PENSIOEN PERIODIEK 130 Festina Lente RJ-Uiting 2014-4

PENSIOEN PERIODIEK 130
Festina Lente
Haast U langzaam is de vertaling uit het latijn. “Lente” is ook de tijd waarvan we nu mogen genieten.
De onderwerpen in deze Pensioen Periodiek mogen daarom best even wachten. Maar niet te lang…
RJ-Uiting 2014-4 Pensioenvoorziening directeuren- grootaandeelhouder
De Raad voor de Jaarverslaggeving komt met een nieuwe uiting inzake de waardering van pensioen in eigen beheer
in de jaarrekening, RJ Uiting 2014-4.
Belangrijkste strekking van de Uiting: vanaf boekjaren die aanvangen op of na 01-01-2014 (eerdere toepassing
wordt aanbevolen) is het niet langer toegestaan om pensioen in eigen beheer voor de jaarrekening fiscaal te
waarderen. Verduidelijkt is dat de waardering van de voorziening moet zijn gebaseerd op basis van het principe
van de “beste schatting”.
Dit geldt voor zowel grote en middelgrote rechtspersonen (Richtlijn 271 Personeelsbeloningen) als voor kleine
rechtspersonen (Richtlijn B14 Personeelsbeloningen). Kleine rechtspersonen mogen wel artikel 2:396 lid 6 BW
toepassen en de gehele jaarrekening, inclusief de waardering van de pensioenvoorziening, opstellen volgens de
fiscale grondslagen. In deze situatie is de wijziging niet van toepassing.
Commerciële waardering volgens de RJ:
 Waardering van de per balansdatum opgebouwde pensioenverplichting;
 Waardering van de opgebouwde aanspraken inclusief onvoorwaardelijk overeengekomen (toekomstige)
indexaties van de opgebouwde aanspraken;
 Voorwaardelijk overeengekomen indexaties (bijv. open indexatie) behoren hier niet toe;
 Disconteringsvoet (rekenrente): marktrente per balansdatum van hoogwaardige ondernemingsobligaties.
Voor de Adviespraktijk





De fiscale waarde blijft benodigd voor de aangifte vennootschapsbelasting;
Commerciële waardering volgens rekenregels RJ voor de jaarrekening;
Disconteringsvoet (rekenrente) is geen vaste rente. Wat is de rente voor hoogwaardige
ondernemingsobligaties? Waarbij aan te sluiten?;
Commerciële waardering volgens RJ, met juiste rekenrente dient derhalve zorgvuldig bepaald te worden.
In voorkomend geval kunnen 3 (!) berekening noodzakelijk zijn:
o Fiscaal voor de aangifte vennootschapsbelasting;
o Commercieel RJ voor de jaarrekening;
o Commercieel CAP voor de dividendtoets.
Redactie
mr. A. (Alfred) Milius FB
mr. J.W. (Hans) Lovink
[email protected]
De Horsterkamp 12
7251 AZ Vorden
Tel: (0575) 55 30 50
Barbara Strozzilaan 101
1083 HN Amsterdam
(020) 240 22 93
ONDANKS DE ZORGVULDIGE WIJZE WAAROP ONZE BERICHTGEVING TOT STAND KOMT KAN GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR EVENTUELE (DRUK)FOUTEN WORDEN AANVAARD.
PENSIOEN PERIODIEK 130
Pensioenverevening. Afstorten inclusief voorindexatie?
De rechtbank bepaalt dat de man het aan de vrouw toekomende deel van het pensioen inclusief voorindexering ten behoeve
van de vrouw dient af te storten
Bron: Rechtbank Zutphen, 29-04-2008 (gepubliceerd 22-04-2014)
In het onderhavige geval ging het om een in eigen beheer gehouden eindloonregeling. In geschil is of het af te
storten te verevenen deel van het pensioen in de periode tussen de echtscheidingsdatum en de pensioendatum
moet worden geïndexeerd.
De pensioenbrief voorziet in voorindexatie (zoveel mogelijk conform stijging prijsindex) in het geval dat het
dienstverband voortijdig wordt beëindigd.
De rechtbank overweegt dat blijkens de MvT het in artikel 3 WVPS gaat om de regeling in het (fictieve) geval dat
sprake zou zijn geweest van beëindiging van de deelneming vóór de datum van pensionering. Namens de man is
aangevoerd dat dit niet hetzelfde is als beëindiging van het dienstverband. Dat de wetgever heeft beoogd
onderscheid te maken tussen verschillende wijzen van beëindiging van de deelneming blijkt volgens de
rechtbank niet uit de wetsgeschiedenis. Bovendien verwijst artikel 4 van de pensioenbrief naar artikel 8 PSW ,
waarin gesproken wordt over “gewezen deelnemer”, derhalve de situatie van beëindiging van de deelneming,
ongeacht de wijze waarop de deelneming is beëindigd. De reden voor de beëindiging acht de rechtbank dan ook
niet relevant. (…) De bedoeling van de wetgever is - gelet op de fictiebepaling - geweest dat de uitkomst voor de
vrouw niet wordt beïnvloed door de feitelijke situatie aan de zijde van de man. Bovendien is het de keuze van de
man geweest in dienst te blijven, maar de deelneming te beëindigen. Of de man in de voorliggende situatie zelf
aanspraak kan maken op voorindexering, is dan ook niet relevant. Daarmee staat het recht op voorindexering
voor de vrouw vast.
De rechtbank bepaalt dat de man het aan de vrouw toekomende deel van het pensioen inclusief 1,75% vaste
voorindexering (dit was ook de eis) ten behoeve van de vrouw dient af te storten.
Voor de adviespraktijk
Ook voor pensioenvraagstukken en ~berekeningen in het kader van echtscheiding bent u bij ons aan het juiste
adres. Wij zijn u hiermee graag van dienst.
Middelloonregeling: premiestijging op komst.
Werkgevers met een eind- of middelloonregeling (bij een verzekeraar) krijgen bij contractverlenging te maken
met een forse tariefstijging. Dit als gevolg van de toegenomen levensverwachting en de huidige lage rentestand.
Tabel: indicatie premiestijging bij contractverlening
Betreft
Nu
Bij verlenging
Rekenrente
Levensverwachting
Totaal
3,00%
Collectief
2003
2,50% of
3,00% plus
opslagen
Generatietafel
Inschatting
Tariefstijging
15%
10%
25%
Zonder andere maatregelen komt de gehele premiestijging voor rekening van de werkgever. Ervan uitgaande dat
dit niet gewenst is adviseren wij deze werkgevers om de premiestijging te betrekken in het overleg met de
OR/werknemers over het wel/niet compenseren van de achteruitgang in pensioenopbouw als gevolg van het
nieuwe fiscale kader (per 01-01-2015: 1,875% middelloon).
Accountantskantoren
Accountantskantoren die (vrijwillig) deelnemen aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds Accountancy
(PFA) krijgen per 01-01-2015 eveneens te maken met een (zeer) forse premiestijging. Dit vanwege het op 01-01-
PENSIOEN PERIODIEK 130
2015 aflopen van het door het PFA gesloten herverzekeringcontract, dat nog gebaseerd is op een hoge rekenrente
(circa 3,8%).
Tabel: indicatie premiestijging bij Pensioenfonds Accountancy
Betreft
Nu
Bij verlenging
Rekenrente
Levensverwachting
Totaal
3,80%
Collectief
2003
2,50%
Generatietafel
Inschatting
Tariefstijging
40%
10%
50%
Een kostenneutrale aanpassing van de pensioenregeling bij het PFA is slechts mogelijk door het verder dan de
nieuwe fiscale kaders versoberen van de regeling (naar bijv. 1,65% middelloon) en/of het deels overgaan naar een
ander pensioensysteem (beschikbare premie regeling). Een complex vraagstuk waarbij wij u, met onze specifieke
kennis, graag assisteren.
Voor de adviespraktijk

Informeer klanten met een middelloonregeling niet alleen over het nieuwe fiscale kader per 01-01-2015 maar
ook over de premiestijging die op komst is.
Laat de klanten nagaan wanneer de uitvoeringsovereenkomst afloopt en wat de verwachtte premiestijging is.
Adviseer de klanten om de verwachtte premiestijging te betrekken in de onderhandelingen met de
OR/werknemers over de aanpassing van de pensioenregeling aan het nieuwe fiscale kader.


Pensioen en ontslag
De verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd heeft ook gevolgen voor het einde van de arbeidsrelatie. Werkgevers
raadplegen hierover hun adviseurs. Hoe zit dat nu precies? .
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de AOW en de pensioenleeftijd geprognosticeerd.
Verwacht verloop
AOW- en pensioenrichtleeftijd
72
AOW leeftijd
71
Pensioenrichtleeftijd
70
69
68
67
66
2047
2042
2037
2032
2027
2022
2017
2012
65
Jaar
Uit de tabel blijkt dat de AOW-leeftijd naar verwachting vóór de pensioenleeftijd zal blijven liggen.
Voor de adviespraktijk




Controleer hoe het “pensioenontslagbeding” nu in de arbeidsovereenkomst is geregeld. Is dat nog de 65jarige leeftijd? Dan is dat in strijd met gelijke behandelingswetgeving. Mail naar [email protected]
voor een (gratis) juiste tekst van het pensioenontslagbeding;
Maak een bewuste keuze nu de pensioenleeftijd wordt verhoogd. Er zitten voor- en nadelen aan een
pensioenontslagbeding op de AOW- of de Pensioengerechtigde leeftijd;
Per 1 april 2014 is het Ontslagbesluit aangepast. Ingeval van ontslag om bedrijfseconomische reden worden
werknemers die de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt buiten het “afspiegelingsbeginsel” gehouden.
Deze groep komt dan als eerste voor ontslag in aanmerking;
Wees extra op uw hoede als een werknemer (tijdelijk) wil doorwerken na het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd. De zogenaamde “ragetlie regel” brengt met zich mee dat een contract voor
bepaalde tijd, aansluitend op een contract voor onbepaalde tijd (bij dezelfde werkgever), kán worden
aangemerkt als een contract voor onbepaalde tijd als geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging.