Lucidarium

BO
ZAR
MU
SIC
Lucidarium
06.05.2014
Kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Kapelle | Église Notre-Dame de la Chapelle
Lucidarium
“Ayn neue Lid – Jiddische liederen uit de
Renaissance | chants yiddish de la Renaissance
Tzur mishelo okhalnu
Lied voor de Sabbat, 16e eeuw, Zuid-Duitse transcr. |
Chanson pour le Sabbat, XVIe siècle, transcr. de l’Allemagne du sud,
uit | extr. D-Mu, Cod. Ms. 757 (4o)
Anello
Guglielmo Hebreo da Pesaro
(ca. 1420-ca. 1484)
Doz Mensh Geglikhn (De dagen van de mens | Les jours de
l’homme)
tekst | texte: anoniem | anonyme,
uit | extr. MS Can. Or. 12, Bodleian Library Oxford, Venezia, ca. 1550
muziek | musique: Bergamasche,
uit | extr. Hainhofer Lautenbuch, Uhrovec Ms. & traditioneel Italiaans |
traditionelle italienne
Zohn des wain bin ikh g‘hais‘n
tekst | texte: Zalman de Schreiber
muziek | musique: anoniem Duits, 16e eeuw | anonyme allemand,
XVIe siècle
Contrasto in ottava tra vino e acqua
tekst | texte: Francis Biggi
muziek | musique: traditioneel | traditionelle
Fenus wolt in shpiegel sehn
tekst | texte: anoniem | anonyme,
uit | extr. Wallich Manuscript, Ms. hebr. oct. 219, Stadt- und Universitätsbibliothek, Frankfurt am Main
muziek | musique: Magdeburg ist, anoniem lied | chant anonyme
Tamburino (instr.)
uit | extr. Hainhofer Lautenbuch
./..
1
Di’ fisch im waser won’n
tekst | texte: uit | extr. Wallich Manuscript, Oxford Bodleian Oppenheimer. add. 4o 136
muziek | musique: Deutsche Tanz, uit | extr. Hainhofer Lautenbuch
Azo vil ikh zingin
tekst | texte: anoniem | anonyme,
uit | extr. Wallich Manuscript
muziek | musique: Was soll Man op di Aben thun,
uit | extr. Hainhofer Liederbuch / Wat zalmen op den Avond doen
van | de Jacob van Eyck (ca. 1590-1657)
Ai’, warum wilstu hinweken zihen
tekst | texte: anoniem | anonyme, uit | extr. Wallich Manuscript
muziek | musique: Vröhlich in Ehren van | de Melchior Frank (ca. 15791639), uit | extr. Fasciculus Quodlibeticus, Coburg, 1611
Epelekh un’ barelekh
transcr. Moishe Beregovski,
zoals gezongen door | tel que chanté par F. Khenkina, Kiev, 1929
pauze | pause
Judentanz (instr.)
Wolff Heckel (ca. 1515-ca. 1562): Judentanz, uit | extr. Lautten Buch,
von mancherley schönen und lieblichen Stucken…, Strasbourg, 1556
Azamer Bishvachin
tekst | texte: Isaac Luria (1534-1572)
muziek | musique: traditioneel | traditionelle
Es ist kain gröser frayd uf erd‘n
tekst | texte: uit | extr. Ms. hebr. oct. 219, Frankfurt am Main
muziek | musique: anoniem | anonyme, Es ist uf erden kein schwerer
leiden
2
Eli Tsiyon
Corrente (instr.)
- traditioneel Asjkenazisch | traditionel ashkénaze
- Giovanni Lorenzo Baldano (1576-1660): Corrente,
uit | extr. Libro per scriver l’intavolatura per sonare sopra le sordelline,
Savona 1600
Mo’oz Tzur (instr.)
anoniem, voor Chanoeka | anonyme, pour Hanoucca
melodie gebaseerd op | mélodie basée sur Nun freut euch
van | de Caspar Othmayr, uit | extr. Bicinia Sacra (Johann vom Berg &
Ulrich Neuber, Nürnberg, 1547), arr. Marco Ferrari
Soli Deo Gloria
Canterò de l’honore del Mondo infame (instr.)
uit | extr. C.F. Rolla: Canzonette Spirituali, e Morali, che si cantano
nell’Oratorio di Chiavenna, Milano, 1657
Ikh ging bei’ ain’r nòkht
tekst | texte: anoniem | anonyme, uit | extr. Wallich Manuscript
muziek | musique: Spagnoletto, uit | extr. Hainhofer Lautenbuch
21:45 – Einde van het concert | Fin du concert
Nederlandse teksten, p. 5
Textes français, p. 9
Biografie | Biographie, p. 14
Gezongen teksten | Textes chantés, p. 16
VR1 Stemmen uit renaissance en barok | Voix de la renaissance et du baroque
3
coproductie | coproduction
copresentatie | coprésentation
BO
ZAR
MU
SIC
Lucidarium dankt Dr. Diana Matut voor het gebruik van haar
transcripties uit Ms. opp. add. 40 136, (Bodleian Library, Oxford; het
zogenaamde Wallich Manuscript) en Ms. hebr. oct. 219 (Stadt- und
Universitätsbibliothek, Frankfurt am Main), recent gepubliceerd in
Dichtung und Musik im frühneuzeitlichen Aschkenas (Koninklijke Brill NV,
Leiden, 2011).
Voor dit projet kreeg Lucidarium de steun van de Rothschild
Foundation en de European Association for Jewish Culture.
NL
Lucidarium remercie Dr. Diana Matut d’avoir accepté d’utiliser ses
transcriptions du Ms. opp. add. 40 136 (Bodleian Library, Oxford; communément nommé Wallich Manuscript) et du Ms. hebr. oct. 219 (Stadt- und
Universitätsbibliothek, Frankfurt am Main), récemment publiés dans
Dichtung und Musik im frühneuzeitlichen Aschkenas (Koninklijke Brill NV,
Leiden, 2011).
Pour ce projet, Lucidarium a reçu le soutien de la Rothschild
Foundation et de l’European Association for Jewish Culture.
FR
Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel uw gsm of
elektronisch uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen en
opnames te maken.
Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones
portables, montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer
et enregistrer.
4
Toelichting
Achtergrond en bronnen
Het leven van Joden in het Duitsland van de middeleeuwen en de
renaissance werd gekenmerkt door een afwisseling aan periodes van vijandigheid en periodes van relatieve tolerantie van de lokale bevolking,
prinsen en kerkelijke instituten. Een voortdurende cyclus van voorwaardelijke acceptatie, onderdrukking, uitzetting (of erger) duurde voort tot
de Verlichting. Ondanks alle tegenspoed is het duidelijk dat er toch een
bloeiende Joodse culturele traditie bestond, die nauw verbonden was met
de lokale cultuur. In deze tijd wortelt de kiem van de ‘Yiddischkeit’, een
muzikale en poëtische traditie die gedurende honderden jaren de identiteit van een volk bepaalde.
Op slechts enkele uitzonderingen na is er geen muziek van Joodse
componisten, of muziek met een specifieke Joodse bestemming overgeleverd uit de zestiende eeuw. We weten echter dat de Duitse Joden in de
renaissance een rijk muzikaal leven kenden. Hiervan wordt gerept in archieven en kronieken, en er zijn bewijzen van de ‘Tanzhauser’ in Joodse
wijken. Honderden liederen zijn overgeleverd in bronnen waarin alleen
de teksten werden genoteerd. De Jiddische, Hebreeuwse en Italiaanse
teksten werden in Hebreeuwse letters opgeschreven, wat de Joodse herkomst onmiskenbaar maakt. De muziek zelf werd vrijwel nooit genoteerd
maar vooral oraal overgedragen, en ook wereldlijke liedjes kon iedereen
uit het hoofd zingen.
Het meest omvangrijke manuscript dat nog bestaat is het zogenaamde
Eisek Wallich-manuscript, dat een mooie inkijk geeft in de muzikale smaken en gewoontes van een gewone Duits-Joodse familie aan het einde
van de zestiende eeuw. De collectie bevat teksten met specifiek Joodse
bestemmingen, zoals liederen voor feestdagen of belangrijke levensmomenten, alsook Bijbelvertalingen en Hebreeuwse liederen. Het grootste
deel van de zestig liederen zijn in feite de ‘hits’ van die tijd, ofschoon
ze soms zijn aangepast voor een Joods publiek. Het Wallich-manuscript
bevat alleen de teksten, maar de muziek van meer dan twintig liedjes is
gevonden in andere bronnen, veelal in Latijns schrift en van niet-Joodse
oorsprong. Dit zijn de ‘schlagers’ die zowel door Joden als niet-Joden werden gezongen bij huwelijken, besnijdenissen en dopen.
5
Het concertprogramma
Lucidarium begint met het enige complete, Joodse stuk muziek uit de
renaissance dat met muziek is overgeleverd: Tzur mishelo okhalnu, een traditioneel lied voor de Sabbat, dat met veel moeite is uitgeschreven door een
groep Christelijke Hebraïstische priesters uit de kringen rond Johannes
Reuchlin – een vroeg voorbeeld van etnomusicologisch veldwerk. De
melodie is op zich niet bijzonder en klinkt als een typisch Duits koraal.
Mo’oz Tzur, een hymne voor Chanoeka die in de hele Asjkenazische wereld gezongen wordt, heeft dezelfde melodie als het Lutherse koraal Nun
freut euch liebe Christen g’mein: een wonderlijk voorbeeld van overlevering.
Italië was indertijd een veilige haven voor Joodse intellectuelen en
groeide uit tot een centrum voor Joodse composities en publicaties. Er bestond een uitwisseling met de Duitse landen, want Italiaans-Joodse musici, zoals Abramo dell’Arpa, waren zeer gewild aan de Duitse hoven. Het
enige Jiddisch-Italiaanse lied uit de renaissance, Doz Mensh Geglikhn (De
mens vergeleken), werd gekopieerd in Venetië. Het lied volgt de voortgang van het leven van de mens en vergelijkt hem tijdens elke levensfase
met een ander wezen: van een koning bij de geboorte tot een muis op
honderdjarige leeftijd.
Veel ballades uit Duits-Joodse bronnen vinden hun oorsprong in de
collectieve Europese volksmuziek: onzinnige liedjes als Azo vil ikh zingin,
huwelijksliedjes als Fenus wolt in Shpiegel sehn en liefdesliederen als Ikh
ging bei’ ain’r nòkht. Andere liedjes, in gemengd Duits en Hebreeuws, hebben een meer Joodse inslag. Er zijn devote, maar ook schokkend vulgaire
voorbeelden. Ele divrei Habaress is een vroeg voorbeeld van de kunst van
de badkhen, de uitgelaten nar die nog altijd een belangrijke figuur is bij
orthodoxe huwelijken. Maar liefst 80 procent van de tekst is hier gecensureerd, omdat deze wel erg ‘hardcore’ is voor een eenentwintigste-eeuws
publiek. De devotie wordt vertegenwoordigd door Min Hamezar, ich tu
anruf’n got, dat Duits en Hebreeuws combineert in een vrije vertaling van,
en commentaar op Psalm 118. Es ist kain gröser frayd uf erd’n is een van
de slechts twee bekende gezongen gedichten met een specifiek Joodse
inhoud, waarvan de melodie te reconstrueren is.
Veel van het latere Oost-Europese Jiddische repertoire kent overeenkomsten in beeldspraak, thema’s en poëtische vorm (hoewel zelden in
melodie) met de Duits-Joodse liederen uit de zestiende en de zeventiende
eeuw, de tijd van de eerste grote diaspora van de Asjkenazische Joden.
6
Overeenkomsten zijn bijvoorbeeld zichtbaar in Ai’, warum wilstu hinweken zihen en Epelekh un’ perelekh. Het eerste lied, uit het Wallich-manuscript,
werd door Joodse en niet-Joodse Duitsers in de late zestiende eeuw gezongen. Het tweede lied werd in de jaren 30 in Kiev opgetekend en deelt
met het eerste lied zowel het melodische raamwerk als een complete
tekststrofe.
Een aantal muzikale modellen voor de teksten uit het Wallichmanuscript is te vinden in een collectie luitmuziek die voor persoonlijk
gebruik werd opgeschreven door Phillip Hainhofer, een Duitse diplomaat. Ook deze collectie bevat de grootste hits van de tijd, met Duits,
Italiaans en Franse repertoire – een mooie illustratie van de constante
muzikale uitwisselingen in Europa. Ondanks het feit dat de transcripties
veel fouten bevatten en slordig genoteerd zijn, bieden ze ons een inkijk in
de dansen en eenvoudige liederen van de stedelijke middenklasse, zoals
de spagnoletto en de bergamasca.
Besluit
De zestiende eeuw kende de eerste grote uittocht van Joden op de
vlucht of op zoek naar nieuw geluk in Oost-Europa en Italië. De meerderheid van de Joodse bevolking in Europa sprak dezelfde taal als hun
niet-Joodse buren, en hun muziek en poëzie weerspiegelt de samenleving
waaraan ze zich aangepast hadden. In de kleine Zuid-Duitse stadjes,
waar de kerk en de synagoge soms slechts door een taveerne van elkaar
gescheiden waren, gebruikten Joden en Christenen dezelfde muziek voor
hun feesten en vieringen. Het was bijvoorbeeld niet ongewoon dat Joodse
muzikanten op Christelijke bruiloften speelden.
Kortom, het ensemble Lucidarium stelt u vandaag de Jiddische muziek voor die aan de vooravond stond van een ‘fantastische reis’ die haar
tot ver in Oost-Europa en terug zou voeren. De pittige humor, bijtende
satire en contemplatieve momenten in deze muziek zijn even levendig,
aards en ontroerend als de Jiddische muziek van vandaag.
bron: Lucidarium
7
BO
ZAR
ARCHIVES
19.04 > 07.05.2014
Het ontstaan van een internationaal
kunstproject | L’origine d’un
projet artistique international
Banketzaal (ingang Ravensteinstraat) |
Salle des Banquets (entrée rue Ravenstein)
Op 19 maart was het precies 15 jaar geleden dat de beroemde vioolvirtuoos
Yehudi Menuhin (1916-1999) overleed. De grensverleggende muzikant en pacifist liet zijn sporen na in de geschiedenis van het Paleis voor Schone Kunsten.
BOZAR ARCHIVES neemt je mee op een virtuele tour en staat stil bij de muzikale hoogtepunten die Menuhin het Brusselse publiek heeft bezorgd.
FR
Le 19 mars dernier, cela faisait tout juste 15 ans que décédait le célèbre violoniste Yehudi Menuhin (1916-1999). Le musicien et pacifiste convaincu a marqué l’histoire du Palais des Beaux-Arts. BOZAR ARCHIVES vous emmène dans
une visite virtuelle et s’arrête sur les moments forts que Menuhin a offerts au
public bruxellois.
NL
clef d'écoute
Contexte et sources
Durant le Moyen Âge et la Renaissance, la vie des juifs en Allemagne
a été caractérisée par une alternance de périodes d’animosité et de tolérance relative de la part de la population locale, des princes et des instituts ecclésiastiques. Ce cycle continu d’acceptation sous conditions, d’oppression et d’expulsions (voire pire) s’est poursuivi jusqu’au siècle des
Lumières. Et pourtant, en dépit de l’adversité, il est clair qu’il existait une
tradition culturelle juive florissante, étroitement liée à la culture locale.
C’est à cette époque qu’est née la « yiddishkeit », une tradition musicale et
poétique qui a défini l’identité d’un peuple pendant cent ans.
À quelques exceptions près, nous ne disposons plus aujourd’hui
d’œuvres du XVIe siècle écrites par des compositeurs juifs ou destinées
exclusivement à des communautés juives. Nous savons toutefois que durant la Renaissance, les juifs d’Allemagne jouissaient d’une riche tradition
musicale, comme en témoignent les archives et chroniques de l’époque,
ainsi que les annales des « Tanzhauser » des quartiers juifs. Certaines
sources ont permis aux paroles de centaines de chansons d’être préservées. Ces textes en yiddish, hébreu et italien étaient rédigés en caractères
hébreux, signe incontestable de leur origine juive. La musique elle-même
était très rarement retranscrite, mais plutôt transmise oralement. Tout le
monde connaissait les chansons profanes par cœur.
Le plus important manuscrit qui ait survécu est le fameux Eisek Wallichmanuscript, qui offre un bel aperçu des goûts musicaux et des habitudes
d’une famille juive allemande ordinaire de la fin du XVIe siècle. Il contient
des textes destinés spécialement à un public juif, comme des chansons
pour les fêtes religieuses ou d’importantes étapes de la vie, mais aussi
des traductions de la Bible et des chants en hébreu. Mais la majorité des
soixante chansons est en fait constituée des « tubes » de l’époque, parfois
adaptés à un public juif. Le Wallich-manuscript comprend uniquement des
textes, mais la musique d’une vingtaine de chansons a été retrouvée dans
d’autres sources, la plupart en caractères latins et d’origine non juive. Il
s’agit des « schlagers », qui étaient chantés aux mariages, circoncisions et
baptêmes des juifs et non-juifs.
9
Au programme de ce concert
Lucidarium commence par la seule œuvre juive complète de la
Renaissance dont la musique ait survécu : Tzur mishelo okhalnu, un air
traditionnel chanté lors du sabbat, qui a été transcrit à grand peine par
un groupe de prêtres chrétiens hébraïsants de l’entourage de Johannes
Reuchlin – un exemple précoce de travail ethnomusicologique de terrain.
La mélodie n’a rien de particulier et fait penser à un choral allemand typique. Mo’oz Tzur, un hymne pour Hanoucca qui était chanté dans toutes
les communautés ashkénazes, a la même mélodie que le choral luthérien
Nun freut euch liebe Christen g’mein : un fabuleux exemple de transmission.
À l’époque, l’Italie était un havre pour les intellectuels juifs et elle
est donc devenue un centre de compositions et publications juives. Les
échanges avec les pays allemands allaient bon train, car les musiciens
juifs d’Italie, comme Abramo dell’Arpa, étaient très appréciés dans les
cours allemandes. La seule chanson yiddish-italienne de la Renaissance,
Doz Mensh Geglikhn (l’homme comparé), a été copiée à Venise. La chanson
suit les progrès dans la vie de l’homme et le compare à chaque étape de sa
vie avec un autre être : un roi à sa naissance et une souris à son centième
anniversaire.
De nombreuses ballades de source juive allemande trouvent leur origine dans le patrimoine folklorique commun aux pays européens : des
chansons absurdes comme Azo vil ikh zingin, des chansons de mariage
comme Fenus wolt in Shpiegel sehn et des chansons d’amour comme Ikh
ging bei’ ain’r nòkht. D’autres chants, dans un mélange d’allemand et
d’hébreu, ont une trame plus juive. On trouve des exemples dévots, mais
aussi des exemples populaires plus choquants. Ele divrei Habaress est un
exemple précoce de l’art du badkhen, le bouffon exubérant qui reste une
figure importante du mariage orthodoxe. Mais pas moins de 80 pour cent
du texte est censuré, parce qu’il est bien trop grossier pour un public du
XXIe siècle. La dévotion est représentée par Min Hamezar, ich tu anruf’n
got, qui combine l’allemand et l’hébreu dans une traduction libre – avec
commentaire – du psaume 118. Es ist kain gröser frayd uf erd’n est l’un des
deux poèmes chantés connus avec un contenu typiquement juif, dont la
mélodie est à reconstruire.
Une grande partie du répertoire ultérieur du yiddish d’Europe orientale s’apparente tant par son imagerie, sa thématique et sa forme poétique
10
(quoique rarement par sa mélodie) aux chants juifs allemands des XVIe
et XVIIe siècles, l’époque de la première grande diaspora ashkénaze. Ces
points communs sont notamment visibles dans Ai’, warum wilstu hinweken zihen et Epelekh un’ perelekh. La première chanson, tirée du Wallichmanuscript, était chantée par des Allemands juifs et non juifs à la fin du
XVIe siècle. La deuxième chanson a été transcrite à Kiev dans les années
trente et partage avec la première sa structure mélodique, mais aussi
toute une strophe.
On trouve plusieurs des modèles musicaux utilisés pour les textes
du Wallich-manuscript dans un recueil de morceaux pour luth transcrits
par Phillip Hainhofer, un diplomate allemand, pour usage personnel.
Ce recueil comprend aussi les plus grands « tubes » de l’époque, avec
des œuvres issues des répertoires allemand, italien et français – un bel
exemple des échanges musicaux constants en Europe. Bien que les transcriptions contiennent de nombreuses erreurs et soient peu soignées, elles
offrent un aperçu des danses et des chants simples de la classe moyenne
urbaine, comme le spagnoletto et la bergamasca.
Conclusion
Le XVIIe siècle fut l’époque du premier grand exode des Juifs, partis chercher refuge ou tenter leur chance en Europe de l’Est et en Italie.
La majorité de la population juive d’Europe parlait la même langue que
ses voisins non juifs, et leur musique et leur poésie reflétaient la société
dans laquelle ils s’étaient intégrés. Dans les petites villes du Sud de l’Allemagne, où l’église et la synagogue n’étaient parfois séparées que par une
taverne, les juifs et les chrétiens utilisaient la même musique pour leurs
fêtes et célébrations. Il n’était ainsi pas rare que des musiciens juifs se
produisent à des mariages chrétiens.
En d’autres termes, l’ensemble Lucidarium vous propose aujourd’hui
de la musique yiddish, telle qu’elle était à la veille de sa « fantastique
odyssée » qui la conduira à travers l’Europe orientale, puis à nouveau en
Europe occidentale. Son humour savoureux, son ironie mordante et ses
moments contemplatifs la rendent aussi vivante, truculente et émouvante
que la musique yiddish d’aujourd’hui.
Source : Lucidarium
11
Lucidarium © DR-GR
12
13
Biografie | Biographie
Lucidarium
• Ensemble gespecialiseerd in het onder de aandacht brengen van
weinig bekend repertoire uit de middeleeuwen en de renaissance. Voert
voor elk programma zorgvuldig onderzoek naar muziek, uitvoeringspraktijk en culturele context. Elk project krijgt zijn eigen klank in verschillende samenstellingen van stemmen en instrumenten. • Repertoire
focust op twee onderwerpen: de Ars Italica, waarbij diverse kanten van
de Italiaanse cultuur met muziek en poëzie worden belicht, en de Ars
Hebraica, die het culturele landschap van Joden in het zestiende-eeuwse
Europa reconstrueert. • Leden zijn allen verbonden aan belangrijke conservatoria en universiteiten en zetten zich ook in voor de educatie van
kinderen en jonge professionals. • Recente opname: Hombres de Maíz.
L’âme italienne dans la musique mexicaine (K617, 2011).
NL
• Ensemble spécialisé dans la remise à l’honneur d’œuvres peu
connues du Moyen Âge et de la Renaissance. Chacun de ses projets bénéficie de recherches approfondies sur la musique, la pratique interprétative
et le contexte historique, et reçoit sa propre sonorité obtenue en combinant différentes voix et instruments. • Répertoire basé sur deux thèmes :
Ars Italica, qui met à l’honneur les différents côtés de la culture italienne
en musique et poésie, et l’Ars Hebraica, qui reconstruit le paysage culturel
européen des Juifs au XVIe siècle. • Les membres de l’ensemble sont tous
rattachés à d’importants conservatoires et universités, et se consacrent
aussi à l’éducation des enfants et jeunes professionnels. • Enregistrement
récent : Hombres de Maíz. L’âme italienne dans la musique mexicaine
(K617, 2011).
FR
zang | chant
Gloria Moretti
Anna Pia Capurso
Enrico Fink
blokfluiten, eenhandsfluit en trom |
flûtes à bec, galoubet et tambour
Avery Gosfield
blokfluiten en dulciaan |
flûtes à bec, douçaine
Marco Ferrari
luit, cetra en colascione |
luth, cetra et colascione
Francis Biggi
percussie en hakkebord |
percussion et tympanon
Massimiliano Dragoni
14
BO
ZAR
EX
PO
Paleis voor Schone Kunsten | Palais des Beaux-Arts
08 > 25.05.2014
Bij de 200e geboortedag van Verdi
brengt BOZAR een tentoonstelling
over het ontstaan van de opera’s
Otello en Falstaff. De samenwerking
van Giuseppe Verdi met zijn
librettist Arrigo Boito en uitgever
Giulio Ricordi staat centraal.
Pour le 200e anniversaire de la
naissance de Verdi, BOZAR
présente une exposition consacrée
à la production des opéras Otello et
Falstaff, centrée sur la collaboration
entre le compositeur, son
librettiste Arrigo Boito
et l’éditeur Giulio
Ricordi.
gezongen teksten | textes chantés
Tzur mishelo okhalnu
Tzur mishelo okhalnu borchu
emunai
Sovanu veosarnu kidvar Abonai
Tzur mishelo okhalnu borchu
emunai
Sovanu veosarnu kidvar Abonai
Hazon et olomo roeynu ovinu
Okhalnu es lakhmo veyeyno
shosinu
Al ken node lishmo unhallelo
befinu
Omarnu veoninu eyn kadosh
k’Abonai
Beshir vekol todoh nevorekh
l’Elokeynu
al eretz khemdoh tovoh sheinkhil
lavoseynu
mozon vetzedoh hisbia
lenafsheynu
khasdo govar oleynu veemes
Abonai
Rachem bechasdecho al amecho
tzureynu
al tsiyon mishkan k’vodecho
z’vul beys tifarteynu
ben Dovid avdecho yovo
veygoleynu
ruach apeynu meshiakh Abonai
16
NL
FR
De Almachtige wiens voedsel wij
hebben gegeten,
loof Hem, al wie trouw is.
Wij hebben genoeg gegeten en
zijn meer dan voldaan,
volgens het woord van Hashem.
De son rocher, nous avons mangé,
Mes fidèles se sont agenouillés,
Nous avons été rassasiés et nous
avons eu du reste
Selon la parole de Dieu.
De Voorziener voor Zijn
universum is onze herder en
onze vader. Wij hebben Zijn
brood gegeten en Zijn wijn
gedronken. Daarom danken wij
Hem en spreken wij onze
lof uit over Hem. Wij hebben
gesproken en geantwoord,
er is niemand zo heilig als
Hashem.
Met liederen en dankwoorden
zullen wij onze God loven
voor het goede, wenselijke land
dat Hij onze voorvaderen
heeft geschonken. Met voedsel en
steun heeft Hij ons
voldaan. Hij is goedhartig jegens
ons en waarachtig is Hashem.
Toon genade in Uw goedheid
jegens Uw natie, onze
Almachtige en jegens Zion, de
bakermat van Uw
glorie, het paleis van uw luister.
De zoon van David,
Il a nourri son monde, notre
berger, notre père,
Nous avons mangé son pain et bu
son vin.
C’est pourquoi nous connaissons
son nom et le louons par notre
bouche,
Nous avons dit et répondu : nul
n’est saint sinon l’Eternel !
Par le chant et par la voix, merci,
nous bénissons notre Dieu,
Par le pays de délices qu’il a
légué à nos pères,
Nourriture et provisions
rassasient nos vies.
Sa bonté domine sur nous, vérité
de l’Eternel.
Console par ton amour ton
peuple, notre Rocher,
Console Sion, tente de ta gloire,
lieu de ta magnificence.
Le fils de David, ton serviteur,
viendra et nous rachètera,
Souffle de notre bouche, oint de
l’Eternel.
17
Iboneh hamikdosh ir tziyon
temalle
veshom noshir shir khodosh
uvirnonoh naaleh
horakhmon hannikdosh itborakh
veitalleh
al kos yain mole kevirkas Abonai
Anello
Doz Mensh Geglikhn
Melek
Un putin, putin de teta
un rebel, un rebel, un malneta
uniom porta grando amor
com’a un re, gran sinior.
Ain kind vun ain’m jar
glaich az ain nar ain tor(er)
doch tut m’n is (az) zain biger
glaich as es ain kunig wer
Hazir
Wen ez iz driejor ailt (alt)
ez hend un’ fus h’t zu gw’lt.
Ez nit wil zin un’ witz hot,
es walt as ain chazir im kot.
18
Uw dienaar, zal komen en ons
verlossen, de adem des
levens, Messias van Hashem.
De Tempel zal worden
heropgebouwd; de Stad Zion zal
herrijzen en daar zullen wij een
nieuw lied zingen en
opgaan in vreugde. De Genadige
en de Geheiligde zullen
worden geloofd en verheerlijkt bij
een beker gevuld met
wijn, volgens de zegen van
Hashem.
Il reconstruira le Temple, la
ville de Sion sera rétablie
entièrement,
Et nous chanterons un chant
nouveau, et en musique nous
monterons,
Le Miséricordieux, le Saint sera
béni et s’élèvera,
En face de la coupe de vin
remplie, comme une
bénédiction de l’Eternel !
Anello (instrumentaal)
Anello (instrumental)
De dagen van de mens
Les jours de l’homme
Koning
Roi
Een kind van één jaar
is als een dwaas.
Toch doet men alles wat het wil,
alsof het een koning was.
Un homme a sa naissance
N’a pas de puissance.
Mais il sème l’effroi
Comme s’il était roi.
Varken
Porcelet
Een kind van één jaar
is als een dwaas.
Toch doet men alles wat het wil,
alsof het een koning was.
Als het drie jaar oud is,
slaat het driftig met zijn armpjes
en beentjes.
Het heeft niet veel verstand
en het wentelt zich als een varken
in het slijk.
Un homme a sa naissance
N’a pas de puissance.
Mais il sème l’effroi
Comme s’il était roi.
À trois ans le p’tit ange
Remue mains et petons
Sans rime ni raison
Tel un porcelet dans la fange.
19
Gadya
come el à di ani set
quest verà, verà di fermet
el no va, no va aidrét
el salta com’ un’ cabret.
Sus
come el a di ani dizot
ormai e ‘l cresciut di bot
el sta in quart, in quart de tant’
el va cumu un caval portant’.
Shual
como el a di ane trenta
del ben e del mal el senta
el va a atinder el so fat
como un’ volpo quant l’è inviscat.
Arieh
Wen er in die virtzig jar ist
gitret’n
so iz er ein m’n bstet’n
oder man furcht vor im hot
as ein lew mit siner pfot.
Kum’ el ha d’ani quaranta
el è un’ om kun tuta pusenta
lu è sufitzent e skort
kum’ un ghìard dur e fort.
Tarnegol Ain Han
Kum’el ha di ani zinquanta
di lü soi fiuli si manten
20
Geit
Cabri
Paard
Cheval
Vos
Renard
Leeuw
Lion
Als hij de veertig heeft bereikt,
is hij een krachtige man en
is men bang voor hem
als voor een leeuw met sterke
klauwen.
À quarante ans, c’est bien certain,
C’est l’homme dans sa virilité.
On le redoute, on le craint
Comme un lion à la griffe acérée.
Kip
Mère Poule
Als het zeven jaar oud is,
kan niets hem stoppen,
hij gaat maar door,
in het rond springend als een geit.
Wanneer hij achttien wordt,
is hij ten volle opgeschoten,
snel als een bliksemschicht
rent hij rond als een renpaard.
Wanneer hij dertig jaar oud is,
kent hij het verschil tussen goed
en kwaad
en komt hij even gemakkelijk in
de problemen,
sluwe vos die hij is.
Als hij de veertig heeft bereikt,
is hij een krachtige man en
is men bang voor hem
als voor een leeuw met sterke
klauwen.
Met vijftig pleegt hij overleg met
zijn kinderen:
zonder hen onderneemt hij niets,
À sept ans tout rond
Rien ne le refroidit
Il saute comme un cabri
Et n’avance que par bonds.
Quand il a dix-huit ans
Mais comme il est grand
Il a la rapidité
D’un fier destrier.
Quand il a ses trente ans
Le bien du mal il sait discerner.
Du renard il a la ruse,
Heureux encore s’il n’en abuse.
À quarante ans, c’est bien certain,
C’est l’homme dans sa virilité.
On le redoute, on le craint
Comme un lion à la griffe acérée.
Une fois qu’il a cinquante ans
Il prend conseil de ses enfants
Sans leur constante compagnie, il
ne fait rien,
21
el fa kuel ki lur vol’
kum’ un cocò ki kiama i so’ fiol.
Wen er zu din funftzik jor’n h’t
mit zain’n kind’rn er zich birot
er nigs on zain kind’r tuot
as ein gluck die ir huner hat as
gebruot.
Kelev Ain Hunt
Kum’ el ha sisant’ ani intrad
el su contimp è manka(d)
sempr’ in pensier e in grand pen
ben sta in ca’ per guardian kum’
i kan.
Kov
Wen er kumt in in die sibtzik jor
sin kraft er men wen halb’r er verlor.
Slof’n un’ ess’n un’ trink’n iz
im guot.
Er zitzt stet in din stul as ain
avd tut.
Nachas
Come el ani otanta soi renta
non a ‘l puè, pué pusentael
non ben pué far guera
el va com’ un’ bis par ter.
Shor Ain Ochs
Wen er kumt zu nointzik jor’n
do hot er al zain Huzim vorlor’n.
Er kan zich nit min der nir’n
(nar’n) az ain alt’r
22
zoals een kloek
die kuikentjes heeft uitgebroed.
Comme une mère poule et ses
poussins.
Met vijftig pleegt hij overleg met
zijn kinderen:
zonder hen onderneemt hij niets,
zoals een kloek
die kuikentjes heeft uitgebroed.
Une fois qu’il a cinquante ans
Il prend conseil de ses enfants
Sans leur constante compagnie, il
ne fait rien,
Comme une mère poule et ses
poussins.
Hond
Chien
Aap
Singe
Slang
Serpent
Os
Bœuf
Wanneer hij zestig is,
overpeinst hij al wat hij verloor,
steeds bezorgd en constant pijn,
is hij liefst thuis, trouw als
een hond.
Met zeventig is hij de helft
van zijn kracht kwijt.
Slapen en eten en drinken, daar
houdt hij van.
En de hele tijd zit hij in zijn stoel
zoals een aap.
Tegen zijn tachtigste
loopt hij geheel voorover,
niet meer in staat iets uit te
voeren,
sleept hij zich voort als een slang
over de grond.
Met negentig
laten zijn zintuigen het afweten.
Hij kan niet voor zichzelf zorgen,
zoals een oude
Quand il a la soixantaine
Il ressasse tous ses regrets
Toujours inquiet toujours
en peine,
Comme un bon chien, il fait le guet.
Passé les soixante-dix ans
Il est plus qu’à moitié rassis
Il dort, il boit, il mange
Et comme un vieux singe il
reste assis.
Après ses quatre-vingts ans,
Notre homme ne se tient plus
droit
Quand il veut se placer il doit
Se tortiller comme un serpent.
Maintenant qu’il a quatre-vingtdix ans,
Et qu’il a perdu toutes ses dents,
Il ne peut plus rien mettre en bouche
23
ochs der zich der vliegen nit kan
der vir’n.
Echlech
Kum el li ani zint a kumpii,
tuti li sua kusi vagi visid.
Anke vecc cum un suris brevàa.
Kum una kasa rota non abitàa.
Wen er iz nun hund’rt jor alt
er nit hot tzu gw’lt.
Er wert kal un’ glat az ain mouz.
Er valt nid’r az ain gebroch’n houz.
Zohn des wain bin ikh g‘hais‘n
Contrasto in ottava tra vino e
acqua
Zohn des wain bin ikh g‘hais‘n
azo spr‘kh zikh der wain .
M‘n trinkt mikh mit vlais‘n
d‘rzu bin ikh g‘r fain.
Ikh kan m‘kh‘n shimp‘p‘n un‘ shertz‘n
ikh kan vurtraib‘n gros‘n shmerz‘n
ikh d‘r vraia den mensh‘n ir
hertz‘n.
“Smettila di cianciare” per favore,
io te lo debbo dir in tutta
franchezza.
ti sei mostrato grande peccatore
verso Noè sull‘arca, è gran certezza.
Se vuoi sapere il ver, non hai valore,
il mondo inter creato ne ha
contezza:
di fronte a me son nulla i tuoi onori
24
os die de vliegen niet van zich
kan afslaan.
Comme un bœuf qui ne chasse
plus les mouches.
Muis
Souris
En nu hij honderd is,
heeft hij geen kracht meer.
Hij wordt kaal als een muis.
Hij zakt in elkaar als een huis
dat instort.
À cent ans sa force part
en quenouille.
Il est plus dégarni qu’une souris.
Il dégringole, il est pourri
Comme une maison qui s’écroule.
Zoon, mijn naam is Wijn,
sprak de Wijn.
Mensen drinken mij graag:
ik ben heel fijn.
Ik veroorzaak spel en grappen,
ik verzacht grote pijn,
ik bevrijd het hart van mensen.
Fils, sache que Vin est mon nom,
Ainsi s’exprime un jour le Vin,
Avec grand plaisir me boit-on
Car à tout cela je suis bon :
Avec moi on s’amuse bien
Je diminue les grands chagrins
Et j’ouvre du cœur la prison.
Hou eens op met je geklets,
sprak het Water recht voor
z’n raap.
Je bent een grote zondaar,
zeker met Noah op de Ark.
Als je het echt wilt weten: je bent
waardeloos, iedereen weet dat,
naast de mijne telt jouw eer
voor niets;
De grâce cesse ce bavardage
Dit l’Eau avec honnêteté
Tu fus un coupable breuvage,
Et causa de Noé le naufrage.
En vérité, tu ne vaux rien,
Le monde entier te le dit bien :
Comparés aux miens, tes
honneurs ne comptent guère.
J’ai la même bonté qu’on soit
En nu hij honderd is,
heeft hij geen kracht meer.
Hij wordt kaal als een muis.
Hij zakt in elkaar als een huis
dat instort.
À cent ans sa force part
en quenouille.
Il est plus dégarni qu’une souris.
Il dégringole, il est pourri
Comme une maison qui s’écroule.
25
per me pari son, poveri o
signori.»
M’n libt mikh tzu al’n tzait’n
Shpr‘kh der wain mit naidung
Tzu der v‘rian broit‘n
Un‘ tzu der kind‘r b‘shnaidung
Ikh bin ub‘r dikh ain deg‘n
Di k‘nst dikh vur mir nit g‘reg‘n
An mir hibt m‘n an tzu zeg‘n
Che parli a far, che vuoi tu
dimostrare?
tu nasci sol da me: t’ha
abbeverato
l’umida pioggia, che sa fecondare
l’arida terra che ti ha generato.
Ma tu, privo di sen, non
sai pesare
la superiore essenza del Creato,
i tralci che la pianta tua avvita
senza di me non hanno
alcuna vita.
Shpr‘kh der wain tzu der
zelwig‘n stunt
dain rid zain ong‘rekht
du host ‚uns ain‘n man varzunt
Moishe gots knecht.
Er shpaizt ‚uns des himils brot
vun dain’n weg’n must er kiez’n
den tot.
D‘s klag‘n mir vruia un‘ shpot.
26
ik behandel iedereen gelijk, arm
of rijk.
riche ou pauvre hère.
Mensen houden toch van mij,
sprak de Wijn.
Om de bruid te vieren,
of de besnijdenis van een jongen.
Naast jou ben ik een echte heer,
je verbleekt gewoon naast mij,
iedereen heeft wel iets goeds over
mij te zeggen.
Moi, on m’aime en tous temps,
Riposte le vin cependant,
On lève mon verre à la mariée
Ou au petit circoncisé.
Je te suis de loin supérieur
Va, tu ne me feras pas peur
On connaît trop bien mes talents.
Wat zeg je, wat wil je bewijzen?
Jij bent uit mij geboren,
de natte regen bevruchtte
de droge aarde die jou schiep.
Maar jij, stomme, jij hebt
geen idee
van de grootsheid van de
Schepping:
zonder mij, krullende ranken,
zou jij levenloos zijn.
De quoi parles-tu, qu’espères-tu
prouver ?
C’est de moi que tu viens, c’est
moi qui t’ai créé.
C’est moi qui fertilise la terre
dont tu es abreuvé.
Mais toi, l’insensé, tu n’as pas la
moindre notion
De l’essence supérieure de la
Création.
Tu ignores que sans moi ton
pampre et ta vigne
Ne seraient que bois mort et
matière indigne.
Op hetzelfde moment sprak
de Wijn:
Jouw gepraat slaat nergens op,
want je hebt een man vernietigt,
Moses, Gods dienaar.
Hij voerde ons hemels brood,
maar door jou moest hij de dood
kiezen.
Daarover treuren we nog dag en
nacht.
Le vin ne s’avoue pas vaincu et
répond :
N’imagine surtout pas que tu
auras raison.
Toi seule fus la perte de l’homme
le meilleur,
De Moïse, de l’Éternel le fidèle
serviteur
Qui nourrit tout un peuple de la
manne des cieux.
27
Che vuoi dir tu? Veniam dunque
alle corte
chiudi la bocca, che puoi tu
sapere?
Le onde separò quell’uomo forte
il mare si piegò al suo volere.
Si schiusero le acque come porte
Si alzaron come mura al
suo potere
E il popolo di Israele,
l’unico santo
attraversò il mar come su
un manto
Fenus wolt in shpiegel sehn
Fenus wolt in shpiegel sehn
wi es bei den weibern pflegt
geschehn
da sie ihn feigeblich sucht,
wird sie zornig, das si flucht
Jupiter darauf shprechen thut:
dort ein rechter shpiegel shteht
zeigt uns edle jungfreilein,
welches heit helt die
hochzeit sein.
Wildch der andern gleicht
so nicht,
als si‘ dir mit dem gesicht,
28
Wat wil je zeggen? Laten we
dit uitvechten,
zwijgen nu, wat weet jij er
nou van?
Mijn golven werden gescheiden
door een sterk man,
de zee volgde zijn wil.
Hij opende de zee alsof het
deuren waren,
met zijn kracht tilde hij beide
kanten op
en het heilige volk van Israël
trok door de zee als op een
mantel.
Pour te faire venir, il frappa
le rocher
Et la Terre Sainte, il ne put
la fouler.
Venus wilde in de spiegel kijken,
zoals vrouwen plegen te doen,
maar haar zoektocht was
vergeefs,
en vertoornd vertrok zij weer.
Venus voulait se mirer en son
miroir
Comme toute femme pourrait
vouloir
Comme elle ne le trouva pas,
De colère elle trépigna.
Jupiter sprak vervolgens:
ziedaar een goede spiegel,
die ons edele meisjes toont,
op het punt van trouwen.
Niemand heb ik ooit gezien,
die zo op jou lijkt als zij,
zowel in gestalte of
Ce que nous déplorons tous deux.
--Que dis-tu ? Finis-en !
Tais-toi donc, grand ignorant !
Cet homme fort en deux
m’a divisée.
La mer lui a obéi et a fait sa volonté.
Il a ouvert les vagues comme un
vaste portail
Et sa force en a fait deux vertes
murailles
Sous lesquels le peuple d’Israël
a passé
Et traversé la mer sans se
mouiller le pied.
Là-dessus Jupiter lui dit :
Voici un miroir tout à fait adéquat
Il montre une belle
À la veille de ses noces.
Personne ne te ressemble autant
Qu’elle. Entre vos deux visages
En forme et gentillesse
29
an geshtalt und freindligkeit
weis ich keinen unterscheid
Drauf einem brafen kavallirn
das frawlein er thut zufihrn‘
weil auf gros lob allezeit
pflegt zu folgen has und neid.
Das werk las ich mir gefalln,
Sprach Fenus samdt anden alln,
wan Kupido si‘ sollt sehn,
wird er fon der mutter gehn.
Das ist Fenus, wird er sagen,
ihr bogen und Pfeil nachtragen,
Es in tag hinein frisch wagen,
aus der welt mich gar ferjagen.
Tamburino (instr.)
30
vriendelijkheid,
ik zie geen verschil.
Je ne peux discerner aucune
différence.
Daar kwam een galante ridder,
en hij nam het meisje mee.
Want grote complimenten
worden vaak gevolgd door haat
en jaloezie.
Il amène bien vite un cavalier
Jeune et beau à la belle demoiselle
Car aux grands compliments
Font suite la haine et l’envie.
Dit werk bevalt mij,
sprak Venus met de anderen,
wanneer Cupido haar ziet,
zal hij zijn moeder verlaten.
Dat is Venus, zal hij zeggen,
terwijl hij zijn boog en pijlen
draagt,
op de nieuwe dag zal hij weer
wagen,
om mij van deze wereld te verjagen.
Votre travail me plaît
Dit Venus avec les autres.
Quand Cupidon la verra
Sa mère, pour sûr, il quittera.
C’est Vénus, dira-t-il,
Avec son arc et son carquois
Et le même jour il essaiera
De ce monde-ci me chasser, moi.
31
Di’ fisch im waser won’n
Di’ fisch im waser won’n,
das wild wol in dem wald.
Di’ halt’n sich tzuzam’n,
di’ jung’n un’ och das alt:
damit si sich tun mer’n,
gar vil un’ menichfalt.
Beide jung un’ och dos alte,
her’n ale zeit tzuzam’n.
In irer beide herz’n,
do’ brent di’ lib’schei’n.
un’ welch’s zich erfrei’n,
di’ mensch’n al’zeit.
Dos junge un’ och dos alte
tzih’n ale tzeit tzuzam’n.
Der alt izt ungestalde,
der jung izt freid’nfol:
darom och sein’s gleich’n,
ain id’rman nem’n sol.
Tzvai rot’r farb’r mund’n,
ireh oig’n hel un’ klar,
Ir tzvai libeh erzail’n,
goldfarb rot’s har:
heren ale tzait tzuzam’n,
sog ich eich für var.
Ir hendlain vais vi kraid’n,
ir halz vi helf’nbain,
ir gantz’n laib vi’ zaid’n,
schon vise kel’n,
darzu ganz vol fürmert, vi zich
gebert,
schon vais zain ireh bristilain.
32
De vissen wonen in het water,
het wild woont in het woud.
Ze trekken samen op,
jong met oud,
zodat ze zich kunnen
vermenigvuldigen,
veel en in groten getale.
Les poissons habitent dans l’eau,
Et les bêtes dans les bois.
Ils y vivent ensemble,
Jeunes et vieux,
Pour croître et se multiplier
C’est bien ce qu’il y a de mieux.
Beide, jonge en oud,
blijven altijd samen.
In beider hart
brandt de vlam van de liefde,
tot vreugde van de mensen,
sinds aloude tijden.
Jeunes et vieux,
Vivent toujours ensemble.
Dans le cœur des uns et des
autres,
Brûlent les flammes de l’amour.
Cela réjouit le cœur
des gens nuit et jour.
Jong en oud
trekken altijd samen op.
De oude zijn mismaakt,
de jonge zijn vrolijk.
Daarom moet elkeen
met zijns gelijken trouwen.
Jeunes et vieux,
Sont ensemble toujours.
Les vieux sont mal en point
Les jeunes sont pleins de joie :
C’est bien pour ça qu’il se doit
De rester entre soi.
Twee rode lippen,
haar ogen helder en klaar,
haar twee mooie benen,
haar gouden rode haar,
die horen voor altijd bij elkaar,
dat zeg ik u voorwaar.
Des lèvres vermeilles
Et des yeux clairs et vifs
Tout ça parle d’amour.
Des cheveux couleur d’or
Ca se doit d’être ensemble
C’est du moins ce qui me semble.
Haar handjes wit als krijt,
haar hals als ivoor,
haar hele lijf als zijde,
haar witte keel,
en daarbij is ze heel welgevormd,
mooi wit zijn haar borstjes.
Mains blanches
et cou d’albâtre,
Un corps de soie,
la gorge blanche et belle.
Là-dessus comme il se doit,
Elle a des seins ronds et blancs.
33
Azo vil ikh zingin
Azo vil ikh zingin
un’ vil nit ligin,
wi’ ikh sokh tswai’ gibrot’n
okhsin fligin.
di’ flogin alzo snelin,
di’ beikh kertin zi’ tzum
himil tzu,
di rukhin tzu der heldin.
Ain ofis un’ ain milin stain
di’ svomin mit onund’r iber rain,
zi’ svomin olso laise.
Es d’r-fror ain vros uf ain
glindige sne’
tzu pfingst’n uf dos aise.
Ain helfont din ikh lofin zokh:
durikh ain’n engin mouzin-lokh.
Er lif azo grozin snele.
Ain schof doz h’t ain kint
d’r-bisin:
d’s wor azo grusim un’ giferlikh.
Tzu ogspurg stits zikh ain hokhin
hous,
da-rib’r flog zikh ain vledir-mous
mit ire svore laibe.
Fun dem zelbigin stos vil zikh
d’s hous,
ez kunt nit leng’r stin blaib’n
Ain oks un’ ain aizil un’ ain svain.
di’ zing’n mit ain’n’d’r ain
lidelain.
D’r-zu ain fein’n mukin.
Der oks der slug d’s istormend,
34
Zo wil ik zingen,
zonder te liegen,
hoe ik twee gebraden ossen
zag vliegen.
Ze vlogen erg snel,
hun buik naar de hemel gekeerd,
hun rug naar het licht.
Een aap en een molensteen
zwommen samen de Rijn over,
ze zwommen o zo zachtjes.
Een kikker vroor vast aan de
sneeuw,
met Pinksteren op het ijs.
Een olifant zag ik
door een muizengaatje lopen.
Hij liep o zo snel.
Een schaap beet een kind,
dat was heel eng en gevaarlijk.
In Augsburg stond een hoog huis,
daarboven vloog een vleermuis
met haar zware lijf.
De windvlaag deed het huis
instorten,
het kon niet langer overeind
blijven.
Een os en een ezel en een varken,
die zongen samen een liedje.
Een mug zong met ze mee.
De os sloeg de snaren van het
instrument aan,
zo mooi kon hij het stuk spelen.
35
gar shain kunt er di’ stuk’n.
Do-mit vil ikh main lidlain
bislisin
(und sollr es alle alte vaiber
verdrisin).
Un’ vil uf-herin zu ligin.
In mein’m l’nd zain di’ laiz un’
floud olzo gros
olz hi’ di’ bek un’ di’ tzigin.
Ai’, warum wilstu hinweken
zihen
Ai’, warum wilstu
hinweken zihen,
Main herz, main ainigs trost?
Un’ wen wilstu wider herkumen,
Un’ das du mikh erlost.
Recht mit’n in dem mayen,
Wen al das bloi’en tut,
Wen zikh di’ shonin
wald foiglayn
Ermay’en mit and’ri tirlikh gut.
Akh maydl’n, wolstu frayen?
Zo’ hor mayn’r nokh ayn ior:
Kumt mir kayn and’ri in
mayn’n zin
Zo nem ikh dikh nokh für wor.
Ain jor wil ikh warten,
Ain jor get bald darhin.
Ob dir kain ander, kain ander,
Mecht kumen in dainem sin.
36
Hiermee wil ik mijn liedje
besluiten,
(Al zal dit alle oude dames
irriteren,)
En ik stop met liegen.
In mijn land zijn de luizen en de
vliegen zo groot
als bokken en geiten.
Ach, waarom wil je weggaan,
mijn hart, mijn enige troost?
En wanneer zul je terugkomen,
om mij van mijn pijn te verlossen.
Precies in het midden van
de meimaand,
wanneer alles bloeit,
wanneer de lieflijke vogels van
het woud
samen ‘meien’, zo dierlijk goed.
Ah pourquoi veux-tu partir ?
Mon cœur, mon réconfort ?
Et quand reviendras-tu
Me rendre ma joie de vivre ?
Partir en plein mois de mai,
Quand tout s’occupe de fleurir
Que dans les bois les
oiseaux chantent,
Et qu’à l’amour tout nous inspire.
Wacht, meisje, wil je vrijen?
Luister, mijn lief, als, na een jaar,
ik niet een ander liefje ontmoet,
neem ik jou voor waar aan.
Ah, petite fille, réponds à
mon amour,
Et je resterai Encore une année.
Si je ne rencontre pas
d’autre belle,
À toi je resterai fidèle.
Je peux attendre un an,
Un an passe bien vite
Si point d’autre, s’entend,
En ton cœur ne s’invite.
Ik kan een jaar wachten:
een jaar gaat zo snel.
Maar niemand anders
mag jouw liefje worden.
37
Es ist kain apel so rosen rot,
Es steket kain wurm darein:
Es ist kain maidlen so hibsh
un’ fain,
Es firt (k)ain falshen sin.
Epelekh un’ barelekh
Epelekh un’ barelekh,
Vi’ biter zainen di kerelekh.
A’ der almen nemt di meydl,
Bagist zi zikh mit trerelkh.
A gutter vayn n’a schlekhter fas
Heibt er on tzu zayern.
A’ der almen nemt di meydl,
Heibt zi on tzu troyern.
Az der epele iz royt,
A vereml derinen…
A’ der almen nemt di meydl,
Vert er falsh in zayn zinen.
38
Er is geen appel zo rood
dat die vrij van wormen is.
En geen meisje is zo lief en fijn,
dat zij vrij is van valse zin.
Il n’est pas de pomme si vermeille
Qu’aucun ver n’y trouve cachette,
Ni de fille si innocente et belle
Qu’elle n’ait d’idée derrière
la tête.
Appeltjes en peertjes,
hoe bitter zijn hun zaden.
Petites pommes, petites poires,
Que d’amertume dans vos petits
pépins.
Quand un veuf épouse une
jeune fille,
C’est sûr qu’elle aura du chagrin.
Wanneer een weduwnaar een
jong meisje huwt,
zal zij baden in traantjes.
Een goede wijn in een slecht vat
zal verzuren.
Wanneer een weduwnaar een
jong meisje huwt,
begint haar verdriet
Bon vin dans un mauvais
tonneau
En vinaigre va tourner.
Quand un veuf épouse une jeune
fille,
Elle sera vite éplorée.
Zo rood als de appel is,
zo rood is de worm er in.
Wanneer een weduwnaar een
jong meisje huwt,
dan heeft hij valse bedoelingen.
Si la pomme est bien rouge,
Le ver ne tarde pas y entrer.
Quand un veuf épouse une jeune
fille,
Il n’a pas eu une bonne idée.
pauze
pause
39
Ele divrei Habaress /
Judentanz (instr.)
Azamer Bishvachin
Azameir bishvachin lmei-al
go pis-chin
dvachakal tapuchin dinun
kadishin.
N’zamin loh hashtoh bifsora
chadata,
uvimnarto tavto d’nahoroh
al reishin.
Y’minoh usmolp uvei-nayhu
chaloh
b’kishutin ozloh umonin
ul’vushin.
Y’chabek loh ba-aloh
uvisodo diloh
d’oveid naycho loh yhei katish
katishin.
Es ist kain gröser frayd uf
erd‘n
Es ist kain gröser frayd uf erd’n,
Als wen tsway’ lib tzu samin
werd’n:
Tzu düzer frayd: zol zikh
ayderm’n zayn birayt,
Knech’t un’ mayd:
40
Ik zal het kwade verdrijven met
liederen van lof zodat
wij de drempel van Chakal
Tapuchin kunnen oversteken.
En dus nodigen wij de goddelijke
aanwezigheid
uit aan onze feestelijke tafel,
terwijl de prachtige
kandelaber schittert boven onze
hoofden. In het
midden, tussen de twee vleugels
met gasten, nadert
de bruid, stralend met sieraden,
juwelen en edele
kledij. De bruidegom omhelst
haar, en dankzij deze
samenkomst die vreugde brengt,
zullen de krachten
van het kwaad worden
vernietigd.
Je couperai [les forces du mal]
avec des chants de louange,
afin de passer les portes saintes
de Chakal Tapuchin.
Nous invitons [la Shechinah] par
la présente à la table de fête,
avec le beau candélabre qui brille
sur nos têtes.
Entre droite et gauche approche
la mariée,
parée de bijoux et d’ornements,
en ses robes de fête.
Son mari l‘embrasse; par cette
union qui lui apporte la joie,
les [forces du mal] seront
complètement écrasées.
Qu’elles pleurent et se
désespèrent, car ils sont nuls et
non avenus,
mais les visages [d‘Israël] sont
renouvelés, les âmes et les
esprits aussi.
Er is geen groter vreugde op
aarde,
dan wanneer twee geliefden
samen komen.
Dit is de vreugdevolle plicht,
die iedereen,
Il n’est plus grande joie sur terre,
Que quand l’amour unit
deux êtres.
C’est le devoir de tout un chacun.
Le garçon et la fille, le fiancé et
sa promise,
41
Hossen un’ cale tzu erin.
Hört tzu: hossen un’ cale, w’s ikh
aykh z’g
Ay’ur zind werd’n aykh für geb’n
uf düz’n t’g
Welt ir freye zayn fun der heli
payn,
Zo tut nakh den wert’n mayn,
W’s ikh aykh tu lern’n
Okh di balkin im hüs
Di zagin ali ayarah w’rk’n üs
Di shtayn in der w’nt: di tuh’n
bik’nt
Wert gishrib’n mit der h’nt:
Fun got dem herin
Wen ir lebt in tzücht’n un’ erin
Du künd’r di aykh not wert
bisherin
Mit er un’ frayd: mit g’ntzim
flays,
In der torah zo ways
Werd’n zi ali shrayb’n un’ lernin.
Eli Tsiyon / Corrente (instr.)
Eli tziyon v’areha
K’mo ishah b’tzireha
V’khiv’tulah hagurat sak
Al ba’al n’ureha
42
jongen en meisje,
bruidegom en bruid, moet eren.
Doivent être prêts à l’honorer.
Luister nu, bruid en bruidegom,
naar wat ik zeg:
jullie zonden worden op deze dag
vergeven.
je wordt bevrijd van de pijnen
van de hel
dus doe wat ik zeg,
wat ik je wil leren.
Écoutez-moi, vous qu’on marie, je
veux vous parler.
En ce jour, vous êtes lavés de tout
péché,
Libérés des tourments
des damnés.
Suivez donc mes conseils,
écoutez-les.
Zelfs het balkon van je huis
zal je zeggen hoe je je moet
gedragen.
De stenen in de muur: ook zij
maken het bekend,
wat geschreven was met de hand
van God, onze Heer.
Als je een vroom en eerbaar leven
leidt,
helpen je kinderen je wanneer je
het nodig hebt.
Met eer en vreugde: met heel
je hart,
moet je, zoals de Tora ons vertelt,
kunnen lezen en schrijven.
Le balcon de votre maison,
Chantera de vos actes la chanson.
Les pierres des murs en parleront.
Cela fut écrit de la main même
De Dieu, notre Seigneur.
Laat Zion en haar steden
weeklagen als een
vrouw tijdens de intense
barenspijnen, als een
jonge vrouw die rouwt om haar
bruidegom, voor
Laissons Sion et ses villes
se lamenter
comme une femme lors d’un
enfantement,
comme une jeune fille qui pleure
son futur époux,
Menez une vie pieuse et honorable,
Et vos enfants vous seront
secourables
Dans l’honneur et la joie. De tout
votre cœur,
Comme le dit la Torah, sans faiblir
Assurez-vous de leur apprendre à
écrire et à lire.
43
Mo’oz Tzur (instr.)
Mo’oz Tzur Yeshu’osi,
lecho no’eh leshabe-ah.
Tikon beis tefilosi
veshom todoh nezabei’ach.
Le’et tochin matbe-ach
mitzor hamnabei-ach.
Oz egmor beshir mizmor
chanukas hamizbe-ah.
Soli Deo Gloria / Canterò de
l’honore del Mondo infame
(instr.)
Canterò de l’honore del Mondo
infame,
secondo la vena mi dà.
E dirò che la gloria, l’honore
sol è del Signore
che’in Cielo ne stà.
Ah’ honor pazzo,
Questo mondazzo
Cosa sia honore in vero non sà.
L’odiar il sparlar, il detrare, ferir
Amazzare honore farà?
Chi ha senno lo tocca con mano
44
het bloed dat werd vergoten, voor
haar kinderen
die neerstortten tegen de stenen.
pour le sang qui se répand,
pour ses enfants qui se sont
écroulés contre les pierres.
Oh machtige vesting van mijn
redding,
U te vereren is een genot.
Herstel mijn Huis van Gebed
en daar zullen wij een dankoffer
brengen.
Als U de nederlaag heeft voorbereid
van de lasterende vijand,
Dan zal ik met een lied van lof
de inwijding van het Altaar
voltooien.
Forteresse, rocher de mon salut,
il est bon de te louer.
Restaure la Maison de ma prière,
que nous puissions la sanctifier
par le sacrifice d’action de grâces.
Tu prépares l’écrasement du
persécuteur qui hurle.
Alors j’achèverai par un chant de
louange,
l’inauguration de l’autel.
Ik zal zingen over de eer van deze
verschrikkelijke wereld
zoals mij inspiratie mij ingeeft.
En ik zal zeggen dat glorie en eer
alleen de Heer toekomen,
die in de hemel is.
Oh, krankzinnige eer,
deze corrupte wereld
weet niet wat echte eer is.
Je chante l’honneur de ce monde
infâme
selon mon inspiration
et je dirai que la gloire et l’honneur
ne sont dues qu’au Seigneur
qui est dans les cieux.
Oh honneur fou,
ce monde corrompu
ne sait pas ce qu’est le vrai
honneur.
Zijn het haat, beledigingen,
onderdrukking, verwonding
en moord waar eer van is
Sont-ce la haine, les insultes, les
humiliations, les injures
et le meurtre ce dont l’honneur
45
Che di Christiano
Honor ciò non hà,
O pazzo honore
Haver rancore
Odiar quello che bene ne fà.
L’Eccelenza de l’arte il cantare,
dipinger,
sonare honore non da.
Quando cerchi la lode del mondo
ne canti secondo
che vuol l’humiltà.
Non è l’honore
esser Pittore
se vitioso quel arte ti fà.
Ikh ging bei’ ain’r nòkht
Ikh ging bei’ ain’r nòcht,
di’ nòcht war zo finstir,
dòs ikh kain schtigk gizòkh
Ikh schift ibèr Rain,
uf ain’m lilien bletlain
zu der hertz alir libst’r main.
Ikh kom vor main faines libs tir
di’ tir wor tzu gischlosin
der rigèl wor der für.
Feines lib un’ loz mikh ain,
46
gemaakt?
Zij die verstand hebben, ga
voorzichtig,
wanneer je een onderwerp beroert
dat weinig van doen heeft
met Christelijke eer,
oh, het is een krankzinnige eer,
de rancune heeft,
om te haten wat goed doet.
est fait ?
Ceux qui ont du sens, vont
légèrement
lorsqu’on touche un sujet qui a si
peu à
voir avec l’honneur chrétien.
Oh, c’est un honneur fou
qui a la bassesse de vouer
de la haine à ce qui est bon.
Uitblinken in de Kunsten: zingen,
schilderen,
toneel, geeft geen eer.
Als je zoekt naar lof van de
wereld,
dan moet je zingen als iemand
die verlangt nederig te zijn.
Het geeft geen eer
om een schilder te zijn,
als die kunst je tot een zondaar
maakt.
L’excellence dans les arts: le
chant, la peinture,
la musique, ne vous font pas
honneur
si vous êtes à la recherche de
l’éloge du monde.
Vous devez chanter comme celui
qui désire être humble.
Ce n’est pas un honneur
d’être peintre
si cet art fait de vous un pécheur.
Ik ging op een nacht,
die zo duister was
dat ik niets kon zien.
Une nuit je suis sorti
La nuit était si sombre
Que je n’y voyais rien.
Ik voer over de Rijn
op een lelieblaadje
naar het hart van mijn liefste.
J’ai descendu le Rhin
Sur une feuille de nénuphar
À la rencontre de mon cher cœur.
Kom ik voor de deur van mijn
fijne lief,
is de deur gesloten.
De grendel zat ervoor.
J’arrivai à la porte de mon bel
amour.
La porte était fermée à clef,
Et la barre était mise.
47
ikh bin olzu l’ng gist’nden
dòr-frorin mecht ikh zain.
Ikh loz dikh nit àrain,
den du’ gilobst mir di’ trei’eh dain
Dòs du’ main aigin wilzt zain.
Di’ traie gilob ikh dir nit
lib wil ikh dikh hòbin
òb’r nem’n wil ikh dikh nit.
Di’ schwest’rin wòr’n drai’.
Di’ iungst, di’ unt’r den
drai’un wòr
di’ lis der knòb’n ain
Zi’ nòm in bai’ (der) h’nt,
zi’ fürt in weg un’ tail
biz er ir betlain fònd.
Zi’ fürt in uf d’s hüs
zi’ b’nd im hend un’ fiseh
zu dem fenstir wòrf zi’ in ànus.
Er vil wòl ib’r ain blòkh,
ain rib in zain’m laib intswai’
ain lòkh in zain’m kof’
Der fòl der tet im we’
di’ schlògin òkh òl di’ taifils tsu
di uf di’ bulsch’ft gen.
Spagnoletto (instr.)
48
‘Fijn lief, laat me toch binnen.
Ik sta hier al zo lang
dat ik helemaal bevroren ben.’
‘Ik laat je niet binnen
voor je me je trouw belooft,
en dat je de mijne wilt worden!’
« Bel amour, fais-moi entrer :
J’ai attendu si longtemps,
Que je suis transi. »
« Je ne te ferai entrer
Que si tu promets d’être fidèle ;
D’être à moi et à nulle autre. »
‘Trouw beloof ik je niet.
Ik wil je wel beminnen,
maar met je trouwen doe ik niet.’
« Je ne peux pas promettre,
Je veux t’aimer maintenant,
Mais pas pour bien longtemps. »
De zussen waren met zijn drieën.
De jongste van de drie
liet de knaap binnen.
Les soeurettes étaient trois.
La plus jeune des trois
Fit entrer le garçon.
Ze nam hem bij de hand
en wees hem de weg
naar haar bedje.
Elle le prit par la main,
Elle le conduisit
Jusqu’à son lit.
Ze bracht hem tot boven in het huis,
bond zijn armen en benen vast
en wierp hem door het venster.
Elle le prit à l’étage,
Le lia pieds et poings
Et le jeta par la fenêtre.
Hij viel op een houten blok.
Een rib gebroken
en een gat in zijn kop.
Il tomba sur un bloc,
Eut une côte cassée,
Et un trou dans la tête.
De val deed hem flink pijn.
Dat ze allemaal naar de
duivel lopen,
die zich op het vrijerspad begeven.
Sa chute lui fit mal
Comme il sied à tout galant –
Qu’ils s’en aillent tous au diable !
49
Wij danken onze partners voor hun steun | Nous remercions nos partenaires
pour leur soutien | We thank our partners for their support
Overheidssteun | Soutien public
Federale Regering | Gouvernement Fédéral
• Diensten van de Eerste Minister, Cel algemene beleids-coördinatie | Services du Premier Ministre, Cellule
de coordination générale de la politique • Federale verheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - Directie Vervoerinfrastructuur | Service public fédéral Mobilité et Transports - Direction Infrastructure de Transport • Diensten van
de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Beleidscel financiën | Services du Vice-Premier Ministre
et Ministre des Finances, Cellule stratégique finances • Diensten van de Vice-Eerste Minister en Minister van
Begroting en Consumentenzaken, Beleidscel begroting | Services de la Vice-Première Ministre et Ministre
du Budget et de la Protection de la Consommation, Cellule stratégique budget • Diensten van de Minister
van Buitenlandse Zaken | Services du Ministre des Affaires étrangères • Diensten van de Minister van Buitenlandse Handel | Services du Ministre du Commerce extérieur • Diensten van de Minister van Ontwikkelingsamenwerking | Services du Ministre de la Coopération au Développement • Diensten van de Minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen | Services du Ministre
de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’égalité des chances
• Diensten van de Staatssecretaris van overheidsbedrijven, toegevoegd aan de Minister van Begroting | Services du Secrétaire d’état des Entreprises publiques, adjoint au Ministre du Budget • Nationale Loterij | Loterie
Nationale • Nationale Bank van België | Banque Nationale de Belgique
Vlaamse Gemeenschap
• Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel
• Vlaams Minister van Cultuur, Jeugd, Sport en media & Coördinatie Brussel
Communauté Française
• Cabinet de la Ministre-Présidente, en charge de l’enseignement obligatoire et de la promotion sociale
• Cabinet de la Ministre de la Culture, de l’Audiovisuel et de la Jeunesse-Direction générale de la Culture,
Service de la Musique
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Région de Bruxelles-Capitale
• Kabinet van de Minister-President, belast met Plaatselijke besturen, Ruimtelijke ordening, Monumenten en
landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare netheid, Buitenlandse handel, Ontwikkelingssamenwerking | Cabinet du Ministre-Président, en charge des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du territoire, des
Monuments et sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique, du Commerce extérieur,
de la Coopération au Développement • Kabinet van de Minister-, belast met Financiën, Begroting, Externe
betrekkingen, Informatica | Cabinet du Ministre, en charge des Finances, du Budget, des Relations extérieures, de l’Informatique • Kabinet van de Minister van Mobiliteit en Openbare werken | Cabinet du Ministre de
la Mobilité et des Travaux publics • Kabinet van de Staatssecretaris, belast met Huisvesting en Stedenbouw
| Cabinet du Secrétaire d’état, en charge du Logement et de l’Urbanisme • Kabinet van de Staatssecretaris
van Openbare netheid en van Monumenten en Landschappen | Cabinet du Secrétaire d’état, en charge de la
Propreté publiquet et des Monuments et Sites
Vlaamse Gemeenschapscommissie
• Kabinet van de Minister van Mobiliteit en Openbare Werken – Directie Cultuur
Internationale partners | Partenaires internationaux
Barbican Centre London • BOZAR Brussels • Cité de la musique Paris • Calouste Gulbenkian Foundation
Lisbon • Casa da Música Porto • Het Concertgebouw Amsterdam • Festspielhaus Baden-Baden • Kölner
Philharmonie • Laeiszhalle Elbphilharmonie Hamburg • L’Auditori Barcelona • Megaron • The Athens Concert
Hall • Musikverein Wien • Palace of Arts – Budapest • Palau de la Música Catalana • Philharmonie Luxembourg
• Stockholms Konserthus • Théâtre des Champs-Elysées Paris • The Sage Gateshead • Town Hall & Symphony Hall Birmingham • Wiener Konzerthaus • Paleis voor Schone Kunsten Brussel | Palais des Beaux-Arts
de Bruxelles
Buitenlandse overheidssteun | Aides publiques étrangères
Ambassades en Permanente vertegenwoordigingen | Ambassades et Représentations permanentes
Alliance Française • British Council • Canada • China | Chine • Det Danske Kulturinstitut • Duitsland | Allemagne • Finnish Cultural Institute for Benelux • Frankrijk | France • Goethe Institut • Groot-Brittannië | GrandeBretagne • ICCR (Indian Council for Cultural Relations) • Istituto Italiano di Cultura • Instituto Cervantes •
Louvain Institute for Ireland in Europe • Magyar Kulturàlis Intézet-Brüsszel (Hongarije | Hongrie) • Nederland |
Pays-Bas • Österreichisches Kulturforum Brüssel • Porticus/Benevolentia • Tsjechisch Centrum | Centre tchèque • Vertretung Baden-Württemberg bei der EU – Vertretung des Freistaates Bayern bei der EU • VlaamsNederlands Huis • USA
50
Overheidssteun | Soutien public | Public Partners
KINGDOM OF BELGIUM
EENDRA
CH
T
www.diplomatie.belgium.be
M
AA
KT
MA
CHT
L’ U N I O N
FA
IT
LA
F ORC E
Institutionele partners | Partenaires institutionnels | Institutional partners
Structurele partners | Partenaires structurels | Structural partners
Media partners | Partenaires médias
Bevoorrechte partners | Partenaires privilégiés | Privileged partners
BOZAR
BOZAR LITERATURE
BOZAR STUDIOS
GDF SUEZ
GDF_SUEZ_foundation_GB_signature_CMYK
10/12/2013
24, rue Salomon de Rothschild - 92288 Suresnes - FRANCE
Tél. : +33 (0)1 57 32 87 00 / Fax : +33 (0)1 57 32 87 87
Web : www.carrenoir.com
BOZAR MASTERPLAN
RÉFÉRENCES COULEUR
M100% Y100%
K80%
BOZAR EXPO PHOTO
BOZAR MUSIC
Steunende partners | Sociétés
Promotiepartners | Partenaires
partenaires | Supporting partners
promotionels | Promotional partners
Officiële leveranciers | Fournisseurs officiels | Offical suppliers
Internationale partners | Partenaires internationaux | International partners
2007 - 2013
51
Wij danken onze BOZAR PATRONS voor hun steun
Nous remercions nos BOZAR PATRONS pour leur soutien
We thank our BOZAR PATRONS for their support
Madame Geneviève Alsteens • Madame Marie-Louise Angenent • Monsieur et
Madame Etienne d’Argembeau • Comte et Comtesse Christian d’Armand de
Chateauvieux • Monsieur Laurent Arnauts • Monsieur Alain Aubry • Monsieur et
Madame Laurent Badin • Baron en Barones Jean-Pierre de Bandt • Monsieur
Erard de Becker • Monsieur et Madame Roger Bégault • Madame Marie Bégault •
Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Madame Sophie
Bertin • Baron en Barones Luc Bertrand • De Heer Stefaan Bettens • De Heer en
Mevrouw Carl Bevernage • Madame Bia • Professor en Mevrouw Roger Blanpain
• Baron et Baronne Bodson • Monsieur et Madame Mickey Boël • Comte et
Comtesse Boël • Monsieur Vincent Boone • Monsieur et Madame William BostynBaetzner • Monsieur Thierry Bouckaert • De Heer Harry Boukes • Monsieur et
Madame Jacques Bouriez • De Heer en Mevrouw Alfons Brenninkmeijer • De
Heer en Mevrouw Didier Brenninkmeijer-Kestens • Ambassadeur Dr. Günther
Burghardt en Mevrouw Rita Burghardt-Byl • Mevrouw Helena Bussers • Comte et
Comtesse Paul Buysse • Monsieur Jean-Edouard Carbonnelle • Baron Cardon de
Lichtbuer • Madame Pauline Cardon de Lichtbuer • Monsieur et Madame Michel
Carlier • Monsieur et Madame Hervé de Carmoy • Monsieur Sergio Carvalho •
Monsieur Luciano Cellura • Mevrouw Ingrid Ceusters-Luyten • Docteur Rouchdy
Chaker • Monsieur Cédric Chauvelot • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur
et Madame Christian Chéruy • Madame Marianne Claes • Monsieur Nicolas
Clarembeaux • Madame Jean de Cock de Rameyen • Monsieur Bernard de Cock
de Rameyen • Comtesse Michel Cornet d’Elzius • Monsieur et Madame Patrice
Crouan • Prince Guillaume de Croÿ • De Heer Géry Daeninck • Monsieur et
Madame Denis Dalibot • Monsieur et Madame Bernard Darty • Vicomte Davignon
• De Heer en Mevrouw Philippe De Baere • Monsieur et Madame Philippe Decleire
• Monsieur Pascal De Graer • Baron Andreas De Leenheer • Monsieur Michel
Delloye • Chevalier et Madame Henry Delwaide • Monsieur Jean-Marie Delwart •
Monsieur et Madame Alain De Pauw • Monsieur Patrick Derom • Madame Anne
De Smeth • Madame Danièle De Temmerman-Urvater • Monsieur Régis D’Hondt
• De Heer en Mevrouw Xavier D’Hulst-Struyven • Monsieur et Madame Thierry
R. Dillard • Monsieur Jean-Baptiste Douville de Franssu • Monsieur Alain Dromer
• De Heer en Mevrouw Bernard Dubois • Madame Sylvie Dubois • Monsieur et
Madame Pierre Dumolard-Balthazard • De Heer en Mevrouw Geert Duyck • Mr.
Graham Edwards • Monsieur et Madame Laurent Facques • De Heer en Mevrouw
Jean-Pierre Fierens • Madame Jacques E. François • Madame Monique Fritz •
Madame Sophie de Galbert • Madame Marie-Christine Gennart • Monsieur Alain
Goldschmidt • Madame Sylvia Goldschmidt • De Heer André Gordts • Comtesse
Nadine le Grelle • Monsieur et Madame Pierre Guilbert • Madame Nathalie Guiot
• Madame Bernard Guttman • De Heren Patrick Haemelinck en Pascal van der
Kelen, architects • Monsieur Paul Haine • Monsieur Bernard Hanotiau • De Heer
en Mevrouw Philippe Haspeslagh • Madame Nadine van Havre • Monsieur Thierry
52
Hazevoets • De Heer en Mevrouw Pieter Heering • Monsieur Jean-Pierre Hoa •
Monsieur et Madame Philippe le Hodey • De Heer Xavier Hufkens • De Heer †
en Mevrouw Bonno H. Hylkema • Monsieur Michel Isralson • Monsieur Fernand
Jacquet • Monsieur Maxime Jadot • Barones Janssen • Baron et Baronne PaulEmmanuel Janssen • Monsieur et Madame Mathieu Janssens van der Maelen •
Madame Patricia de Jong • Madame Elisabeth Jongen • De Heer en Mevrouw
Martin Kallen • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur Claude
Kandiyoti • Monsieur Pierre Klees • Monsieur Peter Klein et Madame Susanne
Hinrichs • Dr. Klaus Körner • Monsieur Charles Kramarz • Madame Jean-Jacques
Kreglinger • Monsieur et Madame Charles Kriwin • Monsieur Peter Kronschnabl
• Monsieur et Madame Remmert Laan • Monsieur et Madame Antoine Labbé
• Madame Marleen Lammerant • Monsieur Marc L. Landeau • Mademoiselle
Alexandra et Monsieur Ludovic van Laethem • Monsieur et Madame FrancisCharles Lang • Madame Brigitte de Laubarede • Comte Jean-Pierre de Launoit •
Comte Bernard de Launoit • Chevalier et Madame Laurent Josi • Monsieur Pierre
Lebeau • Monsieur † et Madame Henri Lederhandler • Monsieur et Madame
François Legein • Monsieur et Madame Laurent Legein • Monsieur et Madame
Charles-Henri Lehideux • Monsieur Mark Le Jeune • Monsieur et Madame Gérald
Leprince Jungbluth • Madame Dominique Leroy • De Heer en Mevrouw Thomas
Leysen • Madame Véronique Lhoist † • Madame Florence Lippens • Madame
Daphné Lippitt • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur Manfred Loeb
• Comte et Comtesse Jean-Baptiste de Looz-Corswarem • Monsieur et Madame
Thierry Lorang • De Heer Peter Maenhout • Madame Oscar Mairlot • Monsieur
Jean-Pierre Marchant • Monsieur et Madame Jean-Pierre Mariën • De Heer en
Mevrouw Frederic Martens • Monsieur et Madame Yves-Loïc Martin • Monsieur
et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Monsieur et Madame Etienne Mathy
• Monsieur et Madame Paul van der Meerschen • Monsieur et Madame Olivier
Merveilleux du Vignaux • De Heer en Mevrouw Frank Monstrey-Noé • Jonkheer
en Jonkvrouw Philippe Moorkens • Madame Jean Moureau-Stoclet • De Heer
en Mevrouw Harold Naessens • Comtesse Eric de Nazelle • Madame Nelson
• De Heer Olivier A. Onghena -‘t Hooft • Mevrouw Thérèse Opstal • Monsieur
Laurent Pampfer • Comte et Comtesse Renaud du Parc Locmaria • Monsieur
et Madame Jean Pelfrene-Piqueray • Monsieur et Madame Peninon • Monsieur
et Madame Olivier Périer • Monsieur Frédéric Peyré • Madame Florence Pierre •
De Heer Kris Pierreux • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Suzanne de
Potter • Mevrouw Anna Potters • Monsieur et Madame André Querton • Madame
Hermine Rédélé Siegrist • Monsieur William Roelants de Stappers • Monsieur et
Madame Jean-Rémy Roussel • Monsieur et Madame Jean Russotto • Monsieur
et Madame de Saint-Rapt • Monsieur et Madame Samir Sabet d’Acre • Monsieur
et Madame Frederic Samama • Mevrouw Anne-Marie Saquet • Monsieur JeanPierre Schaeken-Willemaers • De Heer Remy Schepens en Mevrouw Laureys •
Monsieur Adrien de Schietere de Lophem • Monsieur Eric-Emmanuel Schmitt
• Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C.
Schwab • Madame Ingrid Schwaiger • Chevalier et Madame Alec de Selliers de
Moranville • Madame Gaëlle Siegrist Mendelssohn • Madame Pascale Siegrist
53
• Madame Valérie Siegrist du Couëdic • Messieurs Bernard Slegten et Olivier
Toegemann • Monsieur Anthony Simon • Mr. Trevor Soames & Ms Camilla Permin
• Madame Marina Solvay • Monsieur Patrick Solvay • Madame Mario Spandre •
Monsieur Eric Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch • Madame AnneVéronique Stainier • Madame Irene Steels-Wilsing • De Heer en Mevrouw Jan
Steyaert • Stichting Liedts-Meesen • Monsieur et Madame Stoclet • Princesse zu
Stolberg-Stolberg • Monsieur et Madame Julien Struyven • De Heer en Mevrouw
Frank Sweerts • De Heer Coen Teulings • Monsieur Daniel Thierry • Monsieur
Gilbert Tornel • Madame Brigitte Ullens de Schooten • Monsieur Marc Urban • De
Heer Marc Vandecandelaere • Mevrouw Greet Van de Velde • De Heer Didier Van
de Vyver • Monsieur et Madame Bruno Vanderschelden • De Heer en Mevrouw
Werner Van Lembergen - Verhoeven • Madame Lizzie Van Nieuwenhuyse • De
Heer en Mevrouw Robert van Oordt • De Heer en Mevrouw Anton van Rossum •
Mevrouw Ludo Van Thillo • De Heer Johan Van Wassenhove • Baron et Baronne
de Vaucleroy • Baronne Velge • De Heer Eric Verbeeck • De Heer en Mevrouw
Eddy Vermeersch • Mevrouw Peggy Vermeylen • Monsieur et Madame Alexis
Verougstraete • De Heer en Mevrouw Axel Vervoordt • Monsieur Alain Vulihman
• De Heer en Mevrouw Karel Vinck • Madame Gabriel Waucquez • De Heer
John-Joseph Waumans • Monsieur et Madame André Wielemans • Monsieur et
Madame Peter Wilhelm • Monsieur et Madame Luc Willame • Monsieur Robert
Willocx • Madame Véronique Wilmot • Monsieur et Madame Antoine Winckler
• Chevalier Godefroid de Wouters d’Oplinter • Zeno X Gallery – Antwerp •
Monsieur et Madame Jacques Zucker •
bozar corporate patrons
ABN AMRO • BANK OF NEW YORK MELLON • BANQUE PRIVEE EDMOND
DE ROTHSCHILD EUROPE • BIRD & BIRD • BKCP • KBC BANK NV •
LHOIST • LE MERIDIEN • LINKLATERS • LOMBARD ODIER • NH HOTELES
• PUILAETCO DEWAAY PRIVATE BANKERS S.A. • SOCIETE FEDERALE DE
PARTICIPATIONS ET D’INVESTISSEMENT S.A./FEDERALE PARTICIPATIEEN INVESTERINGS MAATSCHAPPIJ N.V. • S.W.I.F.T.
Contact : +32 (0)2 507 82 87 – [email protected]
Join the patrons!
• Catherine Carniaux - 02 507 84 21 - [email protected]
• Valérie Cardon - 02 507 84 01 - valé[email protected]
54
55
BO
ZAR
MU
SIC
Foto | Photo: Gilbert Garcin, Le départ, 2000. Courtesy Galerie Les ﬁlles du calvaire

Download Report