HEMELSE E.H.B.O. God uw Eerste Hulp Bij Onderweg Overdenking over Psalm 121 Eerste zondag na Trinitatis, 22 juni 2014 Zangdienst m.m.v. koor The Sprinter Singers Zoetermeer, Oude Kerk C.H. Wesdorp a.l. Gezang 906: 1,2 n.v Gezang 309 gebed The Sprinter Singers: I Came to Magnify / Ik verhoog Hem Come now is the time Geloofsbelijdenis: Gezang 340d Schriftlezing: Psalm 121 s.z. Psalm 121: 1,2,3,4 The Sprinter Singers: overdenking s.z Gezang 904: 1,2,3,4,5 The Sprinter Singers: collecte slz. zegen Take my Hand / Houd mijn hand vast Leave Everything behind / Ik liet alles achter mij Johannes 3 vers 16 A Blessing / Een zegen Gezang 903: 1,5 MIJN HULP IS VAN DE HERE Het is een vertrouwd gezicht, de gele wagens van de wegenwacht op de weg. Wie met pech onderweg aan de kant komt te staan, roept de hulp in via de gele praatpalen aan de grote weg. Je mag rekenen op de eerste hulp. Wij zijn mensen onderweg. Op een geestelijke manier bezien maken wij onze levensreis. Voor een groot deel is het voor een aantal mensen een mooie reis. Maar er zijn ook gevaren onderweg. Er gebeuren ongelukken in het leven. Soms vreselijke ongelukken. Niet alleen bij oudere mensen, ook bij jongere mensen. Overal loeren er gevaren. Voor uw levensreis is er de Here God als een eerste hulp en als het erom gaat is God de enige hulp die er is. In de Bijbel spreken mensen onderweg. Zij vrezen gevaar voor hun leven. Waar komt mijn hulp vandaan? Waar is mijn leven geborgen? Bij wie ben ik werkelijk veilig? Dan vertelt de Bijbel dat God zijn hand naar u uitsteekt. Hij is de God van wie deze aarde is. Hij is de God, die alles gemaakt heeft. Ons mensen heeft Hij gemaakt. Wij zijn van Hem. God verlangt naar u, dat Hij u tot hulp kan zijn. Zoals jonge boompjes worden vastgehouden door twee stevig palen aan beide kanten, zo staat God achter u en voor u, en houdt u vast, zodat stormen van het leven u niet omver doen waaien. Bij God bent u geborgen met uw leven, want God houdt over u de wacht. God is uw bewaker, uw lijfwacht. Het oude Hebreeuwse woord in de Bijbel noemt God de Sjomeer. De Amsterdamse Jood heeft daar smeris van gemaakt. Een politieman. God is uw politieman, die waakt terwijl u slaapt. Hij is uw bodyguard. Net zoals wij lijfwachten zien om belangrijke personen te beschermen, zo is God uw lijfwacht. Als u binnen bent, staat God voor de deur om op te waken, dat geen kwaad u kan treffen. Als u de deur uitgaat, gaat God met u mee. Hij is de Wakkere, zijn ogen vallen niet dicht, want saai is zijn werk niet, en God wordt niet moe. Daarin gaat de Allerhoogste ook ons verstand te boven. Van eindeloze herhaling kun je moe worden, er zijn herhalingen waar je gek van wordt. Als het gaat om de dingen die wij, mensen, verkeerd doen, zouden we denken: iemand die dit allemaal weet moet er horendol van worden, doodmoe. Wij moeten niet menselijk over God denken, God is de bruisende energie, Hij is het leven zelf, Hij is de elektriciteit van de schepping. Zonder Zijn afwezigheid valt alles stil. God de bron van het leven, Hij wordt niet moe. Hij kan het niet eens. Ze zeggen wel eens: God kan alles, maar God kan echt niet alles. God kan niet moe worden, God kan niet ziek worden, God kan niet sterven, God kan niet liegen. God kan wel haten. Er kan een gevaarlijke kortsluiting ontstaan, er kan een dodelijke elektrocutie plaatsvinden, als mensen zich vergrijpen aan het goddelijke. Zoals God echter de bron van het leven is, is Hij ook de bron van genade. De God van het eindeloze geduld. De God van liefde. De Bijbel is als een soort puzzelboek en tegelijk het puzzelwoordenboek. De oplossingen staan er weliswaar niet in, maar wel de denkrichting, waarin u gegarandeerd bij het doel uitkomt. Die denkrichting is, dat u voor God kostbaar ben, dat Hij een duur offer gebracht heeft om uw leven los te kopen van het kwade. Om u vrij te maken, heeft God het offer gebracht, dat Hij mens geworden is, opdat u bij God kunt horen en bij hem geborgen kunt zijn. Heel uw leven en na het leven. Want God staat aan het begin. Hij was er, voordat wij geboren waren. God staat aan het eind. Hij is er als wij vanhier zullen scheiden. Ook dan wil Hij voor u klaar staan om uw helper te zijn. Ook dan staat Hij als lijfwacht klaar om u te beschermen. Een ANWB-monteur repareert uw vervoermiddel opdat u verder kunt en uw doel kunt bereiken. Zo is God uw hulp, dat Hij uw geloof repareert en u op weg helpt, dat wij ons doel kunnen bereiken. Als wij eerste hulp op de weg willen krijgen van de wegenwacht, dienen wij lid te zijn van de ANWB. Als wij God als onze hulp willen krijgen, mogen wij lid zijn van Gods koninkrijk. Daarvoor moeten wij één ding doen. Wij mogen het met de spreker in de Bijbel meezeggen: Mijn hulp is de Here God, die hemel en aarde gemaakt heeft. Dat is geloven. Geloven is vertrouwen op God. Geloven is zeggen: God, U bent mijn hulp. Dat vertrouwen mag u zeggen. God is niet een knipperlichthulp, vandaag wel, morgen niet, nu wel, dan niet. Geen wellesnietes-God. Er staat: Hij is uw schaduw aan uw rechterhand. Als de zon tegen u aan schijnt, hebt u uw schaduw bij u. Gaat het u lukken om uw schaduw kwijt te raken? Dan moet u wel heel hard lopen. Want zo snel als het licht, zo onafscheidelijk blijft uw schaduw bij u. Het zal u nooit lukken om uw schaduw kwijt te raken. Of je moet zelf in het donker gaan staan. Dan heb je geen schaduw, meer ook geen licht. God is mijn licht en mijn goed, zegt een spreker in de Bijbel. En zoals de zon tegen u aan schijnt en uw schaduw onafscheidelijk is, zo onafscheidelijk is God met u. Hij zal u nooit loslaten. Bij menselijke instellingen moeten wij altijd rekening houden met sluitingstijden. Maar bij God bestaat er nooit sluitingstijd. De God van de Bijbel slaat altijd voor u klaar. Dag en nacht. Hij gaat met u door dik en dun. Hij is onverbrekelijk trouw. Hij is uw onafscheidelijke Reisgenoot. Bij Hem mag u tot rust komen. Als de God van de Bijbel uw Bewaarder is, hoeft u niet bang te zijn voor de toekomst. U hoeft niet beangst te zijn, want God zal uw Beveiliger zijn in alle tijden en na deze tijd. Als wij hier uitgaan, is God onze Bewaarder en als wij achter de horizon van ons bestaan de andere kant ingaan, is God onze Bewaarder. Hij is de Eeuwige die boven de tijden staat. De tijd gaat een keer voorbij. Als er geen tijd meer bestaat, is de eeuwige God daar. Wij zijn in de tijd. Wij hebben onze tijden: de tijd van onze jeugd, de tijd van onze volwassenheid, de tijd van onze ouderdom. Wij zijn de tijden. Onze tijd van leven en sterven, met David mogen zij zeggen, zoals hij in Psalm 31 zingt: mijn tijden zijn in uw hand. In uw hand leg ik mijn leven. God is uw zon en schild. Hij is uw licht, uw warmte. Maar in de hete zon hebben wij meer behoefte aan plek in de schaduw. Zo is het in het leven soms een verzengende zon. De God van de Bijbel wil de schaduwplek in uw leven zijn, waar u kunt schuilen. Bij God bent u veilig in tijden van ziekte en tegenspoed. God is uw schaduwplaats tegen scheldwoorden van mensen. Tegen hatelijkheden van anderen. God zal u niet uitschelden. Hij zal u niet afwijzen en niet uitwijzen. U hoeft alleen maar tot Hem te komen en zeggen: God, U bent mijn helper zijn. Laat het waarheid zijn, maak het waar. Met alle liefde zal God ‘ja’ tegen u zeggen. AMEN.
© Copyright 2024 ExpyDoc