Grondwettelijk Hof Koningsplein 7 1000 Brussel Per aangetekend schrijven Brussel, 16 augustus 2014 Referentie: rolnummers 5917, 5920 en 5930 Verzoek tot tussenkomst – Neerlegging van memorie van steun aan de verzoekschriften onder vermelding van referentienummer Aan de Dames en Heren Rechters bij het Grondwettelijk Hof Voor Mevrouw Agnes Jonckheere, Voorzitster VCP, Vlaams Christen Partij. Walakker 32 04/01 8200 Sint-Michiels West-Vlaanderen Verzoekster tot tussenkomst 1 In de samengevoegde zaken 5917, 5920 en 5930 In de zaak 5917 betreffende het verzoekschrift tot vernietiging van de wet houdende de instemming met het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie tussen het koninkrijk België, de republiek Bulgarije, het koninkrijk Denemarken, de bondsrepubliek Duitsland, de republiek Estland, Ierland, de Helleense republiek, het koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de republiek Cyprus, de republiek Letland, de republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de republiek Oostenrijk, de republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en het proces-verbaal van de ondertekening van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, gedaan te Brussel op 2 maart 2012 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 april 2014 ingediend door Michael Balter, Mil Luyten, MarieRose Cavalier-Bohon, François Licoppe, Andy Vermaut, Filip Van Rossem, Claire Bohon, Raf Verbeke, Karin Verhelst, Jan De Groote, Philippe De Smet en Geert van Istendael In de zaak 5920 betreffende het verzoekschrift tot vernietiging van dezelfde wet ingeleid door de VZW “Ligue des Droits de l’Homme”, de “Centrale nationale des employés”, Charles Beuken en Mathieu Delaunoy In de zaak 5930 betreffende het verzoekschrift tot vernietiging van alle schikkingen van het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 tussen de Federale Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen en de Gemeenschapscommissies met betrekking tot het in werking stellen van artikel 3 §1 van het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 december 2013, ingediend door Michael Balter, Mil Luyten,, Rudy Jansssens, Olivier Nyssen en Philippe De Smet Zaken die door uw Hof zijn samengevoegd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 juli 2014 overeenkomstig artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989. De verzoeker tot tussenkomst heeft de eer een aanvraag tot tussenkomst in de samengevoegde zaken hierboven geciteerd en wensen de volgende elementen aan te brengen: a. Tijdigheid van de beroepen tot vernietiging en van de tussenkomst 1. De bestreden wet werd goedgekeurd op 18 juli 2013, en gepubliceerd op 7 april 2014. Het beroep tot vernietiging van Michael Balter, Mil Luyten, Marie-Rose Cavalier-Bohon, François Licoppe, Andy Vermaut, Filip Van Rossem, Claire Bohon, Raf Verbeke, Karin Verelst, Jan De Groote, Philippe De Smet en Geert van Istendael werd op 5 juni 2014 verzonden per aangetekende brief en op 6 juni 2014 ontvangen ter griffie van Uw Hof. 2. Het beroep tot vernietiging van de vzw « Ligue des Droits de l’Homme », de « Centrale nationale des employés », Charles Beuken en Mathieu Delaunoy, werd op 6 juni 2014 verzonden per aangetekende brief en ontvangen ter griffie op 10 juni 2014. 3. Het bericht voorgeschreven bij art. 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 17 juli 2014. 2 b. Belang van verzoeker in tussenkomst 4. De verzoekster is voorzitster van de Vlaamse Christen Partij. Deze partij bestaat sedert 2008 en heeft over heel Vlaanderen deel genomen aan de Vlaamse verkiezingen in mei 2014. We vinden het belangrijk dat de Vlaamse regering en de Vlaamse minister van begroting het laatste woord krijgt over de begroting in Vlaanderen en niet een supranationale instelling zoals de Europese Commissie, die niet democratisch is verkozen en weinig transparant. 5. Verder ben ik ook burger van dit land. Daar het Europees Soberheidsverdrag reeds van kracht is moet onze regering enorm bezuinigen in zijn uitgaven. België heeft een groot deel van de schulden overgenomen van de banken Fortis en Dexia om hen overeind te houden. Maar dit ten koste van hun burgers. Mede daardoor staat de Vlaamse regering voor een bezuinigingsoperatie van 8 miljard euro in vijf jaar. 6. Ik zal hieronder de besparingen van de Vlaamse regering opsommen die reeds bekend gemaakt zijn binnen het regeerakkoord en die mij als burger op middelbare leeftijd schaden. 7. De pensioenleeftijd wordt steeds hoger en de zorgverzekering steeds duurder. Die zou opgetrokken worden van 25 euro naar 40 euro. Daarnaast wordt ook bespaard in het Zorgnet Vlaanderen waarbij de prijzen voor het verblijf in rusthuizen en ziekenhuizen zullen stijgen. Veel bejaarden kunnen die nu al niet betalen — door te lage pensioenen. 8. De Vlaamse tram-en busmaatschappij De Lijn moet 30 miljoen euro besparen. Dat is de zoveelste besparingsronde en dit keer zijn prijsverhogingen en de schrapping van verbindingen zeker onvermijdelijk. Dit overigens in tegenstelling tot eerdere engagementen van de Vlaamse regering om het openbaar vervoer uit te bouwen tot een volwaardig alternatief voor de auto. 9. De sociale en culturele verenigingen zullen ook moeten snoeien in hun budget. Het lidmaatschap van Scouts en Chiro zal stijgen, maar ook mijn lidmaatschap van Markant, Davidsfonds en Femma, het vroegere K.A.V. Ook zal de tak sport en cultuur moeten inleveren. Veel kans dat de inkom voor het zwembad en mijn lidkaart bij de zwemclub duurder zal worden. Ook de kunstacademies voor (jong-)volwassenen zullen hun deuren moeten sluiten. 10. Hierbij zullen mijn kinderen een hoger inschrijvingsgeld moeten betalen om verder te kunnen studeren aan het hoger onderwijs. Er is sprake van een verhoging van 30 tot 40%, dit terwijl uit eerdere arresten van Uw Hof en de Raad van State blijkt dat dit door andere verdragsrechtelijke verplichtingen van de Belgische staat niet kan. Immers, door de ondertekening van het verdrag van New York in 1966 heeft België zich geëngageerd om in het hoger onderwijs de kosteloosheid ervan na te streven (art. 13, 2. C van dit Verdrag). In een arrest van 6 september 1989 heeft de Raad van State opgeworpen dat België hiermee een positieve verplichting is aangegaan en dat een burger dit rechtstreeks mag inroepen voor de rechter (arrest RvS 32.989). In latere arresten is Uw Hof daarin gevolgd en heeft daar het artikel 23 van de Grondwet aan gekoppeld. U heeft daarbij het standstill-principe van toepassing verklaard op die 3 inschrijvingsgelden. Dit komt de facto neer op het feit dat deze slechts mogen geïndexeerd worden. Door de aangekondigde verhoging wordt dus ook de door Uw Hof reeds herhaaldelijk als toetssteen naar voren geschoven "stand still"-verplichting flagrant met voeten getreden. 11. Bovendien zullen mijn kinderen, wanneer zij een woning aankopen, hun woonbonus zien verminderen. Daarnaast zal, zoals door de regeringsonderhandelaars reeds aangekondigd, ook de federale regering een bezuinigingsoperaties moeten doorvoeren die daar nog bovenop zal komen. 12. Het zijn allemaal kleine bedragen, maar als U die samentelt zal het zwaar doorwegen op het maandelijkse budget van de modale burger van middelbare leeftijd. Gezinnen met kinderen zullen gedwongen worden keuzes te maken tussen aspecten van het leven die nochtans volgens art. 23 GW allemaal van een "menswaardig bestaan" deel uitmaken, zoals gezondheidszorg, educatie, cultuur... Aangezien ik als partijvoorzitster wens op te komen voor de jonge gezinnen die de kosten van de kinderopvang zien stijgen en de kinderbijslag zien afnemen, dan kan ik niet anders dan erop te wijzen dat niet alleen ikzelf, maar ook het modale gezin ongunstig geraakt zal worden door dit Soberheidspact terwijl de banken die mede oorzaak zijn van de besparingen geen last ondervinden van de door hen aangerichte financiële schade, en bovendien nog steeds veel te weinig gereglementeerd worden. c. Bespreking van de middelen van de verzoekster Eerste middel van de Heren Michael Balter ... (instemmingswet) 13. In hun eerste middel klagen alle oorspronkelijke verzoekers elk voor zich aan dat de bestreden instemmingswet met het Stabiliteitsverdrag van 18 juli 2013 verder "instemmingswet" genoemd, een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikelen 33, 34, 37 en 42, alsmede 168, 170 en 174 van de Grondwet. 14. De Grondwet schrijft voor dat de federale Kamer of de erdoor gemachtigde regionale parlementen (art. 38 en 39) de jaarlijkse begroting vaststellen en goedkeuren (art. 174). Zij zijn ook als enige bevoegd voor het bepalen van de inkomsten van de Staat (art. 170, legaliteitsbeginsel in belastingszaken). Deze prerogatieven zijn, in de geest van de grondwetgever, uitdrukkelijk aan de soevereine macht (art. 33) van de natie over o.a. de uitvoerende macht gekoppeld. Als voorzitster van een politieke partij die deelneemt aan de verkiezingen voor de wetgevende Kamers op alle niveaus eis en verwacht ik natuurlijk dat de volle soevereiniteit van de Kamers gehandhaafd blijft bij de opmaak van de begroting. Zij moeten inspraak hebben bij de voorstellen en bij alle herzieningen van de eventueel voorgestelde bedragen. De eindbegroting moet eerst en vooral door de Kamers worden goedgekeurd, zoals uitdrukkelijk door de Grondwet bepaald, en niet zoals het soberheidsverdrag wil, eerst door de Europese Commissie worden goedgekeurd alvorens de Kamer er inzage van krijgt. 4 Tweede middel van de Heren Michael Balter ... (instemmingswet) 15. In hun tweede middel klagen klagen alle oorspronkelijke verzoekers elk voor zich aan dat de bestreden instemmingswet met het Stabiliteitsverdrag van 18 juli 2013 verder "instemmingswet" genoemd, een schending inhoudt van artikel 1 van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, in samenhang gelezen met artikelen 38, 39 en 167 van de Grondwet. 16. De Grondwet schrijft voor dat de federale Kamer of de erdoor gemachtigde regionale parlementen (art. 38 en 39 GW) de jaarlijkse begroting vaststellen en goedkeuren (art. 174). Zij zijn ook als enige bevoegd voor het bepalen van de inkomsten van de Staat (art. 170, legaliteitsbeginsel in belastingszaken). Het Soberheidsverdrag schrijft evenwel voor dat enkel de Federale overheid, en dan nog via een administratief orgaan dat deel uitmaakt van de uitvoerende macht (de Hoge Raad voor financiën), voor de toepassing van de "gouden regel" in begrotingszaken aansprakelijk is, en voor de interne herverdeling van de gevolgen van dit beleid instaat. Tegelijkertijd krijgt de Europese commissie, bij monde van haar administratie Eurostat, volledige inzage in de begrotingen van gemeenschappen, regio's, provincies, steden en gemeenten, t.t.z., op alle staatkundige niveaus. De subsidiariteitsaanspraken van deze lagere overheden worden evenwel op geen enkel moment gegarandeerd. Dit feit botst ook met de grondwettelijke bepalingen inzake gemeentelijke autonomie, zoals vastgelegd in art. 162 GW. Derde middel van de Heren Michael Balter ... (instemmingswet) 17. In hun derde middel klagen alle oorspronkelijke verzoekers elk voor zich aan dat de bestreden wet van 18 juli 2013 (gepubliceerd 7/4/2014) een schending inhoudt van artikel 23 eerste, tweede lid en derde lid, op zichzelf genomen en samen gelezen en art. 7bis van de Grondwet. 18. Art. 23 GW stelt expliciet dat de Belgische Staat garant moet staan voor ieders recht op een menswaardig bestaan, en detailleert in vijf paragrafen wat dit op zijn minst inhoudt: 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen; 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand; 3° het recht op een behoorlijke huisvesting; 4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu; 5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Zal de Staat deze grondrechten in de toekomst nog kunnen garanderen? Door het Soberheidsverdrag te stemmen heeft ons Parlement zijn loyaliteit getekend tegenover supranationale autoriteiten die niet democratisch verkozen zijn en die geen enkele politieke aansprakelijkheid hebben tegenover de beleidsniveaus die binnen de interne Belgische rechtsorde (de Gemeenschap, het Gewest en de steden en gemeenten) voor de omzetting van deze rechten in wettelijke garanties instaan. Het Soberheidsverdrag heeft als gevolg dat schuldafbouw en een begroting in evenwicht dwingende budgettaire 5 prioriteiten worden, wat ook de verdere politieke, maatschappelijke of economische context moge zijn. 19. Als burger, maar ook als voorzitster van VCP, die ijvert voor de belangen van de burger, ben ik zeker dat de levensstandaard van de gemiddelde burger sterk zal dalen en zo de toegang tot levensaspecten essentieel voor het menswaardig bestaan ernstig zal belemmeren. Hij of zij zal nog amper kunnen deelnemen aan het sociale, maatschappelijke en culturele leven. Door de besparingen zal de economie een terugslag krijgen en zullen er weinig jobs voor handen zijn (dit is reeds in verschillende andere EU-landen gebleken). Ook de woonzekerheid zal kleiner worden aangezien de woonbonus zal afnemen bij het bouwen van een woning, terwijl de toegang tot de sociale woningen zal beperkt worden tot die groep die zeer hulpbehoevend is. De bereikbaarheid van de gezondheidszorg zal afnemen wanneer de tarieven opgetrokken worden. De beperkte financiële middelen zullen ingezet worden om in de levensnoodzakelijke behoeften te voorzien louter om te overleven. 20. Als partij voorzitster ben ik er zeker van dat door de instemmingswet met het Soberheidsverdrag de gemeenschappen, gewesten, provincies en gemeenten zullen moeten snoeien in de uitgaven van personeel en middelen. Zo zal “een duurzame ontwikkeling in haar sociale, economische aspecten, rekening houdend met de solidariteit tussen de generaties” (art. 7bis GW) onvermijdelijk in het gedrang komen. 21. Een isolement zal optreden bij de bejaarden door gebrek aan openbaar vervoer en door gebrek aan deelname aan het verenigingsleven. De ziekenhuizen en rustcentra zullen onbetaalbaar worden. De burger van middelbare leeftijd zal meer moeten uitgeven voor de sociale zekerheid maar zal er minder voor terugkrijgen. Hij zal ook moeten besparen op zijn uitgaven voor sport, cultuur en het verenigingsleven. 22. Sommige gezinnen zullen door de bezuinigingen hun kinderen niet meer kunnen brengen naar de opvang, daar het minimumbedrag voor de opvang gestegen is. Anderen zullen hun kinderen moeten ontzeggen om deel te nemen aan sport-, cultureel- en het verenigingsleven, kosten die bovenop de dagelijkse uitgaven komen. De gezinnen zullen minder vlug een woning zelf bouwen daar de woonbonus afneemt. Ze zullen veel geld uitgeven aan huur, daar de sociale woningen bestemd zullen zijn enkel voor de gezinnen met de grootste nood. Voor sommige gezinnen zal de toegang tot geneeskundige bijstand te duur zijn en zal men die uitstellen of afzeggen. De jeugd zal door de opgelegde bezuinigingen moeilijker toegang krijgen tot de hogere studies en zal zo minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Ook voor hen zal het openbaar vervoer een extra kost met zich teweeg brengen. 23. Het is duidelijk dat het budget van overheid en burgers zal dalen en hen zal dwingen om besparingen uit te voeren ten kosten van kwaliteit van het leven. Het aantal mensen in armoede zal toenemen en meer bepaald het aantal bejaarden en kinderen dat leeft in armoede. Daarom vragen we het soberheidsverdrag teniet te doen zodat de soevereine natie bij monde van de Kaers autonoom kan beslissen de last van de crisis te herverdelen over zowel de banken als die onderdelen van de staat die niet rechtstreeks de burger treffen, zodat bijgevolg niet enkel de burger de rekening moet betalen. 6 Om deze redenen Onder voorbehoud van het verzenden van complementaire informatie tijdens de procedure Het behage het Hof De tussenkomst van de heer (uw naam en eventueel de organisatie) ontvankelijk te verklaren Het verzoekschrift tot vernietiging van de eisers ontvankelijk te verklaren en de bedoelde bepalingen te vernietigen. Gedaan te Brussel, 14 augustus 2014 0 origineel document 0 10 voor eensluidend verklaarde kopieën Agnes Jonckheere Walakker 32 4/1 8200 Sint-Michiels West-Vlaanderen Handtekening Verzoeker tot tussenkomst 7
© Copyright 2024 ExpyDoc