De Friesland Zorgverzekeraar NOTA VAN INLICHTINGEN II

De Friesland Zorgverzekeraar
NOTA VAN INLICHTINGEN II
‘Inkoopdocument 2015 Niet Toewijsbare wijkverpleegkundige zorg’
7 oktober 2014
1
Hoofdstuk 1 Mededelingen
De Friesland Zorgverzekeraar heeft besloten via deze Nota van Inlichtingen in het Inkoopdocument
2015 Niet-toewijsbare wijkverpleegkundige zorg een aantal wijzigingen door te voeren. Elke
inschrijvende zorgaanbieder dient hier goed notitie van te nemen.
Wijzigingen
Inkoopdocument 2015 Niet Toewijsbare wijkverpleegkundige zorg’
e
Hoofdstuk 4.5.1.4. Onderdeel D. Minimumeisen 10 - bullit
Oude tekst was:
Verklaart mee te werken aan de monitoring van inzet en resultaten van het wijkgericht werken zoals
die door de zorgaanbieder vorm wordt gegeven. De zorgaanbieder levert de benodigde informatie aan
en voert gesprekken met de zorgaanbieder
Nieuwe tekst wordt:
Verklaart mee te werken aan de monitoring van inzet en resultaten van het wijkgericht werken zoals
die door de zorgaanbieder vorm wordt gegeven. De zorgaanbieder levert de benodigde informatie aan
de zorgverzekeraar en voert gesprekken met de zorgverzekeraar
e
Bestuursverklaring Onderdeel D. Minimumeisen 10 bullit
Oude tekst was:
Verklaart mee te werken aan de monitoring van inzet en resultaten van het wijkgericht werken zoals
die door de zorgaanbieder vorm wordt gegeven. De zorgaanbieder levert de benodigde informatie aan
en voert gesprekken met de zorgaanbieder
De tekst wordt gelezen als:
Verklaart mee te werken aan de monitoring van inzet en resultaten van het wijkgericht werken zoals
die door de zorgaanbieder vorm wordt gegeven. De zorgaanbieder levert de benodigde informatie aan
de zorgverzekeraar en voert gesprekken met de zorgverzekeraar
Hoofdstuk 4.8.6.Beoordeling offertes Blz. 22, onder 4.8.6
Toegevoegd wordt:
Indien twee of meer aanbieders het best scoren vindt onder toezicht van een notaris een loting plaats
om de zorgaanbieder die een overeenkomst krijgt te bepalen.
Hoofdstuk 2 - Vragen
Vraag 1:
Kunt u aangeven of en zo ja welke eisen u stelt aan het strategisch plan inzake de samenwerking?
Antwoord:
In het strategisch plan dient de aard van de samenwerking te worden beschreven. Daarnaast vragen
wij u om de visie, doelstellingen en toekomstperspectief op te nemen.
Vraag 2:
Kunt u nadere informatie geven op welke wijze een samenwerkingsverband zich kan inschrijven op
een kavel?
Antwoord:
Strikt genomen kan een samenwerkingsverband niet inschrijven. Wel kan een zorgaanbieder aan wie
de toewijsbare wijkverpleegkundige zorg is toegekend inschrijven en daarbij in het plan van aanpak
aangeven dat, en op welke wijze, hij bij de zorgverlening gebruikt maakt van een
samenwerkingsverband. In geval van gebruik van een samenwerkingsverband dient eveneens een
strategisch plan inzake de samenwerking te worden bijgevoegd.
2
Vraag 3:
Ziet u het samenwerkingsverband als één aanbieder die zich inschrijft op een of meerdere kavels?
Antwoord:
Het staat een zorgaanbieder aan wie de toewijsbare wijkverpleegkundige zorg is toegekend vrij om in
te schrijven op één of op meerdere kavels gebruik te maken van een samenwerkingsverband waarin
hij participeert. Het gebruik van het samenwerkingsverband dient te worden beschreven in het plan
van aanpak. Tevens dient het strategisch plan betreffende de samenwerking te worden bijgevoegd
Vraag 4:
Blz. 14 Inkoopdocument → Kavel 4 mist in het overzicht van 21 kavels. Vraag: wat is hiervan de
reden?
Antwoord:
Er is een samenvoeging geweest van een tweetal postcodes tot 1 postcodegebied maar de
nummering is niet aangepast. Kavel 4 bestaat niet.
Vraag 5:
Blz. 16 Inkoopdocument → ‘zorgaanbieder positioneert de wijkverpleegkundige los van de
moederorganisatie’. Vraag: Welke eisen stelt De Friesland hieraan?
Antwoord:
De professional moet los van de belangen van het moederbedrijf uitvoering kunnen geven aan de
werkzaamheden als bedoeld in de prestatie wijkgericht werken.
Vraag 6:
Blz. 16 Inkoopdocument → ‘zorgaanbieder stelt de wijkverpleegkundige rand voorwaardelijk in staat
dat de verwijzing naar een zorgaanbieder onafhankelijk gebeurt en kan aantonen hoe dit is geregeld’.
Op welke wijze wil De Friesland dit aangetoond hebben?
Antwoord:
Het is aan de zorgaanbieder om aan te tonen op welke wijze hij dit heeft geborgd in zijn organisatie.
Er dient ten minste sprake te zijn van schriftelijk vastlegging van de werkwijze in de relevante
documenten binnen de organisatie.
Vraag 7:
Blz. 9 Inkoopdocument → In het Inkoopdocument wordt gesproken over de activiteiten binnen de
prestatie wijkgericht werken die o.a. bestaan uit de verbinding tussen het medische en sociale domein
(schakeltaken). Wij hebben op dit moment de ervaring dat sociale wijkteams vooral gericht zijn op hun
positionering in de wijken en dorpen. Over de verbinding met het medische domein kunnen zij, als ook
gemeenten nog niet veel duidelijkheid geven. In het plan van aanpak wordt van ons concrete
informatie gevraagd over invulling van de verbinding. Hier hebben wij ideeën over maar niet in alle
gevallen hebben wij hierover met gemeenten en/of de gebiedsteams van gedachten kunnen wisselen.
Vraag: wij verwerken in onze plannen van aanpak onze ideeën en geven hier zo spoedig mogelijk
invulling aan samen met gemeenten en/of de gebiedsteams. Vraag: Is dit akkoord?
Antwoord:
Indien er nog geen concrete afspraken zijn gemaakt met gemeenten en/ of gebiedsteams volstaat het
om aan te geven op welke concrete ideeën er zijn over de beoogde samenwerking en hoe deze met
de gemeenten en/ of gebiedsteams worden gedeeld. Daarnaast dient ook een termijn te worden
aangegeven waarbinnen deze afstemming plaatsvindt.
Vraag 8:
Blz. 26 Inkoopdocument → inzage in onderliggende indicatoren op de genoemde thema’s → de door
ons opgevraagde onderzoeksgegevens laten zich moeilijk lezen; het is ons niet duidelijk of het hier
bijvoorbeeld percentages, absolute getallen, schalen ect. betreft. Dit kunnen we ook niet afleiden uit
de codetabel of de leeswijzer. Kan de Friesland aangeven wat de getallen aangeven c.q. waar ze
tegen afgezet moeten worden en welke schalen gebruikt worden?
3
Antwoord:
Het codeboek verwijst naar de bronnen waaruit de indicatoren afkomstig zijn. Het codeboek geeft in
kolom A en E antwoord op de vraag of het om een getal of een percentage gaat. In kolom E staat ook
beschreven wat de indicator meet. In kolom D staat gespecificeerd of het getal/percentage te lezen is
op postcode niveau of gemeente niveau. Mocht deze informatie u niet genoeg helderheid verstrekken
dan verwijzen wij u door naar de bron, Kolom B & C, voor verdere verduidelijking.
Vraag 9:
Blz. 17 Inkoopdocument →Wanneer door dezelfde aanbieder voor meerdere kavels een offerte wordt
ingediend moet dan per kavel een bestuursverklaring worden ingediend?
Antwoord:
Ja.
Vraag 10:
Hoe ziet de zorgverzekeraar de samenhang tussen de sociale wijkteams/ gebiedsteams en de inkoop
van S1 verdeeld over een aantal kavels (en daarmee niet de gehele gemeente dekkend)?
Antwoord:
De zorgaanbieder dient hierover afspraken te maken met de sociale wijkteams/ gebiedsteams. De
wijkverpleegkundige niet-toewijsbare wijkverpleegkundige zorg zal expliciet worden ingezet in die
postcodegebieden zoals in het Inkoopdocument niet-toewijsbare wijkverpleegkundige zorg is
aangegeven.
Vraag 11:
De wensen van de gemeenten liggen duidelijk anders dan dat het beschikbare budget wordt besteed
aan de betreffende kavels. Is er, na toewijzing van de kavels, ruimte om in samenspraak met
gemeenten en zorgverzekeraar nadere invulling te maken voor de gehele gemeente en daarmee het
geld dus breder in te zetten dan alleen voor de kavels?
Antwoord:
Het budget is bedoeld voor de opgenomen postcodegebieden.
Vraag 12:
Gesproken wordt over het programma Sociale en medische eerste lijn.
Wat is de inhoud van dit programma? Waar kunnen we hierover informatie vinden?
Antwoord:
Informatie hierover is naar verwachting binnenkort beschikbaar op de website van De Friesland
Zorgverzekeraar.
Vraag 13:
Blz. 9, onder 2.2
In de laatste alinea wordt aangegeven dat wijkgericht werken tot uiting komt in een drietal
werkzaamheden. Een daarvan is “activiteiten gericht op geïndiceerde preventie van
gezondheidsrisico’s in de wijk.
Wat wordt verstaan onder geïndiceerde preventie van gezondheidsrisico’s? Dit onder meer in het licht
van de latere opmerking dat de aan zorg gerelateerde preventie niet valt onder het wijkgericht werken.
Antwoord:
Deze tekst komt uit de beleidsregel BR/CU-7107/-Verpleging en Verzorging. De uitleg van de NZa zal
gevolgd worden bij de interpretatie van de tekst.
Vraag 14:
Blz. 10, onder 2.2
e
In de 2 alinea wordt opnieuw over (stimuleren) van preventie gesproken, dit maal in het kader van
een mogelijke zorgvraag binnen de aanspraak wijkverpleging.
4
Wat is het verschil met aan zorg gerelateerde preventie?
Antwoord:
Zorg gerelateerde preventie wordt gegeven in de toewijsbare zorg prestaties. De preventie van de niet
toewijsbare zorg is gericht op geïndiceerde preventie van gezondheidsrisico’s in de wijk.
Vraag 15:
Blz. 12, onder 3.1
De toewijzing van het budget voor 2015 lijkt voor Friesland op 1,5 miljoen euro uit te komen.
Wanneer wordt dit bedrag definitief vastgesteld?
Antwoord:
Dit bedrag is naar verwachting op 1/1/2015 reeds definitief vastgesteld. Naar verwachting zal dit
minimaal afwijken van de indicatie 1,5 miljoen euro.
Vraag 16:
Hoe vindt herverdeling plaats indien het toegewezen bedrag verhoogd of verlaagd wordt? Vindt
herverdeling over de vastgelegde kavels in dit document plaats, of komen er alsnog kavels in
aanmerking die nu net buiten de “ranking” vielen?
Antwoord:
De verwachting is dat het vast te stellen bedrag minimaal zal afwijken. Bij afwijking wordt herverdeeld
conform de beschreven systematiek in Hoofdstuk 3.4 van het Inkoopdocument. Bij een minimale
wijziging in budget zullen er geen kavels afvallen of bijkomen.
Vraag 17:
Blz. 14, onder 3.4
In de kavelnummers worden postcodegebieden aangegeven, in de indicatorscore wijken of dorpen
Het postcodegebied is groter dan de benoemde wijk in de indicatorscore. Waar is nu in de vaststelling
van het gebied rekening mee gehouden e.g. waar moet het plan van aanpak zich op richten: het
gehele postcodegebied of de wijk zoals benoemd in de indicatorscore?
Antwoord:
Op het postcodegebied.
Vraag 18:
Blz. 16, onder 3.6
In de tabellen van de gekozen kavels staat bij medische contacten regelmatig een “ –“.
Welke betekenis moet hieraan worden gegeven: “geen probleem, er is weinig zorgconsumptie?” of
“mogelijk wel een probleem gezien de hogere aanwezigheid van chronische ziekten in combinatie met
weinig medische contacten” (zorgmijders of menen met weinig financiële middelen die de eigen
bijdrage niet kunnen betalen).
Antwoord:
In het codeboek staat een verwijzing naar de bron gegeven, hierin kan mogelijk een verklaring
gevonden worden wat een negatief getal inhoud voor de betreffende indicator wanneer deze niet
gespecificeerd staan in kolom A & E. Bij de indicatoren – als gepresenteerd – is geen rekening
gehouden met zorgmijdgedrag in relatie tot financiële middelen. Het trekken van deze relaties kunnen
echter wel tot interessante inzichten leiden en mogelijk een plaats krijgen in het op te stellen plan van
aanpak.
Vraag 19:
Blz. 16, onder 3.8
De Friesland Zorgverzekeraar verwacht dat zij informatie krijgen over de inzet en resultaten van de
zorg zal krijgen.
Welke informatie wenst de Friesland te ontvangen?
Antwoord:
De Friesland verwacht informatie te ontvangen over de inzet en de resultaten van de zorg. Dit zal
mede afhangen van het plan van aanpak. Informatie zal voorafgaand aan het monitoringsoverleg
worden opgevraagd.
5
Vraag 20:
Hoe wil de Friesland dat de resultaten gemeten worden? Welke monitor daarvoor te gebruiken?
Antwoord:
De Friesland verwacht informatie te ontvangen over de inzet en de resultaten van de zorg. Dit zal
mede afhangen van het plan van aanpak. Informatie zal voorafgaand aan het monitoringsoverleg
worden opgevraagd
Vraag 21:
Blz. 17, onder 4.4
Laatste zin: de Friesland Zorgverzekeraar is voornemens…
Kan de Friesland besluiten toch meerdere overeenkomsten per kavel te sluiten?
Antwoord:
Nee.
Vraag 22:
Indien dit het geval is, wat zou daar de reden voor zijn en wordt dit vóór of na de toewijzing van de
kavels bekend gemaakt?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 21.
Vraag 23:
Blz. 19, onder 4.5
e
2 bullit: organiseert zich aantoonbaar…..
Wat wordt verstaan onder aantoonbaar? Is dit het bewijs aan de Zorgverzekeraar of aantoonbaar dat
de wijkverpleegkundige in de wijk/ in een sociaal wijkteam zit?
Antwoord:
Met aantoonbaar wordt bedoeld dat u kunt aantonen dat u zich organiseert in de wijk. Bij monitoring
hiervan moet u als aanbieder documentatie kunnen aanleveren waaruit blijkt dat u participeert in een (
sociaal ) wijkteam.
Vraag 24:
Wat wordt precies verstaan onder de methodiek van wijkteams?
Antwoord:
Hiermee wordt bedoeld dat u bij het wijkteam draagvlak heeft voor de door u gehanteerde methodiek.
Vraag 25:
e
6 bullit:
Wat wordt precies verstaan onder het los van de moederorganisatie positioneren van de
wijkverpleegkundige?
Antwoord:
De professional moet los van de belangen van het moederbedrijf uitvoering kunnen geven aan de
werkzaamheden als bedoeld in de prestatie wijkgericht werken. Het is aan de zorgaanbieder om aan
te tonen op welke wijze hij dit heeft geborgd in zijn organisatie. Er dient tenminste sprake te zijn van
schriftelijk vastlegging van de werkwijze in de relevante documenten binnen de organisatie.
Vraag 26:
e
10 bullit:
Wanneer wordt duidelijk wat met deze monitoring wordt bedoeld?
Antwoord:
De Friesland verwacht informatie te ontvangen over de inzet en de resultaten van de zorg. De inhoud
van de informatie zal mede afhangen van het plan van aanpak. Informatie zal voorafgaand aan het
monitoringsoverleg worden opgevraagd.
6
Vraag 27:
Welk instrument wordt hierbij gehanteerd?
Antwoord:
De Friesland verwacht informatie te ontvangen over de inzet en de resultaten van de zorg. Dit zal
mede afhangen van het plan van aanpak. Informatie zal voorafgaand aan het monitoringsoverleg
worden opgevraagd. Mogelijk hanteert De Friesland een format. Dit is mede afhankelijk van de inhoud
van het plan van aanpak
Vraag 28:
Welke zorgaanbieder(s) wordt/ worden bedoeld in de laatste zin van bullit 10? Of moet de laatste
opdrachtgever zijn?
Antwoord:
Dit moet inderdaad opdrachtgever zijn.
Vraag 29:
Blz. 19, onder 4.6
De wijze waarop het tarief wordt bepaald…
Wanneer wordt bekend op welke wijze de inzet van de niet toewijsbare wijkverpleegkundige zorg dient
te worden gedeclareerd en gefactureerd?
Antwoord:
Na gunning zal de prestatie wijkgericht open komen te staan voor die aanbieders die de niet
toewijsbare zorg mogen leveren. Uitgangspunt is dat het budget in 12 maandelijkse termijnen wordt
betaald. De Friesland zal zo spoedig mogelijk, conform de van toepassing zijnde regelgeving, aan de
zorgaanbieder bekend maken hoe de declaratie plaats dient te vinden.
Vraag 30:
Mag de wijkverpleegkundige, behalve in de gekozen wijken/ postcodegebieden ook ten behoeve van
andere wijken werkzaamheden verrichten?
Antwoord:
Ja, dat mag, maar niet ten laste van het toegekende budget.
Vraag 31:
Blz. 21, onder 4.8.4
De opdrachtgever behoudt zich het recht…
Indien de tijdsplanning wordt gewijzigd, schort het tijdpad voor geïnteresseerden dan evenredig op?
Ook indien die datum na 1 januari 2015 is? Dit gezien het feit dat het tijdpad om zaken in te regelen al
erg krap is.
Antwoord
Indien de situatie zich voordoet, zal de zorgverzekeraar zich redelijk opstellen jegens de
geïnteresseerden.
Vraag 32:
Blz. 22, onder 4.8.6
Daarna wordt het plan van aanpak …
Hoe wordt gehandeld indien 2 zorgaanbieders evenveel punten scoren?
Antwoord:
In dat geval vindt onder toezicht van een notaris een loting plaats.
Vraag 33:
Hebben in de beoordelingscommissie alleen mensen van de zorgverzekeraar zitting of is hier vanuit
dé integrale zorgbenadering, ook een afvaardiging van cliënten en gemeenten aan toegevoegd?
Antwoord:
De beoordelingscommissie bestaat uit een afvaardiging vanuit De Friesland Zorgverzekeraar. Het
inkoopdocument is reeds afgestemd met genoemde partijen waardoor de input van deze partijen
reeds is geborgd.
7
Vraag 34:
Indicatorscore
In de opgevraagde indicatorscore is een hele rij getallen te zien. Op basis van deze gegevens is het
niet mogelijk om gerichte acties te benoemen omdat de problematiek niet in samenhang te brengen is
met de gegevens.
Wat zijn de normaalwaarden die bij deze cijfers horen? Nu is niet terug te halen wat afwijkend is en
hoe groot de afwijking is.
Antwoord:
In de verstrekte bijlages zijn twee tabbladen opgenomen met getallen. In de schaalscore op postcode
is een score op het thema te zien en de totaalscore, het betrekken van de plus en min tabel uit het
inkoopdocument maakt zichtbaar waar de uitdagingen voor uw wijk zich bevinden. De indicatoren die
hebben geleid tot een score op het tabblad schaalscore staan in tabblad score op postcode
weergegeven. De getallen in dit tabblad geven een gedetailleerde weergave van het thema weer.
Deze getallen kunt u gebruiken als kwantitatieve onderbouwing voor uw doelstellingen. U kunt ook
breder kijken naar het thema en daarop een plan van aanpak schrijven en monitoren op positieve
verschillen in de losse indicator waarde het aankomende jaar.
Mocht u een gedetailleerder beeld willen hebben van de scores tegen over een
provincie/gemeente/landelijke gemiddelde dan verwijzen wij u door naar de bron, hier is het mogelijk
om de indicator te selecteren (bijvoorbeeld via VAAM) en de getallen/percentage uit te lezen voor een
groter gebied.
Vraag 35:
Veel cijfers zijn nietszeggend omdat niet duidelijk is of het een percentage is of een grootheid van xaantal inwoners op x-aantal Nederlanders o.i.d. Het kader ontbreekt volledig (ook het vierde tabblad
levert daaromtrent geen duidelijkheid). Om een goed plan van aanpak te maken zijn deze gegevens
noodzakelijk. Kunt u dit alsnog aanpassen, bij voorkeur op kortere termijn dan 3 oktober!!
Antwoord:
Het codeboek beschreven op tabblad 4 geeft in kolom A en E antwoord op de vraag of het om een
getal of een percentage gaat. In kolom D staat gespecificeerd of het getal/percentage te lezen is op
postcode niveau of gemeente niveau. Mocht deze informatie u niet genoeg helderheid verstrekken
dan verwijzen wij u door naar de bron, Kolom B & C, voor verdere verduidelijking.
e
Vraag 36: ·Blz. 8: 4 alinea: U schrijft dat zorgverzekeraar en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk
zijn voor het organiseren van zorg op wijkniveau, onder meer in de vorm van sociale wijkteams. Kunt u
aangeven welke afspraken hierover zijn gemaakt?
Antwoord:
In de samenwerkingsagenda met de gemeenten zijn hierover landelijke afspraken gemaakt met de
vereniging Nederlandse gemeenten en het ministerie van VWS en de zorgverzekeraars.
Vraag 37:
e
Naar aanleiding van blz. 8 4 alinea.
Op blz. 29 vraagt u of er afspraken zijn gemaakt met het (aanwezige ) sociale wijkteam betreffende…
Op dit moment is onze organisatie nog niet actief betrokken in alle gemeenten betreffende de
ontwikkeling van het sociale wijkteam. Daarnaast is het tot op heden niet duidelijk of onze organisatie
deel mag gaan uitmaken van een dergelijk team (hangt immers samen met deze aanbesteding). Kunt
u aangeven hoe we deze vraag dan moeten lezen?
Antwoord:
U leest de vraag correct en u geeft het antwoord. Zoals het hier is geformuleerd, kan het worden
opgenomen bij de inschrijving.
Vraag 38:
e
Blz. 9 2 alinea. De wijkverpleegkundige vormt de verbinding tussen de verschillende domeinen en
heeft een centrale plek in de wijk.
Welke bevoegdheden krijgt deze wijkverpleegkundige zodat deze functionaris daadwerkelijke
verbinding kan leggen?
8
Antwoord:
Hier vragen wij u een antwoord op te formuleren. Wij willen dit niet voorschrijven.
Vraag 39:
Blz. 9: Laatste alinea: Een van activiteiten van wijkgericht werken is geïndiceerde preventie.
Wie indiceert deze preventie? Welk instrument wordt gehanteerd.
Antwoord:
Vroegtijdige signalering van de wijkverpleegkundige, welke de niet toewijsbare zorg verleend, draagt
bij om beginnende klachten en signalen van verergering op te merken en gerichte preventieve
maatregelen te nemen. Het betreft geïndiceerde preventie van gezondheidsrisico’s in de wijk. De
alinea waaraan u refereert, verwijst naar de toelichting van de NZa op de prestatie wijkgericht werken.
Vraag 40:
Blz. 10. Onder de tabel wordt aangegeven wat de rol en mogelijkheden van de wijkverpleegkundige
zijn.
Vraag: welke wijkverpleegkundige wordt hier bedoeld? ( de wijkverpleegkundige die de toewijsbare
zorg indiceert en levert? Of de wijkverpleegkundige die in het sociaal wijkteam werkt en de niet
toewijsbare wijkverpleging levert?
Of worden beide bedoeld? Zo ja, waarom haalt u de uitvoering van de werkzaamheden dan uit elkaar
in niet toewijsbaar en toewijsbaar.
Loopt u hiermee niet het risico juist de kracht van de huidige wijkverpleegkundige (werkzaam in de
wijk, kennis van de sociale kaart, goed bekend bij en goed overleg met de huisartsen, een functionaris
die de mensen in de wijken kent, weet wat er in een wijk speelt doordat ze (en haar teamgenoten) bij
veel mensen over de vloer komt ) weg te halen. Wat is uw visie hierop?
Antwoord:
De Friesland Zorgverzekeraar splitst S1 en S2 taken niet op basis van de functies welke in de wijk
vertegenwoordigd zijn. De toewijsbare wijkverpleegkundige zal ook S1 taken in dat specifieke
postcode gaan vervullen. Van splitsing is geen sprake. Het huidige inkoopbeleid is conform landelijke
afspraken zoals deze zijn afgestemd met VWS. De Friesland heeft in afstemming met de gemeenten,
gelet op het beschikbare budget, de inkoop van niet-toewijsbare wijkverpleegkundige zorg zodanig
vorm gegeven dat er daadwerkelijk uitvoering kan worden gegeven aan het wijkgericht werken.
Door de eis dat een zorgaanbieder niet-toewijsbare wijkverpleegkundige zorg ook toewijsbare
wijkverpleegkundige zorg moet leveren, is de samenhang geborgd.
Vraag 41:
e
Blz. 19) 7 bullit. De wijkverpleegkundige (niet toewijsbare zorg) kan professioneel onafhankelijk
werken.
Wat wordt hiermee bedoeld? Waarom stelt u deze eis wel hier en niet bij de ‘gewone’ (toewijsbare
zorg) wijkverpleegkundige. Immers ook de gewone wijkverpleegkundige gaat straks indiceren en de
zorgbehoefte bepalen.
Antwoord:
De professional moet los van de belangen van het moederbedrijf uitvoering kunnen geven aan de
werkzaamheden als bedoeld in de prestatie wijkgericht werken. Het is aan de zorgaanbieder om aan
te tonen op welke wijze hij dit heeft geborgd in zijn organisatie. Er dient tenminste sprake te zijn van
schriftelijk vastlegging van de werkwijze in de relevante documenten binnen de organisatie.
Vraag 42:
Hoe ziet de zorgverzekeraar de samenhang tussen de sociale wijkteams/ gebiedsteams en de inkoop
van S1 verdeeld over een aantal kavels (en daarmee niet de gehele gemeente dekkend)?
Antwoord:
In het inkoopbeleid gepresenteerd op de website van de Friesland is aangegeven dat een partij die
zich wil inschrijven informatie kan opvragen over de betreffende kavels. In de extra informatie is
uitgegaan van een postcode indeling, de focus ligt dan ook op de betreffende postcodes die
gespecificeerd zijn voor de kavel aangevraagd.
9
Vraag 43:
De wensen van de gemeenten liggen duidelijk anders dan dat het beschikbare budget wordt besteed
aan de betreffende kavels. Is er, na toewijzing van de kavels, ruimte om in samenspraak met
gemeenten en zorgverzekeraar nadere invulling te maken voor de gehele gemeente en daarmee het
geld dus breder in te zetten dan alleen voor de kavels?
Antwoord.
Het budget is bedoeld voor de benoemde postcodegebieden in de kavel.
10