Nova Natuurkunde 5 vwo | gymnasium Hoofdstuk 9 Diagnostische toets Diagnostische toets 9 1 Elektromagnetische straling en materie Niet alle radiogolven dringen even gemakkelijk door in de atmosfeer. In figuur 1 zie je hoeveel decibel een radiosignaal per kilometer zwakker wordt, voor verschillende frequenties. De eenheid decibel is een schaal voor de intensiteit van de straling. Deze schaal wordt bijvoorbeeld ook voor geluid gebruikt. figuur 1 afzwakking van radiogolven door: 1: zware regen; 2: mist/wolken; 3: lichte regen; 4: H2O en O2 a Worden radiogolven met een kortere of juist langere golflengte beter doorgelaten door lichte regen? b Welk frequentiegebied is geschikt voor een weerradar? c Welk frequentiegebied is geschikt voor een grondradar zoals op een vliegveld wordt gebruikt? Radiogolven worden ook gebruikt voor astronomische waarnemingen. d Voor welk soort radiogolven moeten telescopen liefst hoog en droog worden gebouwd? 2 Cepheïden zijn sterren waarvan de lichtkracht heel regelmatig in de tijd varieert. Ze zijn bijzonder, omdat de periode waarmee ze variëren direct verband houdt met hun gemiddelde helderheid. Ze kunnen daardoor gebruikt worden als zogenoemde ‘standaardkaars’. Dit zijn objecten waarvan de werkelijke lichtkracht bekend is waardoor met hun schijnbare helderheid hun afstand bepaald kan worden. a Leg uit waarom je op basis van alleen de schijnbare helderheid van een ster niet kunt bepalen hoe ver deze ster staat. In figuur 2a zie je hoe de helderheid (uitgedrukt in visuele magnitude V) van de ster RZ Vel, een bepaald type Cepheïde-variabele, in de tijd verandert. Figuur 2b geeft het verband tussen de periode van dit type Cepheïde en zijn lichtkracht. 1 Nova Natuurkunde 5 vwo | gymnasium Hoofdstuk 9 Diagnostische toets figuur 2a meetgegevens van de ster RZ Vel figuur 2b het verband tussen de periode van een Cepheïde en zijn intrinsieke lichtkracht b Bepaal met behulp van figuur 2a en 2b het gemiddelde stralingsvermogen (lichtkracht) van de ster, uitgedrukt in de lichtkracht L van de zon. c Welk gegeven ontbreekt om op basis van de (gemiddelde) lichtkracht de temperatuur van de ster te berekenen? Uit de meetgegevens van figuur 2a blijkt dat RZ Vel op een afstand van 9,3∙1016 m van de aarde staat. d Bereken de intensiteit van deze ster zoals waargenomen op aarde. 2 Nova Natuurkunde 5 vwo | gymnasium 3 Hoofdstuk 9 Diagnostische toets Eind 2013 is ontdekt dat Fomalhaut geen dubbelster is – zoals men lang heeft gedacht – maar een tripelster: Fomalhaut bestaat uit drie sterren (A, B en C) die om elkaar draaien. a Gebruik de informatie uit Binas om te bepalen of Fomalhaut A een hoofdreeksster is. Leg uit hoe je tot je antwoord gekomen bent. Fomalhaut A heeft een radiële snelheid van 6,50 km s–1 ten opzichte van de aarde. b Bereken met hoeveel nanometer en in welke richting de rode waterstoflijn in het spectrum van Formalhaut A is verschoven. De tangentiële snelheid is de snelheid waarmee een ster langs de hemel beweegt. c Leg uit waarom deze tangentiële snelheid niet met behulp van een roodverschuiving bepaald kan worden. Tabel 1 geeft enige informatie over het Fomalhaut-systeem. Gebruik deze gegevens voor het beantwoorden van vraag 3e en 3f. tabel 1 Fomalhaut A Fomalhaut B Fomalhaut C d e f 4 T (103 K) 8,5 4,7 3,1 L (L) 16 0,19 0 afstand (1016 m) 23,7 23,5 23,4 Bepaal welke kleur Fomalhaut A heeft. Druk de straal van Fomalhaut C uit in de straal R van de zon. Beredeneer welk van deze drie sterren het langst op de hoofdreeks zal verblijven. Straatlantaarns langs snelwegen zijn zogeheten lagedruknatriumlampen. De lampen bevatten natrium dat verdampt tot een gas onder lage druk wanneer de lamp wordt ingeschakeld. Elektronen worden in de buis versneld en botsen tegen natriumatomen. a Leg uit hoe het komt dat de natriumatomen licht gaan uitzenden na botsing met elektronen. Natriumlampen zenden alleen licht uit in het zichtbare gebied. b Zoek in Binas op hoe groot de golflengte van dit licht is. Het vermogen van een bepaalde natriumlamp is gelijk aan 35 W. c Bereken hoeveel fotonen deze lamp per seconde uitzendt, als je ervan uitgaat dat alle elektrische energie wordt omgezet in licht. 5 In digitale camera’s bevindt zich een lichtgevoelige chip. Fotonen in zichtbaar licht maken elektronen vrij uit het materiaal van de chip. a Leg uit dat geen van de materialen genoemd in Binas geschikt is voor de chip in een digitale camera. Voor de chips in digitale camera’s worden halfgeleiders gebruikt van silicium. Het energieniveauschema van silicium is schematisch weergegeven in figuur 3. Er zijn twee banden met energieniveaus: de valentieband en de geleidingsband. Elk van deze banden bestaat uit heel veel dicht bij elkaar gelegen energieniveaus. Tussen deze banden is een gebied zonder energieniveaus: de band gap. Het silicium kan een stroom geleiden wanneer een elektron van de valentieband in de geleidingsband terechtkomt. 3 Nova Natuurkunde 5 vwo | gymnasium Hoofdstuk 9 Diagnostische toets figuur 3 energieniveauschema van silicium b Bereken de minimale golflengte van de fotonen die elektronen uit de valentieband in de geleidingsband kunnen brengen. c Leg met behulp van figuur 3 uit dat elk foton met een golflengte korter dan je bij vraag 5b hebt berekend, in staat is om een elektron in de geleidingsband te krijgen. De hoeveelheid lading die in een lichtgevoelige chip in de geleidingsband terechtkomt, is een maat voor de intensiteit van het opvallende licht. d Leg met behulp van het foto-elektrisch effect uit hoe intenser licht kan zorgen voor meer lading in de geleidingsband. 4
© Copyright 2024 ExpyDoc