Technische nota: MOTYFF als opvolger van STASIM

Technische nota: MOTYFF als opvolger van STASIM
Auteurs: Vandelannoote, D. & Frans, D. & Hufkens, T. (2014)
Inleiding
Standaardsimulaties om het netto beschikbare gezinsinkomen van verschillende typegezinnen in
België te berekenen gebeurden binnen het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (CSB) tot
2012 op basis van STASIM. Het grote voordeel van dit instrument is dat het, in tegenstelling tot de
simulatiemodules die parastatalen, overheidsinstanties en private diensten aanbieden, verschillende
takken van de fiscale en sociale wetgeving samen behandelt. Op deze manier kunnen de vaak
complexe interacties die er binnen het Belgische systeem van betaalde belastingen en sociale
zekerheidsbijdragen enerzijds en ontvangen uitkeringen anderzijds worden meegenomen. Een groot
nadeel van STASIM is dat de complexiteit van het model ervoor zorgt dat het enkel binnen het CSB
kan worden gebruikt. In het kader van het Strategisch Basisonderzoek (SBO) project FLEMOSI1 is er
dan ook een nieuw en gebruiksvriendelijk standaardsimulatiemodel ontwikkeld, genaamd MOTYFF2.
Dit model is volledig online beschikbaar en kan dus door een ruim publiek gebruikt worden.
In deze technische nota vergelijken we beide modellen. We geven eerst aan waar ze verschillende
assumpties maken. Vervolgens bekijken we een aantal concrete simulaties om na te gaan in hoeverre
de verschillende inkomenscomponenten en het totale netto beschikbare gezinsinkomen in beide
modellen van elkaar verschillen.
STASIM vs. MOTYFF: overzicht van de belangrijkste verschillen tussen
beide modellen
MOTYFF (Modelling Typical Families in Flanders) is een standaardsimulatiemodel dat het netto
beschikbaar gezinsinkomen berekent voor een door de gebruiker zelf samengesteld gezin of individu.
Concreet betekent dit dat de gebruiker zelf een gezin moet aanmaken (o.a. bepalen van het aantal
gezinsleden en de socio-economische status van de verschillende gezinsleden) en dat het model
vervolgens berekent hoeveel belastingen en sociale zekerheidsbijdragen dit gezin moet betalen, op
welke uitkeringen de verschillende gezinsleden recht hebben en wat hun uiteindelijke netto
beschikbare gezinsinkomen zal zijn. De achterliggende structuur van MOTYFF (welke niet zichtbaar is
voor de gebruiker) is gebaseerd op het Europese microsimulatiemodel EUROMOD3. EUROMOD is in
se een microsimulatiemodel (dat werkt op basis van inputdata van een representatieve dataset),
maar is evengoed geschikt als achterliggende motor van een standaardsimulatiemodel. Daarnaast is
er een geheel nieuwe en gebruiksvriendelijke interface opgebouwd.
1
Meer informatie over het SBO project FLEMOSI is terug te vinden op www.flemosi.be
MOTYFF is online te raadplegen op www.flemosi.be/easycms/MOTYFF. Hier kan u ook een uitgebreide
handleiding over het model raadplegen.
3
Meer informatie over EUROMOD is te vinden op www.iser.essex.ac.uk/euromod
2
1
Momenteel (september 2014) doet MOTYFF simulaties voor 1 jaar, namelijk 2012. In STASIM kunnen
we simulaties doen tot en met 2012, wat ons de mogelijkheid geeft om de resultaten van MOTYFF en
STASIM voor dezelfde gezinstypes in 2012 met elkaar te vergelijken.
Een eerste verschil tussen MOTYFF en STASIM is dat eerstgenoemde een flexibeler instrument is,
waardoor er meer verschillende simulaties op eenvoudige wijze kunnen worden berekend. Zo
kunnen we in MOTYFF complexere gezinssituaties bekijken (tot een maximum van drie volwassenen
en zes kinderen). Daarnaast kan elke gebruiker in MOTYFF op eenvoudige wijze de impact van een
beleidswijziging op het netto beschikbare gezinsinkomen bekijken. In STASIM is dit moeilijker,
aangezien je hiervoor wijzigingen moet aanbrengen aan de achterliggende code van het model. Met
MOTYFF kunnen we ook meer verschillende transities bekijken (bv. van de ene socio-economische
situatie naar de andere), waar de mogelijkheden in STASIM beperkter zijn. Tot slot gaat STASIM uit
van de situatie van een bediende, waar de gebruiker in MOTYFF kan kiezen of de werknemer een
bediende of arbeider is. MOTYFF geeft ons met andere woorden de mogelijkheid om op eenvoudige
wijze meer verschillende simulaties te bekijken.
Een tweede verschil is dat MOTYFF een aantal inkomenscomponenten (meer in detail) berekent in
vergelijking met STASIM. Het gaat over een aantal Vlaamse bevoegdheden, met name
studietoelagen5 en de jaarlijkse bijdrage voor de Vlaamse Zorgverzekering. Deze elementen worden
standaard meegenomen bij de berekening van het maandelijkse netto beschikbare gezinsinkomen. In
STASIM worden deze niet berekend. Verder geeft MOTYFF meer opties bij de berekening van de
kostprijs van kinderopvang. STASIM berekent namelijk enkel de kostprijs van gesubsidieerde
voorschoolse kinderopvang voor kinderen jonger dan 3 jaar en gesubsidieerde buitenschoolse
kinderopvang voor kinderen tot 12 jaar. MOTYFF berekent ook de kostprijs van niet-gesubsidieerde
kinderopvang voor kinderen tot 12 jaar.
Er zijn verder nog een aantal verschillen tussen MOTYFF en STASIM ten gevolge het feit dat STASIM
werkt op basis van het achterliggende EUROMOD model. Zo zijn de berekeningen van STASIM van
toepassing op 1 januari van het jaar, waar deze voor MOTYFF (net zoals in EUROMOD) gelden op 30
juni. Een structurele beleidswijziging of de indexatie van bepaalde uitkeringen tussen 1 januari en 30
juni kunnen ervoor zorgen dat de bedragen in MOTYFF in beperkte mate verschillen van deze in
STASIM.
Daarnaast is er een verschil in het tijdvak dat beide modellen hanteren. STASIM berekent uitkeringen
op jaarbasis. Op basis van dit jaarbedrag wordt de hoogte van de te betalen sociale
zekerheidsbijdragen en personenbelasting bepaald. Het bekomen netto jaarinkomen wordt door
twaalf gedeeld om het netto maandinkomen te bepalen. MOTYFF berekent uitkeringen op
maandbasis. Dit bedrag wordt met twaalf vermenigvuldigd, waarna de hoogte van de te betalen
sociale zekerheidsbijdragen en personenbelasting wordt bepaald. Dit resultaat wordt gedeeld door
twaalf om het netto maandinkomen te bepalen.
Een voorbeeld kan hier meer duidelijkheid brengen. We kijken naar een alleenstaande man die een
ziekte uitkering ontvangt. Hij bevindt zich in een periode van primaire arbeidsongeschiktheid (-7
maanden). In STASIM wordt zijn jaarlijks bruto-inkomen op jaarbasis bepaald. Concreet is dit gelijk
5
Voor 2012 is er eenmalig een module toegevoegd aan STASIM zodat we enkel voor dat jaar de hoogte van de
studietoelagen kunnen berekenen.
2
aan de som van 1 maand gewaarborgd loon + 5 maanden de uitkering in de 1 ste periode van
arbeidsongeschiktheid + 6 maanden de uitkering in de 2de periode van arbeidsongeschiktheid. Op dit
totale bedrag wordt de hoogte van de te betalen sociale zekerheidsbijdragen en personenbelasting
bepaald. MOTYFF daarentegen werkt op maandbasis, en bepaalt het totale bruto inkomen van deze
man als 12x de hoogte van de uitkering in de 1ste periode van arbeidsongeschiktheid. Op dit bedrag
wordt de hoogte van de te betalen sociale zekerheidsbijdragen en personenbelasting berekend.
In realiteit kan de hoogte van de uitkering sterk verschillen, afhankelijk van het moment waarop de
uitkering ontvangen wordt. Het voordeel van de gehanteerde methode in MOTYFF is dat korte
termijn verschillen zichtbaar worden, wat bij STASIM, dat werkt op basis van een gemiddelde
uitkering over het hele jaar, veel minder het geval is. In figuur 1 zien we dat, bij de overgang van
ziekte naar halftijdse tewerkstelling, de financiële vallen veel duidelijker zijn in MOTYFF in
vergelijking met STASIM. Zo zien we dat voor sommige gezinstypes in de eerste maanden van
arbeidsongeschiktheid een bijpassing van de ziekte uitkering met het leefloon mogelijk is. In STASIM
blijft, doordat we werken met een gemiddelde uitkering over het hele jaar, deze tijdelijke bijpassing
buiten beeld. Aangezien in werkelijkheid de finale afrekening van de personenbelasting op jaarbasis
gebeurt, zal STASIM hier wel een meer realistische berekening maken in vergelijking met MOTYFF.
Figuur 1: Maandelijks netto beschikbaar gezinsinkomen voor een koppel met 1 kostwinnaar en
zonder kinderen ten laste en voor een koppel met 1 kostwinnaar en twee kinderen(3j & 6j) ten
laste, berekend door STASIM en MOTYFF, 2012. De kostwinnaar krijgt een uitkering voor ziekte
(primaire arbeidsongeschiktheid, minder dan 7 maanden). De partner is inactief.
1600
Kinderbijslag
Netto maandinkomen
1400
1200
Belastingen en sociale
zekerheidsbijdragen
1000
800
Bijstand
600
Primaire AO
400
200
Arbeidsinkomen
0
STASIM
MOTYFF
Koppel, partner inactief, 0 KTL
STASIM
MOTYFF
Totaal netto inkomen
Koppel, partner inactief, 2 KTL
Bron: MOTYFF & STASIM, eigen berekeningen auteurs.
In tegenstelling tot de uitkeringen wordt het inkomen uit arbeid in MOTYFF, net zoals in STASIM,
berekend op jaarbasis. Concreet betekent dit dat bij het door de gebruiker ingevoerde bruto
maandinkomen het enkel en dubbel vakantiegeld en de eindejaarspremie wordt opgeteld. Dit heeft
als gevolg dat het maandelijkse bruto inkomen dat de gebruiker invoert in MOTYFF lager zal liggen
dan het bruto maandinkomen dat in de output weergegeven wordt. Op basis van het jaarlijkse
arbeidsinkomen worden dan de te betalen sociale zekerheidsbijdragen en personenbelasting
3
bepaald. We hebben ervoor gekozen om binnen MOTYFF te werken op basis van de eindafrekening
van de personenbelasting en niet op basis van de maandelijkse bedrijfsvoorheffing. Hoewel de
bedrijfsvoorheffing een betere inschatting geeft van de maandelijks te betalen belastingen, houdt
het geen rekening met mogelijke bij-/terugbetalingen bij de jaarlijkse eindafrekening, die nochtans
een wezenlijk onderdeel uitmaken van het beschikbaar gezinsinkomen dat gezinnen jaarlijks
verwerven.
Een laatste verschil tussen STASIM en MOTYFF situeert zich in de bepaling van het bruto jaarloon. De
gebruiker dient in MOTYFF het zuivere bruto maandloon in te geven. Om het bruto jaarloon te
bepalen wordt bij dit bedrag het enkel en dubbel vakantiegeld en de eindejaarspremie bijgerekend.
STASIM daarentegen berekent het bruto jaarloon als een percentage van het interprofessioneel
bepaalde gemiddelde gewaarborgde minimum maandinkomen (GGMMI) 6 . Het GGMMI wordt
bepaald op basis van het zuivere maandelijkse brutoloon plus de eindejaarspremie. Voor de bepaling
van het bruto jaarloon in STASIM moet bij dit bedrag het enkel en dubbel vakantiegeld worden
bijgeteld.
Een voorbeeld kan meer duidelijkheid geven over de gevolgen van deze verschillende
berekeningswijze. De berekening van de sociale werkbonus gebeurt op basis van het maandelijkse
brutoloon plus de eindejaarspremie. In STASIM komt dit overeen met het percentage van het
GGMMI zoals ingevuld door de gebruiker van het model. In MOTYFF wordt bij het ingevulde bruto
maandloon (dat gezien wordt als een zuiver bruto maandloon, dus zonder vakantiegeld of
eindejaarspremie) nog 1/12de van de eindejaarspremie bijgeteld. Dit bedrag vormt dan de basis voor
de berekening van de hoogte van de sociale werkbonus. Aangezien dit bedrag hoger zal zijn dan in
STASIM zal de maandelijks ontvangen sociale werkbonus lager zijn in MOTYFF.
STASIM versus MOTYFF: een aantal concrete simulaties
In dit deel bekijken we op basis van een aantal simulaties wat nu de concrete impact op het netto
beschikbaar gezinsinkomen is van de verschillende assumpties gemaakt in beide modellen.
In een eerste simulatie (tabel 1) bekijken we een alleenstaande man zonder kinderen ten laste, die
voltijds werkt aan het minimumloon. Het gesimuleerde bruto jaarinkomen in MOTYFF ligt hoger dan
in STASIM. Dit heeft 2 redenen: enerzijds bekijkt STASIM de situatie op 1 januari, waar MOTYFF kijkt
naar de situatie op 30 juni. Structurele wijzingen en indexaties die in deze periode plaatsvinden
worden logischerwijze wel meegenomen in MOTYFF maar niet in STASIM. Anderzijds zorgt de
verschillende benadering van het gerapporteerde bruto maandinkomen (eindejaarspremie al dan
niet inbegrepen) in beide simulatiemodellen ervoor dat het bruto jaarinkomen voor werknemers
hoger zal zijn in MOTYFF in vergelijking met STASIM. De sociale werkbonus word in STASIM op een
lager bedrag berekend, met als gevolg dat de te betalen sociale zekerheidsbijdragen hoger uitvallen
in MOTYFF. Een hoger bruto jaarinkomen in MOTYFF zorgt ten slotte voor een hogere
personenbelasting.
6
Het GGMMI kan gezien worden als het absoluut laagst mogelijke minimumloon. In praktijk wordt de hoogte
van het minimumloon bepaald op sectoraal niveau en ligt het vaak 20 tot 30 procent hoger dan het GGMMI. Er
zijn zelf sectoren waar het minimumloon dubbel zo hoog ligt als het GGMMI.
4
Tabel 1: Berekening van het netto beschikbaar gezinsinkomen voor een alleenstaande man zonder
kinderen ten laste, die voltijds werkt aan het minimumloon, vergelijking tussen STASIM en
MOTYFF, 2012.
STASIM
MOTYFF
Bruto jaarinkomen
19.259
21.276
Sociale bijdragen
408
888
Personenbelasting
3.404
4.032
Netto beschikbaar jaarinkomen
15.447
16.344
Bron: MOTYFF & STASIM, eigen berekeningen auteurs
In een tweede simulatie bekijken we dezelfde werknemer, maar nu met een kind van 2 jaar ten laste
(tabel 2). In vergelijking met de werknemer zonder kinderen ten laste, zien we een duidelijke afname
van de te betalen belastingen. Dit omwille van de verhoging van het belastingvrije minimum voor
gezinnen met kinderen. Daarnaast heeft het gezin maandelijks recht op kinderbijslag. In deze
simulatie zal dit een verhoogde kinderbijslag zijn omdat het gaat om een alleenstaande ouder met
een beperkt inkomen. Tot slot worden kinderopvangkosten in rekening gebracht. Zowel in MOTYFF
als in STASIM wordt immers verondersteld dat de voltijds werkende ouder voltijds gebruik maakt van
kinderopvang. Omwille van de vergelijkbaarheid tussen beide modellen veronderstellen we dat de
ouder gebruik maakt van formele gesubsidieerde kinderopvang8. De berekeningswijze van de hoogte
van de kinderopvangkosten verschilt wel tussen beide modellen. STASIM volgt wederom de logica
van te kijken op jaarbasis. Bij een voltijdse tewerkstelling gaat STASIM ervan uit dat er 230
opvangdagen per jaar nodig zijn 9 . STASIM berekent de kostprijs voor 1 dag opvang en
vermenigvuldigt dit bedrag met 230, om zo de jaarlijkse kinderopvangkost te bepalen. Dit bedrag
wordt dan gedeeld door 12 om de maandelijkse kostprijs te bepalen. MOTYFF bekijkt de kostprijs van
kinderopvang op kortere termijn en berekent deze op maandbasis. Bij een voltijdse tewerkstelling
wordt er uitgegaan van 5 opvangdagen per week. Het berekende dagbedrag voor opvang wordt eerst
maal vijf gedaan (weekbedrag) en nadien maal 4,33 om een maandbedrag te bekomen. De jaarlijkse
kostprijs voor kinderopvang is dan gelijk aan dit maandbedrag maal twaalf. Aangezien MOTYFF
rekent op basis van een maand waarin geen vakantiedagen (waarop geen kinderopvang nodig is)
worden opgenomen, ligt de kostprijs van kinderopvang hoger in vergelijking met STASIM.
8
In MOTYFF is het ook mogelijk om te kiezen voor formele niet-gesubsidieerde kinderopvang, waarbij de
gebruiker de kostprijs van een dag opvang zelf moet ingeven.
9
Waarom 230 opvangdagen op een jaar? 5 dagen opvang in een week * 52 weken = 260 dagen opvang. Verder
is er geen opvang nodig op wettelijke feestdagen (10 per jaar) en op vakantiedagen (20 per jaar). Dus opvang
nodig op 260 – 10 – 20 = 230 dagen per jaar.
5
Tabel 2: Berekening van het netto beschikbaar gezinsinkomen voor een alleenstaande vader met 1
kind ten laste (2j), die voltijds werkt aan het minimumloon, vergelijking tussen STASIM en
MOTYFF, 2012
STASIM
MOTYFF
Bruto jaarinkomen
19.259
21.276
Sociale bijdragen
408
888
Personenbelasting
1.927
2.424
Kinderbijslag
1.571
1.620
Kinderopvangkost
1.451
1.776
Netto beschikbaar jaarinkomen
17.044
17.784
Bron: MOTYFF & STASIM, eigen berekeningen auteurs
In tabel 3 tot slot kijken we wederom naar dezelfde werknemer, maar nu met drie kinderen ten laste.
Ze zijn respectievelijk 6, 14 en 20 jaar oud en gaan allen naar school. De te betalen personenbelasting
is een stuk gedaald in vergelijking met de vorige simulaties. In de simulatie op basis van STASIM krijgt
het gezin zelfs 242 euro terug van de belastingen. We zien verder dat dit gezin, in vergelijking met
het vorige gezin met één kind, logischerwijze een hoger bedrag krijgt aan kinderbijslagen. Daarnaast
wordt in MOTYFF, in tegenstelling tot in STASIM, de hoogte van de studietoelagen berekend. Hierbij
wordt een onderscheid gemaakt tussen pendel- en kotstudenten, waar het bedrag van ontvangen
studietoelagen, zoals de regelgeving rond studietoelagen voorziet, hoger ligt bij laatstgenoemden.
Tabel 3: Berekening van het netto beschikbaar gezinsinkomen voor een alleenstaande vader met 3
kinderen ten laste (6j, 14j en 20j), die voltijds werkt aan het minimumloon, vergelijking tussen
STASIM en MOTYFF, 2012
STASIM
MOTYFF (20j=pendel)
Bruto jaarinkomen
19.259
21.276
MOTYFF
(20j=kot)
21.276
Sociale bijdragen
408
888
888
Personenbelasting
-242
108
108
Kinderbijslag
8.585
9.000
9.000
Kinderopvangkost
1.595
996
996
Studietoelage
/
2.844
4.284
Netto beschikbaar jaarinkomen
26.084
31.116
32.556
Bron: MOTYFF & STASIM, eigen berekeningen auteurs
Meest opvallende verschil tussen STASIM en MOTYFF in deze simulatie is de hoogte van de te
betalen buitenschoolse kinderopvangkosten (voor het kind van 6 jaar). We gaven boven reeds aan
dat er een verschil is tussen beide modellen in de berekening van de kostprijs van voorschoolse
kinderopvang. Maar ook in de berekening van de buitenschoolse kinderopvang (voor kinderen tussen
3 en 12 jaar oud) zijn er verschillen. Hoe komt STASIM aan een bedrag van 1.595 euro per jaar?
Zowel in STASIM als in MOTYFF maken we de assumptie dat de werkende ouder tijdens schooldagen
gebruik maakt van 1 uur voorschoolse kinderopvang en 1,5 uur naschoolse opvang. De kostprijs per
6
half uur opvang bedraagt in STASIM 0,89 euro. Dit tarief is gebaseerd op informatie van de Landelijke
Kinderopvang. Op woensdag is er naast 1 uur voorschoolse opvang nood aan 4 uur naschoolse
opvang in de namiddag, dit aan een kostprijs van 6,53 euro. Tijdens schoolvakanties is er nood aan
een hele dag opvang, dit aan een kostprijs van 12,95 euro per dag opvang. Echter, we maken de
assumptie dat de ouder maar 10 weken kinderopvang nodig heeft in schoolvakanties, omdat hij zelf
vier weken vakantie neemt waarin hij zelf voor de opvang van zijn kind kan zorgen. Tellen we al deze
elementen samen, dan komen we op een jaarlijkse kostprijs van 1.595 euro.
De tarieven van buitenschoolse kinderopvang zijn in MOTYFF bepaalt op basis van gegevens van Kind
en Gezin. Deze tarieven liggen lager dan die van de Landelijke Kinderopvang. De kostprijs van
kinderopvang wordt in MOTYFF bepaald op maandbasis. We maken de assumptie dat een voltijdse
werknemer in een normale werkweek nood heeft aan 4 dagen met 1 uur voorschoolse opvang en 1,5
uur naschoolse opvang. De kostprijs voor een half uur opvang bedraagt 0,74 euro. Op woensdag
heeft de werkende ouder nood aan 1 uur voorschoolse opvang en een namiddag naschoolse opvang,
dit aan een kostprijs van 5,92 euro. Het weekbedrag wordt vermenigvuldigd met 4,33 om een
maandbedrag te komen en nadien met 12 om een jaarbedrag te bekomen. MOTYFF houdt met
andere woorden geen rekening met vakantiedagen, waarop meer uren opvang nodig zijn, noch met
de vakantiedagen die de ouder zelf opneemt, en waarop geen opvang nodig is. Daarnaast wordt er
gerekend met lagere tarieven in MOTYFF. Beide elementen verklaren de duidelijk lagere
kinderopvangkost in MOTYFF in vergelijking met STASIM.
Besluit
Met MOTYFF is er een standaardsimulatiemodel ontwikkeld dat als opvolger kan dienen van STASIM.
Het belangrijkste voordeel van MOTYFF is dat er een gebruiksvriendelijke interface is gebouwd,
waardoor het instrument toegankelijk wordt voor alle geïnteresseerde gebruikers. Daarnaast is
MOTYFF een flexibeler instrument dan STASIM, waardoor er meer simulaties mogelijk zijn en dit voor
complexere gezinstypes. Als we echter de resultaten van STASIM vergelijken met deze van MOTYFF,
dan moeten we er ons bewust van zijn dat er een aantal verschillende keuzes gemaakt zijn bij de
ontwikkeling van beide modellen, want een impact heeft op de berekende netto beschikbare
gezinsinkomens. Zo kijkt STASIM naar de situatie op 1 januari, waar MOTYFF dit doet voor 30 juni.
Het misschien wel belangrijkste verschil is dat MOTYFF de hoogte van uitkeringen berekent op korte
termijn (= maandbasis), en deze nadien vermenigvuldigt met 12 tot een jaarbedrag. STASIM
daarentegen berekent de hoogte van de ontvangen uitkeringen op langere termijn (= jaarbasis), en
deelt deze nadien door twaalf om een maandbedrag te bekomen. Ook in de berekening van
bijvoorbeeld de kinderopvangkost werkt MOTYFF op maandbasis, waar STASIM een jaarbedrag
berekent en dit nadien deelt door twaalf om een maandbedrag te bekomen. Hierdoor ligt bv. de
berekende kostprijs van buitenschoolse kinderopvang in MOTYFF duidelijk lager in vergelijking met
STASIM.
7