KU Leuven Meetkunde I [B-KUL-G0N31B] Notities Tom Sydney Kerckhove Gestart 24 september 2014 Gecompileerd 24 september 2014 Docent: Prof. Wendy Goemans Inhoudsopgave 1 Affiene meetkunde 1.1 Affiene ruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2 Affiene deelruimten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 2 2 4 Hoofdstuk 1 Affiene meetkunde 1.1 Affiene ruimte Definitie 1.1. Een n-dimensionaal punt is een veeltal met n co¨ordinaten. p = (p1 ,p2 , . . . ,pn ) Definitie 1.2. De optelling van twee punten is niet gedefini¨eerd, maar de optelling van een punt en een vector is gedefini¨eerd door ze beide als re¨ele n-tallen te beschouwen en coordinaatsgewijs op te tellen. Definitie 1.3. Een n-dimensionale affiene ruimte An bestaat uit n-dimensionale punten. An = {(p1 ,p2 , . . . ,pn ) | pi ∈ R Definitie 1.4. A2 noemen we het affiene vlak. Definitie 1.5. Zij p ∈ An een punt van de n-dimensionale affiene ruimte An en zij v ∈ Rn een ndimensionale re¨ele vector. Een koppel (p,v) noemen we een raakevector met aangrijpingspunt p en vectordeel v. vp = (p,v) Definitie 1.6. Twee raakvectoren vp = (p,v) en wq = (q,w ) zijn gelijk als elk zowel hun aangrijpingspunten en vectordelen gelijk zijn. vp = wq ⇔ p = q ∧ v = w 2 3 HOOFDSTUK 1. AFFIENE MEETKUNDE Definitie 1.7. De rakende ruimte Tp An in een punt p aan een affiene ruimte An is de verzameling van raakvectoren met p als aangrijpingspunt in An . ( ) {vp = (p,v) | v ∈ Rn Definitie 1.8. De verzameling van alle raakvectoren vp aan punten p in een affiene ruimte An noemen we de rakende bundel mT An van die affiene ruimte An . ( ) T An = vp | p ∈ An ,v ∈ Rn = (p,v) | p ∈ An ,v ∈ Rn = An × Rn Definitie 1.9. Zij vp en wp twee raakvectoren in de rakende ruimte Tp An van hetzelfde punt p, dan defini¨eren we de som vp + wp als volgt. vp + wp = (v + w )p Definitie 1.10. Zij vp een raakvector aan een punt p van de affiene ruimte An en λ ∈ R een re¨eel getal, dan defini¨eren we het scalair product λvp als volgt. λvp = (λv)p Stelling 1.11. Elke rakende ruimte in een punt p aan An vormt een vectorruimte over R. TODO: bewijs zie p 6 voor opgave. Bewijs. We bewijzen de axioma’s van een vectorruimte • associativiteit van de optelling • neutraal element voor de optelling • symmetrisch element voor de optelling • commutativiteit van de optelling • distributiviteit van het scalair product ten opzichte van de optelling • distributiviteit van de optelling ten opzichte van het scalair product • gemengde associativiteit • neutraal element van het scalair product Stelling 1.12. Voor elk willekeurig punt p van de affiene ruimte An is de afbeelding van de raakvector op de vector een isomorfisme van de rakende ruimte in dat punt en de re¨ele vectorruimte Rn . phip is dus een isomorphisme. ϕp : Tp An → Rn : vp 7→ v 4 HOOFDSTUK 1. AFFIENE MEETKUNDE Bewijs. Een isomorphisme is een bijectieve lineaire afbeelding. • ϕp is een bijectie. – ϕp is een injectie. ∀vp ,wp ∈ Tp An : ϕp (vp ) = ϕp (wp ) ⇒ vp = wp – ϕp is een surjectie. ∀v ∈ Rn , ∃vp ∈ Tp An : ϕp (vp ) = v • ϕp bewaart de lineariteit: ϕp (vp + wp ) = ϕp ((v + w )p ) = v + w = ϕp (vp ) + ϕp (wp ) ϕp (λvp ) = ϕp (λv)p ) = λv = λϕp (vp ) Stelling 1.13. Voor elke twee willekeurige punten p en q van de affine ruimte An zijn de rakende ruimten isomorf. ψ is dus een isomorphisme. ψpq : Tp An → Tq An : vp 7→ vq Bewijs. ψpq is een samenstelling van isomorphismen1 , en bijgevolg ook een isomorphisme. ψpq = ϕp−1 ◦ ϕp 1.2 Affiene deelruimten Definitie 1.14. Zij p een punt in de affiene ruimte An in V een k-dimensionale deelruimte van Rn met 0 ≤ k ≤ n. We noemen p + V de affiene deelruimte van An met richting V en aangrijpingspunt p. p + V = p + v ∈ An | v ∈ V Definitie 1.15. Affiene ruimten met e´ e´ n dimensie noemen we affiene rechten. Definitie 1.16. Affiene ruimten met twee dimensies noemen we affiene vlakken. Definitie 1.17. Wanneer we spreken over n-dimensionale affiene ruimten noemen we n − 1dimensionale affiene ruimten affiene hypervlakken. Lemma 1.18. Zij p en q twee punten uit de affiene ruimte An en V een lineaire deelruimte van Rn . De volgende uitspraken zijn equivalent: 1 Zie het isomorphisme ϕp (stelling 1.12) 5 HOOFDSTUK 1. AFFIENE MEETKUNDE 1. q ∈ p + V . − →∈V 2. pq 3. p + V = q + V Bewijs. Bewijs door circulaire implicaties. • (1) ⇒ (2) − → = q − p is danprecies Als q ∈ p + V geldt, dan bestaat er een v ∈ V zodat q = p + v geldt.2 . pq v, en we toonden net dat v ∈ V geldt. • (2) ⇒ (3) Om de gelijkheid van deze twee verzamelingen aan te tonen bewijzen we de twee inclusies: – ∀x ∈ p + V : x ∈ q + V Kies een willekeurige x ∈ p + V . Er bestaat nu een v ∈ V zodat x = p + v geldt.3 . − → +v p + v = p + v + q − q = q − pq − → ∈ V geldt, geldt ook −pq − → + v ∈ V 4 . Noem nu −pq − → + v = w, dan bestaat er dus Omdat pq een w ∈ V zodat x = q + w en zit x bijgevolg ook in q + V . – ∀x ∈ q + V : x ∈ p + V Hernoem p naar q en omgekeerd en kijk naar het vorige puntje. • (3) ⇒ (1) q zit steeds in q + V (tel bij q de nulvector op). Omdat p + V en q + V gelijk zijn zit q dus ook in p + V . Stelling 1.19. Twee affiene deelruimten p +V en q +W zijn gelijk als en slechts als de deelrruimten V en W gelijk zijn, en het verschil tussen p en q als vector in V = W zit. − →∈V p + V = q + W ⇔ V = W ∧ pq Bewijs. Bewijs van een equivalentie. Kies willekeurige deelruimten V en W van Rn en punten p en q uit de affiene ruimte An . • ⇒ − → ∈ V .5 We bewijzen nu beide inclusies Als p + V = q + W geldt, dan zit q in p + V en geldt pq om aan te tonen dat V en W gelijk zijn. – ∀x ∈ V : x ∈ W Kies een willekeurige v ∈ V . p + v ∈ p + V geldt en p + V = q + W , dus er bestaat een w ∈ W zodat q + w = p + v geldt. w = (p − q) + v − → ∈ V geldt, zit w in V .6 . Vermits pq 2 Zie de definitie van affiene deelruimten. (Definitie 1.14) de definitie van affiene deelruimten. (Definitie 1.14) 4 De optelling is intern in een vectorruimte. 5 Zie lemma 1.18. 6 De optelling is intern in een vectorruimte. 3 Zie HOOFDSTUK 1. AFFIENE MEETKUNDE 6 – ∀x ∈ W : x ∈ V Hernoem V naar W en omgekeerd en kijk naar het vorige puntje • ⇐ Dit is al bewezen in deel 3 van het vorige lemma.7 7 Zie lemma 1.18.
© Copyright 2024 ExpyDoc