Alcoholslotprogramma

Alcoholslotprogramma
Door mr. L. (Lotje) Koers
Onlangs is er een belangrijke ontwikkeling geweest in het kader van het alcoholslotprogramma. De Regeling maatregelen
rijvaardigheid en geschiktheid 2011 kent nu nieuwe uitzonderingsgevallen waarbij het alcoholslotprogramma niet kan
worden opgelegd.
Bij het opleggen van een alcoholslotprogramma (verder te noemen ASP) wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen
bestuurders; bestuurders die hun rijbewijs vijf jaar of langer in bezit hebben en bestuurders die nog geen vijf jaar hun
rijbewijs in bezit hebben. Bestuurders die hun rijbewijs nog geen vijf jaar in bezit hebben zijn de zogenaamde beginnende
bestuurders. De eerste categorie bestuurders kunnen een ASP opgelegd krijgen wanneer zij met een promillage tussen 1,3
en 1,8 (570 ug/l en 785 gl/l) aangehouden worden. Beginnende bestuurders kunnen het ASP opgelegd krijgen wanneer zij
aangehouden worden met een promillage tussen 1,0 en 1,8 (435 ug/l en 785 ug/l). Het promillage is bepalend bij het
opleggen van het ASP. De omstandigheden van het geval of de mogelijke recidive spelen geen rol. Het ASP wordt opgelegd
voor de duur van twee jaar. De mogelijkheid bestaat om te verlengen met zes maanden, wanneer het programma niet naar
behoren is vervuld.
De bestuurder die een ASP opgelegd krijgt door het CBR draait in zijn geheel op voor de kosten. De kosten hiervoor bestaan
uit drie delen:
 Kosten in verband met het opleggen van de maatregel, hierbij kan gedacht worden aan de begeleiding door het CBR en
de deelname aan het motivatieprogramma, ongeveer € 1.078,-.
 Kosten voor het alcoholslot zelf, hierbij kan gedacht worden aan de huur, de inbouw- en uitbouw van het slot, ongeveer
€ 3.000,-.
 Kosten voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs. Deze kosten zullen overigens twee keer gemaakt worden: één keer
aan het begin van het ASP en één keer aan het einde van het programma, om weer een ‘schoon’ rijbewijs te krijgen.
Deze kosten zullen per gemeente verschillen.
Al met al zal de bestuurder die een ASP opgelegd krijgt voor aanzienlijke kosten komen te staan.
Eén op de drie bestuurders die een ASP opgelegd krijgt, laat ook daadwerkelijk een alcoholslot inbouwen. Veel bestuurders
proberen, veelal tevergeefs, het besluit van het CBR om het ASP aan hen op te leggen aan te vechten. Vaak wordt de
betrokkene in het ongelijk gesteld, omdat de rechter elke keer opnieuw oordeelt dat de vergaande gevolgen, zoals de
kosten en de beperkingen in de mobiliteit van de bestuurder al zijn meegewogen door de wetgever. Deze vergaande
gevolgen worden gerechtvaardigd geacht, nu eenmaal een hoger doel wordt gediend met de maatregel, namelijk de
verkeersveiligheid.
26 mei 2014
De wetgever heeft er voor gekozen om de mogelijkheid tot inbouwen van het alcoholslot te beperken tot motorrijtuigen
waarvoor een rijbewijs categorie B vereist is. Gevolg is dat bestuurders met een rijbewijs categorie C of D aan wie een ASP
wordt opgelegd, gedurende 24 maanden een ongeldig rijbewijs hebben. Deze bestuurders worden dus zwaarder getroffen
door deze maatregel. In de literatuur is er al vaak gesproken over het bestraffende karakter van de maatregel ASP, vooral in
deze gevallen. Slechts in enkele situaties is in de Rechtspraak ook geoordeeld dat het een bestraffende sanctie betreft die
onevenredig bezwarend is voor betrokkene (Rb. Haarlem 21 december 2012, LJN 7669 & Rb. Breda (Vzr.) 14 februari 2013,
BZ1544)
Maar mogelijk komt er verandering in de situatie voor deze bestuurders, dit in verband met een tijdelijke wetswijziging van
artikel 18 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011. De regeling is aangepast in die zin dat in de
uitzonderingsbepalingen voor het ASP nu een sub h is toegevoegd:
Artikel 18 sub h van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011:
Het alcoholslotprogramma kan niet worden opgelegd indien naar het oordeel van het CBR is aangetoond dat betrokkene op
het tijdstip van het nemen van het besluit dan wel het nemen van de beslissing op bezwaar voor zijn inkomen afhankelijk
was van het rijbewijs voor een of meer van de categorieën C1, C, D1 of D
De in het eerste lid, onderdeel h, bedoelde inkomensafhankelijkheid kan in ieder geval worden aangetoond door
a. een of meer werkgeversverklaringen
b. loonstrookjes
c. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, dat niet ouder is dan vier weken en waaruit blijkt dat
betrokkene ingeschreven was op het in het eerste lid, onderdeel h, bedoelde tijdstip, of
d.
d. opdrachten waaruit blijkt dat betrokkene voor het inkomen van dat rijbewijs afhankelijk is.
In de wet worden uitdrukkelijk de rijbewijscategorieën C, C1, D en D1 genoemd. Het is echter niet uit te sluiten dat ook voor
andere categorieën de wetswijziging geldt, indien iemand voor zijn inkomen afhankelijk is van zijn rijbewijs. In dat kader kan
een beroep worden gedaan op de analoge toepassing van deze wetswijziging. Wanneer u dus in aanmerking komt voor een
ASP, dient u daar rekening mee te houden en dient u gemotiveerd te stellen waarom u een uitzonderingsgeval bent zoals
genoemd in de regeling. Mogelijk krijgt u dan inderdaad een andere maatregel opgelegd die minder bezwarend en ook nog
eens goedkoper is.
In de Wahv is de mogelijkheid tot herziening uitdrukkelijk uitgesloten. Wanneer dus reeds een ASP is opgelegd en het
besluit onherroepelijk is geworden, zit u aan het ASP vast. In het bestuursrecht is er voor u dan geen mogelijkheid meer om
te ageren of om schadevergoeding te eisen. Wellicht is een civiele procedure op basis van onverschuldigde betaling een
mogelijkheid, wanneer geconstateerd wordt dat de maatregel van de ASP in een bepaald geval had dienen uit te blijven en
een andere (goedkopere) maatregel in de rede had gelegen.
26 mei 2014
De komende periode zal naar alle waarschijnlijkheid heel wat te doen zijn aangaande deze verandering en het is wachten op
de eerste uitspraken bij de bestuursrechter, maar wellicht ook bij de civiele rechter, om te zien hoe deze wetwijziging in de
praktijk zal uitwerken. Maar voor nu, mocht u met het ASP in aanraking komen, let op het mogelijke beroep op artikel 18
sub h van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011!
Voor vragen of meer informatie neemt u gerust contact met ons op via 026 3522 800 of [email protected].
26 mei 2014