werk net - Ghor Twente

ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK
LPA8: Professionals denken
mee over nieuwe protocollen
net
werk
Samen werken aan
veilig vervoer patiënten
Ambulance Oost en Brandweer Twente slaan de handen ineen
Toekomst acute zorg:
nieuwe technieken
Niveau 3 IC normering
VRT voorbereid op
kernongeval
JULI 2014
112 JOURNAAL
Wij staan niet stil!
Voor u ligt het magazine 112 Netwerk dat we vier keer per jaar uitgeven. Dat
doen we samen met onze ketenpartners en we willen u graag informeren
over de ontwikkelingen op het gebied van acute zorg. Als manager Acute
zorg bij Ambulance Oost mag ik het voorwoord schrijven voor deze editie en
neem ik dat stokje over van Gerard Leerkes.
Bij een goede samenwerking stem je zaken op elkaar af. Een goed voorbeeld
hiervan is de invoering van LPA8, de nieuwe versie Landelijke Ambulance
Protocollen die we in het najaar in gaan voeren. Nieuwe inzichten leiden
tot nieuwe methodes. Medewerkers moeten zich deze protocollen eigen maken, worden daarin geschoold, nieuwe
materialen worden eventueel aangeschaft zodat alles optimaal kan worden uitgevoerd. Maar ook voor onze
ketenpartners heeft dat gevolgen. De
ambulanceverpleegkundige draagt een
patiënt over aan de Spoedeisende Hulpverpleegkundige en doet dat volgens
een afgesproken methodiek. Op dit
moment is dat de MIST methode:
• Mechanism of injury;
• Injuries found and suspected;
• Signs;
• Treatment given.
2
Met de invoering van LPA8 gaan we over
op de SBAR-methode. Deze staat voor:
• Situation;
• Background;
• Assessment;
• Recommendation.
De reden om over te gaan is dat de SBAR-methode een gemakkelijk te onthouden en concrete methode lijkt, die goed bruikbaar is bij kritische situaties
waarbij onmiddellijke aandacht en actie immers noodzakelijk is. Het resultaat
van de communicatieverbetering zorgt voor een betere teamsamenwerking
wat leidt tot een verbetering van de patiëntveiligheid. Onze medisch manager, Fred van Eenennaam, licht in een interview alvast een tip van de sluier
op. In de praktijk informeert hij onze ketenpartners al over de op handen
zijnde wijzigingen.
Verder wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om u te attenderen op
het unieke kinderboek dat wij, Ambulance Oost en RAV IJsselland, samen
met bureau Meteau hebben ontwikkeld. Kinderen die met ambulancezorg
te maken krijgen geven wij dit boek, een dapperheidsdiploma, een bouw-/en
een kleurplaat en een medaille. Door de kinderen uitleg te geven hopen we
de samenwerking met de burgers weer verder te verbeteren. Wat weer prima
aansluit op de publiciteitscampagne ‘De mensen van de ambulance’.
Astrid van Tilborgh
Manager acute zorg Ambulance Oost
Nieuw project
grensoverschrijdende
samenwerking
Na twee succesvolle Euregionale
projecten heeft Bureau Acute Zorg
Euregio, in samenwerking met
zijn Duitse partner Feuerwehrund Rettungsakademie Bocholt,
subsidie gekregen voor een
nieuw People-to-People project
van het Interreg programma.
In het ‘Strategisch plan voor grenzeloze acute zorg tot 2022’ dat de ketenpartners in de EUREGIO hebben
opgesteld, neemt de medewerker
werkzaam in de agenda zorg, een bijzonder positie in. Ongeacht de functie van de medewerker, leidinggevende of inhoudsdeskundige, moet
hij/zij weten welke handelingen hij/
zij aan de andere kant van de grens
kan en mag doen. In het nieuwe project ‘Staff in cross-border urgent care
in the EUREGIO’ (­SourcE) worden
financiële, juridische en organisatorische barrières voor de grenzeloze
inzet van ambulancepersoneel in de
EUREGIO verminderd en kennis over
de do’s & don’ts overgedragen.
De projectpartners willen hiervoor
randvoorwaarden scheppen:
• Het ontwikkelen van een opleidingsmodule ‘samenwerken in
een Euregionaal grenzeloos acute zorg landschap’.
• Het ontwikkelen van tools voor
betere kennisoverdracht voor
medewerkers werkzaam in de
Euregionale acute zorg.
• Het faciliteren van stages, het uitwisselen van medewerkers en het
opstellen van concepten voor de
grensoverschrijdende erkenning
van diploma’s.
Het project loopt vanaf 1 juni 2014
t/m 31 maart 2015. n
112 NETWERK | JULI 2014
Het eerste kinderboek
over ambulancezorg
Samen met Bureau Meteau hebben RAV IJsselland en Ambulance
Oost een boek ontwikkeld waarin
specifiek uitleg wordt gegeven
over ambulancezorg. Het boek is
bedoeld voor alle kinderen in de
leeftijd van 4-12 jaar.
Aan de hand van een realistisch verhaal
met Rik, Isa, hondje Bogus en ambulanceverpleegkundige oom David leren
kinderen meer over de ambulance. Ook
staat het vol met spelletjes en puzzels.
Een ambulancevervoer is een ingrijpende gebeurtenis. Er gebeurt vaak
veel in korte tijd. Het boek kan wellicht emoties bespreekbaar maken en
angst en onzekerheid wegnemen. In
principe is het boek bedoeld voor kinderen die met de ambulance worden
vervoerd. Vandaar dat de eerste pagina
is opgemaakt met het dapperheids­
diploma. Die kinderen krijgen naast
het boek ook een medaille. Voor kinderen die het boek willen gebruiken
bij hun spreekbeurt is het boek digitaal
beschikbaar op de sites ravijsselland.nl
of ambulanceoost.nl. n
Lotte en Chiara, twee leerlingen uit Almelo, bij
de uitreiking van het eerste kinderboek.
Terugblik netwerkbijeenkomst
crisiscommunicatie
'De mate waarin een instelling
geconfronteerd wordt met de
gevolgen van een crisis wordt voor
een groot deel bepaald door de mate
van verwijtbaarheid, de relevantie
die de crisis heeft voor het publiek
en de snelheid waarin de informatie
zich verspreidt in de (social) media'
(Wet van Pleuris).
Een belangrijke les hierbij is dat de buitenwereld bepaalt wanneer iets een
crisis is. De adviseurs van InConnect
namen de deelnemers aan de netwerkbijeenkomst van 15 mei mee in een
pittige, realistische oefening waarin
bovenstaande op verschillende manieren naar voren kwam. In de oefening,
waar het scenario een schietpartij op
een huisartsenpost was, werden de
deelnemers verdeeld in verschillende
groepen van betrokkenen rondom
crisiscommunicatie. De discussies die
plaatsvonden op basis van zowel
goede, als minder goede voorbeelden
van crisiscommunicatie, in combinatie
met de ingebrachte ervaringen van de
deelnemers zorgden ervoor dat ook
het middagprogramma veel nieuwe
inzichten gaf. Het was een zeer inspirerende dag waaraan alle deelnemers
optimaal hebben bijgedragen. n
Onderzoek naar
beheersplan voor
OTO-activiteiten
Nick Keur, student Integrale Veiligheidskunde, zal zich de komende tijd
richten op een onderzoek naar een
beheersplan voor OTO-activiteiten.
Doel van het onderzoek is om antwoord te krijgen op de vraag: Welke
OTO-activiteiten moeten de ziekenhuizen in de Euregio minimaal uitvoeren om te voldoen aan de huidige
geldende (kwaliteits)kaders? Om tot
een antwoord op deze vraag te komen wordt in het onderzoek onder
meer de crisisorganisatie van de ziekenhuizen onderzocht. Tevens wordt
er geïnventariseerd welke OTO activiteiten hebben plaatsgevonden en
welke nog gepland staan volgens
de OTO jaarplannen. Daarnaast wil
er inzicht worden verschaft in de
geldende kaders, waar het ‘Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO’
een centrale rol in speelt. De motivatie voor dit onderzoek is om het
bestaande traject rondom opleiden,
trainen en oefenen effectiever te laten verlopen waarbij de kwaliteit minimaal gehandhaafd blijft. n
Onderzoek
Spoedpost Enschede
Ook patiënten met een niet-spoedeisende zorgvraag kunnen zich
bij de SEH melden, wat onnodig
hoge kosten met zich meebrengt.
Een mogelijke oplossing hiervoor is
het vormen van een geïntegreerde
spoedpost. Dit is een post waarbij de
huisartsenpost nauw samenwerkt
met de SEH op dezelfde locatie en
met één gemeenschappelijke balie.
Margo Koster, student Industrial Engineering and Management, tracht
door middel van onderzoek inzicht
te verkrijgen in de effecten van integratie van de SEH van MST en de
huisartsenpost in Enschede (HDTOost). Hierbij wordt gekeken naar
logistieke indicatoren voor patiënttevredenheid en indicatoren voor de
efficiëntie van de organisatie. Het
effect wordt bepaald door gebruik
te maken van een computersimulatiemodel dat ook is gebruikt bij de
Spoedpost in Almelo. n
112 NETWERK | JULI 2014
3
INNOVATIE
Druk 1 voor centralist, 2 voor
arts, 3 voor computer
Uniek in Nederland: de natuurbrandbestrijdingscontainer
Monitoring op afstand maakt andere keuzes mogelijk
Nieuwe eenheid van Brandweer Twente en IJsselland
Door Lucien Engelen, Radboudumc
Door Sushrut Derks, Brandweer Twente
De wereld om ons heen is in
beweging, op het internet
gebaseerde technologie
begint op stoom te komen.
‘Te komen’ denkt u
misschien? Ja, we staan pas
aan het begin.
W
4
KETENPARTNERS
e leven in een wereld waarin
een computer (IBM’s Watson)
de vijftien top-cardiologen van de Cleveland Clinic en de vijftien top-oncologen van Johns Hopkins verslaat door op
basis van dezelfde gegevens het bijna
dubbel zo snel bij het juiste eind te
hebben. Een tijdperk waarin wij vanuit
REshape in staat waren om negen vitale
parameters van Giel Beelen tijdens zijn
bijna 200 uur durende wereldrecord
vanuit Nijmegen te monitoren met een
‘pleister’ (www.zorgpatch.nl).
Andere keuzes?
Wat zou er gebeuren als de centralist
aan de telefoon de beschikking heeft
over gegevens met betrekking tot
hartslag, ecg, ademhaling? Of als de
huisarts aan de telefoon mee kan kijken naar de bloeddruk en saturatie?
Zouden er dan andere keuzes gemaakt
worden? Allemaal zaken die naar mijn
inschatting geen 24 maanden meer van
ons vandaan liggen en deels al vandaag
kunnen.
IC om de pols
Momenteel testen wij dit soort pleisters, maar ook een ‘mobiele intensive
care’ die de patiënt om de pols draagt,
waarmee vanuit de IC de patiënt naar
op de afdeling kan worden gemonitord
(ViSi Mobile). Koppel dat aan de bewegingen die Apple, Google en Samsung
maken en zie het patroon: gezondheid
wordt big business. Nu niet meer met
pillen, poeders en shakes, maar met
techniek die inzicht gaat geven in hoe
het er met uw lijf, leden en geest er
voor staat. Dit alles is te plaatsen in de
112 NETWERK | JULI 2014
andere ontwikkelingen die de komende jaren opgang gaan vinden en die
ik (in ‘goed’ Nederlands) het ‘4D-path’
heb genoemd. Digitaal, Democratisering, Dislocatie en Duiten.
Nieuwe spelers op de markt
De eerste spreekt voor zich, de democratisering verwijst naar de eigen keuzes die mensen net als in de reisbranche
en bankieren zijn gaan maken en nu
ook in de zorg zijn intrede gaat doen.
Door de techniek zullen we de zorg
weer meer in de buurt van de burger
gaan leveren en Duiten slaat op het
feit dat gezondheid(szorg) nu voor het
eerst écht een markt gaat worden door
geheel nieuwe spelers op de markt.
Slimme techniek maakt dat we acute inzetten kunnen gaan voorkomen, doordat monitoring op afstand in combinatie met algoritmes zal gaan voorzien.
Ik ben nieuwsgierig naar hoeveel acute
zorg dát zal gaan voorkomen. n
De ViSi Mobile meet de ECG, hartslag, bloeddruk, ademhaling en huidtemperatuur.
Brandweer Twente vindt
innovatie belangrijk en is
altijd op zoek naar nieuwe
ideeën en uitvindingen.
Landelijk staat Brandweer
Twente daar ook om
bekend. Sinds enige tijd
heeft Brandweer Twente
samen met de collega’s van
IJsselland de beschikking
over een nieuwe eenheid: de
natuurbrandbestrijdings-­­­­­
container (+bijbehorend
personeel), oftewel de
Handcrew Overijssel. Een
container die volledig is
ingericht om natuurbranden
te bestrijden. Uniek in
Nederland en ontworpen in
Twente, in samenwerking
met de brandweer van
IJsselland.
B
ij de brandweer heb je te maken
met verschillende ‘soorten’ branden. Denk hierbij aan woningbranden, autobranden en natuurbranden.
Natuurbranden zijn een bijzonder fenomeen waar je als brandweer steeds
vaker mee te maken hebt. Dit soort
­
branden kunnen lastig te bestrijden
zijn. Natuurbranden kunnen op begaanbaar terrein voorkomen (bijvoorbeeld heide), onder de grond woeden
of juist in moeilijk begaanbaar terrein
branden (bijvoorbeeld veengebieden of
bossen die moeilijk bereikbaar zijn).
Daarnaast is het nablussen van natuurbranden vaak een langdurige klus.
Brandweer Twente en IJsselland hebben de handen ineen geslagen en een
innovatief concept ontwikkeld dat
moet helpen bij het effectief bestrijden
van natuurbranden. Eén van de initiatiefnemers voor het nieuwe concept,
Adriaan ter Huurne van Brandweer
­
Twente, heeft het idee meegenomen
uit Amerika.­Tijdens zijn verblijf bij de
5
Foto: Gert Veurink.
San Bernardino County Fire Department
in ­
Californië is hij bij diverse natuurbranden geweest. 'Daar heb ik gezien
dat door het gebruik van een aantal
relatief simpele materialen een brand
‘ingepakt’ kan worden', aldus Adriaan.
'Samen met Brandweer I­Jsselland heeft
Brandweer Twente zich gebogen over
de vraag in hoeverre de Amerikaanse
technieken voor Nederland toepasbaar
zijn. Hierin hebben we ook de kennis
en ervaring vanuit Nederland meegenomen. Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een container voor natuurbrandbestrijding.'
Materialen
De natuurbrandbestrijdingscontainer
bevat een aantal materialen (handgereedschappen) die brandweerlieden
helpen bij het effectief bestrijden van
natuurbranden. Al deze materialen zijn
nieuw voor Nederland, met uitzondering van de vuurzweep. In de container
zijn, naast de vuurzweep, aanwezig
een ‘Pulaski’ (soort bijl), ‘McLeod’ (soort
hark gecombineerd met een schoffel),
een aangepaste ‘bats’ en waterrugzakken om kleine brandhaarden af te blussen. Met deze materialen moeten de
brandweerlieden het veld in. Te voet
en in vaak in de brandende hitte. Een
zware klus.
Pilot
Het concept van de Handcrew ­Overijssel
is nieuw en deels overgenomen naar
Amerikaans voorbeeld. IJsselland en
Twente zijn de eerste regio’s in Nederland die over een dergelijke ‘handcrew’
beschikken. Een aantal brandweercollega’s uit Nijverdal, Dedemsvaart en
Den Ham (IJsselland) zijn opgeleid om
de container te gebruiken. Ze zijn allemaal enthousiast, ondanks het zware
werk. Ideeën om het concept verder uit
te breiden zijn er inmiddels ook al. n
Historische inzet
Op 20 april 2014 is er historie
geschreven: de eerste inzet van
de container in het Matenbos in
Breda. Twee dagen later volgde
nog een inzet op de Veluwe.
Het team kijkt terug op een
goede inzet en is trots op deze
Overijsselse innovatie!
112 NETWERK | JULI 2014
GROOTSCHALIGE ZORG
GROOTSCHALIGE ZORG
De voorbereiding op een kernongeval
Veiligheidsregio's Twente, IJsselland en Drenthe slaan de handen ineen
Door Ron Poot, GHOR Twente
Vlak over de grens in het Duitse Lingen ligt de
kerncentrale ‘Emsland’. Een flinke centrale met een
vermogen van 1400 megawatt, bijna drie keer zo groot
als de enige Nederlandse centrale in Borssele. Wat
als er iets mis gaat in deze centrale: is het denkbaar
dat er hier een ramp plaatsvindt die vergelijkbaar is
met Tsjernobyl (1986) of Fukushima (2011)? Wat zijn de
risico’s en hoe zijn we voorbereid?
6
D
e kerncentrale heeft een reactor
met als ‘brandstof’ een groot aantal staven radioactief uranium die door
kernsplitsing veel stralingsenergie leveren. De kerncentrale in Lingen gebruikt
deze energie om water om te zetten in
stoom onder hoge druk. Deze stoom
laat een enorme turbine draaien, waardoor er elektrische stroom wordt opgewekt. Dat is de stroom die geleverd
wordt aan zo’n 3,5 miljoen huishoudens
in Duitsland.
Kernongeval
Het gaat mis als de staven om wat voor
reden dan ook niet meer gekoeld kunnen worden door het water en dreigen
oververhit te raken. De staven beginnen
te smelten en in de reactor bouwt zich
een grote inwendige druk op. De reactor is omgeven door een dikke betonnen mantel die dit minstens 24 uur kan
opvangen. Als de druk toch te groot is
zal er een gasontsnapping plaatsvinden
en komt er een wolk vrij met een mengsel van edelgassen en radioactieve stoffen zoals jodium en cesium. Het meest
voorkomende radioactieve materiaal bij
dit type kerncentrale is het jodiumisotoop I-131. Deze radioactieve wolk zal
zich verspreiden in de omgeving. Als de
wind uit het noorden of oosten komt,
zal de wolk richting Nederland drijven.
112 NETWERK | JULI 2014
7
Plannen
De Duitse overheid heeft een rampbestrijdingsplan gemaakt voor het geval
er iets mis gaat, dit geldt voor het eigen
grondgebied. Daar een kernongeval
ook effecten kan hebben over de grens,
is aan Nederlandse zijde eveneens een
rampbestrijdingsplan voor een kernongeval opgesteld. De verantwoordelijke
instantie voor het maken van zo’n plan
is de Veiligheidsregio. Veiligheidsregio Twente ligt het dichtste bij, maar
ook de regio’s IJsselland en Drenthe
grenzen aan Lingen. Deze drie regio’s
hebben de handen ineengeslagen en
onder aanvoering van Veiligheidsregio
­Twente een gezamenlijk plan gemaakt
dat in 2012 is vastgesteld.
Maatregelen
De maatregelen in het plan zijn gebaseerd op een zogenaamd maatscenario,
een denkbaar scenario dat kan optreden bij een kernongeval waarbij radioactief materiaal ontsnapt. Dat scenario
is: er is een ongeval in de kernreactor
waardoor de koeling van de staven uitvalt. Door oververhitting smelten de
staven en er wordt druk opgebouwd
in de reactor. Na 24 uur bezwijkt de reactor en er ontsnapt een radioactieve
wolk die in een tijdsperiode van vier uur
over Nederland trekt. Het plan omvat
de onmiddellijke maatregelen die binnen 24 uur moeten worden genomen.
Vlak bij de centrale zal een voorbereide
evacuatie plaatsvinden, in een straal
van tien kilometer binnen het Duitse
grondgebied. Dat is onderdeel van het
Duitse plan. Voor Nederland zijn de mogelijke maatregelen: schuilen en uitdelen van jodiumtabletten. Het schuilen is
bedoeld om te voorkomen dat de bevolking in contact komt met radioactief
stof en dit mogelijk in het lichaam krijgt.
Deze maatregel duurt tot de wolk overgetrokken is. Met geavanceerde meetapparatuur van brandweer, defensie en
het RIVM zal de stralingswolk gevolgd
worden. Vanuit de regionale en landelijke crisisstaven zal de bevolking op de
hoogte worden gehouden van de situatie, zullen de maatregelen afgekondigd
worden en adviezen gegeven worden
hoe te handelen.
Jodium
Het uitdelen van de jodiumtabletten
(kaliumjodide) vindt plaats in een cir­
kel van 25 kilometer rond de centrale
aan alle mensen tot 40 jaar. Vooral
jonge mensen zijn gevoelig voor radioactief jodium. In Nederland valt het
dorp ­Denekamp binnen deze grens. De
Duitsers kennen bovendien een gebied
van 100 kilometer rond de kerncentrale
waarin jodiumtabletten uitgedeeld worden aan zwangere vrouwen en minderjarigen. In Nederland is deze grens nog
niet vastgesteld, maar de verwachting is
dat deze harmonisatie spoedig plaatsvindt. Dan zullen veel meer regio’s te
maken hebben met de maatregelen. In
Zoetermeer ligt een grote voorraad jodiumtabletten gereed, maar dichterbij
is ook een opslag: in Hengelo heeft de
Veiligheidsregio Twente een container
met 500.000 pillen onder handbereik.
Het rampbestrijdingsplan beperkt zich
Wat doet jodium?
Een eigenschap van jodium is, dat het opgeslagen wordt in de
schildklier. Als het jodium radioactief is zal het een stralingsbron
vormen in de schildklier en daardoor schade en ziekte (kanker) kunnen
veroorzaken. Door voorafgaand aan de blootstelling de schildklier met
jodiumtabletten te verzadigen, krijgt bij blootstelling het radioactieve
jodium geen kans zich te hechten en verlaat dit het lichaam via de
natuurlijke weg. Het slikken van jodiumtabletten heeft pas zin als een
blootstelling wordt verwacht, het heeft een paar uur tijd nodig om zich
te hechten in de schildklier en de werkingsduur is een tot enkele dagen.
Slikken als er niets aan de hand is heeft geen enkele zin en kan hooguit
negatieve bijwerkingen veroorzaken.
tot de dreiging en het daadwerkelijke
vrijkomen van een radioactieve wolk.
Als er werkelijk een wolk over het land
trekt zijn er nog meer maatregelen te
verwachten, bijvoorbeeld over het gebruik van gewassen op het land. Deze
zullen vanuit het rijk op basis van de actuele situatie worden bepaald.
Toekomst
Duitsland wil kernenergie in de nabije
toekomst afbouwen. Het plan is dat de
kerncentrale Emsland in 2022 buiten gebruik gaat. Daarmee is de kous nog niet
af, want de radioactieve staven hebben
nog vele jaren nodig om hun stralingsactiviteit te verliezen. Op het terrein
van de kerncentrale Emsland is een zogenaamde tussenopslag, waar de radioactieve staven liggen uit te werken. De
dreiging van een oververhitte reactor is
dan echter wel weggenomen. n
Meer informatie is te vinden op de
site van Veiligheidsregio Twente,
www.twenteveilig.nl.
112 NETWERK | JULI 2014
COVERINTERVIEW
COVERINTERVIEW
Vele handen
maken licht
werk
Evac-Mattress in ambulances
‘Samen bieden we nu
maatwerk voor alle
patiënten’
Naast de speciale materialen waarover Brandweer
Twente beschikt, zijn sinds maart 2014 ook alle
ambulances van Ambulance Oost voorzien van een
Evac-Mattress. Dit is zowel een reguliere brancardmatras als een sleepmatras, waardoor ook in acute
situaties moeilijk toegankelijke plaatsen bereikt
kunnen worden. De patiënt wordt dan op de matras
vastgemaakt en kan op die manier veilig en snel over
galerijen en/of in trappenhuizen vervoerd worden.
Werken met nieuwe procedure tilassistentie
Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
Eind 2012 startte Ambulance Oost het project Veilig
Vervoer Corpulente Patiënten (VVCP), met als doel
veilige werkinstructies in spoedeisende situaties.
Hiervoor sloeg de ambulancedienst onder andere
de handen ineen met Brandweer Twente, partner
8
op het gebied van tilassistentie. Arrand Klein: ‘Deze
samenwerking betekent winst voor alle patiënten.’
Arrand Klein,
Henk Mondeel
(Ambulance
Oost) en Michel
Boersma
(Brandweer
Twente) zijn
trots op de
Kracht van samenwerking
samenwerking
Sinds 17 maart is de procedure in heel
Twente operationeel. Klein: ‘Dat de
procedure tot stand is gekomen door
een intensieve samenwerking tussen
van beide hulpdiensten, werd al in de
pilotfase duidelijk. Al na drie inzetten
waren de reacties vanaf de werkvloer
positief en dat geeft aan dat we de
juiste werkwijze hebben gevonden. In
alle gevallen hebben we nu een goede
manier om een patiënt te behandelen,
te verplaatsen waar nodig en te vervoeren.’ Ambulance Oost gebruikt het komende jaar om de nieuwe procedure te
evalueren. Op verbeterpunten die naar
voren komen wordt direct ingespeeld,
mede door de korte communicatielijnen
tussen beide hulpdiensten. Henk Mondeel, teammanager AHV bij Ambulance
Oost: ‘Waar we met name trots op zijn,
is dat een probleem dat op de werkvloer wordt gesignaleerd in zo’n goede
samenwerking is opgepakt. Ambulance
en brandweer hebben elkaar gevonden,
over en weer is enthousiast medewerking verleend aan het project en in korte tijd is een in beide organisaties een
nieuwe werkwijze geïmplementeerd.
Wat ons betreft kunnen we deze vorm
van samenwerking in de toekomst vaker
verwachten, we willen nu eenmaal allemaal het beste voor de patiënt.’ n
die tot stand
is gekomen.
Mondeel: ‘We
N
a een succesvolle pilot is de nieuwe
procedure tilassistentie klaar voor
de praktijk. Zes kazernes van Brandweer
Twente beschikken over een hoogwerker: Oldenzaal, Hengelo, Enschede, Almelo, Nijverdal en Rijssen. Deze zijn allemaal voorzien van speciale materialen
die bij een gezamenlijke inzet gebruikt
worden (XXL-wervelplank met bijbehorende spin en XXL-tilmat). In samenwerking met Brandweer Twente zijn de
manschappen getraind. Arrand Klein is
namens Ambulance Oost projectleider
voor het project VVCP: ‘Zodra patiënten
op een hoger gelegen verdieping liggen, werken we samen met de brandweer. Voor iedere inzet gaan we via een
vaste procedure te werk. Zodra wij als
ambulanceteam bij een patiënt zijn gearriveerd, maken we een inschatting of
we de brandweer nodig hebben en in
welke hoedanigheid. Daarvoor hebben
we drie typeaanduidingen geformuleerd. Bij TAA1 hebben we alleen een
hoogwerker nodig omdat de patiënt
op hoogte ligt, bij TAA2 hebben we te
maken met een zware patiënt zodat we
112 NETWERK | JULI 2014
hebben de stap
extra handen nodig hebben voor het
tillen en bij TAA3 hebben we zowel de
hoogwerker als de extra handen nodig.’
gemaakt van
improvisatie naar
een structurele
oplossing.’
Materiaal en mankracht
De speciale reddingsmaterialen liggen op alle hoogwerkers en kunnen
voor alle patiënten worden ingezet.
Dus ook voor een patiënt die zich wel
op de begane grond bevindt, maar te
zwaar is om met de reguliere materialen vervoerd te worden. Michel Boersma
is vanuit Brandweer Twente betrokken
bij het project. ‘Wij ondersteunen de
ambulancedienst al geruime tijd bij het
afhijsen van patiënten. Voor de nieuwe
procedure had Ambulance Oost er ook
voor kunnen kiezen om hun eigen voertuigen van deze materialen te voorzien.
Dat had niet alleen veel geld gekost,
maar de materialen zijn ook niet altijd
nodig. Nu kunnen wij extra ondersteuning bieden met materiaal én mankracht. Samen bieden we nu maatwerk.’
Een ander, belangrijk verbeterpunt dat
in de procedure is vastgelegd, is dat
Ambulance Oost tijdens het aanrijden
van de hoogwerker al contact heeft met
de bemanning. Op deze manier kan de
hoogwerker direct op de juiste plaats
worden opgesteld – er wordt dus zo
min mogelijk tijd verloren – en weten
de brandweerlieden welke assistentie er
van hen verwacht wordt. Hierover zijn
ook afspraken gemaakt met de meldkamer Ambulancezorg. Zij coördineren
samen met de meldkamer van de brandweer de inzet en zorgen samen voor het
aansturen van de juiste eenheden.
112 NETWERK | JULI 2014
9
OVER DE GRENS
OVER DE GRENS
Samen van goed... naar beter
Hoe grensoverschrijdende samenwerking acute zorg kan verbeteren
Door Alexandra Ziemann, Manon Bruens en Volker Tondorf, Acute Zorg Euregio
bleek een afdeling kindergeneeskunde in het ziekenhuis in Gronau op te
zetten, heeft het Initiative geprobeerd
een grensoverschrijdend oplossing in
samenwerking met Medisch Spectrum
Twente (MST) te vinden. MST heeft
Bureau Acute Zorg Euregio gevraagd
om de mogelijkheid tot s­ amenwerking
tussen MST en de zorginstellingen in
Gronau te onderzoeken.
Het afgelopen half jaar heeft Acute Zorg Euregio
samen met de gemeente Tubbergen en Dinkelland,
en de acute zorgaanbieders in Noordoost Twente
(HDT-Oost, Ambulance Oost, Verloskundigenkring
Oldenzaal, Dinkelland en omgeving en de HAGro
Afspraken met Enschede
Dinkelland) gekeken naar mogelijkheden om de
bereikbaarheid en beschikbaarheid van de acute
zorg in Noordoost Twente te verbeteren.
10
E
en van de mogelijkheden om de
acute zorg te verbeteren, is door
over de grens naar alternatieven te
zoeken. Acute Zorg Euregio heeft hierbij gekeken naar samenwerking met de
EUREGIO-Klinik in Nordhorn.
In Gronau (Westfalen)
Sinds 2013 probeert het ‘Initiative Pro
Kinderstation’, dat het belang van
ouders uit Gronau (Duitsland) vertegenwoordigt, de acute zorg voorzieningen voor kinderen in Gronau verbeteren. Aangezien het niet realistisch
Er is een structureel probleem met de
bereikbaarheid van de klinische behandeling voor kinderen uit Gronau.
Vanuit het oogpunt van de Gronause
ouders zijn de afstanden en mogelijkheden om met het openbaar vervoer
naar een Duits ziekenhuis met een
kinderafdeling te reizen onvoldoende.
Een doorverwijzing naar het dichtbij
gevestigde MST is een alternatief voor
deze ouders. Na het voeren van inventariserende gesprekken met de zorginstellingen in Gronau en MST door
Acute Zorg Euregio, zijn er voldoende
aanknopingspunten om grensover-
In Noordoost Twente
Om de kwaliteit van de acute zorg in
Nederland te bewaken en borgen zijn
richtlijnen opgesteld voor een basis
SEH. Daarnaast zijn aanvullende competenties en eisen opgesteld voor het
behandelen van zes patiëntengroepen, die meer zorg vereisen dan op een
basis SEH kan worden aangeboden.
Indien patiënten er vanwege de bereikbaarheid voor kiezen om gebruik
te maken van een ziekenhuis over de
grens, is het van belang dat duidelijk is of dit ziekenhuis aan dezelfde
normen voor tweedelijns acute zorg
voldoet als een Nederlands ziekenhuis. De Euregio-Klinik in Nordhorn
voldoet aan de Nederlandse eisen van
een ­
basis SEH, is DGU gecertificeerd
voor de traumazorg en voldoet aan de
­Nederlandse eisen die gesteld worden
voor de profielen neuro-interventies,
acute aneurysma aorta abdominalis,
pre- en dysmature zorg en acute gedragsstoornissen.
112 NETWERK | JULI 2014
Afspraken om acute zorg over de grens te verbeteren zijn in voorbereiding.
3
1
2
schrijdende afspraken te maken om
kinderen uit Gronau ook door te verwijzen naar MST door de Gronause
artsen.
Wat moet er nog gebeuren?
Er vinden nu overleggen plaats om
nieuwe contracten op te stellen tussen
de Landkreisen die verantwoordelijk
zijn voor het ambulancevervoer naar
Nederland en met de EUREGIO-Klinik
en MST over de mogelijkheid tot het
opvangen en behandelen van acute
patiënten uit Noordoost Twente resp.
Gronau. In de zomer van 2014 vinden
gesprekken plaats met vertegenwoordigers van de zorgverzekeraars uit
Nederland en Duitsland, om duidelijkheid te krijgen rondom de financiering en vervolgzorg, als ook de mogelijkheid om pilotregio te zijn voor
de grensoverschrijdende acute zorg.
Want de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de acute zorg is goed,
maar samen kan het beter.
Terugkoppeling uit de praktijk
Inmiddels heeft Acute Zorg Euregio de
eerste terugkoppelingen uit de praktijk
ontvangen. Onlangs reed een Duitse
ambulance vanuit de regio Grafschaft
Bentheim naar een Nederlandse patiënt
die tijdens een dagje uit in Nordhorn
met angineuze pijn bewusteloos raakte. De in de workshop Nederlands geleerde vaktermen en omgangsvormen
werden direct tijdens de hulpverlening
ingezet zodat de anamnese, die vroege
diagnose en de getroffen behandeling
in het Nederlands gebeurde. De patiënt
en zijn familieleden voelden zichtbaar
veiliger en maakten na de overdracht
complimenten en dat stelden de ambitieuze ambulanceverpleegkundigen
op prijs. Zoiets geeft natuurlijk steun
om door te gaan en herinnert eraan:
Elkaar ontmoeten en elkaars taal spreken blijkt een belangrijk punt voor de
toekomstige grensoverschrijdende samenwerking in de acute zorg te zijn. n
11
Workshop NL-D
Op woensdag 14 mei hebben vier
SEH-verpleegkundigen, een meldkamercentralist en negen ambulanceverpleegkundigen, allen werkzaam in
de Grafschaft Bentheim in Duitsland,
een eendaagse workshop Nederlands
gevolgd. Deze workshop is georganiseerd door Acute Zorg Euregio, in
samenwerking met Talen Twente. De
deelnemers hebben kennis kunnen
nemen hoe de acute zorgverlening
in Nederland geregeld is ten opzichte
van Duitsland en welke specifieke medische begrippen ze tegen kunnen komen en deze door middel van rollenspellen geoefend. Ook is een bezoek
gebracht aan de SEH-afdeling van MST
en een ambulance van Ambulance
Oost. Daarbij lieten Roald Bos (MST)
en Tjeerd Boersma (Ambulance Oost)
indrukwekkend zien waar de verschillen tussen Nederland en Duitsland zitten maar ook waar de systemen helemaal op elkaar lijken. Op deze manier
ontstond een levende discussie.
112 NETWERK | JULI 2014
KETENPARTNERS
IC-patiënten blijven
voortaan in regio
LPA8: nieuwe werkwijze
voor onmisbaar instrument
Toekenning van de niveau 3 status kroon op het werk MST
Professionals denken mee over inhoud nieuwe protocollen
Door Marja Nijkrake, Acute Zorg Euregio
Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
Op de afdeling Algemene
Intensive Care van Medisch
Spectrum Twente (MST)
werd begin april een
klein feestje gevierd. De
Commissie Nationale
Kwaliteitsvisitatie Intensive
Care (NKIC) heeft de afdeling
algemene Intensive Care
namelijk de niveau 3 status
IC-zorg toegekend.
D
12
PATIENTENZORG
e KNIC toetst de IC’s in Nederland
en kent de verschillende niveaus
toe. Niveau 3 IC-zorg is het hoogst haalbare level voor de intensieve zorgafdeling in Nederland. Een niveau 3 IC is een
IC-afdeling met een bovenregionale
functie, met functies als IC-behandeling
van hoog complexe chirurgie, IC-behandeling van (multi)traumapatiënten of
patiënten met gecompliceerde aandoeningen.
Flinke ontwikkeling
De afdeling Algemene Intensive Care
heeft zich de laatste jaren flink ontwikkeld om tot dit niveau te komen. De afdeling is continu bezig met de ontwikkeling van de kwaliteit van zorg en er
is 100% aandacht voor de begeleiding
van patiënten en hun familie - zelfs na
ontslag - door strikte enquêtering en
een nazorg-poli. Ook is er een team intensivisten gevormd dat 24/7 bezetting
garandeert.
IC-zorg dichtbij
Omdat MST als enige ziekenhuis in
Twente en de Oost-Achterhoek is ge-
promoveerd tot de hoogste status,
houdt het behalen van het niveau 3
IC in dat patiënten uit de regio na een
ernstig ongeval of een andere fatale
aandoening voortaan bijna altijd in
Enschede kunnen worden verpleegd.
Voorheen moesten patiënten die dit
hoge niveau van zorg nodig hadden,
uitwijken - per traumahelikopter of per
ambulance - naar ziekenhuizen in Nijmegen en Groningen. Voor patiënt én
familie is hier dus een grote winst behaald. Volgens de intensivisten van MST
worden op jaarbasis twintig tot veertig
patiënten meer verwacht.
Naast de academische ziekenhuizen
en MST, hebben ook de Isala Kliniek in
Zwolle, het Lieve Vrouwe Gasthuis te
Amsterdam en het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein dit zelfde niveau. n
Medewerkers van de afdeling Algemene Intensive Care en Raad van Bestuur zijn blij dat hun inzet is beloond.
De ambulancesector is één van de weinige sectoren binnen de
Nederlandse gezondheidszorg waar sprake is van een landelijk,
uniform kwaliteitskader voor de behandeling van de patiënt.
In het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) wordt conform
de laatste stand van de wetenschap en op basis van praktische
toepasbaarheid aangegeven op welke zorg een patiënt mag
rekenen. Op 1 januari 2015 wordt de achtste versie in gebruik
genomen.
D
oor ambulanceverpleegkundigen
en -chauffeurs wordt het protocol
gezien als een onmisbaar instrument bij
het verlenen van de dagelijkse zorg aan
patiënten. In tegenstelling tot vorige
versies, ligt in LPA8 meer nadruk op het
bieden van ondersteuning aan de ambulanceverpleegkundige. Hierdoor kan
de ambulanceverpleegkundige beter
bepalen wat de juiste zorg op dat moment is, aangezien dat per patiënt kan
verschillen. Fred van Eenennaam is medisch manager bij Ambulance Oost. Hij
is betrokken bij de totstandkoming van
het nieuwe landelijke protocol, maar
ook verantwoordelijk voor de implementatie hiervan binnen zijn eigen organisatie. Fred: 'De voorbereiding van
LPA8 heeft bijna twee jaar in beslag genomen en is daarmee een relatief lang
en intensief proces geweest. In tegenstelling tot voorgaande jaren is gewerkt
met tien expertgroepen, bestaande uit
ambulanceverpleegkundigen en medisch managers, die uitgebreid (literatuur)onderzoek hebben gedaan naar
de beste werkwijzen en medicijnen.
Daarna zijn de eerste concept protocollen afgestemd met wetenschappelijke
beroepsorganisaties, zoals het Nederlands Huisartsen Genootschap en de
Nederlandse Vereniging voor Traumatologie en Cardiologie.'
maar het gaat er ook om dat het protocol praktisch uitvoerbaar is. Kunnen
ambulanceverpleegkundigen de voorgestelde handelingen uitvoeren? Zijn
de daarvoor benodigde instrumenten
aanwezig in de ambulance? En heeft
de handeling een meerwaarde in de
periode tot de patiënt in het ziekenhuis is? We kunnen in de praktijk niet
altijd de werkwijze volgen die in theorie het beste zou zijn.' De professionele
verantwoordelijkheid van ambulancemedewerkers wordt met de invoering
van het nieuwe protocol groter. 'Voor-
heen werden medewerkers geacht de
stroomschema’s in het boekje te volgen.
Vanaf 1 januari krijgen onze mensen
meer vrijheid om te handelen naar de
behoeften van de patiënt. Dat vraagt
meer kennis, inzicht en een andere manier van denken.'
Opleidingsprogramma
Na de zomer start Ambulance Oost met
de instructieprogramma’s voor medewerkers, om ze bekend te maken met
nieuwe medicijnen, apparatuur, handelingen etc. De interne opleidingen
moeten voor 1 december met goed
gevolg zijn afgerond, dan wil de ambulancevoorziening namelijk aan de slag
met LPA8. Fred: 'Landelijk wordt LPA8
1 januari ingevoerd, wij hebben deze
datum voor onszelf bewust een maand
eerder vastgesteld. Zo hebben we de
december om de laatste puntjes op de
‘i’ te zetten en zijn we op 1 januari echt
klaar om te werken volgens het nieuwe
protocol.' n
Praktische uitvoerbaarheid
Heeft de nieuwe werkwijze nieuwe
inzichten opgeleverd? Fred: 'Literatuuronderzoek en de adviezen van beroepsverenigingen zijn heel belangrijk,
112 NETWERK | JULI 2014
112 NETWERK | JULI 2014
13
ACHTERGROND
Zorginstellingen in Twente luiden noodklok
GHB-problematiek: expertgroep acute psychiatrie buigt zich over detox-beleid en
Het volgende
magazine van
verantwoordelijkheid
net
werk
Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
De expertgroep acute psychiatrie is in het najaar
verschijnt
van 2013 voor het eerst bijeengekomen in de
in oktober 2014
nieuwe samenstelling. Op de planning voor 2014
stond onder andere een inventarisatie van de
GHB-problematiek op het gebied van detox-beleid
en verantwoordelijkheid. Hiermee is ook Tactus
Colofon
Verslavingszorg een belangrijke gesprekspartner
112 Netwerk is een uitgave van
Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost
en GHOR Twente.
geworden voor de acute zorg partners.
14
Z
iekenhuizen,
huisartsen(posten)
en GGZ-instellingen in de regio zitten met de handen in hun haar als het
gaat om de aanpak van GHB-patiënten.
Verslaafden die zich bij één van de zorginstellingen melden met een acuut
letsel moeten behandeld worden, maar
bij gebrek aan hun vaste dosis GHB zullen zij binnen een paar uur last krijgen
van heftige onthoudingsverschijnselen.
Daarnaast worden er ook patiënten
binnen gebracht die een overdosis GHB
hebben gebruikt. Deze twee patiëntencategorieën behoeven een structurele
aanpak, zowel vanuit de ziekenhuizen
als vanuit de huisartsen, ambulancevoorzieningen, GGNet, Dimence, Mediant en Tactus.
Waar hoort een patiënt?
René Sorel is werkzaam als psychiater en
medisch manager bij ZGT en voorzitter
van de expertgroep acute psychiatrie.
'Als een GHB-patiënt wordt binnengebracht in het ziekenhuis, zorgen we
ervoor dat de acute levensbedreiging
wordt tegengegaan. Is er sprake van een
delier, wat maar voor een klein deel van
de patiënten geldt, dan wordt de patiënt opgenomen op de psychiatrische afdeling. In alle andere gevallen hebben
we binnen de expertgroep afgesproken
om de patiënt na het verlenen van somatische zorg door te verwijzen naar
de juiste instantie, bijvoorbeeld Tactus.
Als ziekenhuis beschikken we namelijk
niet over de faciliteiten om iemand te
laten afkicken. Daarnaast is op verzoek
van de expertgroep een flowchart opgesteld met acties en verantwoordelijkheden in het geval van een acute GHBonthouding. Doordat alle partners bij
het formuleren van het nieuwe beleid
betrokken zijn geweest, worden pro-
Dit magazine verschijnt vier keer per
jaar en bericht over ontwikkelingen
rondom acute zorg in Twente en
Oost-Achterhoek.
Jaargang 2014, editie juli
Redactie
Kitty Muntenaar
[email protected]
Marja Nijkrake
[email protected]
Cees Schenkeveld
[email protected]
Irma Huiskes
[email protected]
Annemarie Smidt
[email protected]
bleemgevallen niet langer van het kastje naar de muur gestuurd. We willen er
met elkaar voor zorgen dat deze patiënten op de juiste plaats terecht komen.
De volgende stap is om ervoor te zorgen
dat het nieuwe beleid op de werkvloer
wordt geïmplementeerd.'
3 à 4 GHB-ers per week
Onbekendheid
Per week worden er drie à vier GHB-gevallen bij het ziekenhuis
binnengebracht. Dat aantal is de afgelopen jaren fors gestegen. Vaak
hebben ze teveel GHB tot zich genomen, of is er verkeerd gecombineerd
met andere drugs. Het verschil tussen ‘out’ gaan of je fijn voelen,
verschilt soms maar enkele druppels GHB. Vooral in de gemeente
Twenterand is het probleem van GHB-gebruik al jaren relatief groot.
Dat de richtlijn in samenwerking met
Tactus tot stand is gekomen, geeft
het advies een stevig fundament. Adil
Arabou, verpleegkundig specialist/projectleider GHB bij Tactus: 'Onze betrokkenheid bij de expertgroep acute psychiatrie heeft een grote meerwaarde,
ook voor ons. Tijdens de vergaderingen
112 NETWERK | JULI 2014
waren veel partijen aanwezig die met
de GHB-verslaafden te maken krijgen,
ook dit vergroot het draagvlak. Ik heb
met name Manon (Bruens, beleidsmedewerker bij Acute Zorg Euregio) geïnformeerd over de bestaande GHB-
problematiek. Wat is het probleem,
met welke factoren moet je rekening
houden? Maar ook als er specifieke vragen waren vanuit de groep, heb ik een
toelichting gegeven. Er is nog veel onbekendheid over het gebruik van GHB
en de gevolgen daarvan. Op instellingsniveau waren er tot op heden nog te
weinig afspraken. Daar heeft de expertgroep nu een eerste, goede stap in gemaakt. Nu moeten de nieuwe protocollen en afspraken in de praktijk worden
gebracht. Ook daarbij wil Tactus haar
acute zorgpartners graag ondersteunen om tot een gecoördineerde, eenduidige aanpak van het GHB-probleem
te komen.' n
Coverfotografie
René Koele
Bladformule, vormgeving,
eindredactie en drukwerk
GEEN BLAD
VOORDE MOND
MAKERS VAN MAGAZINES
Geen Blad voor de Mond B.V.
Lasondersingel 149-151
7514 BR Enschede
tel. 053 460 9002
geenbladvoordemond.nl
ISSN 2211-8225
112 NETWERK | JULI 2014
15
Download de 112 Netwerk app!
De 112 Netwerk app is beschikbaar voor tablets en smartphones met besturingssystemen
van Apple iOS en Google Android. Je kunt dus met je tablet of smartphone overal waar je
bent, het 112 Netwerk magazine lezen en bekijken.
De app is gratis te downloaden en bevat vele extra’s
zoals foto’s, video’s, rapporten en weblinks.
Android
Apple iOS
Google play
iTunes App Store
Gebruikers van een iPad of iPhone kunnen de app
downloaden in de iTunes App Store. Gebruikers
van een tablet of smartphone met Android kunnen
de app downloaden vanuit Google play.
Postbus 50000
Postbus 1400
Postbus 784
7500 KA Enschede
7500 BK Enschede
7550 AT Hengelo
Tel. 053 487 20 97
Tel. 088 256 78 50
Tel. 074 256 22 22
[email protected]
[email protected]
[email protected]
acutezorgeuregio.nl
ghortwente.nl
ambulanceoost.nl