Bijlage A bij RIB Stip op de Horizon Strijp T: uitgebreide toelichting en achtergronden ‘Autonome’ ontwikkelingen/waarnemingen omgeving Strijp T. 1.1 De ‘stedelijke druk’ op Strijp T neemt min of meer organisch toe. Vanuit een helicopterview zien we de volgende omliggende, grotere ruimtelijke ontwikkelingen: - Aan de noordwest-zijde het groene Landelijk Strijp, waarbij geïnvesteerd wordt in versterking van de ecologische/groene waarden (Groene Corridor van Lichttoren tot Groene Woud, incl. verkeersluwer maken van Zwaanstraat en Oirschotsedijk); - Aan de noord-kant het verkleuren van Vredeoord naar gemengde (woon-) doeleinden. - Noordoostelijk de opwaardering van het woongebied Woensel-West. - Zuidoostelijk de transformatie van Strijp S naar 2e hoogstedelijk (creatief) centrum van Eindhoven. - Aan de zuid-zijde de stevige investering in het opwaarderen van het wonen in Philipsdorp. - Meer zuidwestelijk het zelfde voor wat betreft Drents Dorp. - En tenslotte aan de west-kant de transformatie van Strijp R naar een nieuw woongebied. 1.2 Op een concreter schaalnivo ontstaan (letterlijk) aan de rand van Strijp T diverse mutaties. - Allereerst zijn er voorgenomen of in uitvoering zijnde aanpassingen van de openbare ruimte: o (her-)inrichting parkeerterrein ten behoeve van Strijp S (en evt. ook te benutten voor P&R), gelegen voor de oude energiecentrale; o doortrekking van de Torenallee tot aan de Zwaanstraat; o verbetering resp. aanleg van parallelwegen incl. fietspaden aan beide zijden van Beukenlaan; o realisatie lichtproject John Körmeling onder het ‘Strijps bultje’; o uitvoering quick wins op en rondom station Beukenlaan; o nagestreefde opwaardering i.c. herstel van het ‘Gloeilampenplantsoen’ (evenals gebouw TQ eigendom van Lips); o verkeersaansluiting van Philitelaan en Achtseweg-Zuid op de Beukenlaan (studie over vorm loopt); o voornoemde verkeersextensivering (en herprofilering) van de Zwaanstraat; o intensivering van de Achtseweg-Zuid incl. kruispuntaanpassing Bezuidenhoutseweg (in lijn met visie “Eindhoven op weg”). - Daarnaast verandert het gebruik van die aangrenzende openbare ruimte. Met toenemende frequentie ontstaan er activiteiten (en zelfs events). Voorbeelden daarvan: o er is een ontmoetingspaviljoen onder het ‘Strijps bultje’ gerealiseerd (Piet Hein Eek, in opdracht van Woonbedrijf); o het gebruik van de ruimte onder het ‘Strijps bultje’; o.a. DDW, Urban CampScape, uitbreiding danwel verplaatsing Feel Good Market, etc.; o het ontstaan van gerichte initiatieven tot ‘organische gebiedsontginning’ (denk aan voorbeeld vm. Flux S-organisatie). 1.3 Tegelijkertijd zijn er op Strijp T zelf ontwikkelingen die van invloed (kunnen) zijn op het functioneren en/of de toekomst van het terrein. Naast bovengenoemde ‘externe’ ontwikkelingen, die een zekere organische/natuurlijke ‘druk’ uitoefenen op het functioneren van het bedrijventerrein Strijp T en de daar gevestigde bedrijven, zijn er ‘binnen de hekken’ van het terrein ook ‘interne’ bewegingen (kansen en bedreigingen) waarneembaar. Ontwikkelingen: - Een leegstandsproblematiek van eigendommen die binnen vigerend bestemmingsplan, min of meer los van de huidige markt, niet te slechten is. Dit geldt voor meerdere gebouwen, waarbij qua schaalgrootte en verpaupering het vm. NXP-gebouw (eigendom Goevaers) en het langjarig leegstaande gebouw TQ (van Lips) het meest in het oog springen. Dit laatste gebouw omvat 15.000m2 bedrijfshallen, maar vooral ook 25.000m2 (qua lay-out feitelijk) kantoorruimte; het gebouw is niet/nauwelijks van een nieuwe gebruiker te voorzien, daar het bestemmingsplan enkel kantoordoeleinden toestaat als ondersteuning van eigen industriële bedrijfsactiviteiten (een solitair kantoor mag niet). Vroeger, toen Philips eigenaar was van alle bedrijfsruimten op Strijp T, was 25.000m2 ondersteunende kantoorruimte voor het totale terrein realistisch. Nu vormt deze bestemmingsplan-voorwaarde een te grote beperking. In dit lege pand voert stichting Ruimte het beheer, en zitten enkele, kleine tijdelijke huurders. Huurders die qua bedrijvencategorie (hoogstwaarschijnlijk) in de huidige vorm planologisch niet passen. - Daarnaast huisvest minimaal 1 gebouw van Goevaers bedrijfjes met creatieve en ambachtelijke activiteiten, o.a. early adopters die de pioniersfase van Strijp S hebben verlaten. Bij gebrek aan marktvraag naar bedrijfsgebouwen kiezen gebouweigenaren op dit moment ook voor verhuur aan dit soort kleine, lichtere bedrijfjes. Dientengevolge zijn deze bedrijfjes in de huidige vorm vermoedelijk aanwezig in strijd met het huidige bestemmingsplan. - Eveneens zien we dat lege gebouwen/terreinen gebruikt worden door/voor events, hetgeen eveneens een spanning (overtreding) oproept ten opzichte van bestemmingsplan en externe veiligheidsaspecten. - Ten aanzien van de nog in werking zijnde ESSENT-centrale (grijze gebouw) zijn er steeds frequentere en betrouwbaardere berichten dat de produktiecapaciteit sterk gereduceerd is. Dit zal dan op enig moment betekenen dat de milieucontouren ten gevolge van deze inrichting feitelijk gaan verdwijnen i.c. hun beperkende werking naar de omgeving zullen verliezen. In geval van de bouw van een biomassa-optie zal dit hoogstwaarschijnlijk per direct kunnen worden ‘afgedwongen’, in het andere geval zal het vermoedelijk organischer verdwijnen. - De oude energiecentrale TR is een aantal jaren geleden door de gemeente gekocht, voornamelijk om het parkeerterrein te kunnen benutten voor Strijp S/NatLab. Bij de aankoop is met ESSENT afgesproken, dat zij een gedeelte van het gebouw kunnen blijven huren voor een opwek installatie, ondersteunend aan de andere/grote centrale, zolang de andere/grote centrale “-navenant- nog in bedrijf” is. Het gebouw TR geniet in de procedure tot aanwijzing als gemeentelijk monument voorbescherming. Vanwege de ligging in de rand van T aan de door te trekken Torenallee van Strijp S, wordt ingezet op herbestemming sec voor urban culture en/of design/creatieve bedrijvigheid. Er ligt een serieus initiatief van designbedrijf Van Berlo, “The Innovation Powerhouse”. Daarnaast is er ook de optie van het vestigen van een biomassa-centrale (oudbouw-variant). - De ondernemers geven aan behoefte te hebben aan een betere ontsluiting van het bedrijventerrein. Zij hebben zorgen bij de afsluiting van de Oirschotsedijk, en vinden dientengevolge dat het kruispunt Achtseweg-Zuid/Bezuidenhoutseweg verbeterd moet worden, en er tevens extra inritten (vooral op de Achtseweg-Zuid) moeten komen. Beide zaken zijn inmiddels opgepakt, waarbij het vrachtverkeer meer op de Achtseweg-Zuid geconcentreerd wordt. - Daarnaast blijven m.n. de beleggers Goevaers en Lips met regelmaat de gemeente benaderen met de vraag om het omheinde (particuliere) bedrijventerrein Strijp T letterlijk en figuurlijk meer open te mogen maken. Hiermee doelen zij naast genoemde betere ontsluiting en ruimere bestemmingsmogelijkheden voor bedrijvigheid (ook lichtere bedrijven), ook op het op termijn wellicht publiek toegankelijk maken van de buitenruimte (deels verwijderen hekken) en wellicht zelfs het dan toestaan van gemengde doeleinden/functies. Laatstgenoemde zaken zijn ambtelijk consequent afgehouden. 1.4 Juist vanwege de onder 1.1 t/m 1.3 beschreven redelijk organische, feitelijke ontwikkelingen, ontstaat het risico dat we als gemeente dubbele signalen kunnen gaan uitzenden. Uiteraard geldt de formele lijn zoals vastgelegd in het vigerende bestemmingplan, in het externe veiligheidsbeleid, etc., en houden we de vraag tot het ontwikkelen van een masterplan voor Strijp T af. Maar tegelijkertijd zien we dat we als gemeente afwijkend gebruik gedogen, en door doorverwijzing van accommodatievragen en events afwijkend gebruik eigenlijk soms zelfs ‘stimuleren’. Uiteraard gebeurt dit laatste vaak onbewust van bestemmingsplan en externe veiligheidsrisico’s, en goed bedoeld met het oog op lege panden en de wat desolate omgeving; het lijkt allemaal zo logisch en zo voor de hand liggend. Het mogelijk hiermee impliciet oproepen van onze eigen handhavingskwesties moeten we voorkomen. Ook om die reden is het zaak om naar Strijp T te kijken Waarborgen continuïteit voor ondernemers Strijp T met vigerend bestemmingsplan. Percelen aan Beukenlaan als overgangszone i.c. ‘zachte’ aansluiting in overleg te verruimen. 2.1 Door de gebiedsontwikkeling Strijp S, de ruimtelijke en programmatische verbinding tussen Strijp S en Strijp R langs de Groene Corridor, en de (beperkte) kwaliteit van de rafelige rand van Strijp T aan de zijde van de Beukenlaan, liggen er verbeterkansen in de zone grenzend aan de Beukenlaan. In uitersten geredeneerd, kan er voor worden gekozen om voor geheel Strijp T het vigerende bestemmingsplan strak vast te houden, bijvoorbeeld indien het stedelijk of regionaal de voorkeur zou hebben om een/de toekomstige ruimtevraag voor ‘zwaardere’ bedrijven op deze stedelijke locatie in te kunnen vullen, danwel dat alternatieve invullingen het bestaansrecht van zittende bedrijven negatief beïnvloeden. Strak vasthouden aan het bestemmingsplan impliceert uiteraard tevens toezien op naleving. Aan de andere kant van het spectrum staat een totale (gefaseerde) transformatie van het gebied naar doeleinden die beter passen binnen de oprukkende stedelijke ontwikkelingen. Daarbij speelt de vraag over kwantitatieve en kwalitatieve behoeften (beschikbaar programma; een vraag kan maar een keer worden geaccommodeerd, men moet zich afvragen waar het de ontwikkeling van de stad het beste dient). Gezien de huidige overprogrammering in de stad enerzijds en de actuele leegstaand van vooral kantoren anderzijds, verwachten we dat er op de korte- en middellange termijn (5-10 jaar) onvoldoende behoefte/grondslag is voor een totale transformatie van Strijp T. In iedere variant zal op professionele wijze rekening gehouden moeten worden met de belangen van de zittende bedrijven. Het college heeft gekozen voor een lijn/tussenvariant, waarbij vooral voor de percelen grenzend aan de (ventweg) Beukenlaan ruimtelijke en programmatische verbeterkansen worden gezien. Diverse actuele waarnemingen/bewegingen (zie 2.2 en 2.3) in deze zone kunnen leiden tot verbetering van de stedelijke aansluiting van Strijp S op Strijp T, zonder de bedrijfsfuncties op Strijp T aan te tasten; de zone wordt nadrukkelijker gevoeld als onderdeel/afronding van Strijp S. Als overgangszone van woonfuncties en gemengde doeleinden van Strijp S, naar de (zwaardere) bedrijvigheid op Strijp T. De rondweg wordt een minder harde grens i.c. barrière, mede doordat de percelen aan de parallelweg Beukenlaan dan ‘zachtere’ functies kunnen krijgen. 2.2 Reeds opgestarte/voorgenomen acties in infra en openbare ruimte vormen een goede aanzet en worden voortgezet. De maatregelen zoals bedoeld onder 1.2 dragen in sterke mate bij aan het verzachten van de aansluiting tussen beide gebieden. Het gebruik van de openbare ruimte (of gebouwen) voor activiteiten/events krijgt groeikansen, maar moet nadrukkelijker en consequenter worden getoetst op de effecten van en voor de zittende bedrijven (waaronder contouren/zones van bedrijven en spoor). 2.3 Door de 3 gebouwen aan Beukenlaanzijde (met bijbehorende percelen) onder voorwaarden planologisch ruimere mogelijkheden te bieden, ontstaan ook programmatische kansen op een zachtere overgang, wordt verpaupering tegen gegaan, en wordt tevens gestimuleerd dat gebruiksbeperkingen vanwege milieu- en veiligheidscontouren worden beperkt. Meer concreet betreft dit percelen en gebouwen TQ (eigenaar Lips), ESSENT-centrale (eigenaar ELES/ESSENT), en TR (voorbescherming als beoogd gemeentelijk monument, eigenaar gemeente). In hoeverre ook daadwerkelijk tot verruiming zal worden overgegaan, is afhankelijk van overleg, beoordeling van initiatieven. 3.1 Voor geheel Strijp T, met (hierboven bedoelde mogelijke) uitzondering van de gebouwen/percelen aan de Beukenlaan, worden de mogelijkheden conform het vigerende bestemmingsplan behouden. Eigenaren en zittende bedrijven zullen de verlangde duidelijkheid verkrijgen, dat zij duurzaam/ toekomstbestendig kunnen blijven produceren en investeren. Een aantal ondernemers/eigenaren hebben verzocht om helderheid ten behoeve van hun toekomst. De oprukkende stedelijke ontwikkelingen rondom Strijp T baarden hen enige zorgen. Voorliggend dossier erkent hun importantie voor de economische ontwikkeling van stad en regio, en geeft duidelijkheid over een verantwoorde ruimtelijke en programmatische (letterlijke) aanhaking op de omgeving v.v.; een verzachting aan de Beukenlaan-zijde, geen (mogelijk bedreigende) lichtere of gevoeligere bestemmingen op het overige terrein, medewerking aan een betere logistieke ontsluiting (met – voor het vrachtverkeer – grotere oriëntatie op de Achtseweg-Zuid), en gerichtere communicatielijnen met de gemeente. Een eerste verkenning met Strijp T-vertegenwoordigers duiden op draagvlak. Uiteraard zal men kritisch blijven, vooral op infrastructurele bereikbaarheid en communicatie. Goede kansen voor duurzame energie: realisatie gemeentelijke biomassa-centrale, relatie met ESSENT. 4.1 De herontwikkeling van het gemeentelijke gebouw TR als biomassa-centrale, maar ook een nieuwbouwvariant aan de achterzijde van het zelfde perceel, zijn serieuze opties. Een dergelijke inzet kan bijdragen aan het verduurzamen van de warmtelevering in de stad. Milieudoelstellingen worden met de realisatie van een bio-energiecentrale verder ingevuld, de geproduceerde duurzame energie neemt fors toe: een extra duurzame energieproductie van 0,19 PJ / jaar (is 1,25% van totale energieverbruik in de stad), alsmede een extra jaarlijkse CO2-besparing van ca. 11.500 ton. De bio-energiecentrale in Strijp is de equivalent van 56.000 zonnepanelen. Een bio-energiecentrale verdraagt zich met ‘gevoelige’ functies in haar directe omgeving. Op een afstand van 50-100 meter zouden bijv. woningen kunnen worden gebouwd. Ook de consequenties van ca. 5 vrachtwagens per werkdag, mede afgezet tegen het nu reeds aanwezige vrachtverkeer, worden als acceptabel beschouwd, zeker als de logistiek vooral aan de achterzijde (over Strijp T naar de Achtseweg-Zuid) wordt afgewikkeld. Achter het Gebouw TR is buiten een bunker/kelder beschikbaar waarin de houtchips worden gestort. Deze bunker/kelder is in beide varianten te benutten. 4.2 Het realiseren van een biomassa-centrale gaat uit van gemeentelijke investering/exploitatie. Er is een haalbaarheidsonderzoek (én second opinion) verricht voor een bio-energiecentrale in de vroegere energiecentrale, gebouw TR. De conclusies hiervan geven aan dat de realisatie van een gemeentelijke bio-energiecentrale (uiteraard onder voorwaarden) haalbaar wordt geacht. Ondanks een positief exploitatieresultaat zijn private (energie-) bedrijven, zoals ook in Meerhoven is gebleken, vooreerst niet bereid/geïnteresseerd om dit voor eigen rekening en risico op zich te nemen. Dit vanwege commercieel verlangd rendement. Tegen de achtergrond dat een/de gemeente zwaarder tilt aan haar maatschappelijke en milieudoelstellingen, en (in mindere mate) doordat overheden veelal over iets gunstigere financieringsconstructies kunnen beschikken, neemt zij genoegen met geringer rendement. 6.1 Rol Essent, recente verkoop van RWE aan PGGM/Dalkia Essent als afnemer van groene energie. Buurman ESSENT mocht onder het regiem van moedermij RWE niet meer investeren; de naastgelegen huidige centrale (gestookt op fossiele brandstof) met afnemende rendementen dient vermoedelijk in de komende jaren te worden gesloten (danwel met stevige financiële consequenties omgebouwd/vergroend). En dat terwijl ESSENT nog zeer lang lopende leveringscontracten in de stad dient na te komen of af te kopen. Daardoor is ESSENT uitermate geïnteresseerd in de realisatie van een bio-energiecentrale door de gemeente, waarbij zij dan graag de opgewekte groene energie wil kopen; bij levering van de energie aan hen, kunnen zij hun verplichtingen in de stad nakomen. Daarom wordt een contract opgesteld waarin o.a. de toegezegde bereidheid wordt vastgelegd voor de afname van (in principe alle) duurzame warmte voor een periode van 10-12 jaar, tegen een bedrag overeenkomstig de gemeentelijke business case. Tevens denken zij mee in de risicobeheersing met betrekking tot houtchips, en zijn zij bereid om bij start levering hun huidige milieuvergunning/-contour van hun eigen gebouw in te leveren. Essent als participant/koper van de biomassa-centrale. Uit zeer recente gesprekken met Essent blijkt inmiddels een verdergaande bereidheid. Essent is namelijk verkocht aan PGGM/Dalkia (Essent heet voortaan ENNATUURLIJK). Deze jonge speler/investeerder in de energiemarkt heeft toegezegd dat men bereid is om met de gemeente financiële participatie in exploitatie en eigendom te onderzoeken. De nieuwe eigenaren van Essent/ENNATUURLIJK bieden hen hiervoor ruimte. Om de SDE-subsidiebeschikking niet te verliezen kan dit onderzoek echter niet worden afgewacht, bij een evt. positieve uitkomst zal dit later ingevlochten worden. De gemeente is er bij gebaat dat de milieu-doelstellingen worden gehaald, maar zal onder voorwaarde van verantwoorde condities deze taak uiteraard zo spoedig mogelijk aan de markt overlaten. Programmatische kansen voor overgangszone met creatieve industrie. 5.1 Vanuit de behoefte aan een programmatisch zachtere aansluiting Strijp S - Strijp T heeft designbedrijf Van Berlo een (volledig) particulier initiatief tot herontwikkeling van gebouw TR tot Innovation Powerhouse. Van Berlo (creatieve produktinnovatie, -design, en -marketingconcepten) heeft ruim een jaar geleden zijn belangstelling en concept bekend gemaakt. Zij hebben de ambitie om te investeren in het (beoogd) gemeentelijk monument, het bedrijf vanwege uitbreidingsnoodzaak naar TR te verplaatsen, en daarbij de faciliteiten (prototype-werkplaats, apparatuur, kennis, etc.) in een bedrijvencentrumachtige setting beschikbaar te stellen aan andere creatieve bedrijven. Van Berlo geldt daarbij als eigenaar, en wenst met mede-gebruikers/huurders o.a. tot intensievere co-creatie/ontwikkeling van produkten en kennis te komen. Ofschoon samenwerking met individuele (student-)designers en industriële vormgevers tot de mogelijkheden behoort, is de huisvesting vooral bedoeld voor bestaande bedrijven met personeel. De meerwaarde van de aanwezigheid van de ‘creatieve campus’ Strijp S speelt een belangrijke rol. De gemeente onderzoekt deze verkoop van dit pand, echter zal hiertoe pas overgaan nadat duidelijkheid bestaat over de nieuwbouw biomassa-centrale. Tot dat moment wordt dit gebouw nog als achtervang-scenario vastgehouden, mocht de nieuwbouw onverhoopt stagneren.
© Copyright 2024 ExpyDoc