klik hier

Algemene informatie over Parlan en pleegzorg
Parlan is een organisatie voor Jeugd en opvoedhulp in Noord-Holland.
Het werkgebied van Parlan omvat drie regio’s, de regio Kop van Noord-Holland, de regio
West-Friesland en de regio Kennemerland.
Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht naar zwaar:
- Trainingen voor ouders, pleegouders en (pleeg)kinderen
- Licht ambulante hulp in het gezin
- Intensieve hulp in het gezin
- Pleegzorg
- Gezinshuizen
- Residentiele zorg
- Transferium (gesloten jeugdzorg)
Meer informatie kunt u vinden op de website van Parlan: www.parlan.nl
Per 1 januari 2015 gaat de Jeugdzorg over van de Provincie naar de gemeenten. Wat dit
voor Parlan en de hulp die door Parlan wordt geboden gaat betekenen is nog onduidelijk.
Over wat deze ontwikkelingen voor de pleegzorg gaan betekenen wordt u in de Nieuwsbrief
voor pleegzorgouders, die 3 à 4 keer per jaar wordt uitgebracht, geïnformeerd.
Pleegzorg
Pleegzorg is een vorm van jeugdzorg waarbij pleegouders een kind van een ander, meestal
tijdelijk, in hun gezin opnemen. Er zijn twee soorten pleegzorg te onderscheiden, namelijk
netwerkpleegzorg en bestandspleegzorg.
Netwerkpleegzorg:
Bestandspleegzorg:
pleegouders nemen een kind in hun gezin op dat zij al kennen
uit hun familie of sociaal netwerk
pleegouders nemen een voor hen onbekend kind op in hun
gezin
Wat is pleegzorg?
Alle situaties waarbij iemand de zorg voor een kind van een ander op zich neemt, heet
pleegzorg.
Als de opname van het kind in een gezin door een plaatsende instantie (zoals BJZ NoordHolland) wordt aangemeld bij Pleegzorg Parlan en pleegouders gaan met Parlan een
pleegcontract aan, dan heet het wettelijk ook pleegzorg.
De pleegzorgplaatsing valt dan onder de regels van de Wet op de Jeugdzorg, de Regeling
pleegzorg 2013 en de Regeling pleegvergoeding van het ministerie van VWS.
Pleegzorg kent drie varianten: de crisisvariant, de hulpverleningsvariant en de
opvoedingsvariant. Elke aanmelding, die geen crisisaanmelding is, komt in principe bij de
pleegzorg binnen in de hulpverleningsvariant.
1. CRISISPLAATSINGEN;
1a
Pleegzorg in acute noodsituaties, maximaal vier dagen.
Soms is er, buiten kantoortijden, sprake van een zodanige noodsituatie in een gezin dat
acute opvang voor zeer korte tijd noodzakelijk is. Bij de plaatsing is nog niet duidelijk wat het
perspectief voor de jeugdige is.
Parlan werkt met een groep van pleegouders die meedraaien in de poule van pleegouders
die beschikbaar zijn voor acute crisisplaatsingen, de z.g. crisisopvangpoule.
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-1
Wat wordt er van pleegouders bij zeer kortdurende opvang verwacht?
Goed kunnen improviseren in acute situaties waarin nauwelijks informatie over de
jeugdige(n) en het gezin van herkomst bekend is.
1b
Crisispleegzorg maximaal vier weken
Wanneer er sprake is van een crisissituatie (bijv. Een acuut onveilige situatie voor een
jeugdige in het gezin, overlijden, weglopen, arrestatie van een van de ouders) wordt de
jeugdige vrij plotseling en zonder voorbereiding in een pleeggezin geplaatst.
Een crisisplaatsing is kortdurend en kan enkele dagen tot maximaal vier weken duren. De
jeugdige wordt opgevangen en verzorgd in een crisispleeggezin totdat het weer naar huis
kan of een ander perspectief helder is.
Bij een crisisplaatsing moet altijd snel worden gehandeld. Dit betekent dat crisispleeggezinnen zijn voorbereid op een snelle plaatsing binnen het gezin, zonder dat er uitgebreide
informatie is over de jeugdige of zijn/haar situatie.
Er is een grote vraag naar deze vorm van pleegzorg en crisispleeggezinnen hebben vaak
meerdere plaatsingen per jaar. Een crisispleeggezin heeft een vaste pleegzorgbegeleider,
die het pleeggezin bij alle plaatsingen begeleidt.
Daarnaast zal de crisiswerker van het crisisteam van Parlan binnen 5 werkdagen contact
met u zoeken om een afstemming en start trajectplan samen met u te maken. De
begeleiding van de pleegzorgbegeleider is, afhankelijk van de situatie, meer of minder
intensief. De frequentie van de begeleidingscontacten wordt besproken met pleegouders. Er
is ook veel telefonisch contact.
Wat wordt er van crisispleegouders verwacht?
De korte duur van de plaatsing vraagt dat pleegouders flexibel kunnen reageren op
veranderingen. Er is nauwelijks tijd voor voorbereiding en kennismaking met het pleegkind
en er is weinig informatie beschikbaar. Daarnaast is de situatie voor het pleegkind onwennig,
waardoor het veel aandacht, rust en stabiliteit nodig heeft.
Van het ene op ander moment wordt een beroep op crisispleegouders gedaan. Het kost veel
tijd en energie, dus pleegouders bepalen zelf of ze beschikbaar zijn voor een plaatsing.
Pleegouders bepalen ook zelf of er een rustpauze ingebouwd moet worden. Er is tijdens een
plaatsing een nauwe samenwerking tussen pleegouders, ouders, de crisiswerker, plaatser
en pleegzorgbegeleider.
2. Hulpverleningsvariant
In de hulpverleningsvariant is een tijdelijke uithuisplaatsing van een jeugdige noodzakelijk.
Dit kan allerlei oorzaken hebben bijv. Grote spanningen in het gezin, onveiligheid, agressie.
De jeugdige wordt in een pleeggezin geplaatst. Pleegkinderen die tijdelijk uit huis worden
geplaatst hebben vaak veel meegemaakt, vooral in de periode voorafgaande aan de
plaatsing.
De plaatsing heeft tot doel het pleegkind, in afwachting van de realisatie van het perspectief,
een goede en veilige opvoedingssituatie te bieden. De plaatsing in het pleeggezin dient zo
kort mogelijk te zijn, maximaal zes maanden.
In die periode wordt ernaar gestreefd aan alle partijen duidelijkheid te geven over het
toekomstperspectief van het pleegkind. Na zes maanden wordt er gezamenlijk met alle
betrokkenen een besluit genomen over het perspectief, het z.g. opvoedingsbesluit.
In de hulpverleningsvariant wordt intensieve, doelgerichte hulp aan de ouders geboden in
combinatie met een tijdelijke of gedeeltelijke uithuisplaatsing van hun kind(eren).
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-2
Wat wordt er van pleegouders in de hulpverleningsvariant verwacht?
Omdat het pleegkind langere tijd bij pleegouders zal blijven wonen, is het belangrijk dat het
klikt tussen (het gezin van) pleegouders, het pleegkind en de eigen ouders van het
pleegkind. De contacten worden, indien nodig opgebouwd. Hierin wordt ook een plekje
ingeruimd voor hoe de eigen kinderen van pleegouders de kennismaking ervaren.
Pleegouders moeten zicht hebben op de ontwikkeling van het pleegkind, een beschrijving
kunnen geven over het gedrag van het pleegkind (observeren), open staan voor
samenwerking met de ouder(s) en mee willen werken aan de te zetten stappen voor
vervolghulpverlening.
3. Opvoedingsvariant.
Wanneer het opvoedingsbesluit is genomen en het duidelijk is dat het kind niet meer terug
naar huis kan, wordt de hulpverleningsvariant omgezet in de opvoedingsvariant. Het doel
van de opvoedingsvariant is dat er wordt gewerkt aan het opbouwen van een nieuwe,
stabiele toekomst voor de jeugdige in een pleeggezin.
De nadruk ligt nu op de verzorging, opvoeding, gezondheid en veiligheid van het pleegkind.
De ouders hebben de opvoedingsverantwoordelijkheid overgedragen aan pleegouders. De
ouders worden als zodanig gerespecteerd en gezamenlijk wordt gekeken hoe de ouders in
staat kunnen blijven om hun ouderrol (op afstand) te vervullen.
Pleegouders worden begeleid door een pleegzorgbegeleider. De intensiteit van de
begeleiding aan pleegouders wordt in overleg met de pleegzorgbegeleider vastgesteld. Er is
regelmatig via de mail of telefonisch contact.
Wat wordt er van pleegouders in de opvoedingsvariant verwacht?
Omdat het pleegkind mogelijk permanent bij pleegouders zal blijven wonen, is het belangrijk
dat het klikt tussen (het gezin van) pleegouders, het pleegkind en de ouders van het
pleegkind. Er wordt ook aandacht besteed aan hoe de eigen kinderen van pleegouders de
kennismaking ervaren.
Uitganspunt in de opvoedvariant is dat het pleegkind zal opgroeien in het pleeggezin tot hij of
zij 18 jaar zal zijn. De ouders blijven wel betrokken bij hun kind, de frequentie van het contact
hangt af van diverse factoren.
4. Deeltijdpleegzorg
Deeltijdpleegzorg is voor jeugdigen die bij hun eigen ouders, in een instelling of in een ander
pleeggezin wonen. Soms is het nodig dat de jeugdige een of meerdere weekenden of dagen
per maand in een pleeggezin wordt geplaatst. In die situaties kan gebruik gemaakt worden
van een deeltijdpleeggezin. Vaak heeft deeltijdpleegzorg een preventief karakter. Doordat
het kind regelmatig een weekend in een pleeggezin verblijft, worden de (pleeg)ouders
ontlast. De intensiteit van de begeleiding door de pleegzorgbegeleider wordt in overleg
tussen pleegouders en pleegzorgbegeleider vastgesteld. Bij een lopende weekendplaatsing
is er regelmatig contact via mail of telefoon.
Wat wordt er van deeltijd pleegouders verwacht?
Regelmatig mondeling en telefonisch contact met de verzorgers (ouders, pleegouders,
groepsleiding of gezinshuisouders).
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-3
5. Crisisopvangpoule ( zie 1a)
Pleegzorg Parlan beschikt over een crisisopvangpoule voor kortdurende crisisplaatsingen in
acute noodsituaties. Deze poule bestaat uit een groep van pleegouders, die specifiek heeft
aangegeven benaderd te willen worden voor deze vorm van opvang. De bemiddelaar van
het Servicepunt Pleegzorg belegt regelmatig een overleg met de pleeggezinnen uit de
opvangpoule.
 Opvang in noodsituaties voor kinderen en jongeren van 0 -18 jaar
 Centraal aanmeldpunt is het Crisis Interventie Team (CIT) dienst van BJZ
 Opvang is pas mogelijk na een melding van de crisisdienst. Die neemt contact op met
de dienstdoende medewerker bereikbaarheidsdienst van Parlan. Deze medewerker
benadert vervolgens het opvanggezin dat volgens het schema ‘dienst’ heeft
 De opvang is voor maximaal 4 dagen (= 3 nachten). Binnen 4 dagen moet een
vervolgplek gerealiseerd worden door BJZ.
 Roulerend is er per week een pleeggezin beschikbaar en bereikbaar, dit is dan na
kantoortijd en in het weekend
 Alleen jeugdigen uit de regio’s van Pleegzorg Parlan komen in aanmerking.
 De jeugdige dient bij het gezin gebracht te worden
 De pleegzorg staat garant voor de betaling van de plaatsing
 Bij opname in een crisisopvanggezin vindt er uitbetaling plaats van de dagvergoeding
en de extra toeslag voor crisisopvang
 Een reservegezin wordt alleen gebeld als het gezin dat dienst heeft niet te bereiken
is, als het gezin dat dienst heeft al vol zit, als het gaat om meerdere kinderen of als er
onverwachte familieomstandigheden zijn in het gezin dat dienst heeft
 Een dienst begint vrijdagmiddag om 17.00 uur tot de vrijdag 09.00 uur daarop
 De medewerker van Parlan die bereikbaarheidsdienst heeft, geeft aan de
bemiddelaar door of er gebeld en geplaatst is. Parlan houdt een overzicht bij van de
plaatsingen in de crisisopvangpoule en onderhoudt de contacten met de
crisisgezinnen over de gang van zaken rond de opvangpoule.
 4 dagen = ook echt 4 dagen. Dat wil zeggen dat een weekend erin valt en meetelt.
Bij plaatsing op bijvoorbeeld vrijdagavond moet de jeugdige uiterlijk dinsdag weer
weg. Bij feestdagen wordt per situatie overleg gepleegd met het pleeggezin.
TELEFOONNUMMER BEREIKBAARHEIDDIENST PARLAN
(buiten kantooruren)
088 1240124
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-4
6. Logeerpoule pleegzorg Parlan
Vanuit een initiatief, geweest van de Pleegouderraad, is de z.g. logeerpoule opgezet.
Het uitgangspunt van deze poule is dat pleegkinderen soms geen netwerk hebben waar ze
kunnen logeren. Toch zoeken pleegouders soms een plek waar het pleegkind een korte tijd
kan logeren. Het kan dan gemakkelijker zijn hiervoor collega-pleegouders te benaderen dan
personen in het eigen netwerk.
In incidentele situaties kan er ook een beroep worden gedaan op de logeerpoule.
Bijvoorbeeld wanneer een pleegkind tijdelijk en kortdurend ergens anders moet worden
geplaatst om het pleeggezin te ontlasten. In deze laatste situatie overlegt de pleegouder
altijd met de pleegzorgbegeleider.
De spelregels in de logeerpoule zijn eenvoudig:
- pleegouders hebben contact met hun pleegzorgbegeleider over de behoefte voor een
logeerplek voor hun pleegkind, men kijkt dan eerst in het eigen netwerk.
- mocht er niets zijn in het netwerk, dan neemt de pleegzorgbegeleider contact op met
de bemiddelaar en dan wordt bekeken welk gezin dat beschikbaar is de vraag het
beste past. De bemiddelaar laat dit weten aan de pleegzorgbegeleider.
- pleegouder(s) zoeken zelf contact met een pleeggezin uit de logeerpoule
- pleegouders maken met elkaar afspraken over het logeerweekend/de logeerweek
- de financiën/dagvergoeding wordt door pleegouders onderling geregeld. De
Pleegouderraad geeft als richtlijn de volledige pleegvergoeding voor de logeerdagen.
Pleegzorg beschikt over een lijst met pleeggezinnen die meedraaien in de logeerpoule.
Op dit moment bestaat de logeerpoule uit een aantal pleeggezinnen, die ook beschikbaar
zijn voor de crisisopvangpoule (kortdurende crisisopvang voor maximaal 4 dagen).
We zijn echter altijd op zoek naar meer pleeggezinnen die zich bij de logeerpoule willen
aansluiten. Als u zich wilt opgeven hiervoor, kunt u contact opnemen met de Pleegouderraad
of met de bemiddelaar pleegzorg.
Bemiddelaar pleegzorg
Tel. Nr.
: 06 46897634
Email
: [email protected]
Pleegouderraad Parlan.
E-mail
: [email protected]
7.
Specialistische pleegzorg
A. Specialisaties in de pleegzorg
Bestandspleegouders kunnen, tijdens het voorbereidingstraject, zelf aangeven voor welke
vorm van pleegzorg zij beschikbaar zijn. Naast de hiervoor genoemde vormen, kunnen
pleegouders ook kiezen voor het verzorgen en opvoeden van een gehandicapt kind.
- Pleegzorg William Schrikker Groep (WSG)
Pleegzorg via de William Schrikker Groep maakt gezinsopvoeding mogelijk voor
gehandicapte kinderen die niet thuis kunnen wonen. Gehandicapte kinderen die om wat voor
reden dan ook niet thuis kunnen wonen, groeien vaak op in een tehuis. Ook voor hen is het
prettig op te groeien in een pleeggezin.
De William Schrikker Groep heeft veel ervaring in het begeleiden van jeugdigen met een
handicap die in een pleeggezin zijn opgenomen. De gespecialiseerde begeleiding is erop
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-5
gericht pleegouders zo goed als mogelijk voor te bereiden op- en te ondersteunen bij hun
taak. Het streven daarbij is dat pleegouders niet zo zeer gericht zijn op vorderingen, maar op
het accepteren van de jeugdige zoals die is. Inschatten wat wél en niet mogelijk is in het
leven van een gehandicapt kind, loopt als een rode draad door de begeleiding heen.
- Therapeutisch Gezinsverpleging (TGV)
De Therapeutische Gezinsverpleging biedt hulpverlening in een combinatie van pleegzorg en
kinderpsychiatrische behandeling. De TGV biedt hulp aan jeugdigen van nul tot achttien jaar
die emotioneel beschadigd zijn of een grote ontwikkelingsachterstand hebben opgelopen en
die niet meer thuis kunnen blijven wonen.
Via plaatsing in een pleegezin worden de jeugdigen behandeld. De TGV omvat observatie,
opvoeding, begeleiding en behandeling.
De begeleiding vanuit de TGV is intensief. De pleegzorgbegeleider komt zeer regelmatig op
huisbezoek bij pleegouders. In principe duurt een TGV behandeling één a twee jaar. Daarna
wordt de begeleiding overgedragen aan de reguliere pleegzorg.
Tijdens een reguliere plaatsing kunnen de jeugdige en het pleeggezin ook samen worden
aangemeld bij de TGV, omdat pleegouders en begeleiders zich tijdens een plaatsing
realiseren dat de problematiek van de jeugdige zwaarder is dan tevoren was geschat.
B. Pleegzorg en organisaties binnen de Jeugdzorg
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)
De Raad voor de Kinderbescherming heeft als doelstelling om kinderen te beschermen als
hun lichamelijke of geestelijke ontwikkeling gevaar loopt. De Raad komt op voor kinderen die
zich in een bedreigende situatie bevinden. De Raad is een instantie, die onderzoekt of er
bedreiging voor een kind aanwezig is en hoe die kan worden weggenomen. De Raad kan de
kinderrechter vragen een kinderbescherming maatregel uit te spreken. Dat gebeurt als
vrijwillige hulpverlening niet mogelijk of onvoldoende is. Als vrijwillige hulp wel mogelijk is
schakelt de Raad andere instanties in. Medewerkers van de Raad geven deze hulp niet zelf.
Ieder onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming wordt afgesloten met een rapport,
waarin het verloop van het onderzoek en de uitkomsten staan. In het rapport staat de mening
van de onderzoeker maar ook die van het gezin. Kinderen ouder dan 12 jaar krijgen ook een
kopie van het rapport.
Als u pleegouder wilt worden vraagt Parlan bij de Raad voor de Kinderbescherming een z.g.
raadsverklaring aan.
Meer informatie: www.kinderbescherming.nl
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
Bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van Bureau Jeugdzorg komen
vragen over probleemsituaties of meldingen van kindermishandeling binnen. Zij kunnen de
volgende stappen ondernemen;
 Aanvullende informatie inwinnen bij een huisarts of op school
 In gesprek gaan met de ouders en soms ook met het kind
 Proberen de ouders te motiveren voor hulpverlening
 De hulpverlening voor kind en ouders op gang brengen
 De melder na enige tijd laten weten wat er met de melding gebeurd is
Meer informatie: www.amk-nederland.nl
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-6
De kinderrechter
De kinderrechter neemt een beslissing voor een Onder Toezichtstelling (OTS) mede op
basis van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Hij volgt het verzoek van de
Raad wel vaak maar niet altijd op. Tijdens een zitting bij de rechtbank kunnen ouders hun
mening geven. Ook kinderen vanaf twaalf jaar krijgen de gelegenheid om hun mening te
geven. Op verzoek kan dat in een aparte zitting waar ouders niet voor worden uitgenodigd.
Wat is een ondertoezichtstelling?
Ondertoezichtstelling (OTS) is een maatregel waarbij het gezag van ouders over de
kind(eren) wordt beperkt. Als in een gezin ernstige (opvoed)problemen voorkomen en de
ontwikkeling van het kind in gevaar komt, kan de kinderrechter het kind onder toezicht
stellen. Het gezin krijgt dan begeleiding van een gezinsvoogd. In de meeste gevallen blijft het
kind tijdens de ondertoezichtstelling thuis wonen. Als het voor het kind beter is, kan de
gezinsvoogd de kinderrechter toestemming vragen om het kind uit huis te plaatsen.
Bijvoorbeeld in een pleeggezin.
Soms loopt een kind onmiddellijk gevaar binnen een gezin en moet het kind snel uit huis
geplaatst worden. In dit geval kan de kinderrechter op verzoek van de raad een voorlopige
OTS uitspreken. De kinderrechter machtigt Bureau Jeugdzorg om het kind uit huis te
plaatsen.
Informatiemap pleegzorg Parlan
01-03-2014
1-7