Nieuwe regelgeving antibiotica

Nieuwe regelgeving antibiotica
Gerrit Hegen
www.deboerenveearts.nl
KoeKompas: een voorspellende
risicoinventarisatie van het
melkveebedrijf
Kwaliteitsmanagement
presentatie aan “buitenwereld”
7
Kritische Succesfactoren
eigen beoordeling/vergelijking
40
Prestatie-indicatoren
wat de veehouder doet
> 100
Management Controle Punten
Terminologie uit INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit)
Risicovol
Risicoarm
1
2
3
4
5
Score op schaal van 1 tot en met 5
3
KoeKompas is….
•  Vervanger Periodiek
bedrijfsbezoek
•  Vervanger
Bedrijfsgezondheidsplan
•  Samen met het
Bedrijfsbehandelplan de
basis voor verantwoord
diergeneesmiddelengebr
uik
•  Alleen eerste keus op bedrijfsbehandelplan, tenzij…
•  Onderbouwing met b.o. + ABG
•  Geen gebruik meer van derde en vierde
generatie middelen, tenzij
aangetoond dat eerste/
tweede niet meer werken
Monitoring antibioticum gebruik:
•  Berekenen
dierdagdoseringen
DDD
•  Berekenen gebruik 2e
en 3e keuze
antibiotica
•  Data base MediRund
•  Via VetCis
Wat wil DDD zeggen…
•  DDD = dierdagdosering
•  Het aantal dagen dat een aanwezig dier
gemiddeld een antibioticabehandeling
ondergaat
•  Voorbeeld;
–  Uierinjector 2 x daags = 1 dierdagdosering
–  Kuur, 3 dagen met bijv. penicilline = 3
dierdagdoseringen
–  Droogzetter; elke injector is 1 DDD
Normen 2011
11,5
8
4,6
Onderverdeling DD/DJ, 2012
2,5
2
1,5
1
0,5
0
baarm. Droogz.
3%
40%
inj.
35%
Mast.
19%
oraal
poeder
4%
2013
•  Op een melkveebedrijf mag maximaal voor 15% van de
dieren een antibiotica voorraad aanwezig zijn
•  De effectiviteit van de antibiotica behandelingen moet
worden meegenomen in de evaluatie van het BBP en
BGP. DDD > 6, dan 4 x per jaar evaluatie
•  Streefwaarde DDD en op welke termijn dit gerealiseerd
denkt te gaan worden
•  Koppelbehandeling alleen na klinische inspectie v/e
dierenarts
•  Beter volgen van bijsluiter!
1 maart 2014….
•  Alle antibiotica voor vee gaan onder het
UDD regime vallen
•  Alleen dierenartsen mogen ze nog
toepassen
•  Als wordt voldaan aan strikte
voorwaarden op het gebied van
diergezondheidsmanagement en
antibioticumgebruik dan kan de boer het
nog zelf doen.
Hoofdregel….
•  Dierenarts bepaalt op
basis van een
klinische inspectie
dat bepaalde dieren
behandeling met
antibiotica
behoeven…
•  Veehouder mag
behandeling afmaken
Uitzondering op hoofdregel….
www.deboerenveearts.nl
Verbod gebruik droogzetters als
preventieve behandeling
•  Gezondheidsraad: advies verbod
preventief gebruik antibiotica in
dierhouderij
•  Advies overgenomen door Ministerie
Economische zaken
•  Droogzetters enige preventieve gebruik in
melkveehouderij
•  Ontwikkeling handvaten…
Droogzetter, proef selectief droogzetten
•  Onderzoek selectief
droogzetten:
•  1642 laag celgetal
koeien op 97
bedrijven
–  Koeien < 250.000
–  Vaarzen< 150.000 bij
laatste MPR
Resultaten
• 
• 
• 
• 
• 
6628 kwartieren
319 kwartieren mastitis van 243 koeien
119 waren behandeld met droogzetter
200 waren behandeld zonder droogzetter
Dus 1,7 x vaker mastitis zonder
droogzetter
•  Vooral tijdens droogstand meer mastitis
Conclusies onderzoek
•  Selectief droogzetten leidt tot een afname van
het antibioticumgebruik en tot een toename van
mastitis
•  Klinische mastitis rond de droogstand hangt
samen met managementfactoren (infectiedruk,
weerstand, melkmachine)
•  De gevolgen t.a.v. mastitis door selectief
droogzetten zijn op bedrijfsniveau te
verminderen door de juiste dieren te selecteren:
–  Vaarzen < 150.000, oudere dieren <50.000 cellen
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
Selectief droogzetten
Aandachtspunten:
Voeding eind lactatie
Celgetal??
Mastitis lactatie??
Infectiedruk
Hygiëne!!
Orbeseal
Droogzetters
•  Gebruik droogzetters stabiel sinds (minimaal)
1998
•  2008:
–  87% vd bedrijven alle dieren droogzetters
–  11% selectief
–  2% geen antibiotica
•  Droogzetters enig preventieve gebruik
antibiotica in de melkveehouderij
–  Ca 40% van het gebruik
–  Gemiddeld 2,1-2,8 DD/DJ
Droogzetten….
•  De nieuwste richtlijnen…
–  Gepresenteerd nov 2013
–  Gaat in per 6 januari 2014
Robotdata
mastitis
1. 
2. 
3. 
4. 
Geleidbaarheid
Aantal melkingen
Melkproductie
Herkauwactitviteit
Hulpmiddel….
SEGMENTATIE
KLINISCHE MASTITIS LAAG, CELGETAL
HOOG (4)
•  Bespreken: wat is klinische mastitis
•  Registratie bekijken (evaluatiekaart klinische mastitis)
•  Droogzetten
•  Zie segment 2
%
KLINISCHE MASTITIS HOOG, CELGETAL
HOOG (2)
•  Kweek
•  Koegebonden / omgevingsgebonden
•  Tijdstip klinische mastitis (<30 dagen, >30 dagen)
•  Evaluatie behandeling mastitis
•  Dipmiddel (contact)
•  Melkmachine (tepelvoeringen)
•  Handschoenen
•  Groepen maken
•  Droogzetten
%
Het nieuwe droogzetten
Diagnostiek is de basis.
Celgetalbepaling via MPR wordt
geaccepteerd als diagnostiek! Niet ouder
dan 6 weken
Het nieuwe droogzetten
Celgetal op moment van droogzetten:
•  Koe met celgetal <50.000 en vaars met
celgetal <150.000 = preventief
droogzetten en dat kan niet meer.
•  Koe met celgetal >50.000 en vaars met
celgetal >150.000 = curatief droogzetten
en dat mag nog wel.
Het nieuwe droogzetten
Kanttekening niet droogzetten met
antibiotica:
•  koe heeft in lactatie geen mastitis gehad
en geen verhoging > 250.000 (vaars >
150.000).
Het nieuwe droogzetten
•  Koe met celgetal > 50.000 en <250.000 is
niet ernstig besmet, droogzetten met
Orbenin Dry Cow (1e keuze droogzetter)
•  Koe met celgetal >250.000 of vaars met
celgetal >150.000 is ernstig (chronisch)
besmet, droogzetten met Orbenin Extra Dry
Cow (1e keuze droogzetter) of, na
onderbouwing een tweede keuze
droogzetter (Supermastidol, Ubrostar)
Het nieuwe droogzetten
•  Proberen om melkproductie droog te
zetten koe onder de 15 liter te krijgen
•  Lichtmelkte koe die >15 liter melk geeft
op moment van droogzetten: OrbeSeal
gebruiken onafhankelijk of je wel of niet
een droogzetter gebruikt.
•  Algehele hygiëne!!!!
Na afkalven….
•  Controle genezing:
hoog in => laag uit
•  Controle effect niet droogzetten:
laag in => hoog uit
www.deboerenveearts.nl
Checklist droogzetten
Een optimale start van de nieuwe lactatie
Droogzetten is een routineklus op veel melkveebedrijven. Toch heeft elke melkveehouder zijn eigen aanpak.
Met deze checklist brengt u het droogzetmanagement in beeld en kunt u mogelijke verbeterpunten signaleren.
Voorkom stress
Ja*
Nee*
1 Zet u koeien groepsgewijs droog?
2 Begint u een maand voor het droogzetten met het afbouwen van de krachtvoergift?
3 Bekapt u op het moment van droogzetten de klauwen?
Geef mastitisverwekkers geen kans
4 Melkt u de droog te zetten koeien als laatste?
5 Zet u koeien in één keer droog? (dus niet geleidelijk het aantal melkmalen afbouwen)
6 Is de gemiddelde melkgift op het moment van droogzetten <15 kg?
7 Zet u de koeien droog in de melkstal?
8 Draagt u nieuwe handschoenen tijdens het droogzetten?
9 Gebruikt u voor iedere speen een nieuw tepeldoekje?
10 Ontsmet u alleen de speenpunt en het slotgat? (dus niet de gehele speen)
11 Is de droogzetbehandeling opgenomen in het bedrijfsbehandelplan?
12 Zet u alle koeien droog met droogstandinjectoren (één injector per kwartier)?
13 Gebruikt u naast antibiotica ook OrbeSeal?
14 Gebruikt u de koecelgetalgegevens bij bepalen van de droogzetbehandeling?
15 Worden de spenen na het inbrengen van de injector gedipt of gesprayd?
16 Laat u de koeien na het droogzetten tenminste een half uur vaststaan?
17 Noteert u de droogzetdatum en de gebruikte droogstandinjector?
Geef goede nazorg
18 Worden de droogstaande koeien in twee groepen gehuisvest?
19 Worden de boxen van de droogstaande koeien 2x per dag schoongemaakt en opnieuw ingestrooid?
20 Wordt de afkalfstal na iedere kalving schoongemaakt?
21 Is de voeding afgestemd op de behoefte van de droogstaande koeien?
22 Is er een goede watervoorziening voor de droogstaande koeien?
23 Is de mineralenstatus van de droogstaande koeien bekend?
24 Controleert u de uier van de droogstaande koeien de eerste week dagelijks en daarna wekelijks?
25 Beoordeelt u het effect van de droogstandinjector, na afkalven, met behulp van het individueel koecelgetal?
Evalueer de droogstand
Getallen overnemen uit de PIR-DAP droogzetevaluatie
Aantal laag in - laag uit
1
Aantal laag in - hoog uit
2
Aantal hoog in - laag uit
3
Aantal hoog in - hoog uit
4
Nieuwe attenties (% van de laag celgetal koeien, die verhoogd de droogstand uitkomen)
2 / ( 1 + 2 )x 100% =
Norm:
Genezing (% van de hoog celgetal koeien, die met een laag celgetal de droogstand uitkomen)
3 / ( 3 + 4 )x 100% =
> 80%
* Heeft u vragen met ‘nee’ beantwoord, dan kan de werkwijze nog verbeterd worden.
Zoetis B.V., Postbus 37, 2900 AA Capelle a/d IJssel
www.zoetis.nl - [email protected]
© 2013 Zoetis B.V.
< 5%
Oorzaken antibioticumgebruik bij
fokkalveren…
1.
2.
3.
4.
Kijken naar weerstand….
Ligcomfort
Beschadigingen +
Spierblessures +
Spierstijfheid +
___________________
= Oxidatieve stress
Conditiemanagement…
VEM/DVE verhouding
0-120 dagen in lactatie: glucogene behoefte
•  Erg nadelig dat je in die periode eiwit gebruikt voor de
energievoorziening
180 – 300 dagen in lactatie: kans op vervetting
•  Te veel bestendig zetmeel
•  Overmaat pensenergie t.o.v. penseiwit
Lactatie-conditiecurve
5
4
3
2
1
BCS
BST
Energie
VEM:DVE = 12:1
Insuline
Eiwit
VEM:DVE = 10.5:1
Energie
•  De Nederlandse
melkkoe is gefokt op
insulineresistentie….
•  Dat heeft
consequenties voor
de
energiestofwisseling
•  Hoe kun je dat
managen?
•  Droogstand en
transitie
•  Conditiemanagement
50 900 45 800 40 700 35 30 600 25 20 400 500 300 15 — TMA (lbs) 10 -­‐-­‐-­‐ NEFA 200 100 5 0 -­‐29 -­‐22 Bron:Burhaus et al., 1999
-­‐15 -­‐8 -­‐1 6 Transi>e periode in dagen 13 20 27 0 Plasma NEFA meq/L lb/d.s. opnameper dag De relatie tussen de d.s. opname en de NEFA-concentratie in het plasma
gedurende de close-up periode
NEFA NIVEAU IN HET BLOED EN ZIEKTE
INCIDENTIE
KEES PEETERS DAP BORNERBROEKWIERDEN
44
en.’
zondheid en wellicht de productiecapaciteit van de volgende generatie. ‘Mijn advies voor de veehouder is niet nieuw,
maar ik wil wel het belang van metabool
welzijn nog eens extra benadrukken.’ l
n met insemineren?
Veeteelt febr.2013: Zorg voor de volgende genera6e begint al g of veehouders langer moeten
met insemineren na het afkalLeroy resoluut nee. ‘Metabool
het wellicht beter, maar het
hte economische gevolgen als
senkalftijd verder laten oplont onderzoek uit Utrecht heeft
aar eens onomstotelijk aanget veehouders wel moeten doen,
dat de negatieve energiebalans
ogelijk duurt.’
adrukt het belang van een
de groei en de kwaliteit van
*
controlegroep
5
240
9
vroeg Conclusies
– De negatieve energiebalans
heeft een nadelige invloed op
de ontwikkelende eicel.
– Zo’n ‘benadeelde eicel’ is minder levensvatbaar.
– Nakomelingen uit een ‘benadeelde eicel’ zijn minder vruchtbaar en/of gevoeliger voor stofwisselingsziekten.
– Zowel voor de koe als voor haar
toekomstige kalf is het goed
de negatieve energiebalans zo
kort mogelijk te laten duren.
– Het onderzoek onderstreept
het belang van een goede start
van de lactatie, vooral met het
oog op de volgende generatie.
P in de koe….
In de 1e kolom de netto P
behoefte per kg DS volgens
de CVB norm.
•  In de 2e kolom het
gemiddelde P gehalte van
rantsoenen van bedrijven van
For Farmers die werken met
forfortaire normen
•  In de 3e kolom het P gehalte
op bedrijven die werken met
BEX in 2010.
Conclusie:
•  op bedrijven die onder het
gemiddelde scoren kan de P
voorziening van een of
meerdere diercategoriëen
onder de CVB normen
terechtkomen. Op de Bex
bedrijven is dat risico het
grootst.
• 
En daar fietst fosfor
nog tussen door…
Eiwit in de melkkoe…
•  15% RE in basisrantsoen
•  VEM-DVE verhouding
afhankelijk van
lactatiestadium
•  OEB overmaat voorkomen
•  Eiwit in voeding sturen
op basis van
tankonderzoek en
koesignalen….
•  Zorg voor goede
penswerking en durf
grenzen eiwitvoorziening
op te zoeken
•  Omzetten N verbindingen in
ureum kost veel energie:
beperk dat dus zo veel
mogelijk
•  Goede
herkauwactiviteit=recycling
van N en P via het speeksel
•  Goede darmwerking=recycling
van N in de dikke darm
Grenzen opzoeken….
•  Als je de grenzen opzoekt van het RE
gehalte in het melkveerantsoen dan komt
dat de voerefficiëntie ten goede
•  Maat: melkeiwit en melkureum
•  C/N verhouding beter
Eiwitbehoefte voor jongvee…
Leeftijd
in mnd
d.s. opname
in kg
Ruw eiwit
in %
Bestendig deel
v/h ruw eiwit
<6
3.2 – 4.1
18
35 – 45 %
6 – 10
4.5 – 6.4
17
35 – 45 %
10 –14
6.8 – 8.2
17
25 – 35 %
14 – 18
8.6 – 10.9
16
15 – 20 %
18 - 24
11.4 – 15.9
15
10 – 15 %
Altijd minimaal 800 – 850 VEM/kg d.s.
Eiwit
•  Kies voor
eiwitproductie via
eigen ruwvoer en word
minder afhankelijk van
duur krachtvoereiwit
•  Beweiding inpassen als
eiwitaanvulling,
waarmee krachtvoer
bespaard kan worden
•  Derogatierantsoen met
30% mais pakt goed uit
bij goed producerend
grasland
•  NLV bodem:
bodemleven,
organische stof
•  Verfijning van de
bemesting
•  Evenwichtsbemesting
•  Bewuste keuze
grasmengsels
•  Doe iets met klaver
•  Zwavel heeft invloed
op de eiwitkwaliteit
Structuur
•  Structuurmat:
belangrijk voor
passagesnelheid en
verteringsefficiëntie
•  Prik: regelt de
herkauwactiviteit en
daarmee de pens pH
•  Drijvend vermogen
•  Structuurverlies =
verlies van
deeltjeslengte
•  DS gehalte van
invloed op de prik
•  Waslaag gras,
koolzaadstro
Voldoende effectieve structuur
•  Koesignalen: goede pensvulling, meer liggen en
herkauwen, goed verteerde mest
•  Meer rust in de stal
•  Beter robotbezoek
•  Betere voerefficiëntie
•  Gezondere koeien
Beoordeling structuur
• 
• 
• 
• 
% deeltjes 4-6 cm → structuurmat pens
Prik op de hand → prik penswand
Bol voer samen knijpen: expansie
Bol voer samengeknepen in emmer water: beoordeling
drijvend vermogen
•  Schudbak
•  Gras in de pens….
En dan nog wat….
• 
• 
• 
Zuurwaarde: kuilzuren +
penszuren
Bufferwaarde: NDF, ADL,
haksellengte
Buffer en zuur in balans!
KREUPELHEID:
CHRONOLOGISCHE VOLGORDE VAN OORZAKEN
Voeding
• Te veel krachtvoer
• Te fijn ruwvoer
• Onvoldoende rantsoen strategie
• Foutieve krachtvoer/ ruwvoer balans
Pensverzuring
Afsterven gram negatieve bacterien
Schimmels/Mycotoxinen
Infectieuse aandoeningen
• Metritis
• Mastitis
• Aan de nageboorte
blijven staan
Vrijkomen gifstoffen
Aantasting bloedvaten
Genetisch
Metabolische problemen
• Melkziekte
• Ketose
Vaatvernauwing of -verdikking
Verzwakte klauwen (Hoeven)
• Afbraak van steunweefsel
• Aanmaak van slechte kwaliteit hoorn
KREUPELHEID
DC - 12
Adapted from Hoof Care for Dairy Cattle, 1992. J.E. Nocek
Omgevingsfactoren
• Stress
• Trauma
• Beweging
• Klauwverzorgen
Hormonen
Prostaglandines (Genestranvet, Prosolvin,
Dinolytic)
GnRH (Receptal)
Progesteron (spiraal)
Oestrogenen
Gebruik alternatieven?
•  Wie heeft al ervaring met alternatieven?
–  Orbeseal?
–  Omnigen?
–  Knoflook?
–  Pyrogenium?
–  Herbamast/ Herbadry?
–  …
www.deboerenveearts.nl
Dank voor de aandacht.
www.deboerenveearts.nl