(AIV-Kantoorautomatisering) Briefhoofd versie 6 dd. 97

DOCTOREREN IN DE VERTAALWETENSCHAP AAN DE KU LEUVEN
0. Doctoraatsaangelegenheden in de Vertaalwetenschap worden behartigd door de coördinator
([email protected]) en de secretaris van de doctoraatsopleiding ([email protected]).
1. Wie wil doctoreren in de Vertaalwetenschap, moet daarvoor de goedkeuring krijgen van het overlegcomité van de OE
Vertaalwetenschap die als doctoraatscommissie fungeert. Hij/zij dient een promotor (eventueel copromotor) te zoeken en een
projectomschrijving in te dienen. De promotor moet doctor in de Taal- of Letterkunde of de Vertaalwetenschap zijn (of
gelijkwaardig) en behoren tot het Z.A.P. van de KU Leuven. De projectomschrijving bevat een korte uiteenzetting van de
probleemstelling, de geraamde termijn voor de uitwerking van het project en een beknopte bibliografie. (zie verder het
algemeen en het facultair reglement doctoraatsopleiding. http://www.arts.kuleuven.be/home/doctorandi/reglement). Hiervoor
vult de kandidaat dit formulier in.
2. Naast het schrijven van een proefschrift moet de doctorandus/-a tevens een aantal andere activiteiten verrichten die in hun
geheel gelden als doctoraatsopleiding. Het facultaire reglement bevat richtlijnen voor de concrete invulling daarvan. De
secretaris fungeert als aanspreekpunt voor alle vragen met betrekking tot de doctoraatsopleiding. Hij/zij treedt op als
bemiddelaar tussen het overlegcomité van de OE vertaalwetenschap en de doctorandus/-a. Alle communicatie desbetreffende
verloopt via hem/haar. Uitzonderlijk en mits gemotiveerde aanvraag kan het overlegcomité van de OE een beperkte vorm van
doctoraatsopleiding voorstellen: zie daarvoor het algemeen en het facultaire reglement doctoraatsopleiding.
3. De doctoraatsopleiding omvat minimaal de volgende verplichte onderdelen:
 Het publiceren van minstens één wetenschappelijke publicatie; onder ‘wetenschappelijke publicatie’ wordt verstaan:
een peer-reviewed artikel geschreven in een forumtaal van het onderzoeksdomein, dat minstens al aanvaard is voor
publicatie. Het kan gaan om een tijdschriftartikel, een hoofdstuk in een boek of een bijdrage in congresakten;
 Het geven van minstens twee seminaries voor vakgenoten en/of masterstudenten over thema’s betreffende het eigen
doctoraatsonderzoek of een breder thema:
 Het geven van minstens één mondelinge presentatie of een posterpresentatie van het eigen onderzoek op een
internationaal wetenschappelijk congres;
 Het minstens één keer bijwonen van de CETRA Summer School;
 Jaarlijks rapporteren over de voortgang van het onderzoek (zoals gepreciseerd in 4 en 5).
4. Er wordt een jaarlijkse schriftelijke rapportering van de doctorandus/-a verwacht. Aan de hand van die rapportering kan het
overlegcomité van de OE de voortgang bewaken en erop toezien dat het onderzoek en de opleiding binnen de voorziene tijd
worden afgerond. Elk jaar bezorgt de doctorandus/-a voor 31 mei drie documenten:
- een vorderingsstaat die de doctorandus/-a bespreekt met zijn/haar promotor. Het document (max. 6000 tekens) bevat 1)
een beknopte stand van het onderzoek; 2) een planning van de verdere onderzoekswerkzaamheden en 3) de nog voorziene
activiteiten in het kader van de doctoraatsopleiding.
- een beoordeling van de vooruitgang door de promotor op het daartoe voorziene evaluatieformulier.
- een overzicht van de activiteiten waaraan de doctorandus/-a in het kader van de doctoraatsopleiding heeft deelgenomen op
het daartoe voorziene formulier.
5. In de loop van de doctoraatsopleiding rapporteert de doctorandus/-a minstens drie maal mondeling aan het overlegcomité
van de OE. Deze presentaties worden bij voorkeur gehouden in het kader van de deelname aan de doctorandidag van de OE.
- De eerste, korte presentatie vindt plaats in het eerste jaar van het mandaat en is in eerste instantie van
informatieve aard.
- In het tweede jaar geeft de doctorandus/-a een tweede voorstelling van het al verrichte en nog geplande
onderzoek. Hierop volgt een bespreking met de leden van de doctoraatsbegeleidingscommissie. De
doctoraatsbegeleidingscommissie wordt binnen de twee jaar na de start van het doctoraat aangesteld en bestaat uit minimum
drie leden: de promotor en twee leden, of de promotor, de copromotor en een derde lid. Minstens een lid behoort tot een
andere binnen- of buitenlandse universiteit. De promotor vult een beoordeling van de voortgang in op het evaluatieformulier
voortgang doctoraatsonderzoek. De doctorandus/-a bezorgt dit formulier voor 31 mei aan de coördinator van de
doctoraatsopleiding.
6. Elke doctorandus/-a moet zich inschrijven en inschrijvingsgeld betalen bij het begin van de doctoraatsopleiding en in het
jaar van de promotie (doctoraatsexamen). In de tussenperiode schrijft de doctorandus/-a zich in op de rol van de KU Leuven
zonder bijkomen inschrijvingsgeld. Meer informatie is te vinden via deze link:
http://www.kuleuven.be/studentenadministratie/inschrijvingen/praktisch_bijzondere.html#doctorandi
Elke gepromoveerde die de doctoraatsopleiding heeft gevolgd – met uitzondering van diegenen die een FWO bench fee
ontvingen – krijgt na het behalen van het doctoraat 500 euro als vergoeding voor de kosten die hij/zij in functie van zijn/haar
doctoraatsopleiding heeft gemaakt, mits voorlegging van de bewijsstukken aan de administratief secretaris van de faculteit.
7. Ten laatste 14 weken voor de gewenste verdedigingsdatum maakt de doctorandus/-a een afspraak met de coördinator en
de secretaris van de doctoraatsopleiding om de opleiding te evalueren. Deze evaluatie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan
het overlegcomité van de OE. Pas wanneer die het programma heeft goedgekeurd kan een jury worden samengesteld en kan
de promotiedatum worden vastgelegd. De voorzitter van de doctoraatscommissie bezorgt het goedgekeurde formulier van de
doctoraatsopleiding en de goedgekeurde aanvraag tot promoveren aan de decaan, uiterlijk twaalf weken voor de verdediging.
2