iedereen die de vragenlijst invult, verloot de onderzoekster ieder jaar
een week in een vakantiehuis in Portugal. Op
www.bpfmedewerkersnotariaat.nl vindt u een
link naar de enquête.
Deelname is anoniem
Doet u mee, dan blijven uw gegevens anoniem.
De onderzoekster bewaart geen naam of adresgegevens, maar alleen uw e-mailadres. Dit adres
wordt uitsluitend gebruikt om u uit te nodigen
voor het onderzoek het jaar daarop en voor een
bericht als u de week in Portugal gewonnen
heeft.
Afkoop van kleine pensioenen
alleen voor gewezen deelnemers
In komende maanden start het pensioenfonds met een inhaalactie voor
afkoop van kleine pensioenen. In dit artikel staan we uitgebreid stil bij deze
inhaalactie. Wat is afkoop? Voor wie geldt afkoop? Waarom de inhaalactie?
Wat zijn de gevolgen van afkoop?
Wat is afkoop?
Afkoop betekent dat u uw pensioen in één keer
krijgt uitbetaald. Later, als u gepensioneerd
bent, ontvangt u dan geen pensioen meer van
Stichting Bedrijfspensioenfonds voor medewerkers in het Notariaat (SBMN). Dat geldt ook
voor een eventueel partnerpensioen.
Met een klein pensioen wordt een pensioen
bedoeld dat minder is dan de wettelijke afkoopgrens. De wettelijke afkoopgrens is vastgesteld
door het ministerie van Sociale Zaken. Voor dit
jaar (2014) bedraagt de afkoopgrens € 458,06
bruto per jaar.
Afkoop geldt niet voor pensioen
Waarom de inhaalactie?
SBMN kent circa 7.800 gewezen deelnemers
met een pensioen onder de wettelijke afkoopgrens. De voornaamste reden voor de inhaalactie voor afkoop van kleine pensioenen is dat
het beheer van kleine pensioenen relatief duur
is. De inhaalactie stelt SBMN in staat om haar
administratieve lasten te beperken. Daarnaast
vragen veel oud deelnemers om afkoop. “Liever
nu een leuk bedrag dan over een groot aantal
jaren iedere maand een heel klein bedrag”.
Doordat de dekkingsgraad laag was, liet de
financiële positie van het pensioenfonds afkoop
niet toe. Nu is de dekkingsgraad wel hoog
genoeg en kan de inhaalactie beginnen.
Afkoop kan alleen plaatsvinden als u uit
dienst bent en niet meer actief deelneemt in
de pensioenregeling van SBMN. SBMN kan
vanaf twee jaar na de uitdiensttredingsdatum
uw pensioen afkopen als het opgebouwde
ouderdomspensioen onder de wettelijke
afkoopgrens ligt.
Hoe vindt de afkoopactie plaats?
Alle gewezen deelnemers met een klein
pensioen onder de wettelijke afkoopgrens
ontvangen in de komende maand een brief
van SBMN. In deze brief staat beschreven hoe
hoog het pensioen is en wat u krijgt als u kiest
voor afkoop. Wilt u afkopen, dan treft u in de
bijlage van de brief een antwoordkaart aan.
Door het invullen en ondertekenen van de
antwoordkaart geeft u aan dat u uw pensioen
wilt afkopen en binnenkort het bedrag op uw
rekening wilt laten overmaken.
Heeft u als gewezen deelnemer in het
verleden over twee (korte) periodes pensioen
opgebouwd bij SBMN? Dan worden beide
pensioenpotjes bij elkaar opgeteld en wordt
bepaald of u wel of niet onder de afkoopgrens
valt.
Wat zijn de gevolgen van afkoop?
Als u afkoopt, ontvangt u van SBMN geen
ouderdomspensioen meer als u met pensioen
gaat. Uw eventuele partner ontvangt geen
partnerpensioen als u zou overlijden.
De uitbetaling van het afkoopbedrag kan
van actieve deelnemers en
gepensioneerden
effect hebben op eventuele toeslagen. Het
afkoop-bedrag dat u op uw rekening ontvangt,
wordt gezien als extra inkomen. Hierdoor kan
het zijn dat uw eventuele toeslagen, zoals een
AOW-toeslag voor een partner jonger dan
de AOW-leeftijd, of een zorgtoeslag, worden
verlaagd.
Maakt u als gewezen deelnemer geen gebruik
van de afkoopregeling, dan blijft uw klein
pensioen bij SBMN staan. U blijft recht houden
op uw pensioenaanspraak. Eén keer in de vijf
jaar ontvangt u een overzicht van uw pensioenaanspraken.
Verandert u van baan en heeft
u een pensioen bij SBMN
opgebouwd? Dan kunt u ervoor
kiezen om uw pensioen mee te
nemen naar uw nieuwe werkgever.
Dit heet waardeoverdracht. Dit
verzoek moet u wel binnen zes
maanden na verandering van
baan bij uw nieuwe pensioenfonds indienen.
7
Mijn Pen­sioen­­­­­­
Anja weet het
Stel uw vragen aan
de pensioendeskundige
Dossier: Arbeidsongeschiktheid
Dossier: Scheiden en pensionering
Beste Anja,
Beste Anja,
Ik heb een paar vragen over arbeidsongeschiktheid en pensioen. Als
ik arbeidsongeschikt word, krijgt het fonds dan automatisch bericht?
Moet ik als deelnemer zelf actie ondernemen? Zo ja, wat dan? Zo nee,
hoe gaat dat dan in zijn werk? Bouw ik nog pensioen op?
Ik ben in 1987 gescheiden van mijn partner, die pensioen heeft
opgebouwd bij Bpf Notariaat. Mijn ex-partner is afgelopen maand
65 jaar geworden. Waarom krijg ik niet automatisch bericht als mijn
ex-partner met pensioen gaat? Ik heb toch recht op een deel van
zijn pensioen?
Als u arbeidsongeschikt wordt, krijgt het pensioenfonds hier automatisch
bericht over van het UWV. Daar kan enige tijd overheen gaan. Het pensioenfonds kent voor arbeidsongeschiktheid een aantal richtlijnen.
Is een deelnemer na 1 januari 1999 arbeidsongeschikt geworden, dan is er
sprake van premievrije voortzetting over de laatstgenoten pensioengrondslag van de deelneming, eventueel gecorrigeerd met de gemiddelde
parttimefactor. Gedurende de periode dat een uitkering wordt ontvangen
van het UWV, vindt de voortzetting plaats op basis van de volgende
arbeidsongeschiktheidspercentages:
• 35% - 45% • 45% - 65%
• 65% > 25% voortzetting;
50% voortzetting;
100% voortzetting.
Mijn zwager is arbeidsongeschikt geworden voor 1-1-1999.
Zit hier nog verschil in?
Deelnemers die voor 1 januari 1999 arbeidsongeschikt zijn geworden,
hebben een premievrije voortzetting van het pensioen tot het moment
dat de deelnemer in kwestie revalideert, en uiterlijk tot de 65-jarige leeftijd.
Daarnaast komen zij in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het fonds.
Echtscheidingen tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 vallen onder het
arrest van de Hoge Raad, het zogeheten Boon/Van Loon-arrest. Dit arrest
verdeelt het ouderdomspensioen en het partnerpensioen (nabestaandenpensioen). Bij de berekening wordt gekeken naar het pensioen dat vanaf de
indiensttredingsdatum tot de echtscheidingsdatum is opgebouwd.
U krijgt geen bericht van het pensioenfonds omdat het pensioen in principe
door uw ex-partner zelf uitgekeerd moet worden aan u, zolang u beiden
leeft. Het is gebruikelijk dat het pensioen in maandelijkse termijnen wordt
overgemaakt naar u, als ex-partner. Mochten er over de betalingen andere
afspraken zijn gemaakt tussen u en uw ex-partner, dan is dat ook mogelijk.
Uw ex-partner kan het pensioenfonds machtigen om de maandelijkse
betaling te verzorgen. In dat geval wordt iedere maand het deel van u
ingehouden op het netto ouderdomspensioen van uw ex-partner. Het
pensioen dat uw ex-partner aan u betaalt is fiscaal aftrekbaar en kan dus
bij de Belastingdienst worden opgeven. Het pensioen dat u dan ontvangt,
dient u als inkomen op te geven bij de Belastingdienst. Voor meer informatiehierover kunt u terecht bij de Belastingdienst. Mochten u en uw
ex-partner dit willen, dan kan uw ex-partner contact opnemen met het
pensioenfonds.
Met vriendelijke groet,
Anja
Door uw echtscheiding heeft u altijd recht op een partnerpensioen.
Mocht uw ex-partner komen te overlijden, dan krijgt u automatisch een
aanvraagformulier voor een partnerpensioenuitkering thuisgestuurd.
Colofon
Deze nieuwsbrief is een uitgave van Stichting Bedrijfspensioenfonds
voor medewerkers in het Notariaat.
Redactie afdeling Communicatie
[email protected]
Telefoon (050) 582 98 58
Met vriendelijke groet,
Anja
8