Directiestatuut Coöperatieve Vereniging Energie U U.A. ex artikel 6 lid 11 van het Bestuursreglement Artikel 1 – Definities In dit Statuut wordt verstaan onder: Algemene vergadering: het orgaan van de Coöperatieve Vereniging als bedoeld in artikel 20 t/m 24 van de statuten van de Coöperatieve Vereniging Bestuur: het orgaan van de Coöperatieve Vereniging als bedoeld in artikel 12 van de statuten van de Coöperatieve Vereniging Directeur: De door het Bestuur aangestelde persoon die taken en verantwoordelijkheden van het Bestuur uitvoert Coöperatieve Vereniging: Coöperatieve Vereniging Energie U U.A., statutair gevestigd te Utrecht, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 50985914 Leden: leden van de Coöperatieve Vereniging als bedoeld in artikel 5 van de statuten van de Coöperatieve Vereniging Statuut: het onderhavige statuut c.q. het statuut als bedoeld in artikel 6 lid 11 van het Bestuursreglement van de Coöperatieve Vereniging Artikel 2 – Functie van het directiestatuut 1. Dit Statuut geeft nadere voorschriften aan de uitoefening van de taken en verantwoordelijkheden van de Directeur, alsmede de verhouding tussen Directeur en Bestuur, zulks ter aanvulling op het bepaalde in de statuten van de Coöperatieve Vereniging en het Bestuursreglement. 2. Dit Statuut wordt vastgesteld door de Algemene vergadering en kan alleen worden gewijzigd door het Bestuur na daartoe verkregen goedkeuring van de Algemene vergadering. 3. Dit Statuut bevat geen bepalingen die in strijd zijn met de wet en/of de statuten van de Coöperatieve Vereniging. Onverminderd het bepaalde in dit Statuut zal de Directeur voor zijn functioneren als uitgangspunt hanteren de algemene beginselen van ‘good governance’, tenzij in dit Statuut anders wordt aangegeven (”pas toe of leg uit”). 4. Van het bestaan van dit Statuut wordt melding gemaakt in het jaarverslag van de Coöperatieve Vereniging. Vaststelling van dit Statuut en eventuele wijzigingen worden vastgelegd in de notulen van de Algemene vergadering. Artikel 3 – Inhuren van de Directeur 1. Bij het ontstaan van een vacature voor de Directeur zal het Bestuur een profielschets opstellen van de te werven Directeur. Deze profielschets wordt door het Bestuur openbaar gemaakt waarbij in ieder geval de Leden ervan in kennis worden gesteld. 2. Het Bestuur selecteert uit meerdere kandidaten een Directeur en gaat met hem een contract aan voor bepaalde tijd. In inhuurcontract overige contractzaken regelen? Of ook hier e.e.a. opnemen? Artikel 4 – Verhouding tussen Bestuur en Directeur 1. De Directeur werkt in opdracht van de Coöperatieve vereniging, via een inhuurcontract. Er is geen sprake van een dienstverband. 2. De directeur legt verantwoording af aan het bestuur. 3. Tenminste eenmaal per jaar bespreekt het bestuur in de vorm van een evaluatiegesprek de wijze waarop de directeur uitvoering geeft aan de hem/haar door het bestuur in opdracht gegeven verantwoordelijkheden. Tevens wordt de samenwerking tussen directeur en bestuur besproken. 4. De directeur neemt deel aan de bestuursvergaderingen, maar heeft daarbij geen stemrecht. 5. Indien in vergaderingen van het Bestuur agendapunten aan de orde zijn die het functioneren van de Directeur betreffen, kan het Bestuur besluiten de Directeur niet tot (die betreffende onderdelen van) de vergadering toe te laten. 6. De Directeur heeft het recht in de bestuursvergaderingen gehoord te worden over alle onderwerpen die de Coöperatieve vereniging aangaan, alvorens tot besluitvorming door het Bestuur wordt overgegaan. 7. De Directeur verstrekt aan het Bestuur desgevraagd, dan wel uit eigen beweging, zowel mondeling als schriftelijk alle gegevens en inlichtingen betreffende het functioneren van de Coöperatieve vereniging en daarbij van belang zijnde externe ontwikkelingen die voor het bestuurlijk functioneren noodzakelijk zijn. 8. De Directeur draagt in overleg met het Bestuur zorg voor de uitvoering van bestuursbesluiten. 9. Voor het uitoefenen van werkzaamheden die niet kunnen worden geacht te behoren tot de taak van de directeur en die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de organisatie of van de directeur, dient de directeur tijdig een melding aan het bestuur te doen. Artikel 5 – Taken van de Directeur 1. De Directeur is belast met de dagelijkse leiding van de Coöperatieve vereniging en handelt hierbij volgens de richtlijnen en beslissingen van het Bestuur. 2. De Directeur verzorgt de aansturing van projectleiders en eventuele andere medewerkers die een dienstbetrekking bij de Coöperatieve vereniging hebben of in opdracht van de Coöperatieve vereniging betaalde opdrachten uitvoeren. 3. De Directeur vertegenwoordigt de Coöperatieve vereniging in situaties die hem/haar door het Bestuur daartoe zijn aangewezen. 4. Indien de Directeur voorziet dat (de schijn van) een onverenigbaarheid of anderszins tegenstrijdig belang tussen hem en de Coöperatieve vereniging zou kunnen optreden, bijvoorbeeld op grond van een nevenfunctie, meldt hij dit terstond aan het Bestuur. Het Bestuur beslist over de wijze waarop in deze situatie gehandeld wordt. Beleidstaken 5. De Directeur kan op verzoek van het bestuur zorgdragen voor het initiëren en voorbereiden van het door het Bestuur vast te stellen beleid. 6. De Directeur draagt zorg voor de uitwerking en uitvoering van het door het Bestuur vastgestelde beleid. 7. De Directeur draagt zorg voor de verslaglegging en de verantwoording over het gevoerde beleid richting Bestuur. Financiën 8. De Directeur draagt zorg voor de begrotingsvoorbereiding. 9. De Directeur kan op verzoek van het bestuur de exploitatiebegroting bewaken en toezien op een verantwoorde besteding der middelen, overeenkomstig de door de Leden goedgekeurde begroting. Vertegenwoordiging en belangenbehartiging 10.De Directeur kan door het Bestuur verantwoordelijkheden voor het onderhouden van externe contacten van de Coöperatieve Vereniging opgedragen krijgen. 11.De Directeur draagt zorg voor een tijdige signalering naar het Bestuur van aangelegenheden waarbij vertegenwoordiging van de Coöperatieve vereniging door het Bestuur wenselijk of noodzakelijk is. Organisatie 12.De directeur verzorgt de werving, selectie, aanstelling, functieomschrijving en -wijziging, beloning, schorsing en ontslag van inhuurkrachten, zijnde projectleiders en eventuele andere medewerkers die tegen een financiele vergoeding werkzaamheden voor de Coöperatieve vereniging verrichten, met inachtneming van de van toepassing zijnde rechtspositieregeling en de door het bestuur ter zake vastgestelde budgetten en andere aanwijzingen. 13.De directeur vervult richting projectleiders eventuele andere medewerkers de taak van opdrachtgever. 14.De directeur is bevoegd tot het in gang zetten van de procedure tot ontslag c.q. schorsing van een inhuurkracht, en legt hierover zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een week verantwoording af aan het bestuur. 15.In zake van alle elementen die een rol spelen bij de werving, selectie, aanstelling, functieomschrijving en -wijziging, beloning, schorsing en ontslag van de directeur houdt het bestuur alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Artikel 8 – Bevoegdheden van de directeur 1. De directeur is bevoegd om correspondentie gericht aan het bestuur, af te doen, indien het zaken betreft die geacht kunnen worden te behoren tot het uitvoeringsniveau. 2. De directeur is bevoegd om correspondentie en overeenkomsten te ondertekenen namens het bestuur, voor zover het stukken op uitvoeringsniveau betreft. Een en ander onder de voorwaarde dat de inhoud of de strekking van de stukken past binnen de besluitvorming van het bestuur. 3. De directeur kan nader te bepalen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden overdragen aan projectleiders. Delegatie van taken laat onverlet de eindverantwoordelijkheid van de directeur. 4. De directeur is bevoegd verplichtingen aan te gaan die voorzien zijn in de door de ALV goedgekeurde begroting en met inachtneming van de statuten. Artikel 6 – Onverenigbaarheden 1. Niet voor benoeming tot Directeur komen in aanmerking personen: a) die bloed- en aanverwant zijn in de eerste graad, gehuwd zijn met of een gemeenschappelijke huishouding voeren met een lid van het Bestuur; b) die (neven) functies of (neven)werkzaamheden vervullen bij of anderszins directe dan wel indirecte zakelijke relaties hebben met een bedrijf of organisatie waarmee de Coöperatieve Vereniging ten behoeve van haar Leden een overeenkomst is aangegaan. Artikel 7 – bezoldiging 1. Het Bestuur kan voor de functie van Directeur overgaan tot het instellen van een bezoldiging. 2. De structuur en de hoogte van de bezoldiging van de Directeur sluiten aan bij het karakter van de Coöperatieve vereniging en zijn in overeenstemming met eventuele wettelijke voorschriften of subsidievoorwaarden. 3. Artikel 9 - Slotbepalingen 1. In alle gevallen waarin dit directiestatuut niet voorziet, beslist het bestuur. 2. Wijziging van dit statuut geschiedt door het bestuur
© Copyright 2024 ExpyDoc