Juryrapport Dirk Jacob Veegens Prijs 2014 De jury voor de Dirk Jacob Veegens Prijs 2014 bestond uit Dr. W.Th.M. Frijhoff, Dr. P. Kooij en Dr. J.S. Pollmann, en besloot unaniem dat Pepijn Brandon, Masters of War. State, capital and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795) de winnaar is van de Dirk Veegensprijs 2014. Masters of War is een meesterlijke studie over een grote vraag. Als, zoals Tilly zei, oorlog de staat maakt, en de staat de oorlog, hoe kan het dan dat de Republiek der Verenigde Nederlanden bijna twee eeuwen lang zoveel en met zoveel succes oorlog voerde, zonder dat de staat er sterker van werd? Die, immers, bleef gedecentraliseerd, verdeelde de macht over zeven gewesten, waarbinnen weer allerlei individuele steden en edelen over het beleid meepraatten. Het bestuur en beheer van de marine, om maar eens iets te noemen, was over vijf besturen in vijf verschillende steden verdeeld. De zorg voor het landleger was in stukjes opgeknipt, zodat ieder gewest zijn troepen en garnizoenen buiten het gewest betaalde en beheerde. Hoe kon een staat die zo gefragmenteerd was zo goed zijn in oorlogvoering? Waarom paste de staatsvorm zich niet aan de militaire ontwikkelingen aan? En waarom ging het aan het einde van de achttiende eeuw toch zo mis? Een traditioneel antwoord op die vraag is dat de macht van de Republiek in de Gouden Eeuw deels te wijten was aan de zwakte van andere partijen in Europa. Toen die zich herpakten, zoals in laat zeventiende-eeuws Frankrijk en Engeland, was het voor de Republiek gauw afgelopen en zette het verval in. Maar recenter onderzoek heeft al vraagtekens gezet bij dat verval, en ook Brandon beklemtoont dat de Republiek tot 1780 op veel fronten eigenlijk onverminderd en met succes actief bleef, bijvoorbeeld in het escorteren van schepen door de marine, en in de oorlogvoering in Azië. Pepijn Brandon zoekt daarom een nieuwe verklaring voor het raadsel van de Republiek, en vindt deze in de verstrengeling van de oorlogvoering met de belangen van de handelselite in de Republiek. De Republiek was, zoals hij dat noemt, een federale makelaarsstaat, waarin de competentie in staatstaken niet alleen was verdeeld over de gewesten en staten, maar deze ook nog waren uitbesteed aan dezelfde ondernemers en financiers, die ook de politieke elite vormden of daarmee verbonden waren. Dat was zo in het bestuur van de Admiraliteiten, in de VOC, de WIC; en het was ook zo bij de soliciteurs die de betaling van de landlegers regelden. Dergelijke makelaars bleken uitstekend in staat om de staat militair op gang te houden, en zelfs om bestuur en beheer te rationaliseren - zoals blijkt uit het boeiende hoofdstuk over de veranderende boekhoud- en arbeidspraktijken op de werven van de admiraliteit in Amsterdam. Wat de Republiek uiteindelijk nekte was eigenlijk niet het makelaarskarakter van de manier waarop de staat werkte, maar vooral het federale eilandenrijk waarbinnen dat gebeurde. Het federale karakter van de Republiek verhinderde het ontwikkelen van gezamenlijke strategieën om nieuwe ontwikkelingen het hoofd te bieden. Er was in 1795 een revolutie voor nodig om die federale staat van zijn voetstuk te stoten. Het nieuwe Nederland werd een monarchie, en een centraal geleide eenheidsstaat, maar, zo zegt Brandon, de makelaars bleven. Hoe dat afliep vertelt dit boek niet - misschien dat we daarover in nieuw onderzoek van hem gaan horen. In dit proefschrift combineert Pepijn Brandon zijn brede blik en grote vragen, zijn heldere theoretische insteek en lange lijn, met mooi en zeer gevarieerd bronnenonderzoek en een goed oog voor detail en nuance. Hij gaat daarin de discussie met heersende opvattingen of vooronderstellingen niet uit de weg. Deze studie is goed gestructureerd, helder beargumenteerd, en geschreven in een mooi, zij het niet steeds foutloos gespeld, Engels; dat laatste wordt in de handelseditie vast rechtgezet. Al met al overtuigde hij de jury niet alleen van de grote verdiensten van dit promotieonderzoek, maar ook van het potentieel van Pepijn Brandon om uit te groeien tot een toonaangevend en gezaghebbend historisch onderzoeker. Hij is daarmee een waardige winnaar van de Dirk Jacob Veegens Prijs 2014. Prof. dr. W.Th.M. Frijhoff Prof. dr. P. Kooij Mevr. Prof. dr. J.S. Pollmann De juryvergadering vond plaats op 6 maart 2014 en werd voorgezeten door Mevr. Drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (ondervoorzitter bestuur). Naast de drie hierboven genoemde juryleden waren tevens aanwezig Prof. mr. A. Soeteman (wetenschappelijk secretaris) en Mevr. Drs. S. van Manen (secretaris, notulen).
© Copyright 2024 ExpyDoc