Oordeel Ondernemingsraad

POSTBUS 9225, 1006 AE AMSTERDAM
Raad van Bestuur
T.a.v. Rob van Dam
T
Amstelring
Ondernemingsraad
Postbus 9225
1006 AE Amsterdam
Nachtwachtlaan 20
1058 EA Amsterdam
(020) 756 02 64
F
www.amstelring.nl
[email protected]
020-7560264
ONDERWERP: Visie OR op sociaal plan
8046-2014
20 februari 2014
33299171
E-MAIL:
KENMERK:
DOORKIESNUMMER:
DATUM:
KVK:
Geachte heer van Dam, Beste Rob
In december jl. heeft u de bonden een eindbod voor een sociaal plan gedaan.
Drie bonden (CNV Publieke Zaak, FBZ, en Nu’91) hebben dit eindbod voorgelegd
aan de leden, de AbvaKabo FNV heeft dit niet gedaan.
Bij de ledenraadpleging hebben de leden van de drie bonden het sociaal plan
geaccepteerd. Op 11 februari jl. is de finale ondertekening geweest.
De OR is als toehoorder bij de onderhandelingen geweest en heeft bij de
ondertekening al mondeling aangegeven dat, zeker gezien het feit dat de grootste
bond niet getekend heeft, de OR zijn visie op het sociaal plan wil verwoorden en
daarbij een aantal kanttekeningen dan wel verbeterpunten ziet. Deze brief bevat de
aangekondigde visie en gaat in kopie naar alle bonden om hen te informeren, maar
ook om alle partijen, bestuurder en bonden op te roepen, om met elkaar in gesprek
te blijven, dan wel gaan.
Algemeen
De OR ziet de grote problemen die de organisatie heeft, deels door interne, deels
door externe factoren, met name de bezuinigingen op de langdurige zorg en de
daarmee gepaard gaande aanpassing van het stelsel. De OR erkent dat de
organisatie ook financieel geen bijster sterke positie heeft.
Deze twee gegevens hebben er dan ook toe geleid dat de OR in een eerder stadium
al aangaf dat eindigheid van contracten een reële optie was en is in dit sociaal plan.
In algemene zin heeft de OR daarnaast opmerkingen over de financiële ruimte, het
draagvlak, en de juridische houdbaarheid van onderdelen van het sociaal plan.
Financiële ruimte
Het voorliggende plan is een sober sociaal plan, dat wordt door alle partijen en ook
door u als werkgever erkend. U heeft aangegeven niet meer te kunnen bieden,
omdat er onvoldoende financiële speelruimte is. De OR zet hier drie kanttekeningen
bij:
1) De zeer conservatieve inschatting van het aantal medewerkers dat elders
een baan vindt, en dientengevolge een hoge inschatting van de
wachtgeldverplichting.
PAGINA:
2/5
KENMERK:
8046-2014
2) De externe factoren die leiden tot krimp, waar het aantal FTe boventalligheid
op is gebaseerd, zijn in beperkte mate verantwoordelijk voor de financiële
situatie waarin wij verkeren. De intern beïnvloedbare factoren maken ook
een significant gedeelte uit van de problematiek. We noemen hier het hoge
ziekteverzuim en de bovenmatige inzet van interim personeel.
3) In december jl. waren de vooruitzichten nog onzeker. Inmiddels worden de
plannen in sectorverband, via de SIGRA en de gemeente (met name
Amsterdam) meer en meer duidelijk. Dit biedt de organisatie kansen die de
financiële ruimte voor het sociaal plan vergroten.
Kanttekening 1 levert direct meer financiële ruimte op. Een realistischere
inschatting van het aantal mensen dat aan het werk komt levert minder
wachtgeldverplichtingen op en dus meer financiële ruimte. De risico’s worden
uiteraard daarmee groter maar in de ogen van de OR nog wel beheersbaar.
Kanttekeningen 2 en 3 leveren vooral op de langere termijn mogelijk voordeel op
en zijn niet direct vanaf nu inzetbaar.
De OR hecht aan duidelijkheid naar medewerkers en vindt het belangrijk dat er een
plan is. In zijn algemeenheid concluderen we dat het een sober, te sober, plan is,
dat voor verbetering vatbaar is. Voor nu alleen daar waar het niet te veel geld kost,
in de ogen van de OR is er nog wel wat rek.
Voor de toekomst ziet de OR wel financiële ruimte ontstaan om een fundamenteel
beter sociaal plan af te spreken. Dit wil de OR nadrukkelijk betrekken bij de
afgesproken evaluatiemomenten.
Draagvlak/representativiteit
De OR constateert dat het sociaal plan niet is ondertekend door de AbvaKabo FNV,
binnen onze organisatie veruit de grootste bond. Door dit feit voldoet het plan niet
aan de eisen van representativiteit, zoals kantonrechters die in hun richtlijnen (3.7)
hanteren. Dit vergroot de kans op juridische stappen en het succes daarvan voor
individuele gedupeerden. Dit is een reëel financieel risico.
Juridische houdbaarheid
De OR acht het plan in basis juridisch houdbaar, wel ziet de OR een aantal haken
en ogen in o.a. definities van begrippen, precieze plaatsingsprocedure,
omschrijvingen van faciliteiten t.a.v. mobiliteit. De OR zal deze later in deze brief
specificeren.
Algemene visie van de OR op dit sociaal plan
Het is een sober sociaal plan, dat aanscherping verdient. De OR stelt op dit moment
het plan niet ter discussie, maar wil op een aantal punten aanpassingen, die
uiteraard met de ondertekenaars (en zo mogelijk AbvaKabo) afgestemd moeten
worden. Gedeeltelijk kunnen het ook aanvullende afspraken zijn tussen OR en
bestuurder, lopende langs de weg van de adviesaanvragen. Specifieke punten waar
de OR kritiek op heeft komen later in deze brief aan de orde.
Wens tot een ‘raam’ sociaal plan.
Er is veel dynamiek in onze organisatie en in de omgeving om ons heen. Met de
reorganisatie, die we nu doorvoeren, zijn we er waarschijnlijk nog niet. Met de
PAGINA:
3/5
KENMERK:
8046-2014
overheveling van meer taken vanuit AWBZ naar WMO, en de mogelijke
veranderingen op het gebied van de HBH komt er nog het nodige op ons af.
De werkingssfeer van het huidige sociaal plan is beperkt, de OR heeft hier begrip
voor (sobere afspraken maak je binnen een beperkt kader). Dat neemt niet weg dat
we onder het motto ‘gelijkwaardige afspraken voor iedereen’ toch moeten streven
naar een breder sociaal plan met de hele organisatie als werkingssfeer.
De OR doet een klemmend beroep op alle partijen (Bestuurder, drie ondertekenaars
en AbvaKabo) om hierover met elkaar om tafel te gaan zitten. Zeker de
ontwikkelingen t.a.v. het sectorplan en de gemeente Amsterdam, bieden
mogelijkheden voor eenieder om over de eigen schaduw heen te stappen, omdat
een beter sociaal plan mogelijk is!
Specifieke aandachtspunten, wensen en verbeteringen
De OR heeft een aantal punten in het sociaal plan, dat bij nader inzien om aandacht
vraagt, omdat anders onduidelijkheid zou kunnen ontstaan. Ook zijn er wensen
voor de toekomst en acht de OR verbeteringen in sommige gevallen mogelijk.
We onderscheiden twee termijnen:punten om per direct mee aan de slag te gaan
en punten om mee te nemen in de monitoring. Binnen de twee termijnen staan de
aandachtspunten in willekeurige volgorde.
Per direct
- Aanpassen in plan
o Mobiliteitsbudget gelijkstellen voor alle medewerkers
De commissie Gelijke Behandeling heeft al meermalen blijk gegeven
van het feit dat parttimers niet benadeeld mogen worden. Indien
iemand 24 uur werkt kost het net zo veel moeite om een baan te
vinden als wanneer men 36 uur werkt. Elke individuele medewerker
die naar de rechter stapt krijgt gelijk. Dit niet aanpassen is een
financieel risico voor de organisatie, het wel aanpassen past binnen
de rek, die de OR nog ziet m.b.t. de conservatieve inschatting van
herplaatsbaar personeel.
o Positie arbeidsgehandicapten goed definiëren
De OR is net als de bonden en de werkgever van mening dat we
arbeidsgehandicapten, zeker in deze tijd, niet moeten ontslaan. Deze
sympathieke bepaling hadden we eerder niet in het sociaal plan
staan. Soms kun je met nieuwe sympathieke bepalingen ongewenste
neveneffecten krijgen. De OR wil dit uitsluiten. Zoals het nu in
hoofdstuk 3.4 staat worden arbeidsgehandicapten ontzien en
uitgesloten van boventalligheid. Dit zou in de uitwerking kunnen
betekenen dat arbeidsgehandicapten weliswaar niet boventallig
worden (gewenst), maar dat gestuurd zou kunnen worden op even
grote boventalligheid en dus andere medewerkers nu alsnog
boventallig zouden worden (ongewenst neveneffect).
Als we elkaar goed verstaan moeten we het als volgt lezen: in de
afspiegeling worden arbeidsgehandicapten gewoon meegenomen.
Arbeidsgehandicapten worden niet ontslagen en dus niet formeel
boventallig, maar verdringen geen andere medewerkers.
o Hoeveelheid functiebegrippen verminderen
Er worden nu de volgende functies omschreven: Geschikte functie,
gewijzigde functie, nieuwe functie, passende functie, uitwisselbare
functie en volgfunctie. Voor een goede plaatsing conform regels UWV
zijn alleen nieuwe, passende en uitwisselbare functies nodig
PAGINA:
4/5
KENMERK:
-
-
-
-
8046-2014
(gewijzigd = nieuw en uitwisselbaar = volg). Dit voorkomt juridische
haarkloverij.
o Bij geschikte functie salariëring benoemen en limiteren
Indien werknemer en werkgever tot overeenstemming komen en
werknemer een lagere functie (meer dan een FWG-schaal lager)
accepteert, kan het niet zo zijn dat in de afspraken werknemer
hetzelfde loon behoudt. In het verleden kwam het wel voor dat
leidinggevende en medewerker een deal sloten. Hiermee realiseren
we geen besparing en belangrijker creëren we kans op willekeur. Dit
kan overigens ook in het handboek P&O geregeld worden, als maar
duidelijk is dat er consequenties zijn voor zowel leidinggevende als
medewerker die deze deal sluiten.
Vaststellingsovereenkomst versus procedure bij het UWV
Een vaststellingsovereenkomst is goedkoper dan de procedure bij het UWV.
De OR adviseert dan ook om hier op te sturen en zo efficiënt mogelijk met
het geld om te gaan.
Uitvoering verplaatsing medewerkers niveau 3,4,5
In het sociaal plan is geprobeerd een compromis te vinden tussen
keuzemogelijkheden voor zowel ontvangende locaties als boventallige
medewerkers enerzijds en bescherming voor medewerkers tegen eindeloos
in de carrousel blijven hangen en ‘cherrypicking’ van de locaties anderzijds
door ook een moment van dwang in te bouwen. In de uitvoering kan dit tot
problemen leiden. Dit dwingt tot goede afspraken en instructies richting
HRM/mobiliteitsadviseurs.
Interne herplaatsing niveau 1 en 2
In het sociaal plan is geen rekening gehouden met dwingende herplaatsing
van niveau 1 en 2 in het (waarschijnlijk uitzonderlijke) geval dat zich een
vacature voordoet op een bedrijfsvestiging, waarvoor geen kandidaat uit die
bedrijfsvestiging in aanmerking komt (er zijn geen boventalligen). Dit moet
in het HRM-handboek scherp gedefinieerd of in het plan opgenomen worden.
Aandacht voor de medewerkers 2+
Amstelring heeft veel geïnvesteerd in opleidingen, en in het verlagen van de
drempel van scholing van niveau 2 naar niveau 3 via de tussenstap van de
2+. De OR stelt zich op het punt dat 2+ in rechten gelijkgeschakeld moet
worden met niveau 3 mits zij de opleiding gaan doen.
Aandacht bij momenten voor monitoring
- Langere termijn tussen M1 en M2, met de huidige inzichten opteert de OR
voor 9 maanden. Voortschrijdend inzicht kan deze termijn nog doen
veranderen.
- Vertrekregeling daadwerkelijk mobiliteit laten bevorderen.
In het huidige sociaal plan is het financieel veel gunstiger je ontslag af te
wachten en zo naar een baan te zoeken dan het geld van de vertrekpremie
te nemen en je geluk te beproeven. Zo is de vertrekregeling een premie op
geluk bij het vinden van een baan en niet stimulering tot vertrek van
medewerkers. Bij de monitoring moet nadrukkelijk gekeken worden naar
verbetering van deze regeling om zo mobiliteit te bevorderen.
- Maatwerk voor specifieke groepen
Nu kunnen we al een inschatting maken, bij de monitoring blijkt
daadwerkelijk welke groepen meer en welke minder kansrijk zijn. Afspraken
tot maatwerk voor deze doelgroepen kunnen dan ook gemaakt worden.
PAGINA:
5/5
8046-2014
KENMERK:
-
Raam sociaal plan
Er gebeurt meer in onze organisatie, waarbij medewerkers verplaatst
worden of werkgelegenheid terugloopt. De OR wil graag bescherming en
duidelijkheid voor alle medewerkers, waarbij we gelijke gevallen ook gelijk
behandelen. Een Raam sociaal plan met daarin maatwerkmogelijkheden
voor specifieke reorganisaties en/of doelgroepen, heeft daarbij de voorkeur.
Bij de monitoring wordt dus altijd gekeken of we al zo ver zijn, dat de
werkingssfeer kan verbreden en andere afspraken gemaakt kunnen worden.
Conclusie
De OR worstelt met het sociaal plan, maar gezien het feit dat medewerkers om
duidelijkheid vragen en met in achtneming van de druk, die op de organisatie ligt
zal de OR het plan vooralsnog niet ter discussie stellen.
Dat neemt niet weg dat bij reorganisaties binnen de werkingssfeer van het sociaal
plan een simpelweg verwijzen naar het sociaal plan als opvang voor de personele
gevolgen voor de OR niet voldoende is. De OR zal in zijn adviezen met aanvullende
maatregelen komen in lijn met de hierboven gestelde aandachtspunten.
Voor reorganisaties buiten de werkingssfeer van dit sociaal plan stelt de OR zich op
het standpunt dat deze behandeld worden alsof het reorganisaties zijn zonder dat
er een sociaal plan ligt. Een uitzondering maakt de OR daarbij mogelijkerwijs voor
Eigen Haard, afhankelijk van de uitkomst van de recente ontwikkelingen.
Het verdiend de voorkeur om voor de nabije toekomst te komen tot een door
iedereen gedragen sociaal plan. De OR doet hierbij de oproep aan alle betrokken
partijen, zowel Raad van Bestuur Amstelring als CNV Publieke zaak, FBZ, Nu’91 als
AbvaKabo FNV om met elkaar het gesprek hierover aan te gaan. De OR ziet
mogelijkheden tot verbetering van het huidige sociaal plan, die kunnen leiden tot
een breder gedragen sociaal plan met een bredere werkingssfeer.
Voor nadere uitleg is de OR zowel richting onze formele gesprekspartner de Raad
van Bestuur als richting alle bonden bereid tot nadere uitleg en/of overleg.
Met vriendelijke groet,
Patrick Adriaans
Voorzitter Ondernemingsraad
KOPIE AAN:
AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ, Nu'91